18

IN AANBOUW DE DYNAMIEK MOET TERUG IN DE MARKT Het is de overheid die bepaalt wat er waar mag worden gebouwd. Dat er meer seniorenwoningen moeten komen, is een feit, maar dan moeten organisaties en belanghebbenden daar aankloppen. ,,De politici moeten luisteren naar wat mensen willen’’, aldus voorzitter Arno Visser van Bouwend Nederland. ARNO VISSER, VOORZITTER BOUWEND NEDERLAND De overheid bepaalt, de consument betaalt H eel veel organisaties die zich bezighoude met de bouwwereld weten het allemaal zeker: er moet fors meer 18 gebouwd worden voor senioren. Vereniging Eigen Huis heeft een grote enquête gehouden waaruit blijkt dat veertig procent van de 55-plussers wel naar een kleiner huis wil verhuizen maar dat niet kan. Hun kleinere droomhuis is er niet of is te duur. Een vergelijkbaar onderzoek heeft het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) uitgevoerd. Het instituut heeft de wens van de Rijksoverheid om tot 2030 300.000 woningen voor ouderen te reserveren tegen het licht gehouden. Uit een analyse van het EIB naar toekomstig woon- en verhuisgedrag van drie groepen ouderen komt naar voren dat alleen de hierbinnen geplande 80.000 geclusterde woonvormen en de 40.000 zelfstandige verpleegzorgplekken aansluiten bij de behoefte. Voor de 170.000 toegankelijke woningen die de minister hiernaast wil realiseren geldt dit niet, concludeert het onderzoeksinstituut. ,,Er zullen in de periode tot 2030 weliswaar 340.000 ouderen verhuizen naar een toegankelijke woning, maar door sterfte en institutionalisering staat daar een aanbod van 440.000 toegankelijke woningen tegenover. Extra aanbod van toegankelijke woningen zal in deze context ook niet leiden tot betekenisvol meer mobiliteit onder ouderen’’, aldus de studie ‘Ouderenhuisvesting: woongedrag en verhuisdynamiek van ouderen’. Arno Visser van Bouwend Nederland haalt dat rapport van het EIB graag aan. Hij wijst op het tekort aan woningen en bovendien is er volgens vele studies in de afgelopen jaren te weinig gebouwd. Het gevolg: prijsstijgingen. ,,De problemen op de woningmarkt zijn geen uniek Nederlands probleem. Het speelt in de hele Westerse wereld. Het duurt ongeveer tien jaar voordat een nieuw huis klaar is. Daarvan is maar twee jaar bouwen. De rest gaat op aan procedures, inspraaktermijnen en bezwaren van omwonenden. Ik ben wethouder in Almere geweest en heb het daar zien gebeuren. Ik heb tot en met 2012 veel bouwplannen door de gemeenteraad gekregen. En nu is er nog steeds niet alles van gebouwd’’, aldus Visser. ,,We lopen voortdurend achter de feiten aan’’, concludeert hij. Na zijn tijd in de Tweede Kamer voor de VVD, vertrok hij naar Almere om daar wethouder te worden. Vervolgens werd hij president van de Algemene Rekenkamer. En sinds maart vorig jaar is hij voorzitter van Bouwend Nederland, de vereniging van bouw- en infrabedrijven. Verhuis-bewegingen De diversiteit van het aanbod moet ook beter, vindt hij. ,,Het uitgangspunt zou moeten zijn dat op één nieuwe woning vier verhuis-bewegingen zouden moeten volgen. Dat brengt de dynamiek terug in de woningmarkt’’, aldus de voorzitter. Die doorstroming komt bijvoorbeeld tot stand als senioren hun grote huis inruilen voor een kleiner, levensloopbestendig huis. Dat betekent volgens hem echter niet dat er voor die grijze golf gebouwd moet worden. Daarbij wijst hij op het onderzoek van het EIB en de mindere noodzaak

19 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication