Het condoleren kon natuurlijk niet, dus we wilden dat de kist al in de zaal zou staan en dat de familie dan binnen zou komen. Dat vonden ze best spannend. Dus ik heb gezegd: ‘Neem allemaal licht mee, neem een kaars mee..’ Want [naam] was een man van zon: als er zon was, wilde hij naar buiten. Naar de warmte en het licht. Dus ik had gezegd: ‘Neem een kaars mee en zet die om hem heen.’ En ik zei: misschien vind je het thuis ook fijn om dit te doen. Ik heb gehoord dat een heleboel mensen dat hebben gedaan. Dat was zo’n moment van ‘we zijn erbij; zij zetten licht, wij zetten licht.’ Wat we ook hebben gedaan, ik had gezegd ‘Misschien is het mooi dat de kleinkinderen op het moment dat iedereen de kerkzaal uit gaat, iets op de mooie blanke kist schrijven. Een groet voor opa.’ Dus op een gegeven moment gingen de kleinkinderen iets schrijven. En opeens stond de schoondochter resoluut op en begon ook de schrijven. Toen kwam de dochter, die ging ook schrijven. En de zoon ging staan en ging een heel verhaal schrijven voor zijn jongens, die nog een beetje klein waren…. In alle rust van een serene stilte van wel 5 of 6 minuten hebben ze geschreven. Dat is een heel mooi moment geweest. ‘De meeste van deze is de liefde’, zeg ik dan als dominee. Dat was heel voelbaar. Ook mensen die er niet bij waren, zeiden: ‘Het was zo’n stil en mooi moment.’ Als we daar met 100 mensen hadden gezeten, hadden we dit waarschijnlijk niet gedaan… <Betekenis> [wat een bijzondere ervaring. Ik zit met kippenvel te luisteren. Als jij er zo op terugkijkt, wat vertelt dit verhaal jou dan?] Dat is even zoeken… Het raakt voor mij het meest aan hoe je liefde kunt delen zonder dat je heel dicht bij elkaar kunt zijn. Liefde zit heel gauw in een knuffel, in een zoen, een gebaar van hartelijkheid dat van aanraken is. Dat soort nabijheid is een enorme hunkering in dit soort dagen. Waarin je zonder woorden kunt zeggen wat je zeggen wilt. Dat kon nu niet, maar dat die nabijheid zonder in gebaren toch lukte… daar zit het vooral. Er zijn natuurlijk wel vaker momenten dat je tegen iemand zegt ‘ik wou dat ik even bij je kon zijn, maar dat kan nu niet’. Maar op dit moment is dat zo volstrekt allesomvattend. We zitten allemaal op afstand houden, afstand houden. In zo’n rouwmoment is dat extreem. [Wat mij bijblijft is dat je zei: wat is afstand, wat is nabijheid. Dat loopt heel erg door elkaar. En je geeft elkaar de ruimte voor om dat te verkennen. Daar gaat jouw verhaal voor mij ook over. Als je elkaar de ruimte geeft, kan die nabijheid er zijn ook al is er afstand] Dan leen ik hem even van jou: Ik zie dit als een kanteling: afstand is ook ruimte. Een onontgonnen ruimte waar even niets is wat er was. Licht, teksten op de kist…. Het is allemaal niet nieuw. We hebben geen grote uitvindingen gedaan. Maar het kon ontstaan, doordat de meest gewone dingen niet konden. Dat gaf ruimte, want er wás nog niets. Je kunt dus denken ‘dat kan niet, dát kan niet’, maar er is ook veel wél mogelijk. Of – 89
90 Online Touch Home