Dat verhalen worden ontwikkeld om betekenis te geven aan en nieuwe structuur te scheppen om chaos te lijf te gaan, past in de postmodernistische kijk op de rol van verhalen en storytelling. Die postmodernistische kijk onderscheidt zich van de folkloristische en modernistische opvattingen op die rol (Gabriel 2000). In de folkloristische opvatting is de oerfunctie van verhalen dat we door plezier te hebben in het meebeleven van andermans ervaringen, er tegelijk iets van kunnen ‘leren’ (Boyd 2009, in Sanders-van Krieken, 2021). De modernistische opvatting van verhalen en de rol van storytelling plaatst verhalen, die gezien worden als constructen, tegenover feiten, werkelijkheid en waarheid en maakt die daar ondergeschikt aan. De postmodernistische kijk op de rol van verhalen en storytelling is dat verhalen overal zijn, als reconstructies van ervaringen die vertellers in de werkelijkheid hebben opgedaan. Binnen de postmodernistische kijk gaat het dus niet zozeer om dé waarheid, dé werkelijkheid, maar om de waarheid of werkelijkheid zoals de verteller die ervaart. Deze reconstructies winnen aan belang door de overweldigende informatiestroom waaraan mensen continu zijn blootgesteld, die betekenis continu overschreeuwt en doet verschuiven (Gabriel 2000). In die dynamiek helpen verhalen om ervaringen en gebeurtenissen betekenisvol te maken, mensen met elkaar te verbinden en nieuwe gemeenschappen te creëren. Binnen de postmodernistische opvatting zijn verhalen dus betekenisgevers en verbinders bij uitstek. Voor mensen én voor grotere verbanden, zoals organisaties, gemeenschappen en samenlevingen (Gabriel 2000). Persoonlijke verhalen of microstories als kwalitatieve data Persoonlijke verhalen of microstories zoals we ze in het vervolg noemen, zijn in het postmodernistische discourse ervaringen die op een bepaalde manier zijn geordend. Ingewikkelde en onbekende gebeurtenissen vormen we om tot situaties die we in woorden kunnen vatten en die ons helpen om in beweging te komen. Weick beschrijft dit proces letterlijk als de zoektocht naar de vraag What’s the story? (Weick/Ancona in Scheringa/Beemster 2020). Microstories zijn in deze postmodernistische opvatting dus reconstructies van de werkelijkheid op basis van ervaringen en geven een (subjectieve) beleving van die werkelijkheid weer. Daarmee staan ze niet tegenover feiten, zoals in het modernistische discours, maar zijn ze facts-asexperiences (Gabriel 2000) of narratives of experience (Clandinin, 2000). We vertellen ze op een bepaald moment in ons leven, aan bepaalde luisteraars, voor een bepaald doel (King in Etherington, 2013). 14
15 Online Touch Home