10

NIEUWE ROLLEN Afgelopen lente maakte Nicola Dotti, de oprichter, bezieler en spelertrainer van het Brusselse improvisatiegezelschap Impro for Dummies (tegenwoordig Impro Brussels) via een video bekend dat hij een stap terug zette en de groep in de deskundige handen van de nieuwe ploeg zou laten. Dotti’s aſtreden prikkelde me. Waarom treedt iemand op vrij jonge leeſtijd (eind 30) uit de spotlights van een gezelschap dat hij vanuit het niets heeſt opgebouwd, terwijl hij net nu de vruchten van zijn arbeid hoort te plukken? Het antwoord dat Dotti me gaf, klonk even simpel als logisch: hij zag dat het goed was, dat ‘zijn’ vereniging onder andere vleugels verder zou kunnen vliegen. Vanaf nu zou hij fan nummer één worden en genieten van alles wat er nog op de planken kwam. En natuurlijk kon hij altijd geraadpleegd worden om zijn ervaringen te delen. De opvallende beslissing zette me aan het denken over mijn eigen traject. Aangezien de speelmomenten voor acteurs in het improvisatietheater zeer beperkt zijn, was ik door de jaren heen zelf al op zoek gegaan naar andere rollen. Omdat improvisatieacteurs meer met techniek bezig zijn dan met rollen (teksten, dat kennen we al helemaal niet), is het ideaal om bij meerdere groepen te gaan, maar in dit artikel laat ik dat even buiten beschouwing. De eerste, logische stap was om zelf de oefensessies te gaan leiden. En van daar was het slechts een kleine stap om de rol van MC (Master of Ceremonies) op mij te nemen. Een MC is, kort door de bocht, verantwoordelijk voor het aan elkaar praten van de voorstelling, de sfeer zetten voor het publiek en beperkte regiekeuzes maken op het podium. Het artistieke beleid en ten slotte een bestuursfunctie waren mijn volgende rollen. Objectief gezien is dit een vrij logisch traject, maar het was eerder per toeval dat ik echt mijn favoriete plek vond: achter het lichtpaneel. Bij mijn eerste ervaring als licht-improvisator zette ik een speelster na tien seconden in het donker waardoor, de facto, de scène afgelopen was. LICHT-IMPROVISATOR Mijn eerste ervaring was toen ik tijdens een evenement gevraagd werd om plaats te nemen achter het mengpaneel om de belichting te verzorgen voor een aantal professionele acteurs. Impulsief zette ik een speelster na tien seconden in het donker waardoor, de facto, de scène afgelopen was. Spelers en publiek vonden het geweldig. Zo ontdekte ik dus de magie van geïmproviseerde lichtregie. In tegenstelling tot theater met een vast script moet je bij improvisatietheater helemaal mee in het spel om de juiste lichtkeuzes te maken, de scène te ondersteunen of soms gewoon te sturen. Pas later ontdekte ik dat men in meer mature improvisatiekringen spreekt van een lichtimprovisator (en bij uitbreiding ook van een muziekimprovisator). Het zijn spelers die toevallig niet op het podium staan. (Ter info: terwijl de actrice een appel plukkend meisje dacht uit te beelden, had ik een meisje gezien dat een lamp uitdraaide) Plots zag ik nog meer voorbeelden van mensen met liefde voor de kunst die niet per se de drang voelen om altijd op het podium te staan. Sommigen vinden na een tijd verlossing in het regisseren, anderen engageren zich vanuit een passie voor cijfers of technische hoogstandjes om elke voorstelling hun sterkte in te zetten om tot het beste resultaat te komen. Sommigen vinden zelf dit pad, anderen haken soms helaas af. Daarom is het een goed idee om zo’n vervolgtraject te faciliteren vanuit de vereniging. Want zoals het spreekwoord "verandering van spijs doet eten" al aangeeſt, is verandering goed om zuurstof in de vereniging te krijgen. Vele gezelschappen hebben al de meest logische weg gevonden en zijn met een nieuwe regisseur gaan werken. Nieuw bloed aanwerven is ook een mogelijkheid en een voor de hand liggende oplossing. Multidisciplinair werken kom je ook al eens tegen op de Vlaamse podia. De Linde - De zevende zonde © Gaston Cools - Iris Lembeek 10

11 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication