88

<Wat is afstand, wat is nabij > Ja, dat weet ik… En nu denk ik ‘er is nog wel een…’ Zo werkt het. Die tweede is in een heel andere context. In onze vriendenkring was iemand ernstig ziek. En een jaar geleden heeft hij aan mij gevraagd of ik als het zover was, zijn begrafenis zou willen leiden. Hij wist dat het niet meer heel lang zou duren. Hij overleed nét in de periode dat door Corona alles op slot ging. Het afgelopen jaar hebben we regelmatig gesprekken gehad over hoe hij het afscheid voor zich zag. Vervolgens kwam hij te overlijden en was er net ongeveer een week de regel dat er niet meer dan 30 mensen bij elkaar mochten komen, geen handen geven, anderhalve meter afstand. Dus we zaten opeens in een heel andere situatie. Dat was dubbelop heel ingewikkeld, want je wilt troosten, je wilt nabij zijn. Maar we hadden wel allemaal het gevoel: laten we voorzichtig zijn. Toen ik het telefoontje kreeg van zijn vrouw dat hij overleden was, zat ik even later in zijn huis met zijn kinderen. We waren met z’n vijven en het was al meteen zoeken: wat is afstand, wat is nabij? Ik ben heel erg gaan zoeken naar: hoe maken we dat zij het gevoel hebben dat ze de warmte hebben van de mensen om hen heen; hoe kunnen we het voor elkaar krijgen dat ze zelf kunnen doen wat ze willen doen. En hoe zorg je ervoor dat de mensen die erbij willen zijn maar er niet bij mógen zijn, er toch bij betrekt. Het is een gezin van weinig woorden, er is weinig taal, er is weinig vanzelfsprekendheid in symboliek en ritueel en er is geen kerkelijke context. Dat is voor mij als predikant wel lastig, want dat is toch altijd mijn kapstok. Dus we moesten bij 0 beginnen. Dat hebben we in een paar dagen gedaan. Wat ik daarin heel erg heb gevoeld, is: er is nu ontzettend veel afstand, dus we moeten gaan zoeken om te zorgen dat we nabijheid maken. Niet alleen om die anderhalve meter te overbruggen, maar ook om woorden te vinden en rituelen om recht te doen aan de man en vader van wie we afscheid nemen. Die rottige Corona die eerst maakte dat er een heleboel dingen niet mogen, maakte dat zijn vrouw achteraf zei: ‘Ik had me dit niet mooier kunnen bedenken. Dat had niet te maken met ‘we waren maar met 30 mensen, heel knus, onder elkaar’. Maar het voelde heel dichtbij, alsof al die andere mensen erbij waren.’ Het mooiste was – en ik krijg er nog kippenvel van - zij heeft een zus die in [ander land, ver weg] woont en de bijeenkomst via livestream volgde. Die had er heel warm op gereageerd. En een vriendin die 60 kilometer verderop woont, had gezegd: ‘We zeiden thuis: Toch wel raar dat we via de televisie thuis naar het afscheid van [naam] zitten te kijken. Maar na drie minuten voelde dat al niet meer zo. Toen hadden we allebei het gevoel dat we erbij waren.’ Dat dát gelukt is… Dat is dan alsof je samen even boven jezelf wordt uitgetild. We hadden dit anders nooit zo bedacht. Dat had dan ook niet gehoeven, want dan had iedereen gewoon in de zaal gezeten. Maar we hadden er zó over nagedacht en nu hebben we dingen gedaan die we anders misschien helemaal niet hadden gedaan omdat ze dat dan raar of onwennig hadden gevonden. En nu zeggen ze achteraf: ‘Dat was mooi!’ 88

89 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication