0

CAPHRI Care and Public Health Research Institute op één lijn 73 Wegwijs Vakgroep Huisartsgeneeskunde behoort tot de School CAPHRI van het MUMC+

Colofon Inhoudsopgave Oplage 2600 exemplaren Hoofd-/eindredactie Babette Doorn Redactieleden Jeroen Smeets, Eefje de Bont, Lisette Verheijen, Hendrik-jan Vunderink en Babette Doorn Doelgroep Huisartsen Limburg en Brabant, SO’s in Limburg, aios en alumni, afdelingen MUMC+ & overige relaties E-mail op1lijn@maastrichtuniversity.nl Deadline volgend nummer 3 november 2023 Postadres Vakgroep HAG Universiteit Maastricht Postbus 616 6200 MD Maastricht Bezoekadres P. Debyeplein 1 6229 HA Maastricht Ontwerp/druk The Creative Hub – Maastricht University UM230053 Fotografie Pagina 15 gemaakt door Verenso Pagina 19 gemaakt door Jonathan Vos Pagina 25 gemaakt door Philip Driessen (bovenste foto) en Loraine Bodewes (onderste foto) Copyright © Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd bestand of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Algemeen Van de Redactie – Babette Doorn Van de voorzitter: Luchtkwaliteit – Jean Muris Onderwijs Twee bijzonder lectoren en een nieuwe hoogleraar – Loes van Bokhoven Het nieuwe Maastrichtse bachelor curriculum, Ba-MED - Loes van Bokhoven Laat studenten geneeskunde zien hoe mooi het vak van huisarts is! – Anouk Heuts en Lilian Aarts Afscheid Marlies Noevers – Anouk Heuts en Lilian Aarts NVMO-congres in Maastricht. Door de ogen van… - Michelle Verheijden Intervisie en Scholing voor werkplekbegeleiders – Gaspard Knops Internationale samenwerking. Onderwijs op reis - Laury de Jonge Stellen zich voor Franca Warmenhoven – SO-docent basisopleiding Geneeskunde Frederieke van der Mee - AIOTHO Sanne van der Heijden – Management office-assistent Vera Wolvekamp – Specialist ouderengeneeskunde Denise van den Booren – Medewerker Studentzaken basisopleiding Geneeskunde Fabienne Urlings – Junior-onderzoeker WESP-en Zorgpaden artrose - Sietse Persoons Onderzoek Promotie Esther Boudewijns; Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen – Eefje de Bont In de prijzen: Eefje de Bont en Jessica Ruisch CAPHRI-dag 2023. Science in Transition - Mark Spigt Denk mee met de Witte Raven. Wat is het goede antwoord? – Paul Höppener Opleiding Ouderengeneeskunde Generaties – Mariëlle van der Velden Verenso-congres – Anne Winkens Het aantal aios groeit! – Babette Doorn Huisartsopleiding Uit het hoofd. Maastricht blijft in Eindhoven – Matthijs Limpens Column: Vakantie? – Jeroen Smeets Moreel dilemma. Prikkelend of geprikkeld – Nathalie Notermans In de leer. Kicken en klagen – Davíd van Eerd Made in Maastricht en Eindhoven – afgestudeerde huisartsen WONCA Brussel. Keuzes maken – Ingrid van der Heijden WONCA-verslaving – Carla Rohde AIOS - opleiders voetbalwedstrijd – Gaston Peek Equilibre. Een ander gesprek – Elsje Kuijper, Gaston Peek en Marieke Kools Weten is eten – Hendrik-Jan Vunderink 3 4 5 6 7 7 8 10 11 12 12 12 13 13 13 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 2

Van de redactie Wegwijs Was het u al eens opgevallen dat de titel van het redactioneel identiek is aan die op de kaft? Titels zijn belangrijk, want ze trekken de aandacht. Een titel dient wel de lading te dekken. De primaire lading deze keer bestaat uit onderwijs. Nieuwsgierig naar de herkomst van dit woord en of er ook zoiets als bovenwijs zou bestaan, stuitte ik op de betekenis. Het betekent van oorsprong ‘iemand ondersteuning bieden door hem de weg te wijzen’. Et voilà, de titel was gevonden. We wijzen u graag de weg in de veranderingen binnen de medische basisopleiding. Dit keer de BaMed, beschreven door Loes van Bokhoven. Loes is per 1 mei benoemd tot profileringshoogleraar. Haar benoeming en die van de lectoren Albine Moser en Jerôme van Dongen versterken de interprofessionele samenwerking in de regio. Verder: we zoeken continu nieuwe docenten en werkplekken voor de basisopleiding. Door dit te doen draagt u absoluut bij aan meer bekendheid met het huisartsenvak of dat van de specialist ouderengeneeskunde. Dit zal de werving van nieuwe aios zeker ten goede komen. Wie jarenlang de weg wist binnen het coschap, was Marlies Noevers, zij is nu met pensioen. Een van haar opvolgers, Denise van den Booren, stelt zich voor in de rubriek nieuwe medewerkers. Dit jaar was het grote NVMO-congres weer eens in Maastricht, een thuiswedstrijd. Aiotho Michelle Verheijden doet verslag. Aan intervisie en nog meer scholing voor werkplekbegeleiders is grote behoefte, zo beschrijft Gaspard Knops. Sectorhoofd Laury de Jonge mocht dit keer de vleugels uitslaan en verbleef in Brazilië onder de wapperende vlag van SHE-Collaborates. Wat dat is en wat ze deden, leest u in zijn artikel. Slechts 1 WESP-student was voor de deadline zo ver om een stukje in te sturen: Sietse Persoons. De andere WESP-en krijgen hun eervolle moment in de volgende editie van het blad. Deze keer was ook net te vroeg voor een volwaardige rubriek van Bruikbare Wetenschap door Jochen Cals. Mede daardoor konden we uitgebreid stilstaan bij de promotie van Esther Boudewijns op de ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen. De auteur van dat artikel, huisartsredactielid Eefje de Bont, viel zelf in de prijzen. Op het moment dat ik het redactioneel schrijf, verblijft zij in Brighton om van haar onderzoeksprijs te genieten. De andere prijswinnaar is Jessica Ruisch, zij won de Verenso-beurs. Jessica doet promotieonderzoek tegelijk met haar opleiding tot specialist ouderengeneeskunde in Maastricht. Mark Spigt doet verslag van de jaarlijkse CAPHRI-dag, dit keer was het thema ‘Science in transition’. Tot slot in het onderzoeksdeel de befaamde OOK. Denk mee met Witte Raaf Paul Höppener. Paul (85 jaar) ontving dit voorjaar de Koninklijke onderscheiding Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Vanuit de ouderengeneeskunde drie artikelen. De eerste van het hoofd Mariëlle van der Velden-Daamen over generaties. Daarnaast een verslag van het Verenso-congres door aios Anne Winkens. Als derde mag ik u bijpraten over de gebeurtenissen van de laatste maanden en een vooruitblik werpen op het nieuwe academische jaar. Matthijs Limpens wijst u de weg in de wereld van de Maastricht huisartsopleiding. Eén opleiding op twee locaties: wij blijven ook in Eindhoven en wij blijven daar een volledig curriculum aanbieden aan aios. Jeroen Smeets deelt weer een indringende column met ons. Het vraagteken achter de titel verraadt al een beetje dat het geen luchtig verhaal is. Nathalie Notermans schreef na haar vakantie een nieuw Moreel Dilemma over een actueel maatschappelijk probleem: de vaccinatiegraad onder jonge kinderen. Briefjes ophangen op de koffieautomaat werkt nog steeds! We vonden zo een nieuwe aios-columnist: Davíd van Eerd. Kicken en klagen, daar herkennen we ons allemaal wel in toch? Twee groepen aios studeerden af, een in Eindhoven en een in Maastricht. Verder twee verslagen van de WONCA, dit jaar in Brussel. Geen thuiswedstrijd zoals het NVMO, maar ook geen wereldreis. Ingrid van der Heijden doet verslag alsook derdejaars aios Carla Rohde. Waar Wilskracht is wordt gevoetbald: we nemen u mee naar Bocholtz voor het voetbaltreffen van aios tegen opleiders. Als vanouds ging het er weer keihard aan toe! En good old Huub Schepers was uiteraard ‘van de partij’. Equilibre is de rubriek voor of over huisartsopleiders. De Tweedaagse in Heeze was weer een succes. Eind juni had de redactie een gezellige lunch waarbij kookHab-in-ruste Hendrik Jan Vunderink als vanouds aanwezig was. Bij het uitzwaaien zei ik: ‘Volgend week wél een nieuw stukje ‘Weten is eten’ hè?’ Het artikel zat die avond al mijn mailbox. Een dag later bekeek ik kwijlend de kersverse foto’s van zijn zelfgemaakte chocolademousse. Een fijne zomer, laat u niet van de wegwijs brengen! Babette Doorn 3 op één lijn 73

op één lijn 73 2de uitgave 2023 Van de voorzitter Luchtkwaliteit DOOR JEAN MURIS, VAKGROEPVOORZITTER Nederland heeft een slechte luchtkwaliteit, met schadelijke gevolgen voor de volksgezondheid. Vooral kinderen, ouderen en patiënten zijn kwetsbaar. Langdurige blootstelling kan leiden tot verminderde longfunctie, verhoogde kans op astma, COPD en voortijdig overlijden. In Nederland is luchtvervuiling verantwoordelijk voor minimaal 20% procent van de astmagevallen onder kinderen. Dit percentage is in geen enkel ander Europees land zo hoog. Bij volwassenen wordt luchtvervuiling in verband gebracht met een verminderde longfunctie en een hogere prevalentie van COPD. Het verergert ook hartziekten. In Nederland sterven jaarlijks ongeveer 12.000 mensen voortijdig als gevolg van luchtvervuiling. De bijdrage van luchtvervuiling aan de ziektelast in Nederland is vergelijkbaar met die van obesitas. De Europese Unie en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hebben normen vastgesteld voor de luchtkwaliteit. Deze normen zijn gebaseerd op de concentratie van schadelijke stoffen in de lucht, zoals fijnstof (PM10 en PM2,5), stikstofdioxiden (NO2) en ozon (O3). De EU-normen zijn vastgelegd in de Europese Richtlijn voor Luchtkwaliteit en Schone Lucht voor Europa (2008/50/EC). Deze richtlijn stelt maximale niveaus voor luchtvervuiling en vereist dat lidstaten plannen ontwikkelen om deze niveaus te verlagen. Het lukt Nederland te voldoen aan deze EU-normen. Echter, deze normen liggen nog altijd een stuk hoger dan die van de WHO. Stelt u zich eens voor. Je bent huisarts en hebt in je artseneed je verantwoordelijkheid voor de maatschappij erkent en (Bron: The Steering Committee of the Transport, Health and Environment Pan-European Programme 2021) ziet steeds vaker de negatieve effecten veroorzaakt door luchtvervuiling. Veertigers met hart- en vaatziekten, nooit gerookt, maar wonend in de buurt van Tata Steel, Schiphol, Vliegveld Maastricht Aachen Airport. In je artseneed heb je je verantwoordelijkheid beloofd, maar je voelt je machteloos. Het is belangrijk dat artsen een grotere rol spelen in het bewustmaken van patiënten van de schadelijke effecten van luchtvervuiling door ouders en patiënten actiever te adviseren over hoe ze de blootstelling kunnen beperken en wat ze zelf kunnen doen. Dagje uit vakgroep 4

2de uitgave 2023 Een boost voor interprofessionele samenwerking in de regio Twee bijzonder lectoren en een nieuwe hoogleraar DOOR LOES VAN BOKHOVEN, PROFILERINGSHOOGLERAAR De toenemende complexiteit van gezondheidsproblemen en de beperkte beschikbaarheid van zorgprofessionals om de groeiende zorgvraag op te vangen, maken betere interprofessionele samenwerking noodzakelijk. Niet voor niks hebben de huisartsen in 2019 een vierde kernwaarde ‘gezamenlijk’ toegevoegd aan de aloude drie: persoonlijk, medisch-generalistisch en continu. Ook bij de opleiding Ouderengeneeskunde in Maastricht staat ‘interprofessioneel’ in de visie. Bij de vakgroep Huisartsgeneeskunde Maastricht doen we dan ook al een aantal jaren onderzoek samen met Zuyd Hogeschool, organisaties in de regio en patiënten en hun naasten, om de interprofessionele zorg te verbeteren. Bovendien vertalen we de geleerde lessen meteen door naar scholing voor zowel studenten, huisartsen in opleiding als ervaren professionals. De onderwerpen komen altijd uit de praktijk van alledag. Voorbeelden van gezamenlijke projecten zijn het efficiënt inrichten van interprofessioneel teamoverleg, het ontwikkelen van een toolbox voor interprofessioneel leren op de werkplek door huisartsen in opleiding en het verbeteren van de interprofessionele samenwerking bij proactieve zorgplanning. De samenwerking in de regio wordt nu nog verder versterkt met een drietal benoemingen van wetenschappers met een stevige voet in de praktijk. Albine Moser is benoemd tot bijzonder lector Interprofessioneel Samenwerken met Verpleegkundigen aan Zuyd Hogeschool en Zuyderland Medisch Centrum. Zij werkt één dag per week als universitair hoofddocent aan onze vakgroep. Aandachtspunten zijn bijvoorbeeld de overgang van het ziekenhuis naar de thuissituatie en het duurzaam inrichten van interprofessioneel teamoverleg. Jerôme van Dongen is benoemd als bijzonder lector Interprofessioneel Samenwerken in de Wijk, eveneens bij Zuyd Hogeschool. Hij is verder verbonden aan de regionale organisatie voor welzijn en kinderopvang MIK/PIW. Hij richt zich op de samenwerking binnen het sociaal domein en tussen het sociaal domein en de zorg. Met zijn promotie aan de vakgroep Huisartsgeneeskunde legde hij een belangrijke basis voor de samenwerking tussen Zuyd en UM. Jerôme van Dongen Albine Moser De derde benoeming is die van Loes van Bokhoven tot profileringshoogleraar Interprofessioneel Samenwerken en Leren in de Eerstelijns Gezondheidszorg. Zij richt zich vooral op de interprofessionele teams rondom individuele patiënten en hun naasten en op de samenwerking binnen de wijk. Belangrijke proeftuin is het zorgnetwerk voor ouderen in Elsloo, waar zij twee dagen per week werkt als huisarts. In alle projecten wordt intensief samengewerkt met collega’s in de regio. Zin om daarin mee te denken of behoefte aan meer informatie? Loes.vanBokhoven@maastrichtuniversity.nl 5 op één lijn 73

op één lijn 73 2de uitgave 2023 De pioniersgeest van 1974 voor de dokters van 2030 Het nieuwe Maastrichtse bachelor curriculum, Ba-MED DOOR LOES VAN BOKHOVEN, HUISARTS, LID VAN HET KERNTEAM BACHELOR REDESIGN EN LEERTEAMCOACH Introductiedagen bij groepsaccommodatie Pietersheim, net over de grens bij Maastricht. Tijdens een wandeling naar de lokale waterburcht, zit er een asgrauwe vrouw tegen een boom, naast een fiets, niet meer aanspreekbaar. Na de eerste schrik realiseren de studenten zich dat het een oefensituatie is en dat ze aan de bak moeten. Zo ging afgelopen september het nieuwe bachelor curriculum Geneeskunde van start met de eerstejaarsstudenten van de Engelstalige richting. Praktijksituaties zoals in het voorbeeld vormen de rode draad en er is veel aandacht voor de extramurale zorg. Nu het jaar bijna om is, is het tijd voor een terugblik. Waarom veranderen? Het gaat toch goed? De verandering die nu wordt doorgevoerd, is de grootste in vele jaren. Dat lijkt misschien vreemd, want de waardering van zowel studenten als accreditatiecommissie is hoog. Er zijn twee belangrijke redenen. Ten eerste leiden we de artsen van de toekomst op. Aangezien de zorg verandert, moet het curriculum inhoudelijk mee veranderen. De tweede reden is dat het probleemgestuurde onderwijs heel veel goede kanten heeft, maar dat studenten meer coaching nodig hebben om hun eigen leren levenslang te kunnen blijven sturen. In het nieuwe curriculum is daarom meer aandacht voor zaken als interprofessioneel samenwerken, digitale vaardigheden en Global Health. Qua vorm behouden we de kleine groepen, die actief aan de slag gaan met praktijkproblemen. We voegen daar het aanleren van zelfsturing en elkaar daarbij helpen aan toe: zelf leren zien wat goed gaat en wat nog extra studie vraagt; zelf de passende leeractiviteiten kiezen en een planning maken. Opbouw in periodes en lijnen De eerste twee jaren zijn ingedeeld in vier periodes van tien weken per jaar, ieder met een authentieke professionele taak als vertrek- en eindpunt. De allereerste periode gaat bijvoorbeeld over het opvangen van een patiënt met een acuut probleem op straat. Over de periodes heen, is het onderwijs ingedeeld in drie samenhangende lijnen: de arts als medische professional, met daarin bijvoorbeeld basisvakken, klinische vaardigheden en communicatieonderwijs; de arts als kritische professional met bijvoorbeeld wetenschappelijke- en informatievaardigheden en kennis van samenwerken in interprofessionele netwerken. De derde lijn gaat over de arts als persoon, met aandacht voor persoonlijk welzijn, leren leren en het kiezen van een persoonlijk profiel. 6 Leerteamcoach: tutor en mentor ineen Studenten komen twee keer per week een uur bij elkaar onder begeleiding van een leerteamcoach. Dit is een intensieve rol van twee dagdelen per week (0,2fte), ook in te vullen als duo. Daarmee wordt het ook voor huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde die buiten Maastricht wonen hopelijk een aantrekkelijke rol, aangezien je niet voor een uurtje op en neer hoeft. De studenten beslissen zelf hoe ze het uur gebruiken: voor bespreken van casuïstiek, het voorbereiden van vragen voor een expert of het werken aan gezamenlijke opdrachten. De groep en hun coach blijven een heel jaar bij elkaar. Dit geeft de coach veel meer kans om gerichte feedback te leveren. Voor deze coaching is ook regelmatig tijd ingeruimd in de vorm van een-op-een gesprekken met studenten over hun voortgang. Hierbij is het portfolio dat iedere student bijhoudt een hulpmiddel. In het portfolio verzamelt de student feedback op allerlei leeractiviteiten en toetsuitslagen. Daarnaast is er ruimte voor reflectie en het vastleggen van leerdoelen. Op basis van dit materiaal maakt iedere student tegen het einde van het jaar een zogeheten ‘substantiated analysis’, een onderbouwde weergave van het eigen niveau en de ontwikkelpunten. De leerteamcoach geeft hierbij advies en een beoordelingscommissie beslist op basis van de analyse of de student door kan naar het volgende jaar. Er zijn dus geen individuele toetsen meer die moeten worden gehaald. Aandacht voor de eerste lijn De inspiratie voor de thema’s van de periodes: acute zorgchronische zorg-korte episode zorg, zorg voor gezondheid/ preventie en complexe/geïntegreerde zorg, kwam van het curriculum van de huisartsopleiding. In de periodes is, net als in de eerste lijn, steeds aandacht voor zowel de biologische als de psychosociale en organisatorische aspecten van gezondheid. Door de periodes heen maken studenten kennis met de verschillende, vaak extramurale, samenwerkingspartners en tenslotte komt de extramurale zorg terug in keuze-onderwijs, waar iedere student een halve dag per week aan deelneemt. Soms heeft dit onderwijs de vorm van verdiepende thema’s van tien weken en soms gaat het om twintig weken meedoen in de zorg in brede zin, maar in een andere rol dan die van arts. Een aantal huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde biedt al onderwijs aan, zoals een thema over eenzaamheid of meedoen met de doktersassistente of het spreekuur in het asielzoekerscentrum. De huisartsgeneeskundige kernwaarden komen dus uitgebreid aan bod.

2de uitgave 2023 En… werkt het? We zijn inmiddels bijna een jaar onderweg. Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde zijn goed vertegenwoordigd, niet alleen in het keuze-onderwijs maar ook als bouwers van onderwijs en als leerteamcoaches. Het is prachtig om te zien hoe de groep al snel een hechte gemeenschap is geworden en hoe hard en enthousiast er door studenten (en staf) wordt gewerkt. Op de voortgangs- en vaardigheidstoetsen, die de studenten net als de reguliere studenten wel gewoon maken, als bron van feedback, scoren ze minstens even goed als de reguliere studenten. Een nieuw curriculum kent natuurlijk altijd kinderziektes. Zo bleken de beperkte groepsgrootte en de intensieve taallessen een uitdaging bij het plannen van het gewenste flexibele rooster. Inmiddels hebben de studenten hun ‘substantiated analyses’ afgerond. De diepgang van hun reflecties en de regie op het eigen leerproces die daarin zichtbaar zijn, zijn indrukwekkend. De studenten kunnen heel goed aangeven wat hun sterke punten zijn en wat ze nog moeten ontwikkelen en kunnen al concrete plannen maken over hoe ze dat komend jaar willen aanpakken. En het slachtoffer in de introductiedagen? Dat was onze collega Trudy van der Weijden. Met haar gaat het weer prima. Gelukkig maar, want zij is als leerteamcoach en bouwer van de periode Integrated Care in jaar 3 onmisbaar voor de nieuwe opleiding. Onderwijs Laat studenten geneeskunde zien hoe mooi het vak van huisarts is! DOOR ANOUK HEUTS EN LILIAN AARTS, ONDERWIJSCOÖRDINATOREN Dat kan als docent in het facultaire onderwijs of als werkplekbegeleider voor coassistenten. Elke huisarts kan in principe docent worden. We hebben veel verschillende docentrollen en kijken samen naar wensen en mogelijkheden. Van onze docenten/huisartsen horen we regelmatig dat het opleiden en begeleiden van jonge artsen veel voldoening en extra werkplezier geeft. Voor de jaarlijkse plaatsing van onze coassistenten zijn veel werkplekken nodig. U kunt als werkplekbegeleider de coassistenten laten zien welke belangrijke rol de huisarts in de Nederlandse gezondheidszorg speelt. Daarnaast kunt u coassistenten inspireren om het vak later als specialisatie te kiezen hetgeen steeds belangrijker wordt. Afgelopen jaar hebben zowel lokaal als landelijk gezien minder mensen gesolliciteerd voor een plek bij de Huisartsopleiding, terwijl de capaciteit opgehoogd is. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Lilian Aarts, Onderwijscoördinator praktijken lilian.aarts@maastrichtuniversity.nl Anouk Heuts, Onderwijscoördinator docenten a.heuts@maastrichtuniversity.nl Afscheid Marlies Noevers Na maar liefst 32 jaar werkzaam te zijn geweest bij de sector onderwijs van HAG is Marlies Noevers vanaf 1 juni jl. met pensioen. We hebben Marlies samen met een paar collega’s in het zonnetje gezet tijdens een gezellig etentje. In de tuin van Marlies staat nu een aantal boompjes die haar hopelijk regelmatig aan haar collega’s van HAG laten terugdenken. Marlies wordt opgevolgd door Paddy Hinssen en Denise van den Booren. 7 op één lijn 73

op één lijn 73 2de uitgave 2023 NVMO-congres in Maastricht Door de ogen van… DOOR MICHELLE VERHEIJDEN, AIOTHO Met veel plezier kijk ik terug op mijn deelname aan het 32ste NVMO-congres. Een jaarlijks congres waarbij het onderwijs en opleiden in de gezondheidszorg centraal staat. Dit jaar was extra speciaal, aangezien NVMO haar 50ste verjaardag vierde. Voor mij was het de eerste keer dat ik bij dit tweedaagse congres aanwezig was. Ik neem jullie graag mee in mijn ervaring. Aangezien het congres dit jaar niet zoals gebruikelijk in Egmond aan Zee werd georganiseerd, begon het voor mij als een thuiswedstrijd. Het congres vond plaats in het recent gerenoveerde MECC te Maastricht. Dit betekende op de fiets naar het MECC! Al fietsend kwam ik al verschillende stoeten aan mensen tegen: op het treinstation van Randwyck en bij de nabijgelegen hotels. Ruim 1100 docenten, studenten, beleidsmakers en onderzoekers verbonden aan wo- of hboinstellingen in Nederland en Vlaanderen namen deel. Wat een overweldigend gevoel toen ik mijn weg vond naar een kopje koffie en een echte nonnevot. De Limburgse sfeer zat er gelijk in. Het leek wel carnaval, zo massaal, maar dan zonder geschminkte mensen en rijkversierde kostuums. Het gevoel dat ik bij carnaval krijg is ook eenzelfde soort overweldigend gevoel, een gevoel van saamhorigheid. De stad tovert zich elk jaar om tot een kleurrijke stad vol hossende mensen. Als buurman en buurman sta je schouder en schouder naast elkaar. Dit was ook precies het gevoel dat het congresbestuur wilde uitstralen met het thema van dit jaar: SAMEN LEREN, SAMEN WERKEN – Alone we can do so little, together we can do so much (Helen Keller). Om het thema leven in te blazen werden er plenaire lezingen en parallelsessies verzorgd. In een van de plenaire hoofdlezingen nam Jet Bussemaker, voormalig minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, ons mee in wat er beleidsmatig voor nodig is om zorg en ondersteuning toekomstbestendig te organiseren en wat daarvoor nodig is vanuit de opleidingen in de gezondheidszorg. Als keymessage nam ik uit haar lezing mee dat het essentieel is om samen met de patiënt en diens netwerk zorg te faciliteren. Dit vraagt dan ook om een andere kijk bij het opleiden van gezondheidsprofessionals: samenwerking met andere professionals zowel ín als buiten ‘jouw’ domein. In mijn eigen ervaring als huisarts in spe heb ik in mijn eerstejaars praktijk al veel initiatieven gezien met als doel samenwerken met verschillende zorgprofessionals. Bijvoorbeeld, het organiseren van spreekuren met verschillende specialisten zoals psychiaters en internisten, maar ook samenwerkingsinitiatieven met de gemeente of vrijwilligersorganisatie. In de laatste plenaire lezing namen Albine Moser, Simone Gorter en Jascha de Nooijer ons mee ‘Hitchiking into professional galaxy’. In deze lezingen bezochten we verschillende planeten. Op elke planeet nam een professional ons mee in diens ervaringen gerelateerd aan interprofessionele samenwerking. Zo bezochten we onder andere de planeet ‘Mars’ van Loes van Bokhoven, huisarts en profileringshoogleraar. Zij nam ons mee in een project waarin verschillende zorg- en welzijnorganisaties samenwerken met burgers in het Zuid-Limburgse Elsloo, binnen een interprofessioneel zorgnetwerk. Het motto van het zorgnetwerk is ‘Samen werken, samen leren, samen beter’. Anders gezegd: door samen praktisch aan de slag te zijn, leren we van, met en over elkaar, met als doel om samen betere zorg en betere professionals te krijgen. In de parallelsessies kwamen allerlei onderwerpen aan bod via onderzoekspapers, praktijkpapers, posters, workshops en rondetafelsessies. In een van deze paralelsessies had ik het genoegen om de resultaten van ons recentelijk gepubliceerde onderzoek te mogen presenteren. Een ‘consensus study’ om perspectieven van stakeholders binnen de huisartsgeneeskunde over eigenschappen van een vaardige communicator in kaart te brengen. Er ontstond een interessante discussie met het oog op verbinden en te kijken naar mogelijkheden om samen te werken. Daarnaast had ik het genoegen om met mijn collega’s van onderzoeksschool SHE (School of Health Professions Education), Karen Könings, Stephanie Meeuwissen en Jill Whittingham, een workshop over de implementatie van co-creatie te geven. In deze workshop probeerden we deelnemers mee te nemen in wat co-creatie van onderwijs betekent, welke argumenten er zijn om co-creatie toe te passen en hoe co-creatie er in de praktijk uitziet. In verschillende werkvormen gingen deelnemers actief met elkaar aan de slag om inzicht te krijgen in de achtergronden en praktische toepassingen van co-creatie van onderwijs. 8

Wat nieuw was aan deze editie van het congres was de aanwezigheid van ervaringsdelers. NVMO-bezoekers hadden de mogelijkheid om op de laatste dag van het congres op consult te gaan bij mensen die vanuit hun eigen ervaringen met zorg meedenken. Ook namen zij deel als referent bij de plenaire lezingen. Helaas ging ik die vrijdag niet op consult bij een van de ervaringsdelers, maar als ik er volgend jaar weer bij mag zijn hoop ik dat dit weer georganiseerd wordt. Ter afsluiting van de eerste congres dag werd er in de Muziekgieterij een Walking Dinner georganiseerd waarbij je allerlei lekkernijen kon proeven. Mijn favorieten waren de asperge-hoorntjes en de heerlijke chocolademousse. Net als bij carnaval mag muziek niet ontbreken bij een geslaagd feestje. Een coverband speelde zowel hits van nu als uit de Jaren 90. De zaal ging los tot in de late uurtjes. Na de vele indrukken van de verschillende sessies, de nieuwe connecties, en de gezelligheid die ik in de afgelopen twee dagen mocht ervaren, was er als kers op de taart de mogelijkheid om nieuwe contacten te leggen via de zogeheten ‘groeipost’. Een biologische kaart met zaadjes waarop elke deelnemer gevraagd werd om een wens op te schrijven. Mijn bericht op de groeipost: ‘Voor mij waren het twee mooie dagen gevuld met nieuwe en oude bekenden, prikkelende sessies en enthousiaste sprekers. Dit heeft mij frisse energie gegeven om SAMEN te werken en te streven naar de beste zorg voor de patiënt en mijn eigen ontwikkeling als professional. Kopje koffie drinken om ervaringen uit te wisselen? Speciale dank voor de organisatie aan Daniëlle Verstegen en Juliët Beuken voor het tot in de puntjes organiseren van een mooi programma in samenwerking met Zuyd Hogeschool en Maastricht UMC+. Ik kijk uit naar de volgende editie die zal plaatsvinden dichtbij zee: Egmond aan Zee. De gezelligheid uit Maastricht zal zeker worden meegenomen! De fiets blijft thuis. Oproep Vindt u het ook belangrijk om studenten zo vroeg mogelijk te laten zien hoe interessant de zorg buiten de muren van het ziekenhuis is? Dan zijn wij op zoek naar u. Wij willen tweede- en derdejaarsstudenten kennis laten maken met de huisarts- en de ouderengeneeskunde. Dit doen we door de studenten gedurende 20 weken, gemiddeld een dagdeel per week, te laten meedoen in de praktijk, maar niet in hun rol als aanstaand arts. Dit programma heeft de naam ‘Student Clinics’ gekregen. De activiteiten kunnen verschillend zijn, van het organiseren en uitvoeren van een gezellige activiteit voor bewoners van een verpleeghuis, tot het assisteren van de doktersassistente bij het doen van administratieve taken en kleine verrichtingen. De precieze invulling laten we graag aan de stageplaatsen zelf over, al kunnen we wel meedenken en praktische tips delen, natuurlijk. Voorwaarde is dat de studenten actief aan de slag zijn en er iets van kunnen leren. Om logistieke reden, reistijd in relatie tot tijd op de stageplek, zoeken we stageplaatsen in de omgeving van Maastricht. De eerste jaargangen zijn onze internationale studenten (zie artikel op pagina 6 en 7 in deze ‘Op één Lijn’). Zij hebben niet allemaal Nederlands als moedertaal, maar spreken het inmiddels allemaal op minimaal A2 niveau. In de loop van het komend jaar zal het niveau verder verbeteren tot minimaal B1, ter voorbereiding op de coschappen in Nederland. De eerste ervaringen zijn positief. Meer informatie of meteen aanmelden? Loes.vanbokhoven@maastrichtuniversity.nl 9 op één lijn 73

op één lijn 73 2de uitgave 2023 Coschap Huisartsgeneeskunde/Sociale Geneeskunde/Oudergeneeskunde Intervisie en Scholing voor werkplekbegeleiders DOOR GASPARD KNOPS, HUISARTS1 "Oh jee! Komt de co vandaag al?" "Ai, hebben we nog wel een kamer vrij?" "Ehh… hoe log ik ook al weer in in EPASS?" "Die beoordelingen kosten wel veel tijd zo." "Startdocument? Wat is dat?" "De NHG-standaard? Ja dat kan wel zijn, maar hier doen we het soms toch even anders." "Hoe kan ik zo'n CBD nou beoordelen op een manier dat de co er nog iets van opsteekt?" "Wanneer is iets nou ’volgens verwachting’, wanneer ’beneden’ en wanneer ’erboven’?" "Laat ik taal- en spelfouten meewegen in mijn beoordeling?" "Wat is een veilig leerklimaat?" "Hoe kan ik ervoor zorgen dat de co zich gezien voelt?" "Leergesprek? Ai ik heb al zo'n volle agenda...." "Studiemiddag? Nou zeg, op woensdag ben je er ook al de hele dag niet." Herkenbaar? Voor mij wel. Waarschijnlijk was dat de reden dat Nora Paulke mij vroeg om deel te nemen aan de initiatiefgroep voor het opzetten van nascholing voor werkplekbegeleiders. Nora was begin 2007 namelijk coassistent in mijn praktijk. Enige tijd geleden is er een behoeftepeiling uitgevoerd onder de werkplekbegeleiders van het coschap Huisartsgeneeskunde/ Sociale Geneeskunde/ Ouderengeneeskunde. Deze peiling richtte zich, onder andere, op de behoefte aan ondersteuning bij het geven van onderwijs op de werkplek. Specifiek: het begeleiden van coassistenten op de werkplek. Op basis van de resultaten van de peiling kwamen drie hoofdthema's in beeld voor het aanbieden van nascholing aan de werkplekbegeleiders van dit coschap. Allereerst is er behoefte aan inhoudelijke scholing voor de begeleiding van coassistenten, vooral als het niet goed loopt. Daarnaast is er behoefte aan training met betrekking tot feedback geven. Als derde blijkt de beoordeling van studenten soms ook wel moeilijkheden op te leveren. Om aan deze behoeftes tegemoet te komen, is het plan om, aanvullend op de introductiebijeenkomst, drie scholingsbijeenkomsten van een dagdeel te organiseren. Elke bijeenkomst zal bestaan uit twee uur intervisie en twee uur inhoudelijke scholing over een van de eerdergenoemde thema's. De intervisie zal worden geleid door speciaal 1 mede namens de leden van de initiatiefgroep: Nora Paulke, Miriam Jansen, Miriam Weijers, Nanda Wolfs, Franca Warmenhoven daarvoor opgeleide docenten. Hiervoor zullen, onder andere, facultair begeleiders van het coschap worden ingezet. In kleine groepen van 10-15 deelnemers zullen werkplekbegeleiders de gelegenheid krijgen om met elkaar in gesprek te gaan, waarbij het leren van elkaars ervaringen voorop staat, met de nadruk op het delen van positieve ervaringen. Na de intervisie volgt twee uur inhoudelijke scholing over een specifiek thema. Deze sessies worden verzorgd door een docent met praktijkervaring en een docent met expertise op het gebied van medisch onderwijs. Hierbij wordt vooral gewerkt met casuïstiek uit de praktijk en rollenspellen in kleinere groepen. Het doel is om zes keer per jaar zo'n dagdeel te organiseren voor 30 deelnemers per keer: tien huisartsen, tien specialisten ouderengeneeskunde en 10 sociaal geneeskundigen. In deze opzet zou dit, uitgaande van het huidige aantal van circa 360 werkplekbegeleiders (!), betekenen dat iedereen om de twee jaar zo’n geaccrediteerde nascholing krijgt aangeboden. We hopen dat huidige en toekomstige werkplekbegeleiders hiermee hun onderwijsvaardigheden kunnen versterken, waardoor zij zich nog beter toegerust weten bij de begeleiding van coassistenten. 10

op één lijn 73 2de uitgave 2023 Internationale samenwerking Onderwijs op reis DOOR LAURY DE JONGE, SECTORHOOFD ONDERWIJS BASISCURRICULUM In 2022 rondde ik mijn promotie aan de School of Health Professions Education (SHE) af. Omdat ik graag betrokken wilde blijven bij het opdoen en delen van kennis over leren en beoordelen op de medische werkplek legde ik contact met SHE-Collaborates. SHE-Collaborates (SHEC)1 is onderdeel van School of Health Professions Education (SHE) van de Universiteit Maastricht en biedt wereldwijd samenwerking en ondersteuning bij vraagstukken over het opleiden van studenten en gezondheidszorg professionals. Daarbij ligt de focus vaak op implementatie of verbetering van student-gecentreerd leren en op curriculumontwerp; onderwerpen waar de Universiteit Maastricht wereldwijd om bekend staat. En zo kom je dus nog eens ergens. In Brazilië kon ik zien hoe een razend enthousiast team van (arts-)docenten en studenten bouwde aan een nieuw geneeskunde curriculum. Wat me direct opviel was dat we van elkaar konden leren en dat er geen sprake was van éénrichtingsverkeer maar van co-creatie. Zo kon onderwijskundige kennis vanuit Maastricht verweven worden met Braziliaanse hightech onderwijsmaterialen en kunnen toekomstige studenten effectief leren en toetsen met behulp van interactieve digitale anatomische modellen, levensechte simulaties en serious games spelen in, bijvoorbeeld, een spoedeisende hulp setting. In Dubai was het weer heel anders. Daar duurde het -ondanks de hoge temperaturen- enige tijd voor het ijs gebroken was en de aanvankelijk formele relatie met onze opdrachtgevers uitgroeide tot een waardevolle samenwerking, gebaseerd op vertrouwen. Net als in de huisartsgeneeskunde kan het een uitdaging zijn om de vraag achter de ingangsklacht boven water te krijgen. Zo kon het, dat het aanvankelijke verzoek om hulp bij accreditatie van een nieuw toetsprogramma, uitmondde in het meedenken over opzetten van een mentor- en portfoliosysteem. In Indonesië heeft SHE-Collaborates een jarenlange relatie met een aantal medische faculteiten. Onze voormalig vakgroepvoorzitter Job Metsemakers speelde een cruciale rol bij het opzetten van een leerlijn huisartsgeneeskunde daar. Dit resulteerde recent in de start van de eerste huisartsopleiding aan de Universitas Gadjah Mada (UGM) 1 www.maastrichtuniversity.nl/research/she/she-collaborates. Op het strand met de eerste lichting huisartsen-in-opleiding aan UGM (in groen) en v.l.n.r. Laury de Jonge, huisartstrainer Yogi Fitriadi, huisartsopleider en workshop facilitator Lucienne de Jonge en Geraldine Beaujean, projectmanager vanuit SHEC. in Yogyakarta. Na een bezoek aan een van de nieuwe opleidingspraktijken (Puskesmas geheten) met de eerste lichting van zeven huisartsen-in-opleiding hadden we nog wat tijd over om samen uit te waaien op het nabijgelegen strand (foto). Ook hier was de omgang met andere mores, zoals culturele achtergronden en hiërarchische verhoudingen, een prettige uitdaging. Een uitdaging die merkbare, praktische consequenties kan hebben voor het medisch onderwijs. Daarom is het voor het bevorderen van een effectief leerwerk klimaat belangrijk om inzicht te krijgen in de heersende feedbackcultuur. Voelt een lerende zich vanuit zijn culture achtergrond veilig genoeg om zijn verbeterpunten te benoemen en feedback te vragen aan zijn supervisor? Of voelt het vragen om feedback meer als falen en overheerst het gevoel om foutloos te moeten presteren? Om op dit spanningsveld te kunnen anticiperen las ik, voorafgaand aan een bezoek aan Indonesië, aardig wat lokale literatuur. Ik nam aan dat de hiërarchische verhouding een drempel kon zijn voor huisartsen-in-opleiding om feedback te vragen aan hun opleider. In twee opeenvolgende workshopsessies met zowel opleiders als huisartsen-inopleiding bleek dat deze laatsten maar al te graag wilden leren van en dus feedback vragen aan hun opleider. De opleider echter had het gevoel dat zijn feedback niet geaccepteerd zou worden door de huisarts-in-opleiding, die immers net afgestudeerd was en dus mogelijk meer recente kennis had. Uit de daaropvolgende discussie bleek maar weer eens hoe belangrijk het is om je bewust te zijn van je eigen achtergrond en perspectieven en deze ook te delen. Zo hadden we aan het eind van de dag allemaal weer wat geleerd. Wekt dit je interesse en wil je meer weten? Neem gerust contact op met SHEC. 11

op één lijn 73 2de uitgave 2023 Welkom! Nieuwe collega's stellen zich voor Franca Warmenhoven SO-docent basisopleiding Geneeskunde Mijn naam is Franca Warmenhoven. Ik ben sinds mei als docent aangesteld binnen de vakgroep huisartsgeneeskunde. Ik zal mij bezig gaan houden met de uitvoering en ontwikkeling van onderwijs binnen het basiscurriculum geneeskunde en in het bijzonder de ouderengeneeskunde. Mijn achtergrond ligt in de huisartsgeneeskunde waarvoor ik in Maastricht ben opgeleid. Nu ben ik niet meer praktiserend als huisarts. Mijn interesse in de palliatieve zorg heeft mij gebracht tot een promotieonderzoek aan de Radboud Universiteit op het onderwerp 'Somberheid in de palliatieve fase'. Hierna ben ik onderzoek blijven doen in met name de psychologische en zingevingsdimensie van palliatieve zorg, waarbij ik me (vanuit het PASEMECO-project)1 ook verdiept heb in onderwijs over palliatieve zorg in de basiscurricula geneeskunde in Nederland. Een andere belangrijke interesse in mijn (werkende) leven, is 'mindfulness' (naast of als onderdeel van positieve psychologie en acceptance and commitment training (ACT)). Ik ben daarvoor als zelfstandige werkzaam als trainer en opleider, waarbij ik in de afgelopen jaren verschillende mindfulness interventies (mee) ontwikkeld heb. Ik breng graag verschillende dingen samen en hoop dat ook binnen mijn huidige werkplek te kunnen doen. Ik kijk ernaar uit om nieuwe samenwerkingen aan te gaan om onze toekomstige dokters op te leiden voor de tijd die voor ons ligt. Mijn vrije tijd breng ik graag door met mijn gezin (man Sander, dochtertje Meia van nu 3 jaar en twee honden). We wandelen graag door het bos en langs de Geul vlakbij Vilt waar wij wonen. Daarnaast ben ik regelmatig op de aikidomat te vinden. 1. https://palliatievezorg.mumc.nl/onderwijs/pasemeco Frederieke van der Mee AIOTHO Mijn naam is Frederieke van der Mee, ik ben 27 jaar en ik woon in het Brabantse Oisterwijk. Per half maart ben ik binnen de vakgroep gestart als AIOTHO op het project De DiagnostiekBijsluiter. Na mijn studies Gezondheidswetenschappen en de master Arts-Klinisch Onderzoeker in Maastricht, heb ik anderhalf jaar in Tilburg gewerkt als ANIOS Beschouwende Poule (bij de specialismen Interne Geneeskunde, MDL, Longgeneeskunde en Geriatrie). Ik kon het Maastrichtse echter niet achter me laten en per half maart ben ik dan ook teruggekeerd om mijn promotieonderzoek te combineren met de huisartsopleiding. Het project De DiagnostiekBijsluiter richt zich op de vraag hoe we uitslagen van diagnostische testen op een heldere en begrijpelijke manier voor patiënten kunnen weergeven in hun online patiëntendossier. Een interessant en uitdagend project, onder de enthousiaste begeleiding van Jochen Cals en Jesse Jansen. Sanne van der Heijden Management office-assistent Mijn naam is Sanne van der Heijden en sinds april gestart als management office-assistent bij HAG. Na jaren in de retail te hebben gewerkt was ik klaar om een nieuwe stap te wagen en een andere richting in te slaan. Ik ben dan ook heel blij dat de UM me deze kans heeft gegeven en ik ga die dan ook met beide handen aangrijpen. In mijn vrije tijd ben ik druk met mijn gezin dat bestaat uit mijn vriend Luc en mijn 2 kinderen Mieke van 3 jaar en Ott van 2 jaar, twee poezen en hondje Plumo. Genieten van de tijd die we samen hebben en samen met onze kinderen leuke dingen doen is op dit moment mijn favoriete hobby. Daarnaast heb ik sinds kort de ingang van de sportschool weer gevonden waar ik tweemaal per week mijn overgebleven energie kwijt kan tijdens een intensieve HIIT-training. 12

2de uitgave 2023 Vera Wolvekamp Specialist ouderengeneeskunde Hallo! Mijn naam is Vera Wolvekamp, 39 jaar en Specialist ouderengeneeskunde. Sinds kort ben ik gestart als docent binnen het basiscurriculum geneeskunde. Naast de facultair begeleidersrol zal ik komend jaar ook mentor worden en onderwijs geven over proactieve zorgplanning, het zorgplan of medicatieveiligheid. Allemaal onderwerpen waarmee een Specialist ouderengeneeskunde zich dagelijks bezig houdt. Naast het docentschap werk ik als behandelaar o.a. in regio Heerlen in twee verschillende verpleeghuizen. Echte ontspanning vind ik al jaren op de yogamat, ik doe aan CrossFit voor het fysieke onderhoud, en met mijn twee jonge dochters fiets ik graag in het weekend op zoek naar een leuke speeltuin of een ijsje. Voor de toekomst wens ik meer zichtbaarheid van mijn mooie vak voor jonge artsen want #thefutureisold. Denise van den Booren Medewerker studentzaken Mijn naam is Denise van den Booren. Met ingang van 1 april 2023 ben ik gestart als medewerker studentzaken bij het coschap huisartsgeneeskunde. Paddy Hinssen en ik zullen de werkzaamheden betreffende het coschap huisartsgeneeskunde van Marlies Noevers overnemen. De afgelopen 4,5 jaar heb ik als bestuurssecretaresse gewerkt bij de gemeente Vaals. Bij dezelfde gemeente ben ik ook werkzaam als trouwambtenaar. Verder ben ik In mijn vrije tijd actief in het geven van bodypump les. Fabienne Urlings Junior-onderzoeker Mijn naam is Fabienne Urlings, 24 jaar oud en sinds juni ’23 ben ik werkzaam als junior-onderzoeker op het EBM-project binnen de vakgroep huisartsgeneeskunde. Bij het EBMproject wordt er een onderwijsmodule opgezet die gefocust is op de integratie van evidence-based medicine binnen de huisartsopleiding. Ik heb eerst de bachelor Gezondheidswetenschappen gevolgd, met daarna de masters Healthcare Policy, Innovation & Management en Human Movement Sciences in Maastricht. Na het afstuderen was ik nog een tijdje zoekende met o.a. een tussenhalfjaar fulltime horeca en de eerste ervaring als onderzoeksassistente bij de onderzoeksafdeling van cardiologie in het Zuyderland, maar ondertussen ben ik met veel plezier op deze plek begonnen! Mijn vrije tijd breng ik het liefst door met vrienden/familie en ga ik graag naar festivals/concerten, maar mijn passie ligt toch wel echt bij reizen en het plannen daarvan. Het begint dan ook snel weer te kriebelen zodra er geen reis meer op de planning staat. WESP-student: Sietse Persoons Inventarisatie en analyse van (inter)nationale zorgpaden voor artrose BEGELEIDER: RAMON OTTENHEIJM Vraagstelling Er zijn diverse (inter)nationale zorgpaden voor artrose, die echter verschillen van inhoud. Deze discrepantie zorgt voor onduidelijkheid en mogelijk inefficiënte zorg. Het doel van dit onderzoek was om een overzicht te maken van deze zorgpaden, deze te analyseren en aanbevelingen te doen voor het verbeteren en/of opzetten van effectieve zorgpaden. Studiedesign Om zorgpaden voor artrose vanuit een breed perspectief te kunnen beschouwen is er een explorerende studie uitgevoerd die bestond uit een systematisch literatuuronderzoek, een vragenlijstonderzoek (37 respondenten) en twee klankbordgroepbijeenkomsten met kaderhuisartsen bewegingsapparaat. Primair resultaat en conclusie Er zijn 22 verschillende zorgpaden gevonden, waarvan 14 in Nederland. Dit betrof enkel zorgpaden voor heup- en knieartrose. Huisartsen, fysiotherapeuten en orthopeden waren altijd betrokken bij de zorgpaden. Met uitzondering van de huisarts, was het behandelplan van de overig betrokken zorgprofessionals vaak niet beschreven. Voor optimale transparantie, bevorderen van uniformiteit en hierdoor het verhogen van de kwaliteit van zorg is dit echter wel wenselijk. 13 op één lijn 73

op één lijn 73 2de uitgave 2023 Promotie Esther Boudewijns Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen DOOR EEFJE DE BONT, HUISARTSREDACTIELID Stelling: ‘De Ziektelastmeter kan helpen in de verschuiving van gestandaardiseerde zorg naar persoonsgerichte zorg, die meer in lijn is met wensen en voorkeuren van de individuele patiënt.’ Op donderdag 15 juni verdedigde Esther Boudewijns haar proefschrift getiteld ‘Optimising care for people with chronic conditions: - The Assessment of Burden of Chronic Conditions tool’. Samen met promotoren Onno van Schayck en Manuela Joore en copromotor Annerika Gidding-Slok concludeerde ze dat de Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen een valide en betrouwbaar instrument is om ziektelast te meten en leidt tot betere zorg. Voorafgaand aan haar promotie vond een symposium plaats waarin door patiënten, zorgverleners, zorgverzekeraars en Maarten van Ooijen, staatssecretaris van VWS gereflecteerd werd op het belang van de Ziektelastmeter in de dagelijkse praktijk. Chronische aandoeningen Meer dan de helft van de Nederlandse bevolking heeft een chronische aandoening, en het is de verwachting dat dit aantal zal stijgen als gevolg van de toenemende levensverwachting en ongezonde levensstijlen. Het leveren van goede kwaliteitszorg aan deze groeiende groep mensen vormt een uitdaging. Gelukkig zijn de meeste mensen het eens over de essentiële elementen die in deze zorg moeten worden opgenomen, zoals voorgesteld in het 'patiëntgerichte zorgmodel' en het 'Chronische Zorgmodel'. Door te streven naar een meer patiëntgerichte aanpak kunnen we een betere kwaliteit van zorg bereiken voor deze groeiende populatie. De ziektelastmeter Eerder promotieonderzoek van Annerika Gidding-Slok liet zien dat gebruik van de Ziektelastmeter COPD, ontwikkeld om deze patiëntgerichte aanpak in de praktijk te kunnen brengen, leidt tot een significant verbeterde kwaliteit van leven en ervaren kwaliteit van zorg in vergelijking met de controlegroep. De ziektelastmeter COPD werd om die reden nationaal geïmplementeerd in onze richtlijnen, maar er werd ook besloten om de Ziektelastmeter uit te breiden naar een tool die ook toepasbaar is voor mensen met andere chronische aandoeningen: de Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen. 14 De Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen is een opvolger van de Ziektelastmeter COPD. Deze tool kan worden gebruikt tijdens het consult tussen de patiënt en de zorgverlener. De Ziektelastmeter biedt zowel de zorgverlener als de patiënt inzicht in de belangrijkste factoren die de ziektelast van de patiënt beïnvloeden, door middel van een ballonnenschema. Het richt zich op de fysieke, emotionele en/ of sociale aspecten die een rol spelen bij de ervaren ziektelast. Bovendien kan de Ziektelastmeter ondersteuning bieden bij gezamenlijke besluitvorming en het stellen van doelen. Onderzoek Esther en haar team voerden drie studies uit waarmee ze de ziektelastmeter ontwikkelde en evalueerde. In het eerste deel werd de ziektelastmeter met zorgverleners en patiënten ontwikkeld door middel van literatuuronderzoek, kwalitatief onderzoek en expertmeetings. Vervolgens werd de validiteit en betrouwbaarheid onderzocht. Oftewel: meet de ziektelastmeter daadwerkelijk ziektelast en doet het dat consequent? Het derde deel was een pragmatisch, geclusterd, quasi-experimenteel design. De studiepopulatie bestond uit patiënten met COPD, astma, type 2 diabetes, en/of hartfalen. De Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen is geïmplementeerd in twee huisartsinformatiesystemen in Nederland. Huisartsenpraktijken met toegang tot de Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen kwamen in de interventiegroep en huisartsenpraktijken zonder toegang kwamen in de controlegroep. De interventiegroep gebruikte de Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen tijdens de reguliere bezoeken en de controlegroep ontving gebruikelijke zorg. De primaire uitkomst was een verandering in ervaren kwaliteit van zorg, wat gemeten werd met de Patient Assessment of Chronic Illness Care (PACIC), in vergelijking met gebruikelijke zorg, na 18 maanden. In totaal namen 55 huisartsenpraktijken deel aan de studie, waarvan er 41 deelnamen in de interventiegroep en 14 in de controlegroep. Zorgverleners in de interventiegroep en de controlegroep includeerden respectievelijk 176 en 61 patiënten. Esther vond een significant effect van de Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen op ervaren kwaliteit van zorg voor de totale groep na 6, 12, en 18 maanden. Na 18 maanden vonden ze ook een significant effect van de Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen op patiëntactivatie voor de hele groep, maar niet voor type 2 diabetes. Er werden geen significante effecten gevonden voor kwaliteit van leven.

2de uitgave 2023 • Richtlijnen en standaarden: Neem de Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen op in de NHG-richtlijnen en zorgstandaarden. • Communicatie: Maak de Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen bekend bij patiënten, zorgverleners en andere gebruikers. • Scholing: Zorg voor scholing van zowel patiënten als zorgverleners in het werken met de Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen. Pas indien mogelijk de bestaande nascholing over de Ziektelastmeter COPD aan. de ziektelastmeter • ICT: Integreer de Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen in informatiesystemen en zorg ervoor dat de resultaten kunnen worden toegevoegd aan het patiëntendossier. Aanbevelingen voor de praktijk Het onderzoek liet zien dat de Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen valide en betrouwbaar is. Bovendien waren er significante effecten op de ervaren kwaliteit van zorg, evenals op de mate van patiëntactivatie. Gezien het wetenschappelijk bewijs voor de effectiviteit van de Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen en de goede aansluiting bij de maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van zorg voor mensen met chronische aandoeningen, is het aan te bevelen om de Ziektelastmeter te implementeren in de dagelijkse praktijk. Daarbij zijn de volgende stappen van belang: • Zorginkoop: Stimuleer zorgverzekeraars om de Ziektelastmeter op te nemen in de inkoopvoorwaarden. Door deze aanbevelingen op te volgen, kan de Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen breed worden toegepast en de zorg voor mensen met chronische aandoeningen verder worden verbeterd. Het proefschrift is te vinden op: https://cris.maastrichtuniversity.nl/en/publications/ optimising-care-for-people-with-chronic-conditions-theassessment In de prijzen Verenso-beurs voor Jessica Ruisch Op het Verenso-congres van 1 juni heeft aioto Ouderengeneeskunde Jessica Ruisch de Verenso-beurs 2023 van €10.000 gewonnen voor haar promotieonderzoek ‘Ervaren zorglast en morele dilemma’s bij zorgteams, gerelateerd aan de zorg voor getraumatiseerde mensen met dementie’, kortweg de TRADE-studie. ‘Dit onderzoek is een relevant en nog onontgonnen onderwerp is voor het specialisme ouderengeneeskunde. De verbinding aan een breder onderzoek naar Trauma en Dementie geeft de mogelijkheid verdieping aan te brengen en kennis te ontwikkelen over dementie en PTSS, zorglast en morele dilemma’s’. Bron: www.verenso.nl/over-verenso/vereniging/beurs/beurs-2023 Eefje de Bont wint ‘Distuinguished Woman Scientist Fund’ “Trots op onze huisarts-onderzoeker Eefje de Bont die maandag de een van de LNVH-beurzen in ontvangst mag nemen. Laureaten kunnen hiermee een deel van een onderzoeksverblijf in het buitenland financieren. Alle laureaten maakten een korte video waarin ze hun onderzoek, hun reisplannen en het belang van een beurs als DWSF verder toelichten. Eefje gaat naar collegae in Oxford om haar baanbrekende werk op het gebied van urineweginfectie diagnostiek in de eerstelijn voort te zetten.” (Jochen Cals, hoogleraar) Bron: www.lnvh.nl/dws-fund 15 op één lijn 73

op één lijn 73 2de uitgave 2023 CAPHRI-dag 2023 Science in Transition DOOR MARK SPIGT, UNIVERSITAIR HOOFDDOCENT HAG-delegatie op de CAPHRI-dag Het onderzoek binnen huisartsgeneeskunde is ondergebracht bij onderzoeksinstituut CAPHRI (Care and Public Health Research Institute). Naast huisartsgeneeskunde zitten ook onderzoekers van bijvoorbeeld de vakgroepen Epidemiologie en Gezondheidsbevordering bij CAPHRI.1 De jaarlijkse CAPHRIdag was de laatste jaren steeds in Chateau St Gerlach. Het thema van dit jaar was ‘Scientist in transition’. Het doel van de beweging ‘Science in Transition’2 is om veranderingen teweeg te brengen in de manier waarop wetenschap wordt uitgevoerd en beoordeeld. Zij pleit voor een meer holistische en verantwoordelijke benadering van wetenschappelijk onderzoek, waarbij de focus niet alleen ligt op publicaties en citaties, maar ook op maatschappelijke relevantie, samenwerking, transparantie en ethiek. ‘Science in Transition’ wil het wetenschappelijk systeem verbeteren en aanpassen aan de behoeften van de samenleving, met als doel om de betrouwbaarheid en impact van wetenschappelijke kennis te vergroten. Het belang van #OpenAccess, #ErkenningEnWaarderen, #Burgerwetenschap en het bewustzijn waarom en voor wie we onderzoek doen, werd gepresenteerd door Prof. Frank Miedema en Dr. Lotte Krabbenborg. Het liet zien dat de wetenschap worstelt met de relatie met de samenleving. Hoe meet je bijvoorbeeld de kwaliteit van ons onderzoek? Jarenlang hadden we de impactfactoren van de tijdschriften waarin we publiceren, maar hoe relevant is dat voor de samenleving? En hoe en wie bepaalt welk onderzoek wél gefinancierd wordt en welk onderzoek niet? Moet dat bij de wetenschappers zelf liggen, of kunnen beleidsmakers en patiënten hier ook bepalend in zijn? Dit zijn zeer belangrijke thema’s waarbij de positionering van wetenschappers in dit debat cruciaal is. Het raakt aan de fundamenten van onze universiteiten: wat is wetenschappelijke onafhankelijkheid en hoe belangrijk vinden dat? De ‘Science in transition’ beweging is goed op dreef. Als wetenschappers hebben we er op vele vlakken al mee te maken. Voor ons als huisartsgeneeskunde is het 1 www.maastrichtuniversity.nl/research/care-and-public-healthresearch-institute 2 https://scienceintransition.nl/over-science-in-transition vanzelfsprekend om huisartsen en patiënten te betrekken bij de opzet van ons onderzoek. Voor andere onderzoekers, zoals onderzoekers die met DNA, cellen, virussen et cetera bezig zijn, lijkt het lastiger om mee te gaan in deze beweging. In ieder geval is de discussie nuttig en daarom goed om op de CAPHRI-dag alle onderzoekers hierover te informeren. Tijdens en na de lunch was er uitgebreid gelegenheid om het onderzoek dat binnen CAPHRI plaatsvindt te bekijken tijdens de PhD-postersessie. De talrijke posters illustreerden dat binnen CAPHRI niet alleen onderzoek wordt gedaan naar primaire zorg en volksgezondheid, maar ook naar bijvoorbeeld fundamenteel biomedisch onderzoek of gespecialiseerd klinisch onderzoek. Tijdens de middagworkshops werden theorie en praktijk verbonden door verschillende workshops: effectieve wetenschapscommunicatie, het hanteren van #FAIRgegevens, betrokkenheid bij burgerwetenschap en verantwoord promovendi begeleiden. Ondergetekende was aanwezig bij deze laatstgenoemde workshop. Promotores en promovendi deelden hun ervaringen over hoe je een rolmodel kunt zijn voor je promovendus als het gaat om het beoefenen van eerlijke, open en gedegen wetenschap. Een punt dat door alle aanwezigen werd benadrukt, was bijvoorbeeld het belang van het adequaat positioneren van je onderzoek binnen de internationale literatuur. Zowel impliciet (waarom is dit van belang?) als expliciet (structuur van inleiding en discussie) wordt daar veel aandacht aan besteed. Maar ook een thema als hoe informeel ga je om met je promovendi? Ben je een baas op afstand, of is het nuttig om informeel contact te stimuleren en zo de promovendus te stimuleren zijn privébeslommeringen of de worstelingen binnen het wetenschapsproces met je te delen. Al met al een nuttige workshop dus, met veel nuttige takehome-messages. Tot slot werd de dag afgesloten met een prijsuitreiking, waarbij Lisanne Steijvers de CAPHRI Poster Award ontving en Dr. Anne van den Bulck de CAPHRI Dissertatieprijs heeft gewonnen. Het was dus een informele en zeer inspirerende dag; zeker de moeite waard om volgend jaar weer bij te wonen. 16

2de uitgave 2023 Onuitstaanbaar Onverklaarde Klachten Denk mee met de Witte Raven. Wat is het goede antwoord? DOOR PAUL HÖPPENER, HUISARTS NP De nu 60-jarige mevrouw G. kreeg 5 jaar geleden ernstige gezondheidsklachten. Daarvoor was zij altijd gezond en functioneerde zij goed als docent Engels aan een middelbare school. Hieronder een samenvatting van de relevante feiten uit haar medisch dossier. Voorgeschiedenis 2017 2018 De Witte Raven Groep is een werkgroep van huisartsen, opgericht in 2016, die zich richt op het zoeken naar de oorzaak van Onuitstaanbaar Onverklaarde Klachten (OOK), in de veronderstelling dat het kan gaan om een zeldzame Autoimmuunthyreoiditis behandeld met suppletie (geen verdere gegevens). Behandeld met een onderhoudsdosis Levothyroxine. Jaarlijkse controle. Orale lichen planus. Ondanks behandeling met prednison en azathioprine bleef zij last houden van erosies van het mondslijmvlies en de lippen. 2020-02 Erythemateuze, schilferende plaques op de onderste ledematen die geleidelijk uitbreidden naar de romp en bovenste ledematen. Topische steroïden waren niet effectief. Huidbiopten toonden een lichenoid interface dermatitis en interface dermatitis. 2020-04 Verwijzing naar internist. Lichamelijk onderzoek: bekende huidafwijkingen, verder g.b. Goede fysieke toestand. Lab: milde leucocytose; licht verhoogde aspartaat transaminase. Autoantilichamen, waaronder acetylcholinereceptor autoantilichaam en anticardiolipine IgM, waren verhoogd. Normale TSH, FT3 en FT4. 2023-01 Conditie holt laatste maand achteruit. 4 maanden geleden heeft zij zich ziekgemeld. Nu komt ze op het spreekuur van de huisarts: ‘Het gaat niet goed’. Ze heeft klachten van dysfagie, droge hoest, dyspneu bij inspanning, heesheid, gewichtsverlies van 8kg en verminderde eetlust. De huidafwijkingen blijven onveranderd aanwezig. Verwijzing naar internist De huisarts had al eerder een OOK-gevoel: er was nooit een oorzaak gevonden voor de hypothyreoïdie en de nog steeds bestaande ernstige huidaandoening. Zij verwijst mevrouw G. met spoed naar de internist voor verder onderzoek. De internist komt -op basis van de hele voorgeschiedenis- na fysisch diagnostisch onderzoek en een CT-scan snel tot een diagnose en een behandelplan. ziekte of een zeldzaam verschijnsel. Verwijzing van casuïstiek loopt via de eigen huisarts. De Witte Raven hebben een eigen zoekstrategie ontwikkeld en maken gebruik van vier zoekmachines. Naast het uitzoeken van casuïstiek richt de Witte Raven werkgroep zich op het nascholen van huisartsen en het delen van hun kennis. Voor meer informatie en voor aanmelding van een casus of aanvraag van een nascholing voor huisartsen kijk op onze website: www.witteraven.org. Na een operatieve ingreep en met aangepaste medicatie is de gezondheidstoestand van mevrouw B in enkele maanden aanzienlijk verbeterd. Eind goed, al goed. Mogelijk had de huisarts na een gestructureerd zoekactie op internet al eerder tot een mogelijke diagnose kunnen komen, zodat de patiënt eerder was verwezen. Graag uw diagnose. Mail naar op1lijn@maastrichtuniversity.nl Stroomdiagram zoekmethode www.witteraven.org De oplossing van de vorige keer was: ‘Becker spierdystrofie’. Meer weten? Stel dan deze vraag aan ChatGPT: ‘Geef uitleg aan arts over Becker musculaire dystrofie waarbij ook hartklachten’. We kregen een e-mail met de juiste diagnose van: Renate Bongers, huisarts en bestuurder HACo West. 17 op één lijn 73

op één lijn 73 2de uitgave 2023 Opleiding Ouderengeneeskunde Generaties DOOR MARIËLLE VAN DER VELDEN-DAAMEN, HOOFD OPLEIDING OUDERENGENEESKUNDE Generatieverschillen, generatiekloof, intergenerationeel: het is van alle tijden. Daar waar jongeren, volwassen en ouderen elkaar ontmoeten, hebben we te maken met verschillende generaties. Gelukkig wordt dit meestal als iets positiefs ervaren. Zo was ik begin juli op het Oud Limburgs Schuttersfeest in Born (OLS), waar steeds meer jongeren een oude traditie in ere houden. Het weekend erna bevond ik me onder de festivalgangers op Bospop (uiteraard jammer van de laatste dag die werd afgelast vanwege het weer) waar jongeren, volwassenen en ouderen van dezelfde muziek genieten. Jonge meiden zongen zelfs alle liedjes mee van ‘mijn Koen’ (Clouseau). Als we echter naar werkrelaties kijken, dan lijkt ‘samen’ toch vaak een ander verhaal. Hoe komt dat toch? Onderzoek van verschillende generaties leert dat elke generatie zijn eigen kernmerken heeft. Zo heeft generatie X (geboren tussen 1956 en 1970) behoefte aan face tot face contact en vinden ze een goede werk-privé balans belangrijk. De Xennial (geboren tussen 1971 en 1985) is de laatste generatie die zonder internet is opgegroeid. Generatie Y (geboren tussen 1986 en 2000) wil uitdaging en voldoening halen uit haar werk en heeft niet zo veel met autoriteit. Tot slot generatie Z (geboren tussen 2000 en 2015) is sneller verveeld, moet uitgedaagd worden en zoekt een passende werkgever. Het is dan ook niet zo gek om eens stil te staan bij wat dit nu betekent op de werkvloer. Voor ons is de werkvloer natuurlijk het opleidingsinstituut, voor de opleiders het verpleeghuis en voor de aios beide. Het onderwerp ‘intergenerationeel opleiden’ stond de laatste afstemmingsdag voor opleiders, met een gezamenlijk programma met de aios, op de agenda. Juliette OomesHuynen, trainer van Maastricht UMC+ Academie, praatte ons bij over de kenmerken van de verschillende generaties. De een herkende zich meer in de kenmerken van zijn generatie dan de ander, maar over het algemeen klopten de beschrijvingen wel. We werden uitgedaagd om vanuit het perspectief van een andere generatie met elkaar te discussiëren over een casus. Het was vooral leuk en leerzaam om dit samen met opleiders en aios te doen. Want ook wij (staf/docenten) hebben soms de neiging om vanuit onze eigen normen en waarden, passend bij onze generatie, te kijken naar de aios. Door kennis te hebben van de verschillende generaties en hun specifieke kenmerken en door het gesprek met elkaar aan te gaan, ontstaat er veel meer begrip voor elkaar. Dit leidt uiteindelijk tot beter samenwerken en, in ons geval, succesvoller opleiden. In ieder geval hebben we de eerste stap gezet. Dus: ga vooral op zoek naar elkaars verschillen, overeenkomsten en kwaliteiten. Dan weet ik zeker dat we op de werkvloer het werken met verschillende generaties ook als iets positiefs gaan ervaren. Tot slot: wees voorbereid, want generatie Alfa komt eraan…. 18

op één lijn 73 2de uitgave 2023 Verenso-congres Duurzame ouderengeneeskunde DOOR ANNE WINKENS, AIOS JAAR 1 OPLEIDING OUDERENGENEESKUNDE MAASTRICHT Afgelopen 1 juni was het weer zover: het jaarlijkse fysieke Verenso-congres. Deze editie stond in het teken van duurzaamheid: duurzame zorg, duurzaam werken, maar vooral: duurzaam zijn voor jezelf. Een inspirerende opening door Jacqueline de Groot, voorzitter van Verenso, met daarin een korte kennismaking door én voor het aanwezige publiek, maakte al snel duidelijk dat die derde optie binnen de ouderengeneeskunde niet enkel bij mooie woorden blijft. Bewust of onbewust, onze werkomgeving zal de komende jaren flink gaan veranderen. Of je nu net begint of al langer in het vak zit, de toekomst lijkt gericht op aanpassing. Naast een sterke vertegenwoordiging van aios, waren er ook echte ouwe rotten in het vak aanwezig, waarvan een enkeling met meer dan 40 jaar werkervaring. Tegelijkertijd was het van meet af aan duidelijk: de komende jaren zal er in ons vakgebied, hoe dan ook, een hoop gaan veranderen. Het is belangrijk dat we als beroepsgroep blijven meedenken en onszelf durven te ontwikkelen. Na de opening werd gesproken over verwachtingen voor de toekomst, met daarop aansluitend een presentatie van de Klimaatdokter. Na een korte pauze was het tijd voor verdere verdieping. Met de optie van vijf verschillende parallelprogramma’s was er voor ieder wat wils. Er was voldoende ruimte voor intercollegiale discussie, kritisch debat en zowel vakgerelateerde als uitbreidende kennisontwikkeling. En, volledig in het kader van duurzaamheid, was er voldoende pauze; dit jaar niet alleen met een uitgebreide lunch en ijs, maar zelfs met (nonalcoholische) cocktailbar. Dus aan goede zorgen voor de inwendige mens op dit congres geen gebrek. Extra goed nieuws was er ook in de ALV, waarin onze eigen AIOTO Jessica Ruisch de Verenso-beurs voor haar onderzoek wist te bemachtigen. Verder kwam in deze ALV uiteraard het thema duurzaamheid uitgebreid aan bod. Verdere uitdieping hiervan volgde in nog een ronde workshops en presentaties, met ook hier opnieuw ruimte voor eigen inbreng en discussie. Het congres werd daarna afgesloten met, verrassend genoeg, een eindpresentatie in de vorm van een dansfeestje: hoewel geen wonderpil, toch zeker een oppeppend einde van een interessante en verrijkende dag. Al met al kan het congres als goed geslaagd genoemd worden. Ondanks het zonnige weer, wemelde het in de congreshal van de vakgenoten die het gesprek met elkaar aangingen. De energie in de zalen en op de podia loog er niet om: ons vak is nodig; en, hoewel de toekomst er niet altijd even rooskleurig uitziet, zijn er nog zoveel mogelijkheden die wij als (aankomend) specialisten ouderengeneeskunde kunnen bieden. De basis ligt er – nu de verdere invulling nog. Aan ons de taak om daar zo duurzaam mogelijk mee om te gaan. Stof tot nadenken! 19

op één lijn 73 2de uitgave 2023 Opleiding (tot specialist) Ouderengeneeskunde Het aantal aios groeit! DOOR BABETTE DOORN, PROJECTMANAGER Sollicitaties In mei waren de selectiedagen voor nieuwe aios die in september 2024 kunnen starten. We hebben maar liefst 15 aios geschikt bevonden! Van hen starten 13 aios met de opleiding per september in Maastricht. Eén aios gaat het landelijk verkorte traject in, maar volgt wel de praktijkopleiding in onze regio. We zijn blij met deze grote en gevarieerde groep nieuwe aios. Docententeam Het docententeam ziet elkaar bijna elke vrijdag op de terugkomdag in Maastricht. Hierdoor is er geregeld allerlei overleg mogelijk naast het reguliere onderwijs. Docentprofessionalisering via de LED-opleiding1 gebeurt gefaseerd. Kris Wouters en Elian Gorissen-Douven hebben de basisopleiding al afgerond. Kirsten Friedrich en Janine Buttolo zijn net gestart. Daarnaast heeft SO-docent René Beaumont recent de Kaderopleiding Palliatieve Zorg afgerond. Opleiders Met het aantal aios neemt ook het aantal opleiders toe. Als instituut kunnen we zelf nieuwe opleiders visiteren en laten erkennen via de RGS. Een aantal keren per jaar zijn er afstemmingsdagen met de opleiders van aios uit jaar 1 en jaar 3. Daarnaast zijn er dagen waarop ook de stagebegeleiders uit jaar 2 mogen aanschuiven, zoals laatst op 23 juni. Die dag zaten we met alle aios die onderwijs hadden en de opleiders extern, zodat we in de middag samen konden lunchen en aansluitend een gezamenlijk middagprogramma hadden. Hierover schreef het hoofd al op pagina 18. Heidag hoofden In mei was de landelijke heidag van de hoofden van de vijf instituten Ouderengeneeskunde in Maastricht. Hoofd Mariëlle van der Velden-Daamen had in de middag een fietsuitje bedacht, in de Limburgse heuvels. Stel je voor dat je dan steil omhoog klimt en al uithijgend uitkijkt op…. Ave Maria, een zorgcentrum in Geulle. Gelukkig waren de gasten verder heel tevreden over de heidag in het mooie Vaeshartelt. Nieuwe LOP Het lijkt wel alsof alle opleidingen tegelijk worden vernieuwd: de opleiding Geneeskunde, de 1 . www.huisartsopleiding.nl/opleiders-docenten/led-opleidingen/ led-basisopleiding/ Huisartsopleiding en nu ook de Ouderengeneeskunde krijgt een nieuw Landelijk Opleidings Plan (LOP). Beide vernieuwde vervolgopleidingen kregen groen licht van het College Geneeskundige Specialismen (CGS). De intentie is dat het nieuwe LOP ingaat per 1 september 2024. Er is dus veel werk aan de winkel om de implementatie voor te bereiden. Hiervoor worden allerlei commissies gevormd waarin Maastricht ook goed vertegenwoordigd zal zijn. Onderzoek2 salarisverschillen afgerond ‘Het onafhankelijke vergelijkingsonderzoek naar het salaris en andere arbeidsvoorwaarden van alle artsen in opleiding tot specialist (aios) en basisartsen is afgerond. Aios werkzaam in ziekenhuizen, umc’s en de ggz-sector ontvangen aanmerkelijk meer salaris, vakantietoeslag en eindejaarsuitkering dan aios buiten het ziekenhuis zoals voor de opleidingen tot huisarts, specialist ouderengeneeskunde, jeugdarts, verslavings- en vertrouwensarts. Dat maakt de overstap van basisartsen naar een specialistenopleiding buiten het ziekenhuis minder aantrekkelijk.’ (bron: SBOH) De inkomensterugval ligt tussen de € 571 en € 2.552 bruto per maand wanneer wordt gestart met een vervolgopleiding via SBOH. Deze inkomensterugval is het gevolg van een lager basissalaris en het niet volledig meenemen van ervaringsjaren bij SBOH. De inkomensval werkt daarmee een situatie van ongewenste concurrentie in de hand. Hierover is inmiddels een brandbrief naar de Minister gestuurd. Volgende afstuderen Op 29 september studeren weer vier aios af als Specialist Ouderengeneeskunde. Twee aios van de allereerste lichting, te weten Katerina Skarlatou en Joey Jansen. Daarnaast studeren Esther Jacobs en Yvonne Soethoudt af. Zij zijn voormalig internisten en studeren nu eerder af na verkorting van de opleiding wegens het behalen van alle vereiste competenties. 2 www.sboh.nl/nieuws/98-nieuws-startpagina/952-sboh-start-onderzoeknaar-salarisverschillen-artsen-in-opleiding 20

Uit het hoofd Maastricht blijft in Eindhoven DOOR MATTHIJS LIMPENS, HOOFD HUISARTSOPLEIDING MAASTRICHT Huisartsopleiding Nijmegen stopt per 1 december 2024 met het terugkomdag-onderwijs voor aios in Eindhoven. Met dit besluit komt er ook een eind aan de samenwerking tussen de opleidingen van Maastricht en Nijmegen op de opleidingslocatie Eindhoven. Maastricht blijft in Eindhoven. Onze visie: één opleiding, twee locaties. Nijmegen stelt vast dat zij de doelstellingen en hun visie op opleiden in Eindhoven niet kunnen blijven waarmaken. Een belangrijk aspect van hun aios- en opleiderscurriculum is het keuzeonderwijs. Op de onderwijslocatie in Eindhoven zijn te weinig aios en opleiders van Nijmegen om het keuzeonderwijs te kunnen blijven garanderen. Naast inhoudelijke argumenten spelen ook de relatief hoge kosten van huisvesting een rol. Het huidige huurcontract loopt af, wat aanleiding gaf om nog eens eerlijk en kritisch te kijken naar waarom ze actief zijn in Eindhoven. Tenslotte is de landelijke samenwerking mee gewogen: alle instituten werken samen om voor heel Nederland voldoende toekomstige huisartsen te leveren. De Huisartsopleiding Maastricht heeft belang bij een stevige locatie in Eindhoven. Onze Maastrichtse visie is: ‘Eén opleiding, twee locaties’ en leiden we huisartsen in Eindhoven en in Maastricht op. Wij blijven in Eindhoven ons volledige curriculum, inclusief keuzeonderwijs, aanbieden. In 2017 luidde onze visie over opleiden in Eindhoven: “We streven naar een tweede opleidingslocatie van huisartsopleiding Maastricht (voor de regio Limburg/ Zuidoost Brabant), gebruikmakend van de mogelijkheden die de regio biedt en een waar mogelijk evenwichtige verdeling van opleidingsplekken. Maastricht wil een structurele aanwezigheid van aios en opleiders in de opleidingslocatie Eindhoven. De tweede locatie ligt verankerd in een gezamenlijk optrekken en samenwerken en afstemmen met huisartsopleiding Nijmegen. Een gezamenlijke huisvesting is gerealiseerd”. De samenwerking tussen Maastricht en Nijmegen is, ondanks goede intenties van beide opleidingsinstituten, helaas onvoldoende van de grond gekomen. Beide opleidingslocaties zijn gelijkwaardig en hebben elkaar nodig. We leiden op uit een gezamenlijke visie en zes kernwaarden: PASSIE. Pragmatiek Binnen de huisartsopleiding Maastricht heerst een gezamenlijke ‘pragmatische’ identiteit met korte lijnen op beide locaties. Uitvoering en ontwikkeling van onderwijs zijn sterk aan elkaar gekoppeld. Het onderwijs blijft op deze manier dicht bij de praktijk. Autonomie Om bevlogen onderwijs te kunnen geven, hechten we op beide locaties veel waarde aan de autonomie van de docenten. Het zelf kunnen aanvullen van vooraf ontwikkeld onderwijs, wordt door de docenten als waardevol ervaren. We blijven daarbij alert dat de vastgestelde leerdoelen behaald worden. Samenwerking Er is een sterke teamgeest waarbinnen ervaringen laagdrempelig en frequent gedeeld worden. We zijn er ‘voor en door’ onze regio (Limburg/Zuidoost Brabant). Om dit te verwezenlijken, bedienen we de regio met twee locaties. In onze organisatie heerst een goede deelcultuur. Tijdens informele ontmoetingen worden vele ervaringen gedeeld. Zelf ontdekte pareltjes van onderwijs worden, bijvoorbeeld, uitgewisseld. Daarnaast zien we graag dat die pareltjes ook in regulier docentenoverleg worden ingebracht. Verder vinden er op beide locaties intervisiegroepen plaats voor de docenten. Twee keer per jaar vindt er een gezamenlijk jaaroverleg plaats op de stafdagen waarbij de docenten van beide locaties hun ideeën uitwisselen over het onderwijs en de organisatie van het jaar waarin zij werken. Overleg wordt zoveel mogelijk fysiek gepland. 21 op één lijn 73

op één lijn 73 2de uitgave 2023 Spontaniteit In ons steeds groter wordend opleidingsinstituut kan het nodig zijn, binnen de verschillende groepen van onze organisatie (OBP, GW, HAB, locaties), een teamactiviteit te organiseren en hierbij wordt spontaniteit in initiatieven sterk aangemoedigd. Tijdens de voorbereiding en uitvoering van een teamactiviteit wordt het effect op de gehele opleiding niet uit het oog verloren. Integratie Om een gelijkwaardige opleiding op beide locaties te borgen, is het van belang dat ons curriculum en de aansturing van de docenten in Maastricht en Eindhoven hetzelfde zijn. Door bewust het curriculumcoördinaat met het adjunct-hoofdschap te integreren, borgen we dat de inhoud van het curriculum en de aansturing van de docenten niet met elkaar conflicteren. Goed overleg tussen de drie curriculumcoördinatoren/adjunct-hoofden is een voorwaarde voor gelijkwaardig onderwijs op beide locaties. Eenheid We gaan er in Nederland van uit dat elke opgeleide huisarts voldoet aan dezelfde kwaliteitscriteria. Hiervoor is een landelijk opleidings- en toetsplan opgesteld. De lokale instituten hebben op basis hiervan een lokaal opleidings- en toetsplan ontwikkeld. In Maastricht en Eindhoven werken we met dezelfde plannen. Met al onze medewerkers geven we samen vorm aan de opleiding. De themawerkgroepen zijn een belangrijke spil in het vormgeven van het curriculum en deze bestaan uit docenten van beide locaties. Het uitgangspunt om te voldoen aan de wensen van aios en opleiders, onder andere door zoveel mogelijk gebruik te maken van de mogelijkheden die de regio te bieden heeft, geldt nog steeds. Uit evaluaties blijkt dat dit sterk gewaardeerd wordt. Column Vakantie? DOOR JEROEN SMEETS, HUISARTSREDACTIELID Met dit warme weer denk ik al snel aan vakantie. Op vakantie ben je vrij, maar toch nog altijd dokter. Een aantal jaar geleden waren we met ons gezin op vakantie in een park aan de Zeeuwse kust. Tijdens het zwemmen zag ik dat een meisje in de puberleeftijd onwel werd in het water. Ik hielp mee haar op de kant van het zwembad te trekken. Haar familie bleek Frans te spreken. Ik zag een glucosesensor op haar arm. Er was, begrijpelijk, een hoop paniek bij de familie, zij schreeuwden door elkaar. Zelf spreek ik onvoldoende Frans, maar ik wist toch te vragen om een reader om de suiker te kunnen meten. Het meisje was buiten bewustzijn en leek een insult te hebben. Ik vroeg de familie om neusspray of om een Glucagonspuit. Die kwam er na 10 minuten, na veel gedoe. Ik gaf het meisje Glucagon. Hierna kwam er iemand aanrennen met een reader die de glucose aangaf in een voor mij onbekende maat, in mg/ dl. Hier kon ik niks mee, maar de familie liet me weten dat de suiker normaal was. Het meisje lag nog steeds te stuipen. Met handen en voeten vertalend wist haar familie me te vertellen dat ze een half jaar eerder in haar woonplaats opgenomen was geweest in verband met een epileptische aanval. Er was geen oorzaak gevonden. Ze hadden geen Midazolam of iets anders mee. Vijfenveertig lange, zweterige minuten later arriveerde de door de badmeesters opgeroepen ambulance. Samen met de verpleegkundige dienden we Midazolam neusspray toe, en later Midazolam intraveneus. Zonder resultaat. Het insult bleef. De ambulanceverpleegkundige riep de traumaheli op. We hadden inmiddels zoveel Midazolam toegediend dat het meisje amper nog ademde en de zuurstofsaturatie daalde. Een bekende bijwerking van een hoge dosis benzodiazepines. Met de beademingsballon in de hand diende ik haar zuurstof toe. Na nogmaals een kwartier kwam de traumaheli. Ze is vervoerd, nog steeds in een insult, naar een nabijgelegen academisch medisch centrum. Hoe het haar vergaan is? Nooit meer wat van gehoord. Nog steeds, als we met ons gezin terug zijn op deze plek denk ik terug aan haar. 22

op één lijn 73 Moreel dilemma Prikkelend of geprikkeld? DOOR NATHALIE NOTERMANS, HUISARTS, MA PHILOSOPHY, BIO-ETHICS & HEALTH “En is uw kind gevaccineerd volgens het Rijksvaccinatieprogramma?” “Nee” Ik val stil en draai me van mijn computer naar de ouders die met hun éénjarige dochter tegenover me zitten. De vraag naar vaccinaties zit standaard in mijn anamnese bij kinderen met koorts, maar blijkbaar is deze vooral retorisch geworden. Een ontkennend antwoord krijg ik zelden of nooit. In deze setting (de huisartsenpost op zaterdagavond) vraag ik me af wat ik ermee moet. Werp ik me in de rol als gezondheidsbevorderaar en leg ik uit wat de risico’s zijn van de twaalf infectieziekten uit het landelijke vaccinatieprogramma? Denk ik aan mijn maatschappelijk plicht door uit te leggen wat de risico’s zijn op een uitbraak als de vaccinatiegraad verder daalt? Maak ik een melding naar de eigen huisarts met het verzoek het gesprek met dit gezin aan te gaan? Kijk ik dit kind éxtra goed na of is het risico op een gevaarlijke infectieziekte eigenlijk niet zo heel veel groter? Of respecteer ik de autonomie van deze mensen en doe ik verder niks? Bovenstaande casus blijkt illustratief voor de huidige tijd. De NOS kopte afgelopen week ‘RIVM bezorgd: vaccinatiegraad jonge kinderen zakt onder 90 procent1’, naar aanleiding van het jaarverslag van het RIVM2. Hoe erg is het dat de vaccinatiegraad daalt? Hoe wordt het cijfer überhaupt bepaald? Hoe kunnen we de daling verklaren? En veel belangrijker: wat moet de huisarts hiermee in de spreekkamer? De vaccinatiegraad wordt door het RIVM bepaald ten aanzien van een bepaald geboortecohort. Er wordt dus gekeken hoeveel procent van de kinderen geboren in een bepaald jaar bepaalde vaccinaties hebben gekregen. In de afgelopen analyse van het RIVM valt op dat er sinds 2021 een dalende trend zichtbaar is. Zo is het percentage gevaccineerde tweejarigen met de BMR-vaccinatie voor het eerst in jaren onder de 90% (88,8%), terwijl de streefwaarde vanuit de WHO 95% is. Dat maakt dat een uitbraak van de mazelen een reëel scenario dreigt te worden. 3 1 NOS Nieuws, donderdag 29 juni, RIVM bezorgd: vaccinatiegraad jonge kinderen zakt onder 90 procent 2 RIVM, 29 juni 2023, Vaccinatiegraad en jaarverslag Rijksvaccinatieprogramma Nederland 2022 3 https://www.vzinfo.nl/vaccinaties/internationaal#vaccinatiegraad-mazelen Bij dit percentage moet echter een kanttekening gemaakt worden. Sinds 1 januari 2022 moeten (gezaghebbende) ouders expliciet toestemming geven om de vaccinatiegegevens vanuit het lokale consultatiebureau te delen met het RIVM. Omdat niet iedereen die toestemming geeft, ontvangt het RIVM een deel van de gegevens niet. Deze vaccinaties kunnen dus niet worden gekoppeld aan locatie of leeftijd en worden daarom niet meegenomen in de vaccinatiegraad. In de praktijk blijkt dat 5% van alle vaccinaties anoniem worden geregistreerd. Er komt een wetsvoorstel aan om dit systeem om te zetten in een ‘geen bezwaar, tenzij’ om het percentage anonieme vaccinaties nog kleiner te maken.4 Naast de anonieme vaccinaties zijn er nog meer vaccinaties die wel zijn gezet, maar niet worden meegeteld. Zo worden in sommige grensgemeenten (volgens het RIVM onder andere in Vaals, Kerkrade en Simpelveld) kinderen in Duitsland of België gevaccineerd. Deze vaccinaties worden niet meegenomen, alleen als ze door ouders expliciet worden doorgegeven en geregistreerd. Ook van asielzoekerskinderen die wel al staan ingeschreven in de BRP (Basisregistratie Personen), worden de (eventueel) eerder gezette vaccinaties alleen meegenomen na een vaccinatie-intake en na juiste registratie. Tenslotte worden vaccinaties gezet door huisartsen of vaccinatiecentrum niet altijd goed geregistreerd in het daarvoor bestemde programma Praeventis. Hierdoor wordt met name in grensgemeenten en in gemeenten met een asielzoekerscentrum de vaccinatiegraad onderschat.5 Tegelijkertijd weten we dat in bepaalde gemeenten (met name de ‘Biblebelt’) de vaccinatiegraad ver onder de 90% ligt. Specifieke informatie per gemeente kan op de website van het Ministerie van Volksgezondheid worden gevonden.6 Enerzijds is het dus goed om kritisch naar deze nieuwsberichten te kijken en in het achterhoofd te houden dat de cijfers niet het complete verhaal vertellen. Anderzijds is er wel degelijk een (internationale) trend te zien in daling van gevaccineerde kinderen. Men verklaart dit door onder andere de coronapandemie en de verspreide desinformatie, maar ook door conflictsituaties en vaccinatietekorten zijn er de afgelopen twee jaar wereldwijd minder vaccinaties gezet. 4 Den Haag, 2 februari 2023, 651 “Voortgang Vol vertrouwen in vaccinaties” 5 https://www.vzinfo.nl/bronnen-methoden-en-achtergronden/vaccinatievraag-en-antwoord 6 https://www.vzinfo.nl/vaccinaties 23

op één lijn 73 2de uitgave 2023 Dit heeft onder andere al geleid tot opleving van de discussie over verplicht vaccineren op bijvoorbeeld de kinderopvang7. Hoe ver ga je als overheid om de bevolking te beschermen? Hoe ver reikt de autonomie van ouders, maar ook: hoeveel risico mag een kind lopen als gevolg van de keuze van ouders? En hoe weloverwogen is de keuze van deze ouders eigenlijk als ze overspoeld worden met desinformatie op sociale media? Hoe eerlijk is het dat ‘kritische prikkers’ meeliften op de groepsimmuniteit in Nederland? Wat doet een zekere dwang vanuit de overheid op deze toch al wantrouwende ouders? Maar ook: hoe eerlijk is het dat ongevaccineerde baby’s risico lopen op de kinderopvang door niet-gevaccineerde kinderen, aangezien de BMR pas met 14 maanden gezet wordt? De autonomie van ouders ten aanzien van de gezondheid van hun kind staat tegenover de veiligheid en gezondheid 7 https://www.nporadio1.nl/fragmenten/dit-is-de-dag/0cf05548-d07d43dc-be67-640cd39f3d79/2023-06-29-vaccinatiegraad-onder-de-90procent-is-het-tijd-om-prik-te-verplichten-bij-de-kinderopvang van de rest van de Nederlandse bevolking. Wat is de taak van de huisarts in deze discussie? Moeten wij een actievere rol aannemen in dit debat? Hebben wij een maatschappelijke en/of morele plicht om ouders goed te informeren? Of sterker nog: is het onze plicht om de vaccinatiegraad te verhogen? Hebben wij als vertrouwenspersoon van patiënten een belangrijke rol tegen de desinformatie? Allereerst: ken je patiënten. Wat is de vaccinatiegraad in jouw buurt en waardoor wordt die mogelijk vertekend? Welke risicogroepen zitten er in je praktijk? Wie zit er tegenover je en uit welke gemeenschap komt deze patiënt? Daar waar ongevaccineerden clusteren, is de kans op een uitbraak het grootst. Maar belangrijker nog, wees de huisarts zoals die op z’n best is: oprecht nieuwsgiering naar de mens achter de patiënt, zonder oordeel. Luister, wees alert op (onterechte) zorgen en (indien gewenst) informeer. En zoek voor de zekerheid nog eens op hoe een kind met mazelen zich presenteert. In de leer Kicken en klagen DOOR DAVÍD VAN EERD, AIOS JAAR 3 Aan het einde van een vol ochtendspreekuur, halverwege mijn zelfstandige week, stap ik in de auto. Ik heb het begrip “meer tijd voor de patiënt” weer eens te ruim genomen en ik haast me rustig richting een aantal visites. Hier diep in het Limburgse heuvelland is elke visite een avontuur. Veel van de patiënten bij wie ik op visite kom, zijn geboren vóór de Tweede Wereldoorlog en hun episodelijsten geven me regelmatig flashbacks naar de inhoudsopgave van Robbins’ Basic Pathology. Met verwondering en bewondering zie ik hoe deze patiënten vaak in hun eentje op een grote boerderij wonen, een symbiose van menselijke weerbaarheid en moderne geneeskunde. Eenmaal aangekomen blijkt het gelukkig, zoals vaak, mee te vallen en is het met inzet van echtgenoot, familie, buren of thuiszorg haalbaar om niet opgenomen te worden in een ziekenhuis of ander tijdelijk medisch verblijf. Na een hartverwarmend “Dank u, dokter” van de echtgenote, keer ik ontspannen terug naar de praktijk. Daar plof ik, na het verrichten van nog een kleine chirurgische ingreep, neer met mijn lunchtrommeltje. Bij het nemen van de eerste hap, krijg ik een spoedvisite en mag ik weer op pad. 24 Het betreft een normaal gezien heel vitale oudere man, die plots onderuit gegaan is door een infectie. Net op tijd ben ik terug voor het middagspreekuur. Ik vertel een patiënt met burn-out klachten om op zoek te gaan naar balans en om grenzen aan te geven. Ondertussen heb ik zelf al een aantal keer gezucht en geklaagd, maar tegelijkertijd is het ook wel kicken om in deze uiteenlopende situaties voor elke patiënt op zoek te gaan naar de juiste zorg. Met beperkte diagnostiek, aandacht voor de individuele situatie en de mens achter de patiënt, objectief en dichtbij tegelijk. Toch merk ik om me heen en in de media, dat het klagen het afgelopen jaar vaak de overhand gehad heeft. De protesten op het Malieveld en de berichten in de media, die mogelijk zelfs hun weerslag hadden op het aantal aanmeldingen voor de huisartsopleiding. Allemaal terechte signalen uiteraard, maar ik wil hierbij onze beroepsgroep graag ook herinneren om naast te klagen ook voldoende te kicken op wat voor een bijzonder uitdagend, spannend, ontroerend en soms knotsgek en grappig vak we eigenlijk hebben. En natuurlijk moeten we de druk op de zorg beheersbaar houden, want van zo’n dag als deze moet je er ook niet te veel hebben. Maar mag er wel af en toe hectiek blijven? Dat vind ik namelijk wel kicken, zolang ik af en toe ook een klein beetje mag klagen.

2de uitgave 2023 Made in Maastricht 6 juni 2023: Voorste rij van links naar rechts: Thomas Compier, Stephanie Lemmens, Jacqueline van den Bos, Savannah OkonskiPijpers en Bram Peters. Achterste rij van links naar rechts: Bart Dupuits, Hicham Greven, Kjeld Vossen en Daan Peters Made in Eindhoven 6 juni 2023: V.l.n.r.: Nathalie Beelen (docent), Nandy Kitslaar, Marlot Coppens, Aniek van Duijnhoven, Marianne Verschoor, Karin van Bussel, Jeroen Beurskens, Laura Vandermaesen en Jeantine Vons (docent) 25 op één lijn 73

op één lijn 73 2de uitgave 2023 WONCA Brussel Keuzes maken DOOR INGRID VAN DER HEIJDEN, ADJUNCTHOOFD HUISARTSOPLEIDING MAASTRICHT Van 7 tot 10 juni was ik samen met 50 Nederlandse aios en 50 opleiders en stafleden uit heel Nederland op het jaarlijkse Europese huisartsencongres in Brussel. ‘Keuzes maken’ was het overkoepelende thema. En kiezen moesten we, want er waren honderden lezingen, workshops en postersessies. In keynote-sessies werd onder andere aandacht besteed aan wetenschappelijk onderzoek in de huisartsenpraktijk, Positieve gezondheid, een eerlijkere bekostiging voor geneesmiddelen en het voorkomen van over-diagnostiek. Tijdens het lunchsymposium dat de SBOH, de Landelijke Huisartsen Opleiders Vereniging (LHOV), de opleidingsinstituten en de Werkgroep Europese Samenwerking (WES) van de LOVAH organiseerden voor de Nederlandse deelnemers, werden ideeën uitgewisseld hoe het huisartsenvak aantrekkelijk kan blijven. Een van de oplossingen: zorg voor een flexibelere invulling van de werkweek, zodat het beter aansluit bij de levensloop van de betreffende huisarts. Namens huisartsopleiding Maastricht deelden we in een van de middagsessies onze ervaringen met het aantrekken, binden en boeien van docenten op de huisartsopleiding. In vergelijking met 20 jaar geleden is ons personeelsbestand verjongd, maar tegelijkertijd zien we dat het jongste cohort docenten vaak ook korter in dienst blijft. Waar ‘docent worden’ twintig jaar geleden vooral een optie was aan het eind van iemands huisartsencarrière, zien we nu dat huisartsen een aantal jaren docent zijn en dan weer afscheid nemen, zodat ze zich bijvoorbeeld volledig kunnen wijden aan het opbouwen van hun eigen praktijk en/of een betere werk-privé balans vinden tijdens de drukkere levensfase thuis bij gezinsuitbreiding. Vaak blijven deze voormalig docenten dan wel actief als huisartsopleider en geven ze aan in de toekomst ooit weer een docentenrol op zich te willen nemen. Voor ons belangrijk om deze groep voormalig huisartsdocenten goed in het vizier te houden, want we zien hen in de toekomst graag weer terug. Krapte op de arbeidsmarkt van huisartsenzorgpersoneel is een thema dat speelt in heel Europa; WONCA Europe roept daarom beleidsmakers op om aandacht hiervoor te hebben. Ze deelt enkele ideeën om de werkdruk gelijker te verdelen, meer huisartsen aan te trekken en beter samen te werken.1 Ook duurzaam handelen draagt bij aan de oplossing: ga verspilling tegen en voorkom over-medicaliseren, overdiagnostiek en overmatig voorschrijven van medicijnen. Nadat congresdeelnemers in diverse sessies bewust waren gemaakt van de risico’s van overdiagnostiek en de strategieën van de farmaceutische industrie om winsten te maximaliseren, sprong een marketingcampagne van een farmaceut wel erg in het oog: congresdeelnemers werden zelfs op het toilet ‘genudged’. Had ik ervoor kunnen kiezen om de WC-deur open te laten, zodat ik niet naar de reclame hoefde te kijken? 1 https://www.woncaeurope.org/news/view/shortage-of-europeanprimary-health-care-workforce-the-wonca-europe-statement%C2%A0 26

de WONCA1 Europe 7-10 juni 2023 in Brussel WONCAverslaving DOOR CARLA ROHDE, AIOS JAAR 3 `Het klinkt alsof je naar een gospeloptreden bent geweest` merkt mijn opleider op, als ik verslag uitbreng van de WONCA-congresreis naar Brussel. En ervan uitgaande dat toeschouwers van een gospelkoor over het algemeen met een gevoel van optimisme en saamhorigheid de deur uitstappen, gaat die gelijkenis wel op. Waar ik vooraf vooral uitkeek naar interessante keynotes en contacten met mede-aios bleek het WONCA-congres zoveel meer dan dat. Inhoudelijk waren de workshops en plenaire sessies grotendeels matig, maar de interactie met internationale collega’s doet je beseffen dat we het niet slecht voor elkaar hebben. Zo blijken Belgische huisartsen dankbaar gebruik te maken van onze NHG-richtlijnen, worden collega’s uit Spanje geacht de skills van een SEH arts te bezitten (inclusief het maken van een echo FAST) en is een POH iets waar ze in onze buurlanden enkel van kunnen dromen. Natuurlijk wisten ook de Nederlanders elkaar te vinden, zoals dat gaat het in – het niet zo verre – buitenland. Het jaarlijks terugkerende lunchsymposium, waarvoor alle Nederlandse deelnemers zijn uitgenodigd door de SBOH, was mijn persoonlijk hoogtepunt. Met zo’n tweehonderd huisartsen, 1 WONCA is het acroniem van World Organization of National Colleges, Academies and Academic Associations of General Practitioners/Family Physicians opleiders, aios en aiotho’s werd er een uur lang gediscussieerd over – vaak moeilijke – actuele onderwerpen binnen de huisartsegeneeskunde. En ondanks de meningsverschillen overheerste vooral onderling begrip, optimisme en werkplezier. Mijn idee: regel een livestream volgend jaar, betere reclame voor de huisartsopleiding is er niet! Uiteraard was er een druk sociaal programma in de avonduren, met als klap op de vuurpijl de legendarische ‘Dutch Party’. De 300 gelukkigen die een kaartje wisten te bemachtigen werden getrakteerd op een avond vol hits en glitters én de kans om de dansmoves van onze Zuid-Europese collega’s te bewonderen. Op dezelfde Dutch Party spreek ik een groep Nederlandse huisartsen die naar eigen zeggen WONCA-verslaafd zijn – een verslaving, die ik begrijp. Deelname aan een congresreis is een enorme verrijking van je opleiding (en wordt gefinancierd!). Ik kan iedereen aanraden zo’n kans als deze te benutten. Helaas ben ik over een paar maanden afgestudeerd en kan ik niet meer aansluiten bij de LOVAH congresreis, maar de datum voor de WONCA 20242 in Dublin staat vast in m’n agenda! PS: Voor meer informatie omtrent congresreizen: kijk op www.lovah.nl/werkgroepen/europese-samenwerking 2 25-28 september 2024 27 op één lijn 73

op één lijn 73 2de uitgave 2023 AIOS - opleiders voetbalwedstrijd ‘Scoren jongens!’ DOOR GASTON PEEK, HUISARTSREPORTER Aldus de tactiekbespreking van de huisartsopleiders in de rust van de jaarlijkse AIOS-opleiders voetbalmatch. In tegenstelling tot 2022 was het een spannende match, met veel inzet van beide partijen (‘op het randje Micha…’), goed voetbal en prachtige doelpunten. Het zomeravondse weer, de strakke grasmat van ‘Wilskracht Doet Zegevieren’ in Bocholtz en de gezellige derde helft met fris pils en heerlijke broodjes gezond (wederom veel dank Huub S.!), maakten de twaalfde editie van dit evenement gedenkwaardig. Het 10-koppig opleiderselftal, met de comeback van enkele gevestigde namen, maar ook met jeugdige nieuwkomer en stormram Arnout van S., begon al voor de wedstrijd met de intimidatie van de AIOS. Of zie het als uiting van zelfvertrouwen (of arrogantie) om voor de wedstrijd al ‘Simply the best’ uit de speaker te laten knallen tijdens het omkleden… De AIOS leken onder de indruk, want al snel stond het 3-0 voor de opleiders. Mede door een sterk blok achterin, gevormd door Koen V. & Sander J., kwamen de AIOS moeilijk tot scoren. Bij balverovering konden de opleiders razendsnel omschakelen door het snelle duo Maikel M. en Micha L. op het middenveld. Beiden bleken ook nog over scorend vermogen te bezitten! De dreiging vanaf de zijkanten kwam van Freek L. en Peter M. En uiteraard was hij daar weer, hangend in de spits, alltime topscoorder Sjoerd H.; hij pikte ook weer zijn doelpunt mee! Maar, het mag geschreven worden, de (partners van) AIOS gaven niet op! Ondanks een onderbezetting in de selectie kwamen ze op wilskracht terug in de wedstrijd. Op het moment dat onze keeper Stephan van den B. meer aandacht had voor de waterfles naast de goal dan voor de bal, werd het vlak voor rust 3-1. Een mentale tegenslag voor de opleiders. In de rust werd het tijdens de bespreking duidelijk: er moest gescoord worden! En zo geschiedde, door een hard schot in de bovenhoek vanaf de voet van Gaston P. werd het 4-1 en was het verzet gebroken. Ook onze keeper herstelde zijn fout door een aantal prachtige reddingen. Zo mochten de opleiders voor de derde keer op een rij de bokaal omhooghouden! Na afloop werden de handen geschud, de gezamenlijke teamfoto werd gemaakt, de muziek zwol aan, het bier vloeide rijkelijk en menig aios heeft zich verzekerd van een werkplek na afronden van de opleiding. Volgend jaar de jubileumeditie van ons 12,5-jarig bestaan. Ik verheug me nu al op het broodje gezond en de afterparty. U komt toch ook? 28

op één lijn 73 Elsje (links) en Marieke (rechts) Equilibre Een ander gesprek DOOR ELSJE KUIJPER, GASTON PEEK EN MARIEKE KOOLS, ORGANISATIE De zon scheen, het beloofde warm te worden. Voor het eerst een zomerse tweedaagse met onze opleiders; het weer werkte in ieder geval al mee. Wederom in Heeze, op ons aller vertrouwde ‘Kapellerput’, waar ze er werk van maken om ook buiten uitnodigende en speelse overlegkansen te creëren. En gespeeld hebben we, want plezier in je werk was het thema. Onder het motto ‘Het managen van je praktijk, de aios en jezelf, hoe leuk is dat!’ gingen we aan de slag met oplossingsgericht werken en praktijkmanagement. Gastspreker Fredrike Bannink, klinisch psycholoog en schrijver van meerdere boeken op dit gebied, wist met haar speelse inslag en boude uitspraken de zaal in de juiste stemming te brengen en te inspireren. Het in duo’s bespreken van je ‘sprankelende moment’ en het uitwisselen van oprechte complimenten, zette de teneur voor de rest van de dag. Oplossingsgericht werken als leidinggevende en als opleider met je aios lijkt een eenvoudig concept, maar is nog niet zo eenvoudig in de uitvoering. ‘Het gaat om de juiste taal, de goede woorden vinden’ zei een opleider in het publiek. En die heb je als gemiddeld mens, die grotendeels focust op wat niet werkt, foutenreductie en probleemanalyse, niet zomaar gevonden. ‘Vinden wat wel werkt en daarvan meer doen’, is het motto van de oplossingsgerichte benadering. In de workshops die volgden werd geoefend met hoe je oplossingsgericht een leergesprek kan voeren en werkten sommige opleiders zich in een spagaat op de Twistermat om hun kwaliteiten zichtbaar te maken. ‘Flexibel’ konden we daar meteen aan toevoegen. De envelopjes met kwaliteiten afkomstig van hun eigen aios gaven een onverwachtse opsteker en een leuke aanleiding om terug in de praktijk met de aios hierover in gesprek te gaan. Voor de nodige inspiratie in de praktijk, kreeg men het boek ‘oplossingsgericht leidinggeven’ cadeau, voor de helft gesponsord door de eigen vereniging, de VHAO-UM. Vanwege het grote animo vorig jaar op onze digitale Urmondscholingsdag, waarin de PROFclass centraal stond, boden we op dag twee onze opleiders een inkijkje in vier van de in totaal zes onderwijsmodules over praktijkmanagement. ‘Visie & Medisch leiderschap’, ‘Kwaliteit & Verandermanagement’, ‘Personeelmanagement’ en ‘Proces & Digitalisering’ passeerden in diverse werkvormen de revue. Zo gingen we bijvoorbeeld speeddaten in de workshop Visie & Medisch leiderschap! Menig opleider schrok van deze term, begon er een beetje onrustig van te worden… Maar in praktijk bleek dit een erg leuke onderwijsvorm om de ideeën over visie op het opleiderschap met elkaar te delen. Het bleek toch inspirerend te werken, daar in de frisse lucht aan de bosrand in Heeze. En dan gaat 1 minuut toch nog (te) snel voorbij! Alvorens we gingen ‘daten’, werd eerst een uitleg gegeven over het ‘visievierluik’. Een handige tool die handvatten kan geven bij het opstellen van een visie; zowel voor de praktijk ten aanzien van het opleider zijn, maar ook je persoonlijke visie. Na dit stukje uitleg, gingen de opleiders in tweetallen brainstormen over hun visie over het opleiderschap. Welke kernwaarden vind je belangrijk, wat zijn je kwaliteiten, wat is je hoger doel en wat is je gewaagd doel (waar wil je naar toe?)? Bij de afronding bleek deze tool, die ook terugkomt in de PROFclass en e-learning van de aios, voor alle opleiders een handig instrument om te gebruiken bij een persoonlijk leergesprek met de aios. We hopen de opbrengst terug te horen op een volgende terugkomdag! De informatie over de PROFclass praktijkmanagement en de workshop en lezing van Fredrike Bannink zijn terug te vinden op de elektronische leeromgeving Canvas. Los van alle inhoud: de Tweedaagse was ook nog eens erg gezellig en de sociale contacten zijn weer goed aangehaald en uitgebreid. Tijdens de zonnige borrel op het terras, tijdens de vele hardlooprondjes van de sportievelingen en tijdens het heerlijke diner in de buitenlucht werden verhalen gedeeld en werd er veel gelachen. Het geboekte avondprogramma, Nederland-Kroatië in de halve finale van de Nations League, viel helaas wat tegen door de teleurstellende uitslag, maar spannend was het wel! Daarover gesproken, mochten er ideeën of wensen zijn voor een mooi avondprogramma in 2024, we horen het graag! Al met al hopen we dat onze opleiders weer een boost hebben gekregen, om met nog meer plezier leiding te geven aan hun medewerkers en zichzelf en zo een positief rolmodel te zijn voor hun aios. En voor hun coassistenten, die we op die manier enthousiasmeren voor het vak, wetend dat het coschap vaak het ‘turning point’ is voor de beroepskeuze van basisartsen. 29

op één lijn 73 2de uitgave 2023 Weten is eten Xocoatl! DOOR HENDRIK JAN VUNDERINK, HAB IN RUSTE Een Azteeks afrodisiacum In Bussum stond tot 1985 de Bensdorp chocoladefabriek, waar volgens geheim procedé de fameuze Brosreep gemaakt werd. Als de wind goed stond dreven de cacaogeuren over de Gooische heide naar Hilversum-Noord, waar ik opgegroeid ben. Die geuren maakten allerlei verlangens los, maar een Brosreep kregen wij kinderen slechts bij uitzondering op zon- en feestdagen. Als je een stukje afbeet, veroorzaakte dat een onvergetelijk mondgevoel, ver uitstijgend boven de simpele smaaksensatie sec. Aan die chocola worden al enige duizenden jaren allerlei prettige en heilzame eigenschappen toegeschreven. Bij de Azteken was het een koningsdrank, die ook geofferd werd aan Xochiquetzal, de godin van de liefde, vanwege de al dan niet suggestieve eigenschappen op dat gebied. Hoe dan ook, haast iedereen lust chocola. De prettige ervaring bij het eten van chocolade komt door de ultieme combinatie van zoet, vet en zout, en een romig en smeltend mondgevoel. Omdat nogal wat mensen er niet tot nauwelijks van af kunnen blijven, wordt wel aangenomen, dat chocola verslavend werkt. Toch is dat niet zo: het bevat stoffen die een bewezen effect op de hersenen hebben zoals de neurotransmitters β-fenylethylamine, dopamine, serotonine en endorfine, de stoffen cafeïne, theobromine en anandamide, een stof die verwant is aan THC (de werkzame component van cannabis). Die komen echter in een dusdanig kleine concentratie voor, dat een gemiddeld mens vele tientallen kilo's pure chocolade zou moeten eten om ook maar het geringste effect te ervaren. Maar nu de hamvraag: heeft chocola ook positieve effecten op de lichamelijke gezondheid? In principe zou het risico op het ontstaan van cardiovasculaire aandoeningen verminderd moeten worden, omdat chocola rijk is aan flavanolen, behorend tot de anti-oxidante flavonoïden. Dit is in 2004 en enkele jaren later nog eens onderzocht door prof. dr. Oscar Franco, nu hoogleraar Publieke gezondheid aan het UMC Utrecht. Hij concludeerde, dat chocolade-eters ongeveer een derde minder risico liepen op cardio-vasculaire 30 aandoeningen dan mensen die geen chocola aten, maar met de belangrijke kanttekening: dit was geen bewijs dat cacao goed is voor hart en bloedvaten. Hij heeft geen verder onderzoek gedaan, omdat hij zelf te veel van chocola houdt om onbevooroordeeld onderzoek te kunnen doen. En verder sprak hij de wijze woorden: „Het is moeilijk om gezondheidseffecten aan afzonderlijke elementen toe te wijzen. Je moet kijken naar een combinatie van factoren, naar de totale ervaring.” Je hele voedingspatroon, je leefstijl en hoe jouw lichaam reageert zijn vele malen bepalender dan wat flavanolen hier en wat omega3-vetzuren daar. En als er al gezondheidseffecten zijn, worden die snel tenietgedaan door waar chocola vooral uit bestaat: suiker en vet. Neem een doorsnee melkchocola-karamel-zeezoutreep uit de supermarkt. Meer dan de helft is suiker, een derde is vet. Laten we dus maar vanuit puur hedonistische aandrang van het Azteekse goedje blijven genieten. Eén van de manieren om daar een extra dimensie aan toe te voegen, is in de vorm van een ouderwetse mousse aux chocolat als dessert. Geen schuldgevoel over de slagroom en de poedersuiker: de chocola bevat 72% cacao, dus veel flavanolen! En tijdens het opstijven in de koelkast kunt u zich wellicht even met het volgende terzijde bezighouden: Tjoklat (Maleis voor xocoatl) camée-pastilles werden verkocht in zo’n mooi blik met daarop een knielende Indische dame die een schaal cacaobonen presenteert. Een nogal koloniaal relict, maar het merk bestaat nog steeds. Als je dat blikje omdraait, en de schaal en het hoofd van de dame afdekt, verschijnt er een andere dame die al zittend haar nachthemd uittrekt. Dit scabreuze weetje werd mij in andere tijden met een knipoog geopenbaard door mijn vader sommige dingen beklijven een leven lang Maar…wellicht toch een subtiele verwijzing naar de Azteekse liefdesgodin Xochiquetzal! Laat u de chocolademousse dus extra smaken! Hier het recept.

2de uitgave 2023 Ingrediënten: 3 Eieren 150 gram Pure chocolade, 72% of zelfs 85% 1/2 liter Slagroom akjes Vanillesuiker 1 eetlepel Poedersuiker Bereiding: Zorg dat alles klaar staat wanneer je de ingrediënten bij elkaar gaat voegen en dat je in één keer door kunt werken. Hiervoor moeten de slagroom en de eieren geklopt klaar staan wanneer de chocolade helemaal gesmolten is. 1. Splits de eieren. Doe de eiwitten in een goed ontvette kom. Bewaar de dooiers in een aparte kom. Tip: splits de eieren boven een apart klein schaaltje, zodat als je per ongeluk een ei verkeerd breekt, niet alles hoeft weg te gooien. 2. Breek de chocola in stukjes en doe deze in een klein pannetje of metalen schaal. Zet deze schaal in een de pan met water en smelt de chocolade au bain-marie. Voor de echte hedonist een eetlepel cognac erbij. 3. Wanneer alle chocola gesmolten is, kun je de mousse maken door alle ingrediënten bij elkaar te voegen. Werk dan snel achter elkaar door! Bereid eerst de volgende stappen voor. 4. Doe een zakje vanillesuiker bij de slagroom en klop de slagroom iets steviger dan lobbig. 5. Maak de mixer schoon (ontvetten) en klop nu de eiwitten tot deze goed stijf zijn. 6. Maak de mixer opnieuw schoon en doe het tweede zakje vanillesuiker en de poedersuiker bij de dooiers. Klop deze tot een gladde massa, neem hier je tijd voor. 7. Giet de gesmolten chocolade bij de geklopte slagroom. Roer goed om. Voeg daarna de opgeklopte dooiers erbij en roer opnieuw goed door. 8. Doe uiteindelijk het opgeklopte eiwit bij de rest. Sla de eiwitten met een spatel door het mengsel. Let op: niet roeren of mixen, maar maak een slaande beweging met een spatel. Zo voorkom je dat de eiwitten hun luchtigheid verliezen. Zet het mengsel nu zo'n twee uur koud (koelkast) om op te stijven. 31 op één lijn 73

Op één Lijn is een uitgave van: Vakgroep Huisartsgeneeskunde FHML Maastricht University Postbus 616 6200 MD Maastricht op1lijn@maastrichtuniversity.nl www.huisartsgeneeskundemaastricht.nl www.familymedicinemaastricht.nl 32

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
Home


You need flash player to view this online publication