36

Vertreden langs het verleden van Marten Toonders vader In het spoor van Lutje Marten Het kerkje van Breede, onder de rook van Warffum, is het beginpunt van onze wandeling. De fotograaf en ik volgen de route die is opgehangen aan Marten Toonder senior (1879­1965), de vader van de schepper van Tom Poes, Koning Hollewijn en Kappie. Dit jaar is het tachtig jaar geleden dat Tom Poes voor het eerst werd gepubliceerd. Tekst: Gerrit Jan Zwier Foto’s: Marcel Schaap Onze gids en toeverlaat is de biografie die Erik de Graaf over senior schreef, gepubliceerd in 2015, die als ondertitel ‘van eierzoeker tot zeekapitein’ mee kreeg. Hierin volgt hij de levensloop van zijn hoofdpersoon op de voet. Het is een prachtig verhaal geworden, vol details over het destijds armoedige leven op het Hogeland, waar herenboeren de lakens uitdeelden en het gewone volk van hun gunsten afhankelijk was. Sommigen weken uit naar Rottumeroog, waar ze in dienst traden van de voogd, die de baas was in weer een heel andere wereld. Ook de jonge Marten schraapte daar jarenlang als eierraper en koeienherder wat broodnodige pecunia bij elkaar. Breedenborg Op oude ansichtkaarten is naast het kerkje een school en de bijbehorende meesterswoning te zien. De twee laatste gebouwen zijn al jaren geleden afgebroken. De pastorie staat er nog, net zo witgepleisterd als het kerkje, dat is voorzien van een kleurig klokkentorentje. Tussen zijn zesde en tiende levensjaar liep Marten van zijn huis in Warffum naar de school in Breede - niet geregeld, want hij werd in die jonge jaren ook als knechtje bij boeren uitbesteed. Hij kwam dan langs de Breedenborg, een kapitale boerderij, die omringd wordt door sloten en een gietijzeren hek met vergulde wapenschilden. Door honger gedreven liep zijn grootmoeder, bij wie hij inwoonde, hier eens over de oprijlaan en vroeg bij de voordeur om een aalmoes. De dienstbode stopte die, na overleg met mevrouw, met een nurks gezicht in haar hand. Na afloop schaamde groetmoeder zich diep: ‘Een gulden gegeven door een vrouw, die miljoenen bezit, maar met zo weinig naastenliefde dat ze niet eens een opbeurend woord van troost kon geven.’ 36

37 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication