45

Column WALKING STICK Mijn opa wandelde met een wandelstok. Het was een dikke tak die hij in het bos gevonden had. De knoesten zaten er nog aan. Hij had hem van onder en boven gelijk gezaagd en flink in de blanke lak gezet. Een ijzeren hoesje rond de onderkant voorkwam afslijten. Na zijn reisjes langs de Rijn, Rijn, Rijn schroefde hij er telkens een nieuw metalen plaatje op, ter herinnering aan de Drachenfels, aan Bacharach, aan Sankt Goar en de Loreley. Met die stok duwde hij ook het takje vlot dat wij tegelijk in de Beekhuizense Beek hadden gegooid, zodat het zijne altijd het eerst bij de waterval was en ik (8) verloor. Dat was omstreeks 1950. Sindsdien zag je decennia lang zelden iemand met een wandel stok wandelen. Het gold als ouderwets en oubollig. Totdat de wandel stok, nu als ‘walking stick’ of ‘walking pole’, in onze eeuw een glorieuze revival beleefde. Maar waarom? Waartoe? ‘De bergen zijn zeker vlakbij,’ oppert mijn verloofde als we weer eens op een verharde weg door ons vlakke land zo’n groep tegenkomen met stokken in de hand, veelal in elke hand één. Als ze die gebruikten voor ‘Nordic Walking’ kon ik het begrijpen. Dat is een hele kunst, waarvoor je cursussen volgt waarbij je leert hoe je die stokken achter je moet zetten om jezelf stevig af te zetten. Als je de techniek beheerst, haal je soepeltjes een tempo van wel acht kilometer en is het een genot voor het oog. Maar de meeste wandelaars doen niet aan Nordic Walking. Ze houden hun stokken losjes vast en laten ze naast hun benen bungelen. Mij lijkt het vooral hinderlijk: het is immers prettiger bij het wandelen niets in de hand te hebben. Toch werden walking sticks (een setje kost al gauw € 70) snel populairder. En dan ga je onwillekeurig geloven dat ze ergens toe dienen. Zoveel mensen kunnen toch geen ongelijk hebben? Zelfs onze stoere wandelmaat, die boswachter is, opperde ineens, dat zulke stokken je knieën misschien ontlasten. Waarop mijn verloofde, die fysiotherapeut is, vroeg: ‘Maar je wandelt toch niet om je knieën te ontlasten?’ Wat verklaart dan toch de populariteit van walking sticks? Ik denk dat ze net zo’n functie hebben als de hockeysticks die oudere heren vroeger meenamen als ze alleen maar naar hockey gingen kijken: ze deden er niks mee, maar zo kon iedereen tenminste zien dat ze bij de club hoorden. Zo zijn walking sticks een attribuut van wandelen geworden: net als met bergschoenen (ook al zo onhandig) maak je ermee zichtbaar dat je een Echte Wandelaar bent. ■ John Jansen van Galen IDENTITY – LEER MET HERKOMSTBEWIJS Meindl heeft al menig innovaties op het gebied van schoenen teweeg gebracht. De nieuwste innovatie heet Identity. Bij de modellen uit deze nieuwe serie bieden wij een gedetailleerd herkomstbewijs van het gebruikte leer aan. Hiermee verschaft Meindl een volledig transparante kijk op de productie van de schoenen, vanaf de alpenweide waarop de koeien grazen, de leerlooierij waar het leer bewezen milieuvriendelijk wordt gelooid tot de uiteindelijke productie. Al bij de leerlooierij wordt het leer eide eer eineer voorzien van een identificatienummer welke handmatig in het leer wordt gedrukt. Dit identificatie nummer gebruikte bovenleer op www identity-leder.de volge en! mamer oen ook Identitynummer genoemd is dan in de schoen vereeuwigd op de binnenkant van de manchet. Op deze manier kan men de afgelegde levensweg van het .de volgen! Op het ORIGINAL John Jansen van Galen (1940, Velp) studeerde politieke en sociale wetenschappen en is journalist (onder meer voor de -voormalige- Haagse Post, VPRO-radio, Het Parool, Met het Oog op Morgen), met speciale belangstelling voor de vroegere Nederlandse koloniën (over Suriname: ‘Kapotte plantage’, over de dekolonisaties: ‘Afscheid van de koloniën’). Hij wandelt al zijn hele leven en schrijft daarover artikelen, columns en boeken, zoals ‘Waar een wil is, is geen weg, Verdwalen in Nederland’. Tessin Identity Linosa Identity www.identity-leder.de ‘te voet’ januari 2018 45

46 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication