55

MOTORISCH-DIDACTISCH LEERMODEL 201 Er zullen ook altijd factoren zijn die je toch nog tijdens je les verrassen. Inzoomend op de praktijk, kun je bij kindfactoren denken aan: • een kind dat nauwelijks Nederlands spreekt • een kind dat regelmatig driftbuiten krijgt • een kind in een rolstoel • een kind dat geen contact maakt met andere kinderen • een kind dat nog niet geheel zindelijk is 1 2 Ad 2 De leerkracht Bij het creëren van een rijke beweeg-, leer- en beleefomgeving binnen het speellokaal heb je als leerkracht verschillende rollen. Je bent naast ontwerper van de verschillende activiteiten en bewegingsarrangementen ook de expert als het gaat om de leerstof. En daarmee ook inhoudelijk de deskundige als het gaat om de opbouw en volgorde binnen de verschillende leerlijnen en activiteiten. Voor de kleuters ben je een identificatiefiguur en daarmee ook cultuurdrager. Ten slotte ben je nog een coach, die de kleuters stimuleert om het beste uit zichzelf te halen. Een onderzoekende houding met een mindset die gericht is op groei en ontwikkeling lijkt een voorwaarde om deze rollen goed te kunnen vervullen. FIGUUR 5.3 Element leerkracht met leerkrachtfactoren Extra's Begeleidingsstijlen ... Lukt 't? Loopt 't? Leeft 't? Laat 't! Leerkracht Fase 2: overwegingen vooraf Groeperingsvormen Vakoverstijgende doelen Kennis van kindfactoren 11 Vormen van instructie vooraf Wat zie ik? Wat vind ik ervan? Wat doe ik? Vormen van extra instructie 13 14 12 Organisatievormen 9 Criteria voor een goede les 10 7 8 3 4 5 6

56 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication