uiteindelijk Damietta in. Echter, door de onderlinge machtsstrijd en onenigheid liep deze Kruistocht slecht af. De Kruisvaarders onderhandelden een 8-jarig bestand met al-Kamil en verlieten Damietta in ruil voor een Relikwie van het Heilig Kruis, die Saladin had buitgenomen. 6. De Zesde Kruistocht (1228-1229) was eigenlijk een voortzetting van de Vijfde. Na jaren van uitstellen van zijn gelofte, werd Romeinse Keizer Frederik II geëxcommuniceerd door de paus. Echter, hij zette toch zijn tocht naar het Heilige Land door. Het loutere vooruitzicht van een andere aankomende Kruistocht leek al-Kamil bang te maken, die zo afgeleid was tijdens zijn poging om Damascus in te nemen. Hij bood de Kruisvaarders een tienjarig bestand aan, waarbij zij Jeruzalem, Bethlehem en Nazareth zouden herwinnen. Echter, Frederik stemde in met de bepaling om Jeruzalem weerloos achter te laten en zo Moslims toestonden om daar te blijven zonder restrictie. Dit maakte het onvermijdelijk dat de Moslims de stad uiteindelijk zouden terugnemen. Dat deden ze in 1244, waarbij de een groot aantal Christenen doodden, en talloze kerken verbrandden, inclusief de Heilige Grafkerk. 7. De Zevende Kruistocht (1248-1250) was de best uitgeruste en meest georganiseerde van alle Kruistochten. Deze werd geleid door de vrome Franse Koning Lodewijk IX. Hij richtte zijn aandacht op Egypte, en veroverde opnieuw Damietta. Echter, toen hij een poging deed om Caïro in te nemen, werden de Kruisvaarders verslagen bij al-Mansoerah, 120 km van Cairo. Echter, kort daarna werd Lodewijk zelf gevangen genomen. Hij werd na som geld losgelaten en keerde naar Europa terug na een korte periode in het Kruisvaarder centrum van Acre. Het deed zelfs een poging om een latere Kruistocht te houden, maar het bleef daar bij. Het koninkrijk van de Kruisvaarders hield het nog een paar decennia uit. Antiochië, waar de Kruisvaarders hun eerste koninkrijk stichtten in 1098 viel in de handen van jihad krijgers in het jaar 1268. In 1291 namen de Moslims Acre in, en vernietigde zij daarbij het Kruisvaarders leger. De rest van de Christelijke steden van Outremer vielen snel daarna. Er werden enkele pogingen gedaan om Europa opnieuw te bewegen Kruistochten te houden, maar er kwam weinig tot niets van terecht. De aanwezigheid van de Kruisvaarders in het Midden-Oosten kwam zo ten einde, en het zou ook nooit meer worden hersteld. Een deal sluiten met het Mongoolse Rijk Net toen de steden van de Kruisvaarderstaten (van Outremer) de ondergang nabij waren, kwam er hulp vanuit een heel onwaarschijnlijke hoek: Arghun Khan, een Mongoolse leider van Perzië, en clientstaat van de grote veroveraar Kublai Khan, zond een afgezant naar Europa in 1287. Arghun was niet alleen excentriek; de Mongolen hadden al een tijd op gespannen voet geleefd met de Moslims. In 1258 gooide Hulagu Khan, de broer van Kublai Khan, het Abbasid kalifaat omver. Twee jaar later nam een Christelijke Mogool leider met de naam Kitbuka Damascus en Aleppo in voor de Mongolen. Arghun wilde interesse wekken onder de Christelijke koningen van Europa, voor het maken van een gezamenlijke vuist tegen het Heilige Land van de Moslims. Arghun was een Boeddhist en zijn beste vriend was de leider (of Catholicos) van de Nestoriaanse Kerk, een Oostelijk Christelijke sekte die zich had afgescheiden van de grote Kerk van het Rijk in 431. Zijn onderkoning of vizier was zelfs een Jood. Hij kwam aan de macht in Perzië door het bewind van de Moslimleider Ahmed omver te gooien (een bekeerling vanuit Nestoriaans Christendom), en nadat Ahmed verschillende pogingen had gedaan om de krachten te bundelen met de legers van de Mammelukken in Caïro. 113
114 Online Touch Home