5

Waarom moest dit onderwerp onderzocht worden? Wat loopt er dan mis met de verjonging? Getuigenissen (1) — “Een gegeven dat vaak terugkeert in mijn onderzoek, is dat jonge groepsleden zich niet gehoord voelen. Ze hebben geen aanspreekpunt bij bestuursleden, omdat ze van een andere leeſtijd zijn. Anderzijds zie je dat oudere bestuurders schrik hebben dat hun vereniging wordt opgedoekt als ze niet vernieuwen. Dat is een reële vrees. Er zijn echt wel verenigingen die verdwijnen omdat er geen nieuw bestuur is.” “Over het idee van verjonging doen ook een aantal misverstanden de ronde. Bij de oudere generatie leeſt het idee dat jongeren zich niet willen engageren, geen tijd kunnen vrijmaken, niet matuur genoeg zijn, de verantwoordelijkheid niet aankunnen. De jongere generatie denkt dat de oudere generatie hen geen ruimte wil geven. Het is een mismatch van ideeën. De jongeren gaan soms veel te snel en de ouderen denken dat die jongeren het niet kunnen, maar geven hen vaak de kans niet om zich te bewijzen.” “Nochtans zien we dat, waar de verjonging slaagde, de nieuwe generatie tot veel in staat is, mits een luisterend oor of een helpende hand. Heel veel jonge mensen zitten in jeugdbewegingen waar ze wel een leidende functie opnemen of in een bestuur zitten. Zo’n engagement is misschien niet gelinkt aan amateurtheater, maar de bestuurstaken zijn wel gelijkaardig aan die van een toneelvereniging. Dat wordt vaak miskend. En zo belanden we in een vicieuze cirkel. Als de beide groepen meer met elkaar praten, is er al veel opgelost.” “Ik begrijp dat liefhebbers hun ‘kindje’ graag dichtbij houden. Maar het kan mooie resultaten opleveren als je het artistieke van het zakelijke scheidt.” Waarom blijven mensen zo lang in het bestuur van een toneelvereniging? — “In het amateurtheater wordt te vaak gedacht: eens in het bestuur, altijd in het bestuur. Aan mandaten doen de meesten niet. Soms staat er in de statuten weleens dat het bestuur zichzelf elke vijf jaar moet vernieuwen, maar in de praktijk gebeurt dat te weinig. Ik begrijp dat ook wel. Bestuursleden behartigen hun gezelschap met liefde en willen dat dan ook graag blijven doen. Voor hen zou het een belediging zijn als je na een jaar weer uit het bestuur stapt, hoewel dat vanuit zakelijk oogpunt perfect normaal is.” “Op zich moeten verenigingen niet noodzakelijk elke drie of vijf jaar van bestuur veranderen, maar sommige hebben er echt te lang mee gewacht. Daar worden ze nu mee geconfronteerd, want in een bestuur van vijſtigers, zestigers, zeventigers, soms ook tachtigers, is het moeilijk om twintigers binnen te brengen. Een goede mix van generaties maakt het makkelijker voor jongeren om erin te stappen. Zo vinden ze sneller een aanspreekpunt. Heel wat verenigingen zijn nu te laat. Ze lopen vast en vinden geen jongeren meer.” 5 “We kunnen nog altijd op het oude bestuur rekenen” Eliese Braat - Jeugdtoneelkring EJA (Essen) “Ons gezelschap had een ouder bestuur, met mensen van 30 tot 70 jaar. Zij kregen het gevoel dat ze er niet elke repetitie meer konden zijn en wilden jongere leden met vers enthousiasme aantrekken. Vijf jaar geleden vroegen ze mij en twee andere leden om in het bestuur te stappen. Wij gingen op de vraag in en liepen een jaartje mee alvorens we een functie vervulden. Ondertussen ben ik al drie jaar financieel verantwoordelijke van EJA. Eerst in een bestuur met jong en oud, maar toen steeds meer oudere bestuurders vertrokken, zochten we opnieuw jonge bestuurders aan. Ook zij kregen een jaar of meer inlooptijd. Sinds een jaar is het oude bestuur volledig vernieuwd.” “Achteraf gezien was een overgangsperiode, waarbij we samen de verantwoordelijkheid namen, een uitstekende keuze. Zo kon de verandering stapsgewijs verlopen. Natuurlijk waren er ook strubbelingen: het oude bestuur moest zich soms aanpassen aan vele nieuwe ideeën, al was ook het goed dat ze dat jonge geweld met de beide voetjes op de grond hielden. In elk geval was er veel respect en wilden zij ons ook bewust opleiden om hen op te volgen. Nu is onze groep wel héél jong. Ik ben 24 en al het langst actief in de kring. Het nadeel bij zo’n jong bestuur is dat het vaak een vriendengroep is, waarbij iedereen sneller ja knikt. Een buitenstaander zou wat objectiever naar de dingen kijken. Maar wij hebben wel het geluk dat het oude bestuur niet uit de vereniging is gestapt. We noemen ze onze ‘sympathisanten’ en kunnen nog altijd op hen rekenen.” “Met meer jeugd in het bestuur had onze kringmisschien blijven bestaan” Luca Garcia - De Bietjes (Dilbeek) “Ons bestuur bestond lange tijd uit dezelfde mensen. Het plan om te verjongen kwam twee of drie jaar geleden, ook omdat er meer jonge leden bij ons aansloten, die vertegenwoordiging verdienden. Zo kwamen er verkiezingen, waarbij twee vrienden en ik verkozen werden. We kregen vooral de opdracht om de online aanwezigheid van de vereniging te verhogen.” “Ik bleef er ongeveer een jaar. Ik stopte niet in ruzie, vertrok ook niet uit de vereniging – mijn keuze had te maken met enkele legale verplichtingen die een vzw vroeg, en die ik niet zag zitten. Al bij al had ik toen de indruk dat het vrij goed ging met ons bestuur. Eén van ons drieën bleef erin zetelen als contactpersoon voor de jeugd, die er verder geen stem had. Ik heb het gevoel dat het beter zou gelopen zijn mochten er meer jonge mensen, zoals ikzelf, in het bestuur zijn gebleven.”

6 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication