Hoofdstuk 1

Studiewijzer Een boek. Tien hoofdstukken. 504 bladzijdes. Afhankelijk van jouw studie, interesse of vraag kan je gebruikmaken van de inhoud in dit boek, die niet noodzakelijkerwijs opeenvolgend of in z’n totaliteit gelezen of geleerd moet worden. De kennisbasis zal verplicht zijn vanuit de opleiding. Welke basiskennis je verder in jouw rugzak stopt, is persoonlijk. In hoofdstuk 1 wordt inzicht geboden in het bewegingsonderwijs van toen en nu en de huidige kijk op onze bewegingscultuur. In de loop der jaren is er veel veranderd in het kleuteronderwijs. Goed bewegingsonderwijs met kleuters gaat uit van de totale ontwikkeling van een kind. De raakvlakken en integratie met de andere vakken in het onderwijs worden behandeld. De legitimatie van het vak wordt aan de hand van de landelijk vastgestelde kerndoelen voor het basisonderwijs beschreven. Het verschil tussen motorische ontwikkeling en de ontwikkeling van motorische vaardigheden wordt uitgelegd en er wordt ingegaan op de rechten van een kleuter. In hoofdstuk 2 komen de negen criteria voor een goede les bewegingsonderwijs met kleuters aan bod. Deze worden direct gekoppeld aan de lesvoorbereiding, de les en de evaluatie van de bewegingsles. Er worden drie verschillende invalshoeken om naar de bewegende kleuters te kijken geschetst. De drie observatietorens en de drie centrale vragen, wat zie ik, wat vind ik ervan en wat doe ik?, die je als leerkracht tijdens de les kunt inzetten worden uitgewerkt. Het hoofdstuk wordt afgesloten met de evaluatie. Na afloop van een gegeven les kijk je terug naar hoe de gehele les is verlopen. Wat ging goed, wat mag en kan anders? In hoofdstuk 3 lees je over de LEER- kracht, de mogelijkheden en tools, die jij als leerkracht tot je beschikking hebt voor een goede les bewegingsonderwijs met kleuters. Leiding geven is keuzes maken. Keuzes in instructiestijlen, organisatievormen en in jouw manier van begeleiden. Tot slot wordt ingegaan op de, vaak onbewuste, kijk op de verschillen en overeenkomsten tussen jongens en meisjes. Hoofdstuk 4 gaat over de LEER- kracht van de leerling. Een kind is in de basis volledig toegerust voor zijn eigen ontwikkeling. Deze kind-KRACHT ontstaat vanuit drie psychologische basisbehoeftes (relatie, competentie, autonomie). De kleuter is intrinsiek gemotiveerd om te leren. De mogelijkheden om deze kind-KRACHT van de intrinsiek gemotiveerde kleuter volledig te benutten en tot zijn recht te laten komen lees je in dit hoofdstuk. Je leest over verschillende leerbehoeften, individuele speelkriebels, modaliteiten en de vier eigens. De leerstijlen die worden gebruikt om informatie te verwerken en de skill-willmatrix worden toegelicht. Het hoofdstuk sluit af met de nieuwe inzichten over breinleren in relatie tot de motorisch lerende mens. In hoofdstuk 5 wordt een didactisch leermodel geschetst dat houvast biedt bij de dagelijkse onderwijspraktijk. Dit zandlopermodel bestaat uit drie componenten en biedt overzicht in hoe een leerkracht het leren kan stimuleren

9 Online Touch Hoofdstuk 1 Home


You need flash player to view this online publication