0

CAPHRI Care and Public Health Research Institute op één lijn 70 #BlijeHuisarts Vakgroep Huisartsgeneeskunde behoort tot de School CAPHRI van het MUMC+

Colofon Inhoudsopgave Oplage 2700 exemplaren Hoofd-/eindredactie Babette Doorn Redactieleden Jeroen Smeets, Eefje de Bont, Lisette Verheijen en Babette Doorn Doelgroep Huisartsen Limburg en Brabant, SO’s in Limburg, aios en alumni, afdelingen MUMC+ & overige relaties E-mail op1lijn@maastrichtuniversity.nl Deadline volgend nummer 1 november 2022 Postadres Vakgroep HAG Universiteit Maastricht Postbus 616 6200 MD Maastricht Bezoekadres P. Debyeplein 1 6229 HA Maastricht Ontwerp/druk The Creative Hub – Maastricht University, UM-220038 Fotografie Kaft, pagina 3 en 11: FOTONIQUE ® | Nico Bastens Photography Pagina 17: George Deswijzen Pagina 20 (boven): Jonathan Vos Pagina 21, 28 en 29 (boven): Philip Driessen Pagina 27: Maartje van Berkel Pagina 28 (onder): Loraine Bodewes Copyright © Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd bestand of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Algemeen Van de Redactie – Babette Doorn Van de voorzitter – Jean Muris Afscheid van hoogleraar Geert-Jan Dinant – Mark Spigt Een nieuwe crisis – Jeroen Smeets Stellen zich voor Lotte Lunenburg, medewerker studentzaken Eindhoven Heike Gerger, postdoc onderzoeker Petra Delahaije, medewerker studentzaken Linda van Avendonk- de Bresser, HAB jaar 3 Eindhoven Claudia Smeets-Garcia, medewerker studentzaken Tim Schouten, junior onderzoeker Jessica Ruisch, AIOTO ouderengeneeskunde Kim van der Bolt, gedragswetenschapper huisartsopleiding Suzanne van den Haak, gedragswetenschapper huisartsopleiding Thanee Uittenhout, promovendus Onderzoek Promoties Atriumfibrilleren bij ouderen: to screen or not to screen? – Nicole Verbiest-van Gurp Welke invloed hebben opvattingen over leren en beoordelen op het werkplekbeoordelen? – Laury de Jonge Bruikbare Wetenschap /COVID studies – Jochen Cals Nu OOK in het onderwijs aan de aios – Geert-Jan Dinant Herstel na kanker (RCT) – Michelle Smits NHG-congres 2022. Poten in de klein, kop in de cloud – Ivo Grosveld Benoeming – Jerôme van Dongen wordt bijzonder lector Landelijke campagne Gepaste zorg bij maagklachten – Jeannemieke Schade 3 4 5 6 7 7 7 8 8 8 8 9 9 9 10 11 14 13 12 16 17 17 WESP-en Interventie therapietrouw Ziektelastmeter Chronische Aandoeningen – Kylian Hermkens 18 E-meedenkconsulten kindergeneeskunde – Juliette Klein Hesselink Het leren van arts-patiënt communicatie in de huisartsenpraktijk – Levi Schuurman Effectiviteit van Acupunctuur bij Chronische vermoeidheid – Daan van Ooyen Onderwijs Clinicus van het jaar – redactie CAPHRI PhD Video Award voor Thanee Uittenhout Opleiding Ouderengeneeskunde Tapas – Mariëlle van der Velden-Daamen Bijna rond, maar nooit af – Babette Doorn In de leer: Begin de dag met een lach – Charlotte Coopmans Benoeming hoogleraar Ouderengeneeskunde 50 jaar Verenso congres – Mathieu Prevoo en Shanly Seferina KOO certificaat voor opleiders Huisartsopleiding Een prachtig vak – Matthijs Limpens en Ingrid van der Heijden Made in Maastricht en Eindhoven – afgestudeerde huisartsen SBOH academiseringsprijs 2022 – Pleun Beelen Column: Een traan ten afscheid – Jeroen Smeets Equilibre:– Gaston Peek en Marieke Kools Weten is eten: Down memory lane – Hendrik-Jan Vunderink 2 2 18 19 19 20 20 21 22 23 23 24 25 26 27 30 31 32 34

Van de redactie #BlijeHuisarts De frequentie van ons blad is momenteel halfjaarlijks. Dat was bij de oprichting in 1999 eens per kwartaal. Het waren andere tijden, in veel opzichten. In het tweede nummer van dat jaar kregen we twee nieuwe hoogleraren bij de vakgroep: Geert-Jan Dinant en Onno van Schayck. Ik interviewde beide heren en schreef het stukje ‘Onder professoren’. De quote van Geert-Jan was de subtitel: ‘In het land der blinden… word je al snel professor’. Dat kon je in 1999 nog zo opschrijven. Ik doe dat overigens nog steeds. In april nam Geert-Jan afscheid. Ik kon er niet bij zijn omdat ik op reis was. Dat was mede de reden om het verschijnen van deze editie uit te stellen tot de zomer. Zijn afscheidslezing kende ik al, want die hadden we samen geoefend. Het is net als bij het verschijnen van dit blad: hartstikke leuk, maar ik ken het al. Verder is het een ‘beeldig’ nummer geworden. Ideaal voor een zomereditie. Alle gekheid op een stokje: er gebeurt van alles om een blad mee te vullen, maar het fysieke gebeuren is, op het onderwijs na, nog niet ‘gewoon’. Bij studentenactiviteiten is de opkomst lager dan voor de pandemie. Minder studenten wonen op kamers en ‘men’ is het niet meer gewend. De feestelijke afsluitingen van de huisartsopleiding worden als vanouds op locatie georganiseerd. Gelukkig waren er twee mooie promoties die fysiek in de aula konden doorgaan: Nicole Verbiest-van Gurp promoveerde op haar onderzoek naar atriumfibrilleren (D2AF-studie). Laury de Jonge deed onderzoek naar onderwijs en promoveerde op werkplekleren. Mede door het schuiven met deadlines is het spannend wat er wel of niet in het blad ging komen. Iedereen heeft losseeindjesstress. We zagen veel nieuwe medewerkers komen en WESP-en uitzoemen. Het gros van hen wisten we te verleiden om een stukje en een foto in te sturen. Bruikbare Wetenschap auteur Jochen Cals werd op de valreep verleid met een raketje op een warme zomerse dag om alsnog een stukje te schrijven. Hierdoor ontstond extra ruimte om de benoeming van oud promovendus Jerôme van Dongen ook mee te nemen, alsmede het artikel ‘Doen of laten?’ over gepaste zorg bij maagklachten. Uit beide vervolgopleidingen een katern met artikelen. De opleiding Ouderengeneeskunde loopt goed. Hoofd Mariëlle van der Velden schrijft net als het hoofd van de huisartsopleiding, Matthijs Limpens, een eigen column. Ondergetekende praat u bij over de grote lijnen. Aios Charlotte Coopmans geniet in haar column van het leven. Opleiders ontvingen een opleiderscertificaat. Een nieuwe hoogleraar is al benoemd voordat de bestaande met pensioen is. Bijzonder was het jubileumcongres van Verenso, de vereniging van specialisten ouderengeneeskunde. Uit betrouwbare bronnen heb ik vernomen dat een derde van de feestgangers uit het zuiden kwam en dat de polonaise door onze aios Shanly Seferina werd ingezet. De specialist ouderengeneeskunde is niet enkel toekomstmuziek! Ze zijn er en het worden er gelukkig steeds meer. #BlijeSO. De huisartsopleiding opent met een fraai overzichtsartikel door de hoofden: ‘Een prachtig vak’. Over de positieve beweging die #BlijeHuisarts heet en wat de rol is van de opleiding. We zijn steeds meer gaan opleiden. Hoe druk het ook is, de meeste huisarten worden van opleiden extra blij. Vijf afgestuurde groepen in beeld: #BlijeHuisarts. Huisarts Pleun Beelen blikt terug op de SBOH academiseringsprijs die zij in ontvangst mocht nemen voor haar onderzoek binnen de MIRA-trial. Huisarts Jeroen Smeets beschrijft opnieuw een gebeurtenis uit zijn werk, ditmaal een ontroerend verhaal. Daarnaast schreef hij ook een artikel over de noodzorg voor vluchtelingen. Equilibre sluit af met een bruisende en beeldige blik op de opleiders trainingsdag in Urmond: alleen maar #BlijeHuisartsen! Die losseeindjesstress. Dat heerst momenteel, er zijn veel piekmomenten. Vergeten wij niets? Doet iedereen wat hij of zij belooft? Hebben wij wel iedereen gevraagd? Het is allemaal niet zeker. Wat wel zeker is dat er momenteel voldoende stof is om tenminste halfjaarlijks te verschijnen. Voor het ultieme vakantiegevoel heb ik gepensioneerd redactielid Hendrik-Jan Vunderink gestrikt voor een rubriek ‘Weten is eten’. We laten de losse eindjes voor wat ze zijn. Wat niet komt, schuift door, of wordt vergeten. Such is life zou hoogleraar Harry Crebolder hebben gezegd. Een hele fijne zomer! Babette Doorn 3 op één lijn 70

op één lijn 70 1 e uitgave 2022 Van de voorzitter Onderzoek in de netwerken brengt zorginnovatie DOOR JEAN MURIS, VOORZITTER VAKGROEP HUISARTSGENEESKUNDE UM Voortbordurend op het coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ wordt momenteel bij de totstandkoming van een Integraal Gezondheidszorg Akkoord volop nagedacht over oplossingen voor de uitdagingen waar de gezondheidszorg en samenleving op dit moment voor staan. Bij veel van deze oplossingen speelt de huisarts een belangrijke rol. Al decennia leveren huisartsen persoonsgerichte, continue medisch-generalistische zorg van hoge kwaliteit. Huisartsgeneeskunde is een vak met eigen epidemiologie, diagnostiek en behandeling, gestoeld op degelijk huisartsgeneeskundig onderzoek. De uitstekende kwaliteit van de Nederlandse huisartsenzorg steunt op een sterke wetenschappelijke basis. De huisartsenzorg is daarmee een onmisbare en cruciale factor in het (betaalbaar houden van het) Nederlandse zorgsysteem. Voor toekomstbestendige huisartsgeneeskundige zorg en om te kunnen voldoen aan de ambities uitgesproken in het coalitieakkoord, is structurele financiering van de academische huisartsgeneeskunde nodig. Met het oog op het veranderende zorglandschap vraagt het opleiden van de toekomstige huisarts om innovatie van de opleiding. Ontwikkelingen rondom verplaatsing van zorg, digitalisering, netwerkzorg en samenwerking met het sociale domein vragen aanvullende kennis en vaardigheden van huisartsen die aan de orde moeten komen in de opleiding. Deze innovatie kan alleen gedaan worden wanneer er een investering gedaan wordt in de huisartsopleidingen, zowel voor aanpassing van het curriculum, als voor het opleiden van extra huisartsen. Huisartsgeneeskundig onderzoek vindt niet plaats in ziekenhuizen maar, geïnitieerd vanuit de zeven academische afdelingen huisartsgeneeskunde, in vele huisartsenpraktijken. Dit vraagt ondersteuning en coördinatie. De hiervoor benodigde structurele financiering van regionale academische huisartsgeneeskundige infrastructuren ontbreekt grotendeels. In deze werkplaatsen wordt het ontwikkelen van veranderkracht, gericht op regionale zorginnovatie, geborgd. We kunnen de zorgvraag niet beantwoorden door alleen meer huisartsen op te leiden. We zullen steeds slimmer moeten gaan werken en daarvoor is academisch onderzoek naar zorginnovatie in onze netwerken van groot belang. De kennis voortkomend uit wetenschappelijk onderzoek wordt door het Nederlands Huisartsen Genootschap vertaald naar richtlijnen en hulpmiddelen voor gebruik in de huisartsenpraktijk. Onder andere de NHG-Standaarden en de website Thuisarts.nl hebben in de implementatie van nieuwe kennis zowel voor huisartsen als patiënten een belangrijke toegevoegde waarde. Hierdoor komt nieuwe kennis zo snel mogelijk op de plaats waarvoor hij bedoeld is: bij de patiënt. Mijn oproep aan het Integraal Gezondheidszorg Akkoord is: herontwerp van (regionale) zorgketens is nodig en daarbij is de bril van academisch denkende huisartsen onmisbaar. Versterk universitaire afdelingen huisartsgeneeskunde met academische werkplaatsen, schep gelegenheid om onderzoek in de eerstelijn te doen en voor het opleiden van huisartsonderzoekers. 4 4 4

1 e uitgave 2022 Afscheid hoogleraar Geert-Jan Dinant Hartverwarmend DOOR MARK SPIGT, UNIVERSITAIR HOOFD DOCENT Op donderdag 14 april 2022 nam prof. Geert-Jan Dinant afscheid als hoogleraar huisartsgeneeskunde. GeertJan heeft een lange staat van dienst. Vanaf 1986 is hij verbonden aan de Rijksuniversiteit Limburg, de latere Universiteit Maastricht (UM). Hij begon als huisartsonderzoeker en sinds 1998 is hij hoogleraar huisartsgeneeskunde. Het afscheidscollege werd voorafgegaan door een speech van de decaan van FHML, Professor Annemie Schols. Zij roemt zijn prestaties, de vele projecten die hij heeft begeleid en de 33 promovendi die hij daarbij heeft gecoacht. Zijn bepalende rol binnen de huisartsgeneeskunde in Nederland werd benoemd, maar vooral de vele initiatieven in het kader van (na)scholing van huisartsen buiten Nederland. Geert-Jan gaf vervolgens in zijn afscheidsrede een uitgebreid overzicht van alle projecten die hij gedaan heeft. Na afloop was er een mooie, zonovergoten receptie op de binnenplaats van de Minderbroedersberg. De hoeveelheid belangstellenden annex cadeaus was hartverwarmend. Geert-Jan stond te stralen terwijl één voor één jonge en oude bekenden en vrienden hem kwamen feliciteren. Zijn vrouw Gerda vlinderde tussen alle gasten door om iedereen aandacht te geven en een praatje te maken. Het programma werd na de receptie voortgezet op een bijzondere locatie, het fraaie Chateau St. Gerlach. Voor GeertJan en Gerda is dit een zeer logische locatie aangezien het op een steenworp afstand van hun huis ligt (als je ver kunt gooien tenminste). De avond werd ingeleid door Geert-Jan zelf. Wiebelend staand op een stoel, introduceerde Geert-Jan zijn gasten aan elkaar. Het buffet was uitstekend verzorgd. Tussendoor waren er verschillende sketches/speeches, zoals die van de ski-club. Erik Stolper en Ruud Verhees gaven een prachtig inkijkje in hoe het was om promovendus van Geert-Jan te zijn. Daarna overhandigden zij namens alle 33 ex-promovendi een nepschilderij als grap en daarna een heel mooi schilderij, een echte Spigt. Hoogleraar emeritus André Knottnerus was de laatste spreker met een uitgebreide laudatio voor Geert-Jan. Er waren die avond vele blije mensen rondom Geert-Jan en Gerda; samen hebben zij een heel mooi feest gemaakt en beleefd. Wilt u de bewerkte diareeks van het afscheidscollege met daarin alle promoties ontvangen als pdf, stuur dan een mail naar op1lijn@maastrichtuniversity.nl 5 op één lijn 70

op één lijn 70 1 e uitgave 2022 Een nieuwe crisis Noodzorg voor vluchtelingen DOOR JEROEN SMEETS, HUISARTSREDACTIELID Ergens op een woensdag in april werd het crisisteam van RHZ/ZIO gebeld dat er de volgende dag tot 400 vluchtelingen uit Oekraïne in het MECC gehuisvest werden. Met net twee jaar COVID achter de rug en ook nog een watersnoodramp, was het crisisteam dus nog volledig operationeel.1 Binnen een dag was er een medische ruimte ingericht. En, niet geheel onbelangrijk, ook dokters om daar spreekuur te doen. De voorwacht was het Rode Kruis, grotendeels vrijwilligers. De eerste dagen waren er enkele tientallen mensen. Zij waren vaak 10 dagen onderweg geweest, 4 dagen door Oekraïne, 4 dagen aan de grens en daarna nog 2 dagen reizen tot ze in Nederland waren. We liepen meteen tegen problemen aan: veel mensen hadden, begrijpelijkerwijs, geen medicatie mee, of hadden medicatie nodig die hier niet als zodanig verkrijgbaar is. De hulpvragen waren erg divers. Ik zag een koppel waarvan de vrouw 38 weken zwanger was met vragen over de zorg voor hun ongeboren kind, en voor straks na de bevalling. Vragen over benzodiazepines, die in Oekraïne kennelijk veel meer ingezet worden. Een buikgriepepidemietje onder de vluchtelingen kon de GGD gelukkig snel de kop indrukken samen met wat loperamide en ORS van ons. Tolken waren binnen enkele dagen geregeld, zodat de spreekuren vlotter liepen. Schijnend om te zien was dat de jonge kinderen (tot een jaar of 4-5) het verblijf in het MECC ervaarden als een soort vakantie. De oudere kinderen niet, die zagen er erg bedrukt uit. Mensen verbleven enkele dagen tot een week in het MECC, waarna ze naar meer definitieve opvanglocaties gingen. Follow-up van (medische) zorgen was dus lastig. Alle mensen die wij vanuit de medische dienst zagen waren erg dankbaar voor de hulp die hen werd geboden. 1 Zie ook Op één Lijn editie 69 6 6 6

1 e uitgave 2022 Welkom! Nieuwe collega's stellen zich voor Lotte Lunenburg Medewerker studentzaken Eindhoven Mijn naam is Lotte Lunenburg. Op 1 april begon ik als medewerker studentzaken in Eindhoven, Strijp-Z. De komende tijd zal ik me gaan verdiepen in de verschillende domeinen van de huisartsopleiding om vervolgens samen met Claartje Bongaerts, die onlangs wegens verhuizing haar werkplek in Maastricht heeft verruild voor Strijp-Z, de locatie in Eindhoven administratief te ondersteunen. Ik begon als medewerker studentzaken van het Studenten Service Centrum van de TU/e. Vervolgens werkte ik de afgelopen 11 jaar bij de faculteit Sociale Wetenschappen van Tilburg University, waarvan de laatste 5 jaar in het team van Onderwijsplanning. Als key-user van studenteninformatiesysteem Osiris ondersteunde ik vooral docenten bij het inrichten van hun cursussen en toetsen, de inschrijvingen op het onderwijs en was ik verantwoordelijk voor de inrichting van de examenprogramma’s. Ik hoop dat deze ervaringen mij een zetje in de goede richting geven bij het uitoefenen van mijn nieuwe functie. Samen met mijn man Peerke en onze 3 zoons Tijl (10), Faas (8) en Abe (5) wonen we in het knusse en gezellige Wintelre (google maar even). Naast de voetbal-, zwem- en pianolessen van de jongens tennis ik zelf regelmatig en kan ik enorm genieten van ons nieuwe huis en de tuin. Ik ben op dinsdag, woensdagochtend en donderdag te vinden in Strijp-Z, kamer 2.01. Heike Gerger Postdoc onderzoeker Mijn naam is Heike Gerger. Sinds 15 mei werk ik als postdoctoraal onderzoeker bij de vakgroep Huisartsgeneeskunde in Maastricht bij het project ‘Veerkrachtig samen beslissen’. Sinds 2008 voerde ik veel (netwerk) meta-analyses uit en deed vooral onderzoek naar de werkzaamheid van interventies, maar verrichtte in de laatste jaren ook vaker kwalitatieve studies. In Bielefeld (Duitsland) studeerde ik Psychologie en behaalde in 2013 in Bern (Zwitserland) mijn PhD in Health Sciences. Sinds 2014 werkte ik eerst zes jaar als onderzoeker bij de afdeling Klinische Psychologie en Psychotherapie in Bazel (Zwitserland). Daarna werkte ik 2,5 jaar bij de afdeling Huisartsgeneeskunde in Rotterdam, waarvan het laatste half jaar ook bij Huisartsgeneeskunde in Bielefeld. Nu kijk ik ernaar uit om bij de vakgroep Huisartsgeneeskunde in Maastricht te gaan werken. Sinds 2015 woon ik met mijn partner en twee kinderen (9 en 11 jaar oud) in Maastricht. Daarvoor woonde ik zeven jaar in Zwitserland. Mijn achtergrond en moedertaal zijn Duits. Petra Delahaije Medewerker studentzaken Geen nieuw gezicht, wel nieuwe klus ‘Hoe kan ik mijn leerwerkplan updaten?’ ‘Help! Aios is ontkoppeld, welke opleider kunnen we benaderen?’ ‘Ik kan niet aanwezig zijn bij de koppelcarrousel, ben nog in het buitenland dan, wat nu?’ ‘Hoe krijg ik als nieuwe opleider toegang tot Canvas?’ ‘We zijn aan het verbouwen in de praktijk, een aios komt nu echt niet uit.’ ‘Welke opleiders moeten nog bezocht worden voor een voortgangsgesprek?’ ‘Hoe krijg ik als plaatsvervangend opleider mijn erkenning van de RGS?’ Sinds kort bestier ik het koppeldomein voor jaar 1 en 3 wat eerder door Huub l’ Ortye jarenlang is gedaan. Huub is nu met pensioen, nadat hij aan me de ‘kneepjes van het vak’ heeft overgedragen. Nou ja, dat hoop ik dan maar want het is best complex om alle opleiders, maar ook docenten en aios zo goed mogelijk te bedienen. Vrijdag 10 juni 2022 is mijn eerste koppelcarrousel, daar heb ik zin in! Ik ben sinds kort in Maastricht op het Debyeplein 1 op kamer A0.026 te vinden. 7 op één lijn 70

op één lijn 70 1 e uitgave 2022 Linda van Avendonkde Bresser HAB jaar 3 Eindhoven In maart ben ik gestart als huisartsbegeleider aan de huisartsopleiding Maastricht, locatie Eindhoven. Samen met Suzanne van den Haak begeleid ik een derdejaars groep. Ik ben inmiddels 9 jaar huisarts en 3 jaar kaderhuisarts urogynaecologie. De eerste 7 jaar nam ik waar in diverse praktijken, voornamelijk in de Kempische dorpen, waarna ik praktijkhouder werd in huisartsenpraktijk Engelsbergen in Eindhoven. Begin 2022 besloot ik om uit de maatschap te treden vanwege rugklachten. Maar omdat mijn maten, het team en de praktijk geweldig zijn, blijf ik er werken als waarnemend huisarts. Het beste van dit alles is, dat er nu ook ruimte kwam in mijn agenda om te gaan werken als docent. Zowel mijn basisopleiding als mijn huisartsopleiding genoot ik in Maastricht. De tweejarige kaderopleiding urogynaecologie volgde ik in Nijmegen. De afgelopen 4 jaar heb ik al met veel plezier urogynaecologisch onderwijs mogen verzorgen voor collega huisartsen, doktersassistenten en aios van Maastricht en Nijmegen. Samen met mijn man Rob en 2 kinderen, Joep 12 en Kato 10 jaar, woon ik in Bladel; alhoewel dit 26 kilometer onder Eindhoven ligt, ben ik toch van plan regelmatig op mijn speed-pedelec naar Strijp Z te fietsen. Ik kijk ernaar uit om jullie allen (weer live) te mogen te ontmoeten! Claudia Smeets-Garcia Medewerker studentzaken Ouderengeneeskunde Mijn naam is Claudia SmeetsGarcia en sinds mei werk ik 4 dagen per week bij de opleiding Ouderengeneeskunde van de vakgroep Huisartsgeneeskunde binnen FHML. Door de snelle groei van Ouderengeneeskunde kwam er ruimte voor een vacature als medewerker studentzaken, een functie die ik maar al te graag wilde vervullen. Tijdens mijn carrière werkte ik voornamelijk in de internationale, commerciële sector. Hierdoor deed ik veel ervaring op, op zowel organisatorisch, administratief en (internationaal) customer relations gebied. Vanuit die ervaringen breng ik een frisse, nieuwe blik mee en ga mijn kennis en ervaring goed inzetten. 8 8 8 Door mijn Spaanse achtergrond hou ik van Spaans eten en reis ik graag naar Spanje om familie en vrienden te bezoeken. In mijn vrije tijd sport ik graag en geniet ik van de leuke dingen in het leven samen met mijn gezin. Als geboren en getogen Maastrichtse hou ik uiteraard van het bourgondische leven. Tim Schouten Junior onderzoeker Mijn naam is Tim Schouten, 28 jaar en sinds kort woon ik in Maastricht. Per 1 februari werk ik als junior onderzoeker voor het platform-COVID trial onder leiding van Mark Spigt en Jochen Cals. Dit project is een platform trial naar medicatiegebruik tegen een COVID-infectie in de huisartspraktijk. Hierbij is de focus op het verminderen van de klachten die de patiënt ervaart tijdens een COVID-infectie. Tijdens het project houd ik me bezig met het statistische en methodologische deel, dus ook de analyses van het project maar zal ook helpen waar ik kan met andere zaken van het project. Daarnaast ben ik bezig met simulaties van platform trials om te kijken of bepaalde beslissingen in de methodologie beter kunnen worden genomen. Ik volgde de Health Sciences Research master aan de UM. In mijn vrije tijd houd ik van sporten en koken. Jessica Ruisch AIOTO ouderengeneeskunde Ouderengeneeskunde is voor mij de perfecte balans tussen stilstaan en doorgaan. Het biedt mij de ruimte om stil te staan bij geluk en verdriet van bewoners en hun familie, een band op te bouwen en daarmee passende patiëntgerichte zorg te bieden. Daarbij is het vak dynamisch en constant in ontwikkeling, de populatie wordt groter en de zorgdruk hoger. Het meedenken op het gebied van ontwikkeling en management van een organisatie, hoewel niet altijd makkelijk, is een van de geweldige uitdagingen in het vak. Als AIOTO heb ik de kans gekregen als promovendus betrokken te zijn bij het TRADE-project (TRAuma and DEmentia), een multicenter prospectief onderzoek naar de diagnostiek en behandeling van posttraumatische stress stoornis (PTSS) bij mensen met dementie. In het onderzoek gebruiken we eerst een vragenlijst om de diagnose PTSS bij deze populatie te kunnen stellen, nadien zullen we de effectiviteit van Eye Movement Desensitisation and Reprocessing therapy (EMDR) meten bij deze groep. Hierdoor hoop ik de komende tijd overal te vinden zijn. Deelnemende

1 e uitgave 2022 centra van het onderzoek zijn namelijk; Cicero Zorggroep, Envida, MeanderGroep, Mondriaan Ouderen, Sevagram en Zuyderland Care. Daarbij zit ik op de terugkomdagen van de opleiding op de universiteit in Maastricht en mag ik een half jaar stagelopen bij de neurologie in het MUMC+. Wie ben ik eigenlijk? Ik ben Jessica Ruisch, een 27-jarige specialist ouderengeneeskunde in opleiding in Maastricht. Momenteel ga ik richting het einde van mijn eerste jaar van de opleiding. Buiten het bovenstaande enthousiasme voor het vak, de patiëntenpopulatie en de wetenschap ben ik het liefst te vinden op het voetbalveld of bij mijn opstartende moestuin. Neem gerust contact met me op als jullie geïnteresseerd zijn in meer informatie over het vak, het onderzoek of tuiniertips voor me hebben! Kim van der Bolt Gedragswetenschappelijk docent huisartsopleiding Mijn naam is Kim van der Bolt, 38 jaar en GZ-psycholoog. Per 1 mei 2022 ben ik gestart als docent GW binnen de huisartsopleiding. Sinds 2010 ben ik werkzaam in de GGZ en sinds 2016 als GZ-psycholoog. In 2020 begon ik mijn eigen praktijk. Daarvoor werkte ik zowel binnen de Basis GGZ als de Specialistische GGZ, bij verschillende instellingen als ook bij het Zuyderland ziekenhuis, op de PAAZ-afdeling en op de afdeling medische psychologie en seksuologie. Aan het begin van mijn carrière was ik als POH-GGZ aangesteld binnen verschillende huisartsenpraktijken in de parkstad regio. Ik woon samen met mijn vriend Jos en hond Joep in Nijswiller. We maken graag lange wandelingen in de natuur als we niet druk zijn met de verbouwing van ons huis. Daarnaast vind ik het leuk om bezig te zijn met sporten, bakken en ga ik er weleens met de motor op uit. Ik kijk uit naar een fijne samenwerking en een inspirerende nieuwe werkomgeving. Suzanne van den Haak Gedragswetenschapper huisartsopleiding Mijn naam is Suzanne van den Haak en ik ben sinds maart 2022 gedragswetenschapper (GW-er) in jaar 3 van de huisartsopleiding. Samen met huisarts Linda van Avendonk-de Bresser begeleid ik een derdejaars groep aios. Naast deze baan werk ik bij HSK (een landelijke GGZinstelling) in Eindhoven als GZ-psycholoog, cognitief gedragstherapeut en supervisor VGCt. Na mijn studie psychologie, die ik volgde in Utrecht, ging ik aan de slag bij HSK en vervulde daar verschillende taken en rollen. Het afwisselen van cliëntenzorg en opleiden bevalt me zeer goed. Ik draag graag kennis over en zie het als een cadeautje dat ik mee mag kijken met het ontwikkelingsproces van de opleideling. Naast mijn werk ben ik sportief, kook ik graag, spreek ik met vrienden af en zie en ontdek ik graag meer van de wereld. Thanee Uittenhout Promovendus Mijn naam is Thanee Uittenhout. Sinds november 2021 ben ik gestart als promovendus bij de Vakgroep Huisartsgeneeskunde in Maastricht onder begeleiding van Trudy van der Weijden. De komende jaren ga ik me bezighouden met mijn PhD. Het onderwerp is het verbeteren van de gepersonaliseerde behandeling in de oncologie. Hierbij willen we meer samen beslissen met de patiënt op basis van informatie over de behandelopties, gezondheidsstatus van de patiënt en zijn doelen en voorkeuren. Dit project is gesubsidieerd door KWF en zal plaatsvinden in het MUMC, Zuyderland MC, LUMC en het UMCG, waarbij ik de eerste van drie promovendi ben die aan dit project zal gaan werken. Ik heb geneeskunde gestudeerd aan de Universiteit Leiden. Daarna heb ik gewerkt als ANIOS Heelkunde in het HAGAziekenhuis en in het LUMC. Toen kwam dit promotietraject op mijn pad en was ik zo enthousiast, dat ik nu vanaf Oegstgeest regelmatig naar Maastricht reis. Met mijn achtergrond in de kliniek heb ik al wat informatie en kennis over de zorgpaden en vind ik het leuk om deze kennis te kunnen combineren met mijn onderzoek. Ik geniet daarnaast van het ontdekken van Maastricht. In mijn vrije tijd doe ik aan crossfit, sociale activiteiten, word ik verblijd met de liefde van mijn twee katten en ben ik sinds kort groene vingers aan het ontwikkelen in mijn tuin. Daarnaast zit ik bij De Jonge Specialist in de ledenraad en de basisartsencommissie en help ik de KNMG met het organiseren van de carrièrebeurs 2022. 9 op één lijn 70

op één lijn 70 1 e uitgave 2022 Promotie 25 maart 2022 Atriumfibrilleren bij ouderen: to screen or not to screen? DOOR NICOLE VERBIEST – VAN GURP, VOORMALIG AIOTO Stelling: ‘Paroxysmaal atriumfibrilleren is als een zeepbel: lastig te vangen en weg voor je het weet.’ Atriumfibrilleren is een hartritmestoornis die niet altijd klachten veroorzaakt. Bovendien kan AF afgewisseld worden met een normaal ritme bij paroxysmaal AF. Daardoor kan er tijd overheen gaan voor de diagnose gesteld wordt. Onbehandeld kan het leiden tot een beroerte, hartfalen en overlijden. Opsporing en behandeling zijn dus belangrijk. In mijn promotieonderzoek onderzochten we of screening de opsporing van AF verbetert. Een Britse screeningsstudie ging ons voor.1 Hierin werd screening vergeleken met gebruikelijke zorg; screening bleek AF effectief op te sporen (1,6% vs 1,0%). Maar geldt dat ook voor de Nederlandse situatie? In samenwerking met Amsterdam UMC hebben wij de ´Detection and Diagnosis of Atrial Fibrillation´ (D2AF) studie verricht. De opzet was in de basis vergelijkbaar met het Britse onderzoek. We breidden het uit door ook de testeigenschappen van drie opsporingsmethoden te evalueren. Opzet In onze studie zaten ruim achttienduizend 65-plussers uit 96 huisartspraktijken. De praktijken werden verdeeld in interventie- en controlepraktijken. De interventiegroep onderzocht patiënten als ze – ongeacht waarvoor – op het spreekuur kwamen (‘opportunistische screening’). Praktijkmedewerkers voelden de pols en gebruikten twee apparaten met AF-detectie functie: een bloeddrukmeter (WatchBP Home A) en een 1-kanaals elektrocardiogram (ecg; MyDiagnostick). Een verdenking op AF werd gecontroleerd met een 12-kanaals ecg. De controlegroep verleende gebruikelijke zorg. Na één jaar vergeleken we het percentage mensen met een nieuwe diagnose AF in beide groepen. Opbrengst van screening Na analyse van onze data bleek dat er in beide groepen evenveel AF was vastgesteld. De screeningsopbrengst was 1,6%, terwijl er in gebruikelijke zorg 1,5% werd vastgesteld. Dit verschil van 0,1% is te klein om betekenis te hebben. Verrassend genoeg was screening dus niet zinvol, in tegenstelling tot de Britse uitkomsten van enkele jaren geleden. Met name de controlegroep vond meer AF. Mogelijk heeft dit te maken met de hoge kwaliteit van onze huidige gezondheidszorg; wellicht worden de meeste diagnoses 10 10 10 al gesteld in cardiovasculaire risicomanagement (CVRM) spreekuren. De beste opsporingsmethode Van de drie methoden die we in de spreekkamer toepasten, was het 1-kanaals ecg-apparaat het beste. Dit apparaat miste minder diagnoses dan de bloeddrukmeter en polspalpatie. Bovendien gaf het de minste fout-positieve uitslagen. Pols palpatie presteerde het slechtste. Vertaling naar de praktijk en de toekomst Opportunistische screening naar AF zoals wij die hebben verricht, is niet zinvol. We raden daarom vooralsnog geen screening op AF aan in Nederland. Verder onderzoek moet uitwijzen of het in andere situaties wel nuttig is. Na een voorselectie van mensen met een hoger risico zou screening wel succesvol kunnen zijn. Referentie 1. Fitzmaurice DA, Hobbs FD, Jowett S, et al. Screening versus routine practice in detection of atrial fibrillation in patients aged 65 or over: cluster randomised controlled trial. BMJ 2007;335(7616):383. doi: 10.1136/ bmj.39280.660567.55 [published Online First: 2007/08/04]

1 e uitgave 2022 Promotie 28 maart 2022 Welke invloed hebben opvattingen over leren en beoordelen op het werkplekbeoordelen? DOOR LAURY DE JONGE, HUISARTSONDERZOEKER Stelling: Opvattingen van gebruikers over beoordeling op de werkplek beïnvloeden het gebruik en de uitkomst ervan. Inleiding Huisartsen in opleiding (aios) kunnen het meeste leren op de werkplek zelf, in de huisartsenpraktijk. Werkplekbeoordelingen nemen daarom een centrale plaats in binnen de medische vervolgopleidingen. De effectiviteit van deze werkplekbeoordeling hangt opvallend genoeg niet zozeer af van de kwaliteit van de methode waarmee beoordeeld wordt, maar wel van de manier waarop deze methode gebruikt wordt. En dat hangt weer af van de opvattingen van de opleider en de aios. Werkplekbeoordelingen hebben twee functies. Op basis van werkplekbeoordelingen kan de opleider gevraagd en ongevraagd feedback geven. De aios kan hiervan leren en zich verder ontwikkelen. Daarnaast kan een opleider werkplekboordelingen gebruiken om beslissingen te nemen over de prestaties en voortgang van de aios. Bijvoorbeeld of een aios al in staat is om zelfstandig patiënten te behandelen. Werkplekbeoordelen is een complex proces binnen een sociale context. Interacties tussen verschillende betrokkenen van binnen en buiten de werkplek kunnen het werkplekbeoordelen beïnvloeden. Wij vroegen ons af welke invloed de opvattingen van betrokkenen hebben bij het beoordelen op de werkplek. Om deze vraag te beantwoorden heb ik, gesteund door mijn promotieteam (dr. Angelique Timmerman, dr. Marjan Govaerts, prof. dr. Anneke Kramer, prof. dr. Cees van der Vleuten en prof. dr. Jean Muris) vier samenhangende studies verricht aan de huisartsopleidingen van Maastricht, Nijmegen en Leiden. Spanningsvelden Onze studies lieten zien dat er verschillende opvattingen bestaan over werkplekbeoordelen. Daarbij zijn twee spanningsvelden te onderscheiden. Ten eerste denken de deelnemers aan ons onderzoek verschillend over de mate waarin de aios zelf zijn leerproces zou moeten sturen. Wie bepaalt wat geleerd moet worden? Bepaalt de aios dit vooral zelf, of moet bijvoorbeeld de opleider of het opleidingsinstituut dat doen? Het tweede spanningsveld betreft de gewenste mate van standaardisering van een beoordeling. Sommigen hebben voorkeur voor een gestandaardiseerde beoordeling zoals via cijfers. Anderen vinden gepersonaliseerde oordelen en een beoordeling op maat veel belangrijker. Bovendien vonden we de volgende overkoepelende factoren: 1. Betrokkenen bij het beoordelen op de werkplek hielden vaak rekening met de verwachtingen van anderen; 2. Eerdere ervaringen en de neiging tot toevertrouwen van taken en handelen speelden een rol bij het werkplekbeoordelen. Onze studies lieten zien dat de positie die gebruikers van werkplekbeoordelingen innemen in de spanningsvelden dynamisch is en kan worden beïnvloed door de hierboven genoemde overkoepelende factoren. Stelling: Opvattingen van gebruikers over beoordeling op de werkplek beïnvloeden het gebruik en de uitkomst ervan. Laury geflankeerd door de paranimfen Marion van Lierop en Ben van Steenkiste In onze studies zagen we wat de invloed kan zijn van verschillende opvattingen bij belangrijke strategieën bij 11 op één lijn 70

op één lijn 70 1 e uitgave 2022 het werkplekbeoordelen, namelijk het observeren van het medisch handelen van de aios en het toevertrouwen van klinische taken aan de aios. Zo zal een opleider met eerdere negatieve ervaringen of een geringe neiging tot toevertrouwen de leerkansen willen reguleren. Pas als de opleider erop kan vertrouwen dat de aios tijdig om hulp kán en zál vragen, ontstaat er ruimte voor zelfregulatie door de aios. Een toets vanuit de opleiding kan bij aios en opleider leiden tot een voorkeur voor beoordeling met een gestandaardiseerde scorelijst. Na het afronden van deze toets komt er ruimte voor beoordeling en feedback op maat, afhankelijk van de individuele aandachtspunten van aios of opleider. Bewustzijn, bespreken en afstemmen van opvattingen zijn noodzakelijk voor een gedeeld begrip over werkplekbeoordelen. Wat betekenen onze bevindingen voor de huisartsopleiding? Om leerkansen optimaal te benutten, zouden aios en opleider hun opvattingen over doel en inzet van beoordelingen op de werkplek regelmatig moeten bespreken. Dat betreft bijvoorbeeld het gebruik van observaties, als ook de inschattingen over het toevertrouwen van taken aan de aios. Scholing vanuit de huisartsopleiding kan helpen bij het leren expliciteren en afstemmen van opvattingen van opleiders, aios en docenten. Bij de ontwikkeling van een nieuw toetsprogramma door de huisartsopleiding zouden ook opleiders en aios betrokken moeten worden. Zelfs na de implementatie zou regelmatig besproken moeten worden of doelen en inzet van het toetsprogramma voldoende afgestemd zijn. Als u meer wilt weten kunt u de opname van de verdediging bekijken, het proefschrift nalezen of de auteur raadplegen. https://www.maastrichtuniversity.nl/nl/events/ site-promotie-laurentius-pjwm-de-jonge https://www.globalacademicpress.com/ebooks/laury_de_jonge/ l.dejonge@maastrichtuniversity.nl Onderzoeksprogramma: doet u mee? Herstel na kanker in de huisartsenpraktijk DOOR MICHELLE SMITS, PROMOVENDA Ex-kankerpatiënten krijgen na de behandeling vaak te maken met restklachten zoals vermoeidheid en hebben behoefte aan begeleiding bij hun herstel. Bij huisartsen is er veel behoefte aan goede methodes om ondersteuning te bieden aan voormalige kankerpatiënten. In dit project bieden we huisartsen een eenvoudige werkwijze om die ondersteuning te bieden zonder dat het veel tijd kost. Voor deze studie zijn we op zoek naar huisartsen en praktijkondersteuners. Tijdens dit onderzoek kunnen huisartsen en praktijkondersteuners gebruik maken van een evidence-based eHealth programma gericht op het herstel na kanker. Hierin gaan patiënten zelf aan de slag met leefstijlverandering en veelvoorkomende klachten na kanker, zoals vermoeidheid. Als u mee wilt doen, dan wordt u ingedeeld in een van twee groepen: de experimentele groep of controlegroep. Zit u in de experimentele groep? Dan gaat u het eHealth programma inzetten om uw patiënten te begeleiden in de periode na kanker. De interventie omvat twee regulier declareerbare consulten bij de huisarts of praktijkondersteuner. Hierin bespreekt u de voortgang van de patiënt in het programma en 12 12 12 eventuele problemen die zij ervaren bij het implementeren van leefstijlverandering. De patiënten werken zelfstandig met het eHealth programma waarin feedback op hun zelfmanagement is geïncludeerd. Huisartsen of praktijkondersteuners in de controlegroep zullen tijdens het onderzoek enkel patiënten includeren en bieden hen normale huisartsenzorg. De patiënten in de controlegroep maken de vragenlijsten voor het onderzoek online. Na één jaar worden de patiënten uit de controlegroep alsnog actief op het online zelfhulpprogramma gewezen. Na afloop van de interventieperiode geldt voor alle patiënten dat er een biomedische meting dient te worden afgenomen. Per praktijk wordt gestreefd naar een inclusie van ongeveer 10 patiënten. Onkostenvergoeding is beschikbaar. Start studie: vanaf juni 2022 (later starten is ook mogelijk) Heeft u interesse in deelname, neem dan contact op met de onderzoekers via 045-5762384 of herstelnakanker@ou.nl.

1 e uitgave 2022 Onuitstaanbaar Onverklaarde Klachten Nu OOK in het onderwijs aan de aios DOOR GEERT-JAN DINANT, HOOGLERAAR EN LID WITTE RAVENGROEP Inleiding Wie heeft weleens gehoord van het syndroom van Shulman? Het is een zeldzame spierziekte waarbij de spierfascie ontsteekt. De ziekte uit zich door een symmetrisch pijnlijke zwelling van de ledematen die geleidelijk hard en taai worden. Een van de Maastrichtse aios presenteerde deze casus tijdens een sessie over Onuitstaanbaar Onverklaarde Klachten (OOK), op een van de terugkomdagen in Maastricht. De betreffende aios slaagde in de opzet van bedoelde sessie: na het presenteren van de klachten en bevindingen bij betreffende patiënt, gingen de collega-aios in de groep, met een tijdens de voorafgaande sessie geleerde zoekmethode aan de slag, op zoek naar de gezochte aandoening. De casus was tevens een erg goed voorbeeld van een OOK en van het doel van onderwijs over dit onderwerp. Vanaf maart 2022 is het onderwerp een vast onderdeel van het terugkomdagonderwijs in jaar 3. In de ongeveer twee voorafgaande jaren werden de Witte Raven (zie verder) een aantal keren ad-hoc gevraagd om een sessie over OOK te verzorgen. Mede op basis van de positieve evaluatie van de ad-hoc sessies werd OOK een vast programmaonderdeel. Wat is OOK? Soms heeft de huisarts een knagend gevoel van onbehagen en onmacht, een niet kunnen loslaten van de gedachte dat een diagnose ten onrechte niet wordt gevonden. ‘Het kan toch niet waar zijn dat deze patiënt niets mankeert. Wat zie ik over het hoofd? Iets bijzonders, iets zeldzaams?’ Het betreft hier klachten die geen SOLK zijn en die vaak resulteren in een jarenlange zoektocht langs diverse ziekenhuisspecialisten. Yvonne van Leeuwen, een van de vorige hoofden van de huisartsopleiding Maastricht-Eindhoven, bedacht hier de term Onuitstaanbaar Onverklaarde Klachten (OOK) voor. Aansluitend heeft een groep van tien ervaren huisartsen en twee internisten zich gebundeld in een OOK-expertisegroep onder de naam Witte Raven. De groep ontvangt OOK-casus van huisartsen in heel Nederland. Het OOK-onderwijsprogramma Het OOK-programma voor onze aios bestaat uit twee interactieve sessies van ieder anderhalf uur. De docent(en) zijn telkens één of twee leden van de Witte Ravengroep. In de eerste sessie wordt het begrip OOK nader toegelicht. Aansluitend wordt de OOK-zoekstrategie (een methodiek, door de Witte Raven ontwikkeld, voor literatuursearch 13 op internet) besproken en volgt een aantal voorbeelden van OOK-casus die door de Witte Raven werden opgelost. Gedurende de gehele sessie is er ruimte voor inbreng van eigen ervaringen en casuïstiek. Dat laatste staat centraal in de tweede sessie: aois presenteren OOK-casuïstiek uit de eigen praktijk (dit brengt enig huiswerk met zich mee) en leggen betreffende OOK’s ter beoordeling en oplossing aan de groep voor. We passen dan de in de eerste sessie geleerde zoekstrategie toe bij de door aois ingebrachte casuïstiek. In de tweede sessie is de rol van de docent(en) meer die van moderator(en). Beide sessies zijn flexibel opgebouwd; iedere inbreng van iedere aios is welkom. Tussen beide sessies zitten bij voorkeur niet meer dan een aantal weken. De sessies worden ingeroosterd voor de terugkomdagen in Maastricht en Eindhoven. Lees verder op: www.witteraven.org Op de website van de vakgroep is de OOK-brochure te downloaden: www.huisartsgeneeskundemaastricht.nl/overons/brochures/ De Witte Raven Groep is een werkgroep van huisartsen, opgericht in 2016, die zich richt op het zoeken naar de oorzaak van Onuitstaanbaar Onverklaarde Klachten (OOK), in de veronderstelling dat het kan gaan om een zeldzame ziekte of een zeldzaam verschijnsel. Verwijzing van casuïstiek loopt via de eigen huisarts. De Witte Raven hebben een eigen zoekstrategie ontwikkeld en maken gebruik van 4 zoekmachines. Naast het uitzoeken van casuïstiek richt de Witte Raven werkgroep zich op het nascholen van huisartsen en het delen van hun kennis. Voor meer informatie en voor aanmelding van een casus of aanvraag van een nascholing voor huisartsen kijk op onze website: www.witteraven.org. op één lijn 70

op één lijn 70 1 e uitgave 2022 Bruikbare Wetenschap Over spoed, UWI’s, vroege dementie, werkplekleren en kalkscore DOOR JOCHEN CALS, HUISARTS IN SITTARD EN HOOGLERAAR EFFECTIEVE DIAGNOSTIEK IN DE HUISARTSGENEESKUNDE In deze bijdrage vindt u een selectie wetenschappelijke artikelen van Maastrichtse makelij. Hiervoor selecteren wij artikelen die bruikbaar kunnen zijn voor de dagelijkse praktijkvoering. Huisarts & Digitale zorg de spoed, en met 1 loket worden deze ongetwijfeld overal eerst naar de HAP getrieerd. Huisarts & Diagnostiek Samen Beslissen & interprofessioneel samenwerken Innovatieve trials in de huisartsgeneeskunde De speerpunten van de vakgroep huisartsgeneeskunde zijn Huisarts & Diagnostiek, Huisarts & Digitale Zorg, Samen Beslissen & Interprofessioneel Samenwerken en Innovatie trials in de huisartsgeneeskunde. Zere plek op de juiste spoedplek De meeste huisartsenposten in het zuiden huizen inmiddels onder 1 dak met een spoedeisende hulp. Met de opkomst van de brede spoedposten was ook de hoop en verwachting dat patiënten op de meest geschikte plek behandeld konden worden. De SEH van het VieCuri in Venlo is een groep waar veel wetenschappelijk onderzoek plaatsvindt. Student Rens van der Baaren keek onder begeleiding van SEH-arts Dennis Barten en ondergetekende naar de invloed van de spoedpost op de mate waarin snijwonden en traumata aan de extremiteiten meer in de eerstelijn (huisartsenpost) behandeld konden worden door 1 spoedloket. Ze vergeleken daartoe de aantallen in het jaar voor de implementatie van de spoedpost met het jaar daarna. Het volume aan zorg voor geïsoleerde kleine wonden ging met 12,4% omlaag na de opening van de brede spoedpost en de zorg voor extremiteitsletsels maar liefst met 74,6%. Ondertussen nam het aantal complexe trauma’s toe op de SEH en hadden meer patiënten poliklinische nazorg nodig. Het laatste kun je – mits op goede gronden gesteld – ook als proxy zien voor de ernst van de letsels waarmee patiënten uiteindelijk op de SEH belanden. De gegevens stammen uit 2015, dus het zou aardig zijn om te weten of dit effect heeft doorgezet of op zijn minst kon worden behouden in de loop van de tijd. Uit voorgaande studies weten we dat juist mannen met kleine letsels vaker aanloper zijn naar 14 14 14 Zere plas Promovendus Stefan Cox onderzocht met hulp van WESP-en Minke van Hoof en Kelly Lo-A-Foe hoe vrouwen aankijken tegen de zorg bij urineweginfecties. Ze ondervroegen daarbij een kleine 1000 vrouwen die eerder een of meerdere urineweginfecties hadden en publiceerden hun bevindingen in BMJ Open. Als hen werd gevraagd om te prioriteren, dan geven vrouwen aan de praktijk vooral te bezoeken om bevestiging te krijgen van de diagnose (48%), voor pijnstilling (32%), en een kuur volgde pas met 14%. Slechts 3% kreeg ooit een uitgesteld recept van hun huisarts of de huisartsenpost. Maar liefst 70% gaf aan best af te willen wachten zonder antibiotica, zelfs bij een bevestigde diagnose. Toch lag dit percentage het hoogst bij de vrouwen die minder frequent een urineweginfectie hadden. Hoe dan ook goed om te beseffen als we de imperfecte urinestick weer eens gebruiken dat veel vrouwen niet per se antibiotica willen, maar ook met andere vorm van klachtenverlichting geholpen zijn, zoals een NSAID. Een uitgesteld recept kan daar mogelijk ook nog bij helpen. Vroege dementie vroeg herkennen Elke huisarts herinnert zich wel die patiënt met een vroege dementie in de praktijk. Dementie op zo’n jonge leeftijd (dit is voor het 65ste levensjaar) maakt indruk bij de hele omgeving, inclusief de huisarts. Want niet zelden ging er wel spreekuurbezoek aan vooraf, of niet? Onderzoeksters Stevie Hendriks en Kirsten Peetoom koppelden met Huibert Tange en Loes van Bokhoven 89 patiënten met vroege dementie aan 162 zogenaamde gematchte cases in het Research Network Family Medicine (RNFM). We wilden toetsen of de klachtenpresentatie van de patiënten in de 5 jaar voorafgaand aan de diagnose al afwijkend was. Cognitieve symptomen kwamen bij de patiënten met vroege dementie al 5 jaar voor de diagnose vaker voor, affectieve symptomen 4 jaar, sociale symptomen 3 jaar, en gedragsymptomen 2 jaar voordien. Juist bij deze jongere ouderen vallen ook problemen op het werk onder de sociale symptomen. Functionele beperkingen traden het jaar voordien frequenter op. De patiënten die uiteindelijk de diagnose krijgen presenteren zich inderdaad dus anders. Maakt het onze klus makkelijker in de spreekkamer? Ik vrees van niet. Het RNFM bevat gegevens van 150.000 patiënten en de onderzoekers zochten vanaf 2014 en konden uiteindelijk ‘slechts’ 89 patiënten detecteren die voor het 70ste levensjaar de diagnose kregen. Het oppikken zal lastig blijven, zo

1 e uitgave 2022 E R betogen de onderzoekers, ook omdat de symptomen in het algemeen vaak voorkomen. Het presenteren met tenminste symptomen uit 2 groepen maakt de kans op herkenning wel groter. Bij stapelen van cognitieve, affectieve, sociale en gedragsymptomen en/of functionele beperkingen op jongere leeftijd mag de diagnose dus steeds hoger in de DD. De meester-gezel observatie Laury de Jonge is al jaren sectorhoofd onderwijs en de drijvende kracht achter huisartsgeneeskunde in het basiscurriculum in de geneeskunde opleiding. Hij promoveerde 28 maart op zijn proefschrift naar werkplekbeoordelingen. In een artikel in BMC Medical Education neemt hij de praktijkobservaties onder de loep. Die loep is een kwalitatieve studie waaruit blijkt dat praktijkobservaties van artsen-inopleiding vooral worden verricht omdat opleiders denken dat dit van hen verwacht wordt, bijvoorbeeld door het opleidingsinstituut of door de aios. Het gebruik van de observatie zelf en goede doel daarvan wordt zelden besproken behalve wellicht aan het begin van het traject. Het is een lezenswaardig artikel voor de lezende opleider en kan meteen voeding geven aan het leergesprek en het in praktijk brengen van de observatie. Observeren we omdat we denken dat het moet, of om te weten of de gegeven zorg veilig is? Of kan het toch nog andere doelen dienen? U kunt het antwoord waarschijnlijk wel raden. Kalk in het systeem Ongetwijfeld bent u de coronaire kalkscore al tegengekomen in brieven van de cardioloog. Ook de synoniemen kalkscore, calcium CT, CT coronairen komen regelmatig langs. Robert Willemsen, kaderhuisarts hart- en vaatziekten, huisarts in Maastricht en staflid bij de vakgroep huisartsgeneeskunde is betrokken bij enkele onderzoeksprojecten die de rol van de calcium-CT onderzoeken bij patiënten met stabiele angina pectoris. Samen met het team in Groningen schreef hij een review over de diagnostische en prognostische waarde van deze test. Ze includeerden daarbij 42 artikelen en definieerden obstructief coronairlijden als een stenose van meer dan 50% in 1 van de coronairen. Ofschoon natuurlijk veel data uit de tweedelijn komt – want daar wordt de kalkscore veelal gebruikt – komt zeker duidelijk naar voren dat een kalkscore van 0 bij patiënten met pijn op de borst klachten en een laag-tot-gemiddelde-kans op obstructief coronairlijden, de uiteindelijke kans op dat coronairlijden, of een myocardinfarct, zeer klein maakt. Een uitstekend diagnosticum en prognosticum dus bij patiënten met thoracale klachten, met name om af te zien van verdere diagnostiek? Het zal nog moeten blijken uit de lopende studies in de eerstelijn, maar het ziet er veelbelovend uit. Met de CONCRETE studie wordt onderzocht of een meer betrouwbare en vroegtijdige diagnostiek en behandeling van coronairlijden in de huisartsenpraktijk mogelijk is door de huisarts toegang te geven tot de CT-kalkscore test. Mogelijk doet u al mee. Voor meer informatie zie www.concrete-project.nl Referenties • Supervisory dyads’ communication and alignment regarding the use of workplace-based observations: a qualitative study in general practice residency. de Jonge LPJWM, Minkels FNE, Govaerts MJB, Muris JWM, Kramer AWM, van der Vleuten CPM, Timmerman AA.BMC Med Educ. 2022 Apr 28;22(1):330. doi: 10.1186/s12909-02203395-7 • Minor traumatic injuries in the emergency department pre- and post-implementation of an emergency care access point. van der Baaren R, Barten DG, van Osch F, van Barneveld KWY, Janzing HMJ, Cals JWL.J Eval Clin Pract. 2022 May 22. doi: 10.1111/jep.13705. Online ahead of print. PMID: 35599366 • Cross-sectional internet survey exploring women’s knowledge, attitudes and practice regarding urinary tract infection-related symptoms in the Netherlands. Cox SML, van Hoof MWEM, Lo-A-Foe K, Dinant GJ, Oudhuis GJ, Savelkoul P, Cals JWL, de Bont EGPM.BMJ Open. 2022 May 18;12(5):e059978. doi: 10.1136/bmjopen-2021-059978. PMID: 35584871 • Pre-Diagnostic Symptoms of Young-Onset Dementia in the General Practice up to Five Years Before Diagnosis. Hendriks S, Peetoom K, Tange H, van Bokhoven MA, van der Flier WM, Bakker C, Papma JM, Koopmans R, Verhey F, Köhler S, de Vugt M.J Alzheimers Dis. 2022 May 13. doi: 10.3233/JAD-220215. Online ahead of print.PMID: 35570494 • The Diagnostic and Prognostic Value of Coronary Calcium Scoring in Stable Chest Pain Patients: A Narrative Review. Koopman MY, Willemsen RTA, van der Harst P, van Bruggen R, Gratama JWC, Braam R, van Ooijen PMA, Doggen CJM, Dinant GJ, Kietselaer B, Vliegenthart R.Rofo. 2022 Mar;194(3):257-265. doi: 10.1055/a-1662-5711. Epub 2022 Jan 26.PMID: 35081649 15 H P op één lijn 70 B N C R N E R U E T S I S K K B A D M N E A W T E E S S R C S H U A I A T T G H E A U I

op één lijn 70 1 e uitgave 2022 NHG-congres 2022 Poten in de klein, kop in de cloud DOOR IVO GROSVELD, STUDENT GENEESKUNDE UNIVERSITEIT MAASTRICHT Een pakkende titel die zowel de invasie en het doolhof van eHealth toepassingen in de huisartsenzorg weergeeft, als het belang van vasthouden aan basisprincipes van de huisartsenzorg benadrukt. Als zesdejaars geneeskunde student doe ik in mijn WESPstage onderzoek naar de effectiviteit van digitale zorg in de 1e lijn in Nederland. Zoals ook de titel van het congres aangeeft is er momenteel sprake van een echte ‘digihype’ in de gezondheidszorg. Zo was het congres uiteraard niet alleen live, maar ook online te volgen, waardoor het minder druk was dan andere jaren (althans dat heb ik me door geroutineerde bezoekers laten vertellen). Desalniettemin waren de zalen gezellig vol en zat de sfeer er goed in. Ook op de beursvloer was het druk; iedereen had veel te vertellen na een lange tijd van uitstel. Ook voor mij voelde het als een hele happening na 2 jaar digitaal onderwijs vanuit thuis; eindelijk weer eens in een zaal zitten en luisteren zonder de mogelijkheid om een ander tabblad open te zetten. De huisarts in 2030: een digitale dokter? Deze duidelijke openingsvraag veroorzaakte de nodige reacties uit de zaal. De exponentiële groei van digitale tools zoals apps, wearables en ook het beeldbellen is ontstaan door de COVID-19 pandemie. Dat dit de rol van de huisarts heeft veranderd, is duidelijk, maar is de huidige tech-influx wel wenselijk en vooral ook zinvol? Het antwoord op deze vragen bleef onduidelijk. Wat wel als een paal boven water staat, is dat het vak van (huis)arts er in 2030 heel anders uit zal zien. Digital care: hype or hope? Om de after-lunch-dip te doorbreken is Mike Trenell, de baas van Changing Health, uitgenodigd. Een prikkelende en inspirerende keynote speaker. Zo noemt hij de hype, die digitale innovatie momenteel heeft, normaal. Hij illustreert dit aan de hand van de Hype Cycle: de eerste hype-piek met hoge verwachtingen wordt vaak gevolgd door teleurstelling in de innovatie, omdat deze niet voldoet aan de opgeblazen verwachtingen die men had. Hij gelooft dat deze ‘hype’ over kan gaan in ‘hope’. Hij vergelijkt de huidige implementatie van eHealth met de kreukelzone van een auto: het is essentieel voor de veiligheid, maar het is nog veel belangrijker om te leren autorijden. 16 16 16 Dit laatste is een stap die nu vaak wordt overgeslagen. Zorgverleners worden overspoeld met zorginnovaties zonder keurmerk en zonder te hebben geleerd hoe deze het best toegepast kunnen worden. Dat bleek ook uit de vele stands met innovaties op de beursvloer die dag. Selectie van zinvolle eHealth toepassingen en adequate training zijn nodig om iedere digistarter (digibeten bestaan in dit tijdperk niet meer, toch?) digivaardig te maken. Il dolce far niente: de kunst van het nietsdoen Aios chirurgie en tevens columniste van het NRC, Emma Bruns, sloot een geslaagde middag af met een humoristische, duidelijke boodschap: nietsdoen is ontzettend moeilijk, je weet namelijk nooit wanneer je klaar bent. In plaats van innovatie door middel van nieuwe technologie, apps of publicaties, innovatie door na te denken over: ‘wat kunnen we weglaten?’. Al met al een inspirerende middag, niet alleen voor het onderzoek waar ik bij betrokken ben, maar ook voor mij als persoon. Dit congres heeft mij aangezet tot nadenken: hoe zou ik eHealth willen inzetten in mijn toekomstige loopbaan? Ik ben in ieder geval enthousiast geworden van de mogelijkheden van digitalisering (al zijn die niet altijd alleen maar positief). Het is een boeiend en razendsnel innoverend gebied met veel kansen.

op één lijn 70 Benoeming Jerôme van Dongen is bijzonder lector Dr. Jerôme van Dongen, (Geleen, 1986) is per 1 september 2022 benoemd tot bijzonder lector Interprofessionele Samenwerking in de Wijk. Van Dongen studeerde gezondheidswetenschappen aan de Universiteit Maastricht (UM). In 2017 promoveerde hij vanuit Zuyd, in samenwerking met de vakgroep Huisartsgeneeskunde van de UM, op een onderzoek naar interprofessionele samenwerking in de eerste lijn. Zowel in het onderwijs, onderzoek als in de praktijk is Van Dongen op verschillende manieren bezig om interprofessionele teams en samenwerkingsverbanden te ondersteunen bij hun ontwikkeling. Een bijzonder lectoraat is een kenniskring op een hboinstelling, die het onderzoeksprogramma’s van één of meerdere bestaande lectoraten aanvult. Lectoraten stimuleren de ontwikkeling, overdracht en circulatie van kennis. Zij doen maatschappelijk relevant toegepast onderzoek en zijn een belangrijke spil in de driehoek onderzoek, onderwijs en praktijk. Een bijzonder lectoraat wordt in samenwerking met een bedrijf of instelling ingesteld. Interprofessionele samenwerking Het bijzonder lectoraat doet onderzoek naar manieren waarop de interprofessionele samenwerking in de wijk kan verbeteren. Onderzoeksvragen kunnen zijn: hoe begeleid, coach en ondersteun je de interprofessionele samenwerking in de wijk? Welke (organisatie)structuur, werkwijzen, leermethoden, tools, hulpmiddelen, eHealth-toepassingen of sociale technologieën kunnen hierbij ondersteunen? Een andere vraag is: onder welke condities leidt samenwerking tussen verschillende beroepskrachten tot aantoonbare meerwaarde voor henzelf, burgers, cliënten en hun naasten? Lees het hele artikel op: https://www.mik-piwgroep.nl/ nieuws/8-nieuws/135-jerome-van-dongen Doen of laten? Landelijke campagne Gepaste zorg bij maagklachten DOOR JEANNEMIEKE SCHADE, HUISARTSDOCENT ERASMUS MC EN PROJECTCOÖRDINATOR Een op de vier Nederlanders heeft weleens last van maagklachten. Een groot deel daarvan bezoekt hiervoor de huisarts. Vaak spelen leefstijlfactoren een rol bij de klachten, maar daarvoor is onvoldoende aandacht. In veel gevallen wordt overgegaan tot het voorschrijven van medicatie of wordt verwezen voor een gastroscopie. Om deze zorg te verbeteren start een landelijke campagne ‘Doen of laten?’ om patiënten beter te informeren en overdiagnostiek en overbehandeling bij maagklachten terug te dringen. In samenwerking met Thuisarts.nl is een interactieve keuzehulp voor patiënten ontwikkeld. De keuzehulp geeft patiënten meer informatie over maagklachten, over hoe de maag werkt en wanneer onderzoeken nodig zijn bij maagklachten. Om deze onder de aandacht te brengen kunnen huisartsen en apothekers gratis (digitale) flyers en wachtkamerposters aanvragen. Voor huisartsen is er een geaccrediteerde elearning over maagklachten beschikbaar. Daarnaast is al het benodigde werkmateriaal voor een FTO over maagklachten, gratis beschikbaar voor huisartsen en apothekers. Alle materialen staan op https://doenoflaten.nl/maagklachten/ • Keuzehulp Maagklachten • Flyers en posters, zowel digitaal als gedrukt • FTO-modules • E-learning 17

1 e uitgave 2022 1 e uitgave 2014 WESP-student Kylian Hermkens Interventie therapietrouw Ziektelastmeter Chronische Aandoeningen BEGELEIDERS: ANNERIKA GIDDING-SLOK EN DANNY CLAESSENS Vraagstelling De Ziektelastmeter is een instrument dat zorgverleners kan helpen om een persoonsgericht gesprek te hebben in het kader van chronische zorg. Het daadwerkelijke gebruik speelt een essentiële rol in de implementatie en de effecten bij patiënten. In dit onderzoek wordt de interventietrouw aan de Ziektelastmeter door zorgverleners beschreven. Studiedesign Na 12 maanden werken met de Ziektelastmeter zijn 8 praktijkondersteuners en 1 huisarts geïnterviewd. De interviewguide was gebaseerd op het “conceptual framework for implementation fidelity”. Transcripten werden gecodeerd, waarna een thematische analyse uitgevoerd werd. Primair resultaat en conclusie Vanwege coronagerelateerde beperkingen en verhoogde werkdruk, is er weinig met de Ziektelastmeter gewerkt. Desalniettemin werden het invullen van de vragenlijst en gebruiken van het ballonnenplaatje trouw uitgevoerd. Voor het voeren van een gesprek over ziektelast, het opstellen van persoonlijke behandelplannen, en het monitoren van de voortgang, is aanvullende training/scholing raadzaam. WESP-student Juliette Klein Hesselink E-meedenkconsulten kindergeneeskunde BEGELEIDERS: JOCHEN CALS, DENNIS MURIS EN KEN PEETERS Vraagstelling Door de alsmaar stijgende zorgkosten wordt steeds meer ingezet op substitutie van zorg, onder andere door het gebruik van e-meedenkconsulten. Dit is een vorm van asynchrone elektronische communicatie tussen huisartsen en specialisten in de tweede lijn. In deze studie onderzochten we of het gebruik van e-meedenkconsulten kindergeneeskunde leidt tot minder verwijzingen naar de tweede lijn. Studiedesign Deze retrospectieve observationele studie analyseerde 236 e-meedenkconsulten kindergeneeskunde, ingestuurd tussen maart 2019 en april 2021 door huisartsen uit de Westelijke Mijnstreek en werden beantwoord door de 18 18 kinderartsen van het Zuyderland MC. We onderzochten onder andere of huisartsen de patiënt hadden verwezen als het e-meedenkconsult niet had bestaan en of de patiënt binnen 6 maanden na het indienen van een e-meedenkconsult werd verwezen naar de tweede lijn. Primair resultaat en conclusie De e-meedenkconsulten kindergeneeskunde reduceren ruim 35% van de verwijzingen naar de tweede lijn. 61% van de patiënten kon zes maanden na het inzetten van een e-meedenkconsult onder behandeling blijven bij de eigen huisarts. E-meedenkconsulten lijken dus een substantieel effect te hebben op de substitutie van zorg. op één lijn 70

1 e uitgave 2022 WESP-student Levi Schuurman Het leren van arts-patiënt communicatie in de huisartsenpraktijk BEGELEIDERS: MICHELLE VERHEIJDEN EN ANGELIQUE TIMMERMAN Vraagstelling Het doel van de studie is om inzicht te krijgen in hoe aios leren om vaardig (flexibel en creatief) met patiënten te communiceren in de huisartsenpraktijk. Dit onderzoeken we door de aios te bevragen over hun toegepaste communicatie, hun reflecties hierop en tot slot door te vragen hoe ze door de opleider in de huisartsenpraktijk en de huisartsopleiding ondersteund willen worden in hun eigen leerproces. Studiedesign Ons onderzoek is een kwalitatieve exploratieve studie, waarbij observaties van een spreekuur van de aios in de huisartsenpraktijk gevolgd worden door een ‘stimulatedreflectie interview’ bij acht aios huisartsgeneeskunde. In dit interview vroegen we hen een waardevol moment voor wat betreft communicatie te kiezen als startpunt, waarna we dit fragment terugluisteren en we de aios vragen hierop te reflecteren. Primair resultaat en conclusie Onderzoek wees uit dat de geïnterviewde aios door middel van reflectie een cyclus met verschillende fases doorlopen, wanneer ze communicatie leren: ze worden getriggerd door een ervaring uit de praktijk, ze worden zich bewust van deze trigger, er volgt een uitkomst en de aios besluit te experimenteren met alternatieve communicatie. Daarnaast gaven de aios aan dat de opleider in de klinische praktijk een grotere rol speelt in de ondersteuning van hun leerproces dan de huisartsopleiding. De aios hechtten veel waarde aan continuïteit van observaties, gedetailleerde feedback en de persoonlijke begeleiding van een supervisor. WESP-student Daan van Ooyen Effectiviteit van Acupunctuur bij Chronische vermoeidheid BEGELEIDERS: GEERT-JAN DINANT EN ERIK STOLPER Vraagstelling Wat is de kwaliteit van de body of evidence omtrent de effectiviteit van acupunctuur voor chronische vermoeidheid? Studiedesign Umbrella review met een systematische literatuur search en gevolgd door een kwaliteitsbeoordeling via AMSTAR 2 (methodologie), PRISMA (rapportage kwaliteit) en GRADE (zekerheid van de resultaten). Primair resultaat en conclusie 5 systematische reviews en meta-analyses (SRs/ MAs) demonstreerden allen statistisch significante en klinisch relevante verminderingen van vermoeidheid op vermoeidheid-specifieke questionnaires wanneer acupunctuur vergeleken werd met sham of andere controlegroepen. Echter, de methodologische kwaliteit van de primaire (RCTs) en geïncludeerde SRs/MAs voldeden nog niet aan Westerse standaarden. Derhalve is de voorlopige evidence veelbelovend, maar nog niet definitief. 19 19 op één lijn 70

op één lijn 70 1 e uitgave 2022 CAPHRI PhD Video Award voor Thanee Uittenhout Tijdens de CAPHRI Research Day heeft Thanee Uittenhout de ‘CAPHRI PhD Video Award’ gewonnen voor haar filmpje over haar onderzoek naar gepersonaliseerde behandeling in de oncologie. Met de oproep “Jouw promotieonderzoek in de spotlight” werden alle CAPHRI PhD-kandidaten uitgenodigd een film in te sturen over hun promotieonderzoek. De enige voorwaarden: de film moet geschikt zijn voor een lekenpubliek en mag niet langer dan 3 minuten duren. Alle ingezonden video’s werden getoond tijdens de PhD sessie waarin het belang van wetenschapscommunicatie centraal stond. Een jury bestaande uit PhD kandidaten en senior onderzoekers beoordeelden de video’s op inhoud, begrijpelijkheid en engagement. De film van Thanee kwam daarbij als beste uit de bus. De prijs is een bronzen penning gemaakt door de kunstenaar Wil van der Laan. Link naar Thanees film: https://lnkd.in/e7ecDEeM Clinicus van het jaar verkiezing Wie hebben gewonnen? DOOR BABETTE DOORN, REDACTIE Op 10 februari 2022 was de uitreiking door studentenvereniging MSV Pulse voor beste clinicus van het jaar. De genomineerde huisartsen in de categorie ‘Beste werkplekbegeleider bij het coschap’ waren: • Sjama de Boer-Manichand Huisartsenpraktijk de Boer, Eindhoven • Dennis van Veenendaal Huisartsenpraktijk van Veenendaal, Udenhout • Marjolein Visser Huisartsenpraktijk Visser en Hoffmann, Eindhoven Op basis van studentevaluaties was Dennis deze ronde de allerbeste begeleider! Laury Dennis Een andere categorie waarin huisartsen meedingen, is die van mentor in de masterfase. Hoe mooi dat deze prijs werd gewonnen door niemand minder dan Laury de Jonge. Laury is sectorhoofd onderwijs binnen onze vakgroep. Recent promoveerde hij op een onderzoek van onderwijs over werkplekleren. Elders in dit blad vindt u dat artikel. 20 20 20

op één lijn 70 Opleiding Ouderengeneeskunde Tapas DOOR MARIËLLE VAN DER VELDEN-DAAMEN, HOOFD OPLEIDING Graag blik ik terug op de afgelopen twee jaar als hoofd van de opleiding Ouderengeneeskunde Maastricht. Vanuit de jarenlange samenwerking met Jos Schols gedurende mijn promotietraject kwam de vraag of ik de vervolgopleiding tot specialist ouderengeneeskunde mee vorm wilde geven. De functie als hoofd op me nemen paste prima in het op zoek zijn naar een nieuwe uitdaging. Onder het motto: “ik heb het nog nooit gedaan, dus denk dat ik het wel kan” kom je vaak een heel eind. Tot nu toe word ik ook nog steeds blij van deze stap. Ik word continu uitgedaagd om, samen met collega’s, onze visie op opleiden en ons vak uit te dragen en neer te zetten. Samen met docenten en aios de ‘couleur locale’ bepalen, met als uitgangspunt het landelijk opleidingsplan geeft een mooie dynamiek. Vanuit onze visie ‘voor en door de regio’ vinden we een optimale samenwerking tussen verschillende specialismen en disciplines van groot belang. Het enthousiasme vanuit andere specialismen om een bijdrage te leveren aan de opleiding is enorm. Mijn netwerk heeft zich de afgelopen twee jaar dan ook flink uitgebreid. En dat voor iemand die 10 jaar geleden nog zei: “Netwerken, dat is niet aan mij besteed, daar zoek je maar iemand anders voor…”. Een leuk onderwerp voor intervisie. Vanaf september starten we met het derde jaar van de opleiding. Dat betekent dat we dan een volledige opleidingscyclus rond hebben. Behalve acteren op lokaal niveau gebeurt dit ook op landelijk niveau. Als hoofd ben ik toegetreden tot het bestuur van de Samenwerkende Opleidingen tot specialisten Ouderengeneeskunde Nederland (SOON). Dit is het samenwerkingsverband tussen de opleidingen tot specialist ouderengeneeskunde. Deelnemen aan een SOON-bestuur is wel even wennen. Dan besef je pas hoe vertrouwd het is binnen je eigen opleidingsinstituut. Voor de zittende bestuursleden die jaren als driekoppig bestuur functioneerde en waar nu opeens twee nieuwe bestuursleden (Groningen en Maastricht) bijkwamen, was het ook omschakelen. Voor mij was het ontvangen van veel nieuwe informatie, meebeslissen over onderwerpen waar je de ins en outs niet volledig van kent en dan vanwege corona ook nog digitaal vergaderen, niet echt ideaal. Op een recente heidag (in Groningen) merk je hoe belangrijk fysieke bijeenkomsten zijn om elkaar beter te leren kennen. Het draagt bij aan meer openheid naar elkaar. Ter voorbereiding voor een agendapunt mocht je nadenken over welk gerecht jou het best omschreef. Lastig om dat van jezelf te zeggen. Dus een hulplijn ingeschakeld, zijnde mijn echtgenoot. Hij vond ‘tapas’ wel passend. Gevarieerd en veelzijdig. Zeker herkenbaar! Nieuwe dingen uitproberen. Dat is wat we bij de opleiding natuurlijk continue doen. Creatief bezig zijn. Spanje, Italië, warme landen, ik straal volgens mijn omgeving wel warmte uit, als persoonlijkheid wel te verstaan. De keuzes van de collega’s waren eveneens treffende beschrijvingen. Ik daag jullie ook uit om eens na te denken over welk gerecht jou het best beschrijft. Ben benieuwd of ik er ergens iets van terug hoor. In de tussentijd blijf ik me samen met het enthousiaste team ouderengeneeskunde Maastricht inzetten om er voor de aios een onvergetelijke opleiding van te maken. 21

op één lijn 70 1 e uitgave 2022 Opleiding (tot specialist) ouderengeneeskunde Bijna rond, maar nooit af DOOR BABETTE DOORN, PROJECTMANAGER In 2020 werd de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde in Maastricht opgezet. We kregen van de RGS een erkenning voor onbepaalde tijd. Jaarlijks start een nieuwe groep aios in september. Momenteel loopt het tweede jaar bijna op zijn eind En zijn nieuwe aios voor de start in september 2022 geselecteerd. Tijd voor een update. RGS We kregen in 2020 van de RGS een erkenning voor onbepaalde tijd. Ruim een jaar na de start kregen we een evaluatie. Deze was op 18 februari 2022. De evaluatiecommissie constateerde ‘dat er in korte tijd veel is bereikt en dat er een volwaardige opleiding is ontstaan waar nog ruimte is voor verdere doorontwikkeling en verbetering’. We kregen drie adviezen: 1. Communiceer duidelijk en overzichtelijk over organisatie, planning en structuur van de opleiding naar aios en opleiders. 2. Maak duidelijker hoe veiligheid van het opleidingsklimaat geborgd is binnen het opleidingsinstituut, de opleidingsinstellingen en de Universiteit Maastricht. 3. Maak de kwaliteitscyclus voor de opleiding zowel op organisatieniveau als op het niveau van de opleiding rond en maak duidelijker hoe informatie wordt verzameld en geanalyseerd, hoe alle opleidingsactoren worden betrokken, hoe het leidt tot een ontwikkelplan en hoe de uitkomsten van de kwaliteitscyclus worden verwerkt in het instituutsopleidingsplan. Over twee jaar (mei 2024) zullen wij een kwaliteitsrapportage indienen bij de RGS waarin wij onder andere laten zien hoe bovenstaande adviezen zijn opgepakt. Over vijf jaar vindt een volgend evaluatiebezoek plaats. Aios Op dit moment zijn er 23 aios in opleiding. Het derde en tevens laatste jaar van de opleiding start in september 2022. Voor ons een mooi moment omdat dan de opleiding ‘rond’ is, want af of klaar, dat is het nooit. De allereerste lichting gaat ook dit onderwijs als eerste ‘consumeren’, evalueren en helpen verbeteren. Half mei waren de selectiegesprekken met de kandidaten die in september gaan starten. Naar verwachting kan dan een groep van 10 nieuwe aios starten waardoor het totale aantal aios op 33 komt. Inmiddels zijn er ook weer fysieke voorlichtings- en wervingsactiviteiten mogelijk. Het is voor iedereen nog even wennen, maar we hopen dat dit snel weer nieuwe vruchten afwerpt. 22 22 22 AIOTO Jessica Ruisch is de eerste AIOTO van de opleiding Ouderengeneeskunde. Zij is in september 2021 gestart met de opleiding en combineert dit met een promotietraject. Elders in het blad in de rubriek ‘Stelt zich voor’ vertelt zij wie ze is en wat ze doet. Opleiders Tot nu toe zijn 19 opleiders actief voor Maastricht. Een paar keer per jaar hebben zij afstemmingsdagen inclusief supervisie op het instituut. Afhankelijk van de nieuwe aios en hun opleidingsplek zal dit aantal mogelijk verder toenemen. Het accrediteren van nieuwe opleiders en instellingen kunnen de instituten tegenwoordig zelf. Op onze website onder opleiders staat een stroomschema met acties voor wie erkend wil worden. Staf De opleiding groeit en daardoor neemt het aantal stafleden ook toe, zoals extra docenten. Zij stellen zich voor in de gebruikelijke rubriek elders in dit blad. Daarnaast is het gelukt om een nieuwe medewerker studentzaken te vinden die Caroline Geurten opvolgt; dat is Claudia Smeets-Garcia. Beiden zitten naast elkaar op een kamer dus de lijnen blijven gelukkig kort. Hoogleraar Ouderengeneeskunde Professor Jos Schols was al bekend als Maastrichtse hoogleraar ouderengeneeskunde. Hij blijft nog een tijd werkzaam tot aan zijn pensioen, maar gelukkig is er tijdig een opvolger gevonden en benoemd per 1 januari 2022. Dat is de eerste vrouwelijke hoogleraar Ouderengeneeskunde in Nederland: Daisy Janssen (1979). Daisy is wetenschapsdocent bij de opleiding. Op 2 december 2022 is haar inaugurele rede in Maastricht. Landelijk De vijf opleidingsinstituten ouderengeneeskunde zijn landelijk verbonden via SOON. Net als bij Huisartsopleiding Nederland wordt ook hier een aantal zaken centraal geregeld. In SOON verband bestaan diverse landelijke commissies. Maastricht sluit steeds vaker aan bij deze commissies (zoals landelijk curriculum, kwaliteit en selectie) en helpt zo mee om beleid uit te denken en taken uit te voeren.

In de leer Begin de dag met een lach DOOR CHARLOTTE COOPMANS, TWEEDEJAARS AIOS OUDERENGENEESKUNDE “Oud worden is een zegen, het zijn valt soms vies tegen.” Dit zinnetje heb ik mijn opa van 90+ het afgelopen jaar meermaals horen zeggen wanneer ik hem sprak. Laatst nog aan de telefoon, vlak voordat hij werd opgenomen in het ziekenhuis met een falend hart en met een ontzettend nare en heftige oorontsteking. Nu hoort hij sowieso al slecht, dus hij hoorde niets van wat ik zei. Maar daar was ‘ie weer en ik verstond hem luid en duidelijk. Op zijn 90e verjaardag vroeg ik hem naar zijn geheim. “Hoe word je zo oud en blijf je fit?” Zijn antwoord: “Sta iedere dag op met een lach.” Wat een wijze les. Het deed mij meteen denken aan een van de vele liedjes en versjes van mijn opa die we vroeger zongen. Begin de dag met een dansje Begin de dag met een lach Want wie vrolijk kijkt in de morgen Die lacht de hele dag Ja die lacht de hele dag! Tegenwoordig zing ik dit liedje vaak in de ochtend voor mijn zoontje van bijna twee. Dan krijg ik een grote lach en een dikke knuffel! Hij heeft nog een heel leven voor zich, dat van mijn opa is eindigend en dat valt hem zwaar. Ik gun hem met heel mijn hart die lach, iedere ochtend van iedere dag. Voor de rest van zijn leven…. Benoeming hoogleraar Ouderengeneeskunde Klaar voor de toekomst! Daisy Janssen is per 1 januari 2022 benoemd tot hoogleraar Ouderengeneeskunde aan de Faculty of Health, Medicine and Life Sciences van de Universiteit Maastricht (UM). Met de benoeming van dr. Daisy Janssen tot hoogleraar sorteert de Universiteit Maastricht tijdig voor op de opvolging van de zittende leerstoelhouder, prof. dr. Jos Schols. De leerstoel ouderengeneeskunde is een belangrijke schakel in het interdisciplinaire onderwijs en onderzoek op het terrein van de zorg voor ouderen in een kwetsbare positie binnen de Academische Werkplaats Ouderenzorg Limburg (AWO-L). De nieuwe leerstoel richt zich in het bijzonder op de gepersonaliseerde zorg voor mensen met gevorderd chronisch orgaanfalen. Daisy Janssen is als wetenschapsdocent betrokken bij de opleiding Ouderengeneeskunde Maastricht. Wanneer De oratie is op vrijdag 2 december 2022 om 16.30 uur in de aula van de UM op de Minderbroedersberg. De oratie wordt voorafgegaan door een middagsymposium georganiseerd door de Academische Werkplaats OuderenzorgLimburg (AWO-L) en Ciro Horn. Het symposium heeft als titel: Ouderengeneeskunde: klaar voor de toekomst! 23 op één lijn 70

op één lijn 70 1 e uitgave 2022 50 JAAR VERENSO Een geslaagd jubileumcongres DOOR MATHIEU PREVOO, SPECIALIST OUDERENGENEESKUNDE Op 1 en 2 juni was in Bunnik het jaarcongres van de Vereniging van specialisten ouderengeneeskunde (Verenso); dit stond in het teken van vieren. Vieren dat we al 50 jaar de richting aangeven wat Ouderengeneeskunde betreft, vieren dat we dat al 50 jaar doen met bezieling, door samen te werken, ons vak te promoten, leiderschap te tonen. De belangrijkste boodschap die veel sprekers ons meegaven was: Durf door te gaan met pionieren. Het waren ook twee dagen van vieren dat we weer met collegae bij elkaar konden zijn, elkaar de hand geven en samen op de jarige vereniging toosten. Niet alleen met alle leden, maar ook met de vele genodigden van ‘buiten het vak’ en samenwerkingspartners uit het veld. Op 1 juni startte het feestelijk middagprogramma waarbij een pianist ons muzikaal door 50 jaar loodste aan de hand van muziek: The Pianoman, ABBA, Leonard Cohen, Toto etc. Het gaf een gevoel van gegroeid zijn naar een moderne tijd. Twee ereleden vertelden over de ontstaansgeschiedenis en de groei. Onze voorzitter, Jacqueline de Groot, richtte samen met Marc Broekman, een (jong) lid van de congrescommissie, de blik op de toekomst. Onze ambities staan in de nota ‘Specialist Ouderengeneeskunde 2030’ beschreven. Op beide congresdagen vormde de inhoud het kompas. Conny Helder, Minister voor langdurige zorg en sport, richtte zich daarna tot 460 leden en sprak over haar warme banden met de ouderengeneeskunde en hoe zij ons graag ziet participeren in het nieuwe programma ‘Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen’ (WOZO). Minister Helder nam daarna graag de wensen van Specialisten Ouderengeneeskunde in ontvangst en beloofde er serieus over na te denken hoe deze in te passen in dit nieuwe programma. Verassend en inspirerend was het beeld dat geschetst werd door twee jonge Verenso-leden via een film van hun werkplek. Vera van Atteveld en Doede Veltman brachten met hun gedrevenheid en positiviteit veel energie over op de zaal. Na deze terug- en vooruitblik werd er geborreld en gedineerd. De eerste dag werd afgesloten met een dansfeest met DJ. De opkomst was geweldig, zoals het hoort op een jubileumfeest! 24 24 24 Ruim 600 deelnemers werden op dag 2 welkom geheten door het Verenso-bestuur en haar medewerkers. Onze eigen hoogleraar Jos Schols hield een prikkelende plenaire start, via een terugblik met vragen en een vooruitblik met twijfels. Er volgde een stevige en levendige discussie en hij sloot af met alle egards richting de 50-jarige vereniging. Er waren in totaal 5 zalen die elk een specifiek onderwerp hadden: Expertmeetings over de toekomst van de ouderengeneeskunde, de toekomst van de opleiding, het belang van zorgtechnologie, bijzondere doelgroepen nu en in de toekomst, omgaan met crisis (inclusief Wet Zorg & Dwang-crises). Deze zalen werden peilers genoemd. De expertmeetings boden de mogelijkheid tot verdieping. Zeker gezien de grote opkomst is dit als een compliment aan de referenten te beschouwen. De dag werd afgesloten met een stimulerende speech door hoogleraar Rudi Westendorp, werkzaam in Leiden en Kopenhagen. Zijn hulde aan de vereniging sloot een tweedaags jubileumcongres af dat op de eerste dag toonde, dat we de zachte competenties beheersen en sterk zijn in social skills en op dag 2 dat we de harde competenties ook beheersen en goed zijn in translationeel denken. Wat vonden de aios ervan? Door Shanly Seferina, specialist ouderengeneeskunde i.o. Ook voor de AIOS-Specialist ouderengeneeskunde was het Jubileumcongres erg geslaagd te noemen. Voor het eerst samen tijdens een Verenso congres in de post-strenge maatregelen en post-lock-down periode. Beide dagen was het prachtig weer. We werden begroet door een volle parkeerplaats bij het Postillion hotel in Bunnik. Eenmaal geparkeerd voelde je al de hoge verwachtingen van iedereen. Ontvangst was super, alles was goed geregeld. Glimlachende gezichten bij de ingang, die je meenamen naar de grote zaal voor de

op één lijn 70 Mathieu (middenvoor) omringd door tweedejaars aios Maastricht gezamenlijke opening. Eenmaal in de zaal was het een en al begroeting, bijkletsen, kennismaken. Het programma zelf was verassend, prikkelend, zeer afwisselend en van hoge inhoudelijke kwaliteit. Kort genoeg om energie over te houden voor het diner en feest, maar ook uitdagend genoeg om je enthousiast te maken voor dag 2. De dag werd afgesloten met gezellig borrelen en lekker dineren. Het feest was ook zeer geslaagd, druk bezocht met als hoogtepunt met z’n allen in de polonaise. Dag twee werd geopend door een inspirerend en prikkelend praatje van professor Jos Schols, waarbij ondanks het gefeest tot in de late uurtjes, iedereen klaarwakker op het puntje van hun stoel zat. Alle ‘peilers’, zalen met thema’s, werden goed bezocht. Applaus na applaus volgde elkaar op, aan het eind van elk praatje in de volle, warme zalen. Tijdens de pauzes was er tijd om bij te kletsen en bij de kraampjes kon je je oriënteren in verschillende facetten van het vak ouderengeneeskunde. Natuurlijk weer onder het genot van een hapje, drankje en zelfs een ijsje. De Algemene Leden Vergadering (ALV) van VASON (Vereniging voor Artsen in opleiding tot Specialist Ouderengeneeskunde) was een leuk, leerzaam en inzichtgevend intermezzo op dag 1. Op dag 2 zorgde de ALV van Verenso, ondanks de officiële onderdelen, ook voor ruimte om in gemoedelijke sfeer kennis te maken met onze toekomstige landelijke vakgroep. Take home message is wat mij betreft: ervoor zorgen dat we zichtbaar worden/blijven, zodat we met z’n allen dit mooie vak kunnen blijven promoten. Op naar de volgende 50 jaar en beyond! De geslaagden KADEROPLEIDING OPLEIDEN (KOO) Op 18 maart 2022 ontving een aantal opleiders Ouderengeneeskunde hun certificaat voor de Kaderopleiding Opleiden. De uitreiking was op het kantoor van de koepelorganisatie SOON in Utrecht. Het hoofd van de opleiding in Maastricht sprak de geslaagden die voor Maastricht (nu heel Limburg) opleiden toe. Vlnr op de foto: Sylvia Wolters (VOSON), Nicole Haarman (VOSON), Suzanne Opheij-Parthemos (VOSON), Sytske de Jong (GRONINGEN), Loes Dijkhuis (MAASTRICHT), Romy Schoonbroodt-Janssen (MAASTRICHT), Jurriaan Bos (GERION), Naftha Jelluma (AVGopleiding) 25

op één lijn 70 1 e uitgave 2022 Uit het hoofd Een prachtig vak DOOR MATTHIJS LIMPENS, HOOFD HUISARTSOPLEIDING MAASTRICHT INGRID VAN DER HEIJDEN, PLAATSVERVANGEND HOOFD De huisartsen zijn in de ban van acties en zitten vol ideeën over hoe deze acties vormgegeven kunnen worden: van stiptheidsacties en zondagdiensten tot een landelijke grote actiedag op 1 juli. De actiebereidheid is groot. Het huisartsentekort en de toegenomen werkdruk zijn de belangrijkste factoren om onze stem te verheffen. Deze problemen spelen niet alleen in de huisartsenzorg. De jongere generatie heeft andere ideeën over de positie van werk in hun leven. Op deze generatie heeft de Randstad een grote aantrekkingskracht. En in heel Nederland zijn er personeelstekorten in ongeveer alle sectoren. Dit betreft niet alleen een tekort aan huisartsen, maar het hele team in de huisartsenpraktijk: vervanging vinden bij uitval van een doktersassistente is een uitdaging. Het huisartsentekort en de toegenomen werkdruk vragen los van elkaar aandacht, maar hebben zeker ook met elkaar te maken. Al is het maar, dat als het tekort niet opgelost wordt, de werkdruk nog verder zal toe nemen. Rol van de opleiding Het huisartsentekort is al langer in beeld. De huisartsopleiding is de laatste jaren dan ook al flink gegroeid. In 2010 werden landelijk 620 huisartsen opgeleid. Voor 2023 staan 920 landelijke opleidingsplekken gepland. In onderstaand figuur is te zien dat de opleidingen hun best doen de opengestelde opleidingsplekken te vullen. Deze groei kan alleen maar geleidelijk vorm gegeven worden en is ook afhankelijk van voldoende opleidingspraktijken, stageplaatsen en docenten. Ook in onze regio is er in de afgelopen jaren een flinke groei gerealiseerd. In 2017 hadden wij 18 groepen aios over 3 jaar. Sinds 2022 starten zowel in Maastricht als in Eindhoven 4 groepen per jaar, dat worden 24 groepen aios over 3 jaar. De aantrekkingskracht van de Randstad is een algemene tendens. Dit maakt het voor de perifere huisartsopleidingen en regionale huisartsenorganisaties en praktijken niet makkelijker. Het blijft voor deze opleidingen een uitdaging de maximale opleidingscapaciteit te benutten. 26 26 26

1 e uitgave 2022 Met alleen het verruimen van de opleiding wordt het tekort aan huisartsen niet opgelost. De veranderende behoeften van huisartsen en patiënten zal de manier van werken beïnvloeden: meer tijd voor de patiënt, kleinere praktijken, langere consulttijd, reële werktijden (3 dagen in de praktijk betekent nu nog 38-40 uur), gedeelde verantwoordelijkheid. Veel van deze wensen zijn niet alleen zorg-gerelateerd maar algemene ontwikkelingen. Er wordt vaak geroepen dat de nieuwe generatie geen interesse heeft in praktijkovername, ze zouden te weinig kennis hebben en de verantwoordelijkheid te zwaar vinden. Meer onderwijs in praktijkmanagement wordt dan gezien als de oplossing. Daar is landelijk dan ook hard aan gewerkt met nieuwe onderwijsmodules praktijkmanagement. In gesprek met de aios horen we ook andere geluiden. Ze zijn zeker geen doemdenkers en zien de toekomst positief tegemoet met allerlei nieuwe kansen. Veel aios willen wel degelijk een praktijk overnemen. ‘Invloed hebben op je eigen werk’, wordt daarbij als belangrijk argument aangegeven. Wat opvalt is dat ze eerst goed willen rondkijken. Regelmatig sluit de huidige praktijkvoering van over te nemen praktijken niet aan bij de ideeën van de jonge huisartsen. Dit wordt niet opgelost met meer onderwijs in praktijkmanagement. Hierin hebben we als beroepsgroep een taak op te pakken. Als huisartsopleiding hebben we in het derde opleidingsjaar veel aandacht voor hoe de aios wil dokteren. In onderwijsonderdelen ‘Arts en maatschappij’, interprofessioneel werken en intervisie ligt de nadruk op de persoonlijke en maatschappelijke verwachtingen. Ook is er aandacht voor vernieuwingen in het vak, eHealth, brede gezondheidszorg concepten en nieuwe vormen van ondersteuning in de praktijkvoering. Beeldvorming Niet alleen de huisartsopleiding maar de hele beroepsgroep levert een bijdrage aan het beeld dat de aios van het beroep krijgen. Als rolmodellen willen wij vooral uitdragen dat het ondanks de eerdergenoemde uitdagingen nog steeds een mooi vak is. De waardering door patiënten blijft onverminderd hoog. Dit is ook door aios opgepakt: zij zijn een campagne gestart om de positieve aspecten zichtbaarder te maken die online te volgen is via #BlijeHuisarts. Laten we de aios hierin volgen en met z’n allen vooral ook de redenen blijven benoemen waarom wij dit prachtige vak uitoefenen. Made in Maastricht 21 december 2021, v.l.n.r.: Marloes de Kok, Geertje Diepens, Loes Driessen, Femke Deguelle, Dominique Beckers, Bauke Jansen, Evelien Vink, Michelle Prevoo, Mitchell Gout, Chloë Brouns 27 op één lijn 70

op één lijn 70 1 e uitgave 2022 Made in Maastricht 8 maart 2022, v.l.n.r.: Janine Penders, Dion Branje, Sophie Joosten, Rosan Luijcks, Yalda Haydary, Edmée Kerkhofs, Tom van der Sterren, Leontien Boots, Peter Sievert, Vera Peters 7 juni 2022, v.l.n.r.: Amber Quanjel, Clint Boymans, Jip Mutsaers, Valerie Fijen, Kirsten Frusch, Nathalie Anthonissen, Linda Meertens, Anne Jeurissen, Miriam Harings, Leslie in het Panhuis 28 28 28

1 e uitgave 2022 Made in Eindhoven 22 maart 2022, v.l.n.r.: Ineke Hussaarts (groepsbegeleider), Kim Lambregts, Juliëtte Vervuurt, Judith Jacobs, Elke Verstappen, Sanne Eyck, Maxime van Kemenade, Sarah Wijen (groepsbegeleider) 21 juni 2022, v.l.n.r.: Nathalie Beelen (HAB), Hester Bakers, Sarah Penninx, Froukje Andriessen, Jeantine Vons (GW-er), Stefan van Rooijen, Pieter van Kempen en Maaike Diepens 29 op één lijn 70

op één lijn 70 1 e uitgave 2022 SBOH academiseringsprijs 2022 DOOR PLEUN BEELEN, GEPROMOVEERD HUISARTS Op 13 mei 2022 heb ik de SBOH Academiseringsprijs gewonnen, een hele eer! De academiseringsprijs is een prijs voor het beste wetenschappelijke artikel geschreven door een huisarts in opleiding. Ik heb de prijs ontvangen voor ons artikel: “Levonorgestrel-releasing intrauterine system versus endometrial ablation for heavy menstrual bleeding”. In dit artikel worden de resultaten beschreven van de MIRAstudie: een multicenter gerandomiseerd onderzoek met een non-inferioriteitsdesign. 26 ziekenhuizen en omliggende huisartspraktijken in Nederland hebben aan deze studie deelgenomen. In de studie wilden we onderzoeken of een strategie startend met het hormoonspiraal minstens zo effectief is als een strategie startend met endometriumablatie. Vrouwen van 34 jaar en ouder met hevig menstrueel bloedverlies werden gerandomiseerd naar een behandelstrategie startend met het hormoonspiraal (Mirena®) of een behandelstrategie startend met endometriumablatie (NovaSure®). In totaal werden 270 vrouwen gedurende 24 maanden gevolgd, 132 vrouwen in de hormoonspiraalgroep en 138 vrouwen in de endometriumablatie groep. We toonden aan dat beide strategieën tot een aanzienlijke vermindering van menstrueel bloedverlies leiden met een vergelijkbare tevredenheid en kwaliteit van leven. Bij het spiraal was de gemiddelde hoeveelheid bloedverlies na 24 maanden echter iets hoger en de kans op aanvullende ingrepen groter. Deze nadelen moeten worden afgewogen tegen de voordelen van een spiraal zoals dat deze gemakkelijk te plaatsen is in de eerste lijn, omkeerbaar is en ook een anticonceptief effect heeft. Door de verschillen in effectiviteit en behandelkenmerken van de hormoonspiraal en endometriumablatie met een vrouw te bespreken kan zij een weloverwogen keuze maken. De resultaten van ons onderzoek zijn gepubliceerd in de American Journal of Obstetrics and Gynecology (AJOG). Veel dank aan iedereen die heeft bijgedragen aan dit onderzoek. 30 30 30

1 e uitgave 2022 Praktijkperikelen Een traan ten afscheid DOOR JEROEN SMEETS, HUISARTSREDACTIELID Hij was 81 en sinds jaar en dag wat toen nog CARApatiënt werd genoemd. Hij had de oorlog overleefd, een heel trauma waar hij bijna nooit over sprak. Hij had altijd gerookt, want dat deed iedereen toen. Op feestjes stonden de sigaretten en sigaren in bekers op tafel. De laatste jaren ging hij achteruit, had veel last van zijn longen, nu COPD GOLD IV-D genoemd. Hij woog nog geen 40 kilo meer, was altijd kortademig en de energie om te leven met deze aandoening haalde zijn lichaam deels uit de afbraak van zijn spieren. Zijn bed stond in een zijkamertje van de flatwoning. Hij kwam er alleen uit voor toiletbezoek, in het hoekje van de kamer stond een postoel. De thuiszorg verzorgde hem twee keer per dag. Als de thuiszorgverpleegkundige een luchtje ophad, dan was hij de hele dag extra kortademig. Het laatste jaar van zijn leven werd de galerij van de flat geschilderd, iets wat hem met dichte ramen voortdurend dyspneu klachten gaf. Hij had veel slijm, kreeg dat niet kwijt zoals hij zelf zei: hij hoestte het op en spuugde het uit in een soort van gebitsbakje. Ik sprak vaak met hem over het leven en over het levenseinde. Hij was bang om te stikken, begrijpelijk. Vaak dacht ik: één goede griep en hij is er niet meer. Maar telkens krabbelde hij met antibiotica en prednison toch weer op. Wel werd hij steeds kortademiger. De longarts bezocht hij al jaren niet meer. In een van de laatste maanden van zijn leven ging ik samen met de longarts bij hem op visite, iets wat hij enorm waardeerde. Zij was 6 jaar jonger en altijd huisvrouw geweest, en had last van fors overgewicht en diabetes. Ze noemden zichzelf gekscherend ‘de dikke en de dunne’. Altijd een lach op haar gezicht, altijd aan het zorgen voor haar man, haar alles. Zij bewoog ook minder goed, steeds stijver van de artrose. Het leven had hun geen kinderen geschonken, iets wat ze accepteerden. Vroeger waren er minder kansen op het gebied van infertiliteit. Op een dag ging het niet meer, het was letterlijk ‘op’ bij hem. Alle opties waren uitgeput, hij had al jaren zuurstof en hij kon niet meer. We hadden eerder al afgesproken om dan een pompje met morfine te starten, zodat hij zich minder kortademig zou voelen. Ik gaf hem morfine subcutaan, en sprak met de thuiszorg af die middag met de morfine-pomp te starten. Toen de thuiszorg dit enkele uren later wilde aanleggen, was hij zo benauwd dat ze mij belden. Ik kwam aan en zag een man in acute nood, doodsnood. Zij hield zijn hand vast. Hij kon niks meer zeggen, zo kortademig was hij. Ze keken elkaar diep in de ogen. Ik voelde dat het einde nabij was. Door zijn acute nood was het enige dat ik voor hem kon doen midazolam intraveneus toedienen. Tijdens het toedienen kwam er één traan in zijn ooghoek. Nog voordat de traan halverwege zijn wang was, was hij overleden. ‘Het is goed dokter, het is goed zo’, zei ze. 31 op één lijn 70

op één lijn 70 1 e uitgave 2022 Equilibre Hoe goed communiceer jij als opleider? DOOR GASTON PEEK EN MARIEKE KOOLS, OPLEIDERSCOÖRDINATOREN Eindelijk, na 2 jaar weer een live trainingsdag! Op 14 en 16 juni kwam een groot deel van onze huisartsopleiders samen in het Van der Valk hotel in Urmond. Nadat de opleiders ervaren hebben dat een lat hooghouden met twee vingers moeilijk is, en dat daarbij verbinding de oplossing is tot succes, werd het thema van deze trainingsdagen plenair geïntroduceerd door Marieke Strijker en Paul Schrijver (daar issie weer!): ‘Hoe (goed) communiceer jij met de patiënt én met de AIOS?’ De 4 fasen van het consult én het leergesprek werden vervolgens geoefend in een communicatievaardigheden carrousel. Ook werden eigen opnames hierover bekeken en er werd geleerd door middel van geleide intervisie in de eigen docentengroep. En last but nog least, er werd eindelijk weer eens goed bijgepraat bij de borrel! Genoeg gecommuniceerd voor nu, de beelden spreken voor zich! Tot ziens weer op 4 en 5 oktober in Heeze! 32 32 32

op één lijn 70 33

op één lijn 70 1 e uitgave 2022 Weten is eten Down Memory Lane DOOR HENDRIK-JAN VUNDERINK, GEPENSIONEERD REDACTIELID Op het gevaar af beticht te worden van een “Heintje Davids”, heb ik mij door de hoofdredactrice laten verleiden om, ondanks roerende laatste woorden bij mijn pensionering, u toch nog eens te trakteren op een wetenschappelijk verantwoorde maaltijd. Dat komt namelijk zo. Op haar Zweedse thuisbasis (niet verder vragen) heeft uw hoofdredactrice een buurman van Cubaanse afkomst. Een beminnelijke man, die daar ook ‘s winters zonder problemen gekleed gaat in slechts een katoentje en een paar slippers. Verder zit hij onder de littekens van oude brandwonden, en bij elkaar roept dat, bij zowel arts als leek, toch vragen op. Het blijkt, dat hij in Cuba geleden heeft aan een zogeheten Fish Poisoning, waarna zijn temperatuur- en pijnzin behoorlijk verstoord zijn gebleven. Toen ik dit verhaal hoorde, dook ik terug in de tijd naar St. Eustatius, toen nog Nederlandse Antillen, waar ik lang geleden een tijdje gewerkt heb als huisarts. Gezondheidszorg werd en wordt daar geleverd vanuit het Queen Beatrix Medical Centre, een klein eerstelijns kliniekje met 12 bedden. Op het eiland is een groot Amerikaans op- en overslagbedrijf voor olie gevestigd, en grote tankschepen varen af en aan. Op zekere dag meldden zich 14 doodzieke Filipijnse zeelieden, allemaal met fors diarree en braken, en een aantal ook met sensibiliteitsstoornissen als tintelingen en doofheid in armen en benen. Zij hadden kort daarvoor gesmuld van zelf gevangen barracuda’s en leden nu dus aan fish poisoning. Als Hollandse dokter moest ik dit even opzoeken, want het was duidelijk wat anders dan de maag- en darmbezwaren zoals wij die kennen na het nuttigen van een scholfiletje over de THT-datum. Het bleek te gaan om ciguatera, een aandoening die voorkomt in tropische en subtropische gebieden, en die tijdens mijn studie niet was opgenomen in het standaardcurriculum. Op St. Eustatius was ik snel bijgeschoold in de vorm van praktijkonderwijs, maar gezien de veel te lage vliegprijzen, en niet in de laatste plaats de snelle verandering van ons eens zo gematigde zeeklimaat, is wat extra informatie over dit ongemak, ook voor de Nederlandse huisarts, nooit weg. Ciguatera is een ziekte die ontstaat door vis te eten die de gifstof ciguatoxine bevat. Die kan o.a. neuropathie 34 34 34 De symptomen van Ciguatera kunnen vrij snel ontstaan en bestaan uit misselijkheid, braken en diarree, waarna bij meer dan 80% neurologische symptomen optreden, zoals neuropathie. De acute neurologische symptomen kunnen al binnen een paar uur ontstaan. Het gaat dan onder andere om paresthesieën: • prikkelingen, tintelingen en doofheid. Deze beginnen rond de mond en keel en verspreiden zich • dysesthesie, beschreven als “paradoxical sensory disturbance” of “reversal of temperature perception”, komt frequent voor en is pathognomonisch. Zie de Cubaanse buurman! • pruritus De ciguatoxine werkt in op de natriumkanalen van perifere zenuwen, zodat de geleiding veranderd wordt. De zenuwgeleiding kan maanden tot jaren verstoord zijn, zodat ook de symptomen lang kunnen aanhouden. Helaas is het toxine hittebestendig, dus ook goed doorbakken is een barracudafilet een slecht idee. Er is geen effectieve behandeling bekend, alleen symptomatisch. De zeelieden zijn destijds dus allemaal aan een NaCl-infuus gelegd en ze kregen anti-emetica. En natuurlijk een forse dosis TLC van de liefdevolle Statiaanse verpleegsters. Na 4 dagen waren ze daarmee allemaal zodanig opgeknapt, dat ze terug konden naar hun schip. Ondanks bovenstaande beperkten we ons op Statia toch niet alleen tot geitenstoof. Met in het achterhoofd de lokale wijsheid: ‘don’t eat fishes larger than a dinner-plate’ konden we ruimschoots genieten van al het heerlijks dat daar uit zee werd gehaald. En dat genieten deel ik graag met deze zomerse visschotel waar u zelf de witte stranden, blauwe zee en wuivende palmbomen bij mag fantaseren. veroorzaken. Deze gifstof wordt door een algensoort in tropische wateren gemaakt, vooral in het Caribisch gebied en de Stille Oceaan. Wanneer koraalvissen deze algen opeten, wordt de gifstof opgeslagen in hun lichaam. Vooral roofvissen aan de top van de voedselpiramide, zoals red snapper, barracuda, makreel en amberjack, stapelen dan deze toxinen.

op één lijn 70 Caribische visschotel Ingrediënten 4 personen 4 mooie vissen of 500 g kabeljauwfilets 1 eetl. limoensap 1 dessertlepel gedroogde oregano 1 ui 3 tenen knoflook 1 rode Spaanse peper 1 net rijpe mango 1 blikje tomatenstukjes 1 eetlepel tomatenpuree 1 klein blikje kokosmelk 1 laurierblad 3 eetl. olie 1 eetlepel boter zout vers gemalen zwarte peper Neem 4 mooie vissen, dorade of zeebaars bijvoorbeeld, maar voor de gratenhaters zijn filets ook prima. Snijd de schoongemaakte en drooggedepte vissen aan 2 kanten in, en wrijf in met limoensap, oregano, zout en peper. Laat 15 minuten intrekken. Pel en snipper de ui en de knoflook. Maak de peper schoon en verwijder de zaadjes. Snijd de peper in reepjes. Schil de mango en snijd het vruchtvlees in blokjes. Bereidingswijze Verhit de olie in een hapjespan of wok. Fruit de ui en knoflook even aan op matig hoog vuur, doe er even later de gesneden peper bij. Roer na 5 minuten de mango, tomaat, tomatenpuree en kokosmelk erdoor en laat de saus circa 10 minuten pruttelen. Proef, en voeg zo nodig wat zout toe. Laat 3 eetlepels arachideolie en een klont roomboter heet worden in een grote lage pan en bak de vissen kort aan beide kanten. Zet dan het vuur laag en laat met de deksel op de pan nog een minuut of 5 à 10 stoven tot de vis gaar is. Serveer met witte rijst, een avocado-tomatensalade en gebakken banaan met geroosterde kokosrasp en honing. Laat op de achtergrond een steelbandje spelen, of wat rustige reggae, en je kunt je het vliegticket naar Curaçao besparen. Literatuur • Neurological Disturbances of Ciguatera Poisoning: Clinical Features and Pathophysiological Basis Killian L’Herondelle,1 Matthieu Talagas,1,2 Olivier Mignen,3 Laurent Misery,1,2 and Raphaele Le Garrec1, (2020 Oct; 9(10): 2291. • Fish Poisoning https://www.hopkinsmedicine.org/ health/conditions-and-diseases/fish-poisoning • Ciguatera fish poisoning From Wikipedia, the free encyclopedia • ‘Ciguatera, een zeldzame vorm van neuropathie’ dr. Jan M. Keppel Hesselink, en Drs. David J. Kopsky, artsen Instituut voor Neuropathische Pijn, versie oktober 2009 35

Op één Lijn is een uitgave van: Vakgroep Huisartsgeneeskunde FHML Maastricht University Postbus 616 6200 MD Maastricht op1lijn@maastrichtuniversity.nl www.huisartsgeneeskundemaastricht.nl www.familymedicinemaastricht.nl 36 36

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
Home


You need flash player to view this online publication