28

28 JAN CARDOEN: 50 jaar Bevo Wie Bevo zegt, zegt Jan Cardoen. De Bevernaar stond als speler mee aan de wieg van de club en was de voorbije 50 jaar onlosmakelijk verbonden met het volleybal in zijn gemeente. Van jeugdtrainer tot jeugdcoördinator en van bestuurslid tot voorzitter, in iedere functie heeft hij altijd het beste van zichzelf gegeven. Met de trouwe steun van zijn vrouw Frida Vandewalle en later zijn dochter Greet Cardoen, die na haar spelerscarrière in de voetsporen van haar vader trad in de jeugdwerking. Zijn vijf momenten van 50 jaar Bevo, als afscheid van de club van zijn hart. 1. De kennismaking en… een gebroken pink “Op een mooie zondagnamiddag gingen we met de kinderwagen een wandeling maken in Beveren. Veel mensen kenden we niet in het dorp en een auto hadden we niet. Toen we aan het parochiaal centrum kwamen, zagen we daar volleybal spelen op de koer. In mijn studentenjaren had ik dat ook nog gespeeld. We bleven even kijken en ik zag dat ik het niveau ook nog aan zou kunnen. Na een korte kennismaking bleek dat er iedere zondagnamiddag, als het weer meezat, samengekomen werd om te spelen. Van dan af is het snel gegaan. Het clubje breidde snel uit, vooral met jonge gasten die volley speelden in de Broederschool. Veel van de ouderen voelden dat ze het lastig kregen en haakten stilzwijgend af. Zo ook Daniël Denys, die later burgemeester van Roeselare was. Hij brak zijn pink tijdens het volleyballen en we zagen hem niet meer terug. Geleidelijk aan speelde het idee om een club op te richten. Onderpastoor André Cauwelier was hierin de stuwende kracht. Freddy Vercruysse werd onze eerste voorzitter, Raf Vandenaweele secretaris en Filip Decock penningmeeter. Op dat moment was er nog geen sprake van te starten in competitie, maar we speelden steeds beter samen en de jongsten onder ons wilden zich wel eens meten met andere teams. Via via gingen we spelen tegen Oostrozebeke en we legden die mannen erop. Stadsgenoot The Jets was wat te hoog gegrepen, maar we legden hen serieus het vuur aan de schenen. De roep om te starten in de Belgische volleybalcompetitie werd alsmaar groter en in 1969 was het dan zo ver, dankzij André Cauwelier, die onze allereerste sponsor werd. Zo ontstond de club met het stamnummer 818.” 2. Samenwerking met De Kouterfeesten “Een paar inwoners van De Kouter vatten het plan op om wijkfeesten te organiseren. Ze zagen het groots: een vierdaags gebeuren in het weekend van OLH Hemelvaart. Om alles op poten te krijgen zocht men hulp bij een plaatselijke vereniging. Het Feestcomité zou bestaan uit vier leden uit de wijk en vier leden van de medewerkende vereniging, met een winstverdeling van 50-50. Wij zagen daar met Bevo wel brood in en stapten mee in het verhaal. De Kouterfeesten werden een groot succes. Ook Bevo zette zijn beste beentje voor in die zotte vierdaagse. Op de missverkiezing ging de allereerste titel van Miss Kouter naar… het lief van onze ploegkapitein. Met het hand op het hart: wij hebben achter de schermen niets gedaan. Het was echt een heel mooie meisje en nog een slimme ook. Heel Bevo ging uit de bol en ‘t was een hele grote bol… Jarenlang waren De Kouterfeesten een hoogtepunt bij de club en in heel Beveren. Ze brachten de club een mooi centje op. Tot op vandaag worden de serveerschortjes (bezorgd door onze toenmalige voorzitter Roeland Rapol) nog gebruikt bij een clubactiviteit, al beginnen ze wel hun tandjes te tonen.” 3. Storm op zee tijdens feest 25-jarig bestaan “Het 25-jarige bestaan van onze club mocht zeker niet zomaar voorbijgaan. Onze toenmalige secretaris Freddy Staelens was de bezieler van een bootuitstap naar Hull. De planning verliep vlekkeloos: inschepen op vrijdag en ‘s nachts varen, nadat we die avond nog een feestje bouwden, want we waren immers kampioen. Op zaterdag zouden we dan Hull bezoeken en zondag terugkeren naar Zeebrugge. Maar het plan verliep niet zoals gewenst. De vrijdag bij het inschepen stormde het. Misschien niet windkracht tien, maar het zal niet veel gescheeld hebben. Toen we aan boord van het schip kwamen, zagen we overal papieren zakjes steken. We moesten er aanvankelijk nog mee lachen, maar dat zou niet lang duren. Na de maaltijd zagen we dat het personeel alle tassen en borden op de vrije tafels op de grond zette. Dat deed de eerste wenkbrauwen fronsen. Met een uur vertraging vertrok de boot dan toch, maar van zodra we uit de havengeul kwamen, kon niemand nog op een rechte lijn lopen door de storm. Met enige moeite bereikten we toch de bar. Overmoedig bestelden we nog enkele drankjes, maar de een na de ander werd zeeziek. We beseften plots heel goed waarom er overal van die zakjes zaten. Van

29 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication