18

Van Kaap tot Wijk, van heuvelrug naar waterlint TUSSEN DE UTRECHTSE HEUVELRUG EN DE OEVERS VAN DE RIJN WISSELT HET LANDSCHAP ENKELE KEREN VAN GEDAANTE. TUSSEN DE KAAP VAN DOORN EN MOLEN RIJN EN LEK IN WIJK BIJ DUURSTEDE GAAT HET VAN DICHTE BOSSEN NAAR STRAKKE, OPEN WEILANDEN, EN TENSLOTTE DE LOME BOCHTEN VAN KROMME RIJN EN LEK. Doorn ■ WIM TEN BRINKE Meteen gaat het omhoog en helemaal hoog wordt het als je na een ruime kilometer De Kaap bereikt, de 26 meter hoge uitkijktoren op een van de toppen van de Utrechtse Heuvelrug. Van boven de bomen kijk je in de richting van Utrecht waar aan de horizon bij helder weer onder andere het nieuwe stadskantoor is te zien en ook de Domtoren, als is die nauwelijks zichtbaar; het wordt tijd wat bomen te toppen, want zicht op Utrecht zonder zijn eerbiedwaardige en hoogste toren, dat kan toch niet. Aan de Rijnzijde ligt het landschap waar de route straks doorheen gaat: in het tegenlicht van deze ochtend verheffen de bossen zich als heuvels; hun zwarte kronen als golvende lijnen die door de verwarrende werking van het tegenlicht een heuvel-op-heuvel-af-dag doen vermoeden. Lang leve de ijstijd, want deze heuvels – stuwwallen – zijn in de voorlaatste ijstijd omhoog geduwd door het landijs dat zich vanuit Scandinavië tot deze streken had uitgebreid; krachtige ijsstromen, met een doorsnee van meer dan honderd meter schoven de grond opzij. Die ijstijd is alweer 125.000 jaar geleden, daarna knabbelden grote rivieren aan de uiteinden van de stuwwallen en raakten de randen van de Heuvelrug met klei bedekt. In tijden toen er nog geen dijken waren reikte de invloed van de (Kromme) Rijn tot de voet van de Heuvelrug en bij vele winter overstromingen liet die een laag van fi jne rivierklei achter. HET OPEN LAND De overgang naar de klei laat zich vatten in vele facetten: besloten bossen worden open weiden, beuken verdwijnen, wilgen en populieren verschijnen, gebogen lijnen krijgen een strak karakter van rechte paden met loodrechte hoeken, en reliëf is er niet meer – het is zo plat als een pannenkoek met als enige hoogtevariatie het peil in poldersloten dat een fractie lager staat dan de aangrenzende weiden. Welkom in de Langbroekerwetering, waarvan de Gooyerwetering de achtergrens is. Na de afdamming van de Kromme Rijn in 1122 bij Wijk bij Duurstede kwam er een einde 18 ‘te voet’ januari 2018

19 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication