Nederlands English

Khorhurd juni 2024


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd mei 2024


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16

Khorhurd April 2024


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16

Khorhurd Maart 2024


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd Februari 2024


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd Januari 2024


Page 0
Page 2
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd December 2023


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd November 2023


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd Oktober 2023


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd September 2023


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd Augustus 2023


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16

Khorhurd Juli 2023


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd Juni 2023


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Preek 25 juni 2023 “Maar wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede.” – Romeinen 8:28 Er zijn mensen onder ons die zich in moeilijke momenten van verdriet en lijden beginnen af te vragen wat Gods macht is en op zoek gaan naar een teken. Door hun lijden zeggen ze: “O God, als u bestaat, waarom zwijgt u dan? Waarom staat u onverschillig tegenover deze beledigingen die ik heb ondergaan?” God openbaart zijn macht nooit met tekenen en wonderen. God toont geen tekenen en verricht geen wonderen om Zijn gerechtigheid en aanwezigheid te bewijzen. De kracht van God wordt bewezen door de harmonieuze en geordende wetten van het universum. “De lucht vertelt de glorie van God.” Jezus bewees dit door Zijn goddelijke stilzwijgen toen de Joden om een teken uit de hemel vroegen. Jezus antwoordde hun. “Een slecht en overspelig volk vraagt om een teken, maar ze zullen geen teken krijgen.” Daarom moeten we, net als de joden, niet denken dat goddelijke macht zich manifesteert door wonderen. De leer van het kruis bevat alle hemelse liefde en geeft aan dat alle mensen gelijk zijn voor God. Ze zijn allemaal gemaakt van hetzelfde deeg, er zijn geen mensen “gemaakt” van ander materiaal. Goddelijke wijsheid en goddelijke kracht is de leer van “de gekruisigde Christus”. Laten we onthouden wat de apostel Paulus placht te zeggen. “En omdat de Joden om een teken vragen en de heidenen naar wijsheid zoeken, prediken wij de gekruisigde Christus”, die alleen lof, eer en aanbidding verdient. Amen. Evangelie: Mattheüs 12:38-45 38 Daarop reageerden enkele schriftgeleerden en farizeeën met een vraag: ‘Meester, we zouden graag een teken van u zien.’ 39 iemand die meer is dan Jona! 42 Op de dag van het oordeel zal de koningin van het Zuiden samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij was van het uiteinde van de aarde gekomen om te luisteren naar de wijsheid van Salomo, en hier ziet u iemand die meer is dan Salomo! Wanneer een onreine geest iemand verlaat, trekt hij door dorre oorden op zoek naar een rustplaats. Maar als hij die niet vindt, 44 43 zegt hij: “Ik zal terugkeren naar mijn huis, dat ik verlaten heb.” En wanneer hij terugkeert, merkt hij dat het leegstaat, schoongemaakt is en op orde gebracht. 45 Dan gaat hij weg en haalt er Hij antwoordde: ‘Dit is een verdorven en trouweloze generatie. Ze verlangt een teken, maar zal geen ander teken krijgen dan dat van de profeet Jona. 40 Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van een grote vis zat, zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in het binnenste van de aarde verblijven. 41 Op de dag van het oordeel zullen de Ninevieten samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij hadden zich bekeerd na de prediking van Jona, en hier ziet u zeven andere demonen bij, die slechter zijn dan hijzelf, en zij allen nemen daar blijvend hun intrek. En zo is de mens bij wie de demon intrekt er ten slotte veel slechter aan toe dan voorheen. Zo zal het ook gaan met deze verdorven generatie.’
Page 16

Khorhurd Mei 2023


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16

Khorhurd April 2023


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd Maart 2023


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20
Page 22
Page 24

Khorhurd Februari 2023


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20
Page 22
Page 24

Khorhurd Januari 2023


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20
Page 22
Page 24

Khorhurd December 2022


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16

Khorhurd November 2022


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd Oktober 2022


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd September 2022


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20
Page 22
Page 24

Khorhurd Augustus 2022


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16

Khorhurd Juli 2022


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20
Page 22
Page 24

Khorhurd Juni 2022


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16

Khorhurd Mei 2022


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20
Page 22
Page 24

Khorhurd April 2022


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd Maart 2022


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20
Page 22
Page 24

Khorhurd Februari 2022


Page 0
Page 4
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16

Khorhurd Januari 2022


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd December 2021


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16

Khorhurd November 2021


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd Oktober 2021


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd September 2021


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd Augustus 2021


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd Juli 2021


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd Juni 2021


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16

Khorhurd Mei 2021


Page 0
Page 4
Page 8
Page 10
Page 12
Page 16
Page 18
Page 20
Page 22
Page 24

Khorhurd April 2021


Page 4
Boodschappers van God: Jesaja Jesaja is één van de grootste profeten uit de Bijbel die voorkomt in het Oude Testament. Om precies te zijn in het boek ‘’Jesaja’’. Jesaja leefde tussen 750 en 700 voor Christus als profeet in het hof van koningen van zijn geboorteplaats Koninkrijk Juda, wat hedendaags Israël is. Jesaja was de zoon van de profeet Amoz. Het boek over Jesaja bestaat uit 3 delen. In het eerste deel roept Jesaja de mensen op om beter te leven, omdat het volk foute dingen doet, de mensen verkeerd met elkaar omgaan en de mensen verkeerd omgaan met de tempel. Ook predikt de profeet over de dag van de Heer, de dag waarop God niet alleen maar straft maar ook redt. Jesaja voorspelt ook betere tijden voor het volk, bijvoorbeeld over de koning Immanuël. In het tweede deel bevindt het volk zich in de Babylonische ballingschap, een tijdsperiode waarin Babyloniërs het volk verbande van hun eigen land. Jesaja vertelt dat God het volk zal bevrijden met behulp van koning Cyrus ‘’Dit zegt de HEER tegen Cyrus, Zijn gezalfde, die Hij bij de rechterhand neemt, aan wie Hij volken onderwerpt, voor wie Hij koningen ontwapent, voor wie Hij deuren opent- geen poort blijft gesloten.’’ (Jesaja 45:1) Het laatste deel gaat in op de tijd na het ballingschap. Het volk blijft zondigen en het nieuwe, grote koninkrijk voor het volk blijft maar uitgesteld. Jesaja zegt hierbij dat de foute en zondige leefstijl van het volk hier de oorzaak van is. Ze moeten hun leven veranderen en zich houden aan het woord van God. Dit moet worden nageleefd door rechtvaardig en eerlijk te zijn, door zich aan de sabbat te blijven houden en door offers en gebeden op te blijven dragen. Wanneer het volk God gehoorzaamt, wordt er beloofd: ‘’Alle volken zullen uw gerechtigheid zien. koningen zullen worden verblind door uw glorie en God zal u een nieuwe naam geven.’’ (Jesaja 62:2) Eén van de belangrijkste prediken die Jesaja heeft gedaan is die over de komst van de Heer. Dit is te vinden in Jesaja hoofdstuk 9 vers 1 tot en met 9. Er wordt hier aan het volk verteld hoe de zoon van God, Jezus, naar de aarde zal komen. Hij zal zitten op de troon van koning David en er zal geen einde komen aan de vrede over zijn koninkrijk. 4 Khorhurd Kerkelijke objecten: Purvar Als je de kerk binnenloopt, zie en ruik je het meteen, het wierook (խունք, khoenk). Dit komt uit het wierookvat. Maar wat voor betekenis hebben deze twee dingen en waarom wordt het gebruikt? Het wierookvat is een voorwerp die in elke Armeens Apostolische kerk wordt gebruikt en heeft veel symbolische betekenissen. Als je goed naar het vat kijkt zie je dat het bestaat uit 2 kommen. De bovenste kom wordt vastgehouden door één ketting, die door het midden naar boven gaat, Dit staat symbool voor één God. De onderste kom wordt vastgehouden door drie kettingen die om de middelste ketting lopen, dit staat voor de Heilige Drie-eenheid, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Aan elk van de vier kettingen zitten drie bellen, dit maakt in totaal 12 bellen. Deze bellen hebben twee symbolen. Het eerste symbool staat voor de twaalf apostelen van onze Heer Jezus Christus. Er is altijd één bel die geen geluid geeft. Deze bel verwijst naar Judas, die Jezus afleverde aan de Romeinen. Het tweede symbool staat voor de bevolking op de wereld. Drie bellen staan voor de bevolking in het noorden, drie voor in het westen, drie voor in het zuiden en drie voor in het oosten. De elf bellen die geluid geven, staan symbool voor de mensen die in de Heer geloven. De bel die geen geluid geeft, staat voor de mensen die dat niet doen. Tijdens de badarak (kerkdienst) wordt het wierrookvat op verschillende momenten door zowel de sargavak (misdienaar) als de kahana (de priester) gebruikt. De mensen die aanwezig zijn bij de badarak worden op verschillende momenten bewierookt. Dit gebeurt omdat zij de kinderen zijn van God. Het wierook zelf staat symbool voor het omhoog stijgen van onze gebeden naar God, in de hemel. Dit wordt gezegd in Psalmen 141:2: ‘‘Laat mijn gebed mogen stijgen als wierook omhoog tot Uw aanschijn’’. Khorhurd 5
Page 6
Preek 4 april 2021 “doordat onze Redder Christus Jezus is verschenen, Die de dood heeft vernietigd en onvergankelijk leven heeft doen oplichten door het Evangelie.” – 2 Timotheüs 1:10 Als er één ding is wat een wantrouwend persoon angst aanjaagt is het ongetwijfeld de dood. De dood is overal aanwezig. Deze werkelijkheid is aanwezig in ons leven en is overal zichtbaar. Onze harten branden wanneer de dood een van onze familieleden of een van onze geliefden van ons scheidt. Maar wat voor een catastrofale realiteit zou de dood zijn als er niet de opstanding van de doden zou zijn en we zouden weten en geloven dat de na de dood tot stof vergaan? Maar alle lof voor God, zijn wij gelovigen gezegend, want we leven niet langer met deze angst omdat we weten en geloven dat we met de dood niet vergaan. We geloven dat we deze staat van leven verlaten en in een nieuwe, oneindige staat van leven nieuw geboren worden. Wij geloven dat we een nieuw leven hebben, een vredige ochtendglorie na de donkere rampen. Ook al sterven duizenden gelovigen, wij geloven dat zij geboren zullen worden bij het aanbreken van een ander leven. Dit geloof van ons heeft zijn eigen jaartal, deze overtuiging heeft zijn begin. Het was Christus die dit geloof inspireerde met Zijn leer en het bevestigde met Zijn opstanding. De dood werd overwonnen door Jezus Christus. Door Zijn kracht, Zijn opstanding, werden de boeien 6 Khorhurd van de dood verbroken en werd de dood met alle bedreigingen van dien verzwakt, en door Jezus Christus verscheen het eeuwige leven. Bij het aanbreken van elke nieuwe dag, hebben wij door Jezus nieuwe inspiratie en hoop. Alleen Christus, de Zoon van God, zou de verschrikkelijke ketenen van de dood kunnen doorbreken. Christus brak door lijden de ketenen van de dood, vernietigde ze door Zijn macht en vrede, verdreef de zware mist op het graf om het eeuwige leven daarna te laten zien. Hij werd opgewekt zonder geluid, zonder gefluister, zonder verdriet. Niemand hielp, niemand huilde, uiteindelijk overwon Jezus de dood volmaakt, omdat de dood Hem niets kon beroven, niets van de wonderbaarlijke bekwaamheden waarmee Jezus was bekleed, noch van Zijn wijsheid, noch van Zijn macht, noch van Zijn heerlijkheid, noch van Zijn goedheid. Na Zijn opstanding droeg Hij een kroon van licht, het teken van de eeuwige glorie, in plaats van een doornenkroon. Dit is hoe Jezus de dood overwon, over het leven heerste en zijn beschermer werd. Hij werd de Heerser van het leven, het leven zelf, zoals Hij zei. “Ik ben de opstanding, het leven.” (Johannes 11:25). Dit leven dat in het Evangelie wordt verklaard, moet niet worden verward met het huidige leven. Er is nog een leven dat Jezus ons laat zien als we voor een geopend graf staan, dat is het eeuwige leven, het ware hemelse leven. Het evangelie leert ons dat de mens niet is geboren voor deze wereld maar een hogere titel heeft, de volmaaktheid en deze volmaaktheid kan de mens alleen in geestelijke zin bereiken. Laten we daarom met apostel Paulus zeggen: “Onze Redder Christus Jezus is verschenen, heeft de dood vernietigd en heet het onvergankelijk leven doen oplichten door het Evangelie.” Ook wij kunnen nu worden verwijderd uit het lawaai van deze wereld en uit het diepste van ons hart roepen: “Dood waar is je overwinning? Dood, waar is je angel?” (1 Korintiërs 15:55). Dus laten we het aan de hele wereld aankondigen. “Christus is opgestaan uit de dood”, laten we stellig geloven dat Jezus Christus de ketenen van de dood verbrak, de dood brak, met Zijn rustgevende opstanding de mist verdreef die zich op het graf had opgehoopt, is opgevaren naar de hemel en het leven en de onsterfelijkheid heeft verlicht. Gezegend is Zijn opstanding. Amen. Evangelie: Markus 16:2-8 2 Op de eerste dag van de week gingen ze heel vroeg in de ochtend, vlak na zonsopgang, naar het graf. 3 Maar toen ze opkeken, zagen ze dat de steen al was weggerold; het was een heel grote steen. 5 Toen ze het graf binnengingen, zagen ze rechts een in het wit geklede jongeman zitten. Khorhurd 7 Ze zeiden tegen elkaar: ‘Wie zal voor ons de steen voor de ingang van het graf wegrollen?’ 4 Ze schrokken vreselijk. 6 Maar hij zei tegen hen: ‘Wees niet bang. U zoekt Jezus, de man uit Nazaret die gekruisigd is. Hij is opgewekt uit de dood, hij is niet hier; kijk, dat is de plaats waar hij was neergelegd. 7 Ga terug en zeg tegen zijn leerlingen en tegen Petrus: “Hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zullen jullie hem zien, zoals hij jullie heeft gezegd.”’ Ze gingen naar buiten en vluchtten bij het graf vandaan, want ze waren bevangen door angst en schrik. Ze waren zo erg geschrokken dat ze tegen niemand iets zeiden. 8
Page 8
Preek 11 april 2021 “Vandaag is het de herhaale Pasen, krknazadik, en wederom luidt het goede nieuws vanaf onze altaren: ‘Christus is verrezen uit de doden, voor jullie en ons groot nieuws.” Als het licht van de verrezen Verlosser de geest van de mens raakt, gebeurt er iets mysterieus. De menselijke geest transfigureert, verandert van gedaante. Dit licht is niet te verbergen. Het straalt uit de ogen van de mens, uit iemands lach, uit iemands woorden en uiteraard daden. God schenkt Zijn leven gevende en heiligende licht niet alleen tijdens de viering van de heilige opstandig maar op iedere dag van het jaar, tijdens iedere Liturgie, tijdens ieder gebed, want de verlossende verrijzenis van de Heer is een voltooit feit. De Heilige Geest die altijd aanwezig is in de kerk, deelt dat licht met alle geesten die dorstig zijn. Die als zonnebloemen streven naar het licht van Christus, met heel hun hart. Er is pas een week voorbij dat we de heilige Verrijzenis, Pasen, vierden en de boodschap van deze viering is nog vers in ons geheugen en de vreugde klopt in ons met iedere klopping van ons hart. Het bewustzijn dat onze God niet een afgod is, of een historisch, overleden leider is, of verdwenen figuur maar een glorieuze en eeuwige Koning is, Die verrezen is uit de doden en met Zijn glorieuze verrijzenis de dood en alle kwaad heeft overwonnen. Een God die tegelijk een eeuwig verzorgende Vader is, Die ons onverwoestbare geloof en onwrikbare vertrouwen schenkt. Dit geloof is niet de kennis dat wordt 8 Khorhurd opgeslagen in ons hoofd waar het hart en de geest niet mee in gemeenschap zijn. Het werkelijke en eerlijke geloof is “een vaste grond van de dingen die men hoopt” (Hebreeën 11:1) en “bewijs van de zaken die men niet zien” (Hebreeën 11:1). Dit geloof wordt geboren in het hart van diegene die God zoekt en wanneer het de ware Bron ontdekt, verlaat het geloof nooit meer. Maar om het geloof brandend te houden en te vernieuwen moet er nieuwe hout op het vuur worden gestapeld. Ofwel moeite, werk en toewijding zijn nodig om het geloof te vernieuwen en dit met een levendig ijver, met een streven om God dichter te naderen en door hetgeen dat bereikt is te behouden. Christus verschijnt een week na Zijn verrijzenis wederom in de bovenzaal, aan de apostelen die zich daar verzamelden. Dit keer vooral voor apostel Thomas, die tijdens de eerste verschijning van de verrezen Christus niet aanwezig was en sceptisch was toen zijn vrienden het nieuws aan hem vertelden. Thomas zei: “Alleen als ik de wonden van de spijkers in Zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in Zijn zij kan leggen, zal ik het geloven.” (Johannes 20:25). Een week later waren de leerlingen weer bij elkaar en Tomas was er nu ook bij. Terwijl de deuren gesloten waren, kwam Jezus in hun midden staan. ‘‘Ik wens jullie vrede!’ zei Hij, en daarna richtte Hij Zich tot Tomas: ‘Leg je vingers hier en kijk naar Mijn handen, en leg je hand in Mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’ Tomas antwoordde: ‘Mijn Heer, mijn God!’ Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je Me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’’ (Johannes 20:26-29). Wij behoren tot die groep gelukkigen, want wij hebben niet de geïncarneerde of verrezen Christus gezien met onze fysieke ogen maar we zijn leden van Zijn Kerk, we zijn opnieuw geboren door middel van de doop en zeggen: ‘Met geloof belijd ik.’ Wij hebben de verlichte, verrezen Christus niet gezien met onze fysieke ogen, hebben Zijn zoete stem niet gehoord, zijn geen getuige geweest van de genezing van de verlamde man (Lukas 2:1-12) of de melaatse man (Markus 1:40-45), of de opwekking van Lazarus (Johannes 11) of de dochter van Jaïrus (Markus 5:21-23). Wij zijn veel later geboren dan het aardse leven van de Heer en Zijn openlijke wonderen maar de Heilige Geest verricht dit allemaal in onze geest. De boodschap van vandaag spoort ons aan om te denken en onszelf af te vragen of we in deze moeilijke tijden waarin de gehele mensheid de pandemie probeert te overleven, tijden waarin ons volk een oorlog en diens gevolgen meemaakt, geen openlijke wonderen hebben gezien? In deze tijden moeten we ons afvragen, geloven we echt in Christus? Vertrouwen we echt op Christus en in Zijn heilige Verrijzenis? Dit zijn vragen die serieuze en eerlijke zelfreflectie vereisen en sporen ons aan om samen met de apostelen de Heer te vragen om ons geloof te vermeerderen (Lukas 17:5), want U bent het Licht dat op de wereld is gekomen opdat ieder die in U gelooft, niet in de duisternis blijft (Johannes 12:46). Moge de Heer, door de voorspraak van de heilige apostelen, luisteren naar onze smeekbedes en tijdens de tekortkomingen van onze geest ons bezoeken om ons gerust te stellen, kracht te geven, om onze twijfels weg te nemen en Zijn lichtgevende zegening van Zijn verrijzenis onuitputtelijk te houden gedurende alle dagen van ons leven en niet alleen tijdens de paasperiode. Evangelie: Johannes 20:26-31 26 Een week later waren de leerlingen weer bij elkaar en Tomas was er nu ook bij. Terwijl de deuren gesloten waren, kwam Jezus in hun midden staan. ‘Ik wens jullie vrede!’ zei hij, 27 en daarna richtte hij zich tot Tomas: ‘Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’ 28 ‘Mijn Heer, mijn God!’ 29 Tomas antwoordde: Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’30 Jezus heeft nog veel meer wondertekenen voor zijn leerlingen gedaan, die niet in dit boek staan, 31 maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leeft door zijn naam. Khorhurd 9
Page 10
Preek 18 april 2021 Vandaag viert onze Moederkerk Wereldkapelzondag of de groene zondag, ter herdenking van 's werelds eerste kapel, de bovenzaal in Jeruzalem, die de voorloper is van alle apostolische kerken. Hier verzamelde Christus Zijn apostelen om het paasmaal met hen te delen en om het sacrament van de heilige Communie te vestigen door Zijn eigen Lichaam en Bloed te offeren als een nieuwtestamentische offer. Hier ontmoette Hij Zijn discipelen na Zijn opstanding en kondigde de overwinning van het leven aan. Hier ontvingen de volgelingen van Christus de Heilige Geest, Die hen altijd leidde, troostte, verbeterde, hielp en kracht gaf in de door God opgedragen werken die hen opgedragen werd door de verrezen en ten hemel gevaren Heer. We hebben ook die bovenzaal, het huis van de Vader, waar de Geest altijd aanwezig is en waar de Zoon wacht om ieder van ons te ontmoeten. Elke zondag nodigt Christus, 10 Khorhurd de Heer en Schepper Zelf, ons uit voor een samenkomst in het huis van zijn Vader. Elke zondag, elke liturgie. Je hebt iedere zondag een onschatbare kans om Christus elke zondag op zolder te ontmoeten. De kerk nodigt ons uit om ons geestelijk te verenigen met onze Schepper en Verlosser. Laten we dus eens nadenken over hoe we ons voorbereiden op die bijeenkomst. Onze deelname aan de liturgie zou moeten zijn met ontzag en opwinding om de Schepper van het universum te ontmoeten, met dankbaarheid en eerbied voor de Verlosser, met liefde en verlangen naar de Vader die ons eindeloos liefheeft en vergeeft, met het geloof dat het Lichaam en Bloed van Christus de grootste heiligheid ter wereld en de krachtigste balsem en zaligheid is. We moeten met oprecht berouw, soms met tranen, voorbereid zijn om de veelheid aan zonden van onze ziel te reinigen, zodat we het heiligdom niet onwaardig naderen. Zelfonderzoek en berouw zuiveren onze ziel en brengt ons dichter bij God. “Het offer voor God is een gebroken geest; een gebroken en verbrijzeld hart zult U, God, niet verachten” (Psalm 51:19, LXX 50:19), zegt de psalmist. De Wereldkapelnodig nodigt ons uit om na te denken over de onschatbare waarde die de Heer ons heeft geschonken door het fundament van de kerk te vestigen, een plek waar we allemaal worden uitgenodigd om Hem te ontmoeten, om Zijn levengevende aanwezigheid te ervaren, om vervuld te worden met Zijn onuitputtelijke zegen, om de vrede te vestigen die Hij ons heeft gegeven, “zoals de wereld die niet geven kan” (Johannes 14:27). Laten we de door God gegeven kerk die ons gegeven is bewaren en koesteren, de kerk vullen met onze aanwezigheid, ons voorbereiden om God te ontmoeten door Zijn Sacramenten. Laten we leven en Gods gezegende aanwezigheid voelen in dit leven, ons voorbereiden op de wederkomst en de ontmoeting met de Heer, waarvan Hij zelf getuigde: “Ja, ik kom spoedig.” (Openbaring 10:20). Evangelie: Markus 3:6-12 6 De farizeeën verlieten de synagoge en gingen meteen met de herodianen overleggen hoe ze hem uit de weg zouden kunnen ruimen. Jezus, de menigte en zijn leerlingen 7 Jezus week met zijn leerlingen uit naar het meer, en een grote menigte uit Galilea volgde hem. Ook uit Judea 8 en Jeruzalem, uit Idumea en het gebied aan de overkant van de Jordaan en uit de omgeving van Tyrus en Sidon kwamen veel mensen naar hem toe, omdat ze hadden gehoord wat hij allemaal deed. 9 Hij zei tegen zijn leerlingen dat ze een boot voor hem gereed moesten houden, om te voorkomen dat hij door de menigte onder de voet zou worden gelopen. 10 Allerlei zieken verdrongen zich om hem aan te raken, want hij had al veel mensen genezen. 11 Telkens als de onreine geesten hem zagen, vielen ze voor hem neer en schreeuwden: ‘Jij bent de Zoon van God!’ 12 Hij sprak hen bestraffend toe, en verbood hun bekend te maken wie hij was. Khorhurd 11
Page 12
Preek 25 april 2021 In de kalender van de Armeense Apostolische Kerk hebben de zondagen na het Heilig Pasen ieder een speciale benaming. De vierde zondag van Pasen heet Rood. Rood symboliseert het bloed van Christus dat is vergoten voor onze redding. Het is tevens een symbool van het heilige bloed van de slachtoffers die gemarteld zijn voor het geloof van de Kerk van Christus. In de vroege dagen van het christendom, toen christenen zwaar werden vervolgd, gaven velen er de voorkeur aan te sterven in plaats van hun geloof te verraden die door de geïncarneerde God, Christus, aan de mensheid was toevertrouwd. “Kostbaar is in de ogen van de HEERE de dood van Zijn gunstelingen.” – Psalm 116:15, LXX 115:15 Maar tegenwoordig is er geen sprake van martelaarschap, bloedvergieten, dood, strijd en overwinning heeft een andere betekenis gekregen tegen zonde en kwaad. “Wees niet moe, wees niet ontmoedigd, u hebt in uw strijd tegen de zonde uw leven nog niet op het spel gezet”, zegt de heilige apostel Paulus (Hebreeën 12:3-4). En geeft alle christenen een boodschap mee: “Want wat Zijn sterven betreft, is Hij eens en voor altijd voor de zonde gestorven, en wat Zijn leven betreft, leeft Hij voor God. Zo dient ook u uzelf te rekenen als dood voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus, onze Heere.” (Romeinen 6:10-11). Rood is over het algemeen een teken van strijd, een symbool van leven, strijd om het leven en overwinning. Een overwinning van de christelijke geest, maar vooral een overwinning van het christelijke gedachtegang. Een strijd om eigen plaats, positie en balans te behouden. Strijd om de nodige kracht en macht te hebben waarmee een christen in staat zal zijn om te vechten tegen de verderfelijke krachten die ons geestelijk leven dreigen te verstoren, verzwakken of doden. Om een christen te zijn, moet je energie en ijverige en eerlijke strijdlust hebben. Je moet de nodige vechtlust hebben. Er is levend geloof nodig, een felle innerlijke strijd om van de opgebouwde verslavingen van het oude leven af te komen. Rode zondag is een dag van herdenking van christelijke moed, en moed is het centrale punt van christelijke deugd. Dus de Rode Zondag herinnert ons eraan dat het christelijk leven een strijd is tegen het slechte en het kwaad. 12 Khorhurd Evangelie: Markus 4:26-34 26 Ze had veel ellende doorgemaakt door de behandeling van allerlei artsen, aan wie ze haar hele vermogen had uitgegeven zonder dat ze ergens baat bij had gehad; integendeel, ze was alleen maar achteruitgegaan. 27 zich ervan bewust dat er kracht uit hem was weggestroomd. Midden in de menigte draaide hij zich om en vroeg: ‘Wie heeft mijn kleren aangeraakt?’ 31 Zijn leerlingen zeiden Ze had gehoord over Jezus, en ze begaf zich tussen de menigte en raakte zijn bovenkleed van achteren aan, 28 Als ik alleen zijn kleren maar kan aanraken, zal ik al gered worden. 29 En meteen hield het bloed op te vloeien en merkte ze aan haar lichaam dat ze van de kwaal genezen was. 30 Op hetzelfde ogenblik werd Jezus tegen hem: ‘U ziet dat de menigte zich om u verdringt en dan vraagt u: “Wie heeft mij aangeraakt?”’ 32 om te zien wie het gedaan had. 33 want ze dacht: Maar hij keek om zich heen De vrouw, die bang was geworden en stond te trillen omdat ze wist wat er met haar was gebeurd, kwam naar hem toe en viel voor hem neer en vertelde hem de hele waarheid. 34 Toen zei hij tegen haar: ‘Uw geloof heeft u gered; ga in vrede en wees genezen van uw kwaal.’ Khorhurd 13
Page 14
Vr aag en antwoord Zijn christenen verplicht om te vasten? Voor christenen is vasten niet verplicht, maar het kan worden gezien als een genot. Met genot wordt bedoeld dat de leegte die men voelt, door het verminderen van bijvoorbeeld voedsel, wordt gevuld met geloof, waardoor de band met God versterkt wordt. Een mooie vers waarin staat dat geloof ons redt, lezen wij in Johannes 6:35: “Ik ben het brood dat leven geeft,’’ zei Jezus. Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.” Ondanks dat het niet verplicht is om als christen zijnde te vasten, vasten veel christenen toch en wel om de volgende redenen: • Om God om hulp te vragen (2 Samuël 12:16); • Om naar Gods wil op zoek te gaan (Handelingen 13:2-3); • Om zich van de zonde af te keren (Jona 3:5-10, 1 Koningen 21:25-29); • Om God zonder afleidingen te aanbidden (Lucas 2:36-38). Er zijn christenen die nog niet voldoende kennis hebben over het vasten en het dan om de ‘verkeerde’ redenen gaan doen. Zij denken vaak dat zij door het vasten vergeven worden voor hun zonden. De gedachte dat christenen die wel vasten beter zijn dan christenen die niet vasten, zweeft ook nog steeds rond, maar dit is 14 Khorhurd niet de juiste gedachte. Men kan altijd vasten, maar als er geen religieuze daden worden verricht, dan is het vasten betekenisloos. Wanneer een christen vast is dat tussen diegene en God. ‘’Wanneer jullie vasten, zet dan niet zo’n somber gezicht als de huichelaars, want zij doen dat om iedereen te laten zien dat zij aan het vasten zijn. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als jullie vasten, was dan je gezicht en wrijf je hoofd in met olie, zodat niemand ziet dat je aan het vasten bent, alleen je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.’’ (Mattheüs 6:16-18) Het volgen van Gods heilige wil zal meer voldoening brengen dan voedsel. Het is belangrijk om je van je zonden af te keren en te vertrouwen op je redding door de dood en opstanding van Jezus.
Page 16

Khorhurd Maart 2021


Page 4
Boodschappers van God: Jona In dit nieuwe hoofdstuk gaan wij je vertellen over de belangrijke personen uit de Bijbel. Hierin gaan wij bespreken wie zij zijn, waar zij in de bijbel voorkomen, wat zij hebben gedaan en wat we hiervan kunnen leren. In deze editie wordt Jona besproken. Jona is één van de profeten die moest getuigen over het woord van God. Je kunt Jona terugvinden in het Oude Testament bij het boek ‘Jona’. Het boek is, in tegenstelling tot de boeken van andere profeten, een levensverhaal en niet een profetie. Een profetie is een uitspraak over een gebeurtenis dat gaat plaatsvinden in de toekomst. In de Oude Testament gaan profeties meestal over de komst van Jezus Christus. Jona was een Joodse profeet die in opdracht van God naar Nineve moest gaan om de menigte te vertellen dat zij zich moesten bekeren. Hij was bang om naar Ninevé te gaan, omdat het volk daar barbaars was en niet Joods. Hierdoor is hij van God weggevlucht en is hij met een boot naar Tarsis gegaan. God reageerde hierop met een storm op zee. Hierdoor gooiden de zeelieden Jona van de boot, waardoor er weer rust kwam op zee. Toen Jona van de boot werd gegooid, werd hij opgeslokt door een grote vis, waar hij drie dagen en drie nachten levend in verbleef. Na deze drie dagen werd hij door de vis uitgespuwd. Dit was een les voor Jona, waardoor hij verder ging naar Ninevé om toch de boodschap van God te verkondigen. “Hij predikte en zei: Nog veertig dagen en Nineve wordt ondersteboven gekeerd!” (Jona 3:9). De mensen geloofden in God en begonnen zich te bekeren en gingen vasten. Na deze veertig dagen heeft God de stad met alle inwoners bespaard. Wat kunnen wij nu leren uit dit verhaal? Wij kunnen leren dat wij, gedurende ons leven, altijd een kans hebben om ons te verbeteren en te bekeren. Ook leren we hier dat Ninevé refereert naar onze wereld, die vol Goddeloosheid zit. Ook leren we dat God van iedereen houdt, wat er ook gebeurt. 4 Khorhurd Kerkelijke objecten: Kshots In dit hoofdstuk gaan we je vertellen over de kerkelijke objecten van de khoran (het altaar). In deze editie hebben we het over de kshots. De kshots (het flabellum) staat bekend als hetgeen dat voor een muzikale toevoeging zorgt gedurende de badarak (kerkdienst). Maar waar staat het symbool voor? En waarvoor gebruiken we het? De kshots wordt gebruikt om een aantal redenen. Ten eerste staat het geluid van de kshots symbool voor het geluid van de vleugels van de Serafims (een type engel). We gebruiken de kshots tijdens de badarak om het geluid van de engelen te representeren. Ten tweede gebruiken we het om de Heilige Liturgie feestelijker te maken. Ten slotte worden wij door de trillingen van de kshots eraan herinnerd dat wij in de aanwezigheid van de almachtige God staan. Op de kshots staat het gezicht van de engel Serafim afgebeeld met daaromheen 6 vleugels. “Elk van hen had 6 vleugels, twee om het gezicht te bedekken, twee om het onderlichaam te bedekken, en twee om mee te vliegen“ (Jesaja 6:2) Serafims zijn de engelen die de hoogste rang hebben onder de engelen. Deze engelen zijn het meest dichtbij God. Serafims aanbidden onophoudelijk God. Een voorbeeld waarbij de kshots wordt gebruikt is bij de hymne Surp, Surp, Surp (Heilig, Heilig, Heilig). De reden dat het hier wordt gebruikt is omdat deze hymne gebaseerd is op de Bijbeltekst Jesaja 6:3: Zij riepen elkaar toe: “Heilig, Heilig, Heilig is de Heer van de hemelse machten. Heel de aarde is vervuld van zijn majesteit’’ Khorhurd 5
Page 6
Preek 7 maart 2021 “Ook Ik zeg jullie: maak vrienden met behulp van de valse mammon, opdat jullie in de eeuwige tenten worden opgenomen wanneer de mammon er niet meer is.” – Lucas 16:9 De vierde zondag van de Grote vasten wordt de zondag van de rentmeester genoemd, benoemd naar de gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester in Lucas 16:1-13. De gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester vertelt dat een rijke man alle zaken van zijn huishouden aan zijn rentmeester toevertrouwde. Op een dag hoort de man dat zijn rentmeester de eigendommen verkwistte. De huisbaas roept de rentmeester en zegt: “Leg verantwoording af van je beheer, want je kunt niet langer rentmeester blijven.” (Lucas 16:2). De rentmeester bedenkt zich wat hij kan doen, zodat de mensen aardig zullen blijven voor hem nadat hij wordt ontslagen en besluit om de schuldenaren te roepen en hun schuld gedeeltelijk te verlichten. De rentmeester was onrechtvaardig maar hij won vrienden door het verspreiden van de eigendommen. De rijke man prees de rentmeester in plaats van boos te worden. Iedereen, ook de rijke man, wist dat wat de rentmeester had gedaan een slechte daad was. Daarom lijkt het vreemd dat de rijke man de rentmeester prees maar hij prees niet zijn wandaden maar zijn wijze van werken. In het volgende deel van de gelijkenis zegt 6 Khorhurd Christus: “Ook ik zeg jullie: maak vrienden met behulp van de valse mammon, opdat jullie in de eeuwige tenten worden opgenomen wanneer de mammon er niet meer is” (Lucas 16: 9). Het woord mammon heeft een Assyrische/Aramese oorsprong en betekent eigendom of rijkdom. Dit is de betekenis van de gelijkenis. Om geestelijk wakker te zijn, ieder uur klaar te staan voor de onverwachte komst van de Heer, goede daden niet uit te stellen en niet vrijwillig te zondigen, met de hoop dat men later tot inkeer komt. De Heer noemt iemand die zich zo bewust is ‘een betrouwbare en verstandige rentmeester’ (Lucas 12:42). Deze zondag van de vastentijd spoort aan om trouw te zijn, om verstandig om te gaan met de door God gegeven ‘eigendommen’ – ons leven, intellect, gaven, evenals materiële rijkdom en bezittingen. Iedereen in deze wereld is een door God aangestelde rentmeester; op een dag zal hij verantwoording moeten afleggen aan God voor zijn daden. Het vasten dwingt ons ertoe om barmhartigheid en armoede te combineren als de belangrijkste onderdelen van onze rentmeesterschap, want “Onbarmhartig zal het oordeel zijn over wie geen barmhartigheid heeft bewezen; maar de barmhartigheid overwint het oordeel.” (Jakobus 2:13). Evangelie: Lucas 16:1-31 Rijkdom en gerechtigheid 161 10Wie betrouwbaar is in het geringste, is ook Hij richtte zich ook tot zijn leerlingen: ‘Er was eens een rijke man die een rentmeester had en te horen kreeg dat de rentmeester zijn eigendommen verkwistte. 2 De rijke man riep de rentmeester bij zich en zei tegen hem: “Wat hoor ik over jou? Leg verantwoording af van je beheer, want je kunt niet langer rentmeester blijven.” 3 Toen zei de rentmeester bij zichzelf: Wat moet ik doen nu mijn heer mij het beheer afneemt? Werken op het land kan ik niet, en voor bedelen schaam ik me. 4 Maar ik weet al wat ik moet doen om ervoor te zorgen dat de mensen, wanneer ik van mijn beheerderstaak ben ontheven, mij bij hen thuis ontvangen. 5 Een voor een riep hij de schuldenaars van zijn heer bij zich. De eerste vroeg hij: “Hoeveel bent u mijn heer schuldig?” 6 “Honderd vaten olijfolie,” antwoordde de schuldenaar. De rentmeester zei tegen hem: “Hier is uw schuldbewijs, ga zitten en maak er gauw vijftig van.” 7 Daarna vroeg hij aan de volgende schuldenaar: “En u, hoeveel bent u schuldig?” “Honderd balen graan,” luidde het antwoord. De rentmeester zei: “Hier is uw schuldbewijs, maak er tachtig van.” 8 En de heer prees de oneerlijke rentmeester omdat hij slim had gehandeld. De kinderen van deze wereld gaan immers slimmer met elkaar om dan de kinderen van het licht. 9 Ook ik zeg jullie: maak vrienden met behulp van de valse mammon, opdat jullie in de eeuwige tenten worden opgenomen wanneer de mammon er niet meer is. De Wet en de Profeten gaan tot aan Johannes: sindsdien wordt het koninkrijk van God verkondigd, en iedereen wordt met klem genodigd binnen te komen. 17 16 Wie zijn vrouw betrouwbaar als het om veel gaat, en wie oneerlijk is in het geringste is ook oneerlijk als het om veel gaat. 11 Als jullie onbetrouwbaar blijken in de omgang met de valse mammon, wie zal jullie dan werkelijk belangrijke dingen toevertrouwen? 12 En als jullie onbetrouwbaar blijken met wat een ander toebehoort, wie zal jullie dan geven wat jullie zelf toekomt? 13 enkele knecht kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon.’ 14De farizeeën, die geldzuchtig waren, hoorden dit alles aan en ze haalden honend hun neus voor hem op. 15 Maar Jezus zei tegen hen: ‘U wilt bij de mensen altijd voor rechtvaardig doorgaan, maar God kent uw hart. Wat bij de mensen in hoog aanzien staat, is een gruwel in de ogen van God. Geen Maar nog eerder vergaan hemel en aarde dan dat er ook maar één tittel van de wet wegvalt. 18 verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel, en ook wie trouwt met een vrouw die door haar man is verstoten, pleegt overspel. 19 Er was eens een rijke man die gewoon was zich te kleden in purperen gewaden en fijn linnen en die dagelijks uitbundig feestvierde. Khorhurd 7
Page 8
20Een bedelaar die Lazarus heette, lag voor de poort van zijn huis, overdekt met zweren. 21 Hij hoopte zijn maag te vullen met wat er overschoot van de tafel van de rijke man; maar er kwamen alleen honden aanlopen, die zijn zweren likten. 22 heeft gekend; nu vindt hij hier troost, maar lijd jij pijn. 26 Toen Bovendien ligt er een wijde kloof Op zekere dag stierf de bedelaar, en hij werd door de engelen weggedragen om aan Abrahams hart te rusten. Ook de rijke stierf en werd begraven. 23 Toen hij in het dodenrijk, waar hij hevig gekweld werd, zijn ogen opsloeg, zag hij in de verte Abraham met Lazarus aan zijn zijde. 24 Hij riep: “Vader Abraham, heb medelijden met mij en stuur Lazarus naar me toe. Laat hem het topje van zijn vinger in water dompelen om mijn tong te verkoelen, want ik lijd pijn in deze vlammen.” 25 Maar Abraham zei: “Kind, bedenk wel dat jij je deel van het goede al tijdens je leven hebt ontvangen, terwijl Lazarus niets dan ongeluk 8 Khorhurd tussen ons en jullie, zodat wie van hier naar jullie wil gaan dat niet kan, en ook niemand van jullie naar ons kan oversteken.” 27 zei de rijke man: “Dan smeek ik u, vader, dat u hem naar het huis van mijn vader stuurt, 28 want ik heb nog vijf broers. Hij kan hen dan waarschuwen, zodat ze niet net als ik in dit oord van martelingen terechtkomen.” 29 Abraham zei: “Ze hebben Mozes en de profeten: laten ze naar hen luisteren!” 30 De rijke man zei: “Nee, vader Abraham, maar als iemand van de doden naar hen toe komt, zullen ze tot inkeer komen.” 31 Maar Abraham zei: “Als ze niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen ze zich ook niet laten overtuigen als er iemand uit de dood opstaat.”’ Preek 14 maart 2021 “Men moet altijd bidden en niet de moed verliezen.” – Lucas 18:1 Onze Heer en Verlosser Jezus Christus sprak vaak in gelijkenissen om mensen de goddelijke waarheden uit te leggen. Onze heilige Kerk presenteert vandaag één van Zijn gelijkenissen en heeft deze zondag genoemd naar de gelijkenis – de zondag van de onrechtvaardige rechter. Het evangelie vertelt in Lucas 18:1-8 over een weduwe die voor haar recht continu, zonder haar moed te verliezen, naar de rechter toe ging. Deze rechter was bekend als een onrechtvaardige rechter. Hij vreesde niet voor God en schaamde zich niet voor de mensen. De constante inspanningen van de vrouw werpen uiteindelijk vruchten af. De onrechtvaardige rechter maakte zich alleen druk om zijn eigen rust en zegt: “Ook al heb ik geen ontzag voor God en laat ik mij niets aan de mensen gelegen liggen, toch zal ik die weduwe recht verschaffen omdat ze me last bezorgt. Anders blijft ze eindeloos bij me komen en vliegt ze me nog aan.” (Lucas 18:4-5). Christus vertelt de gelijkenis en concludeert: “Maar als de Mensenzoon komt, zal Hij dan geloof vinden op aarde?” Hij verwijst naar de tweede komst van Christus en de continuïteit en kracht van het geloof van de weduwe. Ofwel de gelijkenis is gewijd aan het gebed. Zoals in andere gelijkenissen gebruikt Christus de uitersten. Christus gebruikt de onrechtvaardigheid van de rechter als tegenovergestelde uiterste van Gods rechtvaardigheid, om te laten zien dat als bij de onrechtvaardige rechter de constante inspanning leidt tot succes, het bij de rechtvaardige Rechter, God, ook tot succes zal leiden. De gelijkenis van vandaag spoort ons aan om over het gebed na te denken. In de klassieke theologie is het gebed opgedeeld in twee soorten. Het individuele en gezamenlijke gebed. Het individuele gebed is het gebed dat ieder voor zich, in zijn hart voert met God en zijn wensen, zorgen en dergelijke deelt met God. Het gezamenlijke gebed heeft zich gedurende eeuwen ontwikkelt en gestructureerd binnen onze kerk. Gezamenlijke gebeden worden iedere dag gevoerd in de kerk. We hebben negen gezamenlijke gebeden (‘zjamergutyun’), de heilige Liturgie en de zes andere sacramenten. Wat is er nodig voor een gebed? • Ten eerste moeten we begrijpen naar wie we bidden. Het evangelie geeft ons een klassiek voorbeeld van een gebed. Het gebed des Heren, dat Christus ons overgeleverd heeft. In het onze Vader, is het duidelijk aan wie het gebed gericht is, de Vader. • Ten tweede is het belangrijk om te begrijpen waarvoor we bidden. In het ‘Onze Vader’ is het duidelijk waarvoor wij bidden. We vragen om Zijn Koninkrijk en van het fysieke enkel het noodzakelijke, ons dagelijks brood. • Ten derde moeten we beseffen dat we tijdens Khorhurd 9
Page 10
ons gebed God niet kunnen testen. Voor het gebed is toewijding, eerlijkheid en volledige vertrouwen in God noodzakelijk. • Ten vierde vereist bidden continuïteit. We moeten continu blijven bidden, zoals de weduwe continu was in haar verzoek. • Ten vijfde moeten we beseffen dat niet alles waarvoor we bidden werkelijkheid hoeft te worden. Soms vragen we continu iets aan God en worden we ten onrechte teleurgesteld als het niet gebeurt en denken we dat God niet naar onze gebeden luistert. Iedere keer als we streven dat God onze wensen vervult duwen we onszelf naar de zonde van trots, want we denken dat God onze wens niet kan negeren en ongehoord laten maar dit is niet zo. God weet wat wij nodig hebben, hoeveel wij nodig hebben en hoe wij het nodig hebben. Met deze gelijkenis wil Christus ons deze boodschappen over het gebed overbrengen: Bid continu, bid naar God, bid toegewijd en eerlijk en bid dat het Koninkrijk der hemelen een aanwezigheid wordt in jullie leven. Evangelie: Lucas 17:20 – 18:14 De komst van de Mensenzoon 20 Tegen de leerlingen zei hij: ‘Er komt een tijd dat jullie ernaar zullen verlangen een van de dagen van de Mensenzoon te zien, maar jullie zullen die dag niet meemaken. 23 22 Want zoals de bliksem licht Dan zullen de mensen tegen jullie zeggen: “Kijk daar!” of: “Kijk hier!” Maar doe dat niet en schenk er geen aandacht aan. 24 geeft wanneer hij van de ene naar de andere kant van de hemel flitst, zo zal de Mensenzoon verschijnen. 25 Maar eerst moet hij veel lijden en door deze generatie verworpen worden. 26 ze aten, ze dronken, ze En zoals het eraantoe ging in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Mensenzoon: 27 huwden, ze werden uitgehuwelijkt, tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging en de vloed kwam die iedereen verzwolg. 28 Of zoals het eraantoe ging in de dagen van Lot: ze aten, ze dronken, ze kochten, ze verkochten, ze plantten, ze bouwden; 29 maar op de dag waarop Lot wegtrok uit Sodom, regende het vuur en zwavel uit de hemel en kwamen allen om. 30 Zo zal het ook gaan op de dag waarop de Mensenzoon wordt geopenbaard. 31 Wie op Toen de farizeeën Jezus vroegen wanneer het koninkrijk van God zou komen, antwoordde hij hun: ‘De komst van het koninkrijk van God laat zich niet aanwijzen, 21 en men kan niet zeggen: “Kijk, hier is het!” of: “Daar is het!” Maar weet wel: het koninkrijk van God ligt binnen uw bereik.’ 10 Khorhurd die dag op het dak van zijn huis is moet niet naar beneden gaan om zijn bezittingen te gaan halen, en wie op het land is moet niet naar huis terug willen gaan. 32 Denk aan de vrouw van Lot! 33Wie probeert zijn leven veilig te stellen zal het verliezen, maar wie het verliest zal het behouden. 34 Ik zeg jullie, die nacht zullen er twee in één bed liggen: de een zal worden meegenomen, de ander achtergelaten. 35 twee vrouwen die samen aan het malen zijn, Van zal de een worden meegenomen, de ander worden achtergelaten.’ 36 Ze vroegen hem: “Waar, Heer?” Hij antwoordde: “Waar een lijk is, daar zullen de gieren zich verzamelen.” Hij vertelde hun een gelijkenis over de noodzaak om altijd te bidden en niet op te geven: 2 ‘Er was eens een rechter in een stad die geen ontzag had voor God en zich niets aan de mensen gelegen liet liggen. 3 Er woonde ook een weduwe in die stad, die steeds weer naar hem toe ging met het verzoek: “Doe mij recht in het geschil met mijn tegenstander.” 4 Maar lange tijd wilde hij dat niet doen. Ten slotte zei hij bij zichzelf: Ook al heb ik geen ontzag voor God en laat ik mij niets aan de mensen gelegen liggen, 5 toch zal ik die weduwe recht verschaffen omdat ze me last bezorgt. Anders blijft ze eindeloos bij me komen en vliegt ze me nog aan.’ 6 Toen zei de Heer: “Luister naar wat deze rechter zegt, al minacht hij ook het recht. 7 Zal God dan niet zeker recht verschaffen aan zijn uitverkorenen die dag en nacht tot hem roepen? Of laat hij hen wachten? 8 Ik zeg jullie dat hij hun spoedig recht zal verschaffen. Maar als de Mensenzoon komt, zal hij dan geloof vinden op aarde?“ De erfgenamen van het koninkrijk van God 9 Met het oog op sommigen die zichzelf rechtvaardig vinden en anderen minachten, vertelde hij de volgende gelijkenis. 10 ‘Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden, de een was een farizeeër en de ander een tollenaar. 11 De farizeeër stond daar rechtop Khorhurd 11 181 en bad bij zichzelf: “God, ik dank u dat ik niet ben als de andere mensen, die roofzuchtig of onrechtvaardig of overspelig zijn, en dat ik ook niet ben als die tollenaar. 12 Ik vast tweemaal per week en draag een tiende van al mijn inkomsten af.” 13 De tollenaar echter bleef op een afstand staan en durfde niet eens zijn blik naar de hemel te richten. In plaats daarvan sloeg hij zich op de borst en zei: “God, wees mij zondaar genadig.” 14 Ik zeg jullie, hij ging naar huis als iemand die rechtvaardig is in de ogen van God, maar die ander niet. Want wie zichzelf verhoogt zal vernederd worden, maar wie zichzelf vernedert zal verhoogd worden.’
Page 12
Preek 21 maart 2021 De periode van de Grote vasten duurt voort, en volgens de door de kerk ingestelde orde, wordt vandaag de ‘Zondag van de komst’ genoemd. De boodschap van de dag is om na te denken over de komst van de Heer. Het wordt in het evangelie van Mattheüs beschreven als “de dag van het oordeel” (Mattheüs 11:22). De apostel Petrus noemt het “dag der bezoeking” (1 Petr. 2:12). En de apostel Paulus noemt het: “de dag van de toorn en van de openbaring van het rechtvaardig oordeel van God.” (Romeinen 2:5). Dit is hoe de Heer Zijn wederkomst beschrijft: “Meteen na de verschrikkingen van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen uit de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen. Dan zal aan de hemel het teken zichtbaar worden dat de komst van de Mensenzoon aankondigt, en alle stammen op aarde zullen zich van ontzetting op de borst slaan als ze de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel, bekleed met macht en grote luister. Dan zal Hij Zijn engelen uitzenden, en onder luid bazuingeschal zullen zij Zijn uitverkorenen uit de vier windstreken bijeenbrengen, van het ene uiteinde van de hemelkoepel tot het andere.” (Mattheüs 24:29-31). En de glorieuze komst van Christus en de glorieuze uiteindelijke overwinning over het kwaad zal worden gevolgd door het Laatste Oordeel, waarin de Rechtvaardige Rechter alle generaties van Adam zal oordelen, van de eerste tot de laatste. Dit zal het laatste, onveranderlijke oordeel zijn, waarin het vonnis ofwel eeuwige gelukzaligheid of eeuwige straf voor eenieder zal betekenen. 12 Khorhurd De wederkomst van de Heer is de onbreekbare belofte van de verrezen Heer, in de hoop waarvan elke ware christen leeft en zijn weg naar God bouwt. In de geloofsbelijdenis zeggen we dat we: we geloven dat Hij zal wederkomen in hetzelfde Lichaam in heerlijkheid van de Vader om te oordelen over de levenden en de doden en aan Zijn rijk komt geen einde. We leven allemaal tussen de eerste en de tweede komst van de Heer. We leven met de vruchten en gaven van Zijn eerste komst en bereiden onze eigen vruchten voor om tijdens Zijn tweede komst, tijdens het Laatste oordeel, te presenteren. Levend in deze wereld, zal elk rationeel wezen op een dag ontdekken dat de wereld om hem heen een waanvoorstelling is en vergankelijk. “Lucht en leegte, alles is leegte.” (Prediker 1:2) zegt wijze Salomon. En in dit onvolmaakte leven raken we vaak ervan overtuigd dat niets waaraan we ons vastklampen zeker is. Noch onze gezondheid, noch onze jeugd, noch onze rijkdom, noch onze macht, noch onze geliefde en ongeliefde mensen. En plotseling, in deze constant veranderende en wankele werkelijkheden, wordt er iets duidelijk geschetst dat zeker is voor elk van Adams miljarden nakomelingen. Het is de grens die het aardse leven van de eeuwigheid scheidt, hoe hard we ons ook proberen te verstoppen in gezondheid of jeugd, tot de wederkomst van de Heer is de dood de enige vaste gebeurtenis in ons leven die iedereen zeker te wachten staat. Daarom moeten we ons aardse leven wijden aan daden die God welgevallig zijn en die voor ons zullen spreken op de Dag des Oordeels, en om de genade van een rechtvaardige maar vergevensgezinde Rechter vragen. De epidemie die vorig jaar begon en tot op de dag van vandaag voortduurt, is een gelegenheid om te beseffen hoe voorbijgaand, onvolmaakt en beperkt alle “waarden” zijn waarop de mens vertrouwt, waarbij hij de enige echte Steun, de almachtige God, negeert en uit zijn leven verwijdert (Psalm 90 (91)). We hebben veel te leren van deze test voor de mensheid; het zijn onze daden die moeten getuigen van de lessen die we leren en zullen leren van deze universeel opgelegde realiteit. Als christenen zijn we geroepen tot een waakzaam leven waar we altijd op onze hoede moeten zijn (Lukas 21:36; 1 Petrus 5:8). Een leven waarin natuurlijke angst en de bijbehorende paniek ontbreken en waarin de onverschilligheid naar de medemens ontbreekt. Eeuwenlang leren de Bijbel en de Kerk ons dat beproevingen, of ze nu individueel of universeel zijn, met geloof en vertrouwen in God moeten worden aanvaard. De beproevingen die ons overkomen, moeten ons leiden naar het enige middel tot verlossing, berouw en bekering, want “Berouw is de reddingslijn na de schipbreuk” (Cyrillus van Jeruzalem), en “Bekering is genezing voor zielen” (Isaac de Syriër). In deze dagen van crisis zien we wat voor een strijd de mens voert voor zijn tijdelijke aardse leven en hoe bang de mens is om zijn leven te verliezen. Hoe zalig zou het zijn als de mens net zo ijverig zou zijn voor de verlossing van zijn eeuwige ziel. Als de mens net zo ijverig zou zijn voor de verlossing van zijn ziel dan zou die niet bang zijn voor de pandemie die zijn lichaam schaadt maar voor de zonde die zijn ziel infecteert en vernietigd. Berouw en bekering redde de Ninevieten (Jona 3), redde koning David (2 Samuël 2:13) en apostel Paulus (Handelingen 9). Ook wij zullen gered worden als we echt berouw tonen en ons afkeren tegen de overal aanwezige zonde, onverschilligheid, immoraliteit en schaamteloosheid. Laat de tranen van bekering alle ziekten van de ziel en het lichaam uitwissen. Laten we bidden en Gods genade en mededogen smeken voor alle zieken op de wereld, alle geïnfecteerde mensen en voor de gehele mensheid. Evangelie: Mattheüs 22:34-23:39 34 Nadat de farizeeën hadden vernomen dat hij de sadduceeën tot zwijgen had gebracht, kwamen ze bij elkaar. 35 Om hem op de proef te stellen vroeg een van hen, een wetgeleerde: 36 Hij antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. 38 37 ‘Meester, wat is het grootste gebod in de wet?’ Dat is het grootste en eerste gebod. 39Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. 40 Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.’ 41Nu de farizeeën om hem heen stonden, Khorhurd 13
Page 14
stelde Jezus hun deze vraag: 42‘Wat denkt u over de messias? Van wie is hij een zoon?’ ‘Van David,’ antwoordden ze. 43 Jezus vroeg: ‘Hoe kan David hem dan, geïnspireerd door de Geest, Heer noemen? Want hij zegt: 44 “De Heer sprak tot mijn Heer: ‘Neem plaats aan mijn rechterhand, tot ik je vijanden onder je voeten heb gelegd.’” 45 hoe kan Hij dan Zijn Zoon zijn?’ 46 Als David hem dus Heer noemt, En niemand was in staat hem een antwoord te geven, noch durfde iemand hem vanaf die dag nog een vraag te stellen. Wee de schriftgeleerden en de farizeeën 231 Daarna richtte Jezus zich tot de menigte en tot zijn leerlingen 2 en zei: ‘De schriftgeleerden en de farizeeën hebben plaatsgenomen op de stoel van Mozes. 3 Houd je dus aan alles wat ze jullie zeggen en handel daarnaar; maar handel niet naar hun daden, want ze doen zelf niet wat ze jullie voorhouden. 4 Ze bundelen alle voorschriften tot een zware last en leggen die de mensen op de schouders, terwijl ze zelf geen vinger uitsteken om die te verlichten. 5 Al hun daden zijn erop gericht om door de mensen gezien te worden. Ze verbreden immers hun gebedsriemen en maken de kwastjes aan hun kleren langer, 6 ze verlangen een ereplaats bij feestmaaltijden en in synagogen, 7 en hechten eraan op het marktplein eerbiedig te worden begroet en door de mensen rabbi te worden genoemd. 8 En noem Jullie moeten je niet rabbi laten noemen, want jullie hebben maar één meester, en jullie zijn elkaars broeders en zusters. 9 niemand op aarde vader, want jullie hebben 14 Khorhurd maar één vader, de Vader in de hemel. 10 Laat je ook niet leraar noemen, want jullie hebben maar één leraar, de Messias. 11 De belangrijkste onder jullie zal jullie dienaar zijn. 12Wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd. Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie versperren de mensen de 13 toegang tot het koninkrijk van de hemel. 14 Jullie gaan er zelf niet binnen, maar laten ook degenen die er willen binnengaan niet toe. Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie bereizen landen en zeeën om één enkele proseliet te winnen, en wanneer je hem eenmaal voor je gewonnen hebt, wordt hij dankzij jullie tot een hellekind in het kwadraat. 15 16Wee jullie, blinde leiders, jullie zeggen: “Wanneer iemand zweert bij de tempel, is dat niet geldig. Alleen wie zweert bij het goud van de tempel, is aan die eed gebonden.” 17 Dwaas zijn jullie en blind, wat is nu van meer waarde: het goud of de tempel die het goud geheiligd heeft? 18 zweert bij het altaar, is dat niet geldig. Alleen wie zweert bij de offergave die daarop ligt, is aan die eed gebonden.” 19 Wie dus zweert bij En wie Zo zeggen jullie ook: “Wanneer iemand Blind zijn jullie, wat is nu van meer waarde: de offergave of het altaar dat de offergave heiligt? 20 het altaar, zweert daarbij en bij alles wat daarop ligt. 21 En wie zweert bij de tempel, zweert daarbij en bij degene die hem bewoont. 22 zweert bij de hemel, zweert bij de troon van God en bij hem die daarop gezeten is. Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie geven tienden van munt, dille en komijn, maar veronachtzamen wat in de wet zwaarder weegt: recht, barmhartigheid en trouw, terwijl men het een zou moeten doen zonder het andere te laten. 24 23 Blinde leiders zijn jullie, die uit hun drank de muggen ziften, maar een kameel wegslikken. Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, de buitenkant van bekers en schalen spoelen jullie af, maar de binnenkant blijft vol roofzucht en onmatigheid. 26 25 Blinde farizeeër, spoel eerst de binnenkant van de beker om, dan wordt de buitenkant vanzelf ook schoon. Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie lijken op witgepleisterde graven, die er vanbuiten wel fraai uitzien, maar vol liggen met doodsbeenderen en andere onreinheden. 28 27 Zo lijken ook jullie voor de mensen uiterlijk op rechtvaardigen, terwijl jullie innerlijk vol huichelarij en wetsverachting zijn. Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie bouwen grafmonumenten voor de profeten en versieren de graven van de rechtvaardigen, 30 29 zouden wij ons niet zoals zij schuldig hebben gemaakt aan de moord op de profeten.” 31 Daarmee erkennen jullie zelf dat jullie kinderen zijn van hen die de profeten vermoord hebben. 32 Maak de maat van jullie voorouders dan maar vol! 33Slangen zijn jullie, addergebroed, hoe denken jullie te kunnen ontkomen aan een veroordeling tot de Gehenna? Dat is de reden waarom ik profeten en wijzen en schriftgeleerden naar jullie zal sturen. Jullie zullen sommigen van hen doden, kruisigen zelfs, en anderen in jullie synagogen geselen en van stad tot stad vervolgen. 35 34 Al het onschuldige bloed dat op aarde is vergoten zal jullie worden aangerekend, vanaf het bloed van Abel, de rechtvaardige, tot het bloed van Zecharja, de zoon van Berechja, die jullie vermoord hebben tussen het heiligdom en het brandofferaltaar. 36 alles neerkomen. 37 Ik verzeker jullie: op deze generatie zal dit Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en stenigt wie naar haar toe zijn gestuurd! Hoe vaak heb ik je kinderen niet bijeen willen brengen zoals een hen haar kuikens verzamelt onder haar vleugels, maar jullie hebben het niet gewild. 38 eenzaam aan haar lot overgelaten. 39 en jullie zeggen: “Als wij geleefd hadden in de tijd van onze voorouders, jullie: vanaf nu zullen jullie mij niet meer zien, tot de tijd dat je zult zeggen: “Gezegend hij die komt in de naam van de Heer!”’ Khorhurd 15 Jullie stad wordt Ik verzeker
Page 16
Preek 28 maart 2021 Vandaag viert onze kerk een van de mooiste feestdagen: Palmzondag oftewel de blijde intocht van Christus in Jeruzalem. Geprezen en dank aan de Almachtige Heer, zegening in de hoogten, want in elke situatie is Zijn vaderlijke liefde en zorg onafscheidelijk van zijn trouwe kudde. “Blijf kalm! Ik ben het, wees niet bang”, was te horen in de duisternis van de nacht (Matteus 14:27) toen de Heer de boot van de doodsbange leerlingen naderde door de krachtige golven van het Meer van Galilea. “Vrede zij met u, Ik ben het, wees niet bang”, zei Hij terwijl Hij zijn leerlingen gemoedsrust en kalmte bracht, die doodsbang en verloren waren door de vervolging van hun landgenoten en Romeinen, die hun toevlucht hadden gezocht onder de muren van de Bovenkamer (Lucas 24:36). “Wees niet bang, kleine kudde, want jullie Vader schenkt jullie het koninkrijk” (Lucas 12:32), zeiden de heilige lippen van de Heiland. Eeuwenlang horen de christenen in alle uithoeken van de aarde deze aanmoedigende woorden in hun ziel voor de nodige moed. Een van de kerkvaders heeft gezegd: “Niemand op deze wereld is gelukkig behalve degene die de poorten van zijn ziel wijd heeft geopend en God in zichzelf heeft aanvaard. De ongelovige voelt zich wanhopig als die eenzaam is. En hij die God in zijn ziel heeft aanvaard, voelt zich zelfs in de woestijn niet eenzaam. Niemand sterft de eeuwige dood behalve degene in wie God stierf”. 16 Khorhurd De boodschap van de viering van vandaag nodigt ons uit om na te denken over welke positie ieder van ons inneemt als we Christus ontmoeten die aan de poorten van ons eigen Jeruzalem (ons ziel) ons opwacht. De heilige evangelisten zeggen dat veel mensen God volgden in zijn laatste drie jaar van Zijn aardse leven. Duizenden gingen met Hem mee om diverse redenen die alleen bij zichzelf en bij God bekend waren: de een met de bedoeling iets te leren, de ander met de verwachting van een wonder en de ander weer met de bedoeling een verraderlijke val te zetten voor onze geliefde Meester. Maar de glorieuze ontvangst die de mensen aan de Heer Jezus toonden aan de poorten van Jeruzalem was ongekend. Het wonderbaarlijke nieuws van de opstanding van Lazarus werd toegevoegd aan de wonderen en genezingen die al hadden plaatsgevonden en straalde als een sprankje hoop voor de mensen die door tegenspoed werden onderdrukt. Het Joodse volk verwelkomde de verwachte Messias met een koninklijk ontvangst, hun eigen kleren aan Zijn voeten spreidend, met palmtakken Hem begroetend en Hosanna roepend. Echter waren hun verwachtingen van de Messias, de Verlosser, van wereldse aard en door de arrestatie en het lijden van Christus weten we allen wat er een paar dagen later met Hosanna gebeurde. Tot op de dag van vandaag blijven de eens zo trouwe mensen van God schreeuwen “kruisig hem.” Wat roepen wij elke dag, elk moment bij iedere daad, van het nemen van een of andere beslissing? Christus wacht op de reactie van onze ziel. Laten we de Heiland met geloof, nederigheid en vreugde in onze ziel aanvaarden, laten we onze wil onvoorwaardelijk in overeenstemming brengen met de heilige Wil van de Allerhoogste en ons leven overgeven aan Zijn zorgzame zorg. De Heer Jezus ging Jeruzalem binnen om de oudste en ergste vijand van de mensheid, de dood, te bestrijden. Hij ging Jeruzalem binnen om de dood van ieder van ons te bestrijden, en behaalde een glorieuze overwinning ten koste van Zijn heilig Bloed, in het licht van een wonderbaarlijke opstanding. Christus zou voor de hele mensheid vechten, voor ieder van ons, om ons onze mantel terug te geven die we verloren hadden door voor het verloren leven buiten de poorten van het paradijs te kiezen. Christus zou vechten om ons de onsterfelijkheid terug te geven die we verloren toen we de Bron van leven opgaven. Christus zou vechten om ons de grote eer van de menselijke schepping terug te geven waarvoor we geschapen waren, voordat we in de handen van het kwaad terecht kwamen. De weg naar het Koninkrijk der hemelen is open, het enige obstakel op die weg dat van tijd tot tijd voor ons opkomt, zijn wijzelf met onze vicieuze en zondige levens. Door redelijk en deugdzaam gedrag moeten we de Heer bewijzen dat Zijn gevechten en Zijn offers niet tevergeefs zijn geweest. We dragen dankbaar de hoge eer en roeping om de kinderen van de almachtige God te zijn. Evangelie: Mattheüs 20:29-21:17 29 Toen ze uit Jericho vertrokken, volgde hem een grote menigte. 30 Men Er zaten daar twee blinden langs de weg die, toen ze hoorden dat Jezus voorbijkwam, begonnen te roepen: ‘Heer, Zoon van David, heb medelijden met ons!’ 31 snauwde hun toe dat ze hun mond moesten houden. Maar ze riepen nog harder: ‘Heer, Zoon van David, heb medelijden met ons!’ 32 Jezus bleef staan, hij riep hen en vroeg: ‘Wat wilt u dat ik voor u doe?’ 33 Ze antwoordden: ‘Heer, open Jezus kreeg medelijden en raakte hun ogen aan. Meteen konden ze weer zien en ze volgden hem. Intocht in Jeruzalem 211 Toen ze Jeruzalem naderden en bij Betfage op de Olijfberg kwamen, stuurde Jezus er twee leerlingen op uit. 2 Zijn opdracht luidde: ‘Ga naar het dorp dat daar ligt. Vrijwel direct zullen jullie er een ezelin zien, die daar vastgebonden staat met haar veulen. Maak de dieren los en breng ze bij me. 3 onze ogen!’ 34 En als iemand jullie iets vraagt, antwoord dan: “De Heer heeft ze nodig.” Dan zal men ze meteen meegeven.’ 4 ‘Zeg tegen Sion: “Kijk, je koning is in aantocht, hij is zachtmoedig en rijdt op een ezelin en op een veulen, het jong van een lastdier.”’ De leerlingen gingen op weg en deden wat Jezus hun had opgedragen. 7 6 Ze brachten de ezelin en het veulen mee, legden er mantels op en lieten Jezus daarop plaatsnemen. 8 Vanuit de Khorhurd 17 Dit is gebeurd opdat in vervulling zou gaan wat gezegd is door de profeet: 5
Page 18
menigte spreidden velen hun mantels op de weg uit, anderen braken twijgen van de bomen en spreidden die uit op de weg. 9 De talloze mensen die voor hem uit liepen en achter hem aan kwamen, riepen luidkeels: ‘Hosanna voor de Zoon van David! Gezegend hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in de hemel!’ Toen hij Jeruzalem binnenging, raakte de hele stad in rep en roer. ‘Wie is die man?’ wilde men weten. 11 10 14Toen kwamen er in de tempel blinden en verlamden naar hem toe, en hij genas hen. 15 De hogepriesters en de schriftgeleerden zagen welke wonderen hij verrichtte en hoorden de kinderen in de tempel ‘Hosanna voor de Zoon van David!’ roepen, en ze waren hoogst verontwaardigd. 16 Ze gingen Uit de menigte werd geantwoord: ‘Dat is Jezus, de profeet uit Nazaret in Galilea.’ 12 Jezus ging de tempel binnen, hij joeg iedereen weg die daar iets kocht of verkocht, gooide de tafels van de geldwisselaars en de stoelen van de duivenverkopers omver 13 en riep hun toe: ‘Er staat geschreven: “Mijn huis moet een 18 Khorhurd hem vragen: ‘Hoort u wat ze zeggen?’ En Jezus antwoordde hun: ‘Jazeker! Hebt u dan nooit gelezen: “Door de mond van kinderen en zuigelingen hebt u zich een loflied laten zingen”?’ 17 huis van gebed zijn,” maar jullie maken er een rovershol van!’ Zo liet hij hen staan, en hij ging de stad uit, naar Betanië, waar hij de nacht doorbracht. Vr aag en antwoord Om de eigenschappen van Heilige Drieeenheid te begrijpen is het eerst belangrijk om te weten wat de Heilige Drie-eenheid betekent. Het wordt ook wel de Triniteit genoemd. “Want drie zijn er die getuigen in de hemel: de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze drie zijn één.” (1 Johannes 5:7) De Vader, Zoon en Heilige Geest hebben allemaal hun eigen eigenschappen, maar zij blijven samen één God. Om de Drie-eenheid uit te leggen vraag ik je naar Mattheüs 3:16-17 te lezen. Daar staat: “Zodra Jezus gedoopt was en uit het water omhoogkwam, opende de hemel zich voor hem en zag hij hoe de Geest van God als een duif op hem neerdaalde. En uit de hemel klonk een stem: Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde.” Wij zien hier alle drie de vormen van God voorbijkomen. De Vader is de kern van ons geloof en Hij bestaat uit liefde. Wij kunnen Hem niet zien, maar toch weten wij dat Hij er is. “Alles is uit hem ontstaan, alles is door hem geschapen, alles heeft in hem zijn doel. Hem komt de eer toe tot in eeuwigheid. Amen.” (Romeinen 11:36) Wat zijn de eigenschappen van de Heilige Drie-eenheid? Jezus Christus (de Zoon) is God in menselijke vorm. Hij is door de Vader naar de aarde gestuurd, heeft ons Gods woord gebracht en Hij heeft ons verlost van onze zondes. “en iedereen wordt uit genade, die niets kost, door God als een rechtvaardige aangenomen omdat hij ons door Christus Jezus heeft verlost. Hij is door God aangewezen om door zijn dood het middel tot verzoening te zijn voor wie gelooft. Hiermee bewijst God dat hij rechtvaardig is, want in zijn verdraagzaamheid gaat hij voorbij aan de zonden die in het verleden zijn begaan. Hij wil ons nu, in deze tijd, zijn gerechtigheid bewijzen: hij laat ons zien dat hij rechtvaardig is door iedereen vrij te spreken die in Jezus gelooft.” (Romeinen 3:24-26) De Heilige Geest woont in de harten van de gelovigen en is er om ons te heiligen. Hij is er om ons de weg te wijzen in heel de waarheid. Hij geeft ons kracht en bemoedigt ons. Hij inspireert ons om zoals Jezus Christus te zijn in deze wereld. “Zo is de liefde bij ons werkelijkheid geworden, en daardoor kunnen we op de dag van het oordeel vol vertrouwen zijn, want hoewel wij nog in deze wereld zijn, zijn we als Jezus.” (1 Johannes 4:17) Khorhurd 19

Khorhurd Februari 2021


Page 4
Vr aag en antwoord Hoe denkt de kerk over afbeeldingen van Jezus Christus? Deze vraag hebben wij deze week per e-mail ontvangen. Dit is een hele goede vraag en daarom zullen wij er in de onderstaande op ingaan. In de Armeens Apostolische kerk hebben we schilderijen van Maria en Jezus Christus is afgebeeld terwijl er in Exodus 20 vers 3-5 staat: ‘3 Vereer naast mij geen andere goden. 4 Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. 5 Maak Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast mij.’ Duidelijker kan God niet zijn zou je zeggen. Er staat letterlijk; ‘4 geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde.’ (Exodus 20:4) Om te begrijpen wat God hiermee bedoelt is het belangrijk om ook het volgende stukje te lezen: ‘Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast mij.’ (Exodus 20:5) Hier geeft God aan dat het van belang is dat je niet knielt voor zulke afbeeldingen. Waarom? ‘Want ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast mij.’ Uit deze tekst maakt de Kerk op dat wij geen beelden mogen maken van andere afgoden en deze niet mogen vereren. Ten tweede valt op te merken dat Exodus een boek is voor de tijd van Jezus. Exodus is een boek voor de tijd van Jezus Christus. Hiermee 4 Khorhurd bedoelen we dat Jezus Christus toen nog niet neergedaald was naar de wereld. Het is onmogelijk om een beeld te maken van Jezus Christus zonder te weten hoe hij er uitziet. Daarom zul je in onze Kerk ook nooit een afbeelding van de Vader zien, we weten niet hoe de Vader eruit ziet. Jezus Christus is wel op aarde geweest en daarom hebben mensen ook geweten hoe hij eruit zag. Ondanks dat wordt Jezus Christus toch anders afgebeeld in Europa dan in bijvoorbeeld Afrika. In onze Kerk zijn de afbeeldingen ook niet gemaakt op basis van het uiterlijk van Jezus Christus, het zijn symbolische afbeeldingen. Vaak zie je dat Jezus Christus als kind een groot voorhoofd heeft, dit is een teken van wijsheid. Het doel van deze afbeeldingen is om ons te herinneren aan Christus en de liefde van God naar de mensen toe. Wanneer wij knielen voor een afbeelding van Jezus Christus of de afbeelding gaan kussen is het van belang om te weten dat het niet het materiaal is dat wij aanbidden, maar Jezus Christus. Daarnaast zijn de afbeeldingen van de Heiligen NIET om te aanbidden. Wij aanbidden alleen God (Exodus 20:3). Wij vragen de Heiligen om voor ons te bidden. Heiligen hebben een positie die wij (nog) niet hebben, dus zijn dichterbij God. Wij vragen hen om voor ons te bidden. Tot slot zijn alle afbeeldingen gezegend met het Heilige Meron. Deze Heilige Meron wordt over de afbeeldingen gesmeerd als een soort offer naar God. De schilderij behoort bij de kerk en God. Deze afbeelding kan dan ook niet worden verkocht buiten de kerk. Het is gezegend. v Apostelen an Christus: Judas Iskariot en Mattias Judas Iskariot was een van de 12 apostelen van Jezus Christus, maar is later vervangen door Matthias. Judas verraadde Jezus voor 30 zilverstukken, wat leidde tot de dood van Christus aan het kruis. In Johannes 12:4-6 staat het volgende geschreven over Judas: “Judas Iskariot, een van de leerlingen, degene die Hem zou uitleveren, vroeg: ‘Waarom is die olie niet voor driehonderd denarie verkocht om het geld aan de armen te geven?’ Dat zei hij niet omdat hij zich om de armen bekommerde – hij was een dief: hij beheerde de kas en stal eruit.” Dit is één van de redenen waarom mensen geloven dat Judas op zijn minst werd gemotiveerd door hebzucht toen hij Jezus verraadde. In Matteüs 26:14-16 staat geschreven over het verraad van Judas: “Daarop ging een van de twaalf, die met de naam Judas Iskariot, naar de hogepriesters en zei: ‘Wat krijg ik van u als ik Hem aan u uitlever?’ Ze betaalden hem dertig zilverstukken. Vanaf dat moment zocht hij een gunstige gelegenheid om hem uit te leveren.” Toen Judas zag dat Jezus ter dood was veroordeeld, kreeg hij berouw en gaf hij de 30 zilverstukken terug aan de hogepriesters en oudsten. Toen ze hem afwezen, gooide hij het geld de tempel in, ging weg en hing zichzelf op. Degene die Judas heeft vervangen is Mattias. De apostelen komen samen om te praten over de vervanging van Judas. In Handelingen 1:23-26 staat het volgende geschreven: “Ze stelden twee kandidaten voor: Josef Barsabbas, die de bijnaam Justus had, en Mattias. Daarna baden ze als volgt: ‘U, Heer, doorgrondt ieders gedachten. Wijs van deze beide mannen degene aan die U gekozen hebt om als apostel zijn dienende taak te verrichten en de plaats in te nemen van Judas, die zijn ondergang tegemoet is gegaan.’ Ze lieten hen loten en het lot viel op Mattias. Hij werd aan de elf apostelen toegevoegd.” Khorhurd 5
Page 6
Preek 7 februari 2021 “Laat wie dorst heeft bij Mij komen en drinken! “Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in Mij gelooft,” zo zegt de Schrift.” – Johannes 7:37-38 Deze liefdevolle stem van de Schepper vol van ouderlijke zorg luidt al eeuwenlang over de hele wereld en nodigt gelovigen uit om de dorst van hun ziel te lessen met het water van de Bron des Levens. De Heer zegt: “Laat wie dorst heeft bij Mij komen en drinken!” Wij, als leden van de kerk, beseffen dat we behoefte hebben aan dit leven gevende water. Maar alleen het besef is niet voldoende. We moeten concrete stappen ondernemen als we dit beseffen. Tegenwoordig hebben wij gelovigen kansen en middelen die de christelijke gemeenschap nog nooit eerder heeft gehad. Maar zelfs onder deze omstandigheden kunnen we erin slagen naar de hel te gaan, weet je waarom? Omdat, zoals veel geestelijke auteurs beschrijven, we comfortchristenen zijn. We willen het christendom zonder Christus, zonder Zijn geboden. We willen op een breed pad naar de hemel gaan, zonder problemen en moeilijkheden. We willen gekroond worden zonder persoonlijke prestaties. Alleen de tijden zijn veranderd, zowel de geest als de essentie van het christendom zullen voor altijd hetzelfde blijven. Christus ‘oproep om in heiligheid te leven, om naar heiligheid te streven, is niet door de Heer geannuleerd; “Wees daarom volmaakt, zoals uw Vader in de hemel volmaakt is” 6 Khorhurd (Mattheüs 5:48) en “Wees heilig, want Ik ben heilig” (1 Petrus 1:16). Volgens de Armeense Kerk zijn de heiligen, personen die door de Kerk heilig worden erkend, een volmaakt christelijk leven leden, onberispelijk gedrag vertonen, berouw van zonde hebben, gerechtvaardigd en gered zijn door geloof, begiftigd zijn met deugden, de genade van de Heilige Geest ontvangen, de invloed van God in hun levend houden en altijd in gemeenschap zijn met Hem. Maar de heiligen zijn er niet alleen om geëerd te worden. We moeten een ijverige wil hebben om hun voorbeeld te volgen, om in hun voetsporen te treden. We moeten niet tevreden zijn met het lezen en bewonderen van hun gedrag als een fictieboek. Nee, we moeten ertoe bewogen worden een soortgelijk leven te lijden en daarmee de uitnodiging van Christus om van Hem te drinken aanvaarden. We verwonderen ons over de moed van de heilige martelaren en hun standvastigheid in het geloof, maar wanneer dat nodig is, uit angst voor spot of misverstanden, vermijden we te getuigen van ons geloof. We bewonderen de discipline van de heiligen wanneer ze bijvoorbeeld jarenlang een verbond van stilte hebben gesloten, maar we zwijgen geen minuut om de zonden van laster, liegen, oordelen of roddelen te vermijden. We bewonderen hun kluizenaarschap, wanneer ze bijvoorbeeld tijdens de vasten eens per jaar paar dagen aten, en enkel droog brood of een handvol erwten. Maar zelf vinden we alle mogelijke en onmogelijke redenen om niet te vasten, uit drang naar onze destructieve verlangens, om te voorkomen dat we onszelf een kleine moeite bezorgen. De heiligen gaven het laatste hemd van hun kleren aan de behoeftigen maar onze hand beeft op het moment dat we genade moeten tonen. Helaas zijn we vaak christenen in woord, niet in daad, dus we moeten niet verbaasd zijn als de zegeningen en genaden van de Heer louter woorden blijven. In de winter besluit een pelgrim om te voet op bedevaart te gaan naar het bergklooster. Onderweg ziet hij een kluizenarij. Hij is erg blij, in de hoop dat het binnen een beetje warm zal zijn en hij misschien thee krijgt. Hij klopt op de deur van de kluis, komt binnen en ziet dat de kluizenaar bij de gedoofde haard zit en beeft. “Waarom heb je in deze kou de haard niet aangestoken, vader?”, vraagt de reiziger zich af. “Vandaag is de herdenkingsdag van de veertig kinderen van Sebastia die in het ijskoude meer werden geworpen mijn zoon. Hoe kan ik een vuur aansteken en mezelf opwarmen?”, antwoordde de oude man. Laat daarom ons geloof veranderen van theorie naar praktijk, zodat rivieren van levend water uit ons kunnen stromen tot glorie van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Evangelie: Johannes 7:37-52 37 Op de laatste dag, het hoogtepunt van het feest, stond Jezus in de tempel, en hij riep: ‘Laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken! 38 “Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft,” zo zegt de Schrift.’ 39 Hiermee doelde hij op de Geest die zij die in hem geloofden zouden ontvangen; de Geest was er namelijk nog niet, want Jezus was nog niet tot Gods majesteit verheven. 40Toen de mensen in de menigte dit hoorden zeiden ze: ‘Dit moet wel de profeet zijn.’ 41 Anderen beweerden: ‘Het is de messias,’ maar er werd ook gezegd: ‘De messias komt toch niet uit Galilea? 42 ontstond er verdeeldheid in de menigte, 44 De Schrift zegt toch dat de messias uit het nageslacht van David komt en uit Betlehem, waar David woonde?’ 43 Zo en sommigen wilden hem grijpen, maar niemand deed hem iets. De dienaren van de hogepriesters en de farizeeën gingen terug. Toen hun werd gevraagd: Maar de farizeeën zeiden: 45 ‘Waarom hebben jullie hem niet meegebracht?’ 46 antwoordden ze: ‘Nog nooit heeft een mens zo gesproken!’ 47 ‘Hebben jullie je ook al laten misleiden? 48 niet kent – vervloekt zijn ze!’ 50 Er is toch geen enkele leider of farizeeër tot geloof in hem gekomen? 49 ‘Onze wet veroordeelt Alleen de massa die de wet Maar Nikodemus, die destijds bij Jezus was geweest, iemand uit hun eigen kring, zei: 51 iemand toch pas als hij gehoord is en als bekend is wat hij heeft gedaan?’ 52 Ze zeiden tegen hem: ‘Kom jij soms ook uit Galilea? Zoek het maar na, dan zul je zien dat er uit Galilea geen profeet kan komen.’ Khorhurd 7
Page 8
Preek 14 februari 2021 “Moeder van God, Maria, smeek uw eniggeboren Zoon, dat Hij ons, zoals de goede dief, de zaligheid van de hemel geeft te erven.” – Hymne Carnaval, het Goede leven. Een vreugdevol christelijke viering ter herinnering aan de volmaakte zaligheid waarin de mens werd geschapen en leefde in het hemelse Hof van Eden. Vandaag herinneren we deze zaligheid, die we hebben verloren maar waartoe we geroepen zijn en naar streven. Onze voorouder Adam, waarvan wij afstammen, beging een maal een fout en berouwde dit gedurende zijn lange leven. De ziel die de goddelijke, onsterfelijke zoetigheid heeft genoten, werd verplicht eeuwenlang de bittere gal van zijn zonde te drinken. De zonde van de oude Adam sloot de deuren van het Hof van Eden maar wij zijn blij, want de nieuwe Adam, Jezus Christus, heeft met Zijn allergezegende Offer de deuren weer geopend voor altijd voor de nakomelingen van onze voorouder. Adam huilde toen hij zijn geest gaf maar hij was nooit wanhopig, want hij wist en geloofde in de belofte van de Schepper dat een dag Iemand zou komen die krachtig was om zijn zonde te reinigen, de dood te wissen en met gouden letters Leven zou schrijven. Met de komst van de Mensenzoon bracht God een einde aan het milennialange, lijdende wachten van Adam en werd zijn ziel eindelijk weer de vredige hemel waardig. Gedurende de Grote vasten zal het gordijn in de kerk gesloten worden, zodat die weken later opnieuw opent, met de viering van de glorieuze verrijzenis van onze Heer Jezus Christus. Het gordijn wordt geopend op de viering van de overwinning van het leven en onze geesten zullen vervuld worden met vreugde. Voor ons staat de weg van de Grote vasten. De zondagen van de vasten zullen ons bewustzijn voorbereiden op de viering van de heilige Verrijzenis en zullen we de verrezen Christus verwelkomen. Deze weg is niet makkelijk, want die weg is een weg waar ons voedsel wordt beperkt maar des te meer wordt onze ego begrensd. Dit is weg van geestelijke strijd en van het toepassen van geestelijke kennis in de praktijk . Dit is een weg van geestelijke beproeving, groei 8 Khorhurd en wijsheid. Hoe moeilijk de strijd op onze weg ook zal zijn, we moeten niet bang zijn of lui zijn en onze onbetaalbare mogelijkheden weigeren. Zoals apostel Paulus zegt: “Ik ben tegen alles bestand door Hem die mij kracht geeft.” (Filippenzen 4:13). De mens heeft een verbazingwekkende eigenschap om zich aan te passen aan alles en voor de mens wordt dat iets heel gewoon, zowel het goede als het slechte. Enerzijds is dit een overlevingsmechanisme. Bijvoorbeeld wanneer iemand zich bevindt in gevangenschap of bedlegerig wordt en geen andere mogelijkheid heeft, is dit een beschermingsmechanisme, anders kan de menselijke geest dit wellicht niet aan en gestoord worden. Het nadeel van deze eigenschap is dat zelfs het meest kostbaarste normaal wordt voor iemand. Hetgeen wat gisteren zeer kostbaar was, is vandaag gewoon voor ons. Dit komt niet doordat het kostbare minder kostbaar is geworden maar omdat de menselijke, onvolmaakte natuur het onbetaalbare devalueert. Anderzijds is de onvolmaakte menselijke natuur constant op zoek naar het completeren van zijn natuur en neigt vaak te klagen, van streek te raken en ontevreden te zijn. Het is deze neiging die zelfs het onbetaalbare en heilige devalueren. Niemand is gevrijwaard van deze neiging. Door lange tijd in contact te zijn met heiligheid in de kerk, beginnen kleuren te vervagen, geestelijke reukvermogen en zicht neemt af en de goddelijke zaligheid begint langzaam aan ruimte te geven aan geestelijke onverschilligheid. Dan komt de tijd van de Grote vasten. Een prachtige mogelijkheid om onze luiheid en verdoofdheid van ons af te slaan en de normaal geworden, vervaagde kleuren van het geestelijk leven in ons te vernieuwen. Het is een prachtige mogelijkheid om met nieuwe krachten de liefde van Christus te voelen voor ieder van ons, en onze liefde naar de Heer te getuigen. Met dit bewustzijn moeten we de Grote vasten ingaan, zodat het niet verandert in een lijdende beproeving. Met liefde en vreugde moeten we ons offeren. We moeten vertrouwen hebben dat onze hemelse Vader Zich verblijdt door het zien van de inspanningen van Zijn kinderen en Zich haast om hun te helpen en kracht te geven in hun persoonlijke weg van toewijdingen en prestaties. De tijd van de Grote vasten is ook een tijd van vurig bidden. Laten we bidden en eerlijk spreken met onze Vader die ons lief heeft. Laten we om een liefdevol hart, wijze gedachten een vurige geest vragen aan Hem. Laten we smeken dat de Heer onze liefde voor Hem en voor onze naasten vergroot, en ons versterkt in onze deugden, geloof en standvastigheid. Laat met de voorspraak van de heilige Moeder Gods en alle heiligen de vreugde van de Carnaval leidend zijn gedurende de gehele Grote vasten en ons veilig brengen tot de glorieuze Verrijzenis van onze Heer Jezus Christus. Amen. Khorhurd 9
Page 10
Evangelie: Mattheüs 6:1-21 61 Onze Vader in de hemel, Let op dat jullie de gerechtigheid niet beoefenen voor de ogen van de mensen, alleen om door hen gezien te worden. Dan beloont jullie Vader in de hemel je niet. 2 laat uw naam geheiligd worden, 10 laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden Dus wanneer je aalmoezen geeft, bazuin dat dan niet rond, zoals de huichelaars doen in de synagoge en op straat om door de mensen geprezen te worden. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. 3 Maar als je aalmoezen geeft, laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. 4 Zo blijft je aalmoes in het verborgene, en jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. En wanneer jullie bidden, doe dan niet als de huichelaars die graag in de synagoge en op elke straathoek staan te bidden, zodat iedereen hen ziet. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. 6 5 op aarde zoals in de hemel. 11 dat wij nodig hebben. 12 Geef ons vandaag het brood Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was. 13 En breng ons niet in beproeving, maar red ons uit de greep van het kwaad. 14 Want als jullie anderen hun misstappen vergeven, zal jullie hemelse Vader ook jullie vergeven. 15 Maar als je anderen niet vergeeft, zal jullie Vader jullie je misstappen evenmin vergeven. 16 Maar als jullie bidden, trek je dan in je huis terug, sluit de deur en bid tot je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. Bij het bidden moeten jullie niet eindeloos voortprevelen zoals de heidenen, die denken dat ze door hun overvloed aan woorden verhoord zullen worden. 8 Doe hen niet na! Jullie Vader weet immers wat jullie nodig hebben, nog vóór jullie het hem vragen. 9 Bid daarom als volgt: 10 Khorhurd 7 Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg en dieven breken in om ze te stelen. 20 19 Verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven in om ze te stelen. 21 Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn. Wanneer jullie vasten, zet dan niet zo’n somber gezicht als de huichelaars, want zij doen dat om iedereen te laten zien dat ze aan het vasten zijn. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. 17 je gezicht en wrijf je hoofd in met olie, 18 Maar als jullie vasten, was dan zodat niemand ziet dat je aan het vasten bent, alleen je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. Preek 21 februari 2021 “ToenU de geboden van God gehoorzaamde, hebt U de geboden tot U genomen, uit de zoetigheid, geur en smaak hiervan heeft U ons het eeuwige leven gegeven. En nu smeken wij U, laat ons drinken uit de beker van Uw liefde, opdat wij standvastig, zeker en veilig mogen blijven in God.” – Hymne Met deze woorden uit de ervaring van het gebedsleven, legt de hymne van vandaag ons uit waarom we veertig dagen moeten vasten. Waarom we veertig dagen onszelf moeten onthouden van bepaalde voedingen en vooral wat de fundamentele kracht van vasten is. Vasten heeft niet alleen te maken met voedsel. In de gedachtegang van onze kerk is vasten door God vastgelegd en een goddelijke regel die door God zelf is toegepast. God zei niet alleen dat het nodig was om zich te onthouden (te vasten) toen Hij de hemel schiep, de boom van kennis van goed en kwaad schiep en onze voorouders beviel om niet van deze boom te eten (Genesis 2:16), maar Hijzelf hield Zich aan deze regel. Voordat Hij begon aan Zijn missie op aarde, ging Hij veertig dagen de woestijn in en vastte Hij. Onze hymne verwijst naar die goddelijke gehoorzaamheid: “Heer, onze voorouders aten, waren ongehoorzaam aan God en aten van die vrucht. Wij stierven voor een eerlijk, door God geschapen, goddelijk goed en rechtvaardig leven. Maar wat deed U, Christus God, onze Redder? U ging, vastte en gaf de zoetste smaak aan Gods geboden. Toen wij ongehoorzaam waren, stierven we door de bitterheid van hetzelfde leven, een leven van ongehoorzaamheid en weerstand, de afwijzing van God, de verwijdering van God. Maar toen U de geboden van God gehoorzaamde, hebt U de geboden tot U genomen, uit de zoetigheid, geur en smaak hiervan heeft U ons het eeuwige leven gegeven. En nu smeken wij U, laat ons drinken uit de beker van Uw liefde, opdat wij standvastig, zeker en veilig mogen blijven in God. Laten we dus samen bedenken, hoe we dit vredige gevoel in deze veertig dagen van berouw kunnen brengen. Wat moet elke kerkganger, jong of oud, doen als die naar de kerk komt en zijn woorden of blik naar de Heer richt? Tijdens de vastenperiode is het gordijn van de kerk gesloten om ons het gevoel te geven dat we ver van God verwijderd zijn. Welke stappen kunnen we ondernemen om dichter tot God te komen? De eerste stap is zelfbeheersing. Mensen maken fout wanneer ze zichzelf niet kunnen beheersen. Als we onze innerlijke verlangens niet beheersen zullen we immorele mensen worden. Als we de fysieke aantrekkelijkheden Khorhurd 11
Page 12
van de wereld in ons niet kunnen beheersen dan zullen we hebzuchtige mensen worden. God heeft de mens macht gegeven maar de mens gaat de fout in als die deze macht wilt gebruiken op iemand anders. Allereerst moet de mens die macht over zichzelf uitoefenen. Diegene die zichzelf niet kan beheersen heeft geen recht anderen tot orde te roepen. De grootste dingen in het leven worden bereikt door zelfbeheersing en concentratie en dat is vandaag het eerste gebed van onze lofzangleraar. Laat de kinderen van de Armeense kerk zelfbeheersing hebben om zichzelf in een ordelijk leven te houden waarin ze zich aan de geboden van de Heer houden, zodat ze de beker van vreugde van Gods geboden kunnen bereiken en ervan kunnen genieten. Het tweede gebod is om even weg te blijven van eten, drinken en plezier, om ons te concentreren op onze belangrijke verantwoordelijkheid om God en Zijn geboden te bestuderen, te begrijpen en te kennen. Tegenwoordig zijn we vaak in de war, omdat we niet weten wat God tegen ons zegt en wat God van ons verlangt. We zijn geen willekeurige mensen die leven. God Zelf, de Schepper van het universum kent elke kleine en grote wet van dit systeem. Hij is het, Die mensen zendt om Zijn systeem goed en rechtvaardig te laten werken. Hij gaf Zijn geboden, omdat Hij onze harten, gedachten en ziel wilt verlichten, zodat we daadwerkelijk een goede bijdrage kunnen leveren aan 12 Khorhurd Gods missie op aarde en Zijn werk kunnen voortzetten. God heeft ons het leven gegeven, zodat wij Zijn werk, rechtvaardigheid, liefde en vrede op deze aarde kunnen verspreiden. Zodat hierdoor de aarde een schone omgeving blijft waarin mensen slagen in hun behoeften, vreugde en allerlei initiatieven. Maar zonder Gods gedachten te kennen, zonder Zijn plan voor deze wereld te kennen, kunnen wij Hem niet helpen en geen deel uitmaken van Zijn leven. Hierom overdacht Jezus Christus veertig dagen lang welke missie God Hem heeft gegeven. Welke kracht, geboden en gaven geeft God ons om de aarde te redden? De focus van Gods geboden is niet om ons te verbieden maar het doel is om ons te focussen op het onsterfelijke, permanente en volmaakte. Eet je brood een keer niet maar geef het aan een behoeftige en je zult zien hoe te meer verzadigd en versterkt je zult zijn. Het doel van Gods geboden is om het goede te verveelvoudigen en iedereen genoeg te voorzien in zijn behoeften. Maar hiervoor moeten we Gods geboden goed bestuderen om de juiste betekenissen te begrijpen. Laten we gedurende deze veertig dagen in overvloed Gods geboden tot ons nemen, onze Bijbels openen, zien wie onze Heer is en daadwerkelijk de Schepper van het universum leren kennen. Laten we luisteren naar wat Hij tegen ons zegt. Hij zal ons niets verbieden. Integendeel Hij zal ons verrijken. Hij zal ons niet kleineren en ons dingen verbieden maar ons vrijheid geven om het goede, het ware en het rechtvaardige te doen op aarde, waarmee we versterkt worden en groeien. Gods geboden kennen en gehoorzamen is het belangrijkste werk dat elke gelovige voor zichzelf en voor de wereld moet doen. Ter derde: gehoorzaamheid aan God. Wat heb je eraan om de geboden te kennen, Gods wonderbaarlijke wezen te kennen maar niet gehoorzaam en liefdevol te zijn? Te kennen maar niet deel te nemen aan Zijn leven, niet te drinken van de Bron van gaven waarmee wij op God lijken? De gelijkenis van mens tot God wordt beschreven als de grootste eer voor de mens. We kunnen niet op iets anders lijken dan op God. Op God lijken wordt alleen gerealiseerd door gehoorzaamheid aan God. Door te handelen zoals Hij, door net als Hem te kijken naar anderen en door net als Hem deze wereld te verfraaien en te verlichten met eeuwige deugden en principes. Als we tijdens deze vasten niet drinken van de ‘beker van Uw liefde,’ die Christus ons uitdeelt door Zijn leven, Zijn offer, Zijn lijden, Zijn kruis en Zijn verrijzenis, kunnen wij niet op God lijken en Zijn kinderen zijn. Gods kracht, genade en schoonheid zal niet verschijnen aan de mensen van deze wereld. Onze verantwoordelijkheid om God lief te hebben is niet alleen voor ons persoonlijk maar heeft ook een maatschappelijke betekenis. Zodat mensen die ons zien, God zien en niet ons. Niet lof voor ons creëren maar lof voor God, ons niet prijzen maar de Heer prijzen die ons alle gave en mogelijkheden heeft gegeven. In het Romeinse rijk was de Kerk de Kerk van de armen en had geen krachten maar de Romeinen in hoge posities keken naar het leven van hun slaven en zagen Christus, kregen liefde voor Christus en gehoorzaamden Christus uiteindelijk. Het maakt niet uit wat onze sociale positie is. Als mensen naar ons kijken en God zien, onze Heer zien, komen ze naar Hem en door Hem worden wij verhoogd en versterkt. De veertig dagen van de Grote vasten moet onze getuigenis zijn over Gods essentie en identiteit. Deze getuigenis bereiken we door Gods geboden lief te hebben, ze te gehoorzamen en ernaar te leven. Mogen deze veertig dagen, dagen van zelfreflectie, bezinning en vooral van zelfbeheersing, God leren kennen en God liefhebben zijn. Dat deugden onze levens verrijken, God heerst in onze harten en op aarde, want zonder Hem is er geen verlossing, troost en hoop voor ons. In haar gebeden zegt de kerk vandaag: ‘Hoe meer jullie falen, hoe meer God bij jullie zal blijven. Het is belangrijk dat jullie je ogen openen en zien dat de Heer naast jullie loopt, op aarde tot het einde werkt voor jullie en jullie Verlosser op deze wereld gezaghebbend aanwezig is. En moge jullie, door het liefhebben en toepassen van Zijn geboden, Zijn beloftes bereiken. Khorhurd 13
Page 14
Evangelie: Mattheüs 5:17-48 17 Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. 18 de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn. 19 Wie dus ook maar een van de kleinste van deze geboden afschaft en aan anderen leert datzelfde te doen, zal als de kleinste worden beschouwd in het koninkrijk van de hemel. Maar wie ze onderhoudt en dat aan anderen leert, zal in het koninkrijk van de hemel in hoog aanzien staan. 20 Want Ik zeg jullie: als jullie gerechtigheid niet groter is dan die van de schriftgeleerden en de farizeeën, zullen jullie zeker het Koninkrijk van de hemel niet binnengaan. Ik verzeker jullie: zolang de hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke tittel in Jullie hebben gehoord dat destijds tegen het volk is gezegd: “Pleeg geen moord. Wie moordt, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht.” 22 21 En Ik zeg zelfs: ieder die in woede tegen zijn broeder of zuster tekeergaat, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht. Wie tegen hen “Nietsnut!” zegt, zal zich moeten verantwoorden voor het Sanhedrin. Wie “Dwaas!” zegt, zal voor het vuur van de Gehenna komen te staan. 23 Wanneer je dus je offergave naar het altaar brengt en je je daar herinnert dat je broeder of zuster je iets verwijt, 14 Khorhurd laat je gave dan bij het altaar achter; ga je eerst met die ander verzoenen en kom daarna je offer brengen. 25 24 troon van God, 35noch bij de aarde, want dat is Leg een geschil snel bij, terwijl je nog met je tegenstander onderweg bent, anders levert hij je uit aan de rechter, draagt de rechter je over aan de gerechtsdienaar en word je gevangengezet. 26 Ik verzeker je: dan kom je niet vrij voor je ook de laatste cent betaald hebt. 27 Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Pleeg geen overspel.” 28 En Ik zeg zelfs: iedereen die naar een vrouw kijkt en haar begeert, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd. 29 Als je rechteroog je op de verkeerde weg brengt, ruk het dan uit en werp het weg. Je kunt immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam in de Gehenna geworpen wordt. 30 En als je rechterhand je op de verkeerde weg brengt, hak hem dan af en werp hem weg. Je kunt immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam naar de Gehenna gaat. Er werd gezegd: “Wie zijn vrouw verstoot, moet haar een scheidingsbrief meegeven.” 32 31 En Ik zeg jullie: ieder die zijn vrouw verstoot, drijft haar tot overspel – tenzij er sprake was van een ongeoorloofde verbintenis; en ook wie trouwt met een verstoten vrouw, pleegt overspel. Jullie hebben ook gehoord dat destijds tegen het volk werd gezegd: “Leg geen valse eed af, voor de Heer gedane geloften moeten worden ingelost.” 34 En Ik zeg jullie dat je helemaal niet moet zweren, noch bij de hemel, want dat is de 33 zijn voetenbank, noch bij Jeruzalem, want dat is de stad van de grote koning; 36 zweer evenmin bij je eigen hoofd, want je kunt nog niet één van je haren wit of zwart maken. 37 Laat jullie ja ja zijn, en jullie nee nee; wat je daaraan toevoegt komt voort uit het kwaad. Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Een oog voor een oog en een tand voor een tand.” 39 Als iemand een proces tegen je wil voeren en je onderkleed van je wil afnemen, sta hem dan ook je bovenkleed af. 41 38 En Ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren. 40 En als iemand je dwingt één mijl met hem mee te gaan, loop er dan twee met hem op. 42 Geef aan wie iets van je vraagt, en keer je niet af van wie geld van je wil lenen. 43Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Je moet je naaste liefhebben en je vijand haten.” 44 En Ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen, 45 alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel. Hij laat zijn zon immers opgaan over goede en slechte mensen en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. 46 Is het een verdienste als je liefhebt wie jou liefheeft? Doen de tollenaars niet net zo? 47 En als jullie alleen je broeders en zusters vriendelijk bejegenen, wat voor uitzonderlijks doe je dan? Doen de heidenen niet net zo? 48 Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is. Khorhurd 15
Page 16
Preek 28 februari 2021 “Luister aandachtig naar Mij, eet het goede, en laat uw ziel vreugde scheppen in de overvloed.” – Jesaja 55:2 Vandaag is de derde zondag van het grote vasten, die ook wel de zondag van de verloren zoon wordt genoemd. Dit volgens de gelijkenis van de verloren zoon, verteld door onze Heiland, Jezus Christus. Het is de meest troostende en geruststellende gelijkenis in het hele evangelie. De zondag van de verdrijving, wanneer Adam en Eva uit het paradijs werden verdreven, zou onze ziel in verdriet en wanhoop hebben achtergelaten als de gelijkenis van de verloren zoon niet was geweest, die Gods genade aan de mensheid verkondigt. De gelijkenis van de verloren zoon illustreert zowel het gedrag van onze zondaars jegens God als Zijn oneindige liefde en zorg voor ons. Het dient als voorbeeld voor de God-mens-relatie, zowel van het leven van een individu als van de hele mensheid. Deze gelijkenis laat zien wat God ons heeft gegeven, waar we de voorkeur aan geven, hoe geduldig Hij met ons is en hoe Hij ons weer in Zijn armen zal nemen. De gelijkenis van de verloren zoon heeft veel lagen. Elke zin onthult een gedachte. Het is een weerspiegeling van Gods plan. Het meest hoop gevende en mooie gedeelte is de benadering van de vader naar zijn kind, zijn vergeving, vrijgevigheid, goedgezindheid, zorg en aandacht voor zijn ondankbare, verloren, verkwistende, zondige zoon. 16 Khorhurd Mensen zijn verloren zonen, omdat ieder op zijn eigen manier naar God zondigt. De een ontkent God volledig en de ander accepteert Hem, maar gaat door met het bewust begaan van zonden. Weer een ander begaat onbewust zonden en de volgende zondigt uit zwakheid. Deze gelijkenis leert dat het soort zonde er niet toe doet. Alleen het berouwvolle hart, dat een grote horizon van hoop opent voor een zondig persoon, krijgt grote waarde. Op basis van deze gelijkenis bidt Gevork Skevratsi als volgt tot God: “Door jouw vriendelijkheid zal ik weer opstaan, door jouw menselijkheid zal ik bevestigd worden, door jouw genade zal ik sterk zijn, door jouw goedgezindheid zal ik worden aangemoedigd, door jouw vergevingsgezindheid zal ik worden beschermd, door jouw geduld zal ik herstellen, door jouw vaderlijke zorg zal ik herleven”. De verloren zoon, die de vaderlijke bezittingen verkwist had, die van de armoede uitgehongerd was, richtte zich tot zijn goede Vader. Maar de Vader kon niet wachten tot de zoon Hem zou benaderen, maar omhelsde hem met Zijn vaderlijke barmhartigheid, kuste hem en kleedde hem in fatsoenlijke kleren. De Vader straft de zoon niet omdat hij zo lang weg was en verwijt hem ook niet dat hij Zijn Vaderlijke bezittingen en eigendommen verspild had. Maar Hij beveelt zijn dienaren haastig: “En breng het gemeste kalf en slacht het, en laten we eten en vrolijk zijn. Want deze, mijn zoon, was dood en is weer levend geworden.” (Lukas 15:23-24). Als een persoon deze gelijkenis hoort en begrijpt, zal hij nooit wanhoop ervaren. De gemoedstoestand die “hopeloosheid” wordt genoemd, zal voor hem een vreemd gevoel zijn, omdat deze en andere gelijkenissen die Christus vertelt elk spoor van hopeloosheid uit de menselijke ziel wissen. Deze gelijkenis is een evangelie in het Evangelie, omdat de geboorte, kruisiging en opstanding van Jezus Christus het grootste goede nieuws in de geschiedenis van de schepping is, omdat het Gods plan voor de redding van de mensheid aankondigt. De periode van het grote vasten is geen periode van verdriet, want berouw, hoe verdrietig ook, leidt niet tot wanhoop. De kruisiging van de Heer, de vergeving van de zonden van de mensheid en de opstanding van de Heer laat de harten van mensen niet in berouw en in wanhoop achter, maar brengt hen vreugde. Er is geen beter gevoel dan dat de goedheid van de Heer ons vergeeft. Er is geen beter gevoel dan vergeven te worden door de Schepper. Het mooiste in het leven is het gevoel van reinheid en gemoedsrust dat de eniggeboren Zoon van God aan ons geeft. Tevens de periode van de Grote Vastentijd die door de kerkvaders ingevoerd is, berouw, belijdenis, vergeving van zonden en het Heilig Sacrament. Onverschillig staan tegenover de door God gegeven gelegenheden om met God verzoend te worden, betekent onverschillig staan tegenover de redding van iemands eigen leven/ziel. Berouw geeft zuiverheid en genezing aan ons ziel, hart en geest. Helaas zien mensen gelijkenis bij het lezen van deze gelijkenis van de verloren zoon dat er bij sommigen de wens bestaat om in de 21e eeuw God volledig te verwerpen en geloven dat een beschaafde samenleving gebaseerd op de wetten van vrijheid, gelijkheid en gerechtigheid zonder God en zonder de Bijbel kan worden opgebouwd. Ze geloven dat geluk mogelijk is zonder het christelijk geloof. Ondertussen vergissen ze zich ernstig. Leven zonder zelf onderzoek te doen, volgens de oude of nieuwe wetten van de wereld, niet jezelf onderzoeken volgens de geboden van God, het leven verspillen door alle wereldse geneugten te willen benutten. Of het tegenovergestelde: leven in ellende en armoede en tijdens ziekte niet aan God om hulp vragen. Al deze gevallen zijn verspilling van de dagen van het leven. Iedereen kiest zijn eigen manier, hoe zijn eigen leven te leiden, in of buiten het rijk van het huis van God. God, onze Vader, die ons zoveel liefhad dat Hij Zijn Zoon voor onze redding offerde. En wat wil God in ons zien: een betreurend hart, een berouwvol ziel. De profetie van Jesaja Khorhurd 17
Page 18
zegt dat God de mens niet voor vernietiging heeft gemaakt, maar de mens moet het leven zelf kiezen, hij moet gewoon vertrouwen en geloof hebben in God, want de Heer zegt: “Ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid” (Johannes 10:10). Evangelie: Lucas 15:1-32 De zorg om wat verloren is 151 buren bijeen en zegt: “Deel in mijn vreugde, want ik heb de drachme gevonden die ik kwijt was.” 10 Zo, zeg ik u, heerst er ook vreugde onder de engelen van God over één zondaar die tot inkeer komt.’ 11Vervolgens zei hij: ‘Iemand had twee zonen. 12De jongste van hen zei tegen zijn vader: Alle tollenaars en zondaars kwamen hem opzoeken om naar hem te luisteren. 2 Maar zowel de farizeeën als de schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen.’ 3 vertelde hun toen deze gelijkenis: 4 Jezus ‘Als iemand van u honderd schapen heeft waarvan er één verloren is geraakt, laat hij dan niet de negenennegentig andere in de woestijn achter om naar het verdwaalde dier op zoek te gaan tot hij het gevonden heeft? 5 het gevonden heeft, legt hij het vol vreugde op zijn schouders 6 het schaap gevonden dat verdwaald was.” 7 “Vader, geef mij het deel van uw bezit waarop ik recht heb.” De vader verdeelde zijn vermogen onder hen. 13 leven leidde en zijn vermogen verkwistte. 14 Na enkele dagen verzilverde de jongste zoon zijn bezit en reisde af naar een ver land, waar hij een losbandig Toen hij alles had uitgegeven, werd dat land getroffen door een zware hongersnood, en begon hij gebrek te lijden. 15 En als hij en gaat hij naar huis. Daar roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tegen hen: “Deel in mijn vreugde, want ik heb Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben. En als een vrouw tien drachmen heeft en er één verliest, steekt ze toch de lamp aan, veegt het hele huis schoon en zoekt ze alles af tot ze het muntstuk gevonden heeft? 9 En als ze het gevonden heeft, roept ze haar vriendinnen en 18 Khorhurd 8 Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem. 21 “Vader,” zei zijn zoon tegen hem, “ik heb gezondigd Hij vroeg om werk bij een van de inwoners van dat land, die hem op het veld zijn varkens liet hoeden. 16 Hij had graag zijn maag willen vullen met de peulen die de varkens te eten kregen, maar niemand gaf ze hem. 17 Toen kwam hij tot zichzelf en dacht: De dagloners van mijn vader hebben eten in overvloed, en ik kom hier om van de honger. 18 Ik zal naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: “Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, 19 ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden; behandel mij als een van uw dagloners.” 20 ging op weg naar zijn vader. Hij vertrok meteen en tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden.” 22 Maar de vader zei tegen zijn knechten: “Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen. 23 kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren, 24 heeft het gemeste kalf geslacht omdat hij hem gezond en wel heeft teruggekregen.” 28 Hij werd woedend en wilde niet naar binnen gaan, maar zijn vader kwam naar buiten en trachtte hem te bedaren. 29 Hij zei tegen zijn vader: Breng het gemeste want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.” En ze begonnen feest te vieren. De oudste zoon was op het veld. Toen hij naar huis ging en al dichtbij was, hoorde hij muziek en gedans. 26 25 Hij riep een van de knechten bij zich en vroeg wat dat te betekenen had. 27 De knecht zei tegen hem: “Uw broer is thuisgekomen, en uw vader “Al jarenlang werk ik voor u en nooit ben ik u ongehoorzaam geweest als u mij iets opdroeg, en u hebt mij zelfs nooit een geitenbokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren. 30 Maar nu die zoon van u is thuisgekomen die uw vermogen heeft verkwanseld aan de hoeren, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht.” 31 Zijn vader zei tegen hem: “Mijn jongen, jij bent altijd bij me, en alles wat van mij is, is van jou. 32 Maar we konden toch niet anders dan feestvieren en blij zijn, want je broer was dood en is weer tot leven gekomen. Hij was verloren en is teruggevonden.”’ Khorhurd 19
Page 20

Khorhurd Januari 2021


Page 0
Page 2
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd December 2020


Page 0
Page 2
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16

Khorhurd November 2020


Page 0
Page 2
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd Oktober 2020


Page 4
Vr aag en antwoord Deze vraag heeft elk gelovige wel eens gehad: ‘Ben ik het wel waard om de Heilige Communie in te nemen? Heb ik niet te veel zonden begaan de afgelopen tijd? Ik ben toch niet waardig genoeg om het Lichaam en Bloed van Christus in te nemen terwijl ik elke dag, steeds maar weer dezelfde zonden bega. Wanneer er op deze manier nagedacht wordt, zou geen enkel mens op deze wereld heilig genoeg zijn om het Lichaam en Bloed van Christus in te nemen. Dit komt doordat elk persoon elke dag zonden begaat. Christus is namelijk gekomen voor de zieken en zondaars, niet voor de ‘gezonde’ mensen. Dit is te lezen in Marcus 2:15-17: Op een keer was hij bij Levi thuis uitgenodigd voor een maaltijd, samen met zijn leerlingen en een groot aantal tollenaars en zondaars, want velen van hen volgden hem. Toen de farizese Schriftgeleerden zagen dat hij samen met zondaars en tollenaars at, zeiden ze tegen zijn leerlingen: ‘Eet hij met tollenaars en zondaars?’ Jezus hoorde dit en zei tegen hen: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel; ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.’ Ook in Mattheüs 9:13 lezen wij een gelijke zin: ‘’Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.’’ ‘Oké, dus ik mag nu gewoon, wanneer ik wil Heilige Communie innemen?’ Nee, er zijn een aantal punten die belangrijk zijn om te doen voordat je de Heilige Communie mag innemen: 1. Gedoopt zijn. De eerste stap op Heilige 4 Khorhurd Heb ik te veel gezondigd om de Heilige Communie in te nemen? Communie in te mogen nemen, is gedoopt zijn. De sacramenten, waaronder de Heilige Communie, zijn er om het Christelijk leven op een goede manier voort te zetten. Zonder dat je gedoopt bent, ben je geen Christen. Dit is te lezen in Mattheüs 28:19 Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest. Door gedoopt te worden, worden wij leerlingen van de Heer en kunnen wij Hem goed volgen. 2. Weten en geloven wat de Heilige Communie is. Ten tweede is het van belang dat degene die de Heilige Communie inneemt, weet dat het brood en wijn dat wordt geserveerd aan de mensen daadwerkelijk het Lichaam en Bloed van Christus is. Dit moeten zij weten, maar ook in geloven. 3. Geestelijk en lichamelijk voorbereiden om de Heilige Communie in te nemen. Hetgeen dat de mensen innemen is het Lichaam en Bloed van de Heer. Hiervoor is voorbereiding nodig. Deze voorbereiding is een van de redenen waardoor de dienst in de kerk niet een paar minuten is gedaan. De mensen in de kerk worden voorbereid door de Heilige Hymnen en gebeden. De mensen bidden zelf ook om zich voor te bereiden op het innemen van de Heilige Communie. Over het lichamelijk voorbereiden wordt later in dit stuk verteld. 4. Geen ruzie hebben en iedereen hebben vergeven. Vroeger offerden mensen dieren om hun zonden te laten vergeven. Christus kwam op aarde om onze zonden te vergeven. Dit deed hij door aan de hand van laatste offer te zijn door gekruisigd te worden. Christenen offeren geen dieren meer, maar nemen het Lichaam en Bloed van Christus als ons laatste offer. Zo wordt in Mattheüs 5:23-26 het volgende besproken over de deze offer: Wanneer je dus je offergave naar het altaar brengt en je je daar herinnert dat je broeder of zuster je iets verwijt, laat je gave dan bij het altaar achter; ga je eerst met die ander verzoenen en kom daarna je offer brengen. Leg een geschil snel bij, terwijl je nog met je tegenstander onderweg bent, anders levert hij je uit aan de rechter, draagt de rechter je over aan de gerechtsdienaar en word je gevangengezet. Ik verzeker je: dan kom je niet vrij voor je ook de laatste cent betaald hebt (Mattheüs 5:23-26). Uit dit stuk volgt dus dat jij je ruzies bijgelegd moet hebben en mensen hebben vergeven om de Heilige Communie te kunnen nemen. 5. Vergeving vragen van de zonden die zijn begaan. Dit hoort bij het geestelijk voorbereiden. Wanneer een persoon graag de Heilige Communie wil innemen, moet diegene vergeving vragen van de zonden die zijn begaan. Dit kan gedaan worden op twee manieren. De meest voorkomende manier is het zogenaamde groepsbiechten. In de kerk vlak voordat de Heilige Communie wordt uitgedeeld is de diaken geknield voor het altaar en de priester. De diaken zegt op dat moment algemene zonden die elk persoon zou hebben kunnen begaan en eindigt met ‘Megha Asdoetzo/Մեղա Աստուծոյ’ wat betekent ‘Ik heb gezondigd tegen God’. Hierna zegt de priester: ‘Asdvadz toghutyun shnorhestse/Աստուած թողութիւն շնորհեսցէ wat betekent: ‘Moge God u vergiffenis schenken. De gave van het ontslaan van de zonden die de priester heeft gekregen van de kerk komt vanuit Christus die het volgende tegen de apostelen zei: ‘al wat jullie op aarde bindend verklaren zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat jullie op aarde ontbinden zal ook in de hemel ontbonden zijn.’ (Mattheüs 18:18) Hiermee ontslaat de priester de gelovigen in de kerk van hun zonden zodat zij de Heilige Communie kunnen innemen. Hierbij moet er geen verwarring ontstaan dat de priester de zonden vergeeft. Dit kan alleen God namelijk. Een tweede optie is dat de gelovige een persoonlijke biecht doet bij de priester. 6. Ervoor niets eten. Dit is een regel dat door de kerk is gegeven om de gelovigen lichamelijk op het Lichaam en Bloed van Christus voor te bereiden. Het is van belang om te weten dat dit niet geldt voor zieken en personen die in de ochtend moeten eten. Dus bega je te veel zonden om de Heilige Communie in te nemen? Nee, dat zeker niet. Christus is gekomen om de zieken beter te maken. De zonde is een ziekte van de mens. Om ons beter te maken nemen wij het Lichaam en Bloed van Christus. Om ons hierop voor te bereiden volgen wij de vijf stappen die eerder zijn beschreven, dan kan elk gelovige elke zondag de Heilige Communie innemen. Khorhurd 5
Page 6
Preek 4 oktober 2020 “Wees eesngezind, leef in vrede. En de God van de liefde en vrede zal met u zijn.” – 2 Korintiërs 13:11 Deze regels tonen aan met welk principe onze relaties moeten zijn, met de wet van liefde. Deze woorden sporen ons aan om ons te verzoenen met onze broeders en zusters, want ongeacht of ze de waarde van liefde, begrip, verzoening, solidariteit en vrede beseffen of niet, wij als christenen zijn verantwoording verschuldigd aan God. Er bestaat geen exceptionele, zelfrechtvaardigende christendom. Iemand kan niet het christendom aanpassen naar zijn eigen wil en zich vervolgens een volger van Christus noemen. Iemand mag niet een gebod ergens houden en ergens anders niet houden. De menselijke ziel moet volledig opgaan in het christelijk geloof. Het christelijk geloof moet ons iedere dag veranderen. Iedere dag moeten onze contacten en relaties worden verbeterd. Onze houding moet worden vermengd met liefde. Onze dagelijkse gesprekken moeten worden gezuiverd van roddels en oordelen. God zaait vrede in onze ziel en wacht tot die zaden ontkiemen. Scheiding, rebellie, wreedheid en onvergevingsgezindheid, ongehoorzaamheid, trots, jaloezie en woede zijn zonden die alleen voortkomen uit het kwaad. Het is heel gemakkelijk en eenvoudig om een vreemdeling iets te doneren en te vertrekken, maar het is erg moeilijk om met kennissen en familieleden vreedzaam, harmonieus en tolerant te zijn, compromissen te sluiten en vergevingsgezind te zijn, maar in het leven als christen is het essentieel en belangrijk. Dus laten we heilige Paulus volgen en zijn aansporingen en toewensingen vervullen. “Ten slotte, broeders, verblijd u, laat u terechtbrengen, laat u aansporen, wees eensgezind, leef in vrede. En de God van de liefde en de vrede zal met u zijn. Groet elkaar met een heilige kus. Al de heiligen groeten u. de genade van de Heere Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen. Amen.” (2 Korintiërs 13:11-13). Evangelie: Marcus 11:27-33 Confrontatie met hogepriesters, schriftgeleerden en oudsten 27 Ze kwamen weer in Jeruzalem aan. Toen Jezus zich in de tempel ophield, kwamen de hogepriesters, de schriftgeleerden en 6 Khorhurd de oudsten van het volk naar hem toe 28 en vroegen hem: ‘Op grond van welke bevoegdheid doet u die dingen? Wie heeft u het recht gegeven om zo te handelen?’ 29 Jezus antwoordde: ‘Ik zal u een vraag stellen; als u me daarop antwoord geeft, zal ik u zeggen op grond van welke bevoegdheid ik zo handel. 30 Doopte Johannes in opdracht van de hemel of in opdracht van mensen? Antwoord mij.’ 31 Ze overlegden met elkaar en zeiden: ‘Als we zeggen: “Van de hemel,” zal hij zeggen: “Waarom hebt u hem dan niet geloofd?” 32 Maar als we zeggen: “Van mensen,” wat dan?’ Ze waren namelijk bang voor de menigte, want iedereen hield Johannes voor een echte profeet. 33 Dus zeiden ze tegen Jezus: ‘We weten het niet.’ En Jezus zei tegen hen: ‘Dan zeg ik ook niet op grond van welke bevoegdheid ik die dingen doe.’ Khorhurd 7
Page 8
Preek 11 oktober 2020 “Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer in de offerkist gedaan dan alle anderen die er geld in hebben gegooid.” – Marcus 12:43 Het evangelie van de dag vertelt ons dat de Heer Jezus Christus, vlak voor de Pesach, in de tempel onderwees en de mensen waarschuwde voor de hypocrisie en wetteloosheid van de Schriftgeleerden. Aangezien één van de belangrijkste Joodse feestdagen naderde, kwamen vele pelgrims uit het hele land naar Jeruzalem, De tempel van Jeruzalem was in die dagen vol pelgrims. Elk van hen beschouwden het als hun heilige plicht om als dank aan God een gift aan de tempel te doen - aan het heilige werk waartoe de tempel en zijn bedienden waren geroepen. En zoals de apostel Marcus zegt: “Hij (Christus) ging tegenover de offerkist zitten en keek hoe de mensen er geld in wierpen. Veel rijken gooiden veel geld in de kist. Er kwam ook een arme weduwe, die er twee muntjes in gooide, ter waarde van niet meer dan een quadrans (de munt met de minste waarde). Hij riep Zijn leerlingen bij Zich en zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer in de offerkist gedaan dan alle anderen die er geld in hebben gegooid; want die hebben gegeven van hun overvloed, maar zij heeft van haar armoede alles gegeven wat ze had, haar hele levensonderhoud.” (Marcus 12: 41-44) De Heer Jezus Christus zag het gehele innerlijk van de arme weduwe. Niet in degenen die veel geld gooiden in de offerkist maar deze vrouw, die ter waarde van één brood schonk, vond Hij Zijn goddelijke vreugde. Weduwen worden in de Bijbel vaak met wezen genoemd en dat is niet toevallig. In de psalmen wordt God de “Vader van wezen en Rechter van de weduwen” (psalm 67:7) genoemd. In het boek Job lezen we dat Job de wezen altijd hielp (zie Job 29:12; 31:17) en de weduwen ondersteunde (zie Job 31:16). In de profetie van Jesaja beveelt God om rechtvaardig te zijn jegens de wees en de weduwe het recht te geven (Jesaja 1:17). De apostel Jakobus zegt: “Voor God, de Vader, is alleen dit reine zuivere godsdienst: weduwen en wezen bijstaan in hun nood, en je in acht nemen voor de wereld en onberispelijk blijven.” (Jakobus 1:27). Wezen en weduwen zijn nog steeds één van de meest kwetsbare groepen maar in die tijd waren ze nog kwetsbaarden. Degenen die hun vader of echtgenoot, als hoofd van het gezin, verloren, kwamen in een zeer moeilijke situatie terecht. Er waren geen banen voor vrouwen, 8 Khorhurd noch ontvingen ze pensioenen of uitkeringen. Dus wat overbleef was vertrouwen op de genade van familieleden of op straat smeken voor genade. Gewoonlijk bedroeg hun dagelijkse inkomen niet meer dan twee muntjes, waarmee ze maar één brood of een paar vruchten konden kopen. Dus toen Christus zag dat de weduwe twee muntjes schonk aan de tempel, begreep de Heer dat deze zielige vrouw haar inkomen van de gehele dag schonk. Hij zag dat zij bereid was om de Pesach in honger door te brengen. Degenen die veel geld aan de tempel schonken riskeerden hun bestaan niet, wat ze hadden geschonken was niet veel vergeleken met wat ze hadden. Maar de schenking van de arme weduwe was alles wat zij had. Het was deze onzelfzuchtige toewijding, onwankelbaar geloof en oneindig vertrouwen in God dat Christus in de weduwe zag, haar waardeerde en haar boven de duizenden mensen in de tempel plaatste. Augustinus van Hippo (354-430) heeft gezegd: “Wat is machtiger broeders, dan dat Zacheüs het Koninkrijk van de hemel verkrijgt door de helft van zijn bezittingen, maar de weduwe ook met maar twee muntjes, en dat beiden een gelijk deel hebben daar? (Zie Lukas 19:1-10). Wat is groter dan dat hetzelfde Koninkrijk voor de rijke man schatten waard is, en een glad koud water voor de arme? (Zie Mattheüs 10:42). De Almachtige God, de Heer van hemel en aarde, heeft uiteraard geen ander geschenk dan onze nederige harten nodig. Maar wij beseffen welke onschatbare geschenken God ons, onwaardigen, schenkt, en vanuit onze natuurlijke reactie willen wij zelf ook iets schenken aan onze genadevolle en barmhartige Vader. Sommigen doen dit door te doneren om het huis van God te verbeteren en te onderhouden, anderen door te helpen in de sociale programma’s van de kerk. Sommigen schenken hun fysieke of mentale krachten, anderen hun tijd, talenten en gaven. En sommigen doen, voor de liefde van God, hetgeen wat bijna onmogelijk is, door nederigheid, schenken ze hun tranen van berouw aan de Allerhoogste en wijzen hun passies en verslavingen af. Net zoals God Zijn eniggeboren Zoon zond voor onze verlossing, laat ook zo onze schenkingen grenzeloos en zonder restant zijn. Moge de Heer, door het zien van onze inspanningen en ijver, ons geloof vergroten, en zo dicht mogelijk bij het geloof van de arme weduwe brengen, zodat ook wij in het Koninkrijk van de hemel Gods lof waardig mogen worden. Amen. Evangelie: Marcus 12:35-44 Onderricht in de tempel 35 Jezus vroeg de mensen bij zijn onderricht in de tempel: ‘Hoe kunnen de schriftgeleerden beweren dat de Messias een zoon van David is? 36 Zelf heeft David, geïnspireerd door de heilige Geest, gezegd: “De Heer sprak tot mijn Heer: Khorhurd 9
Page 10
‘Neem plaats aan mijn rechterhand, tot ik je vijanden onder je voeten heb gelegd.’” 37 David noemt hem Heer, hoe kan hij dan zijn zoon zijn?’ De talrijke aanwezigen luisterden graag naar hem. Tijdens zijn onderricht zei hij: ‘Pas op voor de schriftgeleerden die zo graag in dure gewaden rondlopen en eerbiedig begroet willen worden op het marktplein, 39 38 in de synagogen en bij feestmaaltijden: 40 en een ereplaats willen ze verslinden de huizen van de weduwen en zeggen voor de schijn lange gebeden op. Over hen zal strenger worden geoordeeld dan over anderen!’ Hij ging tegenover de offerkist zitten en keek hoe de mensen er geld in wierpen. 41 Veel rijken gooiden veel geld in de kist. 42 Er kwam ook een arme weduwe, die er twee muntjes in gooide, ter waarde van niet meer dan een quadrans. 43 Hij riep zijn leerlingen bij zich en zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer in de offerkist gedaan dan alle anderen die er geld in hebben gegooid; 44 want die hebben gegeven van hun overvloed, maar zij heeft van haar armoede alles gegeven wat ze had, haar hele levensonderhoud.’ 10 Khorhurd Preek 18 oktober 2020 “Laat alle dingen op een gepaste wijze en in goede orde gebeuren.” – 1 Korintiërs 14:40 God schiep het universum met orde. Orde en harmonie zijn de basis van Zijn creatie. Alles is geordend: in de hemel en op aarde, in de zee of op het land. De menselijke ziel, het verstand en het lichaam zijn in harmonie. Alles in het universum is in harmonie, dus het kan niet vanuit zichzelf zijn ontstaan. God schiep niet alleen de wereld en het universum op orde, schonk mensen niet alleen vele gaven en verschillende talenten, maar legde de mens ook het gebod op om volgens die orde te leven. Als er geen orde is in het persoonlijke leven, in de maatschappij en binnen relaties, zal er chaos ontstaan. Niet alleen wordt alles op zijn plaats gecreëerd met een missie, maar alles in het menselijk leven komt in een bepaalde orde en tijd. Zoals in het boek Prediker wordt vermeld: “Voor alles is er een vastgestelde tijd, en er is een tijd voor elk voornemen onder de hemel. Er is een tijd om geboren te worden en een tijd om te sterven; een tijd om te planten en een tijd om het geplante uit te trekken; een tijd om te doden en een tijd om te genezen, een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen; een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd om rouw te bedrijven en een tijd om te huppelen; een tij d om stenen weg te werpen en een tijd om stenen te verzamelen, een tijd om te omhelzen en een tijd om zich ver te houden van omhelzen; een tijd om te zoeken en een tijd om verloren te laten gaan; een tijd om te bewaren en een tijd om weg te werpen; een tijd om stuk te scheuren en een tijd om dicht te naaien, een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken; een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten, een tijd van oorlog en een tijd van vrede.” (Prediker 3:1-8). Alle boeken van de Bijbel tonen de weg van de menselijke redding, ze zijn gericht op het organiseren van de juiste, onfeilbare loop van het menselijk leven. Daarom moet een bewuste christen georganiseerd zijn, zich bewust van zijn plaats in dit leven, duidelijk bewust van zijn missie. In zijn eerste psalm zegt koning David: “Gelukkig is de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit, maar vreugde vindt in de wet van de Heer en zich verdiept in Zijn wet, dag en nacht. Hij zal zijn als een boom, geplant aan stromend water. Op tijd draagt hij vrucht zijn bladeren verdorren niet. Alles wat hij doet komt tot bloei” (Psalm 1:1-3). Zich houden aan geboden schept niet alleen orde in iemands leven, het brengt hem zegeningen en brengt de daden tot stand die hij initieert. Gods geboden zijn er om orde in het menselijk leven te brengen. Die regelmaat en geordendheid brengen gaven. Daarom is de gehoorzaamheid die God de mens gebiedt, Khorhurd 11
Page 12
voor de redding van de mens, en tegelijkertijd draagt het bij aan het voorzien in geluk in het gezin, evenals aan de juiste opbouw en instandhouding van sociale relaties. Hoewel de harmonie van het universum werd verbroken door de menselijke zonde, kwam onze Heer, onze Verlosser, Jezus Christus, om die harmonie te herstellen door Zijn offer. De geboden die zonden en misdaden verbieden (afwijzende), evenals de geboden om het juiste te doen (verplichtende), zijn de noodzakelijke factoren voor wereldorde, gerechtigheid, de bevestiging van de waarheid, vrede en geluk in het menselijk leven. Laten we daarom de orde, vrede en rust van ons eigen leven herstellen door ons te houden aan deze Bijbelse geboden. Gehoorzaamheid aan de geboden van de Heer draagt bij aan onze genezing, onze lichamelijke en geestelijke gezondheid en de harmonie van lichaam en ziel. Evangelie: Lucas 4:14-23 Optreden van Jezus in Nazaret 14 Jezus keerde, gesterkt door de Geest, terug naar Galilea. Het nieuws over hem verspreidde zich in de hele streek. 15 synagogen en werd door allen geprezen. 16 want hij heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven, 19 20 om een genadejaar van de Heer uit te roepen.’ Hij rolde de boekrol op, gaf hem terug aan de dienaar en ging weer zitten; de ogen van alle aanwezigen in de synagoge waren op hem gericht. 21 Hij zei tegen hen: ‘Vandaag hebben jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan.’ 22 Allen betuigden hem hun bijval en verwonderden zich over de genaderijke woorden die uit zijn mond vloeiden, en ze zeiden: ‘Dat is toch de zoon van Jozef?’ 23 En hij zei tegen hen: ‘Ongetwijfeld zullen jullie me dit gezegde voorhouden: Geneesheer, genees uzelf. Doe alles waarvan wij gehoord hebben dat het in Kafarnaüm gebeurd is, ook hier in uw vaderstad.’ Hij gaf onderricht in de Hij kwam ook in Nazaret, waar hij was opgegroeid, en volgens zijn gewoonte ging hij op sabbat naar de synagoge. Toen hij opstond om voor te lezen, 17 werd hem de boekrol van de profeet Jesaja overhandigd, en hij rolde hem af tot de plaats waar geschreven staat: 18 12 Khorhurd ‘De Geest van de Heer rust op mij, Preek 25 oktober 2020 “Uw wonderbaarlijkeenmachtige Kruis, Christus, is op aarde verrezen als een scepter van macht; volkerenlaten wij aanbidden.” – Hymne voor de vinding van het Kruis Vandaag viert de Armeense Apostolische Heilige Kerk het feest van het vinden van het Kruis. Deze feestdag werd in de kerkkalender vastgelegd ter ere van de wonderbaarlijke gebeurtenis die plaatsvond in de vierde eeuw, toen de vervolging van christenen in het Romeinse rijk eindelijk eindigde en hun vrije religie werd verleend. In die dagen werd door de inspanningen van de vrome koningin Helena het Kruis van Christus, dat eeuwenlang verloren was gegaan, weer opgeheven, zodat de gelovigen het konden aanbidden. De meest opmerkelijke gebeurtenis in dit verhaal is toen besloten werd welke van de drie naast elkaar geplaatste kruizen van de Heer was. Zoals de traditie ons vertelt, werd het onthuld toen de kruizen een voor een naar een overledene werden gebracht. De overledene verrees uit de dood toen het laatste kruis, het Kruis van de Heer, haar aanraakte. “Het kruis is het teken van onze redding.” Heilige Johannes Chrysostomus spreekt hier de onbetwistbare waarheid uit voor ons christenen. En als we dieper in deze gedachte duiken, zien we duidelijk dat voordat we ons tot God keerden, voordat we ons bekeerden en met Christus verenigd waren, we zelf geestelijk overledenen waren. Dat we alleen door de Verlosser en door aanraking met Zijn verlossende Kruis tot leven kwamen en hoop kregen op het eeuwige leven. Daarom is vandaag een persoonlijke feestdag voor elke christen. Ieder van ons viert vandaag zijn eigen opstanding met Christus en het teken van Zijn Heilige Kruis. Vandaag spreken we opnieuw over de kracht van de almachtige God, waarbij we Zijn teken van overwinning herdenken. We houden van het kruis met vrees en dankbaarheid wanneer we ons de rol en betekenis ervan in ons leven realiseren. We moeten altijd met grote dankbaarheid denken aan het grootste offer dat God voor ons heeft gebracht. De meest Rechtvaardige en de Volmaakte keerde er niet voor terug om naast de laagste dief gekruisigd te worden, zodat zelfs die dief de kans op redding zou hebben. De absoluut Onschuldige onderging nederig beledigingen en laster, onderging vernedering en onuitsprekelijk lijden, ondernam vrijwillig de dood aan het kruis, zodat ieder van ons zich aan dat reddende kruis kon vastklampen en de mogelijkheid zou hebben om omhoog te komen. 13
Page 14
De Mensgeworden God deed alles voor onze redding en nu is het onze beurt om te handelen. “Wie niet zijn kruis op zich neemt en mij volgt, is mij niet waard.” (Mattheus 10:38), zei Christus. De roeping van Christus om het kruis op ons te nemen betekent dat we de zonde moeten afwijzen, vrij te worden van zondes en ons ware zelf te vinden dat naar het beeld van God is geschapen. Het is niet gemakkelijk, maar God laat nooit iemand alleen. De mens zal nooit in staat zijn om het pad van het kruis te overwinnen, zonder de alles overwinnende Christus aan zijn zij. Hij Die licht is in duisternis, troost is voor rouwende harten, overvloed is tijden van armoede, genezing is voor zieken en verrijzenis is voor de ontslapenen. Daarom moeten wij, die horen dat we onze eigen kruis moeten opnemen en Christus volgen ons verheugen en verblijden, want ons wordt het enige middel tot verlossing aangeboden en de Almachtige God is onze ondersteuner en metgezel. We hebben niet alleen het goede nieuws van verlossing van de liefdevolle Vader ontvangen, maar ook de middelen en het gebaande pad. Gezegend zijn wij, gelukkig is iedereen die, met liefde en dankbaarheid jegens God, zonder te klagen, zonder wanhoop, de moeilijkheden van de wereld accepteert en zonder achterom te kijken, het pad van zijn eigen kruis met Christus bouwt. Moge het heilige kruis van de Heer Jezus Christus ons geloof levend houden, elke dag uitbreiden en versterken, zodat het gebed van lof aan het kruis altijd in ons hart zal klinken: “We knielen voor Uw alles overwinnende en eervolle Kruis, aanbidden U en vragen vergiffenis voor onze schulden, want hiermee werd de veroordeling van de mensheid afgeschaft. En geef nu, ter wille van Uw heilige goddelijke teken, hemelse vrede aan de hele wereld.” Amen. 14 Khorhurd Apostelen van Christus: Andreas De apostel Andreas was één van de twaalf apostelen van Christus. De eerste apostel die Jezus naar zich toe riep was Andreas. Hij was ook de eerste apostel die Jezus Messias noemde. Ook verwijst elk van de Evangeliën naar Andreas als de broer van Petrus. In het Evangelie van Johannes staat het volgende geschreven over de ontmoeting van Jezus en Andreas. “De volgende dag stond Johannes er weer met twee van zijn leerlingen. Toen hij Jezus voorbij zag komen, zei hij: ‘Daar is het lam van God.’ De twee leerlingen hoorden wat Hij zei en gingen met Jezus mee. Jezus draaide zich om, en toen Hij zag dat ze Hem volgden, zei Hij: ‘Wat zoeken jullie?’ ‘Rabbi,’ zeiden zij tegen Hem (dat is in onze taal ‘meester’), ‘waar logeert U?’ Hij zei: ‘Kom maar mee, dan zul je het zien.’ Ze gingen met Hem mee en zagen waar Hij onderdak had gevonden; het was ongeveer twee uur voor zonsondergang en ze bleven die dag bij Hem. Een van de twee die gehoord hadden wat Johannes zei en Jezus gevolgd waren, was Andreas, de broer van Simon Petrus. Vlak daarna kwam hij zijn broer Simon tegen, en hij zei tegen hem: ‘Wij hebben de Messias gevonden’ (dat is Christus, ‘gezalfde’), en hij nam hem mee naar Jezus. Jezus keek hem aan en zei: ‘Jij bent Simon, de zoon van Johannes, maar voortaan zul je Kefas heten’ (dat is Petrus, ‘rots’).” (Johannes 35-42). De apostel Andreas heeft vele reizen gemaakt voor het verspreiden van het Heilige Evangelie. Volgens verslagen waren een aantal van die reizen naar Achaea, gebieden rond de Zwarte Zee en Scythië. Volgens traditie stierf Andreas rond 60 na Christus door kruisiging in de Griekse stad Patras. Volgens de Handelingen van Andreas prees Andreas het kruis als een symbool van de prachtige verlossing van Christus. Een stuk hiervan is het volgende: “Neem mij, draag mij ver weg van de mensen, en geef mij terug aan mijn Leraar, zodat, door jou, degene die mij door jou verlost heeft, mij mag ontvangen. Khorhurd 15

Khorhurd September 2020


Page 0
Page 2
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16

Khorhurd Augustus 2020


Page 4
Preek 2 augustus 2020 “Geniet van het leven met de vrouw die u liefhebt, al de dagen van uw vluchtige leven die Hij u gegeven heeft onder de zon, al uw vluchtige dagen. Want dit is uw deel in het leven en bij uw zwoegen waarmee u zwoegt onder de zon.” – Prediker 9:9 In het evangelie van de dag spreekt de Heer Jezus Christus over thema’s die belangrijk zijn voor ieder persoon: het huwelijk en de echtscheiding. De evangelist Marcus zegt dat de Farizeeën Christus benaderden, terwijl Christus de mensen onderwees, en probeerden Hem te misleiden met hun bedrog. Ze vroegen of het geoorloofd was dat een man van zijn vrouw scheidde, wetende dat de Mozaïsche wet scheiden mogelijk maakte. ‘Maar al bij het begin van de schepping heeft God de mens mannelijk en vrouwelijk gemaakt; daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één worden, ze zijn dan niet langer twee, maar één. Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden’ (Marcus 10: 6-9). Vervolgens spraak Hij zee strikt over de echtscheiding. Zelfs de discipelen vonden de woorden van Christus strikt en moeilijk te vervullen, want zoals de evangelist Mattheüs ons vertelt, zeiden ze toen ze apart waren met de Heer: ‘Als het met de verhouding tussen man en vrouw zo gesteld is, kun je maar beter niet trouwen.’ (Mattheüs 19:10). In het boek Genesis wordt de schepping van Eva als volgt beschreven: ‘Toen liet God, de Heer, de mens in een diepe slaap vallen, en terwijl de mens sliep nam Hij een van zijn ribben weg; Hij vulde die plaats weer met vlees. Uit de rib die Hij bij de mens had weggenomen, bouwde God, de Heer, 4 Khorhurd een vrouw en bracht haar bij de mens. Toen riep de mens uit: ‘Eindelijk een gelijk aan mij, mijn eigen gebeente, mijn eigen vlees, een die zal heten: vrouw, een uit een man gebouwd’’ (Genesis 2: 21-23). Diep en verbazingwekkend mysterieus. De Heer van wijsheid schiep de vrouw niet uit aarde zoals Adam, maar schiep haar speciaal uit zijn rib, waardoor Hij een sterke gelijkenis schiep tussen de twee afzonderlijke schepselen en hen met een natuurlijke en onlosmakelijke band verenigde. De vereniging van twee afzonderlijke zielen, geboren en getogen in twee verschillende families maar toch zo vergelijkbaar en op elkaar lijkend, is het heilige sacrament dat God al in de hemel heeft gevestigd. Volgens het scheppingsplan van de Heer moesten mensen met deze vereniging leven in de harmonie en zaligheid van het Hof van Eden. Deze vereniging en band moest natuurlijk zo zoet en onvervangbaar zijn dat zelfs de gedachte van scheiden niet moest ontstaan. Echter als we kijken naar de nieuwe uitdagingen van de moderne wereld, waarin onze normen en waarden dagelijks worden ontwaard, zien we dat het steeds moeilijker wordt om de woorden van onze Heer toe te passen. Om het huwelijk succesvol te volbrengen en in de loop van tijd niet te laten mislukken is het erg belangrijk om bewust te zijn op welke basis het is gebouwd. Tijdens het sacrament van het huwelijk krijgt het echtpaar Gods zegening maar dit alleen is niet voldoende voor een onomstotelijke huwelijk. Tijdens het sacrament van het huwelijk wordt verondersteld dat het echtpaar geloof heeft tot God, dat zij hun leven zullen vormen naar Gods heilige Wil en volgens Zijn geboden en Zijn hulp zullen vragen in alle omstandigheden. We moeten nederig de heilige Wil van de Schepper accepteren en het pad volgen dat Hij aangeeft. Hierdoor ontstaat er de wil om je op te offeren voor je partner, hem of haar te vergeven en geduldig te zijn naar elkaar. Door gehoorzaam te zijn aan de Wil van God sticht het echtpaar een sterk fundament voor hun nieuwe gezin. Gehoorzaamheid aan Gods Wil betekent volkomen vertrouwen hebben in God en zij hun gezin stichten onder de hoede van God. Dat iedere moeilijkheid dat zich mag voordoen in hun leven te overwinnen is met Gods hulp en kracht. Net zo wordt iedere blijdschap binnen dat gezin volmaakt door Gods zegening. Heer Jezus Christus verrichte Zijn eerste wonder in Kana tijdens een bruiloft. Dit verhaal wordt verteld in het evangelie van Johannes 2:1-10. Tijdens deze bruiloft raakt het wijn op. Jezus luistert naar Zijn moeders verzoek en verandert het water in wijn. Op mysterieuze wijze is de bruiloft in Kana het gezinsleven van ons allemaal. Hier kan de gezinsvreugde, de ‘wijn,’ opraken. De aanwezigheid van Jezus op de bruiloft betekende aanwezigheid van Jezus in het leven van het echtpaar. Wanneer een pas gevormd gezin vanwege hun geloof Gods aanwezigheid in hun huis voelt, betekent dit dat ze zich op elk moment kunnen wenden tot Gods almachtige kracht. Net zoals het echtpaar op de bruiloft van Kana dit deed en de wijn, ofwel de vreugde, nooit tekort kwam en volmaakt werd. Evangelie: Mattheüs 19:2-12 3 Toen kwamen er farizeeën op hem af om hem op de proef te stellen. Ze vroegen: ‘Mag een man zijn vrouw om willekeurig welke reden verstoten?’ 4 Hij zei: ‘Hebt u niet gelezen dat de schepper de mens bij het begin mannelijk en vrouwelijk heeft gemaakt?’ 5 aan zijn vrouw, en die twee zullen één worden; 6 ze zijn dan niet langer twee, maar één. Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.’ 7 Toen vroegen ze hem: ‘Waarom heeft Mozes dan voorgeschreven haar een scheidingsbrief te geven en haar zo te verstoten?’ 8 Hij antwoordde: ‘Omdat u harteloos en koppig bent, daarom heeft Mozes u toegestaan uw vrouw te verstoten. Maar dat is niet vanaf het begin zo geweest. 9 Ik zeg u: wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel, tenzij er sprake was van een ongeoorloofde verbintenis.’ Hierop zeiden zijn leerlingen: ‘Als het met de verhouding tussen man en vrouw zo gesteld is, kun je maar beter niet trouwen.’ 11 10 Hij zei tegen hen: ‘Niet iedereen kan deze kwestie begrijpen, alleen degenen aan wie het gegeven is: 12 er zijn mannen die niet trouwen omdat ze onvruchtbaar geboren werden, andere omdat ze door mensen onvruchtbaar gemaakt zijn, en er zijn mannen die niet trouwen omdat ze zichzelf onvruchtbaar gemaakt hebben met het oog op het koninkrijk van de hemel. Laat wie bij machte is dit te begrijpen het begrijpen!’ Khorhurd 5 En hij vervolgde: ‘Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten
Page 6
Preek 9 augustus 2020 ‘Vriend, uw zonden worden u vergeven.’ ‘Ik zeg u, sta op, pak uw bed en ga naar huis.’ – Marcus 2:5 en 11 De evangelist Marcus vertelt ons over een wonderbaarlijke genezing van de Heer. Toen Jezus terugkeerde naar Kafarnaüm, brak er een grote commotie uit in de stad. Sommigen volgden Hem om Gods woord te horen, anderen om genezen te worden en weer anderen om te bespioneren. Jezus stond in het midden van het huis en sprak de mensen toe die zich om Hem heen hadden verzameld. Er was een grote massa aan mensen, de in- en uitgangen van het huis waren afgesloten. Veel van de zieken die naar Jezus waren gekomen om te genezen, waren wanhopig omdat ze geen toegang kregen tot Hem. Onder die zieken is een verlamde man, die door zijn familie op een bed is gebracht. Ze wilden hem naar binnen brengen, maar kregen die kans niet. Dus ze besloten om het bed met de verlamde met een touw vast te binden, en door het dak naar binnen te laten glijden en hem vlak voor Jezus neer te zetten. Jezus ziet het geloof van deze vier mannen en wendt Zich tot de verlamde en zegt: ‘Zoon, uw zonden zijn u vergeven.’ Even later voegt Hij eraan toe: ‘Sta op, neem uw ligmat op en ga naar uw huis.’ Lijden, pijn, fysieke en mentale minderwaardigheid leidden tot verlies van geluk bij de verlamde. Daarom was er geen twijfel dat deze verlamming niet kon worden genezen totdat 6 Khorhurd hij ervan overtuigd was dat de oorzaak van zijn handicap, dat wil zeggen zijn zondes, niet verwijderd waren. Een moment in de aanwezigheid van de Heer en de stem van de redding wordt hoorbaar. ‘Vriend, uw zonden worden u vergeven.’ ‘sta op, pak uw bed en ga naar huis.’ Het lichaam van de verlamde man zou niet in perfecte staat zijn als Christus zijn innerlijke wereld niet zou herstellen. Net zoals het aardse lichaam van de mens niet zou leven als God ons niet van een ziel zou voorzien. Terugkeer naar de oorspronkelijke staat van menselijke onschuld en perfectie. Dit was het uitgangspunt van de genezing. Maar hoe, en met wiens hulp? Jezus zag hun geloof. De mensen die het bed vervoerden waren overtuigd dat Christus, als Gods barmhartige vertegenwoordiger, de verlamde man kon genezen. Anders hadden ze niet door zulke dergelijke moeilijkheden geprobeerd om de verlamde man te vervoeren. Vandaag, tweeduizend jaar later, brengt het Evangelie dezelfde onveranderlijke boodschap over. Geloof, hoop en liefde. Hoe kunnen we zeggen dat wij liefhebben als een ander onze geliefde Christus niet kent, Hem niet accepteert en wij het toestaan dat hij zich verder van de Heer afkeert? We kunnen niemand dwingen om Christus te accepteren, noch kunnen we iemand dwingen christen te worden. Maar we kunnen door onze liefde, ons geloof, ons menselijk leven, een omgeving creëren waarin onze naaste Gods tastbare aanwezigheid en genezende invloed kan voelen, zelfs tijdens moeilijke onmogelijke omstandigheden. Hoe kunnen we zeggen dat we geloven als we Christus niet in ons en in ons dagelijks leven houden, zodat onze naasten de krachtige aanwezigheid van Christus in ons kan zien en voelen? Geloof, zelfs het geloof van een ander, opent immers de deur voor de invloed van de goddelijke kracht van Christus in de mens. Hoe kunnen we zeggen dat we hoop hebben als we niet het vertrouwen hebben om de ziel van onze naasten te genezen? De familieleden van de verlamde man veranderden zijn leven radicaal met hun geloof, hoop en liefde. Als we in de kracht van de Heer geloven, als we onze naasten liefhebben, als we onze omgeving gezond en gelukkig willen zien, dan kunnen we door de kracht van de Heer ons en hun leven veranderen. Evangelie: Marcus 2:1-12 Jezus’ gezag betwist 21 niet door de menigte konden wringen, haalden ze een stuk van het dak weg boven de plaats waar Jezus zat, en toen ze een opening hadden gemaakt, lieten ze de verlamde op zijn draagbed naar beneden zakken. 5 Bij het zien van hun geloof zei Jezus tegen de verlamde: ‘Vriend, uw zonden worden u vergeven.’ 6 Er zaten ook een paar schriftgeleerden tussen de mensen, en die dachten bij zichzelf: 7 meteen door wat ze dachten en dus zei hij: ‘Waarom denkt u zoiets? 9 Hoe durft hij dat te zeggen? Hij slaat godslasterlijke taal uit: alleen God kan immers zonden vergeven! 8 Jezus had Wat is gemakkelijker, tegen een verlamde zeggen: “Uw zonden worden u vergeven” of: “Sta op, pak uw bed en loop”? 10 Ik zal u laten zien dat de Mensenzoon volmacht heeft om op aarde zonden te vergeven.’ Toen zei hij tegen de verlamde: 11 sta op, pak uw bed en ga naar huis.’ 12 ‘Ik zeg u, Meteen stond hij op, pakte zijn bed en ging weg; allen die dit zagen, stondenversteld en loofden God. ‘Zoiets hebben we nog nooit gezien,’ zeiden ze. Toen hij enkele dagen later terugkwam in Kafarnaüm, werd bekend dat hij weer thuis was. 2 Er stroomden zo veel mensen toe dat er zelfs voor de deur geen plaats meer was, en hij verkondigde hun Gods boodschap. 3 Er werd ook een verlamde bij hem gebracht, die door vier mensen gedragen werd. 4 Omdat ze zich Khorhurd 7
Page 8
Preek 16 augustus 2020 “Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.” – Lucas 1:28 Vandaag viert de Armeens-Apostolische Kerk de ten hemelopneming van de Heilige Maagd, een van de vijf grote vieringen. De ten hemelopneming van de Heilige Maagd is de verplaatsing van de Maagd naar de hemel, onder leiding van haar eniggeboren Zoon. De Heilige Maagd leefde, na de hemelvaart van Jezus Christus, nog twaalf jaar onder de hoede van apostel Johannes. De aartsengel Gabriël, die Maria verkondigd had dat ze zwanger zou worden van Gods eniggeboren Zoon, verscheen wederom aan haar en vertelde dat haar tijd om te ontslapen was genaderd. Onze-Lieve-Vrouw roept haar naasten en familieleden bijeen, neemt afscheid en zegt troostende woorden. De discipelen van Jezus zijn diep bedroefd dat ze voor altijd gescheiden moeten zijn van de Moeder van God. Dan geeft evangelist Johannes een tak van een cipres aan de Heilige Maagd, om deze op haar gezicht te deppen, zodat deze tak na haar ontslapen als troost bij hen kan blijven. Moeder Maria bidt en de afdruk van haar gezicht komt op de cipres. Christus komt met Zijn hemelse machten, begeleid door engelen, om de ziel van Zijn moeder naar de hemel te leiden. Apostel Bartholomeus was als enige apostel afwezig op de begrafenis van de Heilige Maagd en kon zijn geliefde moeder geen vaarwel zeggen. Hierom vroeg hij om het graf te openen, zodat hij zijn verdriet kwijt kon en vaarwel kon zeggen. Bij het openen van het graf zien ze dat het leeg is. Een stem uit de hemel vertelt hen dat de Moeder van God naar de hemel is gebracht. De apostelen verheugen zich, bidden en geven de afdruk van het gezicht van de Heilige Maagd aan apostel Bartholomeus die het op zijn beurt meeneemt naar Armenië. Zoals bekend, worden op de dag van de viering van de ten hemelopneming van de 8 Khorhurd Maagd Maria de druiven gezegend in de Armeense kerken. volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. 3 Door de misleiding van Adam en Eva was de hele mensheid en de natuur vervloekt. Deze werden gezegend door onze Heer en Verlosser Jezus Christus, die incarneerde en Mens werd door de Maagd Maria. Door haar nederigheid vertrapte de Moeder Gods de slang die Eva misleidde. Het is dus geen toeval dat juist vandaag, tijdens de viering van de ten hemelopneming van Maria, alle gewassen, oogst en in het bijzonder de druiven worden gezegend. Waarom de druiven? Omdat Christus zei: ‘Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken.’ (Johannes 15:5). Doordat wij de ranken zijn op de Wijnstok kunnen wij vruchten werpen. Uit druiven wordt wijn gemaakt, die tijdens de liturgie wordt geconsacreerd tot het heilige Bloed van Christus, die leven en verlossing geeft aan de hele wereld. De Heilige Maagd is een stille prediker voor ons. Haar gedrag getuigd voortdurend van het belang om de geboden te houden. Wij kunnen constant van haar leren om zuiver te zijn. Een zuiver hart, zuivere gedachten en daden te hebben. Deze zuiverheid is nodig om de Heilige Geest in ons te hebben. Evangelie: Lucas 2:1-7 De geboorte van Jezus 21 Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. 4 van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde, 5 te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. 6 Jozef ging om zich Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, 7 en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad. In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. 2 Deze eerste 9
Page 10
Preek 23 augustus 2020 “Mijn ziel prijst en loof de Heer, mijn hart juicht om God, mijn Redder: Hij heeft oog gehad voor mij, Zijn minste dienares. Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen, ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan, heilig is Zijn Naam. Barmhartig is Hij, van geslacht op geslacht, voor al wie Hem vereert. Hij toon Zijn macht en de kracht van Zijn arm en drijft uiteen wie zich verheven wanen, heersers stoot Hij van hun troon en wie gering is geeft Hij aanzien. Wie honger heeft overlaadt Hij met gaven, maar rijken stuurt Hij weg met lege handen.’” – Lukas 1:46-53 In het evangelie van Lukas lezen we dit prachtige lofzang die de Heilige Maagd Maria, vervuld met de Heilige Geest, voordraagt. Deze lofzang is zeer bekend en wordt ‘Metsatshoetshe,’ ‘Groot maakt mijn ziel de Heer of in het Latijn ‘Magnificat’ genoemd. Deze lofzang zegt de Theotokos als ze haar nicht Elisabeth bezoekt. Als we de lofzang van Maria lezen zien we in wat voor een diep geloof, zuivere liefde en grenzeloze vertrouwen zij in de Heer had. De Heer koos zelf Zijn dienares om de moeder van Zijn eniggeboren Zoon te zijn. De Moeder Gods geloofde waarlijk in de verrijzenis van God, kende Zijn Godheid, Zijn almachtigheid, Zijn grootheid, Zijn heiligheid, Zijn barmhartigheid, Zijn kracht en Zijn goedheid. In de lofzang van Maria lezen we: ‘grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan.’ Hiermee toont ze aan dat ze gelooft dat 10 Khorhurd God krachtig is almachtig is. Ze begreep, geloofde en accepteerde dat hetgeen met haar gebeurde wonderbaarlijk was. Ze begreep dat door middel van haar de Heer Jezus Christus op aarde zou komen en de mensheid zou verlossen van de zonde, en de deuren van de hemel, die door de ongehoorzaamheid van Adam en Eva gesloten waren, zou openen. Door haar geloof daalde uit de hemel God, een Koning, een Verlosser in haar baarmoeder. ‘Mijn ziel prijst en loof de Heer.’ Ofwel zij beleefde en genoot van de eenheid met God en van Gods aanwezigheid tot in haar ziel. De Moeder Gods leert ons hoe te geloven, te hopen en God lief te hebben. Hoe Hem te kennen, Zijn aanwezigheid te voelen en te leven in Zijn aanwezigheid in eenheid met Hem. Laat de Moeder Gods ons helpen te geloven, te hopen en God meer lief te hebben, net zoals zij geloofde, hoopte en lief had. Evangelie: Lucas 1:39-56 Maria en Elisabet 39 vrucht van je schoot! 43Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? 44 Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. 45 Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.’ 46Maria zei:‘Mijn ziel prijst en looft de Heer, 47mijn hart juicht om God, mijn redder: Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares. Alle geslachten zullen mij voortaan ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan, 48 gelukkig prijzen, 49 heilig is zijn naam. 50 Barmhartig is hij, van geslacht op geslacht, voor al wie hem vereert. 51 en drijft uiteen wie zich verheven wanen, 52 heersers stoot hij van hun troon en wie gering is geeft hij aanzien. 53 Wie honger heeft overlaadt hij met gaven, maar rijken stuurt hij weg met lege handen. 54-55 Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar, Kort daarop reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, 40 Toen Elisabet de waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette. 41 groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld van de heilige Geest 42 en riep luid: ‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de Khorhurd 11 zoals hij aan onze voorouders heeft beloofd: hij herinnert zich zijn barmhartigheid jegens Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid.’ Maria bleef ongeveer drie maanden bij haar, en ging toen terug naar huis. 56 Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm
Page 12
Preek 30 augustus 2020 “Gezegend is de mens wiens hoop is in de naam van de Heer en die ijdelheid en valse waanvoorstellingen niet uitstelden.” – Psalm 39:5 Vandaag vieren we de herdenkingsdag van de vondst van de gordel van de Heilige Maagd. De vondst van deze gordel heeft de hele christelijke wereld vreugde gebracht, dankzij welke vele wonderen zijn verricht. Vele gebeurtenissen zijn gelegenheid voor de kerk om te vieren. Enkele hiervan zijn de vondst van de gordel en doos van de Heilige Maagd, de afdaling van heilige Grigor de Verlichter in de kerker, de onthoofding van heilige Johannes de Doper en het martelaarschap van de heiligen, dat een oorzaak van verdriet leek te zijn, maar in de kerkkalender wordt gemarkeerd als feestdag. Dit zijn dagen van viering omdat het bloed van gemartelde heiligen is vermengd met het offerbloed van de Heer. Dit zijn feestdagen, omdat er in het christendom geen eeuwig verdriet is, de dood machteloos is tegenover de opstanding en hoop is een motiverende kracht geweest voor de heiligen. Het leven is het grootste geschenk dat God de mens heeft gegeven en dat is niet beperkt tot dit aardse leven, maar het hemelse en eeuwige wordt de mens beloofd. En dit leven moet geleefd worden met geloof, hoop en liefde. Alle andere leerzame geboden en religieus filosofische gedachten, alle adviezen 12 Khorhurd en aansporingen, zijn afgeleid uit deze drie, want zonder geloof, hoop en liefde heeft het leven geen steunpilaren. Want wanneer iemand zich bekeerd, doopt en christen wordt, worden die gaven hem door God gegeven. En ondanks het feit dat het leven zelf moeilijk, vol beproevingen en tegenspoed is, moet je de hoop niet verliezen en niet vergeten dat duisternis zal worden gevolgd door licht, na de nacht de ochtend komt, dat na de winter, lente en zomer komen, verdriet wordt gevolgd door vreugde, huilen wordt vervangen door gelach. De herfst is niet eeuwig, maar de lente komt eraan, de takken van de boom ontkiemen. Zalige Job zegt: “Voor een boom is er altijd hoop: als hij wordt omgehakt, loopt hij weer uit, er blijven nieuwe loten komen.” (Job 14:7) De dood is niet het einde, maar er is een opstanding en de christen leeft elke dag in de hoop op opstanding. Onze hoop is het wachten op de zonsopgang. Hoop is de mens gegeven om op te staan en niet te vallen. Onze Heer Jezus Christus, de Verlosser, werd gekruisigd voor onze zonden en we leven met de hoop en het geloof om gereinigd te worden van de zonde, gerechtvaardigd en het Koninkrijk der Hemelen waardig te worden. Evangelie: Marcus 4:35-40 Vijf confrontaties: geloof en ongeloof 35 Aan het eind van die dag, toen het avond was geworden, zei hij tegen hen: ‘Laten we het meer oversteken.’ 36 Ze stuurden de menigte weg en namen hem mee in de boot waarin hij al zat, en voeren samen met de andere boten het meer op. 37 Er stak een hevige storm op en de golven beukten tegen de boot, zodat die vol water kwam te Maar hij lag achter in de boot op een kussen te slapen. Ze maakten hem wakker en zeiden: ‘Meester, kan het u niet schelen dat we vergaan?’ 39 staan. 38 Toen hij wakker geworden was, sprak hij de wind bestraffend toe en zei tegen het meer: ‘Zwijg! Wees stil!’ De wind ging liggen en het meer kwam helemaal tot rust. 40 Hij zei tegen hen: ‘Waarom hebben jullie zo weinig moed? Geloven jullie nog steeds niet?’ Khorhurd 13
Page 14
Vr aag en antwoord Wat is het koninkrijk van God? Het Koninkrijk van God is het gene wat Jezus Christus op aarde heeft gebracht! In het Evangelie staat beschreven dat met de komst van Christus het Koninkrijk van God aan de mensen wordt gegeven. Het is niet een koninkrijk niet van deze wereld maar van God. Een Koninkrijk van eeuwig leven. Met het koninkrijk van God wordt eigenlijk het leven met de Vader, de Zoon en de Heilige Geest bedoelt. Wij christenen, die leven in het koninkrijk van God, aanbidden onze Vader. Wij komen Zijn gebeden na en gehoorzamen Hem met de kracht van de Heilige Geest. Onze band met God is in dit leven als een 14 Khorhurd soort mysterie. Het koninkrijk van God is er wel maar je ziet het niet. Als Jezus weer terug komt op aarde zal dit Koninkrijk pas te zien zijn. Wij geloven dus dat het koninkrijk van God al toegankelijk is voor ons. Voor de doden is dit Koninkrijk van God nog toegankelijker, omdat wij met de wereldse zonden leven en zij niet meer. Het is daarom heel erg belangrijk dat wij nu al proberen om in het Koninkrijk van God te komen, om te leven met God, zijn woord na te leven met de kracht van de Heilige Geest. Alleen op die manier kunnen wij later het eeuwige leven betreden. Apostelen van Christus: Thomas De apostel Thomas was één van de 12 apostelen van Christus. De karakter van Thomas wordt beschreven in Johannes 11:5-16. Wanneer Jezus van plan was naar Judea terug te keren, waarschuwden de discipelen Hem voor de vijandigheid van de Joden en dat ze Hem wilden stenigen. Thomas antwoordde spoedig hierop met de volgende woorden: “Laten ook wij gaan om met Hem te sterven.”. Zijn toewijding aan Jezus wordt in dit stukje van het Evangelie duidelijk uitgedrukt. Tijdens het laatste avondmaal (Johannes 14:3-7) kon Thomas niet begrijpen wat Jezus bedoelde toen Hij zei: ‘Wanneer ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug. Dan zal ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben. Jullie kennen de weg naar waar ik heen ga.’ Toen zei Tomas: ‘Wij weten niet eens waar u naartoe gaat, Heer, hoe zouden we dan de weg daarheen kunnen weten?’ Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij. Als jullie mij kennen zullen jullie ook mijn Vader kennen, en vanaf nu kennen jullie hem, want jullie hebben hem zelf gezien.’’ De bekendste gebeurtenis in het leven van de apostel Thomas is wellicht de uitdrukking waaruit de ‘twijfelende Thomas’ is voortgekomen. Uit Johannes 20:19-29 volgt dat Thomas niet aanwezig was toen Jezus Christus, na de opstanding, aan de discipelen verscheen. Toen De discipelen het nieuws aan Thomas vertelden zei hij: “Als ik in Zijn handen niet het litteken van de spijkers zie, en mijn vinger niet steek in het litteken van de spijkers, en mijn hand niet steek in Zijn zij, zal ik beslist niet geloven.”. Toen Christus opnieuw verscheen, zei Hij tegen Thomas: “Kom hier met uw vinger en bekijk Mijn handen, en kom hier met uw hand en steek die in Mijn zij; en wees niet ongelovig, maar gelovig.”. Zijn plotselinge reactie hierop en realisatie van de waarheid (“Mijn Heere en mijn God!”) laat zien dat hij de goddelijkheid van Jezus expliciet erkende. Khorhurd 15

Khorhurd juli 2020


Page 0
Page 2
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16

Khorhurd juni 2020


Page 0
Page 2
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16

Khorhurd mei 2020


Page 0
mei 2020
Page 4
Apostelen van Christus: Marcus Apostel en evangelist Marcus Marcus was één van de apostelen van onze Heer Jezus Christus. Hij is de schrijver van één van de Evangeliën van Christus in de Bijbel. Marcus heet eigenlijk Johannes Marcus zoals in handelingen 12:12 staat: ‘12 Toen dit tot hem was doorgedrongen, ging hij naar het huis van Maria, de moeder van Johannes Marcus, waar een groot gezelschap bijeen was gekomen om te bidden.’ Na de kruisiging en opstanding van Christus was het huis van Marcus de eerste christelijke kerk. Hier ontvingen de apostelen de Heilige Geest tijdens Pinksteren. Hij ging samen met apostel Paulus op pas nadat Christus al Zijn apostelen erop uitstuurde om het christendom te verspreiden. Zij gingen samen naar Egypte en stichtten daar de kerk van Alexandria, waar Marcus de eerste Paus an werd. Dit moet niet verward worden met de Paus in Rome. Dit is de persoon die bovenaan de rang staat van de kerk van Alexandria. Deze kerk resulteerde naar de zusterkerk van de Armeens Apostolische kerk, namelijk de Koptisch Orthodoxe kerk. In het jaar 68 na Christus vierden Marcus en de mensen in Alexandria de herrijzenis van Christus, Dit viel op dezelfde dag als het feest van een god in het land. Wegens godslasering werd de kerk, waar Marcus en zijn volgelingen de herrijzenis van Christus vierden, aangevallen en werd Marcus opgepakt en gevangengenomen. De dag erna werd hij gemarteld en vermoord. Hierna wilden zij het lichaam van Marcus verbranden, maar dit ging niet door in verband met regen. Daardoor hebben de christenen in de buurt de kans gekregen om het lichaam van Marcus mee te nemen en in een geheime plek in de kerk in Boskalis begraven. 4 Khorhurd Vr aag en antwoord Wat vieren we met Pinksteren? Goede vrijdag is de dag dat we rouwen om de dood van Jezus Christus. Hij is gestorven aan het kruis ter vergeving van onze zonden om enkele dagen later weer uit de dood op te staan(Pasen). Veertig dagen na zijn wederopstanding vaart Jezus op naar de hemel (Hemelvaart). Voor zijn opvaarding belooft hij zijn discipelen dat Hij ze niet in de steek zal laten en de Heilige Geest op ze af zal laten komen om ze te helpen met het verkondigen van Gods woord. Op de 50ste dag na Pasen, 10 dagen na Hemelvaart, vieren we Pinksteren. Met Pinksteren gebeurde er namelijk iets bijzonders; de Heilige Geest daalde neer op de discipelen, zoals Jezus hen had beloof. Dit kun je nalezen in Handelingen 2 vers 1-4; ‘En toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eensgezind bijeen. En plotseling kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en dat vervulde heel het huis waar zij zaten. En aan hen werden tongen als van vuur gezien, die zich verdeelden, en het zat op ieder van hen. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.’ De apostelen zaten in Jeruzalem bij elkaar en werden op dat moment vervuld met de Heilige Geest. Ze begonnen het woord van Khorhurd 5 God te verkondigen in allemaal verschillende talen. Diezelfde dag bekeerden er 3000 mensen zich tot het Christendom! Deze gebeurtenis wordt vergeleken met een oogst. Dit was de eerste oogst waarbij 3000 mensen zich bekeerden tot het Christendom! Deze oogst zal doorgaan tot iedereen gehoord heeft van het Koninkrijk van God! Met Pinksteren herdenken we dat de Heilige Geest neerdaalde op de apostelen. De Heilige Geest helpt ons in het nemen van beslissingen en lijdt onze levens in goede banen!
Page 6
Preek 3 mei 2020 “Wees waakzaam, wees op uw hoede, want uw vijand, de duivel, zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi.” – 1 Petrus 5: 8 Deze zondag hebben de kerkvaders rood of heiligen genoemd. Rood is de kleur van liefde die de hoogten van Golgotha schilderde, zodat de duisternis van de menselijke ziel kon worden getransformeerd in heldere en lichtgevende gaven van de Heilige Geest, in de juwelen van deugd en de onschatbare parels van goddelijke wijsheid. De rode kleur is ook de kleur van de strijd. Dat is wat zowel de Kerk drijft als iedere individuele christen. Deze strijd zal worden bekroond met de overwinning, als we ons niet laten leiden door onze schuldige, trotse ego maar door de belichaming van de allerhoogste nederigheid, de mens geworden, verrezen en overwonnen Jezus Christus. Deze strijd is onzichtbaar en ontastbaar. Als een persoon geen spirituele visie heeft, ofwel voldoende kennis, spirituele ervaring en grote nederigheid, dan kan hij die oorlog heel gemakkelijk verliezen en zijn onbetaalbare, onsterfelijke ziel verliezen. In een van de lezingen van vandaag waarschuwt de apostel Petrus: “Wees waakzaam, wees op uw hoede, want uw vijand, de duivel, zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi. Stel u tegen hem teweer, gesterkt door uw geloof, in het besef dat uw broeders en zusters, waar ook ter wereld, onder hetzelfde leed gebukt gaan.” (1 Petrus 5:8-9). Dit is een zeer belangrijke waarschuwing, en het is niet tevergeefs dat de heilige Apostel zich hier zorgen over maakt, omdat de apostel, vol goddelijke wijsheid, zich wonderwel bewust is van de zwakke menselijke natuur, die vatbaar is voor verschillende zwakheden. Net zoals het fysieke lichaam ‘s ochtends wakker wordt met verse krachten, nieuwe energie en een heldere geest, maar overdag wordt het moe, verzwakt het en beginnen de ogen te sluiten en tenslotte gaat het slapen. Zo is ook de ziel als we onze spirituele waakzaamheid niet houden. Denk aan je eerste stappen in de kerk, of kijk naar de bekering van nieuwelingen. Wat een energie, wat een vreugde, hoeveel belangstelling, ijver en angst is er in hun ogen en daden! Maar na verloop van tijd komt onze zwakke natuur weer op, en we merken niet eens hoe de ogen van de ziel geleidelijk worden verzwaard 6 Khorhurd door de last van onze passies, de stem van ons geweten wordt tot zwijgen gebracht en we bevinden ons in de dodelijke klauwen van mentale luiheid, passiviteit en onverschilligheid. Zonder wroeging zijn we afwezig van de heilige liturgie of lopen we halverwege naar buiten en waarderen we het onschatbare offer van Christus niet. Het offer waardoor we leven en hoop hebben op redding. We lezen het evangelie niet, we luisteren niet naar preken, aangezien we achten dat we genoeg kennis hebben. Wij belijden onze zonden niet, want we stoppen ze te zien als gevolg van geestelijke blindheid. We houden op met elkaar lief te hebben, elkaar te respecteren en te vergeven, en negeren het belangrijkste gebod “Heb uw naaste lief als uzelf” (Marcus 12:30), omdat we onszelf trots beschouwen als ‘ervaren gelovigen.’ Als we onze geestelijke wapens opzij zetten en de verdediging verzwakken, brengen de door verleidingen vergiftigde pijlen van de vijand gemakkelijk schade aan onze ziel. Onverschilligheid, luiheid, verdriet en wanhoop zijn gevaarlijke toestanden voor onze ziel. Daarom roept de apostel op tot ontwaken en herinnert ons aan de eeuwige vijand. Daarom dringt Christus aan op: “Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving komen; de geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak.” (Marcus 14:38). Laten we de kostbare schatten bewaren die de Here God ons heeft gegeven, de onsterfelijke ziel en een standvastige geloof. Wees vastberaden in onze strijd. Laten we niet ontmoedigd worden, laten we niet wanhopen, laten we niet bang zijn, want Jezus Christus heeft de wereld overwonnen (Johannes 16:33), en laat het oneindige licht van het Koninkrijk van de hemel onze koers verlichten en ons naar de eeuwige overwinning leiden. Evangelie: Marcus 4:26-34 26 En hij zei: ‘Het is met het koninkrijk van God als met een mens die zaad uitstrooit op de aarde: 27 hij slaapt en staat weer op, dag in dag uit, terwijl het zaad ontkiemt en opschiet, ook al weet hij niet hoe. 28 De aarde brengt uit zichzelf vrucht voort, eerst de halm, dan de aar, en dan het rijpe graan in de aar. 29 Maar zo gauw het graan het toelaat, slaat hij er de sikkel in, omdat het tijd is voor de oogst.’ En hij zei: ‘Waarmee kunnen we het koninkrijk van God vergelijken en door welke gelijkenis kunnen we het voorstellen? 31 30 Het is als een zaadje van de mosterdplant, het kleinste van alle zaden op aarde wanneer het gezaaid wordt. 32 wordt het het grootste van alle planten en krijgt het grote takken, zodat de vogels van de hemel in zijn schaduw kunnen nestelen.’ Met zulke en andere gelijkenissen verkondigde hij hun Gods boodschap, voor zover ze die konden begrijpen; 34 33 nissen tegen hen, maar wanneer hij alleen was met zijn leerlingen, verklaarde hij hun alles. Khorhurd 7 Maar als het na het zaaien opschiet, hij sprak alleen in gelijke
Page 8
Preek 10 mei 2020 “Wie een lamp aansteekt, zet hem niet weg in een donkere nis, maar plaatst hem op de standaard, zodat degenen die binnenkomen het licht kunnen zien.” – Lucas 11:33 De gelovige is de lamp die het leven gevende licht van God draagt, die hij heeft aangestoken van de ware lamp die Christus’ licht draagt en de duisternis van deze wereld en de mensheid verlicht, de Kerk. Dit is een buitengewoon grote verantwoordelijkheid die de hemelse Vader en de Moederkerk hun toegewijde kinderen hebben toevertrouwd. “Wie een lamp aansteekt, zet hem niet weg in een donkere nis, maar plaatst hem op de standaard, zodat degenen die binnenkomen het licht kunnen zien.” (Lucas 11:33). De Heer zegt ook: “Als je hele lichaam verlicht is, zonder dat ook maar een deel in duisternis verkeert, dan is het zo licht als wanneer een lamp je met zijn stralen verlicht.” (Lucas 11:36). Dit betekent dat wij voorzichtig 8 Khorhurd moeten zijn dat het licht in ons duister wordt. Ofwel als het licht van Christus ons hart heeft geraakt is dat geen garantie dat het licht in ons niet kan doven gedurende ons leven. Dus wij moeten onszelf afvragen waar onze gedachten zich van voeden, met welke ideeën we ons vormen en wat we doen, zodat dit licht niet dooft en omgevormd wordt tot duisternis. Het licht brengt goedheid voort en gerechtigheid en waarheid. Onderzoek wat de wil van de Heer is. Neem geen deel aan de vruchteloze praktijken van de duisternis” (Efeziërs 5:9-11). De apostel geeft aan wat de manier is om de onbeschrijfl ijke goddelijke licht te beschermen en de duisternis te vermijden. We hebben een scherpe geestelijke zicht nodig, onze gedachten moeten attent zijn en gevestigd op een sterk geloof en goddelijke wijsheid om de waarheid te onderscheiden van het valse. Om niet te verdwalen in de duistere wegen van deze wereld en om met een door Christus’ licht opgelaaide geest de rusthaven van vrede te bereiken. Om dit alles te bereiken moeten we onze gedachten voeden met de woorden van Schenker van het Goede. Profeet David zingt: “Uw woord is een lamp voor mijn voet, een licht op mijn pad.” (Psalm 119:105). Dus de Bijbel moet ons dagelijks brood zijn voor onze gedachten, zodat we duidelijk het pad van verlossing zien, waarop we voortgaan. Door de Heilige Geest geïnspireerde geschriften van de Kerkvaders moeten we alle dwaalleren, verkeerde interpretaties en valse ideeën uit onze gedachten weren, want deze vergiftigen en verzieken het bewustzijn van de mens. Gebeden en hymnes moeten onze gedachten behoeden en wakker houden en de relatie met de Vader en Schepper vasthouden. Vandaag viert onze kerk de verschijning van het heilige Kruis. 17 eeuwen geleden waren de bewoners van Jeruzalem, christenen of heidenen, getuige van het verschijnen van het teken van het heilige Kruis, die uren lang verscheen aan de hemel in Jeruzalem. De verschijning versterkte het geloof van de volgers van Christus en was de aanleiding voor het bekeren van vele verdwaalde zielen. Op die dag gingen vele harten, dorstig naar de waarheid en het verlossende licht, vanuit alle hoeken van de stad naar de Kerk. Vanuit de hemel schijnende teken toonde de mensen de enige plaats waar het licht van de goddelijke waarheid altijd wordt behouden. Laten we onze zielen verplaatsen naar de hemelse koepel in Jeruzalem waar de teken van het heilige Kruis scheen, zodat die schijnt met het ondoofbare Vuur en het levende Licht oplaait en brandend blijft en ieder van ons de lamp wordt die licht schijnt en diegenen die zoeken naar het ware Licht, licht en warmte vinden. Khorhurd 9
Page 10
Evangelie: Lucas 11:33 – 12:12 33 Wie een lamp aansteekt, zet hem niet weg in een donkere nis, maar plaatst hem op de standaard, zodat degenen die binnenkomen het licht kunnen zien. 34 Het oog is de lamp van het lichaam. Als je oog helder is, is je hele lichaam verlicht. Maar als het troebel is, verkeert je lichaam in duisternis. 35 Let dus op of het licht dat in je is, niet verduisterd is. 36 Als je hele lichaam verlicht is, zonder dat ook maar een deel in duisternis verkeert, dan is het zo licht als wanneer een lamp je met zijn stralen verlicht.’ Confrontatie met farizeeën en schriſt geleerden 37 Toen hij uitgesproken was, nodigde een farizeeër hem uit voor de maaltijd. Hij ging naar binnen en ging aan tafel aanliggen. 38 Maar de Toen de farizeeër dat zag, verwonderde hij zich erover dat hij zich niet eerst gewassen had voor de maaltijd. 39 Heer zei tegen hem: ‘Ach, jullie farizeeën! De buitenkant van de beker en de schotel reinigen jullie, maar jullie eigen binnenkant is vol roofzucht en slechtheid. 40 Dwazen, heeft hij die de buitenkant gemaakt heeft niet ook de binnenkant gemaakt? 41 Geef liever de inhoud van beker en schotel als aalmoes, dan is niets meer onrein voor jullie! 42 Maar wee jullie farizeeën, want jullie geven tienden van munt, wijnruit en andere kruiden, maar gaan voorbij aan de gerechtigheid en de liefde tot God; je zou het een moeten doen zonder het andere te laten. 43 Wee jullie farizeeën, want jullie zitten graag op een 10 Khorhurd Daarop zei een wetgeleerde tegen hem: ‘Meester, door die dingen te zeggen beledigt u ook ons.’ 46 Maar Jezus zei: ‘Wee ook jullie, wetgeleerden! Want jullie leggen de mensen ondraaglijke lasten op, maar raken die zelf met geen vinger aan. 47 Wee jullie, want jullie bouwen graftomben voor de profeten, terwijl jullie voorouders hen hebben gedood. 48 Jullie zijn getuigen die instemmen met de daden van jullie voorouders, want zij hebben hen gedood en jullie bouwen de tomben! 49 Daarom heeft God in zijn wijsheid gezegd: “Ik zal profeten en apostelen naar hen zenden, maar ze zullen sommigen van hen doden en anderen vervolgen.” 50 Voor het bloed van al de profeten dat sinds de grondvesting van de wereld vergoten is, zal van deze generatie genoegdoening worden geëist, 51 bloed van Zecharja, die omkwam tussen het brandofferaltaar en het heiligdom. Ja, ik zeg jullie, van deze generatie zal genoegdoening worden geëist! 52 Wee jullie wetgeleerden, want jullie hebben de sleutel tot de kennis weggenomen; zelf zijn jullie niet binnengegaan, en anderen die wel binnen wilden gaan hebben jullie tegengehouden.’ 53 Toen hij het huis verliet, waren de schriftgeleerden en de farizeeën uitzinnig van woede; ze begonnen hem over van alles uit te vragen, 54 in een arglistige poging om hem te betrappen op een ongeoorloofde uitspraak. van het bloed van Abel tot het 45 ereplaats in de synagoge en worden graag begroet op het marktplein. 44 Wee jullie, want jullie zijn als ongemarkeerde graven waar de mensen overheen lopen zonder het te weten.’ Onderricht aan de leerlingen en de menigte 121 Intussen had er zich een enorme menigte verzameld. De mensen verdrongen elkaar, maar hij richtte zich eerst tot zijn leerlingen: ‘Hoed je voor de zuurdesem, dat wil zeggen de huichelarij van de farizeeën. 2 Niets is verborgen dat niet onthuld zal worden, en niets is geheim dat niet bekend zal worden. 3 Alles wat jullie in het duister zeggen, zal in het licht worden gehoord, en wat jullie binnenskamers in iemands oor fl uisteren, zal vanaf de daken bekend worden gemaakt. 4 Tegen jullie, mijn vrienden, zeg ik: wees niet bang voor degenen die het lichaam kunnen doden, maar niet tot iets ergers in staat zijn. 5 Ik zal jullie zeggen voor wie je bang moet zijn. Wees bang voor hem die de macht heeft om iemand niet alleen te doden maar ook in de Gehenna te werpen. Ja, ik zeg jullie, wees bang voor hem! Wat kosten vijf mussen? Bijna niets. Toch wordt er niet één door God vergeten. 7 6 Zelfs de haren op jullie hoofd zijn alle geteld. Wees niet bang, jullie zijn meer waard dan een hele zwerm mussen. 8 Ik zeg jullie: iedereen die mij erkent bij de mensen, zal ook door de Mensenzoon worden erkend bij de engelen van God. 9 Maar wie mij verloochent bij de mensen, zal verloochend worden bij de engelen van God. 10 En iedereen die iets ten nadele van de Mensenzoon zegt, zal worden vergeven. Maar wie lastertaal spreekt tegen de heilige Geest zal niet worden vergeven. 11 Wanneer ze jullie voor de synagogen en de autoriteiten en het gerecht slepen, vraag je dan niet bezorgd af hoe of waarmee je je moet verdedigen of wat je moet zeggen, 12 want de heilige Geest zal jullie op dat moment ingeven wat je moet zeggen.’ Khorhurd 11
Page 12
Preek 17 mei 2020 “Zout is iets goeds. Maar als ook het zout zijn smaak verliest, hoe kunnen we het dan zijn kracht teruggeven? Ook voor de bemesting van de grond is het niet meer bruikbaar, dus wordt het weggegooid. Wie oren heeſt om te horen, moet goed luisteren!” – Lukas 14:34, 35 Christus vergelijkt gelovigen met zout. Als gelovigen moeten we zout worden voor de mensen om ons heen, en christelijke liefde verspreiden overal, in elke relatie, in elk werk en in elk probleem. Waarom maakt Christus de vergelijking juist met zout? Omdat zout een van de beste voorbeelden is van opoffering, liefde en toewijding. Zout is niet zichtbaar in voedsel, net als het leven van een christen. Een christen streeft ernaar om zo waardevol te zijn als zout en tegelijkertijd zijn werken niet opvallend te maken. Een christen moet ook weten dat een offer alleen gewaardeerd als het met liefde wordt gedaan. Zoals de apostel Paulus zegt: “Als ik al mijn bezittingen aan de armen geef en dit lichaam van mij laat verbranden, had ik de liefde niet, het zou mij niet baten” (1 Korintiërs 13:3). Het is dus niet genoeg om als zout te smelten om voedsel smaak te geven. Het is noodzakelijk om liefde te hebben, mensen liefde te geven en liefde samen te smelten met het werk. In het evangelie van Mattheüs vergelijkt Christus, samen met zout, de mens met licht. “Jullie zijn het licht in de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Men steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee men zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is. Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel (Mattheüs 5:14-16). Allereerst moet worden gezegd dat Christus zelf “het ware Licht is, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam” (Johannes 1:9). Dat wil zeggen dat de Heer ons aanspoort om zoals Hem te zijn en een licht voor de mensen te zijn. Zoals in alle tijden voelen mensen tegenwoordig ook de behoefte voor liefde, zorg en aandacht. Katholicos Garegin I zegt dat de achtste doodzonde onverschilligheid is. Wij christenen moeten het leven dat God ons heeft gegeven als licht kunnen maken, niet alleen waardevol voor ons, maar ook voor de mensen om ons heen. 12 Khorhurd Christus leert om op te vallen met goede, maar niet opzichtige daden, die het leven van mensen verlichten. Dus aan de ene kant moet de liefde van een christen als licht schijnen, belangrijk zijn, in eerste instantie voor het zicht van de mensen, en aan de andere kant, zoals zout versmelt in voedsel en smaakt geeft, zo moet de christelijke liefde ernaar streven om smaak en reuk te brengen in het leven van de mensen. Evangelie: Lucas 14:25 – 15:32 Het volgen van Jezus 25 een gezant om naar de voorwaarden voor vrede te vragen. 33 Zo geldt ook voor jullie: wie geen afstand doet van al zijn bezittingen, kan mijn leerling niet zijn. 34 de bemesting van de grond is het niet meer bruikbaar, dus wordt het weggegooid. Wie oren heeft om te horen, moet goed luisteren!’ De zorg om wat verloren is 151 Grote mensenmenigten trokken met Jezus mee. Hij wendde zich tot hen en zei: 26 ‘Wie mij volgt, maar niet breekt met zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broers en zusters, ja zelfs met zijn eigen leven, kan niet mijn leerling zijn. 27 Wie niet zijn kruis draagt en mij op mijn weg volgt, kan niet mijn leerling zijn. 28 Want wie van jullie die een toren wil bouwen gaat niet eerst de kosten berekenen, om te zien of hij wel genoeg heeft voor de bouw? 29 Als hij het fundament gelegd heeft maar de bouw niet kan voltooien, zal iedereen die dat ziet hem uitlachen 30 en zeggen: “Die man begon te bouwen, maar het karwei afmaken kon hij niet.” 31 En welke koning die eropuit trekt om met een andere koning oorlog te voeren, zal niet eerst bij zichzelf te rade gaan of hij wel met tienduizend man kan optrekken tegen iemand die met twintigduizend man tegen hem oprukt? 32 Als hij dat niet kan, stuurt hij eerst, wanneer de troepen nog ver van elkaar verwijderd zijn, Alle tollenaars en zondaars kwamen hem opzoeken om naar hem te luisteren. 2 Maar zowel de farizeeën als de schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen.’ 3 Jezus vertelde hun toen deze gelijkenis: 4 ‘Als iemand van u honderd schapen heeft waarvan er één verloren is geraakt, laat hij dan niet de negenennegentig andere in de woestijn achter om naar het verdwaalde dier op zoek te gaan tot hij het gevonden heeft? 5 legt hij het vol vreugde op zijn schouders 6 En als hij het gevonden heeft, en gaat hij naar huis. Daar roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tegen hen: “Deel in mijn vreugde, want ik heb het schaap gevonden dat verdwaald was.” 7 Zout is iets goeds. Maar als ook het zout zijn smaak verliest, hoe kunnen we het dan zijn kracht teruggeven? 35 Ook voor Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben. En als een vrouw tien drachmen heeft en er één verliest, steekt ze toch de lamp aan, veegt het hele huis schoon en zoekt ze alles af tot ze het muntstuk gevonden heeft? 9 En als ze het Khorhurd 13 8
Page 14
gevonden heeft, roept ze haar vriendinnen en buren bijeen en zegt: “Deel in mijn vreugde, want ik heb de drachme gevonden die ik kwijt was.” 10 Zo, zeg ik u, heerst er ook vreugde onder de engelen van God over één zondaar die tot inkeer komt.’ 11Vervolgens zei hij: ‘Iemand had twee zonen. 12De jongste van hen zei tegen zijn vader: “Vader, geef mij het deel van uw bezit waarop ik recht heb.” De vader verdeelde zijn vermogen onder hen. 13 zilverde de jongste zoon zijn bezit en reisde af naar een ver land, waar hij een losbandig leven leidde en zijn vermogen verkwistte. 14 Toen hij alles had uitgegeven, werd dat land getroffen door een zware hongersnood, en begon hij gebrek te lijden. 15 Hij vroeg om werk bij een van de inwoners van dat land, die hem op het veld zijn varkens liet hoeden. 16 Hij had graag zijn maag willen vullen met de peulen die de varkens te eten kregen, maar niemand gaf ze hem. 17 Toen kwam hij tot zichzelf en dacht: De dagloners van mijn vader hebben eten in overvloed, en ik kom hier om van de honger. 18 ik ben het niet meer Hij vertrok Ik zal naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: “Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, 19 waard uw zoon genoemd te worden; behandel mij als een van uw dagloners.” 20 meteen en ging op weg naar zijn vader. Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem. 21 “Vader,” zei 14 Khorhurd Na enkele dagen verDe oudste zoon was op het veld. Toen hij naar huis ging en al dichtbij was, hoorde hij muziek en gedanst. 26 25 zich en vroeg wat dat te betekenen had. 27 Hij riep een van de knechten bij De knecht zei tegen hem: “Uw broer is thuisgekomen, en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht omdat hij hem gezond en wel heeft teruggekregen.” 28 niet naar binnen gaan, maar zijn vader kwam naar buiten en trachtte hem te bedaren. 29 Hij zei tegen zijn vader: “Al jarenlang werk ik voor u en nooit ben ik u ongehoorzaam geweest als u mij iets opdroeg, en u hebt mij zelfs nooit een geitenbokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren. 30 Maar nu die zoon van u is thuisgekomen die uw vermogen heeft verkwanseld aan de hoeren, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht.” 31 Zijn vader zei tegen hem: “Mijn jongen, jij bent altijd bij me, en alles wat van mij is, is van jou. 32 niet anders dan feestvieren en blij zijn, want je broer was dood en is weer tot leven gekomen. Hij was verloren en is teruggevonden.”’ Maar we konden toch zijn zoon tegen hem, “ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden.” 22 Maar de vader zei tegen zijn knechten: “Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen. 23 Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren, 24 mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.” En ze begonnen feest te vieren. want deze zoon van Hij werd woedend en wilde Preek 24 mei 2020 “Net zo zeker is het dat Christus, die eenmaal is geofferd om de zonden van velen te dragen, voor een tweede maal zal verschijnen om te redden wie hem verwachten” – Hebreeën 9:28 Vandaag viert de Armeens-Apostolische Heilige Kerk de Tweede Palmzondag. De eerste Palmzondag symboliseert de intocht van Christus in Jeruzalem, waar kinderen Hem zegenden en de Eniggeboren Zoon van God werd verheerlijkt. De tweede Palmzondag symboliseert de intocht van Christus in het hemelse Jeruzalem, waar de engelen God verheerlijken. Het leven is een geschenk van God en gedurende ons leven moeten we God verheerlijken, zoals de kinderen deden bij de intocht van Christus in Jeruzalem. Ze kozen het beste deel – de communicatie met God. Net zoals Christus tegen Martha voor Maria zegt, toen Maria, haar huishoudelijke taken en zelfs gastvrijheid achterwege liet en ervoor koos om naast Christus te zitten en naar Hem te luisteren (Lucas 10:38-42). Het leven met God is geliefd en nobel, het schaadt de mens niet, maar geneest en zuivert hem alleen. Er is niet alleen bescherming in Gods armen, maar ook onbeschrijfelijke veiligheid, die de mens eindeloos zoekt. Het is onmogelijk om iets in de wereld te bouwen, te creëren of uit te vinden dat iemand een gevoel van veiligheid geeft. Alles is mogelijk als God niet bij ons is. Echter, niets kan ons redden, ons gelukkig maken of ons heiligen, omdat het onze Heer en Redder Jezus Christus is die ons van onze zonden verlost, ons vrede en rust geeft, genezing en troost, hoop en het Koninkrijk. Voordat de Heer Jeruzalem binnenging, vroegen de blinde mannen van Jericho aan Hem, om genade met hen te hebben. Net als zij moeten we de Heer aanroepen om genade met ons te hebben, om de verhinderingen van onze ziel te genezen, zodat ook wij de stad van de Heer, Jeruzalem, binnen kunnen gaan. Jezus ging Jeruzalem binnen om gekruisigd en begraven te worden en om te verrijzen voor onze redding. Tot op de dag van vandaag wordt Christus voortdurend geofferd in de heilige kerken, zodat de mens niet voor altijd verloren gaat in zonde en onreinheid, maar om redding en het eeuwige leven hebben. Net als de kinderen moeten we in staat zijn om onze hemelse Ouder lief te hebben met oprechte liefde, Hem ons leven toe te vertrouwen en dan zullen we zeker beschermd tegen de stormachtige winden van dit leven. We zijn kostbaar voor God, want Hij wil onze dood en verlies niet, maar Hij wil onze bekering en redding. Hij heeft ons niet alleen redding geschonken door de kruisiging van Zijn Zoon, Khorhurd 15
Page 16
maar door de opstanding van Zijn Zoon beloofde Hij de verrijzenis en het eeuwige leven. Evangelie: Marcus 10:46-11:11 46 Ze kwamen in Jericho. Toen hij met zijn leerlingen en gevolgd door een grote menigte weer uit Jericho vertrok, zat daar een blinde bedelaar langs de weg, een zekere Bartimeüs, de zoon van Timeüs. 47 Toen hij hoorde dat Jezus uit Nazaret voorbijkwam, begon hij te schreeuwen: ‘Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij!’ 48 De omstanders snauwden hem toe dat hij zijn mond moest houden, maar hij schreeuwde des te harder: ‘Zoon van David, heb medelijden met mij!’ 49 Jezus bleef staan en zei: ‘Roep hem.’ Ze riepen de blinde en zeiden tegen hem: ‘Houd moed, sta op, hij roept u.’ 50 Hij gooide zijn mantel af, sprong op en ging naar Jezus. 51 Jezus vroeg hem: ‘Wat wilt u dat ik voor u doe?’ De blinde antwoordde: ‘Rabboeni, zorg dat ik weer kan zien.’ 52 heen, uw geloof heeft u gered.’ En meteen kon hij weer zien en hij volgde hem op zijn weg. Intocht in Jeruzalem 111 Toen ze Jeruzalem naderden en in de buurt waren van Betfage en Betanië bij de Olijfberg, stuurde hij twee van zijn leerlingen vooruit. 2 Hij zei tegen hen: ‘Ga naar het dorp dat daar ligt. Zodra jullie er binnenkomen, zul je daar een ezelsveulen vastgebonden zien staan, dat nog nooit door iemand bereden is; maak het los en breng het hier. 3 Jezus zei tegen hem: ‘Ga Ze gingen op weg en vonden een veulen dat buiten op straat bij een deur was vastgebonden en ze maakten het los. 5 Er stonden een paar mensen die vroegen: ‘Waarom maken jullie dat veulen los?’ 6 Ze zeiden wat Jezus hun had opgedragen te zeggen en de mensen lieten hen begaan. 7 Ze brachten het veulen naar Jezus en legden hun mantels op het dier en hij ging erop zitten. 8 Velen spreidden hun mantels uit op de weg, anderen spreidden takken met bladeren uit, die ze in het veld afhakten. 9 Allen die voor hem uit liepen of achter hem aan kwamen, riepen luidkeels: ‘Hosanna! Gezegend hij die komt in de naam van de Heer. 10 Gezegend het komende koninkrijk van onze vader David. Hosanna in de hemel!’ 11 Hij trok Jeruzalem in en ging naar de tempel. Nadat hij alles in ogenschouw had genomen, ging hij – want het was al laat geworden – met de twaalf terug naar Betanië. 4 En als iemand jullie vraagt waarom jullie dat doen, zeg dan: “De Heer heeft het nodig, hij zal het meteen weer terugsturen.”’ 16 Khorhurd Preek 31 mei 2020 Vandaag viert onze heilige apostolische kerk het Pinksterfeest. Met de komst van de Heilige Geest werd er een nieuw hoofdstuk geopend in de geschiedenis van de mensheid die verder zal worden geschreven tot de wederkomst van de Heer. Met de komst van de Heilige Geest werd de fundering van de kerk van Jezus bevestigd en dankzij de gaven van de Heilige Geest konden de wijze en versterkte apostelen het licht van Onze Heer verspreiden over de hele wereld. Het is dankzij Hem dat de kerk er staat; door eeuwen en diverse beschavingen heen heeft ze het overleefd, door perioden van vernietiging en goddeloosheid. Op de dag van vandaag staat ze nog steeds sterk tegen alle stormen van de wereld en dit voor de glorie van de Heer Jezus Christus en de redding van Zijn getrouwe volgelingen. De lezing van vandaag brengt ons mentaal naar de Bovenzaal in Jeruzalem, waar de Heer Jezus Christus de laatste openbaringen deed voor Zijn geliefde apostelen en de laatste raad gaf voor Zijn lijden en kruisiging. “Dit alles zeg ik tegen jullie nu ik nog bij jullie ben. Later zal de Pleitbezorger, de Heilige Geest die de Vader jullie namens Mij zal zenden, jullie alles duidelijk maken en alles in herinnering brengen wat Ik tegen jullie gezegd heb”, zei Christus en vervolgde: “Ik laat jullie vrede na; Mijn vrede geef ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan. Maak je niet ongerust en verlies de moed niet” (Johannes 14: 25-27). Welke vrede heeft de Verlosser ons nagelaten, en hoe verhoudt deze zich tot Pinksteren? De vrede van Christus is de rust van de ziel die “niet is zoals die in de wereld wordt gegeven”. Dit is de vrede die de priester die de liturgie viert ons tientallen keren wenst in de hele heilige liturgie en wij antwoorden dat wij hem hetzelfde wensen voor zijn ziel. Het is dit verlangen naar vrede dat de kluizenaar ertoe dwingt de vreugdes en genoegens van de wereld op te geven en op de bergen en in woestijnen zichzelf af te zonderen. Veel mensen zijn op zoek naar deze vrede, maar slechts enkelen vinden dit, omdat ze hiernaar op zoek zijn op deze wereld, door valse fi losofi eën en hulp van valse leraren en dergelijke. In het twintigste hoofdstuk van het evangelie van Johannes, lezen we het gedeelte waar de opgestane Christus verschijnt aan Zijn discipelen. We zien dat de Heer hen begroet door te zeggen: “Ik wens jullie vrede”, en na deze woorden blies Hij over hen heen en zei: “Ontvang de Heilige Geest” (Johannes 20:19-22). En in zijn brief aan de Galaten maakt de apostel Paulus duidelijk dat vrede een van de vruchten van de Heilige Geest is. “Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing” (Galaten 5:22-23). Khorhurd 17
Page 18
De mens verloor zijn vrede toen hij door het gebod te overtreden vijandig werd tegenover de Schepper. Uit de opstandigheid en de zonde ontstond een enorme afgrond die de mens de vrede ontnam. De vrede was het resultaat van een directe verbinding tussen mens en God. Door die band te verbreken, ontnam de mens zichzelf al het goede dat alleen God kan geven. “Luisterde je maar naar mijn geboden, dan zou jouw vrede zijn als een rivier”, zegt de Heer in de profetie van Jesaja (48:18). Alleen in God kan de mens het ware geluk en vrede vinden, want zo zijn wij geschapen. Dat is onze essentie. En door te zondigen en ons niet te bekeren, verzetten we ons voortdurend tegen Gods heilige wil. In plaats van te vechten tegen de zonde, vechten we tegen de geboden van de Heer. In plaats van Christus de betekenis en het hoofddoel van ons leven te maken, kiezen we dwaas het pad van de zonde en vragen we ons dan af waarom we geen vrede vinden in onze families, in onze zielen, binnen de vrienden- en familiekringen. In ieder deel van ons leven, dag en nacht, tijdens vreugde en verdriet, moeten we onze band sterk houden met de Schepper. We mogen de kostbare gelegenheid en tijd die ons wordt gegeven niet verliezen. We moeten ijverig zijn in ons geestelijk leven en de vruchten van de Heilige Geest zullen niet lang op zich laten wachten. Deze hemelse vrede die door de Heilige Geest wordt gegeven, is een zalige staat van de ziel, een hemelse schat en een zegen van God. 18 Khorhurd Dit is een van de belangrijkste en kostbaarste geschenken die de Heer heeft nagelaten en die rechtstreeks uit de hemelse bron wordt gevoed. Alleen de vrede van de Heer is duurzaam, oprecht, volledig en onberispelijk. Evangelie: Marcus 14:1-26 Jezus met kostbare olie gebalsemd 141 De volgende dag zou het feest van Pesach en het Ongedesemde brood beginnen. De hogepriesters en schriftgeleerden zochten naar een mogelijkheid om hem door middel van een list gevangen te nemen en te doden. 2 Ze zeiden bij zichzelf: Tijdens het feest kan dat niet, want dan komt het volk in opstand. Toen hij in Betanië in het huis van Simon – degene die aan huidvraat had geleden – aanwezig was bij een feestmaal, kwam er een vrouw binnen. Ze had een albasten fl esje bij zich dat gevuld was met zeer kostbare, zuivere nardusolie. Ze brak het fl esje en goot de olie uit over zijn hoofd. 4 Sommige aanwezigen zeiden geërgerd tegen elkaar: ‘Waar is deze verkwisting goed voor? 5 Die olie had immers voor meer dan driehonderd denarie verkocht kunnen worden, en dat geld hadden we aan de armen kunnen geven.’ Ze voeren tegen haar uit. 6 en jullie kunnen weldaden aan hen bewijzen wanneer je maar wilt, maar ik zal niet altijd bij jullie zijn. 8 mijn lichaam nu al met olie gebalsemd, met het oog op mijn begrafenis. 9 waar ook maar ter wereld het goede nieuws 3 Maar Jezus zei: ‘Laat haar met rust, waarom vallen jullie haar lastig? Ze heeft iets goeds voor mij gedaan. 7 Want de armen zijn altijd bij jullie, Wat ze kon, heeft ze gedaan: ze heeft Ik verzeker jullie: verkondigd wordt, zal ter herinnering aan haar verteld worden wat zij heeft gedaan.’ Toen ging Judas Iskariot, een van de twaalf, naar de hogepriesters om hem aan hen uit te leveren. 11 10 Toen zij dit hoorden, waren ze opgetogen en beloofden ze hem geld te zullen geven. En hij zon op een mogelijkheid om hem op een geschikt moment uit te leveren. Het pesachmaal 12 Op de eerste dag van het feest van het Ongedesemde brood, wanneer het pesachlam wordt geslacht, zeiden zijn leerlingen tegen hem: ‘Waar wilt u dat wij voorbereidingen gaan treffen zodat u het pesachmaal kunt eten?’ 13 Hij stuurde twee van zijn leerlingen op pad en zei tegen hen: ‘Ga naar de stad. Daar zal een man die een kruik water draagt jullie tegemoet komen; volg hem, 14 nengaat, moeten jullie tegen de heer des huizes zeggen: “De meester vraagt: ‘Waar is het gastenvertrek waar ik met mijn leerlingen het pesachmaal kan eten?’” 15 bovenzaal wijzen, die al is ingericht en waar alles gereedstaat; maak daar het pesachmaal voor ons klaar.’ 16 de stad, en alles gebeurde zoals hij gezegd had, en ze bereidden het pesachmaal. Toen de avond was gevallen, kwam hij met de twaalf. 18 17 Terwijl ze aanlagen voor de maaltijd, zei Jezus: ‘Ik verzeker jullie: een van jullie, die met mij eet, zal mij uitleveren.’ 19 Ze werden bedroefd en vroegen een voor een aan hem: ‘Ik ben het toch niet?’ 20 ‘Het is een van jullie twaalf, die met mij uit Khorhurd 19 Maar hij zei tegen hen: De leerlingen vertrokken naar dezelfde kom eet. 21 Want de Mensenzoon zal heengaan zoals over hem geschreven staat, maar wee de mens door wie de Mensenzoon uitgeleverd wordt: het zou beter voor hem zijn als hij nooit geboren was.’ Terwijl ze aten, nam hij een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood, deelde het uit en zei: ‘Neem hiervan, dit is mijn lichaam.’ 23 En hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker, en allen dronken eruit. 24 zei tegen hen: ‘Dit is mijn bloed, het bloed van Hij het verbond, dat voor velen vergoten wordt. 25 Ik verzeker jullie: ik zal niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag komt dat ik er opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van God.’ 26 vertrokken ze naar de Olijfberg. en wanneer hij ergens bin22 Nadat ze de lofzang hadden gezongen, Hij zal jullie een grote
Page 20

Khorhurd April 2020


Page 0
Page 2
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd Maart 2020


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20
Page 24

Khorhurd februari 2020


Page 0
Page 2
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16

Khorhurd Januari 2020


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 16

Khorhurd december 2019


Page 0
Page 2
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd november 2019


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16

Khorhurd oktober 2019


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16

Khorhurd augustus 2019


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16

Khorhurd juli 2019


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd juni 2019


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd mei 2019


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16

Khorhurd april 2019


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd maart 2019


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20
Page 22
Page 24
Page 26
Page 28

Khorhurd februari 2019


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20
Page 24

Khorhurd januari 2019


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20
Page 24

Khorhurd december 2018


Page 4
Symboleny In de kerk wordt er op nieuwjaarsdag granaatappels gezegend. Waarom worden granaatappels gezegend op nieuwjaarsdag? Waar staan granaatappels symbool voor? In het christendom staan granaatappels symbool voor de kerk. De zaadjes van de granaatappel zitten dichtbij elkaar en houden elkaar vast door de schors. De schors staat symbool voor de kerk en de zaadjes de leden van de kerk. Zoals de schors de zaadjes dichtbij elkaar houdt, zo is het de taak van de kerk om de leden van de kerk ook dichtbij elkaar te brengen en te houden. Dit doet de kerk in de liefde van Christus. Wanneer de granaatappel wordt geopend, is te zien dat de granaatappel verdeeld is in verschillende delen. De granaatappel is een geheel verdeeld in verschillende stukken. Zo is de kerk ook; een geheel in diversiteit van mensen. 4 Khorhurd De kroon van de granaatappel staat symbool voor de kroon van de Koning der koningen, namelijk Jezus Christus. Ook staat het symbool voor Zijn macht over de wereld. De rode kleur van de granaatappel staat symbool voor de Bloed die Christus heeft vergoten voor onze zonden op het kruis. De granaatappel groeien in doornen totdat ze rijp zijn, dan vallen ze van de boom. Sint Gregori van Narek vergeleek dit met de mensen die leven op deze wereld. Zij maken moeilijkheden en tegenslagen mee voor de liefde van God, maar zolang zij dit volhouden, zullen zij na hun dood vrijkomen van deze narigheid en voor eeuwig leven in Christus, onze God. Badarak Dompelen Met de doxologie zijn de eucharistische gebeden afgesloten en wordt het Lichaam (brood) in het Bloed (wijn) gedompeld en gebroken om het aan alle gelovigen te geven. De priester bidt in stilte het volgende: Oh God onze Heer, U die ons christenen noemde in naam van Uw Zoon, en ons de doop schonk door de geestelijke doopvont ter kwijtschelding van onze zonden, en ons waardig maakte deel te nemen in het Lichaam en Bloed van Uw Eniggeborene. En nu, oh Heer, smeken we U, maak ons waardig dit heilige Mysterie te nemen ter kwijtschelding van onze zonden, en met dankzegging U te verheerlijken, samen met de Zoon en de heilige Geest, nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Gedurende dit stille gebed dompelt de priester het Lichaam in het Bloed. De priester draait zich daarna om en houdt de miskelk en schaal voor zich om aan het volk te tonen en zingt luid: (Ի սու րբ, ի սու րբ, պատու ական Մարմն ոյ եւ յԱրենէ Տեառն մե րոյ...) Laten we in heiligheid het heilige, heilige en eervolle Lichaam en Bloed van onze Heer en Verlosser Jezus Christus nuttigen, dat uit de hemel neerdaalt en onder ons wordt verdeeld. Dit is het Leven, Hoop, Verrijzenis, vergeving en kwijtschelding van zonden. Zing psalmen voor onze Heer God; Zing psalmen voor onze onsterfelijke hemelse Koning, die rijdt op de cherubijnen. Het Bloed wordt beschouwd als symbool voor het leven. 18U weet immers dat u niet met zoiets www.khorhurd.nl 5 vergankelijks als zilver of goud bent vrijgekocht uit het zinloze leven dat u van uw voorouders had geërfd, 19 maar met kostbaar bloed, van een lam zonder smet of gebrek, van Christus. (1 Petrus 1:18-19). De gemeenschap van gelovigen, de kerk, is het Lichaam van Christus, met Christus als haar Hoofd. Een lichaam is een eenheid die uit vele delen bestaat; ondanks hun veelheid vormen al die delen één lichaam. Zo is het ook met het Lichaam van Christus. 13 Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden, wij zijn allen van één Geest doordrenkt, of we nu Joden of Grieken zijn, of we nu slaven of vrije mensen zijn. 14 Immers, een lichaam bestaat niet uit één deel, maar uit vele. (1 Korintiërs 12:12-14). Het dompelen van het Lichaam van Christus in het Bloed symboliseert een spirituele doop van de gelovigen in Christus’ dood, begrafenis en Zijn glorieuze verrijzenis. Door het dompelen van het Lichaam, ofwel de kerk, in het Bloed wordt de verlossing door Zijn Bloed benadrukt. We zijn door de doop in Zijn dood met Hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden. (Romeinen 6:4) 4 12
Page 6
Overzicht In dit overzicht van de Heilige Liturgie worden de verschillende delen kort verwoord. Achter de delen staan de pagina’s waar het beschreven staat in het Heilige Liturgie boek van Surp Hoki Amsterdam. Tevens is er vermeld in welke editie het is besproken. Als er niets staat, is het niet besproken. I. Zuivering (april 2018) 1. Kleden (Wordt privé gedaan) 2. Zuivering (pag. 8 - 15, december 2017) a. Wassen van de handen b. Priester biecht zijn zonden tegen de gelovigen en vraagt hen te bidden voor hem. 3. Toetreding (Priester betreedt het altaar) (pag. 15 - 23, februari 2018) 4. Prothesis (Het gesloten gordijn symboliseert het mysterie van de incarnatie) (pag. 24 - 25, februari 2018) a. De priester ontvangt de off ergaven van het volk (brood en wijn) b. Priester off ert de giſt en aan God II. Synaxis (Liturgie van het Woord) (april 2018) 1. Bewieroking (Ashkharkalots) (Het gordijn wordt geopend en de priester en de diakenen lopen tussen het volk) (pag. 26 - 29, april 2017) 2. Enarxis (Het Koninkrijk van God wordt verklaard) (pag. 29 - 45, maart 2018) 3. Kleine intrede (Sourp Asdvadz (trisagion) wordt gezongen terwijl de diaken het Evangelie brengt) (pag. 45 - 49, mei 2018) 4. Bijbellezing (Lezingen uit het Oude Testament, het Nieuwe Testament en de Evangeliën) (pag. 50 - 51, juni 2018) 5. Geloofsbelijdenis (Havadamk) (Uiteenzetting van de basisbeginselen van ons geloof) (pag. 51 - 55, februari 2017) 6. Gebeden na de lezingen (Hiermee wordt de Synaxis, ofwel het onderwijzende onderdeel van de Liturgie beëindigd) (pag. 55 - 61, juli 2018) 6 Khorhurd Heilige Liturgie III. Eucharistie (Liturgie van het Eucharistie) (april 2018) 1. Collecte (“Nam”) a. Grote intrede (De priester doet zijn kroon en zijn slippers uit. De diaken brengt de giſt en) (pag. 62 - 67, maart 2017) b. Leggen van de off ergaven (De giſt en worden op het altaar gelegd) (pag. 67 - 69) c. Heilige kus (Voghchoeyn) (De Kerk en de gelovigen zijn één lichaam. De gelovigen tonen liefde door elkaar te kussen en te omhelzen en zeggen: “Krisdos i mech mer haydnetsav/Christus heeſt zich openbaard tussen ons” en antwoorden: “Orhnyal e haytnutyunn Krisdosi/Gezegend is de openbaring van Christus.”) (pag. 70 - 73, juni 2017) 2. Eucharistia (“Dankte”) a. Proloog (Dankzegging) (pag. 73 - 75, augustus 2018) b. Anamnese (Sourp, Sourp, Sourp wordt gezongen en de priester herhaald Christus’ woorden, “Neem, eet.. Matt. 26:26) (pag. 74 - 75, augustus 2017) c. Epiclese (De priester bidt dat de Heilige Geest neerdaalt in de off ergaven en het, het Lichaam en Bloed van Christus maakt.) (pag. 75 - 79, september 2017) d. Diptiek (De strijdende kerk herinnert en verenigt zich met de overwonnen kerk.) (pag. 79 - 85, oktober 2017) e. Gebed des Heren (We zijn kinderen van God geworden en roepen: “Onze Vader”.) (pag. 92 - 93) f. Buiging (De priester buigt samen met de gelovigen om hun nederigheid te tonen) (pag. 93 - 95) g. Verheffi ng (Verheff en van het Lichaam en Bloed) (pag. 94 - 95) h. Doxologie (Bezingen van de heerlijkheid van de Heilige Drie-eenheid) (pag. 94 - 97) 3. Breken (“Brak”) a. Dompelen (Spirituele doop in het leven-gevende Bloed) (pag. 96 - 97) b. Breken (De priester breekt het Brood voor de Heilige Communie) (pag. 96 - 99) 4. Communie (“At”) a. Gebed voor de Heilige Communie (Vreugde en dank) (pag. 99 - 105, mei 2017) b. Communie deelname (Gordijn is open) (pag. 106 - 107) c. Dankzegging (Gordijn is dicht) (pag. 107 - 109, januari 2018) IV. Afsluiting (april 2018) 1. Gebed te midden van de kerk (Priester daalt vanaf het altaar) (pag. 109 - 113) 2. Laatste lezing uit het Evangelie (Joh. 1:1-12 herinnert ons hoe Christus mens werd voor ons) (pag. 125 - 129) 3. Laatste zegening en afsluiting (De gelovigen kussen de Bijbel en nemen ‘mahs’ mee voor diegenen die niet naar de Liturgie konden komen) (pag. 130 - 131) www.khorhurd.nl 7 Heilige Liturgie
Page 8
Preek 2 december 2018 “Maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen.” – Lukas 13:5 Onze Heer en Verlosser Jezus Christus spreekt over bekering. Hij vertelt over bekende gebeurtenissen van Zijn tijd toen de Galileeërs werden gedood door Pilatus en de dood van 18 mensen door de val van de Siloamtoren. Hierna volgt een gelijkenis die alleen in het evangelie van Lucas voorkomt. Een man die drie achtereenvolgende jaren naar zijn wijngaard komt, vindt geen vruchten in de vijgenboom en beveelt de wijngaardenier om de onvruchtbare boom om te zagen. De wijngaardenier vraagt zijn eigenaar nog een jaar te wachten op resultaat. Wat is de onvruchtbare vijgenboom? Een mens die zichzelf niet rechtvaardigt in zijn missie. De tijd werkt zowel in ons voordeel als in ons nadeel. De tijd verstrijkt en we leven nog steeds met aardse verlangens, en vergeten het hemelse. Als Christenen vallen we van het ene uiterste in het andere wat betreft de bekering in het geestelijk leven. Enerzijds beschouwen we de bekering als het begin en tijdelijke fase van het spirituele pad. Anderzijds concentreren we ons zo op de bekering dat we de liefde en vreugde, die de Here Jezus ons heeft gegeven, vergeten. Het bekeren kan niet voorbij zijn. Het is een voortdurend vernieuwende beleving, gevoel en bewustzijn. Ons hele leven lang zijn we bezig met bekeren, omdat we voortdurend 8 Khorhurd vallen, voortdurend zondigen. We hebben constant behoefte aan bekering. Dat is de behoefte aan zelfrefl ectie en berouw. God wil laten zien dat Hij de loop van ons leven volgt en goede vruchten wil zien. Hij vertelt deze gelijkenis, omdat Hij de vrije wil van de mens nooit afneemt, zodat de mens, vanuit zijn eigen wil, vecht om zijn plaats in het Koninkrijk der Hemel. Voor een Christen is de zonde niet het ergste maar de onbewuste zonde. God wil de redding van ieder van ons. Hij wil dat ieder van ons berouw toont en zich bekeert. De bekering is een mooie manier voor een Christen om zijn zondes tegen zijn Schepper en de Goddelijke geboden te aanvaarden. De gehele Bijbel spreekt van een leven waarin God centraal staat. De kern hiervan is berouw, bewustzijn van zondes en dan liefde en genade. Maar bekering mag geen belemmering vormen voor het leven met liefde, vrede en geluk. In dit verhaal leert Christus ons om ons leven te leiden volgens de Goddelijke geboden. Zoals de wijngaardenier de eigenaar vroeg extra tijd te geven in de hoop dat de vijgenboom vruchten zou werpen, zo geeft onze Heer ons tijd in de hoop dat wij ook vruchten zullen werpen, goede vruchten. Evangelie: Lucas 13:1-9 Schuld en lijden 1 Er waren juist op dat tijdstip enigen bij Hem, die Hem berichtten over de Galileeërs van wie Pilatus het bloed met hun offers vermengd had. 2 En Jezus antwoordde en zei tegen hen: Denkt u dat deze Galileeërs grotere zondaars zijn geweest dan alle andere Galileeërs, omdat zij zulke dingen geleden hebben? 3 Ik zeg u: Nee, maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen. 4 Of die achttien, op wie de toren in Siloam viel en die daardoor gedood werden, denkt u dat zij meer schuld hebben gehad dan alle andere mensen die in Jeruzalem wonen? 5 Ik zeg u: Nee, maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen. De onvruchtbare vijgenboom 6 En Hij sprak deze gelijkenis: Iemand had een vijgenboom, die in zijn wijngaard geplant was. En hij kwam om daaraan vrucht te zoeken, maar vond die niet. 7 Toen zei hij tegen de wijngaardenier: Zie, ik kom nu al drie jaar vrucht zoeken aan deze vijgenboom en vind die niet. Hak hem om. Waarom beslaat hij de aarde nutteloos? 8 En hij antwoordde en zei tegen hem: Heer, laat hem ook nog dit jaar staan, totdat ik om hem heen gegraven en hem bemest heb. 9 Wellicht dat hij dan vrucht draagt. Maar zo niet, dan moet u hem alsnog omhakken. www.khorhurd.nl 9
Page 10
Preek 9 december 2018 “Iemand wilde een groot feestmaal geven en nodigde tal van gasten uit.” – Lukas 14:16 De lezing van vandaag is een van de gelijkenissen van onze Heer Jezus Christus. Het verhaal vertelt ons dat een koning een groot feest organiseert en wanneer hij zijn dienaren stuurt om de genodigden te roepen, vinden zij verschillende redenen om niet te gaan, weigeren de uitnodiging van de koning en doden zelfs de dienaren die gestuurd zijn. De koning wordt boos en beveelt zijn dienaren om voor de maaltijd iedereen uit te nodigen die hun pad zal kruisen, hetzij arm of rijk, goed of slecht, ziek of gezond. De dienaren gehoorzamen het bevel en nodigen iedereen uit in het huis van de koning. Deze gelijkenis beschrijft de intenties van de hemelse Koning, God de Almachtige, voor Zijn schepselen. De Heer heeft Zijn Koninkrijk voorbereid, heeft ieder van ons uitgenodigd en blijft ons uitnodigen en wacht op wat voor antwoord wij zullen geven. Immers, wanneer de klokken van de kerk elke dag luiden, worden wij geroepen tot de Goddelijke Liturgie of de dagelijkse dienst. Hier klinkt de uitnodiging van de Heer om de aardse zorgen en daden opzij te zetten en naar Gods huis te komen. Wanneer wij eerlijk tegen onszelf zijn zullen we zien hoeveel redenen we bereid zijn te verzinnen. We verwerpen allen de uitnodiging van de Heer en zoeken naar excuses om het te rechtvaardigen. De hemelse Koning, de Schepper van het hele universum, nodigt ons uit bij Hem thuis, en wij zeggen, “Wacht, Mijnheer, we hebben nu geen tijd. We zullen de klussen klaren en later komen; ons persoonlijke leven zullen we organiseren en pas later zullen we komen; later, als onze gezondheid of fi nanciële situatie verbeterd is, dan zullen we komen en bidden, pas dan zullen we U verheerlijken”. Deze reeks van excuses kan eindeloos doorgaan alleen maar omdat we de stem van de Heer willen blijven negeren. En terwijl we op die manier verder leven, zullen we op een dag zien dat ons leven in een vogelvlucht voorbij is gegaan en we niet bereid zijn om deel te nemen aan de maaltijd van de Heer. Jezus Christus zegt, “ Maar zoek eerst het Koninkrijk van God” (Mattheüs 6:33). Maar wij vergeten voortdurend het belangrijke en essentiële woord “eerst” terwijl onze gehele aandacht op dit woord gericht moet zijn. En bedroefd, zegt de Heer, “ velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren. “ (Mattheüs 22:14). 10 Khorhurd De eniggeboren Zoon van God bevrijdde ons met zijn verlossende en heilige bloed van onze gijzeling door de zonde en opende de weg voor ons naar het eeuwige leven. Het enige wat ons rest is dat wij Zijn uitnodiging niet weigeren, richting Zijn onschatbare offer en door ons levenswijze de dankbaarheid te tonen die we voor de Heer zouden moeten voelen. Laten we door ons levenswijze laten zien dat we de ware betekenis van een Christen hebben begrepen; de liefde en bereidheid hebben om je te offeren zowel voor God als voor de medemens. Evangelie: Lucas 14:12-24 De onbaatzuchtige gastheer 12 Zalig is hij die brood zal eten in het Koninkrijk van God. 16 Maar Hij zei tegen hem: Een zekere man bereidde een grote maaltijd en nodigde er velen. 17 Kom, want alle dingen zijn nu gereed. 18 En hij stuurde zijn dienaar eropuit tegen de tijd van de maaltijd om de genodigden te zeggen: En zij begonnen zich allen eensgezind te verontschuldigen. De eerste zei tegen hem: Ik heb een akker gekocht en ik moet er nodig op uit om die te bekijken. Ik vraag u: Houd mij voor verontschuldigd. 19 En een ander zei: Ik heb vijf span ossen gekocht en ik ga erheen om ze te keuren. Ik vraag u: Houd mij voor verontschuldigd. 20 En weer En Hij zei ook tegen hem die Hem uitgenodigd had: Wanneer u een middagof avondmaaltijd houdt, roep dan niet uw vrienden, ook niet uw broers, en niet uw familieleden of rijke buren, opdat ook zij u niet op hun beurt terugvragen en het u vergolden wordt. 13 Wanneer u echter een feestmaaltijd gereedmaakt, nodig dan armen, verminkten, kreupelen en blinden. 14 En u zult zalig zijn, omdat zij niets hebben om u te vergelden. Want het zal u vergolden worden in de opstanding van de rechtvaardigen. De grote maaltijd 15 Toen een van hen die mee aanlagen, deze dingen hoorde, zei hij tegen Hem: een ander zei: Ik heb een vrouw getrouwd en daarom kan ik niet komen. 21 En die dienaar kwam terug en berichtte deze dingen aan zijn heer. Toen werd de heer des huizes boos en zei tegen zijn dienaar: Ga er snel op uit naar de straten en stegen van de stad en breng de armen en verminkten en kreupelen en blinden hier binnen. 22 En de dienaar zei: Heer, het is gebeurd, zoals u bevolen hebt en nog is er plaats. 23 En de heer zei tegen de dienaar: Ga eropuit naar de landwegen en heggen en dwing hen binnen te komen, opdat mijn huis vol wordt. 24 Want ik zeg u dat niemand van die mannen die genodigd waren, mijn maaltijd proeven zal. www.khorhurd.nl 11
Page 12
Preek 16 december 2018 “Het is onvermijdelijk dat er mensen ten val worden gebracht, alleen: wee degene die daarvoor verantwoordelijk is!” – Lukas 17:1 De verleidingen op aarde zien er aantrekkelijk uit, en de mens struikelt en glijdt van het pad dat God voor hem heeft voorbestemd. Degenen die verleidingen veroorzaken en er verantwoordelijk voor zijn, zijn tegen de verlossende Wil van God. Onthoud dat de eerste verleider, de oorzaak van verleiding, de duivel was maar de mens door zijn vrije wil de verleiding aanging. Christus zegt: “ wee hem door wie deze komen. “ (Lukas 17:1) en als voortzetting van Zijn woord, voegt onze Heer eraan toe: “Het zou voor hem nuttiger zijn als hem een molensteen om zijn hals was gedaan en hij in de zee was geworpen dan dat hij één van deze kleinen zou doen struikelen.“ (Lucas 17:2). Iedere daad dat wordt gedaan in de naam van de Heer heeft Zijn zegen, maar een daad die een verleiding veroorzaakt, is onaanvaardbaar voor de Heer. Ieder van ons leeft in de hoop erfgenaam te worden van het eeuwige leven en voor ons is het niet alleen belangrijk om onderweg hiernaar niet verleidt worden maar ook om niet de oorzaak ervan zijn. Soms worden mensen verleid met kansen en komen vervolgens in beproevingen en moeilijkheden, omdat ze de situatie niet op de juiste manier kunnen inschatten. Soms vallen mensen in verleiding, omdat ze niet sterk staan in hun geloof. Een ieder is verantwoordelijk voor de redding van zijn ziel door de goddelijke geboden ten grondslag te leggen in zijn christelijke deugde. Door Christus te volgen en in christelijke deugden te blijven, verricht de mens goede daden. Door goede daden te verrichten, overwint een christen het kwaad omdat het kwaad niet op zichzelf bestaat, maar het ontstaat door de afwezigheid van het goede en door goede daden te verrichten wordt het kwaad geneutraliseerd en vernietigt. Om in goedheid te leven en goede daden te verrichten, is het noodzakelijk dat we ons leven voortdurend vernieuwen met God. Een ware christen moet dagelijks het kwaad neutraliseren door zich geestelijk te vernieuwen, de verleidingen van de buitenwereld moeten bij hem of haar 12 Khorhurd stoppen en niet verder verspreidt worden en de aanwezigheid van God in hen moet voortdurend vernieuwd worden om zo het licht en de warmte te worden voor de mensen om hen heen. Evangelie: Lucas 17:1-10 Struikelblokken 1 zei: Als u een geloof had als een mosterdzaadje, zou u tegen deze moerbeiboom zeggen: Word ontworteld en in de zee geplant, en hij zou u gehoorzamen. Heer en knecht 7 En Hij zei tegen de discipelen: Het is onmogelijk dat er geen struikelblokken komen, maar wee hem door wie deze komen. 2 Het zou voor hem nuttiger zijn als hem een molensteen om zijn hals was gedaan en hij in de zee was geworpen dan dat hij één van deze kleinen zou doen struikelen. Vergevensgezindheid 3 Wees op uw hoede. Als nu uw broeder tegen u zondigt, bestraf hem. En als hij tot inkeer komt, vergeef hem. 4 En wie van u die een dienaar heeft die ploegt of de kudde weidt, zal meteen, als hij van de akker komt, tegen hem zeggen: Kom maar en ga aanliggen? 8 Zal hij echter niet tegen hem zeggen: tref voorbereidingen, zodat ik vanavond de maaltijd kan gebruiken, omgord u en bedien mij, totdat ik gegeten en gedronken heb, en eet en drinkt u daarna? 9 Hij bedankt die dienaar toch zeker niet, omdat hij gedaan heeft wat hem opgedragen was? Ik meen van niet. 10 En als hij zevenmaal per dag tegen u zondigt en zevenmaal per dag naar u terugkomt en zegt: Ik heb berouw, dan zult u hem vergeven. Geloof als een mosterdzaad 5 En de apostelen zeiden tegen de Heere: Vermeerder ons het geloof. 6 Zo moet ook u, wanneer u gedaan hebt al wat u opgedragen is, zeggen: Wij zijn onnutte dienaren, want wij hebben slechts gedaan wat wij moesten doen. En de Heere www.khorhurd.nl 13
Page 14
Preek 23 december 2018 “Hij ging naar huis als iemand die rechtvaardig is in de ogen van God.” – Lukas 18:14 In hoofdstuk 18 van het evangelie van Lukas vertelt de Heer Jezus in de gelijkenis van de ‘Farizeeër en de tollenaar’ een oneindige waarheid voor alle tijden. Hij toont een dodelijke ziekte die in ons allen aanwezig is, schijnheiligheid. We moeten het in ons ontdekken en ons genezen hiervan, want het is een kwestie van leven en dood voor ieder van ons. Laten we proberen te openbaren wat de Heer Jezus Christus ons wilde leren door middel van deze gelijkenis. Twee personen gingen naar de tempel om te bidden. De farizeeër werd beschouwd als religieus en Godvrezend door de maatschappij van die tijd. In zijn gebed dankt hij God dat hij zo goed is e niet lijkt op de tollenaar die beetje verderop naast hem bidt. De tollenaar was de belastinginner van die tijd en werd gehaat door de maatschappij. De persoon die door de maatschappij gehaat werd, sloeg op zijn borst en vraagt genade aan God voor zich, een zondaar. Christus concludeert Zijn woord met de eeuwige waarheid en zegt: “Deze man ging gerechtvaardigd terug naar zijn huis, in tegenstelling tot die andere. Want ieder die zichzelf verhoogt, zal vernederd worden en wie zichzelf vernedert, zal verhoogd worden.” (Lucas 18:14). We moeten ook inzien dat Christus voor het vertellen van deze gelijkenis, benadrukt aan wie deze gelijkenis is gericht. “Hij sprak ook met het oog op sommigen die van zichzelf overtuigd waren dat 14 Khorhurd zij rechtvaardig waren en alle anderen minachtten.” (Lucas 18:9). Farizeeërs waren over de eerste en ook hier stonden ze vooraan in de tempel, om hun voorrang te tonen aan de mensen maar ook aan God. Maar hiermee toonden ze ook hun ijdelheid. Als iemand bidt, neemt hij aan dat het een totale afzondering een eenheid is met zijn Schepper. Wanneer iemand in gebed is moet diegene zich concentreren op de verbinding tussen God en zichzelf en niet concentreren op wie er naast hem bevindt, waarmee die ander bezig is, zoals de farizeeër dat deed door in zijn gebed te wijzen naar de tollenaar. De farizeeër had een verkeerde perceptie op het gebed, net zoals velen van ons ook hebben. In het ware gebed is volmaakte nederigheid en vrees jegens God nodig. Maar in het gebed, zoals de farizeeër dacht, is het niets meer dan een lofprijzing voor zichzelf. Dit is een voorbeeld over zelfvertrouwen en opscheppen dat niet wordt geaccepteerd door onze Heer. Zoals Salomo in zijn spreuken zegt: “Laat een ander je prijzen, doe het niet zelf, laat het over aan een vreemde, zie er zelf van af.” (Spreuken 27:2). De farizeeër probeert zichzelf te overtuigen dat het door zijn eigen toedoen is dat hij heeft bereikt wat hij heeft bereikt, en niet door Gods genade en Zijn gaven. Hij probeert zichzelf te overtuigen dat hij onschuldig en goed is, dat hij beter is dan de anderen en vooral die tollenaar. De kerk is een unieke ontmoetingsplaats tussen de zieke en zijn Genezer. De door zonden ziek geworden zieken komen naar de kerk om hun ziektes, hun zondes, te biechten voor de Grote Genezer en genezen worden hiervan. God wilt ons ver houden van schijnheiligheid, zodat hoe veel goede en geestelijke daden we ook doen, we niet zullen vallen in ijdelheid en arrogantie en ons beter achtten dan anderen. Zelfs heilige Grigor Narekatsi, die een van de grootste heilige is van de kerk en met zijn gebeden vele wonderen en genezingen hebben plaatsgevonden, beschouwd zichzelf als de schuldigste van de schuldigen. Laten we nu de tollenaar beschouwen, die ergens in een hoekje bad en zelfs zijn blik niet naar de hemel durfde te richten. Hij sloeg droevig op zijn borst en zei: “God, wees mij, zondaar, genadig.” In de tollenaar zien de waarlijke bidder. Hij streeft er niet naar om vooraan de staan, want hij vertrouwt erop dat God hem op dezelfde manier ziet, ongeacht waar hij zich bevindt. Ook het op een afstand staan van de tollenaar laat zien dat de tollenaar zich klein voelt en zich nederig opstelt tegen zijn Schepper. Johannes de Doper, die geliefd was door God, was angstig door Christus’ nabijheid en achtte zichzelf zelfs niet waardig om de riemen van Zijn sandalen los te maken (Marcus 1:7). De zondares maakte Christus’ voeten nat met haar tranen (Lucas 7:38). Dus de waarlijke bidder moet echte nederigheid en bevrediging tonen. De tollenaar accepteert zijn zondes en vraagt om hulp aan de Genezer, door te zeggen “wees mij, zondaar, genadig.” Het gebed van de tollenaar is een voorbeeld www.khorhurd.nl 15 van een waarlijk nederig gebed en dit voorbeeld moeten wij altijd in onze gedachten hebben. En nederigheid is niet alleen maar oneindig klaagliederen en jammeren voor onze schuld en ook niet om onszelf te vernederen, want niemand kan zich meer vernederen dan dat zijn zonden dat doen. Nederigheid is een eerlijke waardering die wij geven aan onszelf. Door God te kennen en ons te vergelijken met God zien wij wie wij zijn in vergelijking tot God. Wanneer wij bewust worden van onze schuld en de grootheid van Gods offer voor onze verlossing begrijpen, buigen we onze hoofd en zegt ons hart nederig alleen maar: “Heer ontferm u over mij, een groot zondaar.” Evangelie: Lucas 18:9-14 De Farizeeër en de tollenaar 9 En Hij sprak ook met het oog op sommigen die van zichzelf overtuigd waren dat zij rechtvaardig waren en alle anderen minachtten, deze gelijkenis: 10 Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden. De één was een Farizeeër en de ander een tollenaar. 11 De Farizeeër stond daar en bad dit bij zichzelf: O God, ik dank U dat ik niet ben zoals de andere mensen: rovers, onrechtvaardigen, overspelers of ook als deze tollenaar. 12 Ik vast tweemaal per week. Ik geef tienden van alles wat ik bezit. 13En de tollenaar bleef op een afstand staan en wilde ook zelfs zijn ogen niet naar de hemel opheffen, maar sloeg op zijn borst en zei: O God, wees mij, de zondaar, genadig. 14 Ik zeg u: Deze man ging gerechtvaardigd terug naar zijn huis, in tegenstelling tot die andere. Want ieder die zichzelf verhoogt, zal vernederd worden en wie zichzelf vernedert, zal verhoogd worden.
Page 16
Preek 30 december 2018 “De belangrijkste van jullie moet de minste worden en de leider de dienaar” – Lukas 22:26 Het evangelie van Lucas vertelt over de discussie tussen de discipelen van de Heer over wie de grootste is. Net zoals de Heer in andere evangelies aangeeft, leert Hij zijn discipelen ook deze keer dat de weg naar grootheid in nederigheid en in dienstbaarheid is. “De belangrijkste van jullie moet de minste worden en de leider de dienaar. Want wie is belangrijker, diegene die aanligt om te eten of diegene die bedient? Is het niet diegene die aanligt? Maar ik ben in jullie midden als iemand die dient” (Lucas 22:26-27). De Evangelist legt niet precies uit waardoor die discussie begon tussen de discipelen. Wanneer wij de regels hiervoor lezen over het laatste avondmaal zegt de Heer Jezus dat de verrader aan dezelfde tafel zit,. Hierom veronderstellen we dat de discussie begon over wie hem zou verraden en uiteindelijk leidt tot wie de grootste is. Desondanks het belangrijkste hierin is het antwoord van de Heer. Jezus antwoordde hen met twee voorbeelden. Het eerste voorbeeld was een negatief voorbeeld van koningen die hun volk onderdrukten, dus het voorbeeld dat niet gevolgd moet worden. Het tweede voorbeeld was het voorbeeld van de Mensenzoon, die hen kort geleden het 16 Khorhurd grootste voorbeeld gaf van zachtmoedigheid en nederigheid, door de voeten van Zijn discipelen te wassen. Heilige Antonius van Egypte zegt: “Nederigheid en zachtmoedigheid brengen de mensen van de aarde naar de hemel.” Trots wordt als een ernstige zonde gezien door de kerkvaders. Ze zeggen dat de resterende zonden enigszins gerechtvaardigd kunnen worden in sommige ongunstige leefomstandigheden, maar trots niet. Er is geen grotere zonde dan trots, de wortel van al het kwaad. Daarom moeten wij waken voor het begaan van deze grote zonde, omdat wij het pad van het geloof hebben gekozen, het pad van Christus. Vaak zit deze zonde verborgen achter zulke deugden als nederigheid. Om niet in zo een geestelijk gevaarlijke situatie terecht te komen, moeten we voortdurend bidden en het nederige leven van de heiligen en het voorbeeld van ware nederigheid van de Heer Jezus Christus altijd voor ogen houden. Ware nederigheid is net zo noodzakelijk voor de mens als zuurstof en water, omdat het alleen ware nederigheid is die een zondaar op Christus laat lijken en hem leidt naar de gewenste verlossing. Evangelie: Lucas 22:24-30 De ware eer 24 iemand die dient. 27Want wie is belangrijker: Er ontstond ook onenigheid onder hen over wie van hen geacht werd de belangrijkste te zijn. 25 En Hij zei tegen hen: De koningen van de volken heersen over hen, en wie macht over hen hebben, worden weldoeners genoemd. 26 Bij u echter moet dat zo niet zijn, maar de belangrijkste onder u moet als de jongste worden en wie leiding geeft als hij die aanligt of hij die bedient? Is het niet hij die aanligt? Ik echter ben in uw midden als Iemand Die dient. 28 En u bent het die steeds bij Mij gebleven bent in Mijn verzoekingen. 29 En Ik beschik u het Koninkrijk, zoals Mijn Vader dat aan Mij beschikt heeft, 30 opdat u eet en drinkt aan Mijn tafel in Mijn Koninkrijk en op tronen zit en de twaalf stammen van Israël oordeelt. www.khorhurd.nl 17
Page 18
Vr aag en antwoord Waarom zijn er 4 evangelies? Evangelie, wat betekent dat eigenlijk? Het woord evangelie is in Grieks en betekent goede boodschap (Eu = Goed, Angelion = Boodschap). In de Bijbel staan 4 evangeliën. De evangelie van Matteüs, Markus, Lucas en Johannes. In een Evangelie wordt het levensverhaal van Jezus beschreven. Maar waarom zijn er nou 4 Evangeliën vragen veel mensen zich af. Waarom wordt het verhaal van Jezus door 4 verschillende mensen beschreven? Daar is een reden voor. God heeft ons 4 evangeliën gegeven zodat wij een completer beeld te krijgen van het leven van Jezus. God gebruikte verschillende auteurs met verschillende achtergronden en verschillende persoonlijkheden. Elke auteur had zijn eigen doelen en aspecten om het verhaal van Jezus te verkondigen. Mattheüs bijvoorbeeld heeft als doel om de mensen te laten weten dat Jezus de lang 18 Khorhurd verwachte Messias was, en dat we daar in moesten geloven. Markus benadrukt juist dat Jezus zijn leven heeft gegeven voor ons om onze zonden te vergeven en dat we hem daar altijd dankbaar voor moeten zijn. Lucas vertelt ons dat Jezus de ‘Zoon van de mens’ is. Hiermee wil hij de menselijkheid van Jezus laten zien en dat we altijd bij Jezus terecht kunnen met onze vragen. De evangelie van Johannes is anders dan de evangeliën van Mattheüs, Marcus en Lucas. Johannes beschrijft niet zozeer het leven van Jezus maar het geloof. Hij vertelt ons over de ‘Godheid’ van Jezus. Zoals Jezus mens maar tegelijk ook Zoon van God is en dat we altijd met Jezus moeten leven en in hem moeten geloven. Omdat er 4 evangeliën zijn geeft God ons de mogelijkheid om zelf punten eruit te halen die we willen leren over God om zo ons geloof te versterken. Heiligen De heilige Apostelen Thaddeus en Bartholomeus Waarom zijn zij heilig verklaard? De heiligen Thaddeus en Bartholomeus, twee van de twaalf apostelen, waren de eerste evangeliepredikers van Armenië. Zij werden daar gemarteld door hun geloof. Ze gaven de Armeense kerk haar apostolische identiteit en verdienden de titel: ‘Eerste verlichters van Armenië’ Wat is het leven van de heilige? Bartholomeus Nathanaël, was de zoon van Talmai en woonde in Kana (in Galilea). Bartholomeus was rond 66 na Christus in Armenië aangekomen. Hij werd gemarteld in Hadamakert, ten zuidoosten van Lake Van. Thaddeus, zoon van Alpheus woonde ook in Galilea. Thaddeus kwam rond 43 na christus naar Armenië om het christendom te prediken. Hij werd gemarteld in het zuidoosten van Armenië. Zijn tombe ligt in het Armeense klooster van St. Thaddeus (Iran), waar een kapel werd gebouwd in de derde eeuw. Wat voor boodschap kunnen wij meenemen in ons leven? Na de kruisiging van Jezus zijn de apostelen het christendom gaan preken in velen landen, ondanks het feit dat ze ook achtervolgd en vermoord zouden kunnen worden door mensen die tegen de christendom waren. Dat wilt zeggen dat ze niet angstig waren en toch nog door zijn gaan preken omdat ze wisten dat God met hun was en dat ze niet bang hoefden te zijn. www.khorhurd.nl 19
Page 20

Khorhurd november 2018


Page 0
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 20

Khorhurd augustus 2018


Page 0
Page 2
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20

Khorhurd juli 2018


Page 4
Symbolen Op 8 juli vieren wij één van de vijf belangrijkste feestdagen binnen de Armeense kerk, namelijk de transfiguratie van onze Heer Jezus Christus, Baydazaragerbutyun (Markus 9: 2-13, Mattheüs 17:1-8, Lucas 9:28-36). Wanneer Jezus drie van zijn discipelen meenam op de berg transfigureerde Hij voor hun ogen. Zijn kleding werd wit als het licht en zijn gezicht straalde als de zon. Er verschenen bij Jezus twee mannen die met Hem spraken, namelijk Mozes en Elia. Deze feestdag heeft vele betekenissen waarvan wij, als christenen, kunnen leren. Ook is er een diepgaande symbolieke betekenis van de verschijning van Mozes en Elia die bij Jezus stonden. Mozes staat symbool voor de Wet en allen die zijn gestorven. Elia staat symbool voor de profeten en allen die levend zijn in Christus (Elia heeft namelijk de dood niet ervaren). De aanwezigheid van hen laat zien dat de Wet en profeten, de levenden en doden allen getuigen dat Jezus de Messias is en de vervulling is van het Oude Testament. ‘U bent de vervulling van de wetten en de profeten, Christus God onze Redder. U heeft al het verlossende wil van de Vader vervuld. Vervul ons nu ook met Uw Heilige Geest’. Dit is het stuk waar de priester elke zondag mee afsluit tijdens de Heilige Liturgie. Ook hier zien wij de verwijzing naar Christus die alles heeft volbracht en dat Hij de reden is van wat er geschreven staat in de geschriften. 4 Khorhurd Badarak Gebeden na de lezingen Na de Bijbellezingen en de geloofsbelijdenis volgt een litanie en gebed. Een litanie is een reeks van smeekbeden die door de diaken uitgesproken worden, afgewisseld door korte antwoorden van het koor en het volk. De litanie wordt vervolgd met een gebed. Zolang de offergaven niet gebracht zijn bidt de priester tot Christus. Nadat de offergaven gebracht zijn richt de priester zich tot de Vader en schenkt hij Christus, namens ons, aan de Vader. Hier bidt de priester naar Christus en bidt als volgt: ‘Onze Heer en Verlosser Jezus Christus, U bent groot met Uw barmhartigheid en overvloedig in Uw weldadigheid. U, die vrijwillig, voor onze zonden, het lijden aan het kruis en de dood duldde. En de gaven van de Heilige Geest rijkelijk schonk aan de zalige apostelen. Wij smeken U, Heer, laat ons deelnemen aan de Goddelijke geschenken van U, vergeving van de zonden en de toelating van de Heilige Geest. Zodat wij waardig mogen zijn U dank te betuigen en U te verheerlijken met de Vader en de Heilige Geest, nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen.’ De priester geeft hierna zijn zegening. Na de zegening en de buiging naar God vervolgt de priester zijn gebed: ‘Met Uw vrede, Christus onze Redder, die elke gedachte en woord te boven gaat, versterk ons en behoud ons zonder vrees van alle kwaad. Maak ons gelijk aan Uw ware aanbidders, die U met hun geest en waarlijk aanbidden, want U, de Heilige Drie-Eenheid, behoren glorie, heerschappij en eer, nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. De Liturgie van het Woord sluit af met de zegening. Nadat de diaken naar de priester roept: ‘Zegen heer,’ zegent de priester zeggende: ‘ De Heer God zegene u allen.’ Na dit gebed doet de priester zijn kroon af. Tot dusver symboliseerde de priester Christus maar nu het Lichaam en Bloed van Christus op het altaar komt, staat de priester zijn symbolische positie af. Hij bereidt zich voor om als nederige dienaar het Lichaam en Bloed van de Zoon te dienen. De diaken preekt het volk en leert hen te bidden en te smeken en de priester bidt voor het volk en legt hun smeekbedes voor aan God. En wie van u die een dienaar heeft die ploegt of de kudde weidt, zal meteen, als hij van de akker komt, tegen hem zeggen: Kom maar en ga aanliggen? 8 7 Zal hij echter niet tegen hem zeggen: tref voorbereidingen, zodat ik vanavond de maaltijd kan gebruiken, omgord u en bedien mij, totdat ik gegeten en gedronken heb, en eet en drinkt u daarna? 9 Hij bedankt die dienaar toch zeker niet, omdat hij gedaan heeft wat hem opgedragen was? Ik meen van niet. 10 Zo moet ook u, wanneer u gedaan hebt al wat u opgedragen is, zeggen: Wij zijn onnutte dienaren, want wij hebben slechts gedaan wat wij moesten doen. (Lucas 17-7-10) www.khorhurd.nl 5
Page 6
Overzicht In dit overzicht van de Heilige Liturgie worden de verschillende delen kort verwoord. Achter de delen staan de pagina’s waar het beschreven staat in het Heilige Liturgie boek van Surp Hoki Amsterdam. Tevens is er vermeld in welke editie het is besproken. Als er niets staat, is het niet besproken. I. Zuivering 1. Kleden (Wordt privé gedaan) 2. Zuivering (pag. 8 - 15, december 2017) a. Wassen van de handen b. Priester biecht zijn zonden tegen de gelovigen en vraagt hen te bidden voor hem. 3. Toetreding (Priester betreedt het altaar) (pag. 15 - 23, februari 2018) 4. Prothesis (Het gesloten gordijn symboliseert het mysterie van de incarnatie) (pag. 24 - 25, februari 2018) a. De priester ontvangt de offergaven van het volk (brood en wijn) b. Priester offert de giften aan God II. Synaxis (Liturgie van het Woord) 1. Bewieroking (Ashkharkalots) (Het gordijn wordt geopend en de priester en de diakenen lopen tussen het volk) (pag. 26 - 29, april 2017) 2. Enarxis (Het Koninkrijk van God wordt verklaard) (pag. 29 - 45, maart 2018) 3. Kleine intrede (Sourp Asdvadz (trisagion) wordt gezongen terwijl de diaken het Evangelie brengt) (pag. 45 - 49) 4. Bijbellezing (Lezingen uit het Oude Testament, het Nieuwe Testament en de Evangeliën) (pag. 50 - 51) 5. Geloofsbelijdenis (Havadamk) (Uiteenzetting van de basisbeginselen van ons geloof) (pag. 51 - 55, februari 2017) 6. Gebeden na de lezingen (Hiermee wordt de Synaxis, ofwel het onderwijzende onderdeel van de Liturgie beëindigd) (pag. 55 - 61) 6 Khorhurd Heilige Liturgie III. Eucharistie (Liturgie van het Eucharistie) 1. Collecte (“Nam”) a. Grote intrede (De priester doet zijn kroon en zijn slippers uit. De diaken brengt de giften) (pag. 62 - 67, maart 2017) b. Leggen van de offergaven (De giften worden op het altaar gelegd) (pag. 67 - 69) c. Heilige kus (Voghchoeyn) (De Kerk en de gelovigen zijn één lichaam. De gelovigen tonen liefde door elkaar te kussen en te omhelzen en zeggen: “Krisdos i mech mer haydnetsav/Christus heeft zich openbaard tussen ons” en antwoorden: “Orhnyal e haytnutyunn Krisdosi/Gezegend is de openbaring van Christus.”) (pag. 70 - 73, juni 2017) 2. Eucharistia (“Dankte”) a. Proloog (Dankzegging) (pag. 73 - 75) b. Anamnese (Sourp, Sourp, Sourp wordt gezongen en de priester herhaald Christus’ woorden, “Neem, eet.. Matt. 26:26) (pag. 74 - 75, augustus 2017) c. Epiclese (De priester bidt dat de Heilige Geest neerdaalt in de offergaven en het, het Lichaam en Bloed van Christus maakt.) (pag. 75 - 79, september 2017) d. Diptiek (De strijdende kerk herinnert en verenigt zich met de overwonnen kerk.) (pag. 79 - 85, oktober 2017) e. Gebed des Heren (We zijn kinderen van God geworden en roepen: “Onze Vader”.) (pag. 92 - 93) f. Buiging (De priester buigt samen met de gelovigen om hun nederigheid te tonen) (pag. 93 - 95) g. Verheffing (Verheffen van het Lichaam en Bloed) (pag. 94 - 95) h. Doxologie (Bezingen van de heerlijkheid van de Heilige Drie-eenheid) (pag. 94 - 97) 3. Breken (“Brak”) a. Dompelen (Spirituele doop in het leven-gevende Bloed) (pag. 96 - 97) b. Breken (De priester breekt het Brood voor de Heilige Communie) (pag. 96 - 99) 4. Communie (“At”) a. Gebed voor de Heilige Communie (Vreugde en dank) (pag. 99 - 105, mei 2017) b. Communie deelname (Gordijn is open) (pag. 106 - 107) c. Dankzegging (Gordijn is dicht) (pag. 107 - 109, januari 2018) IV. Afsluiting 1. Gebed te midden van de kerk (Priester daalt vanaf het altaar) (pag. 109 - 113) 2. Laatste lezing uit het Evangelie (Joh. 1:1-12 herinnert ons hoe Christus mens werd voor ons) (pag. 125 - 129) 3. Laatste zegening en afsluiting (De gelovigen kussen de Bijbel en nemen ‘mahs’ mee voor diegenen die niet naar de Liturgie konden komen) (pag. 130 - 131) www.khorhurd.nl 7 Heilige Liturgie
Page 8
Preek 1 juli 2018 “En nadat hij de mensen opdracht had gegeven op het gras te gaan zitten, nam hij de vijf broden en de twee vissen, keek omhoog naar de hemel, sprak het zegengebed uit en brak de broden; hij gaf ze aan de leerlingen, en de leerlingen gaven ze door aan de mensen” – Matteüs 14:19 Het evangelie van vandaag vertelt ons hoe de Heer Jezus op wonderbaarlijke wijze vijf broden en twee vissen vermenigvuldigde en meer dan vijfduizend mensen voedde. De vermenigvuldiging van het brood was niet het eerste wonder van Christus. Vóór die tijd had Jezus een verlamde man genezen (Matteüs 9:2),de dochter van Jaïrus opgewekt (Matteüs 14: 25), evenals twee blinden en stommen genezen (Matteüs 9: 29) en heeftdaarnaast nog andere wonderen verricht. Echter, zowel de apostelen als de mensen realiseerden zich niet en kenden niet wie Christus was. En daarom bereidde Christus het publiek voor, alvorens het verrichten van een wonder. Bij het vallen van de avond kwamen de leerlingen naar Jezus toe en zeiden: “Dit is een afgelegen plaats en het is al laat. Stuur de mensen weg, laat ze naar de dorpen gaan om eten voor zichzelf te kopen”(Matteüs 14:15). Jezus vroeg vervolgens aan Filippus waar het mogelijk is om brood te kopen voor de mensen. Deze woorden van Christus waren ervoor om te zien in hoeverre de 8 Khorhurd apostelen hem vertrouwden na het zien van zoveel wonderen. Zo niet, dan had hij al besloten wat te doen. Hij gaf de apostelen de opdracht om te gaan kijken wat ze hadden. Ze meldden dat een jonge man slechts vijf broden en twee vissen heeft. Christus nam de vijf broden en twee vissen in zijn handen, met zijn ogen opheffend naar de hemelse Vader, biddend en zegenend terwijl hij het brood brak om het aan de discipelen te geven, en de discipelen aan de mensen. In het wonder van het brood onthult de Heer zijn barmhartigheid aan de zwakken. Hij had genade met de mensen die Hem zonder voedsel gevolgd hebben naar verlaten plaatsen en honger hadden. En de mensen? Dankzij dit wonder beseften de mensen dat hun Verzorger bovenmenselijke capaciteiten had. Rekening houdende daarmee wilden de mensen Jezus tot koning uitroepen. Jezus verkondigen als koning had nog een belangrijke reden. De Heer openbaarde zoveel noodzakelijke waarheden aan Zijn luisteraars om de perfectie van het menselijk leven te bereiken, dat de mensen enthousiast en opgewonden zouden moeten roepen: “Zie, onze langverwachte Leraar, laat ons Hem volgen, waar Hij ook zal zeggen.” Maar nee. De mensen besluiten hun Koning pas te verkondigen nadat ze tevreden zijn en voldoen aan hun meest veeleisende fysieke eisen op dat gegeven moment. De psychologie van de moderne mens is bijna zoals die van de inwoners van het oude Galilea. Jezus accepteerde niet de wens van het volk om Hem tot koning te verkondigen, net zoals Hij destijds de verleiding van satan niet aanvaarde, die hem macht over de wereld aanbood, want het Koninkrijk van God is niet van deze wereld. De waarden van deze wereld, die voor ons heel belangrijk lijken, vervagen in het licht van Goddelijke gerechtigheid, tot een hoopje as van vruchteloze hoop. “U moet geen moeite doen voor voedsel dat vergaat, maar voor voedsel dat niet vergaat een eeuwig leven geeft; de Mensenzoon zal het u geven, want de Vader, God zelf, heeft hem die volmacht gegeven” (Johannes 6:27). Evangelie: Mattheüs 14:13-21 De eerste wonderbare spijziging 13 een grote menigte, en Hij was innerlijk met ontferming bewogen over hen en genas hun zieken. 15 Toen het avond werd, kwamen Zijn discipelen naar Hem toe en zeiden: Deze plaats is eenzaam en de tijd is nu verstreken; stuur de menigte weg, zodat zij naar de dorpen kunnen gaan om voor zichzelf voedsel te kopen. 16 Jezus zei echter tegen hen: Het is niet nodig dat zij weggaan, geeft u hun te eten. 17 Hij zei: Breng ze hier bij Mij. 19 En Hij gaf de Maar zij zeiden tegen Hem: Wij hebben hier niets dan vijf broden en twee vissen. 18 menigte opdracht op het gras te gaan zitten; en Hij nam de vijf broden en de twee vissen, en terwijl Hij opkeek naar de hemel, zegende Hij ze. En toen Hij ze gebroken had, gaf Hij de broden aan de discipelen, en de discipelen gaven ze aan de menigte. 20 En zij aten allen en werden verzadigd, en ze raapten het overschot van de stukken brood op, twaalf manden vol. 21 Zij die gegeten hadden, waren ongeveer vijfduizend mannen, de vrouwen en de kinderen niet meegeteld. En toen Jezus dit hoorde, vertrok Hij vandaar met een schip naar een eenzame plaats, alleen; en de menigte, die dat hoorde, volgde Hem te voet vanuit de steden. 14 En toen Jezus uit het schip ging, zag Hij www.khorhurd.nl 9
Page 10
Preek 8 juli 2018 Vandaag is een van de vijf hoofdzakelijke feestdagen van onze Heilige Kerk, de transfiguratie van onze Heer Jezus Christus, die plaatsvond op de berg Tabor. Dit feest vertelt ons wie wij volgen en op wie we onze hoop vestigen. Enkele weken vóór Zijn kruisiging vroeg de Heer Jezus aan zijn discipelen: “’Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?’ Ze antwoordden: ‘Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de andere profeten.’” (Matt. 16:13-14) Voor Jezus was echter de mening van anderen niet van belang, maar die van Zijn discipelen en dus vroeg Hij hen: “En wie ben ik volgens jullie?’ ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus. Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Gelukkig ben je, Simon Barjona, want dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de hemel.” (Matt. 16:15-17) Het was voor de Heere Jezus niet van belang wat de wereld over Hem zei. Jij, die Christen is, die Christus volgt, voor jou is het antwoord op wie Christus is belangrijk. Onze Heer is geen gewoon mens,God is in Hem. Hij is net als wij, maar er is iets heel anders in Hem dan in onszelf. God bestaat in hem en daarom verdient Hij dat wij Hem volgen en onze hoop op Hem te vestigen, want “Hij is God uit God” en “Licht uit Licht”. 10 Khorhurd Maar de Heere Jezus wilde niet dat wij Hem blindelings zouden volgen. Daarom beklom Hij na dit gesprek een berg samen met drie van Zijn discipelen; Petrus, Jakobus en Johannes om samen te bidden. En terwijl Jezus aan het bidden was, veranderde Hij van gedaante voor de ogen van zijn discipelen ... “En Zijn gezicht straalde als de zon en Zijn klederen werden wit als licht” (Matt. 17:2). Op dat moment verschijnen ook de profeten Mozes en Elia en beginnen ze met Christus te spreken. De apostelen willen niet dat deze verschijning eindigt en dat zij van de berg van Tabor moeten afdalen. De apostel Petrus wendt zich tot Jezus. “ Heere, het is goed dat wij hier zijn; laten wij, als U wilt, hier drie tenten maken, voor U een, voor Mozes een, en een voor Elia.” Terwijl hij nog sprak, zie, een lichtende wolk overschaduwde hen; en zie, een stem uit de wolk zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; luister naar Hem!”. Ten slotte vallen de doodsbange apostelen op de grond en durven ze hun hoofd niet meer op te heffen. En Jezus kwam bij hen, raakte hen aan en zei: “Sta op en wees niet bevreesd.” Toen zij hun ogen opsloegen, zagen zij niemand dan Jezus alleen. (Mattheus 17:2-8) www.khorhurd.nl 11
Page 12
De discipelen geloofden dat Jezus de Zoon van God was, zij waren met hun eigen ogen getuigen, en zouden later het goede getuigen, zeggende:”In Jezus van Nazareth zit goddelijkheid verborgen, en wij hebben dat met onze eigen ogen gezien”. De Heer Jezus heeft niet alleen in het verleden wonderen verricht. De Heer Jezus verricht ook vandaag wonderen, want Hij is God is en Hij is overal. Hij kan onze harten betreden en ons veranderen. Jezus was getransfigureerd van gedaante. We vieren vandaag deze glorieuze verschijning. Dat wat met de Heer Jezus is gebeurd, moet ook met ons gebeuren, ook wij moeten getransformeerd worden, we moeten als Christus zijn, en Christus is diegene die deze verandering in ons kan maken door Zijn Geest in ons te zenden en onze wezen en onze natuur te veranderen. De stem die tijdens de transfiguratie uit de hemel is gehoord, die stem moeten wij ook waardig zijn. Onze transfiguratie zal zo vervuld worden dat de Heer tegen ons zal zeggen:”Je bent mijn geliefde zoon”. Dat is ons uiteindelijke doel en elke Christen streeft zijn hele leven lang daarnaar. Evangelie: Mattheüs 16:13 – 17:13 De belijdenis van Petrus 13 discipelen: Wie zeggen de mensen dat Ik, de Zoon des mensen, ben? 14 Zij zeiden: Sommigen: Johannes de Doper, en anderen: Elia, en weer anderen: Jeremia of een van de profeten. 15 Maar u, wie zegt u dat Ik ben? 16 antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God. 17 Hij zei tegen hen: Simon Petrus En Jezus antwoordde en zei tegen hem: Zalig bent u, Simon Barjona, want vlees en bloed hebben u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is. 18 En Ik zeg u ook dat u Petrus bent, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen. 19 En Ik zal u de sleutels van het Koninkrijk der hemelen geven; en wat u bindt op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn; en wat u ontbindt op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn. 20 Toen verbood Hij Zijn discipelen dat zij tegen iemand zouden zeggen dat Hij, Jezus, de Christus, was. Eerste aankondiging van het lijden 21 Van toen aan begon Jezus Zijn discipelen te laten zien dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden van de kant van de oudsten en de overpriesters en de schriftgeleerden, en dat Hij gedood zou worden en op de derde dag zou worden opgewekt. 22 En Petrus nam Hem apart en Toen Jezus gekomen was in het gebied van Caesarea Filippi, vroeg Hij aan Zijn 12 Khorhurd begon Hem te bestraffen; hij zei: God zij U genadig, Heere, dit zal beslist niet met U gebeuren! 23 Maar Hij keerde Zich om en zei tegen Petrus: Ga weg achter Mij, satan! U bent een struikelblok voor Mij, want u bedenkt niet de dingen van God, maar die van de mensen. Aansporing tot zelfverloochening 24 Toen zei Jezus tegen Zijn discipelen: Als iemand achter Mij aan wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen. 25 Want wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven zal verliezen om Mij, die zal het vinden. 26 Want wat baat het een mens, als hij heel de wereld wint en aan zijn ziel schade lijdt? Of wat zal een mens geven als losprijs voor zijn ziel? 27 Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met Zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden. 28 Voorwaar, Ik zeg u: Er zijn sommigen van hen die hier staan, die de dood niet zullen proeven voordat zij de Zoon des mensen hebben zien komen in Zijn Koninkrijk. De verheerlijking op de berg 171 En na zes dagen nam Jezus Petrus en Jakobus en Johannes, zijn broer, met Zich mee en bracht hen op een hoge berg, alleen hen. 2 gedaante veranderd; Zijn gezicht straalde als de zon en Zijn kleren werden wit als het licht. 3 en Elia, die met Hem spraken. 4 En zie, aan hen verschenen Mozes Petrus antwoordde en zei tegen Jezus: Heere, www.khorhurd.nl 13 het is goed dat wij hier zijn; laten wij, als U wilt, hier drie tenten maken, voor U een, voor Mozes een, en een voor Elia. 5 hij nog sprak, zie, een lichtende wolk overschaduwde hen; en zie, een stem uit de wolk zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; luister naar Hem! 6 bij hen, raakte hen aan en zei: Sta op en wees niet bevreesd. 8 Toen zij hun ogen opsloegen, zagen zij niemand dan Jezus alleen. 9 gebood Jezus hun: Vertel niemand van wat u gezien hebt, totdat de Zoon des mensen opgestaan is uit de doden. 10 En Zijn discipelen vroegen Hem: Waarom zeggen de schriftgeleerden dan dat Elia eerst moet komen? 11 Jezus antwoordde en zei tegen hen: Elia zal wel eerst komen en alles herstellen. 12 Ik zeg u echter dat Elia al gekomen is, en ze hebben hem niet erkend, maar ze hebben met hem gedaan alles wat ze wilden; zo zal ook de Zoon des mensen door hen lijden. 13 Toen begrepen de discipelen dat Hij tot hen over Johannes de Doper gesproken had. En Hij werd voor hun ogen van En toen zij van de berg afdaalden, Terwijl En toen de discipelen dit hoorden, wierpen zij zich met het gezicht ter aarde en werden zeer bevreesd. 7 En Jezus kwam
Page 14
Preek 15 juli 2018 “Pas op dat u niet een van deze kleinen veracht. Want Ik zeg u dat hun engelen in de hemelen altijd het aangezicht zien van Mijn Vader, Die in de hemelen is.” – Matteüs 18.10-11 Dit deel van de Evangelie wordt gevolgd door het verhaal van het verloren schaap, dat Christus ons heeft verteld. Dit gaat over hoe een man honderd schapen had en één daarvan verloor en hoe hij de negenennegentig schapen op de berg achterliet en op zoek ging naar het ene verloren schaap. Toen hij de verloren schaap vond, legde hij vol vreugde het schaap op zijn schouders en droeg het terug naar de kudde. Christus leert ons dat God in de hemel niet wil dat één van deze kinderen verloren gaat. Hier wordt duidelijk dat het God niet uitmaakt hoe klein of hoe oud iemand is. Het verschil tussen jong en oud hebben wij bedacht. Vooral in de tijd van Christus, werden kinderen als niet belangrijke mensen beschouwd omdat ze toch niks konden doen. Christus leert ons door deze boodschap dat niemand veracht moet worden, dat we niemand moeten verleiden, niet de oorzaak moet zijn van iemands verzoeking. Daarbij, wanneer Christus over het verloren schaap spreekt, richt Hij zich deels tot de Farizeeën, en bedoeld Hij met de “verloren schapen” de schuldigen. Allereerst moeten wij begrijpen wie de herder is. Als we in het Evangelie praten over herder, bedoelen we onze Heer Christus. Herders worden in het evangelie beschreven als 14 Khorhurd dappere en zorgzame mensen, die tegen de kou en tegen de hitte konden vechten, de gevaren van de nacht aandurfden, gevechten aangingen met wilde dieren om hun kudde te beschermen. Maar de herders hadden ook de mogelijkheid om meer na te denken, om aandachtiger en biddend met God te zijn. Het was geen toeval dat juist bij de herders de engelen kwamen in de nacht in Bethlehem. Het was tevens geen toeval dat Jezus zichzelf vaak met herders vergeleek, als de goede Herder. In dit deel van het evangelie vestigt Jezus onze aandacht op de daad van de herder, wanneer hij ziet dat zijn ene schaap verloren is. Hij verliet de negenennegentig anderen op de berg en ging opzoek naar die ene verlorene. De weg was gevaarlijk en moeilijk. Hij was opzoek naar het ene verloren schaap en riep steeds zijn naam. Jezus zegt dat hij ernaar zal zoeken totdat hij het vindt, zoals in het evangelie van Lucas wordt verteld. Het schaap was zo angstig en hulpeloos dat de herder het op zijn schouders legde en vrolijk terugkeerde en niet ontevreden, hij hield van de schaap. Het verhaal is ontroerend en begrijpelijk voor ons allemaal, omdat het zo eenvoudig is en verwijst naar ieder van ons. Jezus blijft tot op de dag van vandaag op zoek naar het verloren schaap. En ook hier, in wanhoop en angst, horen wij dezelfde stem van de goede Herder die ons roept. Hij is altijd en overal opzoek. Zijn roepende stem is zelfs in de kleinste hoekjes te horen. De stem van de goede herder zegt: “Hoe vaak heb ik mijn kinderen willen verzamelen, maar jullie wilden dat niet.” En als een persoon ooit terugkeert naar God, dan wordt hij geleid door God zelf. Goddelijke barmhartigheid is precies dat Jezus opzoek is naar ons en Zich richt op de verlorenen. De herder gaat op zoek naar slechts één verloren schaap, net zoals Christus voor de ene zondaar naar de aarde zou komen. Hij verliet de negenennegentig schapen en deze negenennegentig schapen vertegenwoordigen de engelen. De engelen, die Hij in de hemel achterliet en opzoek ging naar de ene verlorene. Dit evangelische verhaal openbaard de goddelijke liefde die gericht was op de zondaar, de behoeftige die de kracht van God nodig heeft en gebrek had aan Gods hulp. Wat denken wij van de vraag die Christus aan de Farizeeën en ook aan ons stelt? Dus als het om ons zou gaan, hoe zouden we dan handelen? Zouden we dan onderscheid maken tussen mensen op basis van hun leeftijd om onze minachting en onverschilligheid die we jegens kinderen en behoeftigen te rechtvaardigen? Of zouden deze goddelijke boodschap met nederigheid en dankbaarheid moeten houden, zodat we, wanneer wij de stem van God horen, de roeping van de Goede Herder volgen. En wanneer onze naam wordt gegeven, dat we dan luisteren en naar die roeping gaan met spijt, berouw en gebed. Evangelie: Mattheüs 18:10-14 Het verloren schaap 10 Pas op dat u niet een van deze kleinen veracht. Want Ik zeg u dat hun engelen in de hemelen altijd het aangezicht zien van Mijn Vader, Die in de hemelen is. 11 mensen is gekomen om zalig te maken wat verloren is. 12 Want de Zoon des Wat denkt u: als iemand honderd schapen heeft, en een daarvan afgedwaald is, zal hij niet de negenennegentig andere achterlaten en in de bergen het afgedwaalde gaan zoeken? 13 En als het gebeurt dat hij het vindt, voorwaar, Ik zeg u dat hij zich daarover meer verblijdt dan over de negenennegentig die niet afgedwaald waren. 14 Zo is het ook niet de wil van uw Vader, Die in de hemelen is, dat een van deze kleinen verloren gaat. www.khorhurd.nl 15
Page 16
Preek 22 juli 2018 “En die twee zullen één worden;” – Matteüs 19:5 Het is al een lange tijd voor niemand iets nieuws dat een scheiding in het Westen een alledaags verschijnsel is geworden en dat sterke en solide huwelijken uniek en verrassend zijn. Alle mensen hebben de behoefte om hun ware helft, een authentieke ziel, de ware, naast hen te hebben die hen kan aanvullen en volledig kan maken. Het is dus natuurlijk dat het gevoel van geluk en ongeluk, van de meerderheid van de mensen, te maken heeft met familie en huwelijk. Mensen trouwen omdat ze denken dat ze liefhebben en dat ze hun leven naast die ene willen doorbrengen. Ze trouwen omdat ze de hoop hebben dat hun naaste hen gelukkig zal maken. Ze trouwen omdat ze bang zijn om alleen te blijven, omdat de jaren voorbij vliegen, omdat ze wensen kinderen te baren. De redenen zijn veel en gevarieerd. Maar weinigen bouwen hun huwelijk op die ene ware basis die de garantie geeft voor haar standvastigheid. Het huwelijk moet gebaseerd zijn op de Christelijke. Het huwelijk is immers niet alleen een ritueel of een mooie ceremonie, maar een sacrament, een van de zeven heilige sacramenten van de kerk. 16 Khorhurd Het uiteindelijke doel van de mens, om zich te verenigen met de Goddelijke werkelijkheid, moet hem gedurende het hele leven te leiden ongeacht of hij getrouwd is of niet. De drang van beiden om dit doel te bereiken zal het huwelijk stabiel en duurzaam houden. Johannes de doper zegt: ‘’God is liefde’’ (1 Johannes 4:8). Paulus de apostel openbaart op zijn beurt de liefdesformule voor ons. ‘’Liefde is geduldig, vriendelijk. Liefde is niet jaloers, haat niet, wordt niet arrogant, gedraagt zich niet onfatsoenlijk, zoekt zichzelf niet, wordt niet boos, doet geen kwaad, wordt niet blij om onrechtvaardigheid, maar verheugt zich naar de waarheid, heeft geduld voor alles, gelooft alles, houdt altijd hoop, verdraagt alles. De liefde verdwijnt nooit.’’ (1 Korinthiërs 13: 4-8) Deze formule is ook een formule van geluk, want als je heel attent leest wat voor soort goddelijke eigenschappen de liefde heeft, zal je je realiseren dat toepassing ervan in het leven ons zal behoeden voor alle meningsverschillen, gekkigheid en beledigingen, die de basis van het huwelijk ondermijnen. Het nieuwe stel legt in voor het altaar het fundament van hun gezin, om elkaar met wederzijdse liefde gelukkig te maken, verantwoordelijkheid voor elkaar te dragen, om samen de vreugde en het verdriet van het gezamenlijke leven te dragen en samen richting het Koninkrijk van God te lopen. Evangelie: Mattheüs 19:3-12 3 En de Farizeeën kwamen naar Hem toe om Hem te verzoeken en zeiden tegen Hem: Is het een man toegestaan zijn vrouw om allerlei redenen te verstoten? 4 En Hij antwoordde en zei tegen hen: Hebt u niet gelezen dat Hij Die de mens gemaakt heeft, hen van het begin af mannelijk en vrouwelijk gemaakt heeft, 5 en gezegd heeft: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn, 6 zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees? Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden. 7 Zij zeiden tegen Hem: Waarom heeft Mozes dan geboden een echtscheidingsbrief te geven en haar te verstoten? 8 Hij zei tegen hen: Mozes heeft vanwege de hardheid van uw hart u toegestaan uw vrouw te verstoten; maar van het begin af is het zo niet geweest. 9 Maar Ik zeg u: Wie zijn vrouw verstoot anders dan om hoererij en met een ander trouwt, die pleegt overspel, en wie met de verstotene trouwt, pleegt ook overspel. 10 Zijn discipelen zeiden tegen Hem: Als de zaak van de man met de vrouw er zo voor staat, is het beter niet te trouwen. 11 Maar Hij zei tegen hen: Niet allen vatten dit woord, maar alleen zij aan wie het gegeven is. 12 Want er zijn ontmanden die uit de moederschoot zo geboren zijn; en er zijn ontmanden die door de mensen ontmand zijn; en er zijn ontmanden die zichzelf ontmand hebben om het Koninkrijk der hemelen. Wie dit vatten kan, laat die het vatten. www.khorhurd.nl 17
Page 18
Preek 29 juli 2018 “Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.” – Johannes 3:16 “Liefde is de straling van God. De classificatie van verschillende vormen van liefde in het menselijke en openbare leven is puur voorwaardelijk, liefde is één, het is de bloei van de menselijke persoonlijkheid, de persoonlijkheid die het vormsel van God op zich draagt. Het vormsel, of hoe de Bijbel het noemt, het beeld van God. Het beeld van God is liefde” – Garegin I Katholikos van alle Armeniërs. Inderdaad, liefde is een van de centrale ideeën van de christelijke leer, als het natuurlijk niet de meest gecentraliseerde is. Als in de gedachte van een zwakgelovige de vraag opkomt hoeveel God van de wereld en de mens hield, en in hoeverre de mens verplicht is om God met liefde te beantwoorden, is het voldoende om enkel te herinneren dat de Goddelijke liefde niet alleen de wereld heeft geschapen (Genesis 1-2), niet alleen de mens, waardoor de mens een goddelijk beeld en gelijkenis kreeg (Genesis 1:26), maar schonk hem ook een niet weg te nemen schat, namelijk vrijheid. God schonk ons niet alleen de wet, de Profeten en wijsheid, maar heeft Zichzelf 18 Khorhurd ontledigd door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood (Filippenzen 2:7-8). Zoals ook Christus ons liefgehad heeft en Zichzelf voor ons heeft overgegeven als een offergave en slachtoffer, tot een aangename geur voor God (Efeziërs 5:2). Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft (Johannes 3:16). ‘God is liefde’ zegt de apostel Johannes (1 Johannes 4:16). Hij is liefde in zijn leer, Hij is liefde in zijn werk, Hij is liefde in zijn marteling, Hij is liefde, ook aan het kruis. De liefde van de Levendige stroomde van het kruis naar de harten van de mensen, vanaf daar ontvingen de mensen de redding. En hoeveel de mens ook ondankbaar doorging en doorgaat met het opnieuw kruisigen van zijn Redder, oftewel doorgaat met het begaan van zonde, terwijl de mens heeft de gave heeft gekregen om zich daarvan te ontdoen. Echter, God is een ‘weldoener en almachtig’ (St. Grigor Narekatsi) ‘Hij aanvaardt ons als een verloren zoon (Lucas 15: 11-32) en bekleedt ons met het voormalige gewaad dat werd ontnomen door de zonde’ (St. Nerses Shnorhali). Voor de mens is het in de regel, bijzonder om te houden van de schoonheid, het goede, het liefdevolle, wiens Schepper en Almachtige natuurlijk God is. Hoeveel te meer moet iemand houden van zijn Schepper, want ‘de bouwer van het huis krijgt meer eer dan het huis zelf’(Hebreeën. 3:3). Maar wie God liefheeft met heel zijn hart en voor God kiest boven alles in de wereld, streeft ernaar alles te doen in Zijn wil ( ‘U wil geschiede’ – Math. 6:10), want wie God liefheeft zal zich aan al zijn geboden houden (Johannes 14:15). Een andere zeer belangrijke uitdrukking van het lief hebben van God is het liefhebben van je naasten. Gods wetten en profetieën zijn gebaseerd op dit en het vorige gebod. ‘Je moet je naasten liefhebben zoals jezelf’, dit is de boodschapper van onze Redder. Hoe moeilijk dit ook is, even zo is het een belangrijk principe binnen het christendom, omdat het onmogelijk is om van God te houden en niet van God’s schepselen. Hoe bewijzen en uiten wij onze liefde voor God, als we de liefde voor onze naaste niet uiten? Wie liefde in zich heeft, in diegene ontbreekt de haat, zoals Johannes de apostel het zegt. ‘Wie van zijn broer houdt, leeft in het licht en wordt niet verleid. Maar wie zijn broer haat, leeft in het donker, hij wandelt in duisternis en weet niet waar hij heen gaat, omdat de duisternis zijn ogen heeft verblind’ (1 Johannes 2:10-11). Met Zijn kruisiging voor de wereld, voor ieder van ons, ‘ons van onze zonden heeft bevrijd door zijn bloed’ (Openbaring 1:5), daarmee wijst God de Redder ons dat, ‘wij ook verplicht zijn onze leven te geven voor onze broeder’ (1 Johannes 3:16). ‘Want er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden’ (Johannes 15:13). De tien geboden van god; pleeg geen overspel, dood niet, steel niet, lieg niet, verlang niet naar andermans bezittingen enzovoort (Exodus 20:2-17), kunnen worden samengevat in een enkele zin: heb je naaste lief als jezelf. De apostel Paulus geeft een prachtig voorbeeld van liefde hebben voor je naaste door te bevelen: ‘Wees blij met wie zich verblijdt, heb verdriet met wie verdriet heeft.’ (Romeinen 12:15). Vele moeilijkheden die wij tegenkomen in ons leven ontstaan door het gebrek aan liefde voor God en de geschillen tussen www.khorhurd.nl 19
Page 20
mensen ontstaan door gebrek aan liefde voor elkaar. De beleving van liefde vult ons leven met vrede en rust en maakt Gods aanwezigheid in ons leven tastbaarder, dus ‘laten we de liefde van Christus kennen die alle kennis te boven gaat, opdat u zult overstromen met Gods volkomenheid.’ (Efeziërs 3:19) Evangelie: Johannes 3:13-21 13 En niemand is opgevaren naar de hemel dan Hij Die uit de hemel neergedaald is, namelijk de Zoon des mensen, Die in de hemel is. 14 En zoals Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zo moet de Zoon des mensen verhoogd worden, 15 opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. 16 Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. 17 Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. 18 Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God. 19 En dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liefgehad, meer dan het licht, want hun werken waren slecht. 20 opdat zijn werken niet ontmaskerd worden 21 Maar wie de waarheid doet, komt tot het licht, opdat van zijn werken openbaar wordt dat ze in God gedaan zijn. Want ieder die kwaad doet, haat het licht en komt niet tot het licht, 20 Khorhurd www.khorhurd.nl 21
Page 22
Vr aag en antwoord Hoe vergeef je iemand? ‘En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaren vergeven.’ (Mattheüs 6:12). Jezus Christus gaf als opdracht om als het ‘Onze Vader’ gebed te bidden. Hierin komt bovenstaande zin in voor. Soms vinden mensen het lastig om elkaar te vergeven. Hoe doe je dat? Om deze vraag te beantwoorden is het van belang om te weten wat zonde inhoudt. Een zonde is iets dat wij zeggen of doen wat wij niet zouden moeten zeggen of doen. Eva pleegde een zonde, omdat zij een vrucht at. Een vrucht eten is geen zonde. God had verboden om het vrucht van die specifieke boom te eten, waardoor het een zonde werd als Adam of Eva dat wel zouden doen. Hierdoor zijn onze voorouders uit het Paradijs gezet. Tevens is het een zonde om hetgeen te doen wat onder jouw vermogen is. Als jij een betere partner kon zijn, maar het expres niet hebt gedaan, is het een zonde. Als jij de waarheid kon zeggen, maar dit niet hebt gedaan, is het een zonde. Nu wij weten wat zonde is, komen wij erachter dat iedereen een zondaar is. Welke persoon kan zeggen dat hij nooit heeft gelogen? Zoals Jezus zei: ‘Wie van u zonder 22 Khorhurd zonde is, laat die als eerste de steen op haar werpen.’ (Johannes 8:7). Hierna liet iedereen zijn steen vallen en liepen weg. Terugkomend op de vraag, hoe vergeef je dan iemand? Om een Christelijke vergeven te volbrengen, zijn er 3 voorwaarden: 1. Wij moeten ons in die situatie kunnen verplaatsen. Als iemand iets doet, doet hij of zij het met een reden. Een persoon kan gehumeurd of geïrriteerd zijn. Als wij begrijpen dat diegene het doet door een bepaalde situatie, kunnen wij het eenvoudiger begrijpen voordat wij het gaan bekritiseren. 2. Wij zouden moeten leren vergeten. Een zonde kan niet worden vergeven als het niet is vergeten. Wij moeten de kracht vinden van onze Heer Jezus Christus, die ons vergeving schonk door Zijn Liefde, om goed te vergeven en het voorgoed te vergeten. Een schone bladzijde omslaan. 3. Wij moeten leren liefhebben. De Christelijke liefde is een onoverwinnelijke liefde. Liefde die het beste in een ander ziet en de zondes vergeeft. Om vergeving te krijgen van God, moeten wij vergeven. Zo zal de liefde van Christus altijd in ons zijn en zullen wij uiteindelijk na de dood voor altijd leven in de hemel.

Khorhurd april 2018


Page 0
Page 2
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20
Page 22
Page 24

Khorhurd maart 2018


Page 0
Page 2
Page 4
Page 6
Page 8
Page 10
Page 12
Page 14
Page 16
Page 18
Page 20
Page 22
Page 24

Khorhurd februari 2018


Page 2
Symbolen In de maand februari begint het grote vasten (medz bakh) voor het Paasfeest (12 feb. – 31 maa.). In deze periode simboliseert iederen zondag een bepaalde levensweg. Voorbeelden hiervan zijn: ons geboorte, het zondigen, spijt hebben, berouwen en het tot inkeer komen. Omdat de zondagen verdeeld zijn over twee maanden worden de eerste drie zondagen van februari zijn in deze editie besproken. De overige zondagen worden besproken in de maart editie. Poon Paregentan (11 feb.): Het woord Paregentan betekent ‘het goede leven’. Op deze dag denken we terug aan het paradijs, waar Adam en Eva gelukkig leefden. Zij leefden samen met God en waren onschuldig. Deze dag staat in het teken van genot. Tijdens het vasten denken we aan hoe wij dit zijn kwijtgeraakt en laat het ook laat het ons zien hoe we terug kunnen keren naar het paradijs. De verdrijving (18 feb.): Wanneer Adam en Eva van de verboden vrucht aten, werden zij verdreven uit de tuin van Eden. De mens zondigde tegenover God, waardoor zij pijn ervaarden. Het zondigen van mensen leidt tot eenzaamheid. De band die Adam en Eva hadden in de tuin van Eden, hadden zij niet meer toen zij zondigden. De verloren zoon (25 feb.): Wanneer de zoon spijt heeft van wat hij gedaan had, keerde hij terug naar zijn vader met een gevoel van schaamte en schuld. Zijn vader nam hem in zijn armen en vierde een groot feest, omdat zijn zoon was teruggekeerd. De vastenperiode is een tijd van berouw. Wanneer wij onze fouten inzien en biechten voor onze Heer, zal God ons zegenen en ons in zijn armen nemen. 2 Inhoudsopgave Badarak ‘De toetreding’ & ‘De voorbereiding’ Tijdlijn Preken 4 februari 2018 11 februari 2018 18 februari 2018 25 februari 2018 Woorden in het geloof Khaghaghoetyoen amenetsoen & Yew int hokwoeyt koem Wist je dat & vraag en antwoord ‘Waarom wordt tijdens de lezing van de brieven in de Heilige Liturgie op het altaar de priester voorgelezen uit de evangelie?’ ‘Wat maakt een christen, een christen?’ Wie zijn wij? Pagina 24 Pagina 23 Pagina 4 Pagina 4 Pagina 5 Pagina 6 Pagina 6 Pagina 9 Pagina 13 Pagina 17 Pagina 22 3
Page 4
Badarak Mdits arachi seghano Asdoedzo, ar Asdwadz wor oerakh arne zmangoetyoen im. (Մտից առաջի սեղանոյ Աստուծոյ, առ Աստուած որ ուրախ առնէ զմանկութիւն իմ). Dit betekent: ‘Ik zal ingaan tot het altaar van God, tot God die mijn jeugd verblijdt.’ Wanneer de priester dit stukje zegt na de zuivering (Khorhurd december 2017) begint het volgende deel van de Badarak, namelijk ‘de toetreding’. Tijdens dit stukje van de dienst gaat de priester samen met de diakenen het altaar op. Nadat de priester dit heeft gezegd, zegt hij tijdens het opgaan van het altaar samen met één diaken Psalm 43. Psalmen worden altijd door twee personen gezegd tijdens de Heilige Liturgie, dus hier ook. Hierna gaat het grote gordijn dicht. Achter het gordijn worden een aantal dingen uitgevoerd. Dit stukje wordt ‘de voorbereiding’ genoemd. De naam van dit stukje van de dienst vertelt het eigenlijk al. De Heilige Communie wordt hier voorbereid. De diaken brengt het brood en wijn naar de priester. Dit brood en wijn plaatst de wijn in de miskelk en het brood op een plaat van de miskelk terwijl hij gebeden opzegt. Ook wordt Psalm 93 gelezen. Omdat het een Psalm is, wordt het om en om tussen de priester en één diaken gezegd. Hierna maakt de priester een kruis op de miskelk met de volgende woorden: De Heilige Geest zal over je heen komen en de kracht van de Allerhoogste zal je overschaduwen.’ Hierna zet hij de miskelk op zijn plaats, links van het altaar. Dan pakt hij het wierrookvat en het kruis voor het volgende deel van de Dienst, namelijk ‘Ashkharkalots’ (Khorhurd april 2017) Dit stukje staat met de woorden ‘de toetreding’ en ‘Voorbereiding’ genoemd in de tijdlijn. 4 5
Page 6
Preken 4 februari 2018 “Dit draag ik jullie op: heb elkaar lief.” – Johannes 15:17 Geschriften van de dag: Joh. 7:37-52, Titus 1:1-11. Jes. 63:18-64:12 De gedachte van de liefde staat centraal in de leer van het Christendom. De deugdelijkheid van de liefde is fundamenteel in het Christelijke moraal. Liefde is een gevoel richting God en richting mens. God is liefde en Zijn liefde uit zich in de creatie van het universum en Zijn voorzienigheid. Als wij God liefhebben, hebben we onze naasten lief, omdat God ons liefheeft en wij het resultaat zijn, van die liefde, op aarde. De mens is geen resultaat van een toeval of een fout maar het resultaat van de onuitputtelijke liefde van de Hemelse Schepper. Deze goddelijke liefde schijnt in ons, wat onze liefde vormt. Dus wij bevatten liefde als een door God geïnspireerd gevoel, de gave is om gelijke kinderen van de Vader te zijn en onze ouder-kind band creëert met God, en een broederlijke band met onze naasten. Liefde voor God. Vanuit religieus opzicht is de mens niet alleen verantwoordelijk om over God te denken, ook niet om alleen Gods werk te bestuderen maar om God lief te hebben met de liefde waardoor een persoonlijke, levende en werkelijke band ontstaat tussen mens en God. Zoveel liefde, dat het leven van de mens zonder God zinloos en onmogelijk zou zijn. Dit soort liefde verwacht de Heer Jezus Christus wanneer Hij zegt: “5Heb daarom de HEER, uw God, lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten.” (Deuteronomium 6:5). Niet met bepaalde voorwaarden, niet op bepaalde momenten en niet met bepaalde delen. Liefde voor onze naasten. De tweede persoon voor de liefde is onze naaste, ofwel onze gelijke, de ander, “19heb uw naaste lief als uzelf.” (Matteüs 19:19). 6 De mens, in het algemeen, hecht het meeste waarde aan zichzelf. Rekening houdend met de kracht van dit gevoel voegt Christus het volgende toe aan zijn boodschap: “als uzelf.” Dus volgens de christelijke leer moet de liefde voor de mens’ naasten niet minder zijn dan de liefde voor zichzelf. : Het vereffenen van ons met een ander, of een ander vereffenen met onszelf. Hoe moeilijk dit is, even belangrijk en essentieel is dit voor een Christen, want hoe kun je God liefhebben, maar Zijn schepselen niet? Hoe kun je die liefde voor God bewijzen, toepassen en uiten als je niet je naaste kan liefhebben? Liefde voor de vijand. In het geval van onze naasten kan zit er geen verschil tussen verschillende vrienden, ofwel er is geen onderscheid. Met deze gedachtegang moeten we de volgende woorden van onze Heer Jezus Christus begrijpen: “44En ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen, 45alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel. Hij laat zijn zon immers opgaan over goede en slechte mensen en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.” Dit is één van de hoogste beginselen van het Christendom maar ook één van de meest verlokkende. Hoe moet je de vijand liefhebben wanneer de vijand haat uitdrukt. De vijand liefhebben betekent niet de vijand waarderen of eren maar betekent om de vijand niet te geloven. Als vijandigheid iets slechts is, als vijandigheid haat betekent dan betekent het vijandig zijn tegenover de vijand dat je jezelf gelijk maakt aan de vijand. Het liefhebben van je vijand betekent in staat zijn om de vijand te vergeven. Om eerst zijn vijandigheid en schade te verwaarlozen en vervolgens met het goede zijn kwaadaardigheid te bewijzen en middels deze weg diegene ook tot een aardse kind van de Hemelse Vader te bekeren. 7
Page 8
Evangelie: Johannes 15:17-21 17Dit draag ik jullie op: heb elkaar lief. De haat van de wereld 18Wanneer de wereld je haat, bedenk dan dat ze mij eerder haatte dan jullie.19Als jullie bij de wereld zouden horen, zou ze jullie hebben liefgehad als iets van haarzelf, maar jullie horen niet bij haar, want ik heb jullie uit de wereld weggeroepen. Daarom haat ze jullie. 20Denk aan wat ik gezegd heb: een slaaf is niet meer dan zijn meester. Ze hebben mij vervolgd, dus zullen ze ook jullie vervolgen; maar wie zich aan mijn woorden gehouden heeft, zal zich ook aan jullie woorden houden. 21Dit alles zullen ze jullie vanwege mij aandoen, want ze kennen hem niet die mij gezonden heeft. 8 11 februari 2018 “want het koninkrijk van God is geen zaak van eten en drinken, maar van gerechtigheid, vrede en vreugde door de heilige Geest.” – Romeinen 14:17 Geschriften van de dag: Matt. 6:1-7:27, Rom. 13:11-14:26, Jes. 58:1-14 Carnaval is de eerste van de zeven zondagen van het Grote Vasten. Deze dag herinnert ons aan de eerste zaligheid van de mens. Deze dag is gewijd aan de herinnering van het paradijs, waarin Adam en Eva onschuldig en zalig leefden tot ze eruit werden gezet. De eerste mens kreeg in het paradijs een gebod van de Heer. “Hij hield hem het volgende voor: ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten, 17maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.’” (Genesis 2:16-17). Van iedere boom mogen eten symboliseert het zalige leven, en van één boom niet eten, dat in het midden van het paradijs staat, symboliseert het vasten. Het hemelse leven was voor Adam en Eva zalig, het goede leven, met de aanwezigheid van God. Er was niets wat de mens treurde. Integendeel ze leefden in de onuitputtelijke, eeuwige vreugde van de hemel aangezien ze de persoonlijke aanwezigheid van God genoten. Maar door te zondigen verloor de mens dat zalige leven dat ze in het paradijs genoot en begon te leven in het fysieke leven. Carnaval herinnert de mens aan zijn zalige staat. Het Grote Vasten laat de mens denken hoe die dit is kwijtgeraakt en wijst erop, door middel van wat en via welke weg die kan terugkeren. Wanneer wij een spiritueel leven willen leiden hebben wij meer tijd en energie nodig om te investeren in geestelijke daden maar ons alledaags leven staat dit niet toe. Aangezien de mens’ lichaam en geest onafscheidelijk is tot de dood, heeft alles wat effect heeft op het lichaam ook effect op de geest, en andersom. Tijdens de speciale dagen, waarin we ons voedsel verminderen en ons 9
Page 10
geestelijke werkzaamheid aanwakkeren, heeft onze geestelijke gesteldheid ook effect op onze lichamelijke gezondheid. Door ons meer te concentreren op onze geestelijke leven geven we ons lichaam de mogelijkheid om te rusten. Dus hoe moeilijk het vasten ook lijkt, het zegent het menselijk leven en mensen zien altijd de noodzaak hiervan. Iemand die een geestelijk leven wil leiden voelt onmiddellijk de aantrekkingskracht van zijn lichaam en zijn oude leven. Op dat moment bedenkt diegene zich dat het toch niet makkelijk is om een geestelijk leven te leiden. Allereest moet die bepaalde persoonlijke complicaties oplossen, zich verlossen van vele gewoontes en zich krachtiger toewijden aan God. Wanneer die bereidt is dit allemaal te doen, zal die inzien dat in zich bepaalde delen zijn die tegenstrijden met deze bereidwilligheid. De zonde zal altijd aantrekkelijk lijken maar zal altijd zwak zijn. Om dit te overwinnen is het nodig om de geestelijke wil te versterken en om de geestelijke wil te versterken is geruime tijd en discipline vereist. Geestelijke discipline en lange tijd veroorzaken verandering in ons leven. Deze verandering is een verandering in onze gedachten en onze geest. Apostel Paulus zegt het volgende: “verander door uw gezindheid te vernieuwen” (Romeinen 12:2) De bron van geestelijke verandering is allereest God zelf. Als de invloed van de heilige Geest niet bestaat in ons leven, dan wordt ons geestelijk leven niet vernieuwd en wordt het vasten omgevormd tot enkel een soort religieuze traditie. Een boom zonder weefselvocht is niets. Het weefselvocht moet werken, zodat de boom nieuwe takken en vruchten kan werpen. Dus de heilige Geest moet invloed uitoefenen. Ofwel de veranderingen kan diegene niet zelf aanbrengen, dat moet God doen, maar de mens moet alle belemmeringen verwijderen. Dit lijkt op het werk van een boer van wie zijn velden wat nodig hebben en hij de kanalen moet ontdoen van verstoppingen, zodat het water de velden kan bereiken. Als de kanalen verstopt zijn, moet die het schoonmaken, zodat het water ongestoord kan stromen. Dit water zorg ervoor dat de bomen, tarwe en de oogst groeit. De boer doet zelf niets, enkel de weg vrijmaken, zodat het water de boom of de tarwe bereikt. Dus wij moeten in onszelf, de 10 ontstoppingen in ons lichaam en geest vrijmaken en vanuit daar zal Gods Geest doorschijnen, verandering brengen en Goddelijke vruchten werpen. Geschrifte: Romeinen 13:11-14:23 11U kent de huidige tijd: het moment is gekomen waarop u uit de slaap moet ontwaken, want de redding is ons meer nabij dan toen we tot geloof kwamen.12De nacht loopt ten einde, de dag nadert al. Laten we ons daarom ontdoen van de praktijken van de duisternis en ons omgorden met de wapens van het licht.13Laten we daarom zo eerzaam leven als past bij de dag en ons onthouden van bras- en slemppartijen, ontucht en losbandigheid, tweespalt en jaloezie.14Omkleed u met de Heer Jezus Christus en geef niet toe aan uw eigen wil, die begeerten in u opwekt. Aanvaard elkaar, zoals Christus u heeft aanvaard 141Aanvaard mensen met een zwak geloof zonder hun overtuiging te bestrijden.2De een gelooft dat hij alles mag eten, maar iemand die een zwak geloof heeft eet alleen groenten. 3Wie alles eet mag niet neerzien op iemand die dat niet doet, en wie niet alles eet mag geen oordeel vellen over iemand die dat wel doet, want God heeft hem aanvaard. 4Wie bent u dat u een oordeel velt over de dienaar van een ander? Of hij wel of niet volhardt in het geloof gaat alleen zijn eigen meester aan – en hij zal volharden, want de Heer heeft de macht hem dat te laten doen. 5De een beschouwt bepaalde dagen als een feestdag, voor de ander zijn alle dagen gelijk. Laat iedereen zijn eigen overtuiging volgen. 6Wie een feestdag viert, doet dat om de Heer te eren; wie alles eet, doet dat om de Heer te eren, en hij dankt God voor zijn voedsel. Wie iets niet wil eten, laat het staan om de Heer te eren, en ook hij dankt God. 7Niemand van ons leeft voor zichzelf, en niemand van ons sterft voor zichzelf. 8Zolang wij leven, leven we voor de Heer; en wanneer wij sterven, sterven we voor de Heer. Dus of we nu leven of sterven, we zijn altijd van de Heer. 9Want Christus is gestorven en weer tot leven gekomen om te heersen over de doden en de levenden. 10Wie bent u dat u een oordeel velt over uw broeder of zuster? Wie bent u dat u neerziet op uw broeder of zuster? Wij 11
Page 12
zullen allen voor Gods rechterstoel komen te staan, 11want er staat geschreven: ‘Zo waar ik leef – zegt de Heer –, voor mij zal elke knie zich buigen, en elke tong zal God loven.’ 12Ieder van ons zal zich dus tegenover God moeten verantwoorden. 13Laten we elkaar daarom niet langer veroordelen, maar neem u voor, uw broeder en zuster geen aanstoot te geven en hen niet te ergeren. 14Omdat ik één ben met de Heer Jezus weet ik, en ben ik ervan overtuigd, dat niets op zichzelf onrein is, maar dat iets onrein is voor wie het als onrein beschouwt. 15Als u dus uw broeder of zuster kwetst door wat u eet, handelt u niet langer overeenkomstig de liefde. Laat hen voor wie Christus gestorven is niet verloren gaan door het voedsel dat u eet. 16Breng het goede dat God u schenkt geen schade toe, 17want het koninkrijk van God is geen zaak van eten en drinken, maar van gerechtigheid, vrede en vreugde door de heilige Geest. 18Wie Christus zo dient, doet wat God wil en wordt door de mensen gerespecteerd. 19Laten we daarom streven naar wat de vrede bevordert en naar wat opbouwend is voor elkaar. 20Breek het werk van God niet af omwille van wat u eet. Weliswaar is alle voedsel rein, maar het is verkeerd om iets te eten dat iemand aanstoot geeft. 21Vlees, wijn of iets anders waaraan uw broeder of zuster aanstoot neemt, kunt u beter laten staan. 22Uw overtuiging is een aangelegenheid tussen u en God. Gelukkig is wie zich niet schuldig voelt over zijn overtuiging, 23maar wie twijfelt of hij alles mag eten, is op het moment dat hij alles eet al veroordeeld. Want het komt niet voort uit geloof, en alles wat niet uit geloof voortkomt is zondig. 12 18 februari 2018 “Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is.” – Matteüs 5:48 Geschriften van de dag: Matt. 5:17-48, Luc. 4:43-5:11, Rom. 12:1-13:10, Jes. 33:2-22 De hemel bestaat, maar wij zijn niet in hemel. De kerk wilt dat wij begrijpen waarom dat zo is. God heeft de mens niet voorzien voor deze aarde. God schiep ons in zijn gelijkenis en wilde dat wij leven zoals Hij, een zalig leven leiden. Waarom is dit niet het geval? Omdat de zonde bestaat. De zonde maakt ons de vijand van alles. Wij denken dat de zonde alleen God schaadt en niet ons maar dat is niet zo. Diegene die een zonde begaat wordt de vijand van alles. De zonde isoleert ons, scheidt ons van onze omgeving en leidt ons tot eenzaamheid. Als een tak afbreekt van een boom, wordt alles tegen het en verrot het. De zonde is de afwijzing van liefde. God zette de mens uit naar de aarde. Wij zijn niet in de hemel maar op aarde. We zijn soort van in de hel en in de hemel. Wij proeven beide maar we moeten beslissen welke richting we lopen, richting de hel of richting de hemel. De mens at van de boom des levens in het paradijs, wat zijn lichaam en geest leven en energie gaf. Maar in het heden hebben wij dit geestelijk leven niet. Tijdens onze doop krijgen wij enkel een draadje van dat leven, wat ons aan het denken zet over dat leven. Tegenwoordig krijgen wij onze energie zoals dieren, door voedsel. Het soort leven dat Adam en Eva in zich hadden, hebben wij niet in ons. De vrucht die zij aten droeg hun ook over naar een ander leven. Echter begrepen Adam en Eva, zoals wij hedendaags, niet de waarde van hun leven. Bijvoorbeeld zoals gezondheid. Ieder mens vindt gezondheid het belangrijkste maar bijna iedereen hecht hier pas belang aan op het moment dat die ziek is. 13
Page 14
Het Woord van God heeft waarde maar, zoals Adam en Eva, benaderen wij dit niet serieus. Vanaf onze eerste voorouders hebben we zo een benadering. Het vierde gebod van de tien geboden zegt: “Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt laat hij niet vrijuit gaan.” (Exodus 20:7, Deuteronomium 5:11). We benaderen dit niet serieus en dit is het gevolg. “Het begin van alle kennis is ontzag voor de HEER” (Spreuken 1:7). Dit ontzag is de mens kwijtgeraakt. Onze zonde begint met niet serieus benaderen van Gods bevelen. De weg naar de hemel begint bij het serieus omgaan met Gods Woord en God heeft ons Zijn Woord gegeven. Zijn bevelen en Zijn verboden zijn gegeven maar ook Zijn beloftes. De God die zegt: “Steel niet.” (Exodus 20:15, Deuteronomium 5:19), zegt ook: ‘Ik ben de opstanding en het leven’, zegt: ‘je moet liefhebben’, zegt: ‘Ik zal al jullie tranen drogen, Ik zal een Vader voor jullie zijn.’ Dus het belangrijkste kenmerk van de mens is het vermogen om te leven in overeenstemming met het Woord van God. De mens heeft alles geweigerd voor één genot. De Heer Jezus zegt dat je alles afslaan, zodat je God vindt. Een vogel kun je bijvoorbeeld op verschillende manieren vastbinden maar het resultaat is hetzelfde, hij kan niet vliegen. De mens is hetzelfde. De mens zegt mijn zonde is klein. De zonde van de mens was niet het eten van één appel. Het ging niet om het eten van die ene vrucht maar om de wil daartoe. De uitzetting uit het paradijs is een leerproces voor de mens, geen straf. De aarde is de leerschool voor de mens. We begrijpen de waarde van het goede door het te vergelijken met het kwaad, het mooie met het lelijke, het licht met het duister. Wij zitten tussen die verhoudingen in en de keuzes zijn voor ons. God stuurde de mens na de zonde niet naar de hel maar na het leven op aarde hebben wij een plek om heen te gaan, of de hemel of de hel. Het Grote Vasten leert ons de weg naar de hemel. In dit leven zijn de hemel en de hel gevlochten met elkaar en wij moeten een keuze maken waar we heen gaan. 14 Evangelie: Mattheüs 5:17-48 17Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. 18Ik verzeker jullie: zolang de hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke tittel in de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn. 19Wie dus ook maar een van de kleinste van deze geboden afschaft en aan anderen leert datzelfde te doen, zal als de kleinste worden beschouwd in het koninkrijk van de hemel. Maar wie ze onderhoudt en dat aan anderen leert, zal in het koninkrijk van de hemel in hoog aanzien staan. 20Want ik zeg jullie: als jullie gerechtigheid niet groter is dan die van de schriftgeleerden en de farizeeën, zullen jullie zeker het koninkrijk van de hemel niet binnengaan. 21Jullie hebben gehoord dat destijds tegen het volk is gezegd: “Pleeg geen moord. Wie moordt, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht.” 22En ik zeg zelfs: ieder die in woede tegen zijn broeder of zuster tekeergaat, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht. Wie tegen hen “Nietsnut!” zegt, zal zich moeten verantwoorden voor het Sanhedrin. Wie “Dwaas!” zegt, zal voor het vuur van de Gehenna komen te staan. 23Wanneer je dus je offergave naar het altaar brengt en je je daar herinnert dat je broeder of zuster je iets verwijt, 24laat je gave dan bij het altaar achter; ga je eerst met die ander verzoenen en kom daarna je offer brengen. 25Leg een geschil snel bij, terwijl je nog met je tegenstander onderweg bent, anders levert hij je uit aan de rechter, draagt de rechter je over aan de gerechtsdienaar en word je gevangengezet. 26Ik verzeker je: dan kom je niet vrij voor je ook de laatste cent betaald hebt. 27Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Pleeg geen overspel.” 28En ik zeg zelfs: iedereen die naar een vrouw kijkt en haar begeert, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd. 29Als je rechteroog je op de verkeerde weg brengt, ruk het dan uit en werp het weg. Je kunt immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam in de Gehenna geworpen wordt. 30En als je rechterhand je op de verkeerde weg brengt, hak hem dan af 15
Page 16
en werp hem weg. Je kunt immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam naar de Gehenna gaat. 31Er werd gezegd: “Wie zijn vrouw verstoot, moet haar een scheidingsbrief meegeven.” 32En ik zeg jullie: ieder die zijn vrouw verstoot, drijft haar tot overspel – tenzij er sprake was van een ongeoorloofde verbintenis; en ook wie trouwt met een verstoten vrouw, pleegt overspel. 33Jullie hebben ook gehoord dat destijds tegen het volk werd gezegd: “Leg geen valse eed af, voor de Heer gedane geloften moeten worden ingelost.” 34En ik zeg jullie dat je helemaal niet moet zweren, noch bij de hemel, want dat is de troon van God, 35noch bij de aarde, want dat is zijn voetenbank, noch bij Jeruzalem, want dat is de stad van de grote koning; 36zweer evenmin bij je eigen hoofd, want je kunt nog niet één van je haren wit of zwart maken. 37Laat jullie ja ja zijn, en jullie nee nee; wat je daaraan toevoegt komt voort uit het kwaad. 38Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Een oog voor een oog en een tand voor een tand.” 39En ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren. 40Als iemand een proces tegen je wil voeren en je onderkleed van je wil afnemen, sta hem dan ook je bovenkleed af. 41En als iemand je dwingt één mijl met hem mee te gaan, loop er dan twee met hem op. 42Geef aan wie iets van je vraagt, en keer je niet af van wie geld van je wil lenen. 43Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Je moet je naaste liefhebben en je vijand haten.” 44En ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen, 45alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel. Hij laat zijn zon immers opgaan over goede en slechte mensen en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. 46Is het een verdienste als je liefhebt wie jou liefheeft? Doen de tollenaars niet net zo? 47En als jullie alleen je broeders en zusters vriendelijk bejegenen, wat voor uitzonderlijks doe je dan? Doen de heidenen niet net zo? 48Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is. 16 25 februari 2018 "Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u." – Lucas 15: 18-19 Geschriften van de dag: Luc. 6:12-49, Jes. 54:11 – 55:13, 2 Kor. 6:1 – 7:1, Luc. 15:1-32 Iemand had twee zonen. De jongste van hen zei tegen zijn vader: “Vader, geef mij het deel van uw bezit waarop ik recht heb.” De vader verdeelde zijn vermogen onder hen. Na enkele dagen verzilverde de jongste zoon zijn bezit en reisde af naar een ver land, waar hij een losbandig leven leidde en zijn vermogen verkwistte. Toen hij alles had uitgegeven, werd dat land getroffen door een zware hongersnood, en begon hij gebrek te lijden. Hij vroeg om werk bij een van de inwoners van dat land, die hem op het veld zijn varkens liet hoeden. Hij had graag zijn maag willen vullen met de peulen die de varkens te eten kregen, maar niemand gaf ze hem. Toen kwam hij tot zichzelf en dacht: De dagloners van mijn vader hebben eten in overvloed, en ik kom hier om van de honger. Ik zal naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: “Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u en ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden; behandel mij als een van uw dagloners.” (Lucas 15: 1119). Laten we samen over deze gelijkenis nadenken. Het vertrek van een verloren zoon uit het huis van zijn vader symboliseert het vertrek van de mens van God. Zoals Adam, die zijn schaamte probeerde te verbergen en niet meer schaamteloos naar God kon kijken, zo verliet de verloren zoon ook zijn geboorteplaats, met de naïviteit om zijn zonden voor zijn vader te verbergen. Maar iedereen die God verlaat, voelt zich vroeg of laat alsof die in de verlaten wildernis is. Na zo eenzaam te leven, begint de verloren zoon te overpeinzen en zijn daden te onderzoeken. De toestand waar hij ongewild in terecht kwam, werd voor hem een tijd van vasten. Hoewel het niet vrijwillig was, bracht dit de grote zondaar in een goede gelegenheid om zich in zijn daden te verdiepen door met grote inspanning tot zelfbewustzijn te komen, spijt te hebben voor zijn daden en een belangrijke beslissing te nemen om tot bekering te komen. 17
Page 18
De gelijkenis illustreert de vergevingsgezindheid van de vader na de terugkeer van zijn verloren zoon. Uiteraard symboliseert dit de grenzeloze vergevingsgezindheid van de goedaardige God, omdat elk misleid kind God pijn doet en grenzeloos blij wordt als Hij zijn berouw ziet. In tegenstelling tot de verloren zoon, is de situatie van de oudste zoon heel anders. Hij, die ogenschijnlijk een godvrezend leven leidde, werd verwaand door jaloezie en bekritiseerde zijn vader. Deze gelijkenis is de parel van de gelijkenissen. Het wordt vaak het tweede evangelie in het evangelie genoemd. Deze gelijkenis is tegelijkertijd het verhaal van ons leven, de spiegel van ons hart. Hier zien we hoe de mens vanuit de onschuldige toestand overgaat naar verzoeking, van verzoeking tot verzoening, van verzoening tot geloven en met het geloof Gods genade waardig wordt. De hoofdpersoon in deze gelijkenis zijn wij. Wij hebben allemaal ons vaderlijk huis verlaten. We hebben allemaal naar vrijheid gezocht buiten Gods wil en we hebben allemaal tijdelijk het geluk gevonden waarvan we hebben gedroomd. We hebben ook allemaal de bittere vruchten geproefd van die tijdelijke vrijheid. We hebben allemaal een beroep gedaan op de familie die we in ons geluk hebben gevonden, maar geen van hen wilde hun verarmde familielid kennen. Het verhaal van deze gelijkenis is het verhaal van ons dagelijks leven. Maar hoeveel van ons lijken op de verloren zoon, die naakt, hongerig en vervolgd door zijn geweten, terugkeert naar huis en hartelijk (niet mondeling) roept: "Vader, ik heb gezondigd tegen u ...". Hoeveel van ons hebben, zoals de verloren zoon bekend: ‘Ik ben schuldig en niet anderen.’ Hoeveel van ons zijn teruggekeerd van de rampzalige situatie en hebben een nieuwe weg gekozen. De weg van bekering en geloof. Degenen die op deze manier worden bekeerd tot onze hemelse Vader, tot de gekruisigde Christus, zullen ongetwijfeld naar de troostende woorden van de Verlosser luisteren: "Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt staan, dan zal ik jullie rust geven" (Mattheüs 11:28). Deze mensen zullen de liefdeszoen van de Vader ontvangen. Geloof dat onze hemelse Vader dergelijke mensen vergeeft en hen rond de tafel van Zijn genade plaatst. 18 Wij allen zullen beslist in het verleden, het heden en de toekomst de weg van het leven van de verloren zoon bewandelen. Zalig is de mens die de bekeerde verloren zoon in zich vindt. Om met Gods aanwezigheid, stilte en gebed, vol geloof durft te verkondigen: “Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden.” (Lucas 15:21) Evangelie: Lucas 6:12-49 Aanstelling van de twaalf apostelen 12Op een van die dagen trok Jezus zich terug op de berg om te bidden. De hele nacht bleef hij tot God bidden. 13Toen de dag aanbrak, riep hij de leerlingen bij zich en koos twaalf van hen uit, die hij apostelen noemde: 14Simon, aan wie hij de naam Petrus gaf, diens broer Andreas, Jakobus en Johannes, Filippus en Bartolomeüs, 15Matteüs en Tomas, Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Simon, die de IJveraar genoemd werd, 16Judas, de zoon van Jakobus, en Judas Iskariot, die een verrader werd. Onderricht aan de leerlingen 17Toen hij met hen de berg was afgedaald, bleef hij staan op een plaats waar het vlak was. Daar had een groot aantal van zijn leerlingen zich verzameld, evenals een menigte mensen uit heel Judea en Jeruzalem en uit de kuststreek van Tyrus en Sidon. 18Ze waren gekomen om naar hem te luisteren en zich van hun ziekten te laten genezen; ook degenen die gekweld werden door onreine geesten werden genezen, 19en de hele menigte probeerde hem aan te raken, want er ging een kracht van hem uit die allen genas. 20Hij richtte zijn blik op zijn leerlingen en zei: ‘Gelukkig jullie die arm zijn, want van jullie is het koninkrijk van God. 21Gelukkig jullie die honger hebben, want je zult verzadigd worden. Gelukkig wie nu huilt, want je zult lachen.22Gelukkig zijn jullie wanneer de mensen jullie omwille van de Mensenzoon haten en buitensluiten en beschimpen en je naam door het slijk halen. 23Wees verheugd als die dag komt en spring op van blijdschap, want jullie zullen rijkelijk beloond worden in de hemel. Vergeet niet dat hun voorouders de profeten op dezelfde wijze hebben behandeld. 19
Page 20
24Maar wee jullie die rijk zijn, jullie hebben je deel al gehad. 25Wee jullie die nu verzadigd zijn, want je zult hongeren. Wee jullie die nu lachen, want je zult treuren en huilen. 26Wee jullie wanneer alle mensen lovend over je spreken, want hun voorouders hebben de valse profeten op dezelfde wijze behandeld. 27Tot jullie die naar mij luisteren zeg ik: heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten, 28zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen. 29Als iemand je op de wang slaat, bied hem dan ook de andere wang aan, en weiger iemand die je je bovenkleed afneemt, ook je onderkleed niet.30Geef aan ieder die iets van je vraagt, en eis je bezit niet terug als iemand het je afneemt. 31Behandel anderen zoals je wilt dat ze jullie behandelen. 32Is het een verdienste als je liefhebt wie jullie liefhebben? Want ook de zondaars hebben degenen lief die hen liefhebben. 33En is het een verdienste als je weldaden bewijst aan wie weldaden bewijzen aan jullie? Ook de zondaars handelen zo.34En is het een verdienste als je geld leent aan degenen van wie jullie iets terug verwachten? Ook zondaars lenen geld aan zondaars in de verwachting alles terug te krijgen. 35Nee, heb je vijanden lief, doe goed en leen geld aan anderen zonder iets terug te verwachten; dan zullen jullie rijkelijk worden beloond, en zullen jullie kinderen van de Allerhoogste zijn, want ook hij is goed voor wie ondankbaar en kwaadwillig is. 36Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is. 37Oordeel niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden. Veroordeel niet, dan zul je niet veroordeeld worden. Vergeef, dan zal je vergeven worden. 38Geef, dan zal je gegeven worden; een goede, stevig aangedrukte, goed geschudde en overvolle maat zal je worden toebedeeld. Want de maat die je voor anderen gebruikt, zal ook voor jullie worden gebruikt.’ 39Hij sprak ook in gelijkenissen tegen hen: ‘Kan de ene blinde de andere blinde leiden? Vallen ze dan niet beiden in een kuil? 40Een leerling staat niet boven zijn leermeester; pas als iemand zich alles heeft eigen gemaakt, zal hij de gelijke zijn van zijn leermeester. 41Waarom kijk je naar de splinter in het oog van je broeder of zuster, terwijl je de balk in je eigen oog niet opmerkt? 42Hoe kun je tegen hen zeggen: “Laat 20 mij de splinter in je oog verwijderen,” terwijl je de balk in je eigen oog niet ziet? Huichelaar, verwijder eerst de balk uit je eigen oog, pas dan zul je scherp genoeg zien om de splinter in het oog van je broeder of zuster te verwijderen. 43Een goede boom brengt geen slechte vruchten voort, en evenmin brengt een slechte boom goede vruchten voort. 44Elke boom kun je aan zijn vruchten kennen, want van distels pluk je geen vijgen en van doornstruiken geen druiven.45Een goed mens brengt uit de goede schatkamer van zijn hart het goede voort, maar een slecht mens brengt uit zijn slechte schatkamer het kwade voort; want waar het hart vol van is daar loopt de mond van over. 46Waarom roepen jullie “Heer, Heer” tegen mij, maar doen jullie niet wat ik zeg? 47Ik zal jullie vertellen op wie degene lijkt die bij me komt, naar mijn woorden luistert en ernaar handelt: 48hij lijkt op iemand die bij het bouwen van zijn huis een diep gat groef en het fundament op rotsgrond legde. Toen er een overstroming kwam, beukte het water tegen het huis, maar het stortte niet in omdat het degelijk gebouwd was. 49Wie wel naar mijn woorden luistert maar niet doet wat ik zeg, lijkt op iemand die een huis bouwde zonder fundament, zodat het meteen instortte toen het water ertegen beukte en er alleen een bouwval overbleef.’ 21
Page 22
Woorden in het geloof ‘19Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; ze hadden de deuren afgesloten, omdat ze bang waren voor de Joden. Jezus kwam in hun midden staan en zei: ‘Ik wens jullie vrede!’ 20Na deze woorden toonde hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren blij omdat ze de Heer zagen. 21Nog eens zei Jezus: ‘Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit.’ (Johannes 20:19-21). De vrede die onze Heer Jezus Christus hier geeft aan de apostelen, die zetten wij voort in onze kerk. De priester zegt een aantal keer Khaghaghoetyoen amenetsoen (Խաղաղութիւն ամենեցուն). Dit zegt hij met een reden. Om dit te begrijpen moeten wij dit stukje van de Bijbel verder lezen. ‘22Na deze woorden blies hij over hen heen en zei: ‘Ontvang de Heilige Geest.’’ (Johannes 20:22). Christus zei ‘ik wens jullie vrede’ waarna de Heilige Geest op de apostelen kwam en hun innerlijke vrede gaf. Hierdoor zegt de priester Khaghaghoetyoen amenetsoen (Խաղաղութիւն ամենեցուն) naar het volk, zodat de Heilige Geest op het volk komt en hen innerlijke vrede geeft. Terwijl de priester dit zegt en de vrede toewenst, trekt het volk in de kerk een kruis om de Heilige Geest te ontvangen. Hierna zegt het volk samen met het koor tegen de priester: Yew int hokwoeyt koem (Եւ ընդ հոգւոյդ քում) wat betekent ‘en ook met u’. De priester is natuurlijk ook een mens, waardoor ook hij de Heilige Geest en de innerlijke vrede moet ontvangen. 22 Wist je dat & vraag en antwoord Waarom wordt tijdens de lezing van de brieven in de Heilige Liturgie op het altaar de priester voorgelezen uit de evangelie? Tijdens de Heilige Liturgie wordt er uit de Evangelie door een diaken aan de priester voorgelezen. Tegelijkertijd leest een ander diaken een van de brieven van Paulus hardop voor. Dit heeft een aantal redenen. De eerste reden is erg simpel, het is een controle. De priester controleert of het stukje dat voorgelezen wordt het juiste stukje is dat op die dag gelezen moet worden. Een tweede reden is dat de priester zich concentreert op de woorden van God op dat moment. De priester doet tijdens de hele Liturgie verschillende gebeden om zich te concentreren en te bidden naar God. Dit is ook een moment dat de priester zich voorbereidt op de preek die hij eerder heeft geschreven. De preek gaat immers over het stukje dat voorgelezen gaat worden uit de Evangelie. Wat maakt een christen, een christen? Christen zijn houdt in eerste instantie in dat je uit je diepste van je hart een volgeling bent van Jezus Christus. Echter is een volgeling van Jezus zijn niet zo makkelijk, daar zijn veel voorwaarden aan gesteld. Door in Jezus te geloven, erken je dat Jezus de Zoon is van God en dat Jezus naar de aarde is gekomen voor ons en dat hij voor onze zonden gestorven is. ‘Wie in de Zoon gelooft heeft eeuwig leven’ (Johannes 3: 36) Een volger van God zijn betekent dat je bereidt bent jezelf opzij te zetten en te leven naar de wil van God. Je zal God lief moeten hebben boven alles, en volledig een Hem toegewijd zijn. Tot slot moet je het verschil maken in deze wereld, laat zien dat je een christen bent en schaam je niet voor God. 23

Khorhurd januari 2018


Page 2
Symbolen ‘Daarna openden ze hun kistjes met kostbaarheden en boden het kind geschenken aan: goud en wierook en mirre.’ (Mattheüs 2:11). Wanneer Jezus Christus geboren werd, werden er geschenken aan Hem gegeven. Er zijn een aantal symbolische betekenissen voor deze geschenken. Het goud staat voor het Koninklijke gezag van Jezus. Het laat zien dat Hij diegene is die alle eer verdient. Goud is immers een geschenk dat aan koningen werd gegeven. In de Bijbel lezen wij ook dat Christus de Koning der koningen is. Ook werd er wierrook geschonken. In het oude testament lezen we dat wierrook ook werd gebruikt in de tempel tijdens het aanbidden, prijzen en danken van God. Ook in onze kerk gebruiken wij tijdens de Heilige Liturgie wierrook, dit staat symbool voor onze gebeden. Bij het schenken van de wierook werd aangeduid dat Christus onze hoge priester is. Hij is de bemiddelaar tussen God en de mensen. Christus, degene die Zijn hele leven perfect en zondeloos geleefd heeft. Mirre werd vroeger gebruikt als zalf voor de overledenen. Het werd op de lijken gesmeerd wanneer ze begraven zouden worden. Het schenken van de mirre was een symbool voor het lijden en de dood van Christus. Deze geschenken hebben dus een diepere betekenis die over Jezus zelf gaan en hebben ook een boodschap voor ons, de Redder van de wereld is geboren. 2 Inhoudsopgave Badarak ‘Dankzegging’ Tijdlijn Preken 6 januari 2018 7 januari 2018 14 januari 2018 21 januari 2018 28 januari 2018 Woorden in het geloof ‘Amen’ Wist je dat & vraag en antwoord ‘Waarom is Jezus naar de aarde gekomen?’ ‘Waarom is vergeven belangrijk?’ Het Armeense alfabet Nieuwjaarswens van Ter Taron Gebeden van St. Nerses de Begaafde Wie zijn wij? 3 Pagina 25 Pagina 26 Pagina 27 Pagina 28 Pagina 4 Pagina 4 Pagina 5 Pagina 6 Pagina 6 Pagina 10 Pagina 14 Pagina 17 Pagina 19 Pagina 23 Pagina 24
Page 4
Badarak Na het innemen van de Heilige Communie, gaan de gordijnen dicht en wordt er nog gebeden. De hele Heilige Liturgie (Badarak) draait om de Heilige Communie, waarom wordt na het innemen ervan, nog verder gebeden? Dit stukje wordt in het Armeens Kohapanoetyoen (Գոհաբանութիւն), in het Engels Thanksgiving, en in het Nederlands dankzegging genoemd. Het is het stukje van de Badarak waar wij ons dank uiten aan God voor de Heilige Communie. ‘19En Hij (Jezus) nam een brood, sprak het dankgebed uit, brak het brood, deelde het uit en zei: ‘Dit is Mijn Lichaam dat voor jullie gegeven wordt. Doe dit, telkens opnieuw, om Mij te gedenken.’ (Lucas 22:19). Hier spreekt Jezus Christus ook Zijn dank uit voor het brood en later voor de wijn, wat het Lichaam en Bloed van Jezus is. Het is belangrijk om ons te realiseren wat de Heilige Communie met ons doet, waarna wij begrijpen waarom wij God ervoor danken. De Heilige Communie is daadwerkelijk het Lichaam en Bloed van Christus. Het is geen symbolische gewoonte. ‘53Daarop zei Jezus: ‘Waarachtig, Ik verzeker u: als u het Lichaam van de Mensenzoon niet eet en zijn Bloed niet drinkt, hebt u geen leven in u. 54Wie Mijn Lichaam eet en Mijn Bloed drinkt, heeft eeuwig leven en hem zal Ik op de laatste dag uit de dood opwekken. 55Mijn Lichaam is het ware voedsel en Mijn Bloed is de ware drank.’(Johannes 6:53-54) Wat gebeurt er dan met ons zodra wij het Lichaam en Bloed van Christus innemen? Christus komt letterlijk in ons. Wij worden samen één met Christus. Wij worden ook één met elkaar, waarvan Christus het Hoofd is. Ook worden onze zonden vergeven door de Heilige Communie. Daarom is het belangrijk om God te danken voor de Heilige Communie. Dit stukje wordt op de tijdlijn weergeven als ‘Dankzegging’. 4 5
Page 6
Preken 6 januari 2018 "Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft"- Lucas 2:14 Geschriften van de dag: Luc. 1, Luc. 2:1-20, Mat. 1:1-25, Mat. 3:1-17, Titus 2:11-15, 1 Kor. 10:1-4, Jes. 12:3-6, Joz. 3:14-17, Ex. 15:22-27, 2 Kon. 2:1922, Ezech. 47:1-12 Kindje Jezus, liggende in de kribbe, straalt licht uit en verlicht de donkere nacht. Voor Hem zijn de herders op hun knieën gedaald en de drie wijzen uit het Oosten, en samen met de engel en het hemels leger prezen ze de Heer met lofzang over het goede nieuws. "Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft" (Lucas 2:14). Kindje Jezus presenteert zich als een symbool van een grote en belangrijke revolutie. Een weerloos en zwak menselijk leven is afgebeeld in het aangezicht van Jezus. Een leven dat lijdt door de kracht en rijkdom van deze brutale wereld. Maar het is geruststellend dat de wrede wereld niet in staat is om haar het weerloze, pasgeboren en tedere leven te onderdrukken, maar zich door middel van Hem moet transformeren. Wie de pasgeborene was, wat Hij voor de wereld zou zijn, legden dezelfde hemelse gevleugelde engelen ons uit met prachtige zang van hun harpen, "... vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft" (Lucas 2:14). Zo daalde het eerste zaadje van vrede met hemelse handen neer op aarde, en werd als een zachte en zwakke pit begraven in de aarde, zodat die zou groeien en bloeien, een boom van vrede worden, waaronder alle vermoeiden en beladene van de wereld vrede en rust zouden vinden in Zijn schaduw, volgens de woorden van de Heer: "Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven" (Mattheüs 11:28). 6 Daarom gaf het liefhebbende christendom leven en geboorte aan alles. Allereerst werd Christus geboren, zodat de mens zich kan terugvinden als een schepsel geschept door God in Zijn evenbeeld met een Godgegeven missie. Zo kan God weer in de mens verblijven en het Goddelijke weer een gids voor de mens worden. De menselijkheid van de Zoon van God, ofwel de openbaring van God, is de ontmoeting van God en de mens. Zijn leven op de wereld is een mengsel van Goddelijk- en menselijkheid. Door Zijn liefde boog God naar de mens, werd mens, leefde in de mensheid zodat de mens in zijn oorspronkelijke natuur kon worden hersteld en het juiste pad van zijn roeping kon vinden. Dat Goddelijke leven werd de kracht die orde en harmonie schepte in de verstoorde situatie van de Schepping. Een persoon die ontrouw was geweest aan zijn bovennatuurlijke beeld van de Schepper, keerde terug naar God met Christus 'goedheid. De mens die afstand had genomen van zijn Schepper en ontrouw was gebleven aan zijn evenbeeld van God, keerde door de menselijkheid van Christus terug naar God. De menselijkheid van Christus is de realisatie van de waarheid in het leven. Veel wijzen vertelden mooiere dingen over de waarheid. Maar Christus, de Zoon van God, heeft niet alleen over de waarheid gesproken, "Ik ben de weg, de waarheid en het leven" (Johannes 14:6), maar heeft de mensheid uit etappes van zijn leven het levende beeld van de waarheid gegeven. Hij kwam op aarde om ons naar de hemel te brengen, om voor de mensheid de deuren van het hemelse koninkrijk te openen, die de mens zelf heeft verloren. Nogmaals was God trouw aan Zijn belofte en de Verlosser die Zijn komst naar de wereld had beloofd en het licht van redding bracht voor de mensheid die in de gevangenschap van de zonde leed. Vandaag werd de boodschap van de engel Gabriël aan de Heilige Maagd vervuld, die zei: "Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je. ... Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd... en aan zijn koningschap zal geen einde komen" (Lucas 1: 28-34). 7
Page 8
Het goddelijke licht scheen in het aangezicht van Jezus Christus, in de duisternis van ons leven om de profetische woorden van de evangelist te vervullen. "Het volk dat in duisternis leefde, zag een schitterend licht, en zij die woonden in de schaduw van de dood werden door het licht beschenen" (Mattheüs 4:16). Laten we nu vervuld worden met dit goddelijke licht, beste gelovige vrienden, en vervuld worden met de hoop op redding. Laten we dragers zijn van de grote verantwoordelijkheid van dat licht. Neem de missie op om het kerstlicht in onze ziel intact te houden en zich in de duisternis van de omringende wereld te verspreiden. Laten we vandaag met Hem opnieuw geboren worden, vervult met christelijke zelfopofferende liefde leven, en laat uit dat leven voortdurend het verlossende licht van de Heer stralen op iedereen. "Christus is geboren en heeft zich geopenbaard. Voor ons en voor U groot nieuws. Evangelie: Mattheüs 1:18-25 18De afkomst van Jezus Christus was als volgt. Toen zijn moeder Maria al was uitgehuwelijkt aan Jozef maar nog niet bij hem woonde, bleek ze zwanger te zijn door de heilige Geest. 19Haar man Jozef, die een rechtschapen mens was, wilde haar niet in opspraak brengen en dacht erover haar in het geheim te verstoten. 20Toen hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer. De engel zei: ‘Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de heilige Geest. 21Ze zal een zoon baren. Geef hem de naam Jezus, want hij zal zijn volk bevrijden 8 van hun zonden.’ 22Dit alles is gebeurd opdat in vervulling zou gaan wat bij monde van de profeet doorde Heer is gezegd: 23‘De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal hem de naam Immanuel geven,’ wat in onze taal betekent ‘God met ons’. 24Jozef werd wakker en deed wat de engel van de Heer hem had opgedragen: hij nam haar bij zich als zijn vrouw, 25maar hij had geen gemeenschap met haar voordat ze haar zoon gebaard had. En hij gaf hem de naam Jezus. 9
Page 10
7 januari 2018 Waarachtig, ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht. – Johannes 12:24 Geschriften van de dag: Marc. 1:1-13, Joh. 12:24-26, Hand. 6:8-8:2 Toen de grootste onderdrukker van het christendom, Paulus van Tarsus, naar Damascus ging, was de hele wereld in slavernij. Er was één staat, Rome. Het had één heerser, keizer Tiberius. Overal was er orde, omdat ze allemaal onder de strikte wet van Rome stonden. Maar samen met dat alles heerste er onrechtvaardigheid, degenen die niet de aanhangers van de keizer waren, werden onderdrukt en vervolgd. Een zwaar en moeilijk leven eindigde met de dood. Mensen die anders durfden te denken werden vervolgd. Degenen die geen Romeinen waren, werden onderworpen aan degradatie, individuen die verschillend waren in vorm, taal en cultuur werden verwaarloosd. In ieder opzicht werd het leven verwaarloosd en het leven eindigde met de dood van de mens. Plotseling ontstak er een licht op de hele wereld. Een kind werd geboren uit de heilige maagd Maria, als de eniggeboren Zoon van God, die de wereld een nieuwe manier van leven en een nieuwe toekomst toont. Hij zei: "Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven." (Matteüs 11:28). "De mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was" (Matteüs 18:11). "Heb uw naaste lief als uzelf "(Matteüs 22:39). " Wees niet bang, maar blijf geloven " (Marcus 5:36). Hij stuurde dit evangelie naar alle delen van de wereld. Voor het eerste keer in de geschiedenis eindigde het leven niet met de dood. Door Christus zou de mense en leven na de dood waardig zijn. 10 De hele wereld werd overspoel met het Licht. Terwijl de mensen in het duister boos waren en probeerden om dat licht te verwijderen, erkenden mensen op veel plaatsen dat de waarheid een persoon bevrijdt. "Want eens was u duisternis maar nu bent u licht, door uw bestaan in de Heer. Ga de weg van de kinderen van het licht. "(Efeziërs 5:8). Onderweg naar Damascus zag Paulus van Tarsus, de apostel van Christus, het heldereLicht, waar hij voor vreesde. Hij was bang dat mensen zich ooit van God zouden afsluiten en niet de weg van het licht en de vrijheid zouden gaan. Hij was bang dat op een dag de hele wereld weer duister zou worden en dat mensen alleen maar zouden denken aan wat ze zouden eten, wat ze zouden drinken, wat ze moesten dragen, kopen en verkopen en welke de nieuwe keizers en valse profeten ze moeten volgen. De tijd zal komen dat mensen opnieuw zullen geloven dat het harde, tragische leven eindigt in de dood. In een brief aan de Tessalonicenzen zegt de apostel: "Broeders en zusters, wij willen u niet in het ongewisse laten over de doden, zodat u niet hoeft te treuren, zoals zij die geen hoop hebben. Want als wij geloven dat Jezus is gestorven en is opgestaan, moeten wij ook geloven dat God door Jezus de doden naar zich toe zal leiden, samen met Jezus zelf"(1 Tessalonicenzen 4:1314). Gisteren, op de geboortedag van onze Heer Jezus Christus, werdhet goede nieuws verspreid vanuit de altaren van de kerken: "Christus werd geboren en geopenbaard", dat het Licht de duisternis verlichtte. Vandaag, op de dodenherdenkingsdag, is het onze plicht om met vreugde dit goede nieuws aan onze overleden dierbaren bekend te maken, allen die voor ons leefden, ons onderwezen en het heilige geloof van onze Apostolische Moederkerk beleden, die wachten op de tweede komst van onze Heer, Zijn terugkeer. We hebben ook de verantwoordelijkheid om te bidden voor onze overleden dierbaren. Het is ons geloof in de wederkomst van Christus, en ons geloof en onze hoop in de verrijzenis van de doden. Als we voor de doden bidden, herinneren we ons eraan dat dit leven tijdelijk en van voorbijgaande aard is, dus we zijn vol met hoop omdat we geloven dat de dood ook tijdelijk is. En 11
Page 12
omdat God ons genadig is, bidden we, geloven we en hopen we in het eeuwige leven. Zoals de norm van de kerk en hoe de traditie het ons leert, gaan we vandaag naar de graven om onze familieleden en geliefden die ons verlaten hebben te bezoeken.Laten we hun herinnering met gebeden respecteren, door hun leven en de lessen die we van hen hebben geleerd, hun goede daden en liefde voor on te gedenken en ze bij naam te begroeten en het goede nieuws over te brengen met de gezegende woorden: "Christus is geboren en heeft zich geopenbaard, gezegend is de openbaring van Christus" Evangelie: Marcus 1:1-13 11Het begin van het evangelie van Jezus Christus, Zoon van God. 2Het staat geschreven bij de profeet Jesaja: ‘Let op, ik zend mijn bode voor je uit, hij zal een weg voor je banen. 3Luid klinkt een stem in de woestijn: “Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden!”’ 4Dit gebeurde toen Johannes de Doper naar de woestijn ging en de mensen opriep zich te laten dopen en tot inkeer te komen, om zo vergeving van zonden te verkrijgen. 5Alle inwoners van Judea en Jeruzalem stroomden toe en lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan, terwijl ze hun zonden beleden. 6Johannes droeg een ruwe mantel van kameelhaar met een leren gordel; hij leefde van sprinkhanen en wilde honing. 7Hij verkondigde: ‘Na mij komt iemand 12 die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om me voor hem te bukken en de riemen van zijn sandalen los te maken. 8Ik heb jullie gedoopt met water, maar hij zal jullie dopen met de heilige Geest.’ 9In die tijd kwam Jezus vanuit Nazaret, dat in Galilea ligt, naar de Jordaan om zich door Johannes te laten dopen. 10Op het moment dat hij uit het water omhoogkwam, zag hij de hemel openscheuren en de Geest als een duif op zich neerdalen, 11en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’ 12Meteen daarna dreef de Geest hem de woestijn in. 13Veertig dagen bleef hij in de woestijn, waar hij door Satan op de proef werd gesteld. Hij leefde er te midden van de wilde dieren, en engelen zorgden voor hem. 13
Page 14
14 januari 2018 “ Toen er acht dagen verstreken waren en Hij besneden zou worden kreeg Hij de naam Jezus, die de engel had genoemd nog voordat hij in de schoot van Zijn moeder was ontvangen.”- Lucas 2:21 Geschriften van de dag: Luc. 2:1-11, Luc. 4:14-30, 1 Tim. 1:1-11, Jes. 54:1-13 Namen zijn belangrijk in ons leven. Ieder van ons heeft vanaf zijn geboorte een naam gekregen. Sommigen kennen de betekenis van hun naam, anderen niet. De naam is belangrijk voor de persoon en we kiezen de namen met grote zorg om onze kinderen zo te noemen. Het komt vaak voor dat we onze kinderen de namen van onze ouderen geven om de gedachtegang van een heilige familie en de familietraditie in hen voort te zetten. Er zijn veel bekende namen in de geschiedenis, die de heersers van de wereld leken te zijn. Maar deze mensen waren als vervaagde sterren, een moment werden ze zichtbaar aan de horizon, vervaagden en verdwenen uiteindelijk. Tijd is de grootste strijder tegen de naam van de mens en menselijke glorie. Niemands naam is eeuwig. Onze hemelse Vader heeft de wereld een naam gegeven waar de wereld al lang op heeft gewacht. Die naam is Jezus Christus. Vandaag vieren we de naamgeving van onze Heer Jezus Christus. Lucas de evangelist zegt: "Toen er acht dagen verstreken waren en hij besneden zou worden, kreeg Hij de naam Jezus (Lucas 2:21). De naam van Jezus was hemels, door God voorzien. Wat betekent Jezus? Jezus betekent "Redder" of "de Heer redt", maar van wat redt Christus ons? Wij geloven dat de mensheid, uit de zonde van Adam, ter dood veroordeeld is. De straf voor de zonde was de dood, en God had Adam eerder gezegd dat als je zou zondigen, je zou sterven. Door de komst van Christus, door zijn geboorte, lijden, kruisiging, dood en wonderbaarlijke opstanding, zijn we gered van de veroordeling van de dood. De mensheid kon zijn zonden niet inlossen. Onze Heer Jezus Christus heeft ons bevrijd van de gevangenschap van de zonde en de doodsvonnis. Hij herstelde ook onze persoonlijke relatie met God, we begonnen God Vader te noemen en God ons 14 kinderen. De redding van Jezus Christus gaf ons een familie, samen zijn wij een gemeenschap, een familie, Gods volk. De redding van Christus gaf ons leven zin. We leven niet alleen voor onszelf maar ook voor onze Hemelse Vader en met onze Hemelse Vader. Er staat een vers in Jesaja's profetie wanneer God tot zijn volk spreekt en zegt: 1"Welnu, dit zegt de Heer, die jou schiep, Jakob, die jou vormde, Israël: Wees niet bang, want ik zal je vrijkopen, ik heb je bij je naam geroepen, je bent van Mij! 2 Moet je door het water gaan – Ik ben bij je; of door rivieren – je wordt niet meegesleurd. Moet je door het vuur gaan – het zal je niet verteren, de vlammen zullen je niet verschroeien. 3 Want ik, de Heer, ben je God, de Heilige van Israël, je Redder. Voor jou geef Ik Egypte als losgeld, Nubië en Seba ruil ik in tegen jou.’’ (Jesaja 43:1-3). Wat een bemoedigende woorden als God vandaag tot ons spreekt en zegt: wees niet bang, Ik ben elke dag met u, elk uur. Ga door de rivieren van wanhoop maar je zult niet verdrinken, ga door haat, vijandschap, roddels, woest vuur, maar je zult niet verbranden, want Ik ben met jou. Dit gedeelte vertelt ons ook iets heel belangrijks, dat God ons bij naam noemt, God kent de naam van ieder van ons. Hij zegt, Ik zal je bij naam noemen, omdat jij de Mijne bent, jij behoort Mij toe. Wij als Christenen behoren tot onze Vader God, God is onze Heer en God is degene die ons redt. Wat wordt van ons verlangd voor deze grote genade en liefde voor God? Het behoeden van de naam van onze Hemelse Vader, van onze familie, van onze kerk, zoals we in “Onze Vader” zeggen: "Laat Uw naam Heilig zijn". We kunnen die naam Heilig houden door onze daden, ons geloof en ons leven. De apostel Paulus zegt in zijn brief aan de Kolossenzen: "Doe alles wat u zegt of doet in de naam van de Heer Jezus, terwijl u God, de Vader, dankt door hem. (Kolossenzen 3:17).Dit jaar, dat net begint, dienen we te verrijken met daden voor God, daden voor Gods glorie, en geloven dat de Heer altijd met ons is, ons uit alle moeilijkheden zal trekken en ons leven zal voortzetten onder de wil van Zijn Vaderlijke Liefde. 15
Page 16
Evangelie: Lucas 4:14-30 Optreden van Jezus in Nazaret 14Jezus keerde, gesterkt door de Geest, terug naar Galilea. Het nieuws over hem verspreidde zich in de hele streek. 15Hij gaf onderricht in de synagogen en werd door allen geprezen. 16Hij kwam ook in Nazaret, waar hij was opgegroeid, en volgens zijn gewoonte ging hij op sabbat naar de synagoge. Toen hij opstond om voor te lezen, 17werd hem de boekrol van de profeet Jesaja overhandigd, en hij rolde hem af tot de plaats waar geschreven staat: 18‘De Geest van de Heer rust op mij, want hij heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven, 19om een genadejaar van de Heer uit te roepen.’ 20Hij rolde de boekrol op, gaf hem terug aan de dienaar en ging weer zitten; de ogen van alle aanwezigen in de synagoge waren op hem gericht.21Hij zei tegen hen: ‘Vandaag hebben jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan.’ 22Allen betuigden hem hun bijval en verwonderden zich over de genaderijke woorden die uit zijn mond vloeiden, en ze zeiden: ‘Dat is toch de zoon van Jozef?’ 23En hij zei tegen hen: ‘Ongetwijfeld zullen jullie me dit gezegde voorhouden: Geneesheer, genees uzelf. Doe alles waarvan wij gehoord hebben dat het in Kafarnaüm gebeurd is, ook hier in uw vaderstad.’ 24Hij vervolgde: ‘Luister, ik zeg jullie dat geen enkele profeet welkom is in zijn vaderstad. 25Maar ik zeg het jullie zoals het is: in de tijd van Elia, toen de hemel drie jaar en zes maanden lang gesloten bleef en er in het land een grote hongersnood uitbrak, waren er veel weduwen in Israël. 26Toch werd Elia niet naar een van hen gezonden, maar naar een weduwe in Sarepta bij Sidon. 27En in de tijd van de profeet Elisa waren er veel mensen in Israël die leden aan huidvraat. Toch werd niemand van hen gereinigd, maar wel de Syriër Naäman.’ 28Toen de aanwezigen in de synagoge dit hoorden, ontstaken ze in grote woede. 29Ze sprongen op en dreven hem de stad uit, naar de rand van de berg waarop hun stad gebouwd was, om hem in de afgrond te storten.30Maar hij liep midden tussen hen door en vertrok. 16 21 januari 2018 “Ik ben het, wees niet bang”- Johannes 6:20 Geschriften van de dag: Joh. 6:15-21, 1 Tim. 2:15-26, Jes. 61:10-62:9 Het evangelie van vandaag vertelt ons over een incident dat ongeveer tweeduizend jaar geleden plaatsvond in het meer van Galilea, toen de Heer Jezus, die over de zee wandelde, Zijn discipelen kwam helpen. Laten we voor een moment denkbeeldig teruggaan in de tijd naar de diepten der eeuwen en laten we de nacht, met al zijn details ons verbeelden. Stel je voor een donkere nacht, een storm, enorme golven die de boot waarin de apostelen zich bevinden heen en weer schommelen. Ze zijn doodsbang en voelen zich verlaten door de Heer. Gebeurt niet hetzelfde met ons, wanneer we te maken hebben met beproevingen of moeilijkheden? Soms denken wij dat God ons verlaten heeft, alleen heeft gelaten met onze pijnen en er niet langer hoop en redding is uit de duisternis om ons heen. Maar is het niet dat precies op dat moment de Zoon van God op de berg stond en bad? Hij bad voor de wereld, voor hen die daar beneden waren en worstelden tegen de golven. Ook nu, in het heden, wanneer we moeilijkheden ondervinden, moeten we niet vergeten dat onze Redder, Jezus Christus, die altijd dicht bij ons is, op de hoogte staat en alles ziet. Zijn discipelen waren dit vergeten en daarom vreesden zij. Maar de Heer bad niet alleen boven op de berg, maar kwam naar beneden en hielp Zijn geliefde discipelen. De discipelen konden nauwelijks iets zien in het donker, maar ze zagen iemand naar ze toe lopen en hoorden Zijn stem die tegen hen zei: “Ik ben het, wees niet bang” (Johannes 6:20). Dit is exact wat er met ons gebeurd als het leven ondraaglijk wordt. Dan zegt de stem van onze Redder tegen ons: "Ik ben hier, wees niet bang. Het leven, de zee en al het andere zijn van Mij, geloof Mij en vertrouw op Mij". De Heer komt naar ons toe. Hij komt ons tegemoet, maar we merken het niet. Hij komt dichterbij, maar we zien het niet, omdat onze harten verblind zijn door angst. 17
Page 18
Wanneer wij op het pad van de redding staan, is dat hetzelfde als wanneer we zouden lopen over de zee. Het belangrijkste is dat we volledig op God vertrouwen terwijl we lopen en geen aandacht schenken aan de klotsende golven die we om ons heen zien, zodat we niet onderdompelen zoals Petrus. We moeten ons herinneren dat God naast ons staat, dat Zijn reddende hand altijd op ons gericht is en zolang we deze vasthouden, zullen we de moeilijkheden waarmee we worden geconfronteerd overwinnen. Net zoals Petrus het voorbeeld van de Heer wilde volgen, zo ook moeten wij hetzelfde doen: gaan zonder ergens bang voor te zijn. We kunnen elke dag moeilijkheden onder ogen zien die ons doen verdrinken van angst, achterdocht en ontrouw. En elke dag kunnen we ervoor kiezen om te leven vertrouwend op Gods kracht. Dit verhaal is lang geleden gebeurd, tweeduizend jaar geleden. Maar door de eeuwen heen en tot op heden blijven miljoenen mensen "over het water lopen". Overal ter wereld blijven mensen Hem zien, Hij die op de golven van het leven loopt en naar ons zondaar, verdwaalden en zieken, toe komt. "Wees niet bang. Ik ben altijd bij je. Ik sta altijd klaar om je te helpen. Zolang je maar niet twijfelt. Zolang je maar naar Mij toe komt”. Evangelie: Johannes 6:15-21 15Jezus begreep dat ze hem wilden dwingen om mee te gaan en hem dan tot koning zouden uitroepen. Daarom trok hij zich terug op de berg, alleen. 16Bij het vallen van de avond daalden zijn leerlingen af naar het meer; 17ze stapten in een boot en zetten koers naar de overkant, naar Kafarnaüm. Het was al donker geworden, en Jezus was nog niet naar hen toe gekomen. 18Er stak een hevige wind op en het meer werd onstuimig. 19Toen ze vijfentwintig of dertig stadie geroeid hadden, zagen ze plotseling Jezus over het meer lopen; hij was dicht bij de boot en ze werden bang. 20Maar hij zei: ‘Ik ben het, wees niet bang.’ 21Ze wilden hem aan boord nemen, maar meteen kwam de boot aan land op de plaats waar ze naartoe wilden. 18 28 januari 2018 “Het brood van God is het brood dat neerdaalt uit de hemel en dat leven geeft aan de wereld”- Johannes 6:33 Geschriften van de dag: Joh. 6:22-38, 1 Tim. 3:1-12, Jes. 63:7-18 De mens zondigt en valt voortdurend en verliest zijn weg die naar de hemel wijst. Echter is God nooit onverschillig tegenover het menselijk leven. Hij is bij iedereen en aan ieders zijde. Vandaag, in het evangelie dat werd gelezen, bekritiseerd de Heer Jezus, diegenen die Hem zoeken, dat ze op zoek zijn naar Hemom het brood dat Hij heeft vermenigvuldigd om te eten en vol te raken. Hij voegt daaraan toe: "U moet geen moeite doen voor voedsel dat vergaat, maar voor voedstel dat niet vergaat en eeuwig leven geeft; de Mensenzoon zal het u geven, want de Vader, God zelf, heeft Hem die volmacht gegeven” (Johannes 6:27). Net zoals in de tijd van Mozes wanneer de Joden manna uit de hemel kregen, verwachtten ze net zo een teken te krijgen van Christus. Maar Jezus Christus, onze Heer, zegt hen dat onze hemelse Vader hun manna heeft gegeven en niet Mozes. “Het brood van God is het brood dat neerdaalt uit de hemel en dat leven geeft aan de wereld” (Johannes 6:33). Er zou ook een tijd dat Hij het sacrament van de Heilige Communie zou bevestigen. Maar daarvoor kondigt Hij het nieuws aan de Joden en aan de hele wereld aan: "Ik ben het brood dat leven geeft. Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.” (Johannes 6:35) De Zoon van God benadrukt het geloof in God en de communicatie met God. God werd geofferd voor de redding van de mensheid. Hij wordt geofferd tot op de dag van vandaag. Omdat mensen zondaars zijn, ze altijd worden blootgesteld aan de verzoekingen van het kwaad en zonder de genade van God geen leven kunnen hebben, offert God zich constant. God draagt zorg voor de mensheid door zichzelf te geven. Het getuigenis van Gods grootste liefde is de Heilige Liturgie. Voor de mens is het moeilijk om het mysterie van de verlossing te begrijpen. De heilige Communie wordt heden aangeboden in alle 19
Page 20
Orthodoxe kerken over de hele wereld. Het is geen symbolische ceremonie, het is niet ontstaan in het menselijke denken, het is geen misleiding van de tijd. De Heilige Communie is bevestigd door de Heer Jezus Christus zelf. De Heilige Communie is onze Heer Jezus Christus zelf, God, de eniggeboren Zoon van God. "Dit is leven, verwachting van de wederopstanding, uitboeting en vergeving van de zonden", wordt gezegd tijdens de Heilige en Onsterfelijke Liturgie. De Heilige Communie is de ontmoeting, communicatie en samenkomst tussen mens en God. De Heilige Communie is de manifestatie van de menselijke redding. De Heilige Communie is noodzakelijk voor een zondaar, net zoals brood en water, die echter niet kunnen voldoen aan de spirituele behoeften van een persoon, noch kan hij de mens het eeuwige leven geven. Het leven van de mens is leeg zonder God, zonder de goddelijke communie. De mens is bereid om hard te werken voor zijn eigen behoeften, maar het allerbelangrijkste om te onthouden in de eerste plaats is: zorgen voor een ziel die schoon en heilig is van zonden, om het Koninkrijk der Hemelen te zoeken, God een plaats te geven in ons eigen leven en dagelijks en wekelijks tijd voor de Heer te nemen. 31“Vraag je dus niet bezorgd af: “Wat zullen we eten?” of: “Wat zullen we drinken?” of: “Waarmee zullen we ons kleden?” – 32dat zijn allemaal dingen die de heidenen najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben. 33Zoek eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden.” (Mattheüs 6:31-33). We moeten altijd bedenken dat de Heer zelf ons tegemoet komt, Hijzelf Zijn verloren en verlaten zonen omhelst, Hij zich voortdurend opoffert om ons leven en heiligheid te geven. De Heer houdt van ons voordat wij kunnen liefhebben, voordat wij naar de hemel kijken, kijkt Hij naar ons en zorgt voor ons voordat wij erom vragen. God is liefde en dit zijn niet alleen maar woorden, dit wordt uitgedrukt in de vorm van de incarnatie van de Zoon van God, Zijn kruisiging, Zijn begrafenis en Zijn opstanding. God werd gekruisigd door Zijn liefde voor de verloren zonen van de mensheid, om hen te redden. De Zoon van God is opgevaren ten hemel, maar als een troost werd de Heilige Geest gestuurd, door wiens genade de mens voortleeft, de mens in staat is om het goede te creëren, zich aan de geboden van de Heer te houden en net zo zijn als zijn Schepper. Daarom is het voor ons van belang om aanwezig te zijn 20 tijdens de diensten van onze Armeense Apostolische Kerk, om één te worden met onze Heer en Redder Jezus Christus, om te genieten van de zaligheid van God op aarde, om ons de last van onze zonden te lichten, om vergeving te ontvangen voor onze vele zonden, om sterker te worden tegen het kwaad en ons beter te verweren hiertegen, om Goddelijke genade te kunnen ontvangen en om in staat te zijn om het leven met zegen en welwillendheid te leiden. Evangelie: Johannes 6:22-38 22De volgende dag stond de menigte weer aan de oever van het meer. Ze hadden gezien dat er maar één boot was en dat Jezus niet aan boord was gegaan, maar dat zijn leerlingen alleen vertrokken waren.23Nu legden er andere boten uit Tiberias aan, dicht bij de plek waar ze het brood gegeten hadden nadat de Heer het dankgebed had uitgesproken. 24Toen de mensen zagen dat Jezus en zijn leerlingen er niet waren, stapten ze in die boten en voeren ze naar Kafarnaüm om hem te zoeken. 25Ze vonden hem aan de overkant van het meer en vroegen: ‘Rabbi, wanneer bent u hier gekomen?’26Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: u zoekt me niet omdat u tekenen hebt gezien, maar omdat u brood gegeten hebt en verzadigd bent. 27U moet geen moeite doen voor voedsel dat vergaat, maar voor voedsel dat niet vergaat en eeuwig leven geeft; de Mensenzoon zal het u geven, want de Vader, God zelf, heeft hem die volmacht gegeven.’ 28Ze vroegen: ‘Wat moeten we doen? Hoe doen we wat God wil?’ 29‘Dit moet u voor God doen: geloven in hem die hij gezonden heeft,’ antwoordde Jezus. 30Toen vroegen ze: ‘Welk wonderteken kunt u dan verrichten? Als we iets zien zullen we in u geloven. Wat kunt u doen? 31Onze voorouders hebben immers manna in de woestijn gegeten, zoals geschreven staat: “Brood uit de hemel heeft hij hun te eten gegeven.”’ 32Maar Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: niet Mozes heeft u het brood uit de hemel gegeven, maar mijn Vader; hij geeft u het ware brood uit de hemel. 33Het brood van God is het brood dat neerdaalt uit de hemel en dat leven geeft aan de wereld.’ 34‘Geef ons altijd dat brood, Heer!’ zeiden ze toen. 35‘Ik ben het brood dat leven geeft,’ zei Jezus. ‘Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer 21
Page 22
dorst hebben.36Maar ik heb u al gezegd dat u niet gelooft, ook al hebt u me gezien.37Iedereen die de Vader mij geeft zal bij mij komen, en wie bij mij komt zal ik niet wegsturen, 38want ik ben niet uit de hemel neergedaald om te doen wat ik wil, maar om te doen wat hij wil die mij gezonden heeft. 22 Woorden in het geloof In dit nieuwe hoofdstuk worden woorden uitgelegd die vaak in het geloof worden gebruikt. Woorden als ‘Amen’ en ‘Der woghormya’. In deze editie wordt het woord ‘Amen’ besproken. Aan het einde van een gebed, net als bij ‘Onze Vader’, zeggen wij ‘Amen’. Wat betekent dit woord? Amen is niet Nederlands of Armeens. Het komt uit het Hebreeuws, de taal van de Joden. Het woord ‘amen’ heeft een aantal betekenissen. De betekenis komt van het werkwoord amen, wat betekent ‘bevestigen of ondersteunen’, dus ergens mee eens zijn. Het wordt ook geassocieerd met het woord waarheid, ‘zo zal het zijn’. Dus als iemand een gebed bevestigd met het woord ‘amen’, laat diegene weten dat hij het eens is met het gebed. In de Bijbel wordt dit in 1 Koningen 1:35-36 op deze manier gebruikt: ‘35Trek dan in zijn gevolg de stad weer binnen. Als hij hier aangekomen is, zal hij plaatsnemen op mijn troon en in mijn plaats koning zijn. Hem wijs ik aan als vorst over Israël en Juda.’ 36Benaja antwoordde de koning: ‘Zo zij het! Moge de HEER, de God van mijn Heer en koning, uw woorden bekrachtigen.’ De woorden ‘zo zij het’ staat in de Hebreeuwse vertaling als ‘amen’. Profeet Benaja bevestigt dat hij gelooft wat er gezegd wordt. Omdat het ‘zo zal het zijn’ betekent, kan er alleen bij gebeden waarvan wij zeker weten dat het Gods wil is, ‘amen’ gezegd worden. Amen in het Hebreeuws i 23
Page 24
Wist je dat & vraag en antwoord Waarom is Jezus naar de aarde gekomen? ‘Want God had de wereld zo lief dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.’ (Johannes 3:16) Zijn dood maakt het mogelijk dat wij later het eeuwige leven krijgen in de hemel (1 Petrus 3:18). Hij kwam ook naar de aarde om de mensen de waarheid te leren. Jezus vertelde de mensen over Gods Koninkrijk, het eeuwige leven. Ook leerde Jezus de mensen alles over het vinden van het echte geluk (Mattheus 5:3). Verder leerde hij de mensen om zelfs in moeilijk omstandigheden Gods wil te doen. Als hij bijvoorbeeld slecht werd behandeld, nam hij hier geen wraak voor (1 Petrus 2:21-24). Niemand heeft ons een beter voorbeeld van liefde kunnen geven dan Jezus. Waarom is vergeven belangrijk? Vergeven is iets wat mensen vaak moeilijk vinden, al helemaal als mensen je opzettelijk iets hebben aangedaan. In Mattheus 18:21-22 lezen we; ‘’Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zevenmaal toe?’ 22Jezus antwoordde: ‘Niet tot zevenmaal toe, zeg ik je, maar tot zeventig maal zeven.’’ Hiermee bedoelt Jezus natuurlijk niet dat je elkaar dus maximaal 490 keer moet vergeven, maar dat je dit altijd moet doen. Hij vertelt de mensen daarna ook een gelijkenis. Er was een man die een groot bedrag schuldig was bij zijn koning, maar de koning schold zijn schuld kwijt en hij hoefde de koning niets meer te betalen. Toen deze zelfde man een zwerver ontmoette die hem een klein bedrag schuldig was, werd hij boos op de zwerver en vergaf hij hem niet. Wij doen precies hetzelfde als deze man als we elkaar niet vergeven omdat God ons wel vergeeft voor onze zonden, daarom is het erg belangrijk om elkaar te vergeven. 24 Het Armeense alfabet Het Armeense alfabet is in 405 na Christus door de heilige Mesrop Mashtoc gemaakt. Het alfabet bestond oorspronkelijk uit 36 letters. Vele eeuwen later is het alfabet aangevuld met 3 letters, namelijk և (yew), Օ (ò) en Ֆ (fe). Beide varianten van het Armeens, namelijk West- en Oost-Armeens, gebruiken hetzelfde alfabet hoewel de spelling wel verschilt. De volgorde en de letters in de oorspronkelijke vorm, hebben een religieuze en symbolische betekenis. Het begint met Ararich (Schepper, God) en eindigt met Kristos (Christus). Hieronder zijn de betekenissen van iedere letter te lezen. Աա Արարիչ Բբ Բովանդակ Գգ Գոյութեան Դդ Դատաւոր Եե Երկնային Զզ Էէ Ըը Զորաւոր Էութիւն Ըստ Թթ Թագաւոր Ժժ Ժամանակի Իի Իրերի Լոյսի Լլ Խխ Խաւարի Ծծ Ծովի Հհ Ձձ Համայնի Ձայն Schepper Volledig Bestaan Rechter Hemelse Machtige Wezen Volgens Koning Licht Ճճ Ճեմարան Մմ Մտաց Յիսուս Յյ Շշ Չչ Շնորհ Ոո Ոգեշունչ Չարին Պպ Պատժող Ջանասէր Ջջ Van de tijd Ռռ Ռաբբի Goederen Սս Սրբոց Վվ Վկայ Տտ Տէր մեր Duister Zee Կկ Կենդանիների Dieren Alles Stem Ղղ Ղօղանջող Րր Ցց Rinkelend Քք Ցանկալի Ււ ՈՒ Փփ Փառքի Քրիստոս Seminarie Gedachte Jezus Նն Նազովրեցի Nazareth Gave Inspiratie Het kwaad Straffen IJverig Leraar Heilige Getuige Heer Onze Wenselijke En Glorieuze Christus 25
Page 26
Nieuwjaarswens van Ter Taron Geliefde vrienden, Naar aanleiding van het nieuwe jaar en kerst feliciteer ik ons allen en bid ik dat de Allerhoogste, God, ons zegent en behoudt, onze geesten en gedachten versterkt en de eerlijke en goede initiatieven zegent. Nog een jaar is voorbij gegaan. Laat het jaar 2018 een voorspoedig, vredig en welvarend jaar zijn. Laat Gods liefde groeien in onze geesten en Zijn licht de dagen van onze levens overspoelen. Ik wens dat we trouw blijven aan de vestiging van onze voorouders. Laat het gebed nooit verminderen van onze lippen, ons geloof niet afnemen en ons leven optimistisch zijn met de heldere gevoelens van geloof en liefde. Laten we in het komend jaar nog attenter zijn voor elkaar en niet vergeten dat ons leven maar een ogenblik is in de oneindigheid. Dat we een rechtvaardig leven leiden en het goede zaaien. Laten we elkaar liefhebben en respecteren zoals God iedereen liefheeft. Geliefden nogmaals feliciteer ik iedereen met het nieuwe jaar en kerst en wens ik voor iedereen vrede en al het goeds. 26 Gebeden van St. Nerses de Begaafde Գրաբար ՊահապանամենայնիՔրիստոս, Աջքոհովանիլիցի իվերայիմ՝ Իտուէեւիգիշերի, Ինստիլիտան, Իգնալիճանապարհ, Իննջելեւիյառնել, Զիմիերբէքսասանեցայց. Եւողորմեաքոարարածոց Եւինձ՝բազմամեղիս: Grabar Bahaban amenayni Krisdos Ach ko howani litsi I weray im I dwe yew I kisheri I nsdil I dan, I knal I chanabarh, I nndjel yew I harnel Zi mi yerpek sasanetsayts. Yew woghormya ko araradzots Yew indz pazmameghis. Աշխարհաբար Պահապա՛նամենայնի Քրիստոս, աջդհովանիթողլինիվրաս գիշերուզօր, տանընստած, ճանապարհին, քնածթեարթուն, որպեսզիերբեք եսչսասանվեմ. ևողորմի՛րՔոարարածներին ևինձ՝բազմամեղիս: Nederlands Christus, behoeder van iedereen, laat Uw rechterhand over mij waken, dag en nacht, als ik thuis zit, wanneer ik onderweg ben, wanneer ik slaap en ontwaak, Zodat ik nooit bevreesd zal zijn. En ontferm U over Uw schepsels En mij, een groot zondaar. 27

Khorhurd december 2017


Page 0
Page 4
Badarak In de vorige editie (Khorhurd november 2017) werd verteld dat de priester voorafgaand aan de dienst de kleding voor de dienst aandoet. Hierna begint de dienst. Tijdens het kerkgezang ‘Diepe Mysterie’ (Khorhurd Khorin, Խորհուրդ խորին) lopen de priester en diakenen de kerk in en gaan zij staan voor het altaar. Bij deze ceremonie wordt de noodzaak van de komst van onze Heer Jezus Christus naar de aarde toe gesymboliseerd. Hij kwam voor alle zondaars en onzuivere mensen. Daarom wast de priester, als hij voor het altaar staat, zijn handen. Het staat symbool voor deze prachtige daad van God. Voordat de priester het altaar op gaat en zijn priesterlijke functie gaat uitvoeren, bekent de priester zijn zonden en vraagt hij de mensen in de kerk om te bidden dat de Heer hem vergeeft en hem waardig maakt om in de aanwezigheid van God te komen. Ook vraagt hij de mensen om te bidden of God hem kan helpen om de dienst in verering te leiden. Hierna vraagt het volk van de kerk aan de priester om hen te gedenken als hij voor het Lam van God staat, Jezus Christus dus. Dit doen zij met de woorden: Hishecir yew zmez araci anmah Karinn Asdoedzo (Հիշեսջիր եւ ըզմեզ առաջի անմահ Գառինն Աստուծոյ), waarop de priester antwoord met: Hishyal licik araci anmah Vordvoejn Asdoedzo (Հիշեալ լիջիք առաջի անմահ Որդւոյն Աստուծոյ). Dit betekent: Jullie zullen herinnerd worden voor de onsterfelijke Zoon van God Omdat dit stukje van de dienst de zuivering wordt genoemd, staat het ook met deze naam in de tijdlijn. 4 5
Page 6
Preken 3 december 2017 “Heer, laat hem ook dit jaar nog met rust, tot ik de grond eromheen heb omgespit en hem mest heb gegeven, misschien zal hij dan het komende jaar vrucht dragen, en zo niet, dan kunt u hem alsnog omhakken.” (Lucas 13: 8-9). Er waren op dat moment ook enkele mensen aanwezig die hem vertelden over de Galileeërs van wie Pilatus het bloed vermengd had met hun offers (Lucas 13: 1). Zij wilden de mening van Christus over dit onderwerp weten. Zij dachten dat de Galileeëra schuldig waren, en God hen daarom heeft gestraft. Jezus Christus ontkent niet het feit dat ze schuldig waren, maar zegt ook niet dat zij lijden omdat zij schuldiger waren dag diegene die levend bleven. Hij zei tegen hen: ‘Denken jullie dat die Galileeërs grotere zondaars waren dan alle andere Galileeërs, omdat ze dat ondergaan hebben? Zeker niet, zeg ik jullie, maar als jullie niet tot inkeer komen, zul je allemaal op dezelfde wijze omkomen’ (Lucas 13: 2-3). Hij bracht ook het voorbeeld van de achttien mensen die gestorven zijn als gevolg van de ineenstorting van de Toren van Siloam, zeggende: ‘Of die achttien die stierven doordat de Siloamtoren op hen viel – denken jullie dat zij schuldiger waren dan alle andere mensen die in Jeruzalem wonen? Zeker niet, zeg ik jullie, maar als jullie niet tot inkeer komen, zul je allemaal net zo sterven als zij.’ (Lucas 13: 4-5). Als er iets ellendigs gebeurt of er een beproeving op ons pad komt vragen we onszelf onbewust af waardoor we dat hebben verdiend. Of als iemand anders iets ernstigs ervaart denken veel mensen dat hij waarschijnlijk een ernstige zonde heeft begaan en daarom God diegene straft. Maar met dit verhaal waarschuwt de Heer ons dat dit ten eerste de verkeerde manier van denken is, omdat alle mensen zondaars zijn en daarom iedereen straf verdient. Ten tweede, we weten dat veel heiligen en martelaren beproefd en/of geleden hebben, dus het is niet altijd het resultaat van het kwaad die zich heeft voorgedaan. God geeft ons altijd mogelijkheden tot berouw en bekering. Jezus waarschuwt ons ook en zegt: ‘Zeker niet, zeg 6 ik jullie, maar als jullie niet tot inkeer komen, zal je allemaal net zo sterven als zij’ (Lucas 13:5). Het is na deze gebeurtenissen dat onze Heer vertelt over een rijke man die een wijngaard had en daar een vijgenboom groeide, die geen vruchten droeg. Elke keer kwam deze man om vijgen te plukken van de vijgenboom, maar elke keer kon hij geen vruchten vinden. Na drie jaar gewacht te hebben zegt hij tegen de wijngaardenier: “Hak hem maar om, want hij dient tot niets en put alleen de grond uit.”(Luc.13:7) Maar de wijngaardenier, die zo lang voor deze boom had verzorgd en er moeite in had ingestoken, vroeg hem om hem nog een jaar te geven om de boom te verzorgen, en als de boom dan geen vrucht wierp hij het alsnog zou afhakken. Rijke tuiniers symboliseren onze Vader, de wijngaardenier symboliseert Jezus en de vruchteloze vijgenboom representeert het Joodse volk van die tijd, die onverschillig bleef tegen het woord van Christus, en vandaag symboliseert het ons. Iedereen van ons is geplant als deze vijgenboom in Gods tuin, dat wil zeggen onder de bescherming van de kerk en zoals de tuinlieden vruchten van de boom verwachten, zal ook God in ons zoeken naar de vruchten waarvoor Hij ons heeft geschapen en naar Zijn kerk gebracht heeft. In deze gelijkenis was de wijngaardenier klaar om zelfs buitengewone middelen te gebruiken om de vijgen te bevruchten, waardoor het verdere bestaan ervan werd gewaarborgd. Zo gedraagt Christus zich ook. Hij is bereid om alle noodzakelijke mogelijkheden te scheppen voor een persoon, zodat de mens zal worden aangestuurd en vruchten zal brengen. Wat zijn de vruchten die God van ons verwacht? Dit zijn christelijke deugden, liefde voor God en mensen, liefdadigheid, gerechtigheid, nederigheid, vrijgevigheid, moed en meer. Wanneer we deze vruchten geven, geniet de Heer met ons. God is een zeer barmhartige Heer. Hij is geduldig en wacht zelfs in de tijden dat we minder vruchten werpen. De Heer Jezus werd mens en werd gekruisigd voor de redding van de mensheid. Hij is altijd onze beschermheer en bemiddelaar met onze hemelse Vader. Hij vraagt tijd voor ons totdat we verbeteren , bekeren en goede vruchten geven. 7
Page 8
God is lang geduldig en wij kunnen hopen dat hij nog een beetje meer geduld heeft, maar we kunnen niet hopen dat hij onze afdwalingen en onvruchtbare leven altijd zal tolereren. God is goedaardig voor degenen die uitglijden en vallen, maar weer opstaan. Maar de gelijkenis laat duidelijk zien dat het niet voor altijd kan duren. God geeft de laatste kans. “Heer, laat hem ook dit jaar nog met rust, tot ik de grond eromheen heb omgespit en hem mest heb gegeven, misschien zal hij dan het komende jaar vrucht dragen, en zo niet, dan kunt u hem alsnog omhakken” (Lucas 13:9). Onze zorgverlener, Jezus Christus, heeft alles voor ons gedaan, en nu is onze redding alleen afhankelijk van ons geloof, onze bekering en onze vruchten. Evangelie: Lucas 13:1-9 131Er waren op dat moment ook enkele mensen aanwezig die hem vertelden over de Galileeërs van wie Pilatus het bloed vermengd had met hun offers. 2Hij zei tegen hen: ‘Denken jullie dat die Galileeërs grotere zondaars waren dan alle andere Galileeërs, omdat ze dat ondergaan hebben? 3Zeker niet, zeg ik jullie, maar als jullie niet tot inkeer komen, zul je allemaal op dezelfde wijze omkomen. 4Of die achttien die stierven doordat de Siloamtoren op hen viel – denken jullie dat zij schuldiger waren dan alle andere mensen die in Jeruzalem wonen? 5Zeker niet, zeg ik jullie, maar als jullie niet tot inkeer komen, zul je allemaal net zo sterven als zij.’ 6Hij vertelde hun deze gelijkenis: ‘Iemand had een vijgenboom in zijn wijngaard geplant en ging kijken of de boom vrucht droeg, maar hij vond geen vijgen. 7Hij zei tegen de wijngaardenier: “Al drie jaar kom ik kijken of die vijgenboom vrucht draagt, maar tevergeefs. Hak hem maar om, want hij dient tot niets en put alleen de grond uit.” 8Maar de wijngaardenier zei: “Heer, laat hem ook dit jaar nog met rust, tot ik de grond eromheen heb omgespit en hem mest heb gegeven, 9misschien zal hij dan het komende jaar vrucht dragen, en zo niet, dan kunt u hem alsnog omhakken.” 8 10 december 2017 ‘Iemand wilde een groot feestmaal geven en nodigde tal van gasten uit.’ (Lucas 14:16) Jezus vertelt over een man die een groot feestmaal wilde geven en velen heeft uitgenodigd om deel te hebben aan zijn vreugde. Maar iedereen wees de uitnodiging af. Men had een reden om bezig te zijn met het nieuw verworven akker, de ander was pas getrouwd was, enzovoorts. De huisbaas werd boos en beval zijn bedienden om alle armen, blinden, kreupelen en iedereen die ze op straat tegen kwamen uit te nodigen voor het feest in plaats van de voorheen uitgenodigden. Het grote feest is van het Koninkrijk van God waaraan we allen zijn uitgenodigd. Maar wie waren de eerste mensen die uitgenodigd waren en die de onbetaalbare kans die ze hadden gekregen niet waardeerden? Ongetwijfeld het Joodse volk dat door God was gekozen uit de wortels van de menselijke geschiedenis als een uitverkoren volk, om het voorbeeld en de leider van de andere naties te zijn op het ware pad naar God. Maar ze wilden dat Gods koninkrijk op de wereld te zien zou zijn, ze wilden het zien, wilden Zijn glorie en overwinning proeven, maar Christus zei: ‘Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld’ (Johannes 18:36) De discipelen van Christus zijn de wereld over gestuurd om het Evangelie te prediken, dat wil zeggen om de uitnodiging van de Heer uit te verspreiden aan alle mensen, ongeacht hun nationaliteit en sociale status. Wij zijn ook een van de genodigden, maar het is de vraag of wij die uitnodiging accepteren. God heeft gezorgd dat Zijn uitnodiging iedereen zal bereiken en wacht geduldig af, of wij het zullen accepteren of verwerpen. Waar geven wij de voorkeur aan, voor tijdelijk aardse genoegens of hemelse vieringen die de Almachtige zelf heeft voorbereid? De Hemelse Almachtige Koning houdt niet op met het uitnodigen van mensen, Hij stuurt ons op verschillende manieren een uitnodiging. We hoeven 9
Page 10
alleen onze spirituele ogen te openen en ze op te merken. In de kerken is elke zondag een Heilige liturgie, er worden verschillende evenementen en diensten georganiseerd. Er zijn jongerenorganisaties en zondagsscholen naast de kerken. Ze zijn niets anders dan Gods uitnodiging aan ons. De kerk gesticht door Christus gaat door met het Heilige werk van het verspreiden van het evangelie van het Koninkrijk van God en het helpen van de genodigden om zich goed en op de juiste manier voor te bereiden op dit feestmaal. Vaak hebben we een niet-serieuze houding tegenover die uitnodiging. In plaats van om het Koninkrijk van God te vragen, zijn we op zoek naar het wereldse en het aardse. Zijn we lui om naar de kerk te gaan, om te bidden, het Heilige Boek en spirituele literatuur te lezen, deel te nemen aan goede daden. We zijn klaar om alle mogelijke en onaannemelijke excuses voor onszelf te vinden om het goddelijke leven te vermijden. Onze gedachten, onze gesprekken, onze zorgen gaan vooral over het aardse en het tijdelijke. Door onze ijver en kracht in het tijdelijke te investeren, merken we niet hoe we geleidelijk aan zwakker, kwader, jaloerser en bozer worden en de ware beschrijving van een Christen verliezen. Geliefden, we hebben ook het grootste voorrecht om deel te nemen aan het feestmaal van de Heer. En we hoeven alleen de Hemelse Koning in ons leven te beantwoorden, om te bewijzen dat we niet bang zijn om een moeilijk pad te doorlopen omdat we weten wat de genodigden te wachten staat. Evangelie: Lucas 14.12-24 12Hij zei ook tegen degene die hem had uitgenodigd: ‘Wanneer u een maaltijd aanbiedt of een feestmaal geeft, vraag dan niet uw vrienden, uw broers, uw verwanten of uw rijke buren, in de verwachting dat zij u op hun beurt zullen uitnodigen om iets terug te doen. 13Wanneer u mensen ontvangt, nodig dan armen, kreupelen, verlamden en blinden uit. 14Dan zult u gelukkig zijn, zij kunnen voor u dan wel niets terugdoen, maar u zult ervoor beloond worden bij de opstanding van de rechtvaardigen.’ 10 15Toen een van de anderen die aan tafel aanlagen dit hoorde, zei hij tegen hem: ‘Gelukkig al wie zal deelnemen aan de maaltijd in het koninkrijk van God!’ 16Jezus vervolgde: ‘Iemand wilde een groot feestmaal geven en nodigde tal van gasten uit. 17Toen het tijd was voor het feestmaal, stuurde hij zijn dienaar naar de genodigden om tegen hen te zeggen: “Kom, want alles is klaar.” 18Maar een voor een begonnen ze zich te verontschuldigen. De eerste zei: “Ik heb net een akker gekocht, die ik beslist moet gaan bekijken. Tot mijn spijt kan ik de uitnodiging niet aannemen.” 19En een ander zei: “Ik heb vijf span ossen gekocht en ik ga ze keuren; tot mijn spijt kan ik de uitnodiging niet aannemen.” 20Weer een ander zei: “Ik ben pas getrouwd en daarom kan ik niet komen.” 21Toen de dienaar teruggekomen was, bracht hij zijn heer verslag uit. De heer des huizes ontstak in woede en zei tegen zijn dienaar: “Ga vlug de stad in en breng uit de straten en stegen de armen en kreupelen en blinden en verlamden hierheen.” 22Toen de dienaar hem kwam melden: “Heer, wat u hebt opgedragen is gebeurd, en nog is er plaats,” 23zei de heer tegen hem: “Ga naar de wegen en de akkers buiten de stad en nodig iedereen met klem uit, want mijn huis moet vol zijn. 24Ik zeg jullie: niemand van degenen die eerst uitgenodigd waren, zal van mijn feestmaal proeven.” 11
Page 12
17 december 2017 “Let dus goede op jezelf! Indien een van je broeders of zusters zondigt, spreek die dan ernstig toe; en als ze berouw hebben, vergeef hun. En als ze zevenmaal op een dag tegen je zondigen en zevenmaal naar je terugkeren en zeggen: “ik heb berouw,” dan moet je hun vergeven”. (Lucas 17:3-4) Velen van ons hebben moeite met vergeven. Een van de redenen hiervan is dat we onszelf niet schuldig achten. We zijn vaak verontwaardigd wanneer we schuldig worden gevonden of als schuldigen worden behandeld. Het probleem is dat velen van ons geen correct beeld hebben van zondes. We zijn het er eenvoudig over eens dat de dief, de dronkaard, de moordenaar, de overspelige persoon, enz. zondaren zijn en daarom begaan wij niet zelf deze zondes. Wij zijn van mening dat wij een waardig, respectvol en eervol leven leiden, en we geen risico lopen om geconfronteerd te worden met de gerechtigheid of gevangenheid. En hierom geloven wij dat zondes niets met ons te maken hebben. Laten we uitzoeken wat zonde is. Hetgeen wat we konden zijn of dienen te zijn in ons leven, maar niet zijn, is een zonde. Zijn we wel goede zoons of dochters voor onze ouders, zo goed we hadden kunnen zijn? Zijn we wel goede echtgenoten of echtgenotes voor onze partner, zo goed we hadden kunnen zijn? Zijn we wel goede werknemers of werkgevers, zo goed we hadden kunnen zijn? Wanneer wij beginnen te begrijpen dat een zonde het onvermogen is om ons doel te bereiken, wordt hetgeen zelf een onvermogen dat we zouden en hadden kunnen zijn. En het wordt daarbij duidelijk dat ieder van ons een zondaar is. Het is ook een zonde, bijvoorbeeld wanneer de grens van het goede en het kwade wordt overschreden. Is het waar dat wij altijd aan de zijde staan van de eer en niet van de oneer? Is het zo dat er niks in ons leven is dat ten onrechte is gepleegd? Is het waar dat wij altijd aan de zijde van de waarheid staan die zich scheidt van de leugen? Is het waar dat we nooit ontkennen, de waarheid niet 12 verdraaien en vermijden, hetzij het is in woorden of in stilte? Is het waar dat wij altijd aan de zijde van beleefdheid en hoffelijkheid staan, die zich scheidt van zelfzucht? Vinden er geen slechte daden of ongepaste, niet goed overwogen woorden in ons leven plaats? Als we zo denken, dan kunnen we niet bevestigen dat wij altijd aan de goede kant van de grens bevinden. Je zonden toegeven betekent ook vallen. De mens valt ondanks van zijn eigen wil. Wij zeggen vaak; "het woord vloog uit mijn mond", "ik kon mijn verlangens niet tegenhouden", "voor een moment verloor ik mijn zelfbeheersing". Wanneer we het gevaar voor een moment vergeten, kan zelfs de beste van ons vallen en zondigen. Soms plegen we opzettelijk een zonde, we kennen het juiste, maar doen toch het tegenovergestelde. Zelfs als er mensen zijn die beweren dat ze geen gebod hebben overtreden, is er niemand die kan zeggen dat hij niet ten minste gedacht heeft om één van die geboden te breken. Het is ook een zonde als wij onze plicht jegens de mensheid en God niet kunnen doen. Er is geen mens die kan beweren dat hij of zij 100% toegewijd is aan diens plicht voor de mensheid en God. Dus, als we een idee hebben van zondes, begrijpen we en zien we in dat het een ziekte is die zich verspreidt waardoor alle mensen ziek worden. De discipline in de ogen van mensen en de innerlijke schuld van de mens in de ogen van God, kunnen hand in hand lopen. Vervolgens als we beseffen dat we allemaal zondaars zijn, is het voor ons gemakkelijker om de ander te vergeven, omdat we begrijpen dat ook wij vergeving nodig hebben. Om een christelijke vergeving in ons leven te krijgen, zijn er drie voorwaarden nodig. We moeten leren onszelf te verplaatsen in een situatie. Als een mens iets doet, doet hij dat door een bepaalde oorzaak. Als hij onbeschoft en niet hoffelijk is, 13
Page 14
als hij slecht gehumeurd is, komt het wellicht omdat hij nerveus was, of ergens pijn heeft. Of misschien dat zijn karakter het gevolg is van pijn of moeite hebben met het leven en de menselijke relaties. Het zou gemakkelijker voor ons zijn om mensen te vergeven, als we diegene proberen te begrijpen voordat we bekritiseren. We zouden moeten leren vergeten. Zolang we de belediging die ons is aangedaan niet zijn vergeten, kunnen we niet denken aan vergeving. We zeggen zo vaak dat “we niet alles vergeten wat diegene ons heeft aangedaan”, of dat “we nooit vergeten hoe diegene ons behandelde”. Met de hulp van de Heer, in Zijn liefhebbende vergevingsgezindheid zelf, moeten wij kracht vinden en de wil hebben om ons innerlijk schoon te maken van oud verdriet. We moeten leren lief te hebben. We weten dat de Christelijke liefde, ‘agape’, onoverwinnelijke welwillendheid betekent, een onoverwinnelijke goede wil. Diegene die dergelijke liefde heeft, zoekt het beste voor anderen, ongeacht hoe anderen zich gedragen en wat ze doen jegens diegene. We kunnen zo'n liefde alleen hebben als Christus, die deze liefde is, in onze harten leeft. Om vergeving te krijgen, moeten we zelf vergeven, en de kracht om te vergeven krijgen wij van de Heer. Evangelie: Lucas 17:1-10 171Tegen zijn leerlingen zei hij: ‘Het is onvermijdelijk dat er mensen ten val worden gebracht, alleen: wee degene die daarvoor verantwoordelijk is! 2Het zou beter voor hem zijn als hij met een molensteen om zijn nek in zee werd geworpen dan dat hij ook maar een van deze geringen ten val zou brengen. 3Let dus goed op jezelf! Indien een van je broeders of zusters zondigt, spreek die dan ernstig toe; en als ze berouw hebben, vergeef hun. 4En als ze zevenmaal op een dag tegen je zondigen en zevenmaal naar je terugkeren en zeggen: “Ik heb berouw,” dan moet je hun vergeven.’ 14 5Toen zeiden de apostelen tegen de Heer: ‘Geef ons meer geloof!’ 6De Heer zei: ‘Als jullie geloof hadden als een mosterdzaadje, zouden jullie tegen die moerbeiboom zeggen: “Trek je wortels uit de grond en plant jezelf in de zee!” en hij zou jullie gehoorzamen. 7Als iemand van jullie een knecht zou hebben die ploegt of de kudden weidt, dan zal hij, wanneer die thuiskomt van het land, toch niet tegen hem zeggen: “Ga maar meteen aan tafel”? 8Zal hij niet veel eerder tegen hem zeggen: “Maak iets te eten voor me klaar, doe je gordel om en bedien me terwijl ik eet en drink, en daarna kun je zelf eten en drinken”? 9Hij bedankt de knecht toch niet omdat die gedaan heeft wat hem is opgedragen? 10Hetzelfde geldt voor jullie; wanneer jullie alles gedaan hebben wat jullie is opgedragen, zeg dan: “Wij zijn maar knechten, we hebben enkel onze plicht gedaan.”’ 15
Page 16
24 december 2017 "De belangrijkste van jullie moet de minste worden en de leider de dienaar." (Lucas 22:26). Christus zelf was een voorbeeld van nederigheid en een prediker. "Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden." (Matteüs 11:29). De nederigheid van Christus is duidelijk op elk moment van Zijn leven, vanaf het moment dat Hij werd geboren onder de omstandigheden totdat Hij ging buigen om de voeten van de discipelen te wassen (Johannes 13: 4-17) of wanneer hij zijn leven offert voor de redding van mensen. Nederigheid leidt de mens naar volmaaktheid. Het evangelie bevat veel voorbeelden van nederigheid. "Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen, en wie van jullie de eerste wil zijn, zal ieders dienaar moeten zijn. " (Marcus 10:43-44). "God keert zich tegen hoogmoedigen, maar aan nederigen schenkt hij zijn genade" (Jakobus 4:6). En St. Johannes Chrysostomus zegt: "Degene die de auteur is van goede daden en zichzelf niet op de laatste plaats plaatst, zal geen voordeel hebben van zijn goede daden." Een voorbeeld van nederigheid en tegelijkertijd een sterke christen is de Maagd Maria. De nederigheid van Moeder Gods, zien we in het antwoord van haar aan de engel: "De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd" (Lucas 1:38). Zij was de eerste onder de nederigen en de armen. Onder de armen werd zij de rijkste, de moeder van de Verlosser, en werd ze verheven van de nederige tot de troon van God. "Mijn ziel prijst en looft de Heer, mijn hart juicht om God, mijn redder: hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares. Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen" (Lucas 1:46-48). Zachtmoedigheid en nederigheid worden door velen als hetzelfde gezien, maar hier zit een verschil tussen, omdat nederigheid altijd tegenover trots komt en zachtmoedigheid tegenover woede. We kunnen echter alleen volmaakt nederig 16 zijn bij het bestaan van deze twee, want Christus zegt ook: "Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart" (Matteüs 11:29). Een moment uit het leven van Antonius de Grote geeft ons een les van zachtmoedigheid. Antonius hoort over een kluizenaar dat die volmaakt is geworden in deugden en vraagt of de kluizenaar bij hem kan komen om hem te zien en om met hem te praten. Als ze de kluizenaar naar hem brengen, is Antonius niet in de cel. Kort daarna ging hij de cel binnen en deed hij zijn werk zonder aan iemand aandacht te geven, de cel sorteren, de cel uitstappen en opnieuw binnenkomen. Immers kan de bekende kluizenaar het niet weerstaan en zegt in deugd: "Je wilde me zien en ik ben zo een lange weg gekomen, terwijl je tot zover geen aandacht verschaft." Op dat moment zegt Antonius hem: "Hoewel ze zeggen dat je door jouw deugden volmaakt bent geworden, vind ik je in werkelijkheid op een verwoest dorp lijken, omdat je niet eens een beetje minachting kon hebben." Dit is een goede les van nederigheid en zachtmoedigheid voor ons, want als we niet in staat zijn om minachting te verdragen in situaties in het leven, hoe kunnen we dan het gebod van Christus vervullen om vijanden lief te hebben en zelfs voor hen bidden? (Matteüs 5:44). Nederigheid is de toestand van de menselijke ziel, die in de glorie en het ondoordringbare is, waarvan wij hebben gezien dat die ontbreekt in de deugd van de beroemde kluizenaar, omdat hij het niet kon weerstaan om door Antonius in onzekerheid te zijn. Nederigheid is, zoals de Heilige Grigor Tatevatsi zegt, wanneer "de mens buigt voor iemand kleiner dan hem". Nederigheid is ook wanneer een persoon buigt voor iemand groter dan hem, een oudere. En als dit wordt gedaan om het gebod van God te vervullen en uit liefde, dan wordt deze daad uitgesloten van mooidoenerij en schijnheiligheid. We benaderen verschillende mensen niet op dezelfde manier. Bijvoorbeeld: mensen zijn het meest stil en gehoorzaam tegenover gezagsdragers. Met onze 17
Page 18
kleintjes zijn we moediger en zelfverzekerder en terwijl we voor kinderen staan en van hen houden, maken we zulke vormen van zelfverheffing waar we ons nergens anders zo zouden gedragen. Maar als we nederig zijn, dan is onze nederigheid in alle situaties te zien. Om volmaakter nederig te zijn in ons leven, moeten we het volgende altijd onthouden. "Nederig zijn tegenover je superieuren, tegen je gelijken een levenswijze, tegen degenen onder jou nobel." Evangelie: Lucas 19:12-28 12Hij zei: ‘Een man van voorname afkomst ging op reis naar een ver land om het koningschap in ontvangst te nemen en dan terug te keren. 13Hij riep tien van zijn dienaren bij zich, gaf elk van hen honderd drachme en zei tegen hen: “Ga daarmee handeldrijven terwijl ik weg ben.” 14Maar zijn landgenoten haatten hem en stuurden afgevaardigden achter hem aan met de boodschap: “We willen niet dat die man koning over ons wordt!” 15Bij zijn terugkeer, toen hij het koningschap had ontvangen, liet hij de dienaren aan wie hij het geld had gegeven bij zich roepen om te vernemen wat ze met handeldrijven hadden verdiend. 16De eerste kwam en zei: “Heer, uw geld heeft het tienvoudige opgeleverd.” 17Zijn meester zei: “Voortreffelijk, je bent een goede dienaar. Omdat je betrouwbaar bent geweest in iets zeer gerings verleen ik je het bestuur over tien steden.” 18De tweede kwam zeggen: “Uw geld, heer, heeft het vijfvoudige opgebracht.” 19Tegen hem zei hij: “Jij krijgt het bestuur over vijf steden.” 20Toen kwam de derde dienaar, die zei: “Heer, hier is uw geld, ik heb het in een doek voor u bewaard. 21Ik was bang voor u, omdat u een streng man bent die 18 terugvordert wat hij niet heeft gestort en oogst wat hij niet heeft gezaaid.” 22Zijn meester zei tegen hem: “Je bent een slechte dienaar, met je eigen woorden zal ik je veroordelen! Je wist dat ik een streng man ben en terugvorder wat ik niet heb gestort en oogst wat ik niet heb gezaaid? 23Waarom heb je mijn geld dan niet bij de bank in bewaring gegeven? Dan had ik het bij mijn terugkeer met rente kunnen opvorderen.” 24En tegen degenen die erbij stonden zei hij: “Neem hem de honderd drachme af en geef ze aan de knecht die het tienvoudige verworven heeft.” 25Ze zeiden tegen hem: “Heer, hij heeft al het tienvoudige!” 26“Ik zeg jullie: wie heeft zal nog meer krijgen; maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft worden ontnomen. 27En die vijanden van mij die niet wilden dat ik koning over hen werd, breng hen hier en dood ze voor mijn ogen.”’ 28Na deze woorden trok Jezus verder, op weg naar Jeruzalem. 19
Page 20
31 december 2017 ‘Weet,’ zei Hij, ‘dat de bezitter meer zal worden gegeven, en de kleinere zal zijn kleinste aandeel moeten nemen’ (Lucas 19:11-28) De Heer Jezus Christus vertelt een gelijkenis over hoe een man naar een vreemd land ging om zijn koninklijke autoriteit te ontvangen en terug te keren naar zijn land. Hij riep tien van zijn bedienden en gaf ze elk tien gouden munten en gaf hen opdracht dit geld te verwerven ‘totdat Ik terugkeer’. En zijn medeburgers haatten hem en stuurden een plaatsvervanger met de mededeling dat ze niet wilden dat Hij Koning over hen werd. Toen deze edele terugkeerde naar zijn koninkrijk, riep hij zijn dienaren, aan wie hij het geld had gegeven, om te weten hoeveel wie had gewonnen. De eerste kwam en zei: "Ik heb er nog tien gewonnen tegen die van jou." De Heer prees en stelde gouverneur aan over tien steden. De tweede kwam en vertelde dat hij tegen één munt vijf munten had gewonnen. De Heer prees hem en stelde gouverneur over vijf steden. De derde kwam en zei: “Here, hier is Uw geld, ik bewaarde het in een zakdoek. Ik was bang voor u, aangezien u een strikt persoon bent, je neemt wat je geoogst hebt en niet wat je niet geoogst hebt”. De Heer zei: "Slechte slaaf, ik zal u beoordelen naar uw woord; Je weet dat ik een strikt persoon ben, maar waarom gaf je geen geld aan de speculanten en eis je rente bij terugkeer?" Hij vertelde de verdachten: "Neem het geld geef het aan hem die tien keer heeft gewonnen ... weet," zei hij, "de bezitter zal meer worden gegeven, en de kleinere zal zijn kleinste deel moeten nemen. En aan mijn vijanden die geen koning over hen willen zijn, breng ze hier en dood ze in mijn aanwezigheid”. Deze gelijkenis gaat over ons leven en onze dood, evenals over de komst van Christus. Toen Christus naar de hemel opsteeg om zijn vroegere macht en glorie te ontvangen, en net als de edelman van deze gelijkenis, verwaarloosde hij niet één van Zijn dienaren en schonk gaven aan iedereen. Niemand van hen bleef zonder gave, want God vergeet niemand, tegelijkertijd eist Hij van ieder van ons voor Zijn gaven, dat we ze moeten verveelvoudigen. Dan zien we in de gelijkenis degenen die niet willen dat de edelman koning over hen wordt. 20 Dit waren de mensen die Christus afwezen. Ze vinden het niet erg gered te worden door Christus, maar ze willen niet dat Hij hun Koning wordt. In deze gelijkenis zien we een voorbeeld van een luie slaaf die alleen het gegeven geld teruggeeft aan zijn meester. De man leek niets slecht te hebben gedaan, maar de Heer strafte hem met grote strengheid. “…"wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft worden ontnomen...” Verantwoordelijkheid en gave zijn ondeelbare realiteiten. Het nare is dat deze dienaar alleen aan zichzelf dacht en over zijn eigen veiligheid. Hij was bang om het risico te nemen en bereikte niets. Hij was niet geïnteresseerd in de zaken van de meester, hij gaf niet om de belangen van de meester, de redding van zijn ziel, maar alleen om zichzelf. Een duidelijke regel van het leven, diegene die bang is zijn leven in gevaar te brengen en alleen aan zijn welzijn denkt, kan niet leven omwille van God. En dit soort mensen kiezen hun eigen oordeel. “…wie zijn eigen ziel liefheeft, zal het verliezen..” – zegt Christus. De gedachten van vandaag betreft deze gelijkenis gaan voornamelijk over onze verantwoordelijkheid en over hoe groot onze verantwoordelijkheid tegenover God en de mens is. Hier was het probleem niet veel of weinig geld of het gebrek aan geld, maar over loyaliteit, het gebrek aan toewijding die je veroordeeld. Maar laten wij niet veroordelen, laten we eerst begrijpen wat onze grens van toewijding is. Velen van komen naar de kerk met veel voorzichtigheid, ze proberen onzichtbaar te zijn alsof ze bang zijn dat God meer van ze zal eisen. Ieder van ons, die goddelijke gaven ontvangt, is geroepen om God en mensen te dienen omdat toewijding getuigenis is van onze liefde en geloof in God. Met andere woorden, we leven niet om straf en risico te vermijden, maar om te dienen, om volledig te dienen. “Wie zijn leven verliest omwille van mij, zal het behouden” zegt Christus. God en de mens dienen is geen verlies of een verspilling van macht, maar een prestatie. Zoals een kaars die brandt, in werkelijkheid smelt en niet eindigt, is het de oorzaak dat vanuit zijn lichtstralen nieuwe brandende en stralende kaarsen worden geboren. Het jaar is voorbij. God heeft ons de gelegenheid gegeven om nog een jaar te leven, en tijdens de beschouwing van Kerstmis en Nieuwjaar proberen we ons te herinneren wat we het afgelopen jaar hebben gedaan en we hopen dat het 21
Page 22
komende jaar vol weldaden en zegeningen zal zijn. Als we deze smeekbeden aan God aanbieden, moeten we drie belangrijke dingen in het leven in gedachte bewaren: God, de tijd en ons. Het is God die ons gaven heeft geschonken en ons de gelegenheid heeft gegeven om te dienen en te vervaardigen. God is de bron van allerlei soorten gaven. En de grootste gave is de tijd, de duur van ons leven, die als een heilige pot is, die we gevuld met heldere en deugdzame daden moeten teruggeven aan God. Elk nieuw jaar is een stap voor ons naar het eeuwig leven, dus we moeten elke minuut van ons leven zinvoller en betekenisvoller maken. Laten we afscheid nemen van het voorbijgaande jaar met dit geloof en bewustzijn, en laten we de deur van het nieuwe jaar openen en onze eerste stap zetten in het nieuwe jaar met geloof en vertrouwen dat God ons, ons leven, onze kerk en ons vaderland overvloedig zal sieren met gaven. Amen. Evangelie: Lucas 22:24-30 24Toen ontstond er onder hen onenigheid over de vraag wie van hen de belangrijkste was. 25Jezus zei tegen hen: ‘Vorsten oefenen heerschappij uit over de aan hen onderworpen volken, en wie macht heeft laat zich weldoener noemen. 26Laat dat bij jullie niet zo zijn! De belangrijkste van jullie moet de minste worden en de leider de dienaar. 27Want wie is belangrijker, degene die aanligt om te eten of degene die bedient? Is het niet degene die aanligt? Maar ik ben in jullie midden als iemand die dient. 28Jullie zijn in al mijn beproevingen steeds bij mij gebleven.29Ik bestem jullie voor het koningschap zoals mijn Vader mij voor het koningschap bestemd heeft:30jullie zullen in mijn koninkrijk eten en drinken aan mijn tafel, en zetelen op een troon om recht te spreken over de twaalf stammen van Israël. 22 Wist je dat & vraag en antwoord Hoe weten we dat God van ons houdt? Je hoort mensen tegenwoordig vaak zeggen: ‘Hoe kan God van ons houden als er zoveel verschrikkelijke dingen gebeuren op de wereld?’ Deze mensen geloven niet dat God echt van ons houdt. Maar God houdt wel van ons. In 1 Johannes 4:8 staat dat God liefde is. De Bijbel, het woord van God, leert ons hoe we liefdevol met elkaar om moeten gaan. Er staat dat we elkaar lief moeten hebben, respect voor elkaar moeten hebben en we elkaar vriendelijk moeten behandelen. Het grootste bewijs dat God van ons houdt is het feit dat Hij zijn enige Zoon, Jezus Christus, heeft gegeven om onze zonden te vergeven. Hier staan een aantal verzen over hoe wij weten dat God van ons houdt: 16Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. (Johannes 3:16) 8Maar God bewees ons zijn liefde doordat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. (Romeinen 5:8) 4Maar omdat God zo barmhartig is, omdat de liefde die hij voor ons heeft opgevat zo groot is, 5heeft hij ons, die dood waren door onze zonden, samen met Christus levend gemaakt. Ook u bent nu door zijn genade gered. (Efeziërs 2:4-5) Waarom houdt God van ons? Mensen vragen zich vaak af waarom God van ons houdt. Wij mensen hebben zoveel zonden en doen God zoveel pijn, hoe kan Hij nog van ons houden? Dit komt omdat wij Gods kinderen zijn. Wij maken veel fouten, maar God wil het ons vergeven, omdat Hij van ons houdt. Maar Hij vergeeft je niet zomaar, je zal je zonde moeten erkennen, bedroefd zijn om je zonde, zorgen dat je de fout niet meer maakt en bidden en vragen om vergeving. 23

Khorhurd november 2017


Page 2
Symbolen In de kerk zie je dat vrouwen hun hoofd bedekken met een hoofddoek. Het is een traditie die je al 2000 jaar ziet in de Armeens Apostolische kerk. Wat is de rede hiervoor en waarom is dit belangrijk? Al in de oude testament zien we dat het belangrijk is voor vrouwen om hun hoofd te bedekken. Ook in het nieuwe testament lezen we dat dit belangrijk is. In de brief aan de Korintiërs (1 Korintiërs 11) schrijft de apostel Paulus dat het voor vrouwen belangrijk is om hun hoofd te bedekken en lezen we ook de redenen hiervoor. Een reden waarom, is omdat het eervol is voor een vrouw om haar hoofd te bedekken tijdens het aanbidden. Ook is het zo dat het een opdracht van God zelf is. Een andere reden is ook dat als je je hoofd bedekt je niet afgeleid wordt wanneer je aan het bidden bent. Je kan je volledig focussen op de dienst en tijd doorbrengen met de Heer. Ook zien we dat de heilige moeder Maria haar hoofd bedekte. Moeder Maria is voor ons een belangrijk persoon en een Heilige. Wij nemen haar ook op deze manier als voorbeeld. De traditie om het hoofd te bedekken bij vrouwen is altijd zo geweest in de kerk. Dit is niet iets wat mensen zelf hebben bedacht, maar wij zien dit in de Bijbel zelf. 2 Inhoudsopgave Badarak ‘Het kleden’ Preken 5 november 2017 12 november 2017 19 november 2017 26 november 2017 Wist je dat & vraag en antwoord Pagina 4 Pagina 6 Pagina 6 Pagina 9 Pagina 12 Pagina 14 Pagina 17 ‘Wist je dat wij, christenen, alcohol mogen drinken?’ ‘Waarom dragen priesters altijd zwarte kleding buiten de kerkdienst om?’ Gebeden van St. Nerses de Begaafde Pagina 18 (Nerses Shnorhali) Wie zijn wij? Pagina 20 3
Page 4
Badarak ‘Laten uw priesters zich kleden in gerechtigheid, uw getrouwen juichen van vreugde.’ (Psalm 132:9). Voordat de Badarak begint, maakt de priester zich klaar om de Badarak te leiden. Het klaarmaken wordt ‘het kleden’ genoemd. Zo staat dit stukje ook in de tijdlijn. Hier trekt hij zijn zwarte gewaad uit en trekt hij zijn Badarak kleding aan (In de augustus en september editie van Khorhurd staat waarom het deze kleding is en waarvoor het symbool staat). Dit doet de priester om schoon voor God te staan tijdens de Badarak. De priester bidt om zich spiritueel klaar te maken door psalmen en voorbereidende gebeden te zeggen. Bij elk kledingstuk heeft de priester een bijbehorende gebed in deze volgorde: De tuniek: ‘Kleed mij, Heer, met de kledingstuk van redding en met de kleed van blijheid, en gordel mij met dit kledingstuk van redding.’ De stola: ‘Kleed mijn nek, o Heer, met rechtvaardigheid en reinig mijn hart van alle vuilheid van de zonde.’ De kraag: ‘Kleed mijn nek, o Heer, met rechtvaardigheid en reinig mijn hart van alle vuilheid van de zonde.’ De riem: ‘Moge de riem van het geloof mijn hart en gedachten omringen en verdrietige gedachten uitstoten. En mag de kracht van uw genade alle tijden in mijn hart en gedachten blijven.’ Het doek: ‘Reinig mijn handen, Heer, van alle vuilheid en zonden.’ De manchetten: ‘Geef kracht, Heer, aan mijn rechter (of linker) hand en was al mijn vuilheid, zodat ik u met een gezond ziel en lichaam kan dienen.’ De mantel: ‘In uw genade, Heer, kleed met een stralend kledingstuk en versterk mij tegen de invloed van het kwaad, dat ik waardig mag zijn om uw glorieuze naam te verheerlijken.’ De kroon: ‘Zet de kroon van verlossing op mijn hoofd om te vechten tegen de machten van de vijand’ 4 5
Page 6
Preken 5 november 2017 ‘Wie iets heeft zal nog meer krijgen; maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij denkt te hebben worden ontnomen’ (Lucas 8:18). Elk van ons heeft zijn of haar taken. God heeft ons een gave gegeven en wij moeten die gave gebruiken, zodat ons meer wordt geven. Hoe meer we gebruik maken van deze gaven, hoe groter de gave in ons wordt. En integendeel, hoe minder we er gebruik van maken, hoe minder de gave in ons leeft. Iedereen heeft een gave van God gekregen. Men zou niet moeten denken dat wat ik kan doen is niet zo belangrijk. Als christenen hebben wij verantwoordelijkheden in deze wereld. Als het christendom het gemeenschapsleven en de ontwikkeling van het christendom predikt, dan kan men alleen leven met het gemeenschapsleven en dan pas het individuele. Echter hebben wij allen onze eigen taken in onze omgeving om ons gemeenschapsleven te verbeteren. Waarom zijn we verbonden met het gemeenschapsleven? Omdat als we de relatie tussen mens en God willen verbeteren moeten we eerst beginnen met de relatie tussen mens en mens te verbeteren. In de brief aan de Romeinen zegt de apostel Paulus: ‘Met een beroep op de genade die mij geschonken is, zeg ik u allen dat u zichzelf niet hoger moet aanslaan dan u kunt verantwoorden, maar verstandig over uzelf moet denken. Denk overeenkomstig het geloof, dat is de maatstaf die God u heeft gegeven. Zoals ons ene lichaam vele delen heeft en die delen niet allemaal dezelfde functie hebben, zo zijn we samen één lichaam in Christus en zijn we, ieder apart, elkaars lichaamsdelen. We hebben verschillende gaven, onderscheiden naar de genade die ons geschonken is. Wie de gave heeft te profeteren, moet die in overeenstemming met het geloof gebruiken. Wie de gave heeft bijstand te verlenen, moet bijstand verlenen. Wie de gave heeft te onderwijzen, moet onderwijzen. Wie de gave heeft te troosten, moet troosten. Wie iets weggeeft, 6 moet dat zonder bijbedoeling doen. Wie leiding geeft, moet dat doen met volle inzet. Wie barmhartig voor een ander is, moet daarin blijmoedig zijn. Laat uw liefde oprecht zijn. Verafschuw het kwaad en wees het goede toegedaan. Heb elkaar lief met de innige liefde van broeders en zusters en acht de ander hoger dan uzelf. Laat uw enthousiasme niet bekoelen, maar laat u aanvuren door de Geest en dien de Heer. Wees verheugd door de hoop die u hebt, wees standvastig wanneer u tegenspoed ondervindt, en bid onophoudelijk. Bekommer u om de noden van de heiligen en wees gastvrij. Zegen uw vervolgers; zegen hen, vervloek hen niet. Wees blij met wie zich verblijdt, heb verdriet met wie verdriet heeft. Wees eensgezind; wees niet hoogmoedig, maar zet uzelf aan tot bescheidenheid. Ga niet af op uw eigen inzicht. Vergeld geen kwaad met kwaad, maar probeer voor alle mensen het goede te doen. Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven. Neem geen wraak, geliefde broeders en zusters, maar laat God uw wreker zijn, want er staat geschreven dat de Heer zegt: ‘Het is aan mij om wraak te nemen, ik zal vergelden.’ Maar ‘als uw vijand honger heeft, geef hem dan te eten, als hij dorst heeft, geef hem dan te drinken. Dan stapelt u gloeiende kolen op zijn hoofd’. Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede’ (Romeinen 12: 3-21). Iedereen heeft zijn of haar opdracht, en pas wanneer iedereen zijn of haar werk doet, zal de kerk perfect zijn in al haar functies. Om ons werk goed te doen, moeten we allereerst onszelf goed kennen. We kunnen niet ver komen in ons leven of we zullen niets bereiken als het niet duidelijk is, wat we kunnen doen en wat we niet kunnen doen. We moeten onszelf accepteren zoals we in werkelijkheid zijn. We mogen niet jaloers zijn op de persoon die meer bekwaamheden of talenten heeft en we mogen niet trots zijn op dingen die we kunnen doen die velen niet kunnen doen. We moeten doen wat we kunnen doen. We moeten onszelf accepteren zoals we zijn en gebruik maken van wat we in staat zijn te doen. We moeten ook beseffen dat er mensen zijn die een speciale geschenk van God hebben gekregen. De apostel Paulus noemt het Gods gift. Een persoon kan heel 7
Page 8
zijn leven leren om viool te spelen, maar zal niet een getalenteerde musicus worden en omgekeerd hetzelfde. Tot slot, welk talent een persoon ook heeft, diegene zou het niet uitsluitend moeten gebruiken voor persoonlijk succes en reputatie, maar moet beseffen dat hij ook zijn taak in de gemeenschap heeft. Evangelie Lucas 8:17-21 17Want niets dat verborgen is blijft geheim; alles wat verborgen is zal bekend worden en aan het licht komen. 18Let dus goed op hoe jullie luisteren: want wie iets heeft zal nog meer krijgen; maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij denkt te hebben worden ontnomen.’ 19Zijn moeder en zijn broers kwamen naar hem toe, maar ze konden niet bij hem komen vanwege de menigte. 20Zijn toehoorders zeiden tegen hem: ‘Uw moeder en uw broers staan buiten, ze willen u spreken.’ 21Maar hij antwoordde: ‘Mijn moeder en mijn broers zijn degenen die naar het woord van God luisteren en ernaar handelen.’ 8 12 november 2017 “Vrees niet, geloof alleen, zij zal worden gered” Lucas 8:50 In dit wonderlijk verhaal benadrukt het Heilige Boek opnieuw het belang van het geloof. De evangelisten beschrijven Jaïrus in ernstige rouw die zelfs tijdens zijn diepe rouw zijn geloof niet verloor maar integendeel versterkte. Twaalf jarig meisje Twaalf staat voor perfectie: de twaalf stammen van Israël, de twaalf apostelen van Jezus, de dood van de twaalfjarige dochter ofwel de volmaakte rouw. En dan de genezing van een 12 jaar zieke, hopeloze vrouw. De mate van haar geloof is vergelijkbaar met het geloof van Jaïrus. Wie was Jaïrus? Hij was waarschijnlijk een zeer belangrijke man. Hij was het administratieve hoofd van de synagoge, de president van de Raad der Oudsten, verantwoordelijk voor de religieuze ceremonies die in de synagoge werden gehouden. Hij was een van de meest bekende en gerespecteerde mensen binnen de maatschappij. En zie het leven, dat hem overvloedig mogelijkheden in zijn handen had gegeven, lijkt van hem het allerbelangrijkste af te willen pakken. Oppervlakkig denkende mensen zeggen dat ze zelf baas zijn van hun eigen leven. Maar mensen keren alleen tot God, nemen deel aan Zijn wonderen en ontvangen Zijn genade, wanneer zij hun egoïsme onderdrukken en bekennen aan de dingen die zij zelf niet kunnen bereiken. Egoïsme en trots zijn de gevoelens die voorkomen dat we God naderen. Door deze gevoelens houden we koppig vast aan onze fouten en ruïneren onze ziel. Jaïrus, leider van de synagoge, aanbad Jezus waarschijnlijk niet en beschouwde Hem als “overtreder” van de regels. Het is ook heel waarschijnlijk dat op dat moment de deuren van de synagoge voor Jezus 9
Page 10
gesloten waren. Maar toen Jaïrus hulp nodig had, slaagde hij erin om zijn egoïsme te overwinnen en Jezus om hulp te vragen. Hij kwam en viel voor Jezus Zijn voeten neer. Mensen houden er niet van om iemand iets verschuldigd te zijn. De eerste stap naar van het Christendom is begrijpen dat we alles aan God verschuldigd zijn. Jaïrus was een gelovige. Hij geloofde dat Jezus alles kon doen. Met zijn vrouw gingen zij de kamer binnen met de verwachting op een wonder. Hij wist niet wat er zou gebeuren of hoe Jezus hen zou helpen. Zo weten wij ook niet wat Jezus voor ons kan doen. In de donkerste dagen kunnen we Hem vertrouwen, Zijn onuitputtelijke schatten, Zijn onuitputtelijke genade en Zijn onoverwinnelijke macht. Evangelie: Lucas 8:47-56 41Er was ook een man onder hen die Jaïrus heette, een leider van een synagoge. Hij kwam op Jezus af, viel aan zijn voeten neer en smeekte hem mee te gaan naar zijn huis, 42want hij had een dochter van ongeveer twaalf jaar oud, die op sterven lag; ze was zijn enige kind. Toen Jezus op weg ging, begonnen de mensen van alle kanten te duwen. 43Een vrouw die al twaalf jaar aan bloedverlies leed – en door niemand genezen had kunnen worden, al had ze haar hele kapitaal aan artsen uitgegeven – 44naderde hem van achteren en raakte de zoom van zijn bovenkleed aan; meteen hield de bloedvloeiing op.45Jezus vroeg: ‘Wie heeft mij aangeraakt?’ Iedereen ontkende de aanraking en Petrus zei: ‘Meester, de mensen om u heen staan te duwen en te dringen!’ 46Maar Jezus zei: ‘Iemand heeft me aangeraakt, want ik heb kracht uit me voelen wegstromen.’ 47Toen het de vrouw duidelijk werd dat haar aanraking niet onopgemerkt was gebleven, kwam ze trillend naar voren, viel voor hem neer en legde ten overstaan 10 van de hele menigte uit waarom ze hem had aangeraakt en hoe ze meteen was genezen. 48Hij zei tegen haar: ‘Uw geloof heeft u gered; ga in vrede.’ 49Nog voor hij uitgesproken was, kwam er iemand uit het huis van Jaïrus tegen de leider van de synagoge zeggen: ‘Uw dochter is gestorven. Val de meester niet langer lastig.’ 50Maar Jezus hoorde het en zei: ‘Wees niet bang, maar geloof, dan zal ze worden gered.’ 51Toen hij bij het huis kwam, stond hij niemand toe om met hem naar binnen te gaan behalve Petrus, Johannes en Jakobus, en de vader en moeder van het meisje. 52Alle aanwezigen waren aan het weeklagen en sloegen zich van verdriet op de borst. Hij zei: ‘Houd op met klagen, want ze is niet gestorven maar slaapt.’ 53Ze lachten hem uit, omdat ze wisten dat ze gestorven was. 54Hij nam haar hand vast en zei met luide stem: ‘Meisje, sta op!’ 55Haar levensadem keerde terug en ze stond meteen op. Hij gaf opdracht haar iets te eten te geven. 56Haar ouders waren verbijsterd; hij gebood hun tegen niemand te zeggen wat er was gebeurd. 11
Page 12
19 november 2017 ‘Hij zei tegen hen: 'Wie dit kind in Mijn naam bij zich opneemt, neemt Mij op; en wie Mij opneemt, neemt hem op die Mij gezonden heeft. Want wie de kleinste onder jullie allen is, die is werkelijk groot.’ Lucas 9:48 Alles in het leven hangt af van welke doelen een persoon streeft, wat hij streeft om te bereiken. Wie ernaar streeft om een eigen persoonlijk plan te maken, streeft naar persoonlijk gezag, wil autoriteit krijgen, hij gaat het tegenovergestelde pad op, omdat een burger van Gods Koninkrijk betekent dat je je eigen "ik" vergeet en je leven in dienst gaat. Zolang een persoon zijn manier van leven belangrijker vindt staat hij met zijn rug naar Gods Koninkrijk. Jezus, die naar het kind richtte, wilde zeggen dat kinderen de karaktereigenschappen hebben die passen bij de karaktereigenschappen van de burgers van Gods koninkrijk. Het kind heeft uitstekende karaktereigenschappen. Hij is bijvoorbeeld in staat om te verblijden, kan vergeten en vergeven, is in staat om alleen maar te leren en niet te vergeten wat hij geleerd heeft. Het kind heeft drie prachtige en unieke eigenschappen die hem een burger van Gods koninkrijk maken. Bescheidenheid. Het kind streeft er niet naar om vooruit te gaan, integendeel, hij wil onzichtbaar zijn. Hij streeft er niet naar om banen of posities te domineren. Hij wil onbekend blijven. Pas op het moment dat hij opgroeit en met de wereld kennis maakt, verliest hij zijn natuurlijke bescheidenheid voor zijn strijd voor de eerste plaats. Afhankelijkheid. De afhankelijkheid van een kind wordt beschouwd als een gangbare situatie. Zij denkt nooit dat zij haar eigen leven kan beheersen. Zij gaat ermee akkoord om te vertrouwen op de persoon die haar omgeeft en van haar houdt. Als mensen hun afhankelijkheid van God zouden realiseren en 12 accepteren, zouden hun levens een nieuwe kracht en gemak krijgen. Vertrouwen. Het kind voelt intuïtief zijn onzelfstandigheid en vertrouwd erop toe dat zijn ouders al zijn behoeftes zullen voldoen. Toen we een kind waren, konden we geen eten kopen, geen kleren kopen, we maakten ons niet druk om huishoudelijke taken. We hadden geen twijfel dat voor ons gezorgd zou worden, er zou gezorgd worden voor al onze gemakken. Als kind zijnde, gingen we op reis en dachten we niet of we genoeg geld hadden om te reizen. We dachten niet eens hoe we daar zouden komen, maar we twijfelden ook niet aan onze ouders of ze ons daarheen konden brengen. De bescheidenheid van een kind is een voorbeeld van hoe een Christen moet zijn tegenover zijn broers, maar de kinderlijke gevoelens, afhankelijkheid en vertrouwen zijn een voorbeeld van Gods relatie met ons allen, hoe de relatie moet zijn met onze Vader. Evangelie: Lucas 9:46-48 46Ze begonnen onderling te redetwisten over wie van hen de belangrijkste was. 47Jezus merkte wat hen bezighield en hij nam een kind bij zich, dat hij naast zich neerzette. 48Hij zei tegen hen: ‘Wie dit kind in mijn naam bij zich opneemt, neemt mij op; en wie mij opneemt, neemt hem op die mij gezonden heeft. Want wie de kleinste onder jullie allen is, die is werkelijk groot.’ 13
Page 14
26 november 2017 “Pas op, hoed je voor iedere vorm van hebzucht, want iemands leven hangt niet af van zijn bezittingen, zelfs niet wanneer hij die in overvloed heeft” Lucas 12:15 Een jonge man benaderde de Heer Jezus en vroeg of Jezus het geschil tussen hem en zijn broer kon oplossen dat was voortgekomen uit de feit dat zij het rijkdom van hun vader niet kon delen. Hoewel Jezus niet betrokken wilde raken bij geld gerelateerde geschillen was dit gelegenheid om zowel de armen als de rijken een boodschap te geven. De boodschap van de Heer Jezus was gericht aan zowel de rijken als de armen. 1. Voor de rijken vertelt Jezus de gelijkenis van de dwaze rijke man. In de gelijkenis zien we dat de rijke man iemand was die alleen over zichzelf dacht. Dit was een egoïstisch persoon. Zijn manier van denken en Christelijke levensstandaard zijn juist het tegenovergestelde van elkaar. In plaats van het geluk te delen met anderen, dacht hij hoe hij alle onnodige dingen moest houden en beschermen. Zolang iemand met materiële waarden omgaat zoals de dwaze rijke man, zal hij altijd naar meer en meer. Dit is het tegengestelde beeld van een Christen. Ook moet opgemerkt worden dat de rijke man alleen over dit leven dacht. Al zijn plannen waren beperkt tot deze wereld. Eens was een jongeman die sprak met een ouder persoon en zei; “ik zal een goed beroep hebben”, waarop de oudere man antwoordde; “en dan?” Als ik een goede baan heb, zal ik mijn eigen bedrijf bouwen" zegt hij. Wat moet je dan doen? 'Vroeg de oude man. Dan zal ik veel geld sparen, "zegt de jongeman. “En dan?” vraagt de oude man. “En dan, als ik oud ben laat ik mijn werk voor wat het is en zal ik genieten van mijn gespaarde geld.” Antwoordt de jongeman. Vervolgens vraagt de oude wijze man aan de jongen; “En wat ga je dan doen?” “En dan op een dag zal ik overlijden” antwoordt de jongen. Dan hoor 14 je de oude man, “en dan”. Iemand die de vraag over het leven na de dood omzeilt zal op een dag onderworpen worden aan de meest verschrikkelijke schok. 2. In dit evangelische gedeelte heeft Jezus ook een boodschap aan de armen. Jezus leerde mensen nooit luiheid, leerde ze niet om hun bezittingen te verspillen of een licht leven te leiden. Hij leert de mensen te doen wat van hun afhankelijk is en de rest moeten ze op God vertrouwen. “Kijk naar de lelies, kijk hoe ze groeien. Ze werken niet en weven niet. Ik zeg jullie zelfs Salomo ging in al zijn luister niet gekleed als een van hen”. (Lucas 12:27). Jezus zegt dat als God voor vogels en bloemen zorgt, hoeveel meer zal hij om jou zorgen? De Heer zegt ons, zoek eerst het Koninkrijk van God, dat wil zeggen, de wil van God in deze wereld en leef volgens Zijn wil. Evangelie: Lucas 12:13-31 13Iemand uit de menigte zei tegen hem: ‘Meester, zeg tegen mijn broer dat hij de erfenis met mij moet delen!’ 14Maar Jezus antwoordde: ‘Wie heeft mij als rechter of bemiddelaar over jullie aangesteld?’ 15Hij zei tegen hen: ‘Pas op, hoed je voor iedere vorm van hebzucht, want iemands leven hangt niet af van zijn bezittingen, zelfs niet wanneer hij die in overvloed heeft.’ 16En hij vertelde hun de volgende gelijkenis: ‘Het landgoed van een rijke man had veel opgebracht,17en daarom vroeg hij zich af: Wat moet ik doen? Ik heb geen ruimte om mijn voorraden op te slaan. 18Toen zei hij bij zichzelf: Wat ik zal doen is dit: ik breek mijn schuren af en bouw grotere, waar ik al mijn graan en goederen kan opslaan,19en dan zal ik tegen mezelf zeggen: Je hebt veel goederen in voorraad, genoeg voor vele jaren! Neem rust, eet, drink en vermaak je. 20Maar God zei tegen hem: “Dwaas, nog deze nacht zal je leven van je worden teruggevorderd. Voor wie zijn dan de schatten die je hebt opgeslagen?” 21Zo vergaat het iemand die schatten verzamelt voor zichzelf, maar niet rijk is bij God.’ 15
Page 16
22Hij zei tegen zijn leerlingen: ‘Om deze reden zeg ik tegen jullie: maak je geen zorgen over jezelf en over wat je zult eten, noch over je lichaam en over wat je zult aantrekken. 23Want het leven is meer dan voedsel en het lichaam meer dan kleding. 24Kijk naar de raven: ze zaaien niet en oogsten niet, ze hebben geen voorraadkamer en geen schuur, het is God die ze voedt. Hoeveel meer zijn jullie niet waard dan de vogels! 25Wie van jullie kan door zich zorgen te maken één el aan zijn levensduur toevoegen? 26Als jullie dus zelfs het geringste al niet kunnen, waarom maken jullie je dan zorgen over de rest? 27Kijk naar de lelies, kijk hoe ze groeien. Ze werken niet en weven niet. Ik zeg jullie: zelfs Salomo ging in al zijn luister niet gekleed als een van hen. 28Als God het groen dat vandaag nog op het veld staat en morgen in de oven gegooid wordt al met zo veel zorg kleedt, met hoeveel meer zorg zal hij jullie dan niet kleden, kleingelovigen? 29Ook jullie moeten niet nadenken over wat je zult eten en wat je zult drinken, en jullie moeten je niet door zorgen laten kwellen. 30De volken van deze wereld jagen die dingen na, maar jullie Vader weet dat je ze nodig hebt. 31Zoek liever zijn koninkrijk, en die andere dingen zullen je erbij gegeven worden. 16 Wist je dat & vraag en antwoord Wist je dat wij, christenen, alcohol mogen drinken? Wij Christenen mogen alcohol drinken volgens de Bijbel. De Bijbel wijst alcoholgebruik niet af maar alcoholmisbruik wel. Het meest gebruikte argument voor Christenen om alcohol te mogen drinken is het feit dat Jezus water in wijn veranderde. In 1 Korintiërs 6 vers 19 staat dat je lichaam een tempel is van de Heilige Geest. Zorg dus niet dat je zoveel drinkt dat je de controle over jezelf verliest en dat je bewust bent van je jezelf. Verder staat in Spreuken 23: ‘Laat je niet verleiden door de glans van wijn, wanneer hij fonkelt in de beker. Hij glijdt zo makkelijk over de tong, maar later bijt hij als een slang, spuit hij gif als een adder. Dan zie je vreemde dingen en begin je wartaal uit te slaan.” Waarom dragen priesters altijd zwarte kleding buiten de kerkdienst om? Buiten de dienst om, zal je onze priester (kahana, քահանա) altijd in zwarte kleding zien lopen. Zwart staat namelijk voor spirituele armoede. Maar het staat ook voor de dood van het leven van de priester en opgestaan met Jezus Christus om Hem te dienen. Het herinnert ons dat de priester is ‘gestorven’ voor de mensen op de wereld. Verder laat het zwart de priester herinneren dat hij een hogere standaard heeft in zondes. Zondes die de priester begaat zullen duidelijker zichtbaar zijn en harder bestraft worden dan die van andere mensen. Heb jij vragen die je graag beantwoord wilt hebben? Stel ze dan aan ons via de mail: khorhurd@ajo-amsterdam.nl. 17
Page 18
Gebeden van St. Nerses de Begaafde (Nerses Shnorhali) ԱշԽարհաբար Գրաբար Հոգի Աստուծոյ՝ Աստուած ճշմարիտ, Որ իջեր ի Յորդանան եւ ի վերնատունն Եւ լուսաւորեցեր զիս մկրտութեամբ սուրբ աւազանին՝ Մեղայ յերկինս եւ առաջի քո. Մաքրեա զիս վերստին աստուածային հրով քով՝ Որպէս հրեղէն լեզուօք Սուրբզառաքեալսն. Եւ ողորմեա քո արարածոց Եւ ինձ՝ բազմամեղիս: Krapar (Latijnse letters) Hoki Asdoedzo Asdwadz Cshmarid, Wo icer i Hortanan yew i wernadoenn Yew loesaworetser zis mgrdoe Tyamp soerp awazanin Megha hergins yew araci ko. Makrya zis wersdin asdwatsayin hrow kow Worbes hreghen lezwok Soerpzarakyalsn. Yew woghormya ko araradzots Yew indz pazmameghis. 18 Հոգի՛ Աստծո, Աստվա՛ծ ճշմարիտ, որ իջար Հորդանան և Վերնատուն և լուսավորեցիր ինձ սուրբ ավազանի մկրտությամբ. մեղանչեցի երկնքի և Քո առաջ: Մաքրի՛ր ինձ վերստին Քո աստվածային հրով, ինչպես որ հրեղեն լեզուներով՝ սուրբ առաքյալներին. և ողորմի՛ր Քո արարածներին և ինձ՝ բազմամեղիս: Nederlands Geest van God, waarlijk God, Die neerdaalde op de Jordaan en in de Apostelzaal en mij verlichtte middels de doop in de Heilige Doopvont, ik heb gezondigd tegen de Hemel en tegen U, zuiver mij nogmaals met Uw Goddelijk vuur zoals de vuurtongen de Heilige Apostelen zuiverden. En ontferm U over Uw schepselen, en mij, een groot zondaar. Գրաբար ԱշԽարհաբար Որդի Աստուծոյ Աստուած ճշմարիտ, Որ խոնարհեցար ի հայրական ծոցոյ Եւ առեր մարմին ի սրբոյ կուսէն Մարիամայ Վասն մերոյ փրկութեան՝ Խաչեցար եւ թաղեցար Եւ յարեար ի մեռելոց Եւ համբարձար փառօք առ Հայր. Մեղայ յերկինս եւ առաջի քո. Յիշեա զիս որպէս զաւազակն՝ Յորժամ գաս արքայութեամբ քով. Եւ ողորմեա քո արարածոց Եւ ինձ՝ բազմամեղիս: Krapar (Latijnse letters) Worti Asdoedzo Asdwadz cshmarid Wor khonarhetsar i hayragan dzotso Yew arer marmin I srpo goesen Mariama Wasn mero prgoetyan Khachetsar yew taghetsar Yew haryar i merelots Yew hampardzar parok ar Hayr. Megha hergins yew araci ko. Hishya zis worbes zawazagn Horjam kas arkayoetyamp kow. Yew woghormya ko araradzots Yew indz pazmameghis. 19 Որդի՛ Աստծո, Աստվա՛ծ ճշմարիտ, որ իջար հայրական ծոցից և մարմին առար սուրբ Կույս Մարիամից մեր փրկության համար, խաչվեցիր, թաղվեցիր ու հարություն առար մեռելներից և փառքով համբարձվեցիր Հոր մոտ. Մեղանչեցի երկնքի և Քո առաջ: Հիշի՛ր ինձ, ինչպես ավազակին, երբ գաս Քո արքայությամբ. և ողորմի՛ր Քո արարածներին և ինձ՝ բազմամեղիս: Nederlands Zoon van God, waarlijk God, die neerdaalde uit de boezem van de Vader en belichaamde bij de Heilige maagd Maria omwille van onze verlossing werd gekruisigd, begraven en is verrezen uit de doden en glorieus is opgevaren naar de Vader. Ik heb gezondigd tegen de Hemel en tegen U, gedenk mij, zoals de goede dief, wanneer U in Uw Koninkrijk komt. En ontferm U over Uw schepselen, en mij, een groot zondaar.

Khorhurd oktober 2017


Page 2
Symbolen Als je de kerk binnenloopt zie je bovenaan de kerkdeur een lam staan. Waar staat dit voor? Waarom is de lam belangrijk voor de kerk? De lam is één van de belangrijkste symbolen in de kerk. In de Bijbel zien we op verschillende plekken staan dat Jezus het lam van God is. In Johannes 1:29 staat bijvoorbeeld: ‘De volgende dag zag hij Jezus naar zich toe komen, en hij zei: ‘Daar is het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt’.’ In de tijd van het oude testament zien we dat zondes alleen vergeven konden worden door het offeren van een dier. Het doel van offeren is het goed maken van de relatie tussen God en de mens. De offers van dieren waren betekenisloos geworden, omdat mensen slecht bleven leven. Zij waren overtuigd dat als zij slecht bleven leven en hiervoor bleven offeren, dat hun relatie wel goed bleef met God. Hierdoor kwam Jezus Christus naar de aarde. Hij leert ons dat het anders is. Hij is het ultieme offer, het lam van God, Hij stierf voor onze zonden. Daarom is het niet meer nodig om te offeren, de grootste offer is gedaan. De reden waarom je een lam afgebeeld ziet staan in de kerken is dus om ons zo eraan te blijven herinneren dat Jezus het lam van God is en dat we alleen door Hem van onze zonden verlost kunnen worden, om zo de relatie tussen mens en God goed te maken. 2 Inhoudsopgave Badarak ‘Diptiek’ Preken 1 oktober 2017 8 oktober 2017 15 oktober 2017 22 oktober 2017 29 oktober 2017 Wist je dat & vraag en antwoord Pagina 4 Pagina 6 Pagina 6 Pagina 12 Pagina 16 Pagina 19 Pagina 21 Pagina 25 ‘Wat is Heilig verklaring en wanneer wordt iemand Heilig verklaard door de kerk?’ ‘Wist je dat Krikor Lusavorich de eerste Kathedraal van de Armeense Apostolische kerk heeft laten bouwen?’ Gebeden van St. Nerses de Begaafde (Nerses Shnorhali) Wie zijn wij? 3 Pagina 26 Pagina 28
Page 4
Badarak Tijdens de dienst gaan de diakenen op een gegeven moment met zijn allen aan de linkerkant van het altaar staan en zeggen zij een aantal dingen, waarna zij met zijn allen weer aan de rechterzijde gaan staan om nog een aantal dingen te zeggen. Wat voor betekenis heeft dit? Wat zeggen zij precies? Alle gelovigen vormen samen het Lichaam van Christus waar Hij het hoofd van is. Hierdoor bidt de kerk ook voor alle gelovigen die in dit lichaam zitten. Het Lichaam bestaat uit twee stukken. Zo heb je de strijdende kerk (de levende mensen, zij hebben het doel nog niet bereikt, namelijk bij Christus zijn) en de overwinnende kerk (de doden die de strijd, namelijk het leven, hebben overwonnen). Wanneer de diakenen aan de linkerkant staan, staan zij aan de noordelijke kant van het altaar. Hier vragen zij de Christelijke Apostelen, Heiligen, Martelaren, Koningen en Prinsen die overleden zijn in de naam van Christus om bemiddelaren te zijn voor de levenden. Hier vragen de diakenen dus aan de overwinnende kerk om bemiddelaar te zijn voor de strijdende kerk. Aan het einde van dit stukje kussen alle diakenen, één voor één het altaar en nemen zij dezelfde positie aan, maar dan allemaal aan de zuidelijke kant van het altaar, de rechterkant dus. Hier bidden zij voor de strijdende kerk. Vooral voor de leiders van de kerk, dat zij het goede leer van God over mogen brengen naar de gelovigen. Op dit moment wordt de naam van de Katholikos genoemd, namelijk Katholikos Karekin II en de hoofd van de twee patriarchen, namelijk Patriarch Norhan van Jeruzalem en Patriarch Mesrop van Istanbul. In Nederland wordt ook bisschop Vahan uit Frankrijk genoemd, omdat hij Patriarchale Delegaat is van West-Europa, dus ook van Nederland. Dit stukje, wat Diptiek (Hishadagoetyoenk, Հիշատակութիւնք) wordt genoemd, omvat de hele Christelijke kerk (het Lichaam van Christus), met de generatie van het verleden en het heden. Dit stukje wordt weergegeven met de naam ‘Diptiek’ in de tijdlijn. 4 5
Page 6
Preken 1 oktober 2017 "Onmiddellijk na de verdrukking van die dagen zal de zon verduisterd worden, de maan zal zijn licht niet geven, de sterren zullen van de lucht vallen en de krachten van de hemel zullen geschud worden". Onze Heer en Verlosser Jezus Christus, die door het heilige mysterie van de verlossing, de mensheid bevrijdde van de zonde en de dood. Na de verlossing vaarde Hij, met Zijn gerezen Lichaam, op ten Hemel en zat aan de rechterhand van Zijn Vader. Maar Hij beloofde om terug te keren om de wereld te oordelen. De twee verschenen engelen zeiden beide: “Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie Hem naar de hemel hebben zien gaan” (Handelingen 1:11), tegen de verbijsterde apostelen. Onze geloofsovertuiging is dat onze Heer en Verlosser Jezus Christus “zal komen in dezelfde heerlijkheid en zegening van Zijn Vader, wiens rijk geen einde zal hebben, om over de levenden en de doden te oordelen.” Voordat Hij, voor de zondige mensheid, Zijn vreselijke martelingen en Golgotha zou aangaan, beantwoorde Hij de vraag van de discipelen "Wat zal het teken zijn van Uw komst en van het einde van deze wereld?”, door te praten over Zijn komst en zijn voorafgaande tekens. Hij zei: "Jullie zullen berichten horen over oorlogen en oorlogsdreiging, overal zullen er hongersnoden uitbreken en zal de aarde beven en er zullen talrijke valse profeten komen die velen zullen misleiden. En doordat de wetteloosheid toeneemt, zal bij velen de liefde bekoelen. Maar wie standhoudt tot het einde, zal worden gered” (Mattheüs 24:6-13). De Heer beschrijft in detail de tekenen van Zijn wederkomst. Hij zegt dat er te zijner tijd "een tijd zal zijn van enorme verschrikkingen, zoals er sinds het ontstaan van de wereld tot nu nooit geweest zijn en er ook niet meer zullen 6 komen (Mattheüs 24:21)”. Christus kwam de eerste keer op een nederige wijze de verlossing van de mensheid realiseren, maar Zijn tweede glorieuze, Goddelijke komst zal voor iedereen zichtbaar zijn, want "zoals een bliksemschicht vanuit het oosten weerlicht tot in het westen, zo zal ook de Mensenzoon komen (Mattheüs 24: 27)”. Wederom, volgens St. Movses Khorenatsi is de eerste komst van Christus “Groot en Prachtig”, en zal Zijn tweede komst zowel "groot", als "verschrikkelijk" zijn, want, want deze keer zal de Heer komen om de volkeren te oordelen, allen die veracht hebben dat God Zijn heilige bloed heeft vergoten voor hun redding doordat zij een zondaarsleven hebben geleidt, hebben zij hem “wederom gekruisigd” door hun zondes. Hij, die de vernederende dood aan het kruis nam, voor de redding van ieder zondig mens. Hierover schrijft de heilige apostel: “en u, die nu onderdrukt wordt, samen met ons van alle last bevrijden wanneer Jezus, de Heer, vanuit de hemel verschijnt. Dan komt hij in een vlammend vuur en omringd door engelen, door wie hij zijn macht manifesteert; dan straft hij hen die God niet erkennen en het evangelie van onze Heer Jezus niet gehoorzamen. Ze zullen voor eeuwig worden verstoten, ver van de Heer en van zijn kracht en majesteit (II Thessalonicenzen 1:7-9)”. De eerder genoemde tekenen voor tweede komst betekenen echter nog maar het begin van de moeilijkheden, omdat "Meteen na de verschrikkingen van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen uit de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen" (Mattheüs 24:29, Jeho 2:10). Over die verschrikkelijke dag hebben bijna alle heiligen van het Oude Testament geschreven, om een poging te doen om de angst en vrees van de “de grote dag” te beschrijven. "De dag van de Heer brengt duisternis, geen licht" (Amos 5:18), "Een dag van angst en benauwdheid, rampspoed en onheil, duisternis en donkerheid, dreigende donkere wolken ..." (Sefanja 1:14-16). Dan zal aan de hemel het teken zichtbaar worden dat de komst van de Mensenzoon aankondigt, en alle stemmen op aarde zullen zich van ontzetting op de borst slaan als ze de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel, bekleed met macht en grote luister (Mattheüs 24:30). Volgens St. Grigor Tatevatsi: “Dan zal het 7
Page 8
hemelse verlossingskruis tevoorschijn komen en zal op Golgotha staan waar hij gekruisigd is. Dan zullen in de hemel de gereedschappen verschijnen waarmee de Heer geleden heeft; spijkers, speer, riet, kroon van doornen, azijn en gal, bloed, speeksel, de klappen, banden waarmee Hij vastgebonden was, de scheuren aan Zijn zijdes en de plekken van de spijkers, omdat: "Hij komt te midden van de wolken, en dan zal iedereen hem zien, ook diegenen die hem doorstoken hebben" (Openbaring 1: 7). "Op die dag zal het menselijk ras zich schamen, dat ze het teken van het kruis hebben ontkent”. Alle zondaars en ongelovigen zullen rouwen, want zij zullen spijt krijgen van hun ongerechtigheden en misdrijven. Ze zullen spijt krijgen dat ze niet in God en Zijn beloften geloofden en plezier vonden in ongerechtigheid. Het boek van de Openbaring, waarin de verschrikkingen van de oordeelsdag worden beschreven voor de hele mensheid, vertelt hoe de onboetvaardige zondaar “tot de bergen en rotsen zullen roepen: Val op ons neer, en tot de heuvelen: Bedek ons, want nu is de grote dag van hun toorn aangebroken, en wie kan die doorstaan?” (Openbaring 6:16-17 en Hosea 10:8). Alle profeten die spreken over deze grote dag benoemen het volgende: "De Heer zal komen in een vuur, met zijn wagens als een wervelstorm ... want de Heer zal over al wat leeft een oordeel vellen, te vuur en te zwaard" (Jesaja 66: 15-16). Tevens: "Hun voorhoede is een verterend vuur, hun achterhoede een verzengende vlam" (Joël 2: 3). Daarnaast: "Goud noch zilver kan hen redden als de toorn van de Heer hen treft, als het vuur van zijn woede de aarde verteert en hij al haar bewoners een gruwelijk einde bereidt” (Sefaniah 1:18). Heilig Paulus schrijft dat "maar de tegenwoordige hemel en aarde worden door datzelfde woord bewaard om de dag van het oordeel, waarop de goddelozen ten onder zullen gaan, te worden prijsgegeven aan het vuur" (II Petrus 3:7) evenals dat "wanneer de Mensenzoon komt, in gezelschap van zijn engelen en bekleed met de stralende luister van zijn Vader, dan zal hij iedereen naar zijn daden belonen"(Mattheüs 16:27). Of we het geloven of niet, de komst en de dag des oordeels van de Heer is onontkoombaar voor ons, want "eens moeten mensen sterven en daarna volgt het oordeel” (Hebreeën 9:27). Echter alvorens de dag van het oordeel, zal er een universele opstanding plaatsvinden, de gesloten graven zullen worden geopend, en de doden zullen ontwaken bij het horen van 8 het geroep van Christus. Zoals het wordt gezegd in het evangelie van Johannes: “Wees hierover niet verwonderd, er komt een moment waarop alle doden zijn stem horen en uit hun graf zullen komen: wie het goede gedaan heeft staat op om te leven, wie het slechte gedaan heeft staat op om veroordeeld te worden"(Johannes 5:28-29). De hele mensheid zal op dat moment met geest en lichaam voor het oordeel komen te staan . "Wanneer de Mensenzoon komt, omstraald door luister en in gezelschap van alle engelen, zal hij plaatsnemen op zijn glorierijke troon. Dan zullen alle volken voor hem worden samengebracht en zal hij de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de schapen van de bokken scheidt…”(Mattheüs 25:31-32). Vardan Aygektsi zegt dat tijdens de komst van de Heer zelfs de hemelen leeg zullen blijven van het oneindig licht, want de Heer zal in al Zijn heerlijkheid, engelen en heiligen komen. En de boeken zullen worden geopend. “Toen werd er nog een geopend: het boek van het leven. De doden werden op grond van wat in de boeken stond geoordeeld naar hun daden ... En iedereen werd geoordeeld naar zijn daden"(Openbaring 20: 12-13 en Daniël 7:9). Dan zal aan de gehele mensheid, de hemelse legers en heiligen zichtbaar worden wat onze daden, gedachten en bedoelingen zijn. "Houd dus op de oordelen en wacht de tijd af dat de Heer komt, omdat hij het is die aan het licht zal brengen wat in het duister verborgen is en zal onthullen wat de mensen heimelijk beweegt …” (I Kor. 4:5). Wat een schaamte en schande, want tijdens dat verschrikkelijke oordeel zal bekend worden wat wij in het geheim en duisternis hebben gedaan. Op die vreselijke dag "zal ieder die hoogmoedig is en trost, tegen ieder die zich verheven acht, vernederen” (Jesaja 2:12), zegt de profeet. Ze zullen berouw tonen voor hun slechte daden en hun leven, maar het zal te laat zijn. God is alleen vergevingsgezind en goedaardig tegen de zondaars tijdens dit leven. Hij is alleen tijdens dit leven bereid om de werkelijk berouwvolle zondaar zijn berouw te aanvaarden, maar daar, op dat vreselijke plein, is Hij een onpartijdige rechter. Niets zal onrechtmatige en slechte mensen redden: noch rijkdom, noch roem waarop ze vertrouwden, zoals de profeet zegt. " Goud noch zilver kan hen redden als de toorn van de Heer hen treft …” (Sefanja 1:18). De mond van de 9
Page 10
mens zal tegenover het altaar stil zijn en alle schepsels zullen beven, want "van elk nutteloos woord dat mensen spreken, zullen ze op de dag van het oordeel rekenschap moeten afleggen. Want op grond van je woorden zul je worden vrijgesproken, en op grond van je woorden zul je worden veroordeeld" (Mattheüs 12: 36-37). Wat kunnen we zeggen op die vreselijke dag, als wij ons tijdelijk leven besteden aan luiheid en toegeeflijkheid, zonder verwachtingen te hebben van de redding? Op die dag zullen wij rekenschap moeten afleggen aan Hem voor deze korte tijd van onze nalatigheid en zal ons zeggen: "Voor jullie ben ik geïncarneerd op aarde, voor jullie heb Ik in levende lijve gelopen op aarde, voor jullie heb Ik pijn geleden, klappen gekregen, voor jullie ben Ik gekruisigd, voor jullie heb Ik azijn gedronken op het houten kruis zodat Ik jullie heilig en hemels kan maken. En heb jullie Mijn Koninkrijk gegeven… En jullie, zondaren en stervelingen, welke leed zijn jullie ondergaan voor jullie Heer?” (St. Ephrem de Syriër). O wee aan de zondaren, die op dat moment spijt van zijn daden zullen hebben en daardoor niets kunnen zeggen. Zij zullen zichzelf verwijten en zeggen: “Hij heeft mij onsterfelijkheid beloofd en ik ben in deze dood. Hij riep mij naar boven naar de hemel en ik kwam in de afgrond van de hel. Hij maakte een prachtig paradijs en ik koos de gekneusde doornen. Hij heeft het eeuwige leven en de glorie voorbereid en ik heb Hem met mijn schuld gedood.” (St. Johannes Mandakuni). Dan zullen alle volken voor hem worden samengebracht en zal hij de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de schapen (de rechtvaardigen) van de bokken (de schuldigen) scheidt (Mattheüs 25:32). En de rechtvaardigen die aan Zijn rechterhand zullen komen te staan, zal zeggen: "Komt, gij gezegende van Mijn Vader, beërft het Koninkrijk, dat voor u bereid is sinds het begin van de wereld" en aan de schuldigen die aan zijn linkerhand zullen zijn, zal de eerlijke Rechter zeggen: "Vervloekten, ga ver van Mij naar het eeuwige vuur toe, dat bereid is voor de duivel en zijn engelen”. "Hun staat een eeuwige bestraffing te wachten, de rechtvaardigen daarentegen het eeuwige leven (Matt. 25:46). 10 "En hij, wiens naam niet gevonden werd geschreven in het boek des levens, werd geworpen in de poel van het vuur" (Openbaring 15), dat het laatste redmiddel zal zijn voor alle onbekeerde zondaars, "de worm die aan hen knaagt zal niet sterven, en het vuur waarin ze branden zal niet doven (Jesaja 66:24), want het lijden is eeuwig. En als onberouwvolle zondaars voor eeuwig gepijnigd worden in de poel van het vuur, "de dood zullen zoeken en het niet vinden"voor eeuwig zullen verbranden en geen as zullen worden, zullen de rechtvaardigen in tegenstelling genieten van het eeuwige onuitputtelijke rijkdom met diens goedheden van het koninkrijk van God. En vanwege hun goede levensstijl tijdens hun tijdelijke leven om de Heer te behagen, Hem hebben bijgestaan tijdens Zijn leed, zullen de beloofde goedheden hen tegemoet komen en zullen zij deelnemen in het Koninkrijk, omdat "Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij"(Openbaring 21: 4). Dus die dag zal het begin zijn van de eeuwige klaagzang en rouw van de zondaren, van de rechtvaardigen het begin van de eeuwige rust. Evangelie: Mattheüs 24:30-36 30Dan zal aan de hemel het teken zichtbaar worden dat de komst van de Mensenzoon aankondigt, en alle stammen op aarde zullen zich van ontzetting op de borst slaan als ze de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel, bekleed met macht en grote luister. 31Dan zal hij zijn engelen uitzenden, en onder luid bazuingeschal zullen zij zijn uitverkorenen uit de vier windstreken bijeenbrengen, van het ene uiteinde van de hemelkoepel tot het andere. 32Leer van de vijgenboom deze les: zo gauw zijn takken uitlopen en in blad schieten, weet je dat de zomer in aantocht is. 33Zo moeten jullie ook weten, wanneer je dat alles ziet, dat het einde nabij is. 34Ik verzeker jullie: deze generatie zal zeker nog niet verdwenen zijn wanneer al die dingen gebeuren. 35Hemel en aarde zullen verdwijnen, maar mijn woorden zullen nooit verdwijnen. 36Niemand weet wanneer die dag en dat moment zullen aanbreken, ook de hemelse engelen en de Zoon niet, alleen de Vader weet het. 11
Page 12
8 oktober 2017 "Op grond van welke bevoegdheid doet u die dingen? Wie heeft u recht gegeven om zo te handelen?" (Markus 11:28). Het begin van de redding van de mensheid is de angst voor God. Geestelijke, vrome en heilige mensen leren de waarheid uit de bron van de waarheid. Echter de vijanden van de waarheid, die de voorkeur hebben aan de duidelijkheid, verkiezen de meester van vroomheid. Hier is wat de hogepriesters, schriftgeleerden en oudsten deden in het onderstaande Evangelische gedeelte. Zij kwamen naar onze Heer Jezus Christus in de tempel van God, nadat de kind van God uit de tempel van zijn Vader wegtrok en degenen daar handel dreven en aan het winkelen waren. ‘’Ze kwamen in Jerusalem. Hij ging de tempel binnen en begon iedereen die daar iets kocht of verkocht weg te jagen; hij gooide de tafels van de geldwisselaars en de stoelen van de duivenverkopers omver, en hij liet niet toe dat iemand voorwerpen over het tempelplein droeg.’’(Markus 11: 15-17). Zonder angst naderden ze hem, niet zoals de dienaren die hun Heer benaderen, of zoals mensen God benaderen, en ook niet zoals de discipelen bij hun Meester. De vijanden van de waarheid hebben geprobeerd de bron van wijsheid te verleiden door middel van de sluwheid van de mens. "Op grond van welke bevoegdheid doet u die dingen? Wie heeft u het recht gegeven zo te handelen?" (Markus 11:28) Zij vroegen dit, maar tegelijkertijd wisten zij het antwoord op hun eigen vraag, zoals de Heilige Schrift zegt. ‘’Zo was er een farizeeër, een van de Joodse leiders, met de naam Nikodemus. Hij kwam in de nacht naar Jezus toe. ‘Rabbi,’ zei hij, ‘wij weten dat u een leraar bent die van God gekomen is, want alleen met Gods hulp kan iemand de wondertekenen doen die u verricht.’(Johannes 3: 12). Maar ze zijn opstandig. De vraag "Met welke autoriteit doe je dat?" moesten ze stellen aan de verlamde die genezen was. Met welke autoriteit stond die op uit de dood. (Mattheüs 9: 2-8). Ze moesten vragen over de wonderen, niet over Zijn gezag, 12 ‘Wie heeft deze wonderen verricht?’. Maar God heeft hen niet geantwoord, omdat Hij het onwaardig vind hen te antwoorden die gedreven door het kwaad vroegen: ‘Daarop riepen de hogepriesters en de farizeeën het Sanhedrin bijeen: ‘Wat moeten we doen? Deze man doet veel wondertekenen, en als we hem zijn gang laten zien, zal iedereen in hem gaan geloven. Straks grijpen de Romeinen in; dan zullen ze onze tempels en ons volk vernietigen.’’ (Johannes 11: 47-48). In plaats daarvan antwoordde Christus met een vraag op zijn vraag: "Doopte Johannes in opdracht van de hemel of in opdracht van mensen? Antwoord mij." (Markus 11:30). Hierop heeft Christus geobserveerd dat Zijn autoriteit afkomstig is van dezelfde bron, waaruit "macht" aan Johannes de Doper werd gegeven. Daarom, wat voor antwoord de Farizeeën ook zouden geven met betrekking tot de vraag over Johannes de Doper, zou hetzelfde ook voor Jezus Christus moeten worden begrepen. Zo leidden religieuze leiders voor een probleem of vraagstuk. Als zij ‘van de hemel’ hadden geantwoord en gezegd, zouden ze zich tegen zichzelf hebben aangevoerd dat zij niet in Johannes geloofden, en ontkennen dat Hij van God gestuurd waren (Markus 11:31). Maar als zij ‘van mensen’ hadden geantwoord en gezegd, dan zou Johannes niet door God gezonden zijn, maar ze waren bang voor de menigte, want zoals Markus in de Bijbel citeerde: “Maar als we zeggen: ‘Van mensen,’ wat dan?’ Ze waren namelijk bang voor de menigte, want iedereen hield Johannes voor een echte profeet.” (Markus 11:32). Daarom was het alleen voor hen om te zeggen dat ze het antwoord niet wisten, en in dat geval was Jezus niet meer verplicht om hen te antwoorden (Markus 11:33). Dit is het Woord van God: Wanneer Hij ziet dat de ziel slecht en sluw is, laat Hij hem, omdat Hij het onwaardig vindt om met de Goddelijke goedheid en waarheid te benaderen. De Joden vroegen heel vaak, maar ze kregen nooit antwoord omdat ze het met kwaadheid vroegen. Het zwijgen van de Verlosse verbitterde in zo'n mate hun zielen, dat ze tegen Hem zeiden: ‘’Hoe lang houdt u ons nog in het onzekere? Als u de Messias bent, zeg het ons dan ronduit’’ (Johannes 10:24). 13
Page 14
Maar zelfs zonder daar rekening mee te houden heeft Hij hen niet beloond met Zijn antwoord. In plaats daarvan zei de Verlosser: ‘’Dat heb ik u toch al verteld,’ zei hij, ‘maar u luistert niet! Wat wilt u nog meer horen?’’ (Johannes 9:27). ‘’Jezus antwoordde: ‘Dat heb ik u al gezegd, maar u gelooft het niet. Wat ik namens mijn Vader doe getuigt over mij’’ (Johannes 10:25). Zo verklaart de Heer Zijn wil om vragen te stellen over de daden, niet over de autoriteit van de daden. De Joden vragen: "Hoe lang zal je onze zielen werpen, als je Christus bent, vertel het ons dan vrijmoedig." En Jezus Christus verdrijft niet hun onzekerheid, omdat ze het niet vroegen om het te weten, maar om te oordelen. “De hogepriesters en de schriftgeleerden hoorden wat er gebeurd was en zochten naar een mogelijkheid om hem uit de weg te ruimen; ze waren bang voor hem, omdat het hele volk in de ban was van zijn onderricht” (Markus 11:18). De hogepriester stond op en vroeg hem: “Ik bezweer u bij de levende God, zeg ons of u de Messias bent, de Zoon van God”(Mattheüs 26:63). Jezus antwoordde: ‘U zegt het’ (Mattheüs 26:64). Zo heeft Christus Zijn stilte onderbroken door te laten zien dat Hij de eed respecteerd, maar tegelijkertijd niet tegen hun kwaad heeft opgegeven en zijn afkeer tot bedrog laat zien. Hij heeft Zijn wijsheid niet gedeeld met degenen die met kwaadheid vroegen, zodat we de waarheid van de Heer met een duidelijk, puur en nederig hart naderbij moeten komen en Zijn gezag accepteren. En daarnaast de volgende woorden van de apostel Johannes herinneren: ‘’Niemand neemt Mijn leven, Ik geef het zelf. Ik ben vrij om het te geven en om het weer terug te nemen – dat is de opdracht die Ik van Mijn Vader heb gekregen’’(Johannes 10:18). Dit is wat de lezing verteld over het incident dat 2000 jaar terug plaatsvond. Wat is Zijn les, wat zegt Hij vandaag? Hoe onderscheiden wij ons van de ongelovigen diegenen die de Heer beproeven? Benaderen we Hem eigenlijk? Wanneer we onwetend of onzeker zijn over de kracht van Christus, of wanneer we onze lasten en schulden niet overgeven aan Hem om bepaalde redenen, is het dan niet hetzelfde als wanneer we het vragen aan de Heer. "Met welk gezag is het dat U me zal genezen, met welke kracht gaat U mij vrede gegeven, heeft U eigenlijk wel genoeg gezag en macht?". 14 Geliefden laten we lijken op de hoofdman die de genezing van zijn knecht vraagt (Mattheüs 8:5-10), de Heer benaderen en Hem onvoorwaardelijk vertrouwen, omdat van Hem het Koninkrijk is, en de kracht en de heerlijkheid tot in de eeuwigheid. Evangelie: Marcus 11:27-33 Confrontatie met hogepriesters, schriftgeleerden en oudsten 27Ze kwamen weer in Jeruzalem aan. Toen Jezus zich in de tempel ophield, kwamen de hogepriesters, de schriftgeleerden en de oudsten van het volk naar hem toe 28en vroegen hem: ‘Op grond van welke bevoegdheid doet u die dingen? Wie heeft u het recht gegeven om zo te handelen?’ 29Jezus antwoordde: ‘Ik zal u een vraag stellen; als u me daarop antwoord geeft, zal ik u zeggen op grond van welke bevoegdheid ik zo handel. 30Doopte Johannes in opdracht van de hemel of in opdracht van mensen? Antwoord mij.’ 31Ze overlegden met elkaar en zeiden: ‘Als we zeggen: “Van de hemel,” zal hij zeggen: “Waarom hebt u hem dan niet geloofd?” 32Maar als we zeggen: “Van mensen,” wat dan?’ Ze waren namelijk bang voor de menigte, want iedereen hield Johannes voor een echte profeet. 33Dus zeiden ze tegen Jezus: ‘We weten het niet.’ En Jezus zei tegen hen: ‘Dan zeg ik ook niet op grond van welke bevoegdheid ik die dingen doe.’ 15
Page 16
15 oktober 2017 ‘’Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer gegeven dan alle anderen’’ (Lucas 21:3). Dit evangelische verhaal heeft daadwerkelijk plaatsgevonden in de aanwezigheid van Christus en werd gewaardeerd door de Heer. De offerkist werd ingesteld door de profeet Mozes. In de tijd van Christus had de offerkist van de tempel dertien verschillende openingen aan de buitenkant. Elke opening was voor een bepaalde behoefte van de tempel of een bepaalde ceremonie. De pelgrim doneerde, in zijn mate, in iedere opening zijn gift. Samen met iedereen nadert een arme, zielige en moegestreden vrouw met enkel twee koperstukken en werpt deze in de offerkist. De twee koperstukken die door de weduwe werden gegeven, werden meer gewaardeerd door Christus dan de giften van de rijken, waarvoor Christus zei: ‘3 Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer gegeven dan alle anderen. 4 Want de anderen hebben iets van hun overvloed geofferd, maar zij heeft van haar armoede alles gegeven wat ze nodig had voor haar levensonderhoud. ’ Onoprechtheid is onaanvaardbaar voor Christus. Hij zag de tegenstrijdige levenswijze van de Joodse leiders. Van buiten deden ze heilig, rechtvaardig en hielden zich aan de wet maar van binnen onoprecht, wetteloos en wetsovertreders. Jezus zegt: ‘1Let op dat jullie de gerechtigheid niet beoefenen voor de ogen van de mensen, alleen om door hen gezien te worden. Dan beloont jullie Vader in de hemel je niet... dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. 3Maar als je aalmoezen geeft, laat 4Zo blijft je aalmoes in het verborgene, en jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.’ God leeft in mensen die goede daden verrichten. Salomon zegt: 'Zoon, als je weg wilt blijven van de ellende van dit leven, geef de Heer een deel van je eerlijke verdiensten.’ 16 In geestelijke zin moet deze raad op de volgende manier worden begrepen: De eerlijke verdiensten zijn de goede daden, zoals het vasten, bidden, barmhartigheid, moed enzovoorts. De wortels van de vruchten staan voor het geloof, hoop en liefde. Barmhartigheid is een soort deugd, die ons richting God brengt en ons de erfgenaam van het koninkrijk der hemelen maakt. Barmhartigheid laat ons ook lijken op God. Christus zegt: "Alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel" (Mattheüs 5:45). Om barmhartig ofwel genadig te zijn, moet een persoon eerst de genade van God begrijpen en inzien hoe genadig God naar de mens is. Pas dan zal hij zijn genade en liefde kunnen tonen, tegenover zijn vriend. Christus kwam naar de wereld als de belichaming van genade, als voorbeeld van genade en als wetgever van de genade. Een gift of offer is ook een vorm van het opvoeden van het sociale leven. In de omgang, op alle niveaus, creëren offers een gezonde sfeer, een sfeerwaar beschaving, cultuur en kunst wordt ontwikkelt. Daarom is het offer, wat in de wereld van vandaag wordt genoemd als vrijwillig iets doen, een fenomeen dat mensen met elkaar verbindt. Ook hier, als juist voorbeeld, hebben we het leven van Christus, die zijn leven ter wille van de mensheid heeft geofferd en dezelfde boodschap aan ons allemaal geeft. Deze boodschap van toewijding moet vanaf een zeer jonge leeftijd worden overgebracht. Dit bewustzijn moet ontwikkeld worden in het gezin, op school en in alle instellingen waar het kind wordt gevormd. Met andere woorden, het geven is een spirituele noodzaak. Christus zag deze geestelijke behoefte in de gift van de arme weduwe. Ze gaf wat zij had. Iedereen moet in zijn leven zijn bijdrage leveren aan God en aan mensen. Het onlosmakelijke kenmerk van het christelijke leven is het schenken en het 17
Page 18
geschenk van toewijding. Dit is ook de evangelische les, belichaamd in Christus. Evangelie: Marcus 12:35-44 Onderricht in de tempel 35Jezus vroeg de mensen bij zijn onderricht in de tempel: ‘Hoe kunnen de schriftgeleerden beweren dat de messias een zoon van David is? 36Zelf heeft David, geïnspireerd door de heilige Geest, gezegd: “De Heer sprak tot mijn Heer: ‘Neem plaats aan mijn rechterhand, tot ik je vijanden onder je voeten heb gelegd.’” 37David noemt hem Heer, hoe kan hij dan zijn zoon zijn?’ De talrijke aanwezigen luisterden graag naar hem. 38Tijdens zijn onderricht zei hij: ‘Pas op voor de schriftgeleerden die zo graag in dure gewaden rondlopen en eerbiedig begroet willen worden op het marktplein, 39en een ereplaats willen in de synagogen en bij feestmaaltijden: 40ze verslinden de huizen van de weduwen en zeggen voor de schijn lange gebeden op. Over hen zal strenger worden geoordeeld dan over anderen!’ 41Hij ging tegenover de offerkist zitten en keek hoe de mensen er geld in wierpen. Veel rijken gooiden veel geld in de kist. weduwe, die er twee muntjes in gooide, ter waarde van niet meer dan een quadrans. 43Hij riep zijn leerlingen bij zich en zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer in de offerkist gedaan dan alle anderen die er geld in hebben gegooid; 44want die hebben gegeven van hun overvloed, maar zij heeft van haar armoede alles gegeven wat ze had, haar hele levensonderhoud.’ 42Er kwam ook een arme 18 22 oktober 2017 ‘Wil iemand zich op iets beroemen, laat hij zich op de Heer beroemen’ (1 Korintiërs 1:31). De apostel Paulus schrijft deze regels door voorbeelden te brengen uit zijn ervaringen en zijn leven door te schrijven dat de wijsheid van God als dwaasheid gezien word op deze wereld. De wijsheid van God is een verleiding in deze wereld en daarom is het dwaze van God wijzer dan mensen. En de conclusie van de Heilige Apostel is, dat als iemand zich op iets wil beroemen, hij zich op de Heer moet beroemen. Wie zich op iets wil beroemen, laat het dan beroemen met het kruis van Christus. Voor de mens is het bestaan van God soms zeer vreemd. De aanwezigheid van God voelen wij soms niet en langzamerhand worden we egocentrisch, worden we mensgericht. Hier bevestigen de woorden van apostel Paulus dat de wijsheid van God als dwaasheid wordt gezien door de mensen op deze wereld. Wij willen niet naar onszelf kijken om in te zien dat Gods wijsheid als dwaasheid wordt beschouwd op aarde. Hierdoor zien we niet het bestaan van God en deze prachtige wereld die Hij ons geeft. ‘Wil iemand zich op iets beroemen, laat hij zich op de Heer beroemen.’ Wat wil de apostel hiermee zeggen? De apostel Paulus bevestigde dat er niets eeuwig is in de wereld waarin een persoon zijn hoop kan vestigen, en dat die hoop uiteindelijk rechtvaardig zal zijn. Hierdoor benadrukt de apostel in een van zijn brieven, dat we ons niet moeten schamen voor de hoop in God. Vragen wij ons eigenlijk wel af wat onze roem is wat we hebben, ons geld, onze glorie, onze titel, onze tijdelijk bezette positie, aan het einde van ons leven? Als we onze hoop hebben gevestigd op dergelijke dingen, dan zitten we fout. Maar we weten natuurlijk dat ieder van ons zijn innerlijke kruis ontdekt, ontdekt om de Heer te zien en het genot om de Heer te spreken en te ontmoeten. Zo is een ware christen. Het voorbereidende mysterie van het Oude Testament, die eindigde met de belichaming van onze Heer, toont het mysterie van Zijn openbaring. De wil van God om met de mensen te zijn, en wij geloven dat onze God met ieder van ons leeft en ademt. Onze Heer is in 19
Page 20
deze tempel en in alle tempels en woont en werkt met ons in ons dagelijks leven. Wij moeten als individuen en als gemeenschap toestaan dat God in ons leeft, zodat we trots kunnen zeggen: mijn roem is niets meer dan mijn eigen, werkzame God. Evangelie: Korintiërs 1: 18-31 De ware wijsheid 18De boodschap over het kruis is dwaasheid voor wie verloren gaan, maar voor ons die worden gered is het de kracht van God. 19Er staat namelijk geschreven: ‘Ik zal de wijsheid van de wijzen vernietigen, het verstand van de verstandigen zal ik tenietdoen.’ 20Waar is de wijze, waar de schriftgeleerde, waar de redenaar van deze wereld? Heeft God de wijsheid van de wereld niet in dwaasheid veranderd? 21Want zoals God in zijn wijsheid bepaalde, heeft de wereld hem niet door haar wijsheid gekend, en hij heeft besloten hen die geloven te redden door de dwaasheid van onze verkondiging. vragen om wonderen en de Grieken zoeken wijsheid, 23maar wij verkondigen een gekruisigde Christus, voor Joden aanstootgevend en voor heidenen dwaas. 24Maar voor wie geroepen zijn, zowel Joden als Grieken, is Christus Gods kracht en wijsheid, 25want het dwaze van God is wijzer dan mensen, en het zwakke van God is sterker dan mensen. 26Denk eens aan uw roeping, broeders en zusters. Onder u waren er niet veel die naar menselijke maatstaf wijs waren, niet veel die machtig waren, niet veel die van voorname afkomst waren. 27Maar wat in de ogen van de wereld dwaas is, heeft God uitgekozen om de wijzen te beschamen; wat in de ogen van de wereld zwak is, heeft God uitgekozen om de sterken te beschamen; 28wat in de ogen van de wereld onbeduidend is en wordt veracht, wat niets is, heeft God uitgekozen om wat wél iets is teniet te doen. 29Zo kan geen mens zich tegenover God op iets beroemen. 30Door hem bent u één met Christus Jezus, die dankzij God onze wijsheid is geworden. Door Christus worden wij rechtvaardig en heilig en door hem worden wij verlost, zoals geschreven staat: ‘Wil iemand zich op iets beroemen, laat hij zich op de Heer beroemen.’ 20 31opdat het zal zijn 22De Joden 29 oktober 2017 Omdat Zijn volledige Godheid hem behaagt, en door Hem alle dingen worden verzoend met Hem, door vrede stichten, met zijn bloed aan het kruis, voor al hetgeen op aarde en in de hemel. Na de kruisiging en opstanding was de lege begraafplaats en het kruis van Christus zichtbare voorwerpen van Christus en een deel van de concentratie, respect en zorgen van de christenen werd hierop gevestigd. Volgens de traditie ging de vrouw van de Romeinse keizer Claudius (41-54), Plautia, een christen, ging op pelgrimstocht naar Jeruzalem, waar hij de eerste bisschop van Jeruzalem ontmoette, Apostel Jacobus. De keizerin stond te popelen om het graf en het kruis van Christus en Golgotha te zien waar Jezus volgens de evangeliën is gekruisigd. De apostel Jacobus houdt haar op de hoogte dat de Joden het kruis van Christus samen met de twee kruisen van de dieven in de aarde bedekten en verboden om daar in de buurt te komen. Met de interventie van de keizerin wordt het heilige kruis uit de grond gehaald en om te bepalen welke van Christus is, wordt een dood meisje erheen gebracht. Vervolgens wordt het meisje levend door het aanraken van het Kruis van Christus. De apostel Jacobus laat het aan iedereen zien en als troost. Hij verhoogt het kruis in de tempel van Jeruzalem en, als traditie, zingt hij de sharakan: ‘Ik aanbid Uw kruis, Christus’. In de kerktraditie is dit het eerste geval wanneer het kruis wordt opgeheven, verheerlijkt door de gelovigen. Velen van hen zijn ook getuige van heldere licht dat op hout verschijnt. Op verzoek van de keizerin geeft Jacobus een deel van het kruis mee die de keizerin mee naar Rome neemt. Dit onbetaalbare relikwie van het kruis wordt later doorgegeven aan haar familielid Hripsime, die het met haar meeneemt naar Armenië. Na de dood van Claudius en Plautia vermoordden de Joden Jacobus en begraven het Kruis van Christus met de andere kruisen op een plaats in de 21
Page 22
buurt van Golgotha, verzamelde vuilnis daarop en veranderde het tot een stortplaats. In 313 geeft keizer Constantijn de Grote (305-337) opdracht dat het christendom vrij belijd kan worden. De moeder van de keizer, Helena (327) komt naar Jeruzalem en wil met veel moeite het kruis van Christus vinden. De plaats van het kruis was alleen bekend bij een Jood genaamd Judas, die volgens de tradities van zijn voorouders wist het kruis begraven was. Na zich 6 dagen te verzetten door op de bodem van een uitgedroogde put te blijven, laat hij uiteindelijk de plaats van het kruis zien. Na het opgraven haalden ze onder de vuilnis zelfs het bord dat boven het hoofd van Jezus hing. En opnieuw wordt het kruis van Christus bepaald door een wonder. Door een aanraking van het kruis is een dode jongen opgestaan uit de dood en is een stervende vrouw genezen van ziektes. Door deze wonderen bekeren velen zich tot het christendom, waaronder Judas, een martelaar in naam van Christus. Door Helena de koningin (in 335) wordt in Golgotha de Tempel van Verrijzenis gebouwd, waar het kruis van Christus wordt geplaatst, die voor de tweede keer zo wordt verheerlijkt. De koningin Helena vond in de diepte van de grond het historische kruis van Christus en bracht het weer op aarde. Dit heeft zijn historische en actuele betekenis. Tijdens de eerste drie eeuwen werd het christendom vervolgd en had het een verborgen leven. In de eerste eeuw verzamelden christenen zich in catacomben, die ondergronds waren, dit waren ondergrondse gangen en dienden als begraafplaatsen. Keizer Constantijn gaf in 313 een opdracht waardoor het christendom uit zijn ondergrondse leven kwam. In de daaropvolgende eeuwen, toen het christendom vrijheid ontving, werden haar interne conflicten intensiever en ontstond er verdeeldheid uit tussen kerken. Vandaar dat gelijk nadat het christendom als staatsgodsdienst verkondigd werd, werd het kruis van Christus gevonden. Daarmee wilde Hij zeggen: 'Je moet niet stoppen met het hebben van een kruis, het kruis moet altijd bij je zijn en ook tijdens je vrije levensstijl, net als tijdens de vervolging. 22 Dit geldt ook voor ons leven. Ons kruis is altijd bij ons, ongeacht het niveau van het leven waarin we ons bevinden. De vervolgde christen droeg zijn kruis, en zo moet ook de vrije christen van vandaag zijn kruis met zich dragen. De noodzaak om onze onderdanigheid te verzetten is universeel en die rijk en arm niet kent. Elk persoon, elke klasse, heeft zijn eigen zwakte, die voorafgaat door christelijke moed en strijd. De viering van het kruis stimuleert en vraagt iedereen: ‘Vind je bewustzijn, verhoog jezelf van de moeilijkheden van het leven en vind de moed om je mentale en morele vrijheid te bezitten.’ Evangelie: Mattheüs 24:27-36 27Want zoals een bliksemschicht vanuit het oosten weerlicht tot in het westen, zo zal ook de Mensenzoon komen. 28Waar een lijk is, daar zullen de gieren zich verzamelen. 29Meteen na de verschrikkingen van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen uit de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen. 30Dan zal aan de hemel het teken zichtbaar worden dat de komst van de Mensenzoon aankondigt, en alle stammen op aarde zullen zich van ontzetting op de borst slaan als ze de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel, bekleed met macht en grote luister. zal hij zijn engelen uitzenden, en onder luid bazuingeschal zullen zij zijn uitverkorenen uit de vier windstreken bijeenbrengen, van het ene uiteinde van de hemelkoepel tot het andere. 32Leer van de vijgenboom deze les: zo gauw zijn takken uitlopen en in blad schieten, weet je dat de zomer in aantocht is. 33Zo moeten jullie ook weten, wanneer je dat alles ziet, dat het einde nabij is. 34Ik verzeker jullie: deze generatie zal zeker nog niet verdwenen zijn wanneer al die dingen gebeuren. 35Hemel en aarde zullen verdwijnen, maar mijn woorden zullen nooit verdwijnen. 31Dan 23
Page 24
36Niemand weet wanneer die dag en dat moment zullen aanbreken, ook de hemelse engelen en de Zoon niet, alleen de Vader weet het. 24 Wist je dat & vraag en antwoord Wat is Heilig verklaring en wanneer wordt iemand Heilig verklaard door de kerk? De Heiligverklaring betekent het erkennen, accepteren en verklaren van de geestelijke daden van iemand. Deze geestelijke daden kunnen zijn: Iemand die een Heilig leven leidde, iemand die is gemarteld door hun geloof, iemand die uitzonderlijk kan prediken over het Woord van God, iemand waarbij gedurende hun leven, of na hun dood, wonderen hebben plaatsgevonden. De kerk kent 2 vormen van Heiligverklaring, namelijk individuele en collectieve Heiligverklaring. De kerk maakt geen onderscheidt tussen deze twee Heiligverklaringen, omdat zij samen één Kerk vormen. Het individu is een onderdeel van het collectief en het collectief bestaat uit individuen. Wist je dat Krikor Lusavorich de eerste Kathedraal van de Armeense Apostolische kerk heeft laten bouwen? Krikor Lusavorich is de eerste Katholikos van de Armeens Apostolische kerk. Krikor Lusavorich werkte onder de toenmalige koning Tridates. Toen hij weigerde mee te doen aan de viering van godin Anahit werd hij gevangen genomen. 13 jaar lang werd hij gevangen gehouden in een put. Naast deze put is later een kerk gebouwd, de Krikor Lusavorich kerk, waar veel gelovige mensen hedendaags nog heen gaan. Toen de Koning ziek was, zag zijn zus in een droom dat Krikor Lusavorich de koning kon genezen door voor de koning te bidden. De koning werd gezegend en gedoopt door Krikor Lusavorich en nadat hij beter werd verklaarde hij het christendom tot staatsgodsdienst in Armenië. Tussen het jaar 300 en 303 laat Krikor Lusavorich de eerste kerk bouwen, namelijk Surp Asdvadzadzin in Echmiadzin. Dit doet hij nadat hij in een visioen de opdracht van Jezus Christus krijgt om deze kerk te laten bouwen. Dit is de eerste en oudste kathedraal van de Armeens Apostolische gemeenschap. Heb jij vragen die je graag beantwoord wilt hebben? Stel ze dan aan ons via de mail: khorhurd@ajo-amsterdam.nl. 25
Page 26
Gebeden van St. Nerses de Begaafde (Nerses Shnorhali) Խարհաբար Հաւատով խոստովանիմ եւ երկիր պագանեմ քեզ, Հայր եւ Որդի եւ Սուրբ Հոգի. Անեղ եւ անմահ բնութիւն. Արարիչ հրեշտակաց եւ մարդկան եւ ամենայն եղելոց. Եւ ողորմեա քո արարածոց եւ ինձ՝ բազմամեղիս: Kharhapar (Latijnse letters) Hawadowkhosdowanim Yew yergirbakanemkez, Hayr yew Worti yew SoerpHoki. Anegh yew anmahpnoetyoen. Ararichhreshdagats yew martgan yew amenaynyeghelots Yew woghormyakoararadzots yewindzpazmameghis. ԱշԽարհաբար Հավատով խոստովանում և երկրպագում եմ Քեզ, Հա՛յր և Որդի՛ և Սո՛ւրբ Հոգի, անե՛ղ և անմա՛հ բնություն, արարի՛չ հրեշտակների, մարդկանց և բոլոր արարածների. ողորմի՛ր Քո արարածներին և ինձ՝ բազմամեղիս: Nederlands Met geloof belijd ik en aanbid ik U, Vader, Zoon en Heilige Geest, Ongeschapen en Onsterfelijk Wezen, Schepper van de engelen en de mensheid, en van alles wat bestaat. Ontferm U over Uw schepselen, en mij, een groot zondaar. 26 Խարհաբար ԱշԽարհաբար Հայր երկնաւոր Աստուած ճշմարիտ, Որ առաքեցեր զՈրդիդ քո սիրելի Ի խնդիր մոլորեալ ոչխարին. Մեղայ յերկինս եւ առաջի քո. Ընկալ զիս որպէս զանառակ որդին. Եւ զգեցո ինձ զպատմուճանն առաջին՝ Զոր մերկացայ մեղօք, Եւ ողորմեա քո Արարածոց Եւ ինձ՝ բազմամեղիս: Kharhapar (Latijnse letters) HayryergnaworAsdwadz cshmarid, WoraraketserzWortitkosireli I khntirmoloryalwochkharin. Meghahergins yew araciko. Ngalzis worbeszanaragwortin. Yew zketsoindz zbadmoedzannaracin Zormergatsameghok, Yew woghormyako araradzots Yew indzpazmameghis. 27 Հա՛յրերկնավոր, Աստվա՛ծ ճշմարիտ, որ առաքեցիր Քո սիրելի Որդուն՝ մոլորյալ ոչխարիս փնտրելու համար. մեղանչեցի երկնքի և Քո առաջ: Ընդունի՛ր ինձ, ինչպես անառակ որդուն, և հագցրո՛ւ ինձ առաջին պատմուճանը, որից մերկացա մեղքի պատճառով.և ողորմի՛ր Քո արարածներին և ինձ՝ բազմամեղիս: Nederlands Hemelse Vader,Waarlijk God, die Uw geliefde Zoon stuurde om de verloren schaap te zoeken, ik heb gezondigd tegen de Hemel en tegen Uaccepteer mij zoals de verloren zoon, en kleed mij het voormalige gewaad die mij werd ontnomen door de zonde. En ontferm U over Uw schepselen, en mij, een groot zondaar.

Khorhurd september 2017


Page 4
Badarak ‘Neem, eet, dit is Mijn Lichaam. (…) Drink allen hieruit, dit is Mijn Bloed, het Bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden.’ (Mattheüs 26:26-28). Na de Sanctus (zie Khorhurd augustus) spreekt de priester deze woorden uit van onze Heer Jezus Christus. Omdat de priester Jezus Christus vertegenwoordigt, is het belangrijk dat hij dit alleen uitspreekt. Het is immers niet jouw lichaam of van degene naast je, maar het Lichaam van onze Heer. Het koor zingt dan samen met het volk: Hemelse Vader, die ons Uw Zoon gaf tot de dood toe, als schuldenaar voor onze schulden, wij smeken U, omwille van het vergieten van Zijn Bloed, erbarm U over Uw redelijke kudde. Het is het Lichaam en Bloed van Jezus dat als offer wordt geboden aan God door de priester. Hierdoor kan hij daadwerkelijk het volgende zeggen: O God, Jezus Uw Zoon, wie van U is, kwam met Uw wil naar ons, en nu diezelfde Jezus geven wij U terug voor de verlossing van ons allen. Het koor zingt ondertussen: In alles zijt Gij gezegend, Heer; Wij loven U, wij prijzen U, wij danken U, wij smeken U, Heer onze God. Terwijl de diaken met de wierrookvat het wierook op het brood en de wijn laat vallen, zegent de priester het brood driemaal met de woorden: ‘Het gezegend brood zal, met de kracht van de Heilige Geest, het lichaam van onze Heer en Redder Jezus Christus worden gemaakt.’ Hierna wordt het wijn driemaal gezegend met de woorden: ‘Het gezegend glas zal, met de kracht van de Heilige Geest het Bloed van onze Heer en Redder Jezus Christus worden gemaakt.’ Hierna worden beiden nogmaals gezegend, weer met dezelfde woorden. Met deze mysterieuze gebeden vraagt de priester aan de Heilige Geest of Hij het brood en wijn in het Lichaam en Bloed van Jezus Christus kan veranderen, het sacrament (խորհուրդ, khorhurd) van de Heilige Communie kan uitvoeren. Dit wordt ook wel de Epiclesis genoemd. Dit hoofdstuk staat met dit woord in de tijdlijn weergegeven. 4 5
Page 6
Preken 3 september 2017 ‘Jezus begreep dat ze Hem wilden dwingen om mee te gaan en Hem dan tot Koning zouden uitroepen. Daarom trok Hij zich terug op de berg, alleen’ (Johannes 6:15). Hij is niet alleen de Meester van het universum, maar ook van het bestaan van de wetten. God is de primaire en het universum en de wetten van de natuur zijn secundair. God kan met zijn krachten overwinnen, veranderen of de werking van de wetten van de fysieke wereld beëindigen. Het wonder van de vermenigvuldiging van het brood door de Heer was barmhartig voor de zwakken. Hij had medelijden met mensen die naar een verlaten plek waren gegaan en zonder voedsel daar verbleven. En het volk, dankzij het wonder van overdaad, beseften dat hun kostwinner in het bijzonder, bovenmenselijke capaciteiten heeft. Met de vergelijking wat de koning van Galilea, Herodes, kon betekenen voor het volk, die alleen kon vertrouwen op de Romeinse legioenen. Dat zal vrijheid brengen aan zijn volk. Niet dat hij in staat was om ons allen te voldoen, betekent dat dit alles afhangt van zijn wil en verlangen. En het volgt op een heel natuurlijke reactie, dat mensen Jezus als Koning willen verkondigen. Het lijkt erop dat er een andere reden was voor het benoemen van Jezus als Koning. De Heer is tegen zijn luisteraars zo eerlijk, dat om de perfectie van het menselijk leven te bereiken het noodzakelijk is om de waarheden te openbaren zodat mensen enthousiast verenigd moeten roepen: ‘Hier is onze langverwachte leraar, volg Hem waar Hij zegt.’ Maar nee. Op basis van de motieven van de consument, besluiten mensen om Hem te verkondigen als Koning pas nadat ze Zijn voldaan aan de fysieke eisen van het moment. We hebben hier te maken met de hedendaagse, stemmers psychologie. Oude tijden in Galilea laten terugkeren naar onze dagen. Het is onmogelijk om 6 alle problemen op te sommen die al zijn gepasseerd en aan het passeren zijn in onze democratie. Maar je kunt bijna zeker zeggen dat veel mensen gewoon leiders volgen die meer te beloven hebben, die hun dagelijkse leven veel mooier maken. De meesten van ons zijn niet geïnteresseerd in de religieuze positie die de overheidsfunctionarissen, die wij kiezen, nemen. Zijn zij daadwerkelijk goede mensen, geloven zij in God, hoe is hun relatie met hun naasten en onbekenden en wat voor gedachtegang hebben zij over de toekomst van hun vaderland en volk? Maar we benadrukken van wat zij zullen zeggen over onze salarissen, of zij ons echter kunnen voeden, en laat het zelfs beloven dat die ons zal voeden. Is er echter niet meer waarheid en barmhartigheid aan de andere woorden die de Heer in zijn hart droeg toen Hij 40 dagen ging vasten in de woestijn. ‘’Een mens leeft niet alleen van brood, maar van alles wat de mond van de Heer voortbrengt’’ (Deuteronomium 8:3). Op hetzelfde moment, is het verbazingwekkend hoe weinig er is veranderd bij de meerderheid van de mensen van de evangelische tijden na tweeduizend jaar. Aangezien de moderne menselijke psychologie bijna hetzelfde is als de bewoners in het oude Galilea, die Jezus Christus als Koning wilde uitroepen alleen omdat hij ze gevoed had. En de Heer laat ze op een afgelegen plek. Jezus had de wens van het volk niet aanvaardt om als koning verkondigd te worden, net zoals hij de verleiding van de duivel niet had aanvaardt, die hem de macht over de wereld wilde aanbieden. Zijn koninkrijk is niet van deze wereld. Evangelie: Johannes 6:1-15 Het teken van het brood 1Daarna ging Jezus naar de overkant van het Meer van Galilea (ook wel het Meer van Tiberias genoemd). ze gezien hadden welke wondertekenen hij bij zieken deed. 3Jezus ging de 2Een grote menigte mensen volgde hem, omdat 7
Page 8
berg op, en ging daar met zijn leerlingen zitten. 4Het was kort voor het Joodse pesachfeest. 5Toen Jezus om zich heen keek en zag dat die menigte naar hem toe kwam, vroeg hij aan Filippus: ‘Waar kunnen we brood kopen om deze mensen te eten te geven?’ 6Hij vroeg dat om op de proef te stellen, want zelf wist hij al wat hij zou gaan doen. 7Filippus antwoordde: ‘Zelfs tweehonderd denarie zou niet voldoende zijn om iedereen een klein stukje brood te geven.’ 8Een van de leerlingen, Andreas, de broer van Simon Petrus, zei: 9‘Er is hier wel een jongen met vijf gerstebroden en twee vissen – maar wat hebben we daaraan voor zo veel mensen?’ 10Jezus zei: ‘Laat iedereen gaan zitten.’ Er was daar veel gras, en ze gingen zitten; er waren ongeveer vijfduizend mannen. 11Jezus nam de broden, sprak het dankgebed uit en verdeelde het brood onder de mensen die er zaten. Hij gaf hun ook vis, zo veel als ze wilden. 12Toen iedereen volop gegeten had zei hij tegen zijn leerlingen: ‘Verzamel nu de overgebleven stukken brood, zodat er niets verloren gaat.’ 13Dat deden ze en ze vulden twaalf manden met wat overgebleven was van de vijf gerstebroden die men had gegeten. 14Toen de mensen het wonderteken dat hij gedaan had zagen, zeiden ze: ‘Hij moet wel de profeet zijn die in de wereld zou komen.’ 15Jezus begreep dat ze hem wilden dwingen om mee te gaan en hem dan tot koning zouden uitroepen. Daarom trok hij zich terug op de berg, alleen. 8 10 september 2017 “Alles wat hij doet is goed: zelfs doven laat hij horen en stommen laat hij spreken” (Marcus 7:37) Als een blinde God liefheeft, dan ziet diegene Hem. Als de dove in God gelooft, dan hoort diegene Hem. Als de stommen tot God bidt, dan spreekt diegene met Hem. Ieder mens wordt geboren met het vermogen om God te kennen en lief te hebben. De Heer Jezus verrichtte wonderen, vooral wonderbaarlijke genezingen: het openen van de ogen van een blinde, een doven laten horen, de stommen laten spreken, de slecht gebeenten kunnen weer lopen, lepra wordt genezen. Al deze lichamelijke ziektes gaan gepaard met geestelijke waarden. Fysieke blindheid is een symbool van geestelijke blindheid, doofheid is het niet horen van Gods woord, stomheid is het niet getuigen over het bestaan van Jezus Christus en melaatsheid is een symbool van zondes. De lichamelijke genezing van Jezus geneest tevens de geestelijke zondes. Deze genezingen zijn tevens bedoeld om ons geestelijk beter te maken. Lichamelijke tekortkomingen vallen op, maar wij hebben ook geestelijke fouten. Deze fouten laten ons niet toe dat wij een perfecte mens worden en kunnen genieten van de perfectie van het leven en Gods pad volgen. We hebben zo'n groot arts, maar we gaan niet naar Hem toe. Soms zijn we zo ondergedompeld in de zorgen van de wereld waarin we leven dat we doof worden en in de menigte leven, die ons ervan weerhouden om Gods stem te horen. Deze man, die de Heer Jezus genas, was doof, kon geen geestelijke dingen horen. Vandaar dat de reden voor onze geestelijke soms doofheid in de menigte is. We luisteren naar anderen en willen niet naar God toe gaan. Vervolgens als we ons geestelijk gehoor willen openen, moeten wij onszelf en onze harten afscheiden samen met het Heilige Boek. Vervolgens moeten wij de Heer Jezus vragen om ons individueel te leren zodat ons innerlijk gevoel zich opent en onze geestelijke taal begint te spreken. We hebben allemaal deze 9
Page 10
ervaring: de feestdagen zijn zeer goed, de kerk is vol, maar dat moment is het moeilijkste moment om te bidden. De Heer Jezus scheidde deze zieke van zijn familie en van de menigte en genas hem in beslotenheid. Soms scheidde Hij zich samen met zijn leerlingen, maar wel eens met een aantal van hen. Hiermee toonde Jezus dat niet ieder mens waardig is om getuige te zijn van Zijn wonderen. Alleen diegenen die geloven, verdienen dat. Deze man en zijn familie hadden geloof, hierdoor zagen zij dit en de anderen niet. Alle wonderen gebeuren met gelovigen. God gebruikt wonderen niet als een methode voor het creëren van het geloof. Integendeel. Dat is een gegeven genade aan de gelovige. Dat is de reden dat Jezus na de wonderen zegt: “Uw geloof heeft u behouden”. Jezus geneest met verschillende methoden, soms verbaal, soms zelfs zonder het zien van de zieke. Hier zien we een woord en daad, vingers in zijn oor, het raken van de tong etc. Vaak willen wij alles gedaan krijgen op een eenvoudige wijze: bidden, vragen, en klaar. Maar dit evangelisch verhaal leert ons dat verschillende dingen op verschillende tijden uitkomen en dat er voor verschillende mensen er verschillende methoden zijn. Bijvoorbeeld, als je iemand zou helpen, moet je er vaak veel tijd en werk insteken. Mensen begrijpen vaak niet van één woord, er moet over een heleboel dingen gepraat worden en veel laten zien om te begrijpen. Net zoals de Heer Jezus vaak Zijn discipelen vertelde om nederig te zijn, maar alleen woorden waren niet genoeg. Hij gaf het juiste voorbeeld toen hij de voeten van zijn discipelen waste. Jezus zei: Effatha. De Heer Jezus gebruikte Aramees, een dialect van het Assyrische taal. Hebreeuws werd alleen behouden in de religie. Het Heilig Geschrift werd voorgelezen in die taal, er werd gebeden in die taal, net zoals tot op de dag van vandaag onze kerk gebruik maakt van dat dialect. “Effatha” betekent in Hebreeuws “ga open”. Hij kon dat woord ook in het Aramees zeggen, maar Jezus koos ervoor om het dialect te gebruiken. Op deze manier wil de Heer Jezus ons vertellen dat er talen zijn die heiliger zijn. Er zijn 10 gebouwen die heiliger zijn, zoals kerkgebouwen die heiliger zijn dan ieder ander gebouw. Alles wat er gaande is in ons leven gebeurt in een gebouw, maar in de kerk wordt er gebeden. De taal die we spreken, waarmee we vervloeken of vloeken hebben gehoord, maar alleen het dialect is de letterlijke taal van het gebed. Dit is ook een les voor ons, want soms horen we dat er gezegd wordt dat een dialect onbegrijpelijk is en dat alles eenvoudig moet zijn, maar het is niet zo. Een dialect heeft een groot last, is een taal die duizenden jaren oud is, is de taal van het gebed. Jezus gaf aan om dit wonder aan niemand te vertellen. Jezus heeft nooit de reputatie van een wonder verrichter willen hebben. Hij wilde leraar worden, Zijn wens was om het Koninkrijk van God te verkondigen. Dat is de reden waarom Hij zijn werk met het gebed van het gebergte begint. Van de mensen die heel vaak bij Hem kwamen, wilden niet hun leven veranderen, ze waren alleen op zoek naar een wonder. Maar er waren mensen die echt het licht hadden gezien en verandering wilden in hun leven. Maar diegenen die naar een wonder zochten werden soms een barrière, deden alsof ze ziek waren en zelfs geen tijd of mogelijkheid creëerden om te bidden. Daarom waarschuwt de Heer Jezus ons ook, dat het wonder of het fenomeen ervan niet al te vaak benadrukt dient te worden in de kerk. Alle confessionele gedachten werken in deze richting. Er moet per se sprake zijn van een wonder, wonderen zijn de belangrijksten. Er wordt van ‘s morgens tot ‘s avonds over de wonderen gesproken. Als ze het Heilig Geschrift moeten lezen, beginnen ze over de openbaring van het Boek, over de mysterieuze dingen in het Boek. Steeds over het feit wanneer Jezus terugkeert en zijn van mening dat dit is wat het geloof moet zijn. Nee, geloof zit in het gebed van het gebergte, het liefhebben en vergeven van de vijand, bidden voor de vijand, geen hypocriet zijn, bidden uit het hart en het eigen geloof moet heimelijk zijn. Dit is de leerstof van Jezus, terwijl de gedachten van de confessionelen alleen maar gefocust is op 11
Page 12
de wonderen. Een wonder is een beloning die aan de gelovige wordt gegeven, maar God wil niet dat het leven van gelovige gebaseerd wordt op wonderen, maar op Jezus Christus, Die wonderen kan verrichten. Dus de christenen die gefascineerd zijn door een wonder, zijn vaak oppervlakkig in hun geloof. Hun geloof is gebaseerd op zulke aantrekkelijke en duidelijke dingen. Zij kunnen niet de moeilijkheden van het leven doorstaan, wordt en verwacht in elk klein uitdaging een wonder. De geschiedenis van de geneeskunde geeft ons tevens een ander bericht. Als wij gelovigen zijn, dan moeten wij de mensen leiden tot de juiste dokter, zodat Jezus zowel hun lichamelijke als hun geestelijke rampen kan genezen. De hele wereld wacht op dat licht en Jezus zei tot zijn apostelen “jullie zijn het licht van de wereld, jullie zijn het zout van de wereld, we hebben elk van ons op deze wereld werk te doen voor de redding van anderen”. Lichamelijke problemen zijn zeer zichtbaar, iedereen ziet dat, toont medeleven en helpt. Maar er zijn ook mensen die geestelijk erg lijden, meest moeilijke positie en wij moeten hun een helpende hand toereiken en zeggen dat er een dokter is die al deze onzichtbare wonden kan genezen. Dat is de Heer Jezus Christus, stierf en herrees en zal met de Heilige Geest in je hart en je lichaam komen en zal je helpen aanpassen, zal een nieuw mens van je maken, je zult een nieuwe Adam worden. Dit alles moet door iemand gezegd worden. Het aantal priesters is niet voldoende hiervoor. Dit is ook de plicht van de gelovigen, kennis maken met de Heer Jezus Christus en vervolgens om hun vrienden en familie naar Jezus te brengen. We hebben die plicht en de mogelijkheid. We kunnen nuttig zijn bij de genezing van de ziekte van anderen, moeten mensen naar het zicht van Jezus brengen. Wij zijn geen dokter en geen redder, maar ieder gelovige moet de weg naar de dokter kennen om naar Hem toe te gaan en om vervolgens anderen met zich mee te nemen naar Hem . 12 Evangelie: Marcus 7:31-37 31Hij vertrok weer uit de omgeving van Tyrus en ging via Sidon naar het Meer van Galilea, dwars door het gebied van Dekapolis. 32Daar werd iemand bij hem gebracht die doof was en gebrekkig sprak, en men smeekte hem om deze man de hand op te leggen. 33Hij nam de man apart, weg van de menigte, stak zijn vingers in diens oren en raakte met speeksel zijn tong aan. 34Hij sloeg zijn blik op naar de hemel, zuchtte diep en zei tegen hem: ‘Effata!’, wat betekent: ‘Ga open!’ 35Meteen gingen zijn oren open, zijn tong kwam los en hij kon normaal spreken. 36Hij beval de omstanders om aan niemand te vertellen wat er gebeurd was; maar hoe strenger hij het hun verbood, hoe meer ze het rondvertelden. 37De mensen waren geweldig onder de indruk en zeiden: ‘Alles wat hij doet is goed: zelfs doven laat hij horen en stommen laat hij spreken.’ 13
Page 14
17 september 2017 ‘’Maar ik – ik wil me op niets anders laten voorstaan dan het kruis van Jezus Christus, onze Heer ‘’ (Galaten 6:14). De heilige Kruisverheffing is de vijfde en laatste feest in de liturgie van de Armeense kerk. Onze Heer, Jezus Christus, heeft tijdens zijn aardse leven met zuivere en helende handen genezingen waargemaakt, wonderen verricht en hemelse zegeningen vervuld aan al degenen die naar zijn stem luisterden en volgden. Hij beval, zeggende: 'Ik ben de waarheid, de weg en het leven.' Hij bracht al de hemelse waarheden uit de hemel naar de aarde zodat zijn luisteraars, zijn volgelingen de hemelse waarheid zouden geloven. Hij was de weg, de weg van het kruis, het pad van de waarheid en de weg van de beproevingen. Christus heeft zijn zuivere armen boven het kruis gedaan zodat wij het pad van de waarheid en de eeuwigheid zullen volgen. Iedere christen is een kruisvaarder. ‘Ga door de nauwe poort naar binnen. Want de brede weg, die velen volgen, en de ruime poort, waar velen door naar binnen gaan, leiden naar de ondergang. Nauw is de poort naar het leven, en smal de weg ernaartoe, en slechts weinigen weten die te vinden’(Mattheüs 7: 13-14). Deze boodschap van onze Heer is voor alle eeuwige volgelingen en gelovigen in de kracht van Christus. Bij een andere gelegenheid zei de Heer Jezus meer openlijk: ‘Wie niet zijn kruis op zich neemt en Mij volgt, is Mij niet waard ’(Mattheüs 10:38). Wanneer Paulus spreekt over de vruchten en voorwaarden van een deugdelijk leven, zegt hij: ‘Wie Jezus Christus toebehoort, heeft zijn eigen natuur met alle hartstocht en begeerte aan het kruis geslagen’ (Galaten 5:24). Met dit begrip is iedere christen een ‘kruisvaarder', in termen van een goeddoener en het allerliefste. Mensen zijn voor elk soort offer, fysieke, materiële en morele, bereid voor het bereiken van een economische of politieke positie. Echter als het gaat om hetzelfde of soortgelijke offer voor de waarheid van het Evangelie, zullen hen ontbreken. Zowel op economische en financieel gebied, als de morele sfeer, 14 kunnen we niet zonder inspanning bereiken, zonder dat de hardnekkige levensduur en zonder moed, met andere woorden, zonder het kruis. Vermijd van het verhogen van de morele middelen dat verband heeft met de beproevingen en moeilijkheden wat inhoudt om het kruis op onze schouder aan de kant te zetten. Iedereen heeft hun begrip van het christelijke kruis. En iedereen is verplicht om net als Christus, zijn kruis te dragen tot het einde van het leven. Dus laten we het kruis op onze schouders dragen, als titel van het bewustzijn, en proberen we onze kruis, waarin de liefde en opoffering symboliseert te dragen. God in ons leven, of het individueel of algemeen is, kan niet de waarde krijgen, als we niet de toewijding hebben om te offeren. In dit leven heeft iedereen zijn missie, om het eeuwige leven te realiseren door middel van het ware pad. Laten we in ons leven geen problemen ondervinden. Laten we met liefde en met geloof het kruis volgen van het eeuwige licht en mentale gevoel met diep vertrouwen in het Heilig Kruis. 'Laat ons kruis je toeverlaat zijn, de Heer Jezus.’ Evangelie: Johannes 3:13-21 13Er is toch nooit iemand opgestegen naar de hemel behalve degene die uit de hemel is neergedaald: de Mensenzoon? 14De Mensenzoon moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhooggeheven heeft, 15opdat iedereen die gelooft, in hem eeuwig leven heeft. 16Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. 17God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door hem te redden. 18Over wie in hem gelooft wordt geen oordeel uitgesproken, maar wie niet in hem gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet wilde geloven in de naam van Gods enige Zoon. 19Dit is het oordeel: het licht kwam in de wereld en de mensen hielden meer van de duisternis dan van het licht, want hun daden waren slecht. 20Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt het licht omdat anders zijn daden bekend worden. 21Maar wie oprecht handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet.’ 15
Page 16
24 september 2017 “Drie dingen geven mij vreugde, ze zijn geliefd bij de Heer en bij mensen: eensgezindheid onder broers en zusters, vriendschap met anderen, man en vrouw die harmonisch samenleven.” (Sirach 25:1-2) Liefde betekend dat we allen moeten werken aan onszelf om de liefde, relatie te versterken. Het lijkt erop dat er een interne unie is, die de vrede omvat. Dit betekent dat er een garantie voor vrede en eenheid is, de vrucht van de liefde. Adam en Eva leefden in dat soort liefde. Toen Jezus het antwoord gaf aan de Farizeeën, was dit het begin van de menselijke geschiedenis. In het begin schiep God Adam, zegt de Heer Jezus, en daarna Eva. Adam en Eva werden geschapen voor elkaar, en er was niemand anders. Hun unie was bijzonder, het was perfect en onvergankelijk. Jezus zegt dat dit zowel een symbool en een voorbeeld voor alle toekomstige generaties is. Dit was het begin van de schepping van Gods ideale gezin, huwelijk en wil om weer tot leven te brengen en te bevestigen, de Heer Jezus. Hoe de alliantie tot stand is gekomen; ‘Samen zijn’ vormt de toepassing van het beginsel van de liefde. Liefde wordt uitgedrukt in iets van oneindige verlangen om uiteindelijk je doel te bereiken of je ambitie. Als we het verlangen gebruiken voor wereldse valse behoeften, dan beschamen we Gods genade en is het niet langer meer liefde. Liefde is verlangt naar behaaglijkheid, geluk, vrede, eerlijkheid, alles wat ons verheft van wereldse verlangens. God woont in de liefde. Jezus is het ultieme, gemeenschappelijke geluk dat zegt: “Ik ben al niet meer in de wereld, Ik ga naar U toe, maar zij blijven wel in de wereld. 16 ‘Heilige Vader, bewaar hen door Uw naam, de naam die U ook aan mij gegeven hebt, zodat zij één zijn zoals Wij één zijn’ (Johannes 17:11). ‘Ik heb hen laten delen in de grootheid die U Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn zoals Wij: Ik in hen en U in Mij. Dan zullen zij volkomen één zijn en zal de wereld. Dan zullen zij de grootheid zien die U Mij gegeven hebt omdat U Mij al liefhad voordat de wereld gegrondvest werd. Ik heb hun Uw naam bekendgemaakt en dat zal Ik blijven doen, zodat de liefde waarmee U Mij liefhad in hen zal zijn en Ik in hen’ (Johannes 17:21-24,26). Deze Goddelijke liefde is een klein voorbeeld van de familie. God is liefde en liefde van God is onze zaligheid dat wordt gerealiseerd door hieraan deel te nemen. Vervolgens is er geen liefde, geen hemelse verbintenis waar sprake is van Gods zegen. Échte huwelijk is als twee verschillende mensen hun perfectie vinden bij elkaar, vol van zichzelf dat ze eerder niet gevoeld hebben. Het huwelijk moet geen beperkingen in het leven hebben het moet worden aangevuld met tevredenheid en nieuwe voldoeningen in het leven. Een persoon moet voelen wat hij/zijn nooit eerder heeft gevoeld, een gevoel dat altijd iets ontbrak. Een huwelijk is een aanvulling op elkaar, ieder vind zijn idealiteit. Dit betekent dat een huwelijk het leven hemels en volmaakt maakt. Het huwelijk is het fundament van de eenheid, de eenheid en de basis ligt in de zorgvuldige houding ten opzichte van elkaar. Om gelukkig huwelijk te hebben, moeten paren over elkaar denken meer als voorheen. Egoïsme doodt elk willekeurig persoon met name het huwelijk. Het fundament van het huwelijk is de liefde. Liefde zorgt meer voor het geluk van het ander dan zijn eigen geluk, liefde die trots is, indien mogelijk, of kan worden gebruikt, die in staat is om te begrijpen en dus altijd gereed is te vergeven. 17
Page 18
Evangelie: Marcus 10:1-12 Twistgesprek met farizeeën 101Hij vertrok uit Kafarnaüm naar Judea en het gebied aan de overkant van de Jordaan, en de mensen verzamelden zich weer in groten getale om hem heen; hij onderwees hen zoals hij gewoon was te doen. 2Er kwamen ook farizeeën op hem af. Ze vroegen hem of een man zijn vrouw mag verstoten. Zo wilden ze hem op de proef stellen. 3Hij vroeg hun: ‘Hoe luidt het voorschrift van Mozes?’ 4Ze zeiden: ‘Mozes heeft de man toegestaan een scheidingsbrief te schrijven en haar te verstoten.’ 5Jezus zei tegen hen: ‘Hij heeft dat voor u opgeschreven omdat u zo harteloos en koppig bent. 6Maar al bij het begin van de schepping heeft God de mens mannelijk en vrouwelijk gemaakt; 7daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, 8en die twee zullen één worden, ze zijn dan niet langer twee, maar één. 9Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.’ 10In huis stelden de leerlingen hem hier weer vragen over. 11Hij zei tegen hen: ‘Wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel; 12en als zij haar man verstoot en met een ander trouwt, pleegt zij overspel.’ 18 Wist je dat & vraag en antwoord Wist je dat het feest van de Heilige Kruis tot een van de 5 grote Feesten in de Armeense kerk behoort? Het feest van de Heilige Kruis (Khachverats) is de laatste van de 5 grote feesten. Dit feest is volledig aan het Kruis gewijd. Bij dit feest vieren we de terugkomst van het Kruis (waar Jezus aan is gekruisigd) op de berg Golghota. Vandaar dat het feest ook ‘Khachverats’ (het kruis heffen) wordt genoemd. In het jaar 610 veroverde het Perzische rijk Jeruzalem. Zij verwoestten de stad en namen het Heilige Kruis mee naar het Perzische rijk. De Byzantijnse keizer Heraclius vormde een leger en bevrijdde het Kruis weer. Tijdens het terugbrengen van het Kruis deed het Perzische rijk weer een poging het Kruis te veroveren. Tijdens het verdedigen van deze aanval werd het kruis op een van de toppen van het Karno gebergte bewaard. Toen ze terugkwamen om het Kruis mee te nemen zagen ze op deze plaats een bron van water stromen. Deze plaats is een heilige plek geworden waar vele pelgrims komen tijdens het feest van de Kruis. Hoe moet je nederig zijn tegenover God? Nederig zijn begint met het bestrijden van hoogmoed. Dit is geen gemakkelijke opgave. Hoogmoed is namelijk iets wat tegen je liegt. Hoogmoed zegt tegen je, je hebt helemaal geen hoogmoed! Je vindt jezelf wijs, je vindt jezelf goed en dit voelt goed. Daarom is het ook zo moeilijk om dit los te laten. Je bent niet meer waard dan iemand anders, God houdt evenveel van iedereen. En alles wat je bereikt hebt in je leven heb je bereikt met de hulp en kracht van God. Wees daarom ook nederig tegen God. De beste manier om nederig te zijn is door te bidden. Vraag God om genade. Door God om hulp te vragen neem je een nederige houding aan. Heb jij vragen die je graag beantwoord wilt hebben? Stel ze dan aan ons via de mail: khorhurd@ajo-amsterdam.nl. 19

Khorhurd augustus 2017


Page 2
Khorhurd Het zevende en laatste sacrament is het huwelijk (bsag, պսակ). Er worden bepaalde rituelen uitgevoerd. Wat voor betekenis hebben deze handelingen? In het begin van de ceremonie zegent de priester de ringen van de man en de vrouw, dit als teken van de spirituele verbondenheid van de twee. Er wordt dan drie keer gevraagd aan de bruid en de bruidegom of zij voor altijd bij elkaar willen blijven. En er wordt door de priester geïnstrueerd om trouw te zijn tegenover elkaar. Dan worden er twee stukken uit de Bijbel gelezen waarin de leer van onze Heer Jezus Christus over het huwelijk wordt behandeld. (Efeziërs 5:22-33 & Mattheus 19:3-12). Hierna worden er twee kronen op de hoofden van de bruid en de bruidegom geplaatst. Dit staat symbool voor het koninkrijkje van het echtpaar, namelijk hun eigen familie. Daarna pakt de priester een glas wijn en zegent deze. Deze glas met wijn geeft hij volgens aan de bruid, bruidegom en de peetvader. De wijn symboliseert het eerste wonder van Jezus Christus, die tijdens een bruiloft water in wijn veranderde, omdat de wijn op was (Johannes 2:1-12). Daarna wordt door de priester verteld dat God Zijn liefde toonde voor de mensheid via de koppels; Abraham en Sara, Isaak en Rebecca, Jakob en Rachelle, Jozef en Asnat, Zacharias en Elisabeth. Na deze namen worden ook de namen van de bruid en bruidegom genoemd. Hier bidt de priester dat zij dezelfde zegen krijgen als deze Bijbelse personen. Dit was het laatste stuk van het hoofdstuk Khorhurd. Eerdere sacramenten zijn te lezen via www.onlinetouch.nl/khorhurd Inhoudsopgave Badarak Preken Symbolen Wist je dat & vraag en antwoord Wie zijn wij? Pagina 4 Pagina 6 Pagina 17 Pagina 18 Pagina 19 3
Page 4
Badarak ‘Heilig! Heilig! Heilig is de Heer van de hemelse legers! De aarde is vol van Zijn schitterende macht en majesteit!’ (Jesaja 6:3). Dit stukje wordt gezongen voordat de priester de woorden van onze Heer Jezus Christus herhaald die Hij zei tijdens de laatste avondmaal. Dit gebed wordt ook wel Sanctus genoemd. Tijdens het zingen van het lied, wordt ons herdacht, door de kerk, wat voor buitengewone privileges wij hebben als christenen. Dat al onze zondes vergeven kunnen worden, zodat wij bij onze Maker kunnen komen, onze Heer God. In het evangelie van Johannes staat: ‘Want God had de wereld zo lief, dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. God heeft Zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door Hem te redden.’ (Johannes 3:16-17) In Jesaja 6:2 staat: ‘Boven Hem (de Heer) stonden Serafs. Elk van hen had zes vleugels, twee om het gezicht en twee om het onderlichaam te bedekken, en twee om mee te vliegen.’ En in Jesaja 6:3 staat: ‘Heilig! Heilig! Heilig is de Heer van de hemelse legers’. Hierdoor zegt de priester voor de Sanctus: ‘Laten we samen met de Serafs en Cherubs Heilige woorden zeggen en met melodieën, durf en geschreeuw, zeggen we met één stem’ Tijdens de Sanctus spreekt de priester een lang gebed uit. Hier herinnert hij de mens liefhebbende God. God stuurde zijn Zoon naar aarde voor de vergeving van onze zonden. Hij herinnert het leven van Jezus Christus en zijn woorden tijdens het laatste maaltijd. 4
Page 6
Preken 06 augustus 2017 “Zoon, uw zonden zijn vergeven… Ik zeg u: Sta op, pak uw bed en ga naar huis”. (Marcus 2:5, 11) De genezing van een minder valide is groter dan de genezing van iedere eenvoudige genezing. Dit is eerder de onthulling en herkenning van de Here Jezus. Het is waar dat de Here Jezus alle ziektes geneest, maar niet alle ziektes zijn te genezen. De missie van de Here Jezus was niet om de zieken te genezen. Een van de doelstellingen van Jezus is dat de wortels van de oorzaak zijn van alle soorten ziektes en lijden voor iedereen, zoals elke pijn en ellende die een obstakel is voor elk mogelijke relatie. De relatie met God, de relatie die men met zichzelf heeft en de relatie die men heeft met zijn natuurlijke omgeving. In feite waren alle deelnemers unaniem in dit geval, met inbegrip van het Evangelie, dat alle macht aan God toebehoort. Het probleem of de kwestie in dit geval is de kracht van Jezus. Het is waar dat het de kracht van God is die Jezus gebruikt voor de genezing, maar het is Jezus die de genezing uitvoert. Het is een feit dat Jezus zegt; uw zonden zijn verantwoord en vergeven. Maar leerlingen van de wet begrijpen dat de vergeving van de zonde van Jezus komt. Het is zo dat de minder validen en de aanwezigen God loven, maar het is Jezus voor wie zij zich inspannen en streven om te bereiken. In één van de psalmen wordt gezegd: “Laat mijn gebed toe in uw aanwezigheid, en gij zult mij redden door uw woord”. Het lijkt erop dat de genezing van de minder validen in de psalmen zichtbaar en tastbare werkelijkheid is. In termen van zijn kennis tot drie aspecten van God die de macht heeft om de minder validen te genezen te onderscheiden. We zien hier dat Jezus, in Zijn eigen woorden, Zijn toespraak, de macht heeft om de minder valide te stoppen. Het is God 6 die de bevoegdheid heeft om de zonden van het volk te vergeven en hier zien we dat Jezus deze macht beoefent door de zonden van de minder valide te vergeven. En tenslotte heeft God het vermogen om de geheime gedachten van de mens te lezen, te weten en Jezus te zien die de gedachten leest van de leraren van de wet. Deze gebeurtenis vertelt ons dat Jezus onderwees, maar wij zagen dit niet. Wij zagen niet dat Hij richting gaf en de inhoud van deze richting. Bovendien, na de behandeling, wanneer de mensen hun verbazing uitten, zou dit niet van toepassing zijn op al wat ze hoorden, maar verwijst naar wat ze hadden gezien. Daarom verwijzen de evangelisten ons naar deze gebeurtenis van de genezing van de minder valide, als een les, als een onderwijs. Een les over de kennis en de identiteit van Jezus, die God ingrijpt in het menselijk leven, een nieuwe manier van zaken doen, door middel van zijn Zoon, door wie de Zoon des mensen, die we als Zoon van God zien en toont ons dat ziekte en zonde gekoppeld zijn aan elkaar. We zien een mindervalide die door Jezus wordt genezen, maar wie gebruik maakt van deze gelegenheid dat Jezus en de mindervalide elkaar tegenkomen. Vier mensen waren bereid dit streven en last op hun schouders te nemen. Ze stopten niet na het ondervinden van een obstakel. Ze konden terug gaan en wachten op een nieuwe kans, maar ze gingen op zoek naar een nieuwe kans. Deze ondersteuning komt voort uit de oneindige liefde voor hun dierbaren. Vandaag de dag hebben wij de behoefte om deze vier mensen als voorbeeld te nemen. Na de verkondiging van het Woord, de predicatie van God Jezus, is door goddelijke aanwezigheid en kracht van Gods woord aan de kerk toevertrouwd. En door middel van de kerk ook naar ons, de gelovigen. Ook wij hebben om ons heen familie en kennissen die niet fysiek beperkt zijn, maar wel lijden aan geestelijke invaliditeit, geestelijke onbewogenheid. Want kijkend vanuit het hedendaagse oogpunt naar deze gebeurtenis, is de lichamelijke belemmering het teken en 7