Onderzoek geletterdheid op Bonaire 2015 uitgevoerd door gefi nancierd door
Voorwoord Voor u ligt de samenvatting van het rapport over ons onderzoek naar laaggeletterdheid. Het volledige rapport kunt u lezen op onze website. Het laatste onderzoek naar laaggeletterdheid op Bonaire stamt uit 2004 en stelde dat 24% van onze bevolking laaggeletterd zou zijn. Dat betekent dat ons eiland op plaats 150 van de wereld van geletterde landen zou staan. Toen wij vorig jaar begonnen met Stichting Lezen & Schrijven Bonaire, wilden wij eerst twee dingen weten: ● Hoe staat het met laaggeletterdheid anno 2015 op Bonaire? ● Wat zijn de acties die wij kunnen ontwikkelen om laaggeletterdheid te bestrijden? Wij hopen dat dit onderzoek ons antwoorden geeft op deze twee vragen. Dankzij de inzet van vele personen en bedrijven is de dataverzameling tot een succes geworden. Maar liefst 1067 vragenformulieren zijn ingevuld door volwassenen (8,5 % van de bevolking) en 940 door leerlingen tussen de 9 en 18 jaar ( 25,6 % van alle leerlingen). Daarnaast hebben wij de schoolgegevens ontvangen van alle scholen op Bonaire. De combinatie van vragenlijsten en schoolgegevens geeft ons onderzoek extra waarde. Met dank aan: de leden van de Rotary Club Bonaire, bestuursleden van Stichting Lezen & Schrijven Bonaire, Fundashon Forma, Fundashon Mariadal, Mangazina di Rei,Consulaat-Generaal van Venezuela, Selibon, WEB, Telbo, BIA, Cargill, CTS construction, Rocargo, BSC Bonaire, Obersi Group, Bonhata, Sapias Holding en Buddy Dive Bonaire, Divi Flamingo Beach Resort, Sand Dollar Bonaire, Plaza Beach Resort, Jong Bonaire, Centrum Jeugd en Gezin, Integrale Wijkaanpak, Miva 60+, Dienst Justitiële Inrichtingen CN, Openbare Bibliotheek Bonaire, diverse kerkgenootschappen, Fundashon Lesa ta dushi, OC&W-CN, Bureau Leerplicht Bonaire, Scholengemeenschap Bonaire, RK Schoolbestuur, Openbaar Schoolbestuur, Kolegio Kristu Bon Wardador, Kolegio Papa Cornes, Kolegio San Bernardo, Kolegio San Luis Bertran, Kolegio Rayo di Solo, basisschool De Pelikaan, Jeanin Martis, Judella de Aquino Ogenia, Jeanette Balentien, Yuliet Domacasse, Camilla Look, Denise Weeks, Scarlet Felida, Sharie Lasebelon, Ina Faber, Magda Stuur, Norca Lof, Zaïra Groenendal, vele anderen en natuurlijk Nancy Eelman. Januari 2016 drs. Addo Stuur Voorzitter Stichting Lezen & Schrijven Bonaire, Lid Rotary Club Bonaire
Geletterdheid op Bonaire Verkort onderzoeksrapport Auteur(s) Linda Odenthal en Aafke Bouwman Met medewerking van Henk Logtenberg Datum Referentie Januari 2016 XXXX
Inhoudsopgave 1. 1.1 1.2 1.3 2. 2.1 2.2 2.3 2.4 3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 4. 4.1 4.2 Inleiding Waarom dit onderzoek? Doel van het onderzoek Onderzoeksmethode Resultaten van het vragenlijstonderzoek Wie hebben de vragenlijst ingevuld? Resultaten leeftijdsgroep 0 tot 4 jaar Resultaten leeftijdsgroep 9 tot 18 jaar Resultaten leeftijdsgroep 18 tot 65 jaar Gegevens onderwijs Bonaire Overzicht gebruikte gegevens Verzuimgegevens Basisonderwijs Voortgezet onderwijs: Scholen Gemeenschap Bonaire FORMA: volwasseneneducatie Conclusies Conclusies uit het vragenlijstonderzoek Conclusies uit de gegevens van het basisonderwijs en Scholengemeenschap Bonaire en FORMA volwasseneducatie 5. 5.1 5.2 5.3 5.4 Aanbevelingen Aanbevelingen voor de lokale netwerkaanpak Aanbevelingen voor facilitering voorschoolse educatie, basiseducatie en voorgezet onderwijs 3 3 3 3 5 5 6 9 11 15 15 16 16 18 20 24 24 25 26 26 26 Aanbevelingen voor stimulering en verbreding van samenwerkingsvormen met de Openbare Bibliotheek en andere instellingen zoals Fundashon Lesa ta Dushi en Forma. 28 Aanbevelingen activiteiten en projecten voor volwassenen 28 Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 2
1. Inleiding 1.1 Waarom dit onderzoek? De Stichting Lezen & Schrijven Bonaire is in het voorjaar van 2015 opgericht en is een initiatief van Rotary Club Bonaire. De Stichting Lezen & Schrijven Bonaire zet zich in om op Bonaire laaggeletterdheid te helpen voorkomen en te verminderen. Geletterdheid is een fundamentele voorwaarde voor duurzame inzetbaarheid op de arbeidsmarkt, zelfredzaamheid van burgers en sociale cohesie (voorkomen van uitsluiting). De leden van Rotary Club Bonaire ervaren in de dagelijkse praktijk dat de laaggeletterdheid op Bonaire hoog is. Papiamentu is voor veel inwoners de moedertaal of dominante taal die zij spreken. Laaggeletterdheid is niet gelijk aan analfabetisme (helemaal niet kunnen lezen en schrijven). Mensen zijn niet geletterd of ongeletterd, maar zijn meer of minder geletterd. Het gaat dus om een glijdende schaal. De vraag wanneer dat niveau (on)voldoende is, wordt gerelateerd aan de mogelijkheden om maatschappelijk en beroepsmatig te functioneren. Laaggeletterdheid is dus te veel moeite hebben met lezen en schrijven om voldoende te kunnen functioneren in het dagelijks leven. Laaggeletterdheid is contextafhankelijk en toont zich voor een belangrijk deel in de problemen die door de persoon worden ervaren in zijn of haar functioneren. Laaggeletterdheid is daarom voor een deel normatief en voor een deel subjectief. Er is voor zover bekend geen onderzoek naar laaggeletterdheid in het Papiamentu gedaan. Er is wel onderzoek gedaan naar de taalvaardigheid in het Nederlands. Uit diverse onderzoeken (Berben, 2010; Taalunie, 2014) en onder andere rapportages van de onderwijsinspectie (2009a; Inspectieverslagen van de scholen in de periode 2010 - 2015) blijkt dat het taalniveau Nederlands van de Antilliaanse studenten onvoldoende is. Dat wil zeggen dat de studenten niet taalvaardig zijn in het Nederlands. Het is niet alleen van belang een beeld te krijgen van de geletterdheid in het Nederlands en het Papiamentu van diverse bevolkingsgroepen op Bonaire, maar ook om zicht te krijgen op factoren die van invloed zijn op de laaggeletterdheid, zodat er gericht acties kunnen worden ondernomen. Te denken valt aan factoren zoals, gebruik van Papiamentu en Nederlands in de thuissituatie, het lezen of voorgelezen worden of gebruik in de werksituatie. Het gaat hierbij om taalcontact (luisteren en lezen) en taalgebruik (spreken en schrijven). 1.2 Doel van het onderzoek De Stichting Lezen & Schrijven Bonaire heeft dit onderzoek door CPS Onderwijsontwikkeling en advies, laten uitvoeren, met als doel de omvang van de laaggeletterdheid in het Papiamentu en Nederlands op het eiland vast te stellen. Ook moeten de resultaten van het onderzoek input geven voor te nemen acties om de laaggeletterdheid op het eiland te voorkomen en te verminderen. Deze acties richten zich op het bevorderen van geletterdheid onder jongeren en onder volwassenen en het stimuleren van het lezen bij kinderen. De bedoeling is dat de hierdoor de laaggeletterdheid binnen 5 jaren zal afnemen. Om dit te kunnen vaststellen heeft de Stichting het voornemen het onderzoek na 5 jaar te herhalen. 1.3 Onderzoekmethode Om aanbevelingen te kunnen doen voor acties gericht op specifieke leeftijdsgroepen is er op verschillende manieren data verzameld over de volgende leeftijdsgroepen: Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 3
A: Leeftijdsgroep 0 -4 jaar crèche: Voorschoolse opvoeding en voorschoolse instellingen (crèches en voorschoolse kinderopvang). B: Leeftijdsgroep: 4- 6 jaar start PO: groep 1 en 2 kleuterschool taalontwikkeling meertaligheid C: Leeftijdsgroep: 6-12 jaar: Einde basisschool, overgang voortgezet onderwijs D: Leeftijdsgroep jongeren tussen de 12 en 18 jaar: SGB=Scholengemeenschap Bonaire E: Leeftijdsgroep: 18- 65 jaar: volwassenen Instrumenten Voor de leeftijdsgroepen B, C en D is gebruik gemaakt van data die scholen hebben aangeleverd. Daarnaast zijn voor de leeftijdsgroepen A, C, D en E vragenlijsten ontwikkeld. Er waren vragenlijsten beschikbaar in verschillende talen. Tabel 1: Talen van vragenlijsten per leeftijdsgroep Taal vragenlijst Papiamentu Nederlands Spaans Vragenlijst leeftijdsgroep A: 0-4 jaar Vragenlijst leeftijdsgroep C en D: 9 tot 18 jaar Vragenlijst leeftijdsgroep E: 18 tot 65 jaar X X X X X X X X Er is een link naar de vragenlijsten in het verzamelprogramma Surveymonkey geplaatst op de website van de Stichting Lezen & Schrijven Bonaire. Daarnaast konden de respondenten een papieren versie van de vragenlijst invullen. De antwoorden zijn later in het verzamelprogramma Surveymonkey ingevoerd. Om de drempel om de vragenlijst in te vullen zo laag mogelijk te maken konden de respondenten gebruik maken van hulp van vrijwilligers en van docenten en studenten van Forma bij het invullen van de vragenlijst. Naast de resultaten van de vragenlijsten is gebruik gemaakt van gegevens van de basisscholen, Scholengemeenschap Bonaire (SGB) en Forma. Zie hoofdstuk 3 voor een overzicht van de gebruikte gegevens In deze verkorte versie van het onderzoeksrapport vindt u de resultaten van het onderzoek op hoofdlijnen. Voor meer details verwijzen we naar het uitgebreide onderzoeksrapport op de website van de Stichting Lezen & Schrijven Bonaire, www.lezenenschrijvenbonaire.org. In hoofdstuk 2 vindt u de resultaten van het vragenlijstonderzoek en in hoofdstuk 3 de resultaten van de analyse van de door de basisscholen, SGB en Forma aangeleverde gegevens. Hoofdstuk 4 bevat de belangrijkste conclusies en hoofdstuk 5 de adviezen per leeftijdsgroep. Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 4
2. Resultaten van het vragenlijstonderzoek 2.1 Wie hebben de vragenlijsten ingevuld? Er zijn vragenformulieren ingevuld door 1067 volwassenen (8,5 % van de bevolking) en 940 door leerlingen tussen de 9 en 18 jaar, 25,6% van alle leerlingen. Daarnaast hebben 183 ouders het deel van de vragenlijst voor leerlingen in de leeftijdsgroep van 0 tot 4 jaar ingevuld. Tabel 2: Aantal ingevulde vragenlijsten per leeftijdsgroep Leeftijdsgroepen Vragenlijst leeftijdsgroep A: 0-4 jaar Vragenlijst leeftijdsgroep C en D: 9 tot 18 jaar Vragenlijst leeftijdsgroep E: 18 tot 65 jaar Totaal Aantal 183 940 1067 2190 2.1.1 Deelnemers leeftijdsgroep 0 tot 4 jaar De vragenlijst voor deze leeftijdsgroep is ingevuld door 183 ouders van kinderen tussen de 0 en 4 jaar. Van deze 183 ouders zijn 125 (68,3%) vrouw en 58 (31,7%) man. De meeste ouders (71,2%) zijn tussen de 21 en 40 jaar oud. De meerderheid van de ouders (48,9%), is geboren op Bonaire, 28,8% is geboren op een ander eiland van de Antillen (inclusief Aruba), 12,9% in Zuid- of Midden-Amerika en 11,9% in Nederland. 2.1.2 Deelnemers in de leeftijdsgroep van 9 tot en met 18 jaar De vragenlijsten in deze groep zijn op school ingevuld. In de leeftijdsgroep van 9 tot 18 jaar is de vragenlijst 940 keer ingevuld. Dit is 25,6% van alle leerlingen. De vragenlijst is door ongeveer evenveel jongens (48,7%) als meisjes (51,1%) ingevuld. De meeste leerlingen zijn 12 jaar (16,8%), gevolgd door de groep van 13 (15,4%) en die van 11 jaar (14,5%). Er hebben relatief weinig leerlingen in de leeftijd van 17 en 18 jaar de vragenlijst ingevuld. Tabel 3: Leeftijden deelnemers in leeftijdsgroep 9 tot 18 jaar in procenten. 10 15 20 6,6 0 5 Lee/ijden 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 De grootste groep leerlingen (41,9%) die de vragenlijst heeft ingevuld, is op Bonaire geboren, gevolgd door de groep leerlingen die op een ander eiland in de Antillen (inclusief Aruba) is geboren (32,3%). 16,8 14,5 9,5 15,4 13,4 9,7 7,6 4,3 2,5 Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 5
Tabel 4: Percentage leerlingen per geboorteland geboorteland leerling 3,2% 16,6% Bonaire Nederland Ander eiland van de An@llen (inclusief Aruba) Zuid-Amerika Andere landen 2.1.3 Leeftijdsgroep 18-65 jaar In totaal hebben 1067 respondenten de vragenlijst voor 18 tot 65 jaar ingevuld. Omdat er naar verhouding veel meer vrouwen de vragenlijst hadden ingevuld, is een steekproef getrokken van 813 vragenlijsten. In de steekproef komt de verhouding tussen mannen en vrouwen ongeveer overeen met de verhouding man/vrouw in de totale bevolking van Bonaire (voor een nadere toelichting op de steekproef zie het uitgebreide onderzoeksverslag op www.lezenenschrijvenbonaire.org. De grootste groep deelnemers (37,5% ) is geboren op Bonaire, gevolg door een groep die geboren is op een ander eiland in de Antillen (inclusief Aruba) (26,1%). 15,3% is geboren in Nederland en 17,1% in een land in Zuid- of Midden-Amerika. Daar waar relevant worden de resultaten van de vragenlijsten in deze leeftijdsgroep gerapporteerd in deze vier groepen geboortelanden. Naast een vergelijking op het geboorteland zijn de deelnemers ook vergeleken op het opleidingsniveau. Voor de indeling naar opleidingsniveau is gebruik gemaakt van de indeling van het CBS (2015). • Laag: Het hoogst behaalde onderwijsniveau is laag onderwijs. Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). • Middelbaar Het hoogst behaalde onderwijsniveau is middelbaar onderwijs. Dit omvat onderwijs op het niveau van de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) of de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4). • Hoog: Het hoogst behaalde onderwijsniveau is hoog onderwijs. Dit omvat onderwijs op het niveau van hbo of wo. 2.2 Resultaten leeftijdsgroep 0 tot 4 jaar Een belangrijke factor in taalontwikkeling bij jonge kinderen is taalcontact. Dat wil zeggen, welke taal horen ze spreken en welke taal gebruiken ze zelf? In het vragenlijstonderzoek is onderzocht op welke wijze kinderen in contact komen met het Papiamentu en met Nederlands. Er is gekeken naar de onderdelen luisteren en spreken. Daar waar relevant worden de resultaten terug gerapporteerd op groepsniveau. • Groep 1: Een of beide ouders geboren op Bonaire • Groep 2: Een of beide ouders geboren in Nederland • Groep 3: Een of beide ouders geboren op eiland in de Antillen (inclusief Aruba) • Groep 4: Een of beide ouders geboren in Zuid- of midden Amerika. 2.2.1 In welke taal worden de kinderen opgevoed? 32,3% 6,1% 41,9% Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 6
Groep1: Een of beide ouders geboren op Bonaire Van de kinderen in de leeftijdsgroep van 0-4 jaar waarvan een of beide ouders op Bonaire zijn geboren wordt 38,6% in Papiamentu opgevoed en 22,7% in Papiamentu en Nederlands. Vrijwel ieder kind in deze groep komt in de eerste levens jaren al in contact met Papiamentu en daarnaast met andere talen. De meerderheid van de kinderen (59,2%) groeit in de eerste levensjaren dus meertalig op en iets meer dan 40% (40,8%) in een taal. Groep 2: Een of beide ouders geboren in Nederland Van de kinderen van 0 tot 4 jaar in groep 2 wordt 36,4% opgevoed in het Nederlands en 31,8% in zowel in Papiamentu als in Nederlands. In deze groep komt de meerderheid van de kinderen (54,4%) al op jonge leeftijd in contact met het Papiamentu binnen de familie. Van de ouders geeft 36,4% aan hun kind alleen in het Nederlands op te voeden. Dit kan betekenen dat deze kinderen pas op latere leeftijd taalcontact hebben met Papiamentu. Groep 3: Een of beide ouders geboren op eiland in de Antillen (inclusief Aruba) Het overgrootste deel van deze kinderen (93,5%) komt al jong in contact met het Papiamentu. Maar, voor iets meer dan een kwart van de kinderen (26,1%) is Papiamentu de enige taal waarin ze worden opgevoed. Wel komt 61,7% al in de eerste levensjaren in contact met het Nederlands. Voor 18, 2% is het de enige taal waarin ze worden opgevoed. Groep 4: Een of beide ouders geboren in Zuid- of Midden Amerika. In groep 4 wordt een relatief grote groep kinderen (20,8%) alleen in het Spaans opgevoed. Dat wil dus zeggen dat deze groep kinderen in de eerste levensjaren weinig contact hebben met Papiamentu en met Nederlands. 2.2.2 Hoe vaak worden de kinderen voorgelezen? Voorlezen is belangrijk bij de taalontwikkeling van een kind. Niet elk kind wordt regelmatig in het Papiamentu voorgelezen. Ongeveer een derde van de ouders (34,5%) geeft aan dat ze hun kind of kinderen niet een keer heeft voorgelezen in het Papiamentu in de afgelopen maand. Er is een kleine groep ouders (13,1%) die aangeeft hun kind/kinderen in de afgelopen maand 20 keer of meer te hebben voorgelezen in het Papiamentu. Er blijkt geen verband met het opleidingsniveau van de ouder en het aantal keer dat wordt voorgelezen. Er is wel een verband met het geboorteland van de ouder. Ouders die geboren zijn in Nederland of een land uit Zuid- of Midden-Amerika lezen hun kinderen minder vaak voor in Papiamentu dan de ouders in de andere twee groepen (zie tabel 5). Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 7
Tabel 5: Percentages aantal keer voorgelezen in de afgelopen maand in het Papiamentu per geboorteland ouder. 10 20 30 40 50 60 70 0 Eiland Bonaire niet een keer 1 tot 5 keer 6 tot 10 keer 30,7 45,5 5,7 Nederland 63,2 26,3 5,3 An@llen (inclusief Aruba) 22,9 45,8 8,3 Zuid- en Midden Amerka 45,8 37,5 4,5 Zoals te verwachten worden kinderen het vaakst voorgelezen in het Nederlands door ouders die in Nederland zijn geboren. Ongeveer een derde (33,3%) geeft aan hun kind/kinderen 21 keer of meer te hebben voorgelezen in het Nederlands. Tegelijkertijd geeft ook een derde (33,3%) van de ouders die in Nederland zijn geboren aan dat ze hun kind in de afgelopen maand niet een keer in het Nederlands hebben voorgelezen. Ouders die in een land in Midden of Zuid-Amerika zijn geboren, lezen hun kinderen het minst vaak voor in het Nederlands. Van hen blijkt 60,9% hun kind/kinderen niet een keer te hebben voorgelezen in het Nederlands in de afgelopen maand (zie tabel 6). Tabel 6: Percentages aantal keer voorgelezen in de afgelopen maand in het Nederlands per geboorteland ouder. 10 20 30 40 50 60 70 0 ZuidBonaire niet een keer 1 tot 5 keer 6 tot 10 keer 11 tot 20 keer 21 keer of meer 40,9 38,6 9,1 5,7 5,7 Nederland 33,3 19 0 14,3 33,3 Caribisch 31,3 41,7 12,5 2,1 12,5 Amerkaans land 60,9 30,4 0 0 8,7 Totaal 40,3 35,9 7,7 5 11 2.2.3 In welke taal kijken de kinderen televisie? Het taalcontact met Papiamentu en Nederlands via de televisie voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar blijkt beperkt. De programma’s die het meest worden gekeken door kinderen van 0 tot 4 jaar zijn in het Engels (46,4%). Het maakt geen verschil wat het geboorteland is van de ouders. Alleen de groep ouders met een laag opleidingsniveau geeft aan dat hun kind(eren) kijken naar een Spaanstalig programma. Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 8
2.2.4 Taalcontact op een voorschoolse instelling Een plaats waar kinderen veel taalcontact hebben, is een voorschoolse instelling zoals een crèche of peuterzaal. Kinderen van de ouders die geboren zijn in Zuid- en Midden-Amerika blijken allemaal naar een voorschoolse instelling te gaan. Over het algemeen wordt er een mix van talen in de voorschoolse instellingen gesproken. Ouders die in Nederlands zijn geboren kiezen vooral voor instellingen waar de leidsters Papiamentu en Nederlands spreken. Op 43,1% van de instellingen wordt door de leidsters/leiders het meest Papiamentu gesproken en op 43,1% zowel Papiamentu als Nederlands. 6,6% van de ouders geeft aan dat leidsters/leiders uitsluitend Nederlands spreken. 2.3 Resultaten leeftijdsgroep 9 tot 18 jaar Voor de leeftijdsgroep van 9 tot 18 jaar is zowel gekeken naar de mogelijkheden voor taalcontact (als voor taalgebruik. In het totaal hebben 940 leerlingen in de leeftijd van 9 tot en met 18 de vragenlijst ingevuld. 2.3.1 Welke taal gebruiken leerlingen? De thuistaal van de leerlingen is voor 31,3% Papiamentu en voor nog eens 55,5% is Papiaments een van de talen die thuis wordt gesproken. Voor 3,3% van de leerlingen is Nederlands de enige thuistaal. Voor 53,3% is het een van de talen die thuis wordt gesproken. De taal die op school het meest wordt gesproken is Papiamentu (49,7%) gevolgd door Nederlands (39,7%). Met vrienden wordt het meeste in Papiamentu gesproken (74,2%). Buiten school leest 45,1% van de leerlingen in het Papiamentu en 32% het meest in het Nederlands. Buiten school wordt weinig in het Engels gelezen. 7,5% van de leerlingen geeft aan buiten school Engels te lezen en 7,7% leest buiten school Spaans. 2.3.2 Wat lezen leerlingen in het Papiamentu? Leerlingen maken vooral gebruik van Papiamentu in de sociale media. WhatsApp steekt in alle leeftijdsgroepen er bovenuit in gebruik. Vanaf 12 jaar wordt er meer gelezen op facebook in het Papiamentu dan in schoolboeken. Met de leeftijd neemt ook het percentage af van de leerlingen die aangeven boeken die niet voor school zijn in het Papiamentu te lezen. Van 48,3% van de 9 jarigen tot 15,4% van de 17 jarigen (zie tabel 7). Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 9
Tabel 7: Percentages wat leerlingen lezen in het Papiamentu per leeftijd. 100 10 20 30 40 50 60 70 80 90 0 brieven berichten op facebook sms WhatsApp Mail schoolboeken literatuur voor school 9 jaar 10 jaar 11 jaar 12 jaar 13 jaar 14 jaar 15 jaar 16 jaar 17 jaar 40 38,3 16,7 56,7 21,7 56,7 16,7 boeken niet voor schoo 48,3 kranten 28,3 34,1 37,5 10,2 72,7 9,1 39,8 4,5 29,5 37,5 36,6 41,2 13 62,6 11,5 44,3 14,5 20,6 44,3 29,9 55,2 11 66,9 11,7 57,1 11 22,1 28,6 25,2 61,7 5 74,5 8,5 38,3 12,8 14,2 29,8 26,4 73,6 18,4 76,8 18,4 32,8 10,4 15,2 28 20,2 68,9 16,7 84,4 13,3 35,6 14,1 18,9 32,2 27,1 74,3 30 87,1 21,4 27,1 10 20 45,7 28,1 64,1 15,4 84,6 17,9 39,5 17,9 15,4 35,9 2.3.2 Wat lezen leerlingen in het Nederlands? Terwijl Papiamentu vooral in de sociale media wordt gebruikt, wordt Nederlands vooral gebruikt voor het lezen van schoolboeken. De meeste leerlingen in de leeftijd van 9 jaar (60,7%) lezen boeken die niet voor school zijn in het Nederlands, met 17 jaar is dat nog maar 12,5% (zie tabel 8). Wat lezen leerlingen in het Nederlands? Tabel 8: Percentages wat leerlingen lezen in het Nederlands per leeftijd. 100 10 20 30 40 50 60 70 80 90 0 brieven berichten op facebook sms WhatsApp Mail schoolboeken literatuur voor school 9 jaar 10 jaar 11 jaar 12 jaar 13 jaar 14 jaar 15 jaar 16 jaar 17 jaar 52,5 32,5 16,4 49,2 29,5 86,9 49,2 33 15,9 5,7 boeken niet voor schoo 60,7 kranten 18 30,7 10,2 80,7 15,9 46,6 11,4 44,4 27,8 12,8 34,6 22,6 82 26,3 38,3 16,5 31,4 32,7 14,4 39,2 21,6 88,2 19,6 33,3 16,3 26,4 30,7 11,4 39,3 17,1 77,1 18,6 19,3 7,9 16,9 42,7 12,1 42,7 14,5 77,4 18,5 17,7 4,8 17,8 38,9 7,8 30 17,8 77,8 27,8 27,8 7,8 31,4 37,1 21,4 41,4 42,9 77,1 27 22,9 10 15 42,5 10 32,5 22,5 72,5 30 12,5 5 Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 10
2.3.3 Bibliotheek lidmaatschap en bezoek Dat leerlingen steeds minder gaan lezen zien we ook terug in het bibliotheekbezoek. Het percentage van de leerlingen dat lid is van de bibliotheek neemt af naarmate de leerlingen ouder worden van 55,7% op een leeftijd van negen jaar naar 13,5% op de leeftijd van 17 jaar. Met 16 jaar is er even een toename (36,4% is lid). Dat kan te maken hebben met het gegeven dat leerlingen rond die leeftijd meer boeken voor school moeten gaan lezen. Er zijn waarschijnlijk veel “slapende” leden onder de leerlingen want 27,3% geeft aan nooit een boek te lenen in de bibliotheek en 32,7% maar een tot twee keer per jaar. 2.3.4 Taalcontact via de televisie. Veel taalcontact vindt plaats via de televisie, maar er wordt door 44,3% van de leerlingen nooit naar televisieprogramma’s in het Papiamentu gekeken en 44,7% kijkt nooit programma’s in het Nederlands. 22,4% kijkt dagelijks programma’s in het Papiamentu en 14,3% kijkt dagelijks programma’s in het Nederlands. 2.4 Resultaten leeftijdsgroep 18 tot 65 jaar In de leeftijdsgroep van 18 tot 65 jaar is gekeken naar de mogelijkheden van taalcontact (lezen en luisteren) en taalgebruik (lezen en schrijven) zowel op het werk als daar buiten. Ook is gekeken naar de taalbeheersing. Daartoe is aan de deelnemers een aantal can-do- statements met betrekking tot Papiamentu en Nederlands voorgelegd. Bij can-do statements kunnen deelnemers aangeven of ze een bepaalde activiteit waarbij een taal wordt gebruikt wel of niet beheersen. Voor een toelichting op de cando-statements zie het uitgebreide onderzoeksverslag op www.lezenenschrijvenbonaire.org. Tabel 9: Aantal en percentage deelnemers in de leeftijdsgroep van 18 tot 65 jaar per geboorteland Aantal 305 124 212 139 33 Groep 1: Geboren op Bonaire Groep 2: Geboren in Nederland Groep 3: Geboren op een van de andere Antilliaanse eilanden (inclusief Aruba) Groep 4: Geboren in Midden- of Zuid-Amerika Overig Totaal 813 Percentage 37,5% 15,3% 26,1% 17,1% 4,1% 100,0% 2.4.1 Taalcontact en taalgebruik buiten het werk Voor taalcontact (lezen, luisteren) en taalgebruik (spreken en schrijven) buiten het werk is gevraagd naar een aantal activiteiten waarin de deelnemers in contact kan komen met Papiamentu en Nederlands. Dit zijn: • vrijwilligerswerk • bezoek aan kerk of andere godsdienstige bijeenkomst • • • bezoek boekhandel • televisie kijken Voor een deel van de deelnemers vormen deze activiteiten geen mogelijkheid voor taalcontact. • 69,2% verricht geen vrijwilligerswerk • • 33,2% bezoekt nooit een kerkelijke of andere godsdienstige bijeenkomst 50,9% neemt nooit deel aan georganiseerde activiteiten buiten het gezin en het werk deelname aan georganiseerde activiteiten buiten het gezin en het werk bibliotheek bezoek Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 11
• • • • 70,8% bezoekt nooit een bibliotheek 54,4% bezoekt nooit een boekhandel 16,7% kijkt nooit televisieprogramma’s in het Papiamentu 30,4% kijkt nooit televisieprogramma’s in het Nederlands Zie voor een uitsplitsing van deze percentages naar geboorteland en opleidingsniveau het uitgebreide onderzoeksverslag op www.lezenenschrijvenbonaire.org. In groep 1 worden in de gezinnen verschillende talen gesproken, maar de taal die verreweg het meest wordt gesproken is Papiamentu (81,3%). In groep 2 wordt het meest een combinatie van Papiamentu en Nederlands (75%) gesproken. In groep 3 wordt aangegeven dat er het meest in het Engels in het gezin wordt gesproken (44.4%) In groep 4 wordt het meeste in het Papiamentu gesproken (44,4%) gesproken. 2.4.2 Taalcontact en taalgebruik binnen het werk Van de deelnemers geeft 78% aan betaald werk te verrichten. 48,9% van de deelnemers geeft aan dat op het werk het meest Papiamentu wordt gesproken, 22,9% van de deelnemers geeft aan dat dit Nederlands is. 2.4.3 Taalbeheersing Er is gekeken naar activiteiten die te maken hebben met het praktische gebruik van het Papiamentu en het Nederlands. Als deelnemers aangeven een of meerdere activiteiten niet in het Papiamentu te kunnen uitvoeren wordt dit als een teken van onvoldoende taalbeheersing gezien. Gevraagd is welke van de onderstaande activiteiten de deelnemer kan uitvoeren in het Papiamentu en of ze deze kunnen uitvoeren in het Nederlands. 1. Het lezen van een medicijnvoorschrift 2. Het schrijven van een sollicitatiebrief 3. Voorlezen van kinderen 4. Boeken lezen 5. Officiële brieven lezen 6. Handleidingen lezen 7. Boekingen doen op internet 8. Belastingaangifte doen 9. Ondertiteling lezen bij televisieprogramma's Voor leesvaardigheden en schrijfvaardigheden is gebruik gemaakt van can-do-statements die zijn afgeleid van de niveaus die de OESO hanteert in onderzoek naar taalvaardigheden (zie verdere uitleg in het uitgebreide onderzoeksrapport). Voor leesvaardigheid zijn de volgende can-do-statements gebruikt: 1. Ik kan eenvoudige zinnen in het Papiamentu/Nederlands begrijpen. 2. Ik kan korte eenvoudige teksten in het Papiamentu/Nederlands lezen. 3. Ik kan specifieke informatie in alledaagse tekst in het Papiamentu/Nederlands vinden. 4. Ik kan korte, eenvoudige brieven in het Papiamentu/Nederlands begrijpen. 5. Ik kan teksten in het Papiamentu/Nederlands begrijpen die bestaan uit alledaagse of aan mijn werk gerelateerde woorden. 6. Ik kan de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in het Papiamentu/Nederlands in brieven begrijpen. Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 12
7. Ik kan artikelen en verslagen in het Papiamentu/Nederlands lezen die betrekking hebben op eigentijdse problemen. 8. Ik kan eigentijdse literaire proza in het Papiamentu/Nederlands begrijpen. Voor schrijfvaardigheid zijn de volgende can-do-statements gebruikt: 1. Ik kan korte, eenvoudige teksten in het Papiamentu/Nederlands schrijven. 2. Ik kan op formulieren in het Papiamentu/Nederlands persoonlijke details invullen. 3. Ik kan korte, eenvoudige notities en boodschappen in het Papiamentu/Nederlands schrijven. 4. Ik kan een eenvoudige brief in het Papiamentu/Nederlands schrijven. Groep 1: Geboren op Bonaire Als gekeken wordt naar de negen praktische toepassingen dan zijn er tekenen van laaggeletterdheid bij gemiddeld 17,7% van de deelnemers in groep 1. Dat wil zeggen dat 17,7% van de deelnemers bij een of meerdere uitspraken aangeeft dit niet te kunnen. Een relatief hoog percentage deelnemers (30,8%) geeft aan geen belastingaangifte te kunnen doen in het Papiamentu. Dit percentage is niet meegenomen omdat er misschien andere vaardigheden een rol spelen. De taalbeheersing Nederlands ligt iets lager dan in het Papiamentu als het om de negen praktische toepassingen gaat. Gemiddeld 18,5% geeft bij een of meer activiteiten aan dat ze deze niet kunnen uitvoeren in het Nederlands. Als gekeken wordt naar de can-do-statements voor leesvaardigheden in het Papiamentu dan ligt het gemiddelde percentage van respondenten die aangeven een bepaalde activiteit niet zonder hulp te kunnen op 5,65%. Voor de deelnemers met een laag opleidingsniveau is het percentage gemiddeld op 9,25%. Voor schrijfactiviteiten ligt dit percentage gemiddeld op 5,37%. Voor de laagopgeleide op 8,7%. Voor schrijfvaardigheid in het Papiamentu ligt het percentage op 5,4% van de deelnemers die aangeeft een activiteit niet uit te kunnen voeren. Bij de leesvaardigheden in het Nederlands ligt het gemiddelde percentage dat aangeeft een of meerdere activiteiten niet te kunnen op 13,7% en de schrijfvaardigheden op 13,6%. Opnieuw ligt het gemiddelde percentage in de groep met een laag opleidingsniveau hoger, 19,7% voor de leesvaardigheden en 20% voor de schrijfvaardigheden. Groep 2: Geboren in Nederland In groep 2 zijn er tekenen van een groep deelnemers die geboren zijn in Nederland dat ze onvoldoende in staat zijn activiteiten uit te voeren die te maken hebben met praktisch gebruik van het Papiamentu. Ongeveer 50% van de deelnemers geeft bij een of meerdere activiteiten aan deze niet uit te kunnen voeren in het Papiamentu. In deze groep zijn er vrijwel geen tekenen voor laaggeletterdheid in het Nederlands. Gemiddeld geeft 1,5% van de deelnemers in deze groep aan een of meerdere activiteiten niet in het Nederlands te kunnen uitvoeren. Voor schrijfvaardigheid in het Papiamentu ligt het percentage 30,7% van de deelnemers die aangeven een activiteit niet uit te kunnen voeren en bij schrijfvaardigheden op 33,1%. Bij de leesvaardigheden in het Nederlands ligt het gemiddelde percentage van deelnemers die aangeven een of meerdere activiteiten niet te kunnen op 4,65% en voor de schrijfvaardigheden op 4,5%. Groep 3: Geboren op een ander eiland in de Antillen (inclusief Aruba) Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 13
In deze groep zijn er relatief weinig tekenen van laaggeletterdheid in het Papiamentu met betrekking tot de negen activiteiten. Gemiddeld 7,5% van de deelnemers geeft bij een of meer activiteiten deze niet in het Papiamentu te kunnen uitvoeren. Een uitschieter naar boven het is het schrijven van sollicitatiebrieven. Hierbij geeft 13,7% aan dit niet in het Papiamentu te kunnen. Hetzelfde geldt voor het doen van boekingen op internet, 14,3% geeft aan dit niet in het Papiamentu te kunnen. Bij het doen van belastingaangiftes geeft 27,2% aan dit niet te kunnen in het Papiamentu. Deze vraag is niet meegenomen in het gemiddelde. In deze groep ligt het gemiddelde percentage van deelnemers met tekenen van laaggeletterdheid in Nederlands op gemiddeld 10,6%. Voor de deelnemers met een laag opleidingsniveau is dit gemiddeld 19,4%. Voor schrijfvaardigheid in het Papiamentu ligt het percentage 4,6% van de deelnemers die aangeven een activiteit niet uit te kunnen voeren en bij schrijfvaardigheden op 4,17%. Bij de leesvaardigheden in het Nederlands ligt het gemiddelde percentage van deelnemers dat aangeeft een of meerdere activiteiten niet te kunnen op 10,8% en de schrijfvaardigheden op 10,0%. Groep 4: Geboren in Zuid- of Midden-Amerika. In deze groep wordt gemiddeld door 28,7% van de deelnemers aangegeven een activiteit niet in het Papiamentu uit te kunnen voeren. Dit relatief hoge percentage wordt veroorzaakt door de deelnemers met een laag opleidingsniveau. Het gemiddelde percentage die aangeeft een activiteit niet in het Papiamentu te kunnen uitvoeren ligt in die groep op 36,1%. De taalbeheersing in deze groep van het Nederlands is nog lager dan de taalbeheersing in het Papiamentu. Gemiddeld 49,5% geeft aan een activiteit niet in het Nederlands te kunnen uitvoeren. Gekeken is naar de can-do-statements voor leesvaardigheden in het Papiamentu. Voor schrijfvaardigheid in het Papiamentu ligt het percentage op 11,1% van de deelnemers die aangeeft een activiteit niet uit te kunnen voeren en bij schrijfvaardigheden op 16,1%. Bij de leesvaardigheden in het Nederlands ligt het gemiddelde percentage van deelnemers dat aangeeft een of meerdere activiteiten niet te kunnen weer hoog, namelijk op 41,2% en op de schrijfvaardigheden op 40,9%. Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 14
3. Gegevens onderwijs Bonaire Laaggeletterdheid hangt sterk samen met het behaalde onderwijsniveau1. Daarom zijn als onderdeel van de nulmeting “het vaststellen van de geletterdheid op Bonaire” gegevens (toetsen en examenresultaten) van 2015 van de basisscholen, Scholengemeenschap Bonaire en FORMA, volwasseneducatie gevraagd. Sinds 2010 wordt in het onderwijs met zogenaamde referentieniveaus (beheersingsdoelen) gewerkt. De fundamentele referentieniveaus (1F tot en met 4F) richten zich op basale kennis en inzichten van taal en rekenen. Referentieniveau 2F is het zogenaamde 'burgerschapsniveau'. Dit is het niveau dat iedere burger moet beheersen om op het gebied van taal en rekenen goed maatschappelijk te kunnen participeren in de hedendaagse samenleving. Uitgangspunt is dus dat alle inwoners van Europees en Caribisch Nederland een maatschappelijk niveau halen op niveau 2F. Dit niveau is vergelijkbaar met VMBO-BB. 3.1 Overzicht gebruikte gegevens (gegevens met een * zijn in de samenvatting verwerkt) Tabel 10: Verantwoording gegevensverzameling en verwerking Overzicht gebruikte gegevens a* Cito Drie Minuten Toets Nederlands b* Cito Begrijpend lezen Nederlands c* Cito Rekenen Caribisch Nederland d* Centraal examen Nederlands Centraal examen Papiamentu e* Rekentoets 2F Nederlands. VMBO Rekentoets 3F Nederlands HAVO/VWO f g h i* j Cito vaardigheidsscores Volgsysteem Rekenen toets 0 t/m 3 Cito Vaardigheidsscores begrijpend lezen Nederlands (Volgsysteem taal) Cito Vaardigheidsscores woordenschat Nederlands (Volgsysteem taal) Certificaten alfabetisering 2014 Certificaten alfabetisering 2015 Taalniveautest Nederlands Type onderwijs 6 basisscholen 4 basisscholen 6 basisscholen Voortgezet onderwijs Voortgezet onderwijs Voortgezet onderwijs Voortgezet onderwijs Voortgezet onderwijs FORMA FORMA Aantal getoetste leerlingen Groepen 4 t/m 7 Groepen 4 t/m 8 Groepen 3 t/m 8 164 leerlingen 163 leerlingen 24 leerlingen 52 leerlingen 559 leerlingen 879 leerlingen 866 leerlingen 50 cursisten 56 cursisten Geen aantallen beschikbaar De gegevens zijn soms op hoofdlijnen en soms gedetailleerder geanalyseerd. Voor analyse op hoofdlijnen is gekozen om verbanden tussen verschillende toetsen te kunnen leggen en om daarmee een zo duidelijk mogelijk beeld van geletterdheid te verkrijgen. De gegevens zijn niet door elke instantie volledig aangeleverd, daardoor waren niet alle gegevens bruikbaar. Voor analyse op detailniveau is gekozen, om inzicht te krijgen in de resultaten van enkele deelvaardigheden taal. De toetsen zijn –waar mogelijkvergeleken met de landelijke gemiddelde vaardigheidsscores of cijfers in Nederland. Deze vaardigheidsscores hebben een relatie met de referentieniveaus. 1 Buisman & Houtkoop, 2014 Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 15
De notitie ‘Gegevens onderwijs Bonaire’ is als volgt opgebouwd: eerst worden de gegevens van het basisonderwijs2 besproken, daarna van scholengemeenschap Bonaire en tot slot van FORMA, de volwasseneducatie. Van elke toets is een korte analyse opgesteld en aan het einde van deze notitie is een samenvattende conclusie opgenomen. Waar dat de leesbaarheid ten goede komt, is aanvullende informatie gegeven. Aanbevelingen van dit deel zijn samengevoegd met de aanbevelingen van het eerste deel. 3.2 Verzuimgegevens In het schooljaar 2014-2015 hebben op Bonaire 1.727 leerlingen de basisscholen en 1.761 leerlingen scholengemeenschap Bonaire bezocht (teldatum 1 oktober 2014, RCN). Het verzuimpercentage van leerlingen die dit schooljaar zonder toestemming afwezig waren is ongeveer 0,5% . Cijfers van langdurig verzuim zijn vooralsnog bij leerplicht niet bekend. 3.3 Basisonderwijs De volgende toetsen zijn verwerkt: - - - Cito Drie Minuten Toets Nederlands (lezen van zoveel mogelijk woorden Nederlands binnen een bepaalde tijd). Cito Begrijpend lezen Nederlands (teksten lezen en daarover vragen beantwoorden en tevens woordenschat). Cito rekenen Caribisch Nederlands (kale sommen en verhaaltjessommen). Het totaal aantal leerlingen dat per groep aan de toets heeft meegedaan is niet door iedere school aangegeven, waardoor de aantallen leerlingen niet in de tabel zijn vermeld. Ook heeft niet elke school gegevens voor groep 8 aangeleverd. Er zijn geen gegevens Papiamentu opgenomen, omdat er geen genormeerde toets Papiamentu voor het basisonderwijs bestaat. 3.3.1 Gegevens Cito DMT woorden Nederlands Tabel 11: Gegevens Cito DMT woorden Nederlands 100 10 20 30 40 50 60 70 80 90 0 gem vaardigheidsscore landelijke norm groep 4 35,9 56 groep 5 43,7 71 groep 6 61,4 86 groep 7 67,7 93 Analyse Het lezen van losse woorden zonder context is een technische vaardigheid waarmee leerlingen laten zien dat ze letters en woorddelen op de juiste manier kunnen verklanken. Uit onderzoek3 is bekend dat 95% van 2 De SBO school is hierin niet meegenomen, omdat deze leerlingen op niveau worden getoetst. De landelijke normen sluiten daarbij niet aan. 3 Vernooij, 2006. Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 16
de leerlingen woorden correct en vlot in een bepaald tempo hardop kunnen uitspreken. Als een leerling deze vaardigheid beheerst, kan hij zich volledig richten op het begrijpen van de tekst. Bij deze toets is de vaardigheidsscore van de leerlingen gemeten. Per groep is de gemiddelde vaardigheidsscore van alle scholen samen op Bonaire weergegeven. Tevens is de landelijke norm van de vaardigheidsscore vermeld. De inspectie van het onderwijs stelt alleen voor de groepen 4 en 5 een landelijke norm. Voor de overige groepen is de landelijke norm die Cito (landelijk toetsinstituut) stelt aangehouden. De landelijke norm wordt gemiddeld door geen enkele groep behaald. Er zijn wel verschillen per school. Enkele groepen behalen de norm grotendeels. 3.3.2 Gegevens toets Cito begrijpend lezen Nederlands Tabel 12: Gegevens toets Cito begrijpend lezen Nederlands 100 120 20 40 60 80 -40 -20 0 gemiddelde vaardigheidsscore scholen landelijke norm groep 4 groep 5 -19,6 -2 56 71 groep 6 7,6 87 groep 7 15,1 95 groep 8 17,6 97 Analyse Begrijpen lezen is een denkvaardigheid. Als leerlingen teksten correct en ook vlot en vloeiend (met intonatie) kunnen lezen, laten ze horen dat ze de tekst ook begrijpen en ruim 90% van de woorden begrijpen4. Een grote woordenschat is dan ook nauw verbonden met het begrijpen van gelezen teksten. Om dat te kunnen meten wordt de toets begrijpend lezen afgenomen. Bij deze toets is de vaardigheidsscore van de leerlingen gemeten. Uit de gegevens blijkt dat op alle scholen het lezen van Nederlandse teksten met begrip zeer lastig is. Naarmate leerlingen ouder worden, stijgen de resultaten, maar de afstand tot de landelijke norm blijft groot. Leerlingen worden wel vaardiger in het lezen en hun woordenschat wordt eveneens groter, echter de teksten van de toetsen worden langer en er staan meer moeilijke woorden in, waardoor de achterstand niet wordt ingehaald. 4 Frey & Fischer, 2009 Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 17
3.3.3 Gegevens toets Cito rekenen Caribisch Nederland Tabel 13: Gegevens toets Cito rekenen Caribisch Nederland 100 120 20 40 60 80 0 gemiddelde schoolgegevens landelijk gemiddelde groep 3 39,3 43 groep 4 41,4 61 groep 5 54,5 78 groep 6 76 89 groep 7 87,4 99 Analyse Deze toets meet de rekenvaardigheden. Als eerste het oplossen van kale sommen door optellen, aftrekken, delen en vermenigvuldigen van hele getallen en breuken. Ten tweede bevat deze toets contextsommen (sommen verpakt in een verhaaltje). De leerlingen moeten eerst de som uit het verhaaltje halen en daarna rekenkundig gaan oplossen. In de afgelopen jaren is volop in het rekenen geïnvesteerd en dat is terug te zien in deze resultaten. De landelijke normen worden door de scholen samen nog niet behaald, maar op individuele scholen in een enkele groep wel. Dat betekent dat er groepen zijn, waar de score nog lang niet wordt behaald. Leerlingen die de taal niet goed beheersen hebben veel moeite om de som uit het verhaaltje te halen. De cijfers van technisch lezen en begrijpend lezen laten zien dat het nog onvoldoende vlot kunnen lezen en begrijpen van de sommen belemmerend werkt voor het rekenen. 3.4 Voortgezet onderwijs, Scholengemeenschap Bonaire De examenresultaten van Nederlands en Papiamentu, de rekentoetsen 2F en 3F (waaronder talige sommen) en de CITO vaardigheidstoetsen rekenen en taal (begrijpend lezen en woordenschat) zijn verwerkt. Op de toets Papiamentu na zijn de resultaten vergeleken met de gemiddelde landelijke normen. De scores van het rekenen/wiskunde examen zijn voor dit onderzoek niet meegenomen, omdat het talige deel is verwerkt in de rekentoets 2F en 3F. 3.4.1 Gegevens centraal examen Nederlands en Papiamentu (2015) In 2015 zijn de examens VMBO BB en KB voor het eerst in het Nederlands afgenomen. Het examen bestond uit een aparte versie Caribisch Nederlands. Ondanks dat deze aparte versie niet dezelfde is als de toets die in Europees Nederland is afgenomen, zijn de resultaten vergeleken met het Nederlands landelijk gemiddelde om toch een vergelijking te kunnen maken. Ook worden de resultaten van het examen Papiamentu vermeld. Er is van deze toets geen landelijke vergelijking, omdat deze niet in Nederland wordt afgenomen. Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 18
Tabel 14: Gegevens centraal examen Nederlands en Papiamentu (2015) 0 1 2 3 4 5 6 7 Bonaire landelijk Papiamentu VMBO-BB 6,1 6,6 5,5 VMBO-KB 6,2 6,1 5,7 VMBO-(G)T 4,8 6,3 5,4 HAVO 5,8 6 6,1 VWO 5,5 6 5,7 Analyse Het examen Nederlands bestaat uit de leervaardigheden in het vak Nederlands, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Het school- of college-examen wordt per onderwijsrichting uitgebreid met onderdelen. Onderdelen van het schoolexamen voor alle richtingen betreft: oriëntatie op leren en werken, basisvaardigheden, luister- en kijkvaardigheden, spreek- en gespreksvaardigheid en fictie. Bonaire heeft in vergelijking met het landelijk gemiddelde5 geen vergelijkingsmateriaal. op het VMBO-KB na een lagere score. Voor Papiamentu is er Uit de cijfers van het centraal examen Nederlands en Papiamentu blijkt dat de toetsen Papiamentu in het VMBO-BB en VMBO-KB slechter zijn gemaakt dan het Nederlands. In de overige groepen zijn de scores van het Papiamentu beter dan het Nederlands. Dus in het Papiamentu is de beheersing van de taal beter dan het Nederlands. Het maken van kwalitatieve analyses voor VWO is moeilijk omdat slechts een klein deel eindexamen doet. In 2014 betrof het slechts 18 leerlingen, waarvan slechts 33% geslaagd is. In 2015 is het aantal verbeterd tot 50%. 3.4.2 Gegevens Rekentoets BES referentieniveaus 2F en 3F De fundamentele referentieniveaus (1F tot en met 4F) richten zich op basale kennis en inzichten van het rekenen en zijn gericht op een meer toepassingsgerichte benadering van rekenen. Rekenen heeft als niveaus in het voortgezet onderwijs 2F en 3F. Referentieniveau 2F is het zogenaamde 'burgerschapsniveau'. Dit is het niveau dat iedere burger moet beheersen om op het gebied van taal en rekenen goed maatschappelijk te kunnen participeren in de hedendaagse samenleving. Uitgangspunt is dus dat alle inwoners van Europees en Caribisch Nederland een maatschappelijk rekenniveau halen op niveau 2F. Dit niveau is vergelijkbaar met VMBO-BB. Daarom is onder andere de rekentoets ontwikkeld, aanvullend op het eindexamen. Deze toetsen geven informatie geven over de bereikte fundamentele referentieniveaus rekenen van de leerlingen. Sinds het schooljaar 2014/2015 is de rekentoets VO onderdeel van het eindexamen in Europees Nederland. Voor Caribisch Nederland is dit waarschijnlijk 2018. 5 DUO, 2015 Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 19
De 2F-toets wordt door de eindexamenkandidaten van het VMBO (VMBO-BB, VMBO-KB en VMBO (G)T gemaakt. De 3F toets wordt door de eindexamenkandidaten van HAVO en VWO gemaakt. In de onderstaande tabellen staan de resultaten van de Rekentoets 2F en 3F Bonaire en het landelijk gemiddelde6 voor het overzicht in cijfers weergegeven. Tabel 15: Gegevens Rekentoets 2F: VMBO-BB, VMBO-KB, en VMBO (G)T 10 20 30 40 50 60 70 0 Bonaire landelijk cijfer 1-3 cijfer 4 8 66 11 18,7 cijfer 5 13 26,7 cijfer 6 en hoger 13 43,7 Bonaire landelijk Tabel 16:Gegevens rekentoets 3F HAVO en VWO 10 20 30 40 50 60 70 0 cijfer 1-3 20 1,5 cijfer 4 cijfer 5 43 7 25 26 cijfer 6 en hoger 12 65,5 Analyse Uit de gegevens blijkt 87% van de VMBO-leerlingen op Bonaire een onvoldoende scoort7. Dit is een beduidend slechtere score dan landelijk8. Dat betekent dat een groot deel van de eindexamenkandidaten nog niet voldoet aan het maatschappelijk gewenste rekenniveau 2F. De HAVO en VWO leerlingen hebben de toets iets beter gemaakt en dat mag ook verwacht worden van deze groep leerlingen. Het is niet bekend of deze leerlingen het 2F niveau wel behaald zouden hebben. Bij de rekentoetsen wordt er op één referentieniveau getoetst en kunnen niet met elkaar worden vergeleken. Een behaalde score op de vaardigheidsschaal van rekenen referentieniveau 2F zegt niets over een eventuele vaardigheid op de schaal van rekenen referentieniveau 3F. 3.5 FORMA: volwasseneducatie FORMA biedt onderwijs aan volwassenen die op de één of andere manier niet de kans hebben gehad om onderwijs te genieten of in levensomstandigheden verzeild geraakt zijn die het moeilijk maken om onderwijs af te kunnen ronden. De missie van FORMA is: Volwassenen en jongvolwassenen en daarmee ook de toekomstige generatie een kans bieden om zich te ontplooien zodat zij optimaal kunnen functioneren op de arbeidsmarkt en in de maatschappij, steeds rekening houdend en anticiperend op de eisen die de maatschappij stelt. Daarnaast het informeren en adviseren van organisaties, instellingen en overheden over de situatie van de doelgroepen. Het aantal cursisten is in 2014 (433) met 29% ten opzichte van 2013 (335) gegroeid; 2,4 %9 van de inwoners van Bonaire neemt aan deze trajecten deel. 6 College voor Toetsing en Examens 2014-2015 7 Het cijfer 5 is in 2015 wel onvoldoende, maar leidt niet tot het zakken voor het examen. Het betreft een overgangsregeling, 8 Rapportage CvTE 2014-2015 9 Bron CBS: aantal inwoners Bonaire ongeveer 18.400 in 2014. Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 20
Cursisten en studenten die instromen komen onder andere uit het bedrijfsleven, de stichting verslavingszorg (SVPCN), scholengemeenschap Bonaire en de reclassering. FORMA ervaart het contact met de samenwerkende partners als goed. De cursisten worden doorverwezen en er is constant overleg over de voortgang. FORMA geeft in haar jaarverslag 2014 aan dat de werving voor nieuwe studenten voor het SKJ programma twee keer per jaar plaats vindt, maar dat de voorlichtingsbijeenkomsten slecht worden bezocht. Wel zijn studenten enthousiast na de intakeprocedure. Volgens FORMA vormt de financiële situatie van studenten een barrière om deel te nemen. Bij de intake bij FORMA maken potentiële studenten van SKJ en MBO-1 de Prueba di entrada instaptoets. De instaptoets is een toets op niveau 1F (taal en rekenen) in het Papiaments om laaggeletterdheid te identificeren. Het ontwikkelingsniveau op het gebied van lezen, schrijven en rekenen van elke student wordt hiermee bepaald. Als tijdens de intake blijkt dat een student analfabeet is of moeite zal hebben met de instaptoets door onder andere concentratie problemen en een auditieve beperking heeft, wordt een ander instrument gebruikt, namelijk het screeningsinstrument Alfabetisering10. FORMA bestaat uit 4 afdelingen: 1. Alfabetisering 2. SKJ (Sociale Kanstraject Jongeren): voor jongeren tussen 18 t/m 24 jaar. Programma's die onder SKJ vallen zijn: FORMA BÁSIKO en ATL (arbeidstoeleiding). 3. MBO niveau 1: heeft de richtingen AKA (arbeidsgekwalificeerd assistent en HAS (horeca assistent). 4. Cursussen De SKJ studenten van 18 t/m 24 jaar (ook niet SKJ studenten) die zich melden voor een traject bij FORMA, kunnen na de intake geplaatst worden in verschillende trajecten, namelijk Alfabetisering, FORMA BÄSIKO, ATL en MBO niveau 1. De studenten van de afdeling SKJ kunnen ondersteuning krijgen van de verschillende afdelingen binnen FORMA, namelijk afdeling 1, 3 en soms ook 4 (bijvoorbeeld een cursus Papiamentu voor anderstaligen of Nederlands als vreemde taal). Voor dit onderzoek is het werk van de afdeling alfabetisering van belang, omdat laaggeletterdheid voor veel cursisten van deze afdeling een beperking voor het functioneren in de maatschappij is. Geletterdheid en taalvaardigheid zijn immers voorwaarden om actief in het onderwijs en de maatschappij te kunnen participeren. Cursisten van de afdeling Alfabetisering kunnen één of meerdere certificaten behalen ten aanzien van behaalde taal en rekenvaardigheden. De instructietaal is Papiamentu. 10 Het niveau van deze screening is <1F, 1F, <1F rekenen (klokkijken, geld herkennen en geldbedragen optellen en aftrekken) Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 21
3.5.1 Laaggeletterden FORMA heeft alle cijfers aangaande laaggeletterden binnen deze 3 afdelingen SKJ van 2014 en 2015 geïnventariseerd. Tabel 17: Gegevens laaggeletterden 2014 Groepen studenten Forma Básiko (FB) Totaal 23 MBO-1 inclusief FB 121 Tabel 18: Gegevens laaggeletterden 1e helft 2015 Groepen studenten Forma Básiko (FB) MBO-1 inclusief FB Totaal 14 80 Tabel 19:Gegevens laaggeletterden 2e helft 2015 Groepen studenten Forma Básiko (FB) FB wachtprogramma11 ATL MBO-1 inclusief FB Totaal 25 17 17 76 Alfabetisering 7 27 Procent laaggeletterden 30.4% 22.3% Alfabetisering 1 Procent laaggeletterden 7% 10 12.5% Alfabetisering 5 3 7 11 Procent laaggeletterden 20% 17.6 % 41.2% 14.5% Studenten van het FORMA Básiko traject (FB) stromen door naar het MBO. Om dubbeltellingen te voorkomen zijn deze apart vermeld. 11 Wachtprogramma: Studenten die zich na de instroomperiode hebben aangemeld en niet meer geplaatst kunnen worden (SKJ, MBO, FB). Deze studenten komen op een wachtlijst. Afhankelijk van de grootte van de wachtlijst, wordt een zogenaamd wachtprogramma aangeboden. Studenten waarvan blijkt dat ze laaggeletterd zijn, kunnen dan ook in de wachttijd een alfabetiseringstraject volgen. Dat is zeer positief voor de ontwikkeling van de student. Een laaggeletterde student begint dan sterker aan een FORMA BÁSIKO traject of MBO opleiding. Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 22
3.5.2 Gegevens certificaten alfabetisering (2014 en 2015) Tabel 20: Gegevens certificaten alfabetisering (2014 en 2015) Soort certificaat Klokkijken Persoonlijke gegevens invullen globaal Persoonlijke gegevens invullen uitgebreid Spreken: mening geven Lezen woordniveau (A1) Het lezen van korte zinnen en hoogfrequente woorden Begrijpend Lezen basis Begrijpend lezen basis + Begrijpend Lezen gevorderd (op weg naar B1 Papiamentu) Schrijven woordniveau Schrijven korte woorden en zinnen (A1) Gebruik van het digitale programma Notinèt Basis in de les (hulp docent) Gebruik van het digitale programma Notinèt basis onafhankelijk (zonder hulp docent) Gebruik van het digitale programma Notinèt gevorderd Digitale vaardigheden: globaal informatie opzoeken internet Digitale vaardigheden: krant lezen op het internet E-mail Omgaan met geldbedragen (tellen) Motiveringscertificaten: Motivatie, doorzettingsvermogen TOTAAL 2 10 50 13 75 In 2014 waren er 91 actieve cursisten (0,5 % bevolking Bonaire12). In juni 2014 zijn 50 certificaten uitgereikt. Daarnaast hebben van de 9 deelnemende cursisten, 8 het theorie rijbewijs13 behaald. In 2015 waren er 71 actieve cursisten en zijn 75 certificaten uitgereikt. Daarnaast hebben 4 cursisten het theorie rijbewijs behaald. In beide jaren hebben de docenten de cursisten geëvalueerd. Afhankelijk van behaalde doelen kon een cursist één of meerdere certificaten behalen. Voor cursisten die nog geen half jaar in de cursus zaten en voor de cursisten waarvan het leerproces trager verloopt, is gekozen om een certificaat motivatie/ doorzettingsvermogen te geven. Analyse Het aantal cursisten groeit. Daarnaast heeft FORMA in de tweede helft van 2015 met het traject ATL een nieuwe richting toegevoegd en zijn te behalen certificaten toegevoegd. Het gemiddelde percentage laaggeletterden van alle opleidingen binnen FORMA over 2014 en 2015, zoals geïnventariseerd in de Instaptoets (en/of het screeningsinstrument) laat zien dat laaggeletterdheid een structureel punt van aandacht en zorg is. 12 Bron CBS: bevolking Bonaire 2014 18.400 13 Het behalen van een rijbewijs als laaggeletterde is essentieel. Het zelfvertrouwen en zelfbeeld groeit; participatie in de samenleving verhoogd; afhankelijk van anderen vermindert; kans op de arbeidsmarkt verhoogd en meer mogelijkheden binnen de huidige functie. 9 7 Aantal uitgereikt 2014 3 Aantal uitgereikt 2015 4 2 8 5 7 4 5 2 1 1 3 7 1 1 5 6 10 1 5 3 Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 23
4 4.1 4.1.1 Conclusies Conclusies uit het vragenlijst onderzoek Leeftijdsgroep ouders met kinderen 0 tot 4 jaar Er is een groep kinderen die worden meertalig worden opgevoed. De indruk bestaat dat deze meervoudige opvoeding betekent dat de kinderen tegelijkertijd met de verschillende talen in aanraking komen. Het is in ieder geval van belang dat het kind de verschillende talen genoeg hoort en met het kind in die talen wordt gesproken door de ouders en anderen. Wanneer beide ouders op Bonaire zijn geboren bestaat de kans dat niet aan die voorwaarde wordt voldaan. Opvallend is dat weinig wordt voorgelezen in het Papiamentu en in Nederlands door de ouders in alle groepen. Dit zou juist een goede manier zijn om kinderen op jonge leeftijd met beide talen in contact te brengen. Via de televisie komen de kinderen met name de Engelse taal. Op een aantal voorschoolse instellingen lijkt de focus te liggen op Papiamentu en Nederlands, hoewel er ook instellingen zijn waar uitsluitend Nederlands, Engels of Spaans wordt gesproken. Deze kinderen komen in de voorschoolse leeftijd dus weinig in contact met Papiamentu. 4.1.2 Leeftijdsgroep leerlingen van 9 tot 18 jaar In de loop van de periode tussen de 9 en de 18 jaar verschuift het taalgebruik en taalcontact van de leerlingen. Voor de meeste leerlingen is Papiamentu in de eerste jaren zowel thuistaal als schooltaal. Dit verandert in de loop van de jaren als de schooltaal Nederlands wordt. Het blijkt dat Papiamentu de taal is die met name gebruikt wordt in de sociale media en in gesprekken met vrienden. Het gevaar kan zijn dat hiervoor een basaal taalniveau volstaat en de prikkel ontbreekt om het taalniveau van het Papiamentu te verhogen. Ook leidt deze wijze van taalcontact nauwelijks tot een vergroten van de woordenschat in het Papiamentu. Contact met Nederlands verloopt in alle leeftijden via schoolboeken. Het kan dus zijn dat Nederlands vooral wordt verbonden met leren en Papiamentu vooral met communiceren. Taalcontact via de televisie met het Papiamentu en Nederlands is beperkt, ook lezen de leerlingen weinig. 4.1.3 Leeftijdsgroep volwassenen van 18 tot 65 jaar Laaggeletterdheid is een overkoepelende term voor mensen die grote moeite hebben met lezen en schrijven. Een laaggeletterde is iemand met taalniveau 1F (het niveau waarmee een kind de basisschool hoort te verlaten) of lager. Uit onderzoek naar laaggeletterdheid in Nederland in 2014 blijkt dat het gaat om 1,3 miljoen laaggeletterden tussen de 16 en 65 jaar op ruim 16 miljoen inwoners. De groep deelnemers die geboren is op Bonaire is er een groep van ruim 17% die tekenen vertoont van laaggeletterdheid in het Papiamentu en ruim 18% die aanwijzingen vertoont van laaggeletterdheid in het Nederlands. In de groep van deelnemers die in Nederland geboren zijn is dit zelfs een groep van 50% voor het Papiamentu. Er zijn in deze groep geen aanwijzingen van laaggeletterdheid in het Nederlands. Voor de groep die geboren is op een eiland in de Antillen zijn er bij 7,5% van de deelnemers aanwijzingen van laaggeletterdheid in het Papiamentu of bij 10% aanwijzingen voor laaggeletterdheid in Nederlands gevonden. De laatste groep, geboren in Zuid-of Midden-Amerika laat zowel tekenen zien van zowel laaggeletterdheid in het Papiamentu als in het Nederlands. Er zijn aanwijzingen dat er sprake is van laaggeletterdheid in het Nederlands rond de 50% en laaggeletterdheid in het Papiamentu van rond de 36%. De geletterdheid in het Papiamentu voor bewoners van Bonaire die in Nederland en die in Zuid- of MiddenAmerika geboren zijn vraagt aandacht omdat een groot deel van het taalcontact van kinderen plaatsvindt Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 24
via de ouders. De deelnemers blijken weinig activiteiten te ondernemen die kunnen leiden tot taalcontacten die een aanvulling vormen op de aanwezige taalcontacten binnen het gezin en op het werk. 4.2 Conclusies uit de gegevens van het basisonderwijs en Scholengemeenschap Bonaire en FORMA volwasseneducatie Op Bonaire zijn en worden alle genormeerde toetsen en examens in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en door FORMA Nederlands en rekenen in het Nederlands afgenomen en genormeerd volgens de Europees Nederlandse referentienormen. Uit de gegevens blijkt dat 85% tot 90% van de leerlingen de Europees-Nederlandse normen niet behaalt. 4.2.1 Basisonderwijs De landelijke normen worden door de scholen samen op geen enkele geanalyseerde toets behaald, maar op individuele scholen in een enkele groep wel. Het rekenen benadert de landelijke normen het sterkst. De achterstand op de toets begrijpend lezen is het grootst. Naarmate leerlingen ouder worden stijgen de resultaten, maar de afstand tot de landelijke normen blijft groot. 4.2.2 Scholengemeenschap Bonaire De gegevens van het examen Nederlands benaderen de landelijke normen het sterkst. Het Papiamentu wordt in de meeste niveaus beter gescoord dan het Nederlands, landelijk is voor het Papiamentu geen vergelijking mogelijk, omdat er geen landelijke normen zijn. De gegevens van de examen rekentoeten 2F en 3F en van de Cito Vaardigheidstoetsen rekenen en taal laten zien dat 85% tot 90% van de leerlingen de normen nog niet behaald. Op dit moment is de overgrote meerderheid van de leerlingen in het voortgezet onderwijs op Bonaire onvoldoende taalvaardig in het Nederlands om zich te kunnen redden in de huidige maatschappij. 4.2.3 FORMA De deelname aan de afdelingen FORMA stijgt. Een conclusie kan zijn, dat burgers die op welke manier dan ook voortijdig uit het onderwijs zijn afgestroomd uit eigen behoefte of op verzoek van derden besluiten tot deelname aan een van de afdelingen. Het gemiddelde percentage laaggeletterden van alle opleidingen binnen FORMA over 2014 en 2015, zoals geïnventariseerd in de Instaptoets (en/of het screeningsinstrument) en Taalniveautest Nederlands laat zien dat laaggeletterdheid en het bereiken van het redzaam burgerschapsniveau 2F14 een structureel punt van aandacht en zorg is. 14 Sinds 2010 wordt in het onderwijs met zogenaamde referentieniveaus (beheersingsdoelen) gewerkt. De fundamentele referentieniveaus (1F tot en met 4F) richten zich op basale kennis en inzichten van taal en rekenen. Referentieniveau 2F is het zogenaamde 'burgerschapsniveau'. Dit is het niveau dat iedere burger moet beheersen om op het gebied van taal en rekenen goed maatschappelijk te kunnen participeren in de hedendaagse samenleving. Uitgangspunt is dus dat alle inwoners van Europees en Caribisch Nederland een maatschappelijk niveau halen op niveau 2F. Dit niveau is vergelijkbaar met VMBO-BB. Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 25
5. Aanbevelingen ‘Taal is veel meer dan een communicatiemiddel. Het is een manier om de wereld te beschouwen’, zegt Malika Sutter in een interview (Trouw december 2015). Kinderen die laaggeletterd en onvoldoende taalvaardig zijn, lopen een groter risico om later in de (Papiamentu-talige) maatschappij niet zelfstandig te kunnen functioneren. De gehele samenleving op Bonaire draagt de verantwoordelijkheid voor het vroegtijdig voorkomen van laaggeletterdheid. Alleen een integrale aanpak vergroot de kansen van kwetsbare groepen om mee te kunnen doen in de samenleving van nu en in de toekomst. Het onderwijs kan niet alleen de geringe vaardigheid in taalcontact, taalgebruik en taalbeheersing in het Papiamentu en het Nederlands gaan oplossen. ‘Stichting lezen en schrijven Bonaire’ neemt deze verantwoordelijk op zich door middelen beschikbaar te (willen) stellen voor ondersteunende interventies waar de gehele bevolking van Bonaire van profiteert. Onderstaande aanbevelingen richten zich op de mogelijkheden voor Stichting lezen en schrijven Bonaire haar doelen verder te realiseren. Aanbevelingen voor het onderwijs en de voorschoolse educatie zijn vanuit de rol van Stichting lezen en schrijven Bonaire meegenomen. In de rapportage Quick Scan Expertgroepen15 staan aanbevelingen die vanuit het onderwijs zelf kunnen worden uitgevoerd vermeld. 5.1 Aanbevelingen voor de lokale netwerkaanpak16 Instellen van en samenwerken met een Taalpunt. Dat is een permanente ontmoetingsplek en informatiepunt voor cursisten, vrijwilligers en andere netwerkpartners. Men kan er terecht met vragen, cursussen, acties en evenementen. (NB. FORMA fungeert als een Taalpunt en waar dat kan wordt de samenwerking versterkt). Instellen van een Taalteam. Deze coördinatiegroep, fungeert als een dekkend taalnetwerk en initieert, coördineert en controleert activiteiten. Deze groep werkt waar mogelijk samen met bestaande instellingen17 en (taal)werkgroepen op Bonaire om reeds bestaande en nieuwe interventies te bundelen, te coördineren en de effecten te monitoren. Ontwikkelen van een database en werkwijze om laaggeletterdheid zo vroeg mogelijk te kunnen identificeren. Daarvoor is brede afstemming nodig met onder andere onderwijs18. Onderzoeken van de mogelijkheden van subsidies van het Europees platform om interventies gericht op specifieke talen uit te kunnen voeren. 5.2 Aanbevelingen voor facilitering van voorschoolse educatie, basisonderwijs en voortgezet onderwijs Stichting Lezen Nederland heeft 2016 als het jaar van het boek uitgeroepen, omdat de vereniging van boekhandels 200 jaar bestaat. Het motto is: wees trots, vier het boek, zegt het voort! De organisatie wil een gezamenlijk referentiekader scheppen waarmee het vanzelfsprekend is dat boeken een grote geestelijke en maatschappelijke waarde hebben. Onderstaande interventies hebben een relatie met dit motto. Faciliteren van: 15 Quick scan Expertgroepen Papiamentu en Nederlands (2015) https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/rapporten/2015/10/01/bevindingen-quick-scan-expertgroepenpapiamentu-en-nederlands/bevindingen-quick-scan-expertgroepen-papiamentu-en-nederlands.pdf 16 In een netwerkaanpak werken lokale organisaties samen om meer laaggeletterden te bereiken en te scholen. 17 Onderwijs, bibliotheek, buurthuizen, sociale wijkteams, jeugdhulpverlening, jeugd en gezin etc. 18 Vaststellen van kerndoelen/eindtermen Papiamentu; ontwikkeling van landelijke en gestandaardiseerde toetsen Papiamentu op een maatschappelijk minimum referentieniveau 2F en het ontwikkelen van een leerlijn Papiamentu. Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 26
• Versterking van het Papiamentu voor alle leeftijden van 0 -18 jaar door het verbreden van het aanbod van fictie (prentenboeken, leesboeken, stripboeken, verhalenboeken en dichtbundels) en non fictie (informatieve boeken en tijdschriften) in het Papiamentu. Hiervoor kunnen bestaande Nederlandse teksten voor de verschillende doelgroepen en leeftijden vertaald worden. Van belang is daarbij de Bonairiaanse context voor ogen te houden. De teksten moeten passen binnen de context van Bonaire en aansluiten bij de kennis en belangstelling van Bonairiaanse kinderen. Hiervoor worden auteurs en redacteurs benaderd die kinderliteratuur vanuit de context schrijven en/of vertalen. • Versterking van het Nederlands door het mogelijk maken van de aanschaf van Nederlandstalige boeken, waaronder fictie en non-fictie. • Het ontwikkelen of faciliteren van de aanschaf van leeftijdsadequate (digitale) boeken en tijdschriften voor kinderen die moeilijk lezen. • Het ontwikkelen van ondersteunend (gedigitaliseerd) materiaal in het Papiamentu op verschillende schoolniveaus. Een voorbeeld is het Friese project Tomke http://www.tomke.nl/ Denk voor de oudere kinderen aan woordenboeken, spelling- en stijlboekjes. • Het faciliteren van digitaal projectmateriaal over cultuur historische aspecten van Bonaire zoals de rotstekeningen, Indianen, slavernij, Zeilregatta, Dia di Rincon en Washington Slagbaai. Dit is een uitbreiding op de reeds ontwikkelde Nederlandstalige zaakvakken methode “Wereldwijzer” voor Bonaire. • Het ontwikkelen van apps voor digitale Bonairiaanse en Nederlandstalige (prenten)boeken. • Het planmatig inzetten van de Mediabus. De bus bevat computers en staat regelmatig volgens een rooster bij een wijkcentrum geparkeerd. Leerlingen kunnen onder begeleiding van een medewerker onderwijs in mediavaardigheden ontvangen. • Het verstrekken van tablets, waarmee leerlingen op de scholen digitale boeken kunnen lezen. • Inzetten van ‘Kunst van het lezen’, een actieplan om de taal- en leesvaardigheid leerlingen op het VMBO te verbeteren. • Uitbreiding leertijd door het ondersteunen van een weekendschool voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs. Leerlingen gaan gedurende het schooljaar dagdelen op de zaterdag en/of zondag naar een ruimte. Zij krijgen van een leraar extra ondersteuning in taal, lezen en rekenen in Papiamentu en Nederlands. De weekendschool heeft een eigen curriculum, dat in nauwe afstemming met de scholen is samengesteld. • De zomerschool (of vakantieschool) biedt elke dag in de schoolvakantie enkele uren extra ondersteuning in taal, lezen en rekenen in Papiamentu en Nederlands. De zomerschool wordt vaak ingezet om leerlingen extra te ondersteunen en zittenblijven te voorkomen. Uit onderzoek19 blijkt dat in 2014 in Nederland 86% van de deelnemende leerlingen de zomerschool succesvol heeft afgerond en 75% het schooljaar erna overgaan of hun diploma halen. Meer informatie is te vinden op www.rug.nl • Het ontwikkelen van rekenspelletjes en taalspelletjes in het Papiamentu. Denk aan de aanschaf en het vertalen van allerlei bestaande Nederlandstalige spellen die laagdrempelig zijn. Zie hiervoor bijvoorbeeld http://rekenspel.slo.nl/rondjerekenspel/getalkaart/. • memory en kwartetspellen met de context van Bonaire. • het tijdelijk verstrekken van context gerelateerde spellen. Denk aan het distribueren van schijfjes met 3 of 5 getallen, spreekwoorden en woorden met betekenis. Door te verzamelen leggen leerlingen een verzameling aan en vergroten zo hun rekenen en taal vaardigheden. Maak er een tijdelijke wedstrijd van, waardoor de betekenis wordt verhoogd. 19 Faber etal 2014 RUG Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 27
5.3 Aanbevelingen voor stimulering en verbreding van samenwerkingsvormen met de openbare bibliotheek en andere instellingen zoals Fundashon Lesa ta Dushi en FORMA • Het creëren van een lees- en schrijfcultuur in beide talen door de organisatie van lees, schrijf en reken bevorderende activiteiten: • project voorleeskampioen in beide talen. Jaarlijks wordt een voorleeskampioenschap georganiseerd tussen de po scholen. Eerst wordt de voorleeskampioen van iedere klas en daarna van iedere school gekozen. Vervolgens komen de kampioenen bij elkaar en kiest een jury de voorleeskampioen van Bonaire in zowel Papiamentu als Nederlands20. • verhalenwedstrijd voor zowel primair, voortgezet onderwijs en mbo. De opzet is gelijk aan de voorleeskampioen, alleen nu gaat het om het schrijven van verhalen in diverse leeftijdscategorieën. • rekenwedstrijd, als hierboven. • een lied of rapwedstrijd in het Papiamentu. Denk ook aan een soort van ‘Bonaire got talent’ en laat enkele bekende populaire Bonairianen die als rolmodel fungeren in de jury zitten. • Het ontwikkelen van Papiaments en Nederlands taalaanbod in de Bonairiaanse media, zoals vertalen van goede kinderprogramma’s. Een voorbeeld uit Nederland is het Friestalige Tomke project. http://www.tomke.nl/ en http://www.omropfryslan.nl/nieuws/tomke-krijgt-een-eigen-radiozender • Het bestaande project Lesa ta Dushi of Voorleesexpress. Het project Lesa ta Dushi bestaat uit een team van vrijwillige voorlezers die per seizoen 20 keer 60 minuten aan kinderen t/m 8 jaar voorlezen. Het doel van het project is dat de ouders en/of grootouders het voorlezen langzamerhand overnemen van de voorlezer en er thuis een voorleescultuur ontstaat. De bibliotheek traint de voorlezers in het interactief voorlezen, waarbij vragen worden gesteld, waardoor kinderen kunnen denken en redeneren over de inhoud van het boek. http://caribischnetwerk.ntr.nl/tag/stichting-lesa-ta-dushi/ • in samenwerking met de bibliotheek faciliteren van het programma BoekStart: programma BoekStart helpt jonge gezinnen om (voor)lezen en boeken als vast onderdeel in de ontwikkeling van kinderen te zien. De bibliotheek voert BoekStart ook in de kinderopvang uit. • Realiseer voor de bibliotheek de aanschaf van Leeslichtboeken. Speciaal voor volwassenen die moeite hebben met lezen is er Leeslicht: een boekenserie van makkelijk te lezen boeken voor volwassenen. Mensen die moeite hebben met lezen, kunnen leesboeken of literatuur vaak niet goed begrijpen. Als zij iets willen lezen, kunnen ze alleen stripboeken of kinderboeken pakken. Dat is jammer, want juist zij moeten écht lezen als ze hun taalniveau willen verhogen. Leeslicht hertaalt bestaande Nederlandse leesboeken van zowel bekende als minder bekende schrijvers naar simpel Nederlands. Zie link Eenvoudig Communiceren. • Voorleesmarathon (in de week van de Nationale voorleesdagen) gedurende een week. Bekende Bonairianen lezen om de beurt op elke school een keer voor. Daarvoor geven zij een voorleesstok door aan elkaar. • Samenwerking met de plaatselijke TV in het opzetten van een project met tablets en jeugdjournalisten. Zij doen verslag van evenementen en doen tevens een rekenspelletje/taalspelletje waarin de context van Bonaire wordt gebruikt. 5.4 Aanbevelingen activiteiten en projecten voor volwassenen • Voorleesservice voor bedrijven. De voorleesservice is onderdeel van ‘Vaders Voor Lezen’ en bedoeld voor bedrijven die hun mannelijke medewerkers willen helpen om meer voor te lezen. De voorleesservice houdt in dat vaders een jaar lang iedere maand (digitaal) voorleesverhalen krijgen. Deze verhalen worden onder collega’s verspreid. Zo moedigt de stichting vaders (ook via de werkende moeders) aan om 20 Stichting lezen Nederland Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 28
thuis voor te lezen aan hun kinderen. Op deze manier draagt de organisatie bij aan een belangrijk maatschappelijk doel. http://www.lezenenschrijven.nl/uploads/editor/Vaders_Voor_Lezen_Voorleesservice.pdf • Een project om laaggeletterden vrouwen van 50 jaar en ouder beter toegerust aan betaald werk te kunnen helpen is het project Educatie voor Vrouwen met Ambitie (EVA). Cursisten gaan zelfstandig of in een groep aan de slag met lezen, schrijven, rekenen en werken op de computer. Als deze vaardigheden beheerst worden, is het makkelijker werk te zoeken, een eigen bedrijf te starten of een opleiding te volgen. • Het project ‘Taal voor het Leven’. Taalcoaches geven trainingen aan mensen die problemen hebben met lezen en schrijven. Nieuwe vrijwilligers worden getraind om taalcoach te worden. • Project Taalmaatjes. Vrijwilligers worden gedurende maximaal 3 jaar een Taalmaatje van een volwassene. De vrijwilliger spreekt een of beide talen en geeft ondersteuning om de laaggeletterde taalvaardiger te maken. Stichting lezen en schrijven Bonaire financiert mede een projectcoördinator die de vrijwilligers coördineert en de match tussen vrijwilliger en de laaggeletterde. Het Taalmaatje stimuleert en begeleidt ouders tot bibliotheekbezoek voor henzelf of om aan de kinderen voor te lezen. • Investeer voor volwasseneducatie in de methode Succes! Het is een lesmethode voor volwassenen die Nederlands spreken en die beter willen leren lezen en schrijven. Het is de eerste schriftelijke, integrale lees- en schrijfmethode van niveau Instroom tot en met niveau 2F. Zie: http://taalvoorhetleven.nl/uploads/bestanden/Overzicht_boekjes_Succes_02102015.pdf • Invoeren en beschikbaar stellen van de jaarlijkse prijs voor Taalheld. Inwoners van Bonaire kunnen 3 bewoners als Taalheld opgeven voor de Taalheldenprijs. De prijs is een persoonlijke aanmoedigingsprijs voor mensen, die zich op een bijzondere wijze blijvend inzetten om laaggeletterdheid te voorkomen en te verminderen. Categorieën om een prijs als Taalheld te kunnen winnen kunnen bijvoorbeeld zijn: Taalcursist, Taalbegeleider en Bruggenbouwer. Voor Bonaire zijn 3 categorieën wellicht teveel, echter een keuze kan ook uit deze worden gemaakt. http://www.lezenenschrijven.nl/nieuws/nog-twee-wekenom-uw-taalheld-aan-te-melden • Realiseren van auditieve ondersteuning op de website van belangrijke instanties op Bonaire. Bezoekers kunnen op een pictogram van een luidspreker klikken, waardoor zij de tekst horen en kunnen meelezen. • Coördinatie van de jaarlijkse Week van de Alfabetisering. In de week rond 8 september (jaarlijkse analfabetiseringsdag) organiseren lokale organisaties een evenement rondom taal en geletterdheid. Stichting Lezen & Schrijven Bonaire moedigt organisaties aan om hieraan bij te dragen en faciliteert waar nodig en mogelijk is. • Samenwerken met zorgverleningsprojecten in verband met de sterke relatie taal en gezondheid. Taalproblemen hebben directe gevolgen voor de gezondheid van laaggeletterden. Mensen die moeite hebben met lezen en schrijven voelen zich, zowel lichamelijk als geestelijk, vaker minder gezond dan niet-laaggeletterden. Bij laaggeletterden ontbreken vaak ook de gezondheidsvaardigheden die daarop voortborduren, zoals het communiceren met zorgverleners en beoordelen van informatie. Voor meer informatie: http://www.lezenenschrijven.nl/hulp-bij-scholing/laaggeletterdheid-en-gezondheid Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 29
© Copyright 2016 Stichting Lezen & Schrijven Bonaire Stichting Lezen & Schrijven Bonaire Een initiatief van Rotary Club Bonaire Stichting Lezen & Schrijven Bonaire P.O. Box 465 Bonaire, Dutch Caribbean www.lezenenschrijvenbonaire.org lezenenschrijvenbonaire@gmail.com
1 Online Touch