57

MOTORISCH-DIDACTISCH LEERMODEL Taakfactoren zijn de factoren die de begrenzing aangeven waarbinnen het gevraagde moet worden uitgevoerd. Je kunt bij specifieke taakfactoren denken aan de manier waarop het arrangement wordt ingericht en welke opdracht de kleuters meekrijgen bij een bepaalde activiteit. De wijze waarop een spel of een activiteit dient te worden uitgevoerd, is het een hoogte- of een vertesprong, mag je vandaag met je handen of met je voeten met de ballen spelen, wordt er gesprongen met een trampoline, een veerplank of vanaf de grond? Dit zijn allemaal factoren die bepalen hoe een specifieke bewegingstaak wordt uitgevoerd. Veel van de taakfactoren zijn terug te voeren naar het lesvoorbereidingsformulier, zoals de activiteitenomschrijving, het arrangement, de materiaalkeuze, regels en de doelen. Inzoomend op de praktijk, kun je bijvoorbeeld denken aan: • De taak is: je blijft in je eigen tuintje. • De taak is: als je getikt bent, leg je een pylon neer. • De taak is: landen van een hoge kast op een zachte dikke mat. • De taak is: het maken van drie steunsprongen achter elkaar. • De taak is: je landt op twee voeten. Ad 4 De omgeving Het vierde element is de omgeving. Met de omgeving wordt zowel de fysieke omgeving als het leer- en beweegklimaat rondom de les bewegingsonderwijs met kleuters bedoeld. Fysieke factoren zijn bijvoorbeeld de beschikbare ruimte in het speellokaal en hoe het speellokaal is ingedeeld. Wordt het gebruikt als opslagplaats of heeft het vaste toestellen in de ruimte waarvan je afhankelijk bent? Ook het moment waarop het speellokaal voor jouw groep beschikbaar is, is een omgevingsfactor. Dit kan veel invloed hebben op het verloop van de les. Op dinsdagochtend zal de gymles anders verlopen dan op vrijdagmiddag. Is er wel een vast gymrooster of moet je iedere week maar kijken wanneer je er gebruik van maakt? Wellicht is er veel afleiding rondom het speellokaal doordat er bijvoorbeeld veel ramen in zitten. Dit is bijvoorbeeld een omgevingsfactor waar je ook rekening mee moet houden als je met harde ballen aan de slag wilt. Omgevingsfactoren zijn over het algemeen een gegeven. Een gegeven waarop je niet direct in je lessen invloed kunt uitoefenen. Inzoomend op de praktijk, kun je bijvoorbeeld denken aan: • De omgeving is: de muzieklessen worden ook in het speellokaal gegeven. • De omgeving is: het is koud, want de verwarming is stuk. • De omgeving is: er hangt geen afscheidingsnet voor de berging. • De omgeving is: door de ligging van het speellokaal is er weinig direct licht. • De omgeving is: de directie heeft jaarlijks een budget van € 500 begroot voor materiaal. Omgevingsfactoren zijn factoren waar je het op dat moment mee moet doen (zie figuur 5.5 op p. 204). Het neemt niet weg dat je uiteraard invloed kan uitoefenen op deze omgevingsfactoren. Sommige factoren in de fysieke omgeving of het beweegklimaat zijn snel te beïnvloeden en voor anderen heb je een iets langere adem nodig, maar op beide heb je als leerkracht invloed. Je kunt je neerleggen bij het materiaal dat je tot je beschikking hebt, je kunt op zoek gaan naar creatieve oplossingen of je kunt de directie aanspreken 203 1 Taakfactoren 2 3 4 5 6 7 8 Omgevingsfactoren 9 10 11 12 13 14

58 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication