22

Bevelhebber der Nederlandse Strijdkrachten Op 3 september 1944 werd prins Bernhard bij KB nr. 1 benoemd tot Bevelhebber der Nederlandse Strijdkrachten (BNS). Twee dagen later vond, buiten bezet gebied, de oprichting plaats van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS). De reden van de oprichting was de wens van het verzet te mogen deelnemen aan de bevrijding van Nederland. Maar ook, gezien de ervaringen van de geallieerden in Frankrijk en België, het voorkomen van wraakzuchtige acties tegen collaborateurs, de z.g. ‘bijltjesdagen’. Een derde argument was dat veel verzetsmensen tijdens de bezetting activiteiten hadden ontplooid die onder normale omstandigheden wettelijk absoluut ontoelaatbaar waren. Het zou voor hen niet eenvoudig zijn weer aan het gewone leven te wennen. Militariseren, onder de krijgstucht stellen, leek een goede oplossing. Ook hoopte men dat de Duitsers gevangengenomen verzetsleden - volgens het oorlogsrecht - als krijgsgevangene zouden behandelen. Al eerder was vastgesteld dat de leden van de BS uitsluitend zouden worden gerekruteerd uit de drie grote verzetsorganisaties. De BS werden onderverdeeld in een strijdend deel en een bewakingsdeel (zie schema pagina’s 24 en 25). Van het strijdend deel mochten alleen zij deel uitmaken, die bereid én geschikt waren om ‘met wapens in de hand de Nazi’s te bestrijden’. Het lag voor de hand dat dit deel zou 22 Z.K.H. Prins Bernhard, bevelhebber der Nederlandse Strijdkrachten, wiens naam aan het Regiment Stoottroepen is verbonden. worden gevormd door leden van de LKP en de RVV. Het bewaken zou de OD ten deel vallen. De prins had nu naast de Prinses Irene Brigade en nr. 2 Dutch Troop, Nederlandse Commando’s, ook de Binnenlandse Strijdkrachten onder bevel. Door het oprichten van de BS verviel de kwalificatie ‘ondergrondse’. Er was nu een officieel, openlijk en gewapend optreden van Nederlandse Strijdkrachten op eigen grondgebied.

23 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication