71

WAT IS EEN KLEUTER? of ze de kinderen juist iets meer ruimte geeft in de onrust en drukte. Of dat ze omwille van de fysieke en sociale veiligheid er heel kort op gaat zitten. Vandaag laat ze het iets meer gaan, zich realiserend dat dit meer botsingen oplevert. En dat ze vaker een huilend kind op schoot heeft. Na een kwartier legt ze een extra matje neer in haar tuintje. Kinderen die moe zijn mogen daar lekker gaan liggen. Prima toch, even niks moeten. 249 1 2 Niveau 2 – Behoefte aan veiligheid en zekerheid Bij niveau 2 gaat het om structuur, stabiliteit, vertrouwen, duidelijkheid, de behoefte aan een eigen plek. Een kind gaat op ontdekking uit, met in zijn achterhoofd de wetenschap dat de juf er is om hem, indien nodig, te beschermen en op te vangen. Een kleuter gaat zich ontwikkelen als hij zich veilig voelt en het vertrouwen krijgt om die stapjes te maken. De grenzen waarbinnen die ontdekkingsreis mag plaatsvinden, bieden duidelijkheid en veiligheid. Tegelijkertijd zijn duidelijkheid en veiligheid de voorwaarden om deze ontdekkingsreis te beginnen. VOORBEELD 6.2 SOPHIES VEILIGHEID De kleuters komen binnen en de juf zit al in haar tuintje. ‘Helpende handjes’ mogen altijd naast de juf zitten. Steven weet dat wel, maar gaat toch gauw naast de juf zitten. Sophie gaat voor de juf staan met een pruillipje. ‘Juf, de helpende handjes mogen toch naast u zitten?’ ‘Ja, klopt’, zegt de juf. ‘Daar heb jij helemaal gelijk in. Vertel het maar tegen Steven en vraag maar of hij dan ergens anders wil gaan zitten.’ Sophie kijkt de juf angstig aan. ‘Vraag het maar, ik weet zeker dat hij naar jou luistert. Want Steven kent die regel ook allang. Steven, Sophie wil iets aan jou vragen’, helpt de juf Sophie. ‘Ik ben het helpende handje en ik wil daar zitten’, zegt Sophie heel zachtjes. ‘Goed zo, Sophie. Wil jij alsjeblieft een ander plekje zoeken Steven?’, vult de juf aan. 3 Grenzen 4 5 6 7 8 9 Niveau 3 – Sociale behoeften Zodra een kleuter zich veilig voelt en in zijn fysieke behoeften is bevredigd, ontstaat er ruimte voor de sociale behoeften. Kleuters hebben behoefte aan relaties en vriendschappen. Ze willen zich geliefd voelen en willen zorgen voor een ander. Het deel uitmaken van een groep, erbij willen horen en weten welke positie je hebt in de groep, is belangrijk voor ze. VOORBEELD 6.3 WAT WIL JIJ? In het groepje in het klimtuintje zitten nu vier meiden bij elkaar. Zodra ze mogen beginnen, maakt Anouk een cirkel met haar armen. ‘Hand in de pot voor vadertje, moedertje’ ... Na een minuut kunnen de meiden gaan spelen. De jongens gaan hun eigen weg. ‘Ik ben de moeder en jij de baby’, zegt Anouk tegen Lila. ‘Waarom?’, vraagt Mette. ‘Ik wil mama zijn, jij bent altijd de moeder.’ ‘Nou daarom, ik ben het spel begonnen’, antwoordt Anouk. En anders doe je gewoon niet mee.’ Elsje heeft al bedacht dat zij de vader is en vraagt Noor of zij dan de hond wil zijn. Dat is geregeld. Mette blijft zich verzetten. ‘Nou, dan ga ik tegen de juf zeggen dat jij altijd de baas speelt.’ 10 Behoefte aan relaties 11 12 13 14

72 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication