43

Microstory Fiumicino airport AS24, vrouw, 40+, ondernemer, werkt deels vanuit Italië/deels vanuit Nederland, Lat-relatie Het eerste wat in me opkomt is 8 maart. 8 maart ben ik – ik wil niet zeggen halsoverkop, maar wel met een zekere urgentie – naar Nederland gevlogen vanuit Rome. Ik stond op het vliegveld en ik werd echt overvallen door een míx aan emoties. Voor mij geldt – en dat vind ik het mooie van deze periode – dat er niet één emotie is, één etiketje dat je op deze tijd kunt plakken. Op die dag, 8 maart, bijna vluchtend naar huis, naar Nederland, was ik héél angstig: ‘Oh my god, waar komen we nu in terecht?’ Ik had het in Rome zien aankomen, daar was het al eerder actueel dan in Nederland. De weken ervoor had ik de straten leger zien worden. Het was lente, dus het was prachtig weer, maar er was een ijzige wind van angst. Het was heel raar – die laatste dagen waren helemaal niet leuk meer. Ik ging naar Nederland en voor mijn bedrijf, voor mijzelf voelde ik heel veel angst. Geen onzekerheid, maar angst. En tegelijkertijd een grote opluchting. Want ik realiseerde me dat ik het tempo dat ik in februari, maart had, sowieso niet kon volhouden. En dat was nog maar het voorseizoen. Dus ik voelde ook een gedwongen stop waarvan ik me op 8 maart al realiseerde dat die ook positief zou kunnen uitpakken. 9 maart werd de lockdown in Italië afgekondigd. Dus ik was echt op een haar na ontsnapt, want de lockdown was hier in Italië volledig. In Nederland mochten we nog naar buiten. In Nederland woon ik niet alleen, mijn man woont hier. En we hebben een huis met een tuin, terwijl ik in Italië een appartementje heb. Dat is één moment dat ik me nog herinner. [Waar gaat dit verhaal voor jou over?] Dat gaat over het feit dat ik al langere tijd bezig ben met een transformatieproces. Dat idee van ‘ben ik wel de juiste dingen aan het doen’ houdt me al een tijdje bezig. Maar het is moeilijk om je vanuit de shit van de dagelijkse werkzaamheden te trekken als er gewoon geld binnen moet komen. Dus ergens lukte dat niet. Ook liep de samenwerking niet helemaal lekker. Dus dit verhaal vertelt mij dat die opluchting mij vertelde: je kunt nu écht even terug naar de basis, naar wat er ook mogelijk is. En de angst vertelt mij dat ik onderbewust allang wist, dat mijn manier van werken op lange termijn niet houdbaar was. De [branche] is zó veranderd. Ik wist dat allang, maar ik ben kampioen dodenpaardentrekken. Ik kan heel lang doorgaan. Maar dat betekent dat je dus ook heel lang aan het trekken bent aan iets wat niet meer levensvatbaar is. Het realiseren daarvan kwam op dat moment keihard binnen: het werk dat ik aan het doen was, die modder waar ik in zat, zou helemaal weg vallen. Dat voorzag ik op dat moment. Dus dat gaf opluchting: dit kan ruimte geven om de blokjes weer op een rij te zetten. En angst: maar ís er dan nog wel wat? En wie ben ik daar dan in? Daarom was het ook zo’n punt. 43

44 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication