12

535 (later NS serie 2100) de situatie in de laatste jaren van het bestaan van de serie 2100. Geciteerd wordt uit een verslag dat verscheen op 29 oktober 1946, een moment waarop de gehele serie 2100 op papier nog intact was. Op dat moment was de verdeling alsvolgt: 14 machines in dienst, 7 machines in behandeling in de werkplaats, 4 die wachten op opname in de werkplaats, 3 zwaar beschadigd, maar eventueel nog herstelbaar, 4 onherstelbaar en 3 nog in Duitsland. De verwachting was dat per 1 mei 1947 de serie 2100 nog uit 26 dienstvaardige machines zou bestaan, het werden er 23. Het voornemen was om vanaf 1952 vijf machines per jaar af te voeren, zodat dan in 1956 de gehele serie verdwenen zou zijn. In werkelijkheid resteerden er al begin 1954 nog slechts vijf 2100’n: de 2104, 2105, 2107, 2119 en 2122. Deze machines waren voor het eind van 1954 buiten dienst gesteld. Op initiatief van dr.ir. F.Q. den Hollander, de toenmalige presidentdirecteur van NS, bleef een machine bewaard. Uitverkorene werd de 2104 (ex-HSM 504, gebouwd in 1914), de laatste ‘Blikken Tinus’ die in oktober 1954 in Hengelo ‘defect’ werd gemeld. De beslissing van Den Hollander kan worden gezien als blijk van eerbetoon aan de ontwerper van de 2100. Dat was ir. Hupkes die tot 1947 de president-directeur van NS was. De 2104 wordt achter DEloc 2251 van Utrecht naar Tilburg gesleept; 21 oktober 1956 (foto: J.Lub) Helaas werd het door Den Hollander beschikbaar gestelde budget voor herstel van de loc bij herhaling verlaagd. Er was een begroting opgesteld van fl . 24.770 om de loc in HSM-toestand te restaureren. Dat bedrag werd te hoog bevonden. In januari 1956 was dit bedrag verminderd tot fl . 16.070 en op 7 februari van dat zelfde jaar nog eens verder verlaagd tot fl . 10.000. Den Hollander gaf aan dat bij de herstelling van de 2104 de uiterste soberheid in acht was te nemen en het te verwerken bedrag was terug te brengen tot ten hoogste fl . 4000. Al op 30 oktober 1954 was de 2104 van Hengelo naar de Tilburgse werkplaats gebracht. Door het nu beperkte budget was niet alleen het in oorspronkelijke toestand herstellen onmogelijk geworden, er moest nu ook worden De 2104 is op weg van Tilburg naar het Spoorwegmuseum; doorkomst Den Bosch; 3 januari 1957 (foto J.A. Bonthuis) afgezien van het lichten van de loc en het richten van de frame- en voetplaten. De werkzaamheden beperkten zich nu tot een grondige schoonmaakbeurt en het vervangen van de meest ingeteerde delen van bekleding en machinistenhuis door het inlassen van stukken plaat en het op eenvoudige wijze schilderen van de loc. De 2104 werd tijdelijk opgeborgen in Utrecht en kwam op 21 oktober 1956 naar Tilburg terug voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Op 4 januari 1957, dit jaar dus 65 jaar geleden, werd de 2104 als inventarisnummer 10230 in de collectie van het Spoorwegmuseum opgenomen. De 2104 houdt de herinnering levend aan een locomotiefontwerp dat gedurende 40 jaar zijn kwaliteiten heeft bewezen in dienst van achtereenvolgens de HIJSM en de NS. Met dank aan Paul Henken Bronnen: • • • Wikipedia Nederlandse Museummaterieel Database Stoomlocomotieven serie HSM 501-535 (later NS serie 2100); Paul Henken; Uitgeverij Uquilair (ISBN 90-71513-45-9) • 12 De zwartwit foto’s: archief van de Stichting NVBS Railverzamelingen (SNR)

13 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication