4

» Bij de overdacht van de Kameel aan het Spoorwegmuseum Onderweg naar Haarlem Op 4 juni 1954 maakt President Directeur F.Q. den Hollander de eerste rit met de DE 20, de Kameel. Vele inspectieritten volgen en ook latere directies van NS hebben de Kameel voor dit doel gebruikt. In 1973 wordt het rijtuig geschilderd in de huisstijlkleuren en het interieur aangepast. De ‘inspectie’fase van de loopbaan van de DE 20 is afgelopen, het rijtuig krijgt de VIP-status. Het rijtuig kan worden gehuurd voor bijzondere gebeurtenissen. De laatste (commerciële) rit in dit verband vindt plaats op 31 januari 1991. Op 8 maart rijdt de NS-directie voor het laatst met de Kameel. Het rijtuig wordt formeel buiten dienst gesteld en gestald in de bekende Utrechtse dieselloods. Helaas krijgt de Kameel daarna geleidelijk aan de status van ‘plukrijtuig’: belangrijke onderdelen moeten worden verwijderd om de nog rijdende Blauwe Engelen rijdbaar te houden. Daarom gaat de 20 naar Zwolle voor het uitnemen van bruikbare onderdelen, zoals tractie- en dieselmotoren. Als een hulpeloos voertuig wordt de Kameel terug gesleept naar Utrecht en krijgt, na een bezoek aan de werkplaats in Roosendaal, vanaf 27 juli 1991 weer een parkeerplaats in het Spoorwegmuseum. Om de conditie van de Kameel te bewaken (en toen al met het ideaal de 20 ooit weer op de baan te krijgen) wordt door een groep enthousiaste vrijwilligers van het Spoorwegmuseum aan de restauratie van het rijtuig begonnen. Er wordt ook een grondige inventarisatie van de technische staat gemaakt. 4 We zijn een aantal jaren verder en gelukkig blijkt er bij de NS-directie toch nog de wens te bestaan te kunnen beschikken over een eigen rijtuig. Als gevolg van het afvoeren van de vloot donkerblauwe rijtuigen van NS Internationaal verdwijnen namelijk ook de restauratie- en barrijtuigen. En dat waren ideale rijtuigen om met speciale gasten op pad te kunnen gaan. Aankoop van nieuwe rijtuigen is financieel geen haalbare kaart en Peter-Paul de Winter, nu Hoofd Collecties van het Spoorwegmuseum, maar toen nog werkzaam bij NS Chartertrains, kwam met de suggestie het (her)gebruik van de Kameel nader te onderzoeken. Het rijtuig stond weliswaar in het Museum, maar was formeel nog steeds eigendom van NS.

5 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication