Aan een zijden draad De eersten die de vraag stelden of er wel definitief een militaire eenheid Stoottroepen moest komen, waren een aantal Stoters zelf. Voor ‘Sjef’ de Groot en een paar medestanders was dat helemaal niet zo vanzelfsprekend. Hen stond een opleidingsinstituut voor ogen, waarin kaderleden konden worden geschoold die daarna de burgermaatschappij zouden ingaan. Dat de cursisten uit het voormalige verzet zouden moeten komen was voor hen vanzelfsprekend. Het idee is nooit gerealiseerd. De Groot zelf is op 1 augustus 1954 teruggekeerd naar het burgerleven. De tweede aanslag op het nieuwe regiment kwam eigenlijk ook van binnenuit. De aanleiding was de selectie. Dit probleem riep zoveel spanningen op, dat tijdens een vergadering van een aantal kopstukken uit de Stoottroepen, men bijna tot het besluit kwam ermee te stoppen. Men zag zeer waardevolle oud-verzetsmensen, die ook als ‘Stoters van het eerste uur’ hun mannetje hadden gestaan, eruit gaan en anderen die men minder geschikt vond in functie stijgen. Het derde voorval was van groter belang. Tijdens een bezoek aan de Stoottroepen in Tilburg in maart 1945 sprak H.M. koningin Wilhelmina na afloop van de parade die voor haar werd gehouden: “En dit regiment zal blijven voortbestaan” 1945: koningin Wilhelmina en haar Stoottroepen. Zij was zo onder de indruk van de mensen uit het verzet en het optreden van Stoottroepers, dat zij spontaan deze uitspraak deed. Maar begin 1946 richtte een aantal vooroorlogse officieren zich in een petitie tot de koningin met het verzoek een einde te maken aan de wanordelijkheid in en ondoelmatigheid van ’s lands defensiebeleid. Sommigen lazen er een verborgen frustratie van de OD in. In genoemde petitie werd eveneens stelling genomen tegen: ‘… duistere krachten die een zogenaamde nieuwe geest prediken, namelijk een niet op zelftucht en discipline gegronde kameraadschap, zulks onder valsche voorwendsel, dat soortgelijke verhoudingen ook in andere der Geallieerde legers zouden bestaan’. 39
40 Online Touch Home