Nederlands English

Khorhurd januari 2025


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd december 2024


Pagina 4
Preek 1 december 2024 “Heer, laat hem ook dit jaar nog met rust, tot ik de grond eromheen heb omgespit en hem mest heb gegeven, misschien zal hij dan het komende jaar vrucht dragen, en zo niet, dan kunt u hem alsnog omhakken.” – Lucas 13:8-9 Het Evangelie van Christus roept ons allen tot bekering. De tijd van ons leven, het grootste geschenk dat ons is gegeven, moeten we goed benutten en onze daden vruchtbaar maken, zodat ze God behagen. We zeggen steeds “morgen, morgen,” maar waarom niet nu, waarom zou dit moment niet het einde van mijn onzuiverheden zijn? vraagt de heilige Augustinus zichzelf af, terwijl hij vastberaden besluit het hoofdstuk van zijn zondige verleden te sluiten en zich vol vertrouwen in Gods armen te werpen. Laat vandaag, dit uur, het begin zijn van ons vaste besluit om af te wijken van de wegen van de goddelozen en de confrontatie aan te gaan met onze Schepper, verlicht door Zijn wonderbaarlijke aanwezigheid. Bekering is een oneindige weg van zelfreiniging met God. In de evangelische gelijkenis laat de vijgenboom zijn eigenaar drie jaar lang teleurgesteld achter, omdat hij geen vruchten draagt. “Hak hem om, waarom zou hij de grond bezet houden?” zegt de eigenaar tegen de tuinier. De tuinier vraagt echter om nog een jaar geduld, zodat hij rondom de vijgenboom kan graven en hem kan bemesten. “Misschien zal 4 Khorhurd hij dan vrucht dragen” zegt hij, “en zo niet, dan kunt u hem alsnog omhakken.” Eén jaar, oftewel nog één kans voor de vijgenboom om zijn bestaan te rechtvaardigen. “De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij: kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws”, zegt de Heer (Marcus 1:15). “Wees dus waakzaam, want jullie weten niet wanneer de heer des huizes komt, ’ s avonds, of midden in de nacht, of bij het eerste hanengekraai, of ’s morgens vroeg.” (Marcus 13:35). De gaven van de Heer zijn onuitputtelijk, maar degene die Gods gaven niet ten goede gebruikt, heeft niets. God kan ons vullen met Zijn oneindige rijkdommen, maar wij moeten Gods Wil als erfenis kunnen ontvangen. Dit testament belooft ons, naast de zegeningen van dit leven, een eeuwige gelukzaligheid: het eeuwige leven. De Heer heeft ons genade gegeven en verwacht vruchten. “Er zijn mensen,” zegt Augustinus, “die haastig geneigd zijn om zich in het leven van anderen te verdiepen, maar traag zijn om hun eigen leven te verbeteren.” Laten we de tijd van ons leven niet besteden aan het beoordelen van het leven van onze naaste en de rol van rechter op ons te nemen. Probeer daarentegen bezig te zijn met zelfonderzoek en zelfzuivering. Ieder van ons heeft veel te doen in ons leven. Als we bezig zijn met het opruimen van de kamers van onze ziel, hebben we geen tijd om de keuken van iemand anders binnen te dringen. Ware verandering begint met een vastbesloten besluit, dat soms een lange weg van rijping moet afleggen. Maar treuzelen is zinloos. Laten we vertrouwen op de Heer, niet morgen, maar vandaag. Laten we luisteren naar de stem van de Schrift die zegt: “Wees sterk, Hij roept je.” En als Hij vraagt: “Wat wil je?”, laten we dan, zoals de blinde die naar de Zoon van God toeging, zeggen: “Heer, open mijn ogen.” Mogen de ogen van onze ziel geopend worden, zodat we de wonderlijke aanwezigheid van de Heer zien en voelen. Laten we de gaven van God in nederigheid aanvaarden, zodat we het goede van het kwade kunnen onderscheiden en ons ver houden van de listen van het kwaad. Door berouw te tonen, kunnen we de vruchten van een zuiver geweten plukken en die als offer aanbieden op Gods altaar. En wanneer de Heer komt om de vruchten te ontvangen, moge Hij dan niet zeggen: “Hak die vijgenboom om wegens onvruchtbaarheid” maar ons bemoedigen door te zeggen: “Voortreffelijk, je bent een goede en betrouwbare dienaar. Omdat je betrouwbaar bent gebleken in het beheer van een klein bedrag, zal ik je over meer aanstellen. Wees welkom bij het feestmaal van je heer.” (Mattheüs 25:21) Evangelie: Lucas 13:1-9 131 Er waren op dat moment ook enkele mensen aanwezig die Hem vertelden over de Galileeërs van wie Pilatus het bloed vermengd had met dat van hun offerdieren. 2 hen: ‘Denken jullie dat die Galileeërs grotere zondaars waren dan alle andere Galileeërs, omdat ze dat lot ondergaan hebben? 3 Zeker niet, zeg Ik jullie, maar als jullie niet tot inkeer komen, zul je allemaal op dezelfde wijze omkomen. 4 Of die achttien die stierven doordat de Siloamtoren op hen viel – denken jullie dat zij schuldiger waren dan alle andere mensen die in Jeruzalem wonen? 5 Zeker niet, zeg Ik jullie, maar als jullie niet tot inkeer komen, zul je allemaal net zo sterven als zij.’ Hij vertelde hun deze gelijkenis: ‘Iemand had een vijgenboom in zijn wijngaard geplant en ging kijken of de boom vrucht droeg, maar hij vond geen vijgen. 7 Hij zei tegen de wijngaardenier: “Al drie jaar kom ik kijken of die vijgenboom vrucht draagt, maar tevergeefs. Hak hem maar om, want hij put alleen maar de grond uit.” 8 Maar de wijngaardenier zei: “Heer, laat hem ook dit jaar nog met rust, tot ik de grond eromheen heb omgespit en hem mest heb gegeven. 9 Misschien zal hij dan het komende jaar vrucht dragen, en zo niet, dan kunt u hem alsnog omhakken.”’ Khorhurd 5 6 Hij zei tegen
Pagina 6
Preek 8 december 2024 “Ik zeg u: geen van de genodigden zal van mijn avondmaal proeven.” – Lukas 14:24 Jezus vertelt een gelijkenis over de gastheer van het diner. ‘‘Een nobele man bereidt een diner voor en nodigt zijn familieleden en vrienden uit om het diner bij te wonen. Als de tijd daar is, laat hij hen via zijn dienaar weten dat ze moeten komen. Iedereen weigert echter om één reden het diner bij te wonen. ‘Ik heb een boerderij gekocht en ik moet gaan...’ ‘Ik heb vijf juk ossen gekocht. Ik ga ze proberen”, “Ik ben net getrouwd, dus ik kan niet komen”. De edelman wordt boos en beveelt zijn dienaar: ‘Ga onmiddellijk naar de stad en breng alle arme, kreupele, kreupele en blinde mensen die je op de pleinen en straten ziet, mee.’ ‘Ik zeg je dat geen van de eerste gasten van mij zal proeven.’ diner” (volgens Lucas 14:16-24). Het banket vertegenwoordigt het Koninkrijk van God waarvan mensen kunnen genieten als ze eraan deelnemen. Jezus kwam naar de wereld en nodigde voor de eerste keer Gods uitverkoren volk uit om deel uit te maken van Gods Koninkrijk, maar Zijn uitnodiging werd niet geaccepteerd. Net als de gelijkenis nodigt God ons elke zondag uit om naar de kerk te komen. Zij die komen, voorbereid of onvoorbereid, hebben het doel om te bidden en gereinigd te worden door het bloed van het Lam Jezus. Als wij degenen waren die voor zo’n diner 6 Khorhurd waren uitgenodigd en we de negatieve reactie van de genodigden kenden, is het normaal dat ook wij boos en overstuur zouden zijn. Maar de vraag rijst: “Wat is de oplossing voor een dergelijke situatie?” Natuurlijk mogen we het bereide voedsel niet willen bederven. Als we ze zouden verspillen, zouden al ons plan, werk, hoop en vreugde niet uitkomen. Wij moesten iets bedenken. Met hetzelfde begrip redt de edelen de situatie door de armen, kreupelen en blinden van buitenaf te accepteren. Met deze handeling herinnert hij ons aan de woorden van Jezus tot de genodigden die niet aan het diner willen deelnemen. ‘‘Ik zeg je dat geen van de genodigden mijn diner zal proeven.’’ Hier zien we hoe het diner uitgroeit tot een groot goed doel. Degenen die geacht werden familieleden en vrienden te dienen, dienen de verlangende vreemdelingen. Het is niet verkeerd om een etentje te geven voor vrienden en kennissen, maar Jezus herinnert ons eraan dat er een hogere beloning op ons wacht als we mensen uitnodigen die hulp nodig hebben. Als we op zoek gaan naar de behoeftigen en naar degenen die de goede dingen die hun gegeven zijn niet kunnen teruggeven, laten we dan het gebod van onze Heer vervullen. Evangelie: Lucas 14:12-24 12 “Kom, want alles staat klaar.” 18 Tegen degene die Hem had uitgenodigd, zei Hij: ‘Wanneer u een maaltijd aanbiedt of een feestmaal geeft, vraag dan niet uw vrienden, uw broers, uw verwanten of uw rijke buren. Want zij zullen op hun beurt u uitnodigen, en zo doen zij iets voor u terug. 13 Dan zult u gelukkig zijn, juist omdat zij niets kunnen terugdoen. Want u zult ervoor beloond worden bij de opstanding van de rechtvaardigen.’ Wanneer u een feestmaal geeft, nodig dan armen, kreupelen, verlamden en blinden uit. 14 Maar een voor een begonnen ze zich te verontschuldigen. De eerste zei: “Ik heb net een akker gekocht, die ik beslist moet gaan bekijken. Neemt u mij niet kwalijk, ik kan niet komen.” 19 En een ander zei: “Ik heb vijf span ossen gekocht en ik ga ze keuren. Neemt u mij niet kwalijk, ik kan niet komen.” 20 Weer een ander zei: “Ik ben pas getrouwd en daarom kan ik niet komen.” 21 Een van de andere gasten, die dit hoorde, zei tegen Hem: ‘Gelukkig al wie zal deelnemen aan de maaltijd in het koninkrijk van God!’ 16 15 groot feestmaal geven en nodigde tal van gasten uit. 17 Toen de dienaar teruggekomen was, bracht hij zijn heer verslag uit. De heer des huizes ontstak in woede en zei tegen zijn dienaar: “Ga vlug de stad in en breng uit de straten en stegen de armen en kreupelen en blinden en verlamden hierheen.” 22 Toen de dienaar hem kwam melden: “Heer, wat u hebt Daarop zei Jezus: ‘Iemand wilde een Toen de dag van het feestmaal gekomen was, stuurde hij zijn dienaar naar de genodigden om tegen hen te zeggen: opgedragen is gebeurd, en nog is er plaats,” 23 zei de heer tegen hem: “Ga naar de wegen en de akkers buiten de stad en haal iedereen binnen, want mijn huis moet vol. 24 niemand van de genodigden zal van mijn feestmaal proeven.”’ Khorhurd 7 Ik zeg jullie:
Pagina 8
Preek 15 december 2024 “Als jullie gelood hadden als een mosterdzaadje, zouden jullie tegen die moerbeiboom zeggen: ‘Trek je wortels uit de grond en plant jezelf in de zee!’ en hij zou jullie gehoorzamen.” – Lucas 17:6 Geloven betekent vertrouwen op Goddelijke waarheden. De apostel Paulus legt de betekenis ervan heel duidelijk uit. “Het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen, het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien” (Hebreeën 11:1). Er zijn veel dingen in de wereld die we niet zien, maar we geloven dat ze bestaan. Ten eerste de materiële realiteit, bijvoorbeeld onzichtbare landen, steden, mensen, enz. Ten tweede morele zaken, zoals deugden en hoop. En tenslotte religieuze waarheden: God, ziel en engelen. Voor de apostel Paulus is geloof niet slechts een eenvoudige grondbeginsel, maar een boodschap uit het verleden naar de toekomst. Voor velen is hun geloof helaas als een vogelnest dat onder alle weersomstandigheden moet worden gebouwd en vernietigd. De realiteit is dat er zonder geloof geen doel of grootsheid is. De auteurs van alle grote werken en prestaties waren gelovige mensen. Zonder die innerlijke vonk en inspiratie zullen mensen, ongeacht tot welk vakgebied ze behoren, als zwevende schotsen zonder doel zijn. De Bijbel zit vol met christelijke waarheden en benadrukt daarbij vooral de kracht van geloof. Een mooi voorbeeld hiervan is het geloof van een vrouw, dat op een eenvoudige, maar leerzame manier naar voren komt in het evangelie van Mattheüs. Een vrouw die al twaalf jaar aan bloedingen leed, naderde Jezus van achteren en raakte vol geloof de zoom van Zijn kleed aan. Jezus merkte dit op, draaide zich om en zei tegen haar: ‘‘Uw geloof heeft u gered; ga in vrede’’ (Lucas 8:48). Op datzelfde moment werd de vrouw genezen, aldus het Evangelie. Zonder een volmaakt geloof is er geen genezing voor lichaam of ziel. Zonder geloof, hoop en liefde is het leven leeg, vol wanhoop en zonder perspectief. Een christen moet allereerst geloof hebben om naar volmaaktheid te streven, want geloof is de weg naar eeuwigheid en onsterfelijkheid. Het Armeense volk bewandelde de soms gevaarlijke paden van het geloof, vastberaden en ervan overtuigd dat de uiteindelijke overwinning hen toebehoorde. 8 Khorhurd De Vardanants-oorlog is een krachtig voorbeeld van hun geloofskracht. Zoals Egyshe (Եղիշե) het verwoordt: ‘‘Noch engel, noch mens, noch zwaard, noch pijn kan ons van dit geloof doen afwijken. Vraag ons niet om dit op te geven, want ons geloofsverbond is niet met de mens, alsof we als kinderen misleid kunnen worden, maar met God— onbreekbaar, onveranderlijk, nu en voor altijd, voor eeuwig en altijd.’’ Evangelie: Lucas 17:1-10 Oproep aan de leerlingen 1 Tegen zijn leerlingen zei Hij: ‘Het is onvermijdelijk dat er valstrikken zijn, maar wee degene die ervoor verantwoordelijk is! 2 Het zou beter voor hem zijn als hij met een molensteen om zijn nek in zee werd geworpen dan dat hij ook maar een van deze geringe mensen ten val zou brengen. 3 Let dus goed op jezelf! Indien een van je broeders of zusters zondigt, spreek die dan ernstig toe; en als ze berouw hebben, vergeef hun. 4 En als ze zevenmaal op een dag tegen je zondigen en zevenmaal naar je terugkeren en zeggen: “Ik heb berouw,” dan moet je hun vergeven.’ Khorhurd 9
Pagina 10
Toen zeiden de apostelen tegen de Heer: ‘Geef ons meer geloof!’ 6 5 De Heer zei: ‘Als jullie geloof hadden als een mosterdzaadje, zouden jullie tegen die moerbeiboom zeggen: “Trek je wortels uit de grond en plant jezelf in de zee!” en hij zou jullie gehoorzamen. Als iemand van jullie een knecht heeft die ploegt of de kudden weidt, dan zal hij, wanneer die thuiskomt van het land, toch niet 7 10 Khorhurd tegen hem zeggen: “Kom aanliggen en eet mee”? 8 Zal hij niet veel eerder tegen hem zeggen: “Maak iets te eten voor me klaar, doe je gordel om en bedien me terwijl ik eet en drink, en daarna kun je zelf eten en drinken”? 9 Hij bedankt de knecht toch niet omdat die gedaan heeft wat hem is opgedragen? 10 Hetzelfde geldt voor jullie; wanneer jullie alles gedaan hebben wat jullie is opgedragen, zeg dan: “Wij zijn maar eenvoudige knechten, we hebben enkel onze plicht gedaan.”’ Preek 22 december 2024 “God, wees mij zondaar genadig.” – Lucas 18:13 De Heer Jezus vertelde een gelijkenis over degenen die zichzelf als rechtvaardig beschouwden en anderen verachtten. Twee mensen kwamen naar de tempel om te bidden. de één een Farizeeër, de ander een tollenaar. De Farizeeër stond alleen en sprak dit gebed tot zichzelf uit: “Mijn God, ik dank U dat ik niet ben zoals andere mensen, zoals afpersers, overtreders en overspeligen of zoals deze belastinginner. Echter vast ik twee keer per week en geef een tiende van al mijn inkomen.” En de belastinginner stond alleen en wilde zijn ogen niet naar de hemel opheffen, maar zich op de borst slaan en zeggen: “God, vergeef mij, een zondaar.” Ik zeg je: deze ging gerechtvaardigd naar zijn huis, de ander niet. Want wie zichzelf verheft, zal vernederd worden en wie zichzelf vernedert, zal verheven worden. Gebed is een spiegel van de innerlijke geestelijke staat, zeggen de Heilige Vaders van de Kerk. Kijk in die spiegel, kijk hoe je bidt en je zult precies kunnen vertellen wat je innerlijke geestelijke toestand is. In gebed worden onze goede en duistere kanten, de dodelijke ninja van de ziel en spirituele groei volledig onthuld. In de gelijkenis zien we twee verschillende gemoedstoestanden en twee gebeden. Aan de ene kant het gebed van de Farizeeër, waar slechts twee woorden zijn: het gebed zelf. “Mijn God, ik dank U.” De rest zijn woorden van trots en zelfverheerlijking. Aan de andere kant de nederigheid van de tollenaar, die niets hoogs of goeds aan zijn eigen krachten toeschrijft. Een dergelijke nederigheid is de basis van de christelijke vroomheid en onze rechtvaardiging voor God, omdat de eerste zonde in de hemel voortkwam uit het trotse verlangen van de duivel (voormalig rechterlichtengel, Lucifer in het Latijn) om zijn eigen troon boven de sterren van God te plaatsen. (zie Jesaja 14:12-14). De eerste zonde op aarde kwam voort uit het trotse verlangen van de mens om als de goden te zijn die goed en kwaad kenden (volgens Genesis 3:5). De man probeerde te klimmen en viel. En als de onschuldige en volmaakte eerstgeborenen van het menselijk ras ten val kwamen door zelfverheerlijking, hoe bijzonder en gevaarlijk is zelfverheerlijking dan voor de gevallenen. “Waarom is de mens er trots op dat hij stof en as is?” zegt de Wijze (Sirakh. 10:9). De mens is een gevallen en zondig wezen en heeft niets om over op te scheppen tegenover God. Door bekering moet hij naar zijn hemelse Vader terugkeren en zijn leven onderwerpen aan de leiding van Gods genade. De tollenaar realiseerde zich dat het nutteloos was zichzelf met daden te rechtvaardigen. Khorhurd 11
Pagina 12
Het beoordelen en kleineren van anderen is niet kenmerkend voor iemand die weet dat alles wat hij heeft door God gegeven is. Maar de Farizeeër schreef perfectie aan zichzelf toe, aan zijn eigen kracht. Maar hij die zijn werken bewondert en opschept, weet niet en vergeet ook dat we zonder de hulp van God niet alleen op eigen kracht de hele wet kunnen vervullen, maar ook maar enig goed kunnen doen. De kern van trots is het respectloos promoten van je eigen werken. En als iemand perfectie aan zichzelf toeschrijft en niet aan God, doet hij niets anders dan God verwerpen en tegen Hem in opstand komen. De Farizeeër was wellicht geen slecht mens. Hij heeft in ieder geval niemand pijn gedaan. Maar we zien ook uit de parabel dat hij geen goede daad heeft gedaan. Hij voerde eenvoudigweg verschillende kleine, secundaire religieuze ceremonies uit die niet eens door de oude wet waren vereist en hij had een zeer hoge dunk van zichzelf. Er trots op dat hij niet is zoals andere mensen; “veroordeelde hij de hele wereld en rechtvaardigde hij zichzelf.” zegt S. Hovhan Voskeberan. Mensen met een dergelijke instelling zijn niet in staat zichzelf kritisch te bejegenen, zich te bekeren of een deugdzaam leven te beginnen. De Heer Jezus bestrafte vele malen publiekelijk de hypocrisie van de Joodse schriftgeleerden en Farizeeën (zie Mattheüs 23), maar dit keer zei Hij alleen dat de belastinginner “gerechtvaardigder naar zijn huis ging dan dit” (de Farizeeër). God aanvaardde het oprechte berouw van de tollenaar. Zelfs vandaag de dag zijn er Farizeeërs en tollenaars, zo niet door naam dan wel door hun daden. De hartstocht van zelfverheerlijking en zelflof overheerst nog steeds de zonen van de gevallen Adam. Trots is de vrucht van de inspiratie van een boze geest, het is ijdel en vals, een overdreven mening over de eigen echte of vermeende perfecties, samen met een beledigende vernedering van anderen. Het heeft geen zin om te tellen hoeveel goede daden we in een dag of een jaar hebben gedaan, omdat ze allemaal eerst worden bedekt door de veelheid van onze zonden. Als een seconde naar de eeuwigheid en dan heeft God die verslagen niet nodig. “Hij begeert ons hart” (zie Spreuken 23:26). Nadenken over het aantal goede daden dat wordt verricht leidt tot wetticisme en hypocrisie, zoals kenmerkend was voor de Farizeeën. Maar de Heer zegt: “Als jullie gerechtigheid niet groter is dan die van de schriftgeleerden en de Farizeeën, zullen jullie zeker het koninkrijk van de hemel niet binnengaan.” (Mattheüs 5:20). Ware daden van christelijke vroomheid vereisen dat de uiterlijke goede werken van de Farizeeër gepaard gaan met de innerlijke nederigheid van de tollenaar. 12 Khorhurd Evangelie: Lucas 18:9-14 De erfgenamen van het koninkrijk van God 9 Met het oog op degenen die zichzelf rechtvaardig vinden en anderen minachten, vertelde Hij de volgende gelijkenis. 10 ‘Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden, de een was een farizeeër en de ander een tollenaar. 11 De farizeeër stond daar rechtop en bad bij zichzelf: “God, ik dank U dat ik niet ben als de andere mensen, die roofzuchtig of onrechtvaardig of overspelig zijn, en dat ik ook niet ben als die tollenaar. 12 Ik vast tweemaal per week en draag een tiende van al mijn inkomsten af.” 13 De tollenaar echter bleef op een afstand staan en durfde niet eens zijn blik naar de hemel te richten. In plaats daarvan sloeg hij zich berouwvol op de borst en zei: “God, wees mij zondaar genadig.” 14 Ik zeg jullie, hij ging naar huis als iemand die rechtvaardig is in de ogen van God, maar die ander niet. Want wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd.’ Khorhurd 13
Pagina 14
Preek 29 december 2024 “Want ik zeg u dat aan eenieder die heeft, gegeven zal worden. Maar van hem die niet heeft, zal ook afgenomen worden wat hij heeft.” – Lucas 19:26 Om deze woorden te begrijpen, moet je eerst de betekenis achterhalen van de woorden “heeft” en “niet heeft”, wat het misschien niet zo voor de hand liggend is. Blijkbaar is dat iemand die tevreden kan zijn met wat hij heeft en de liefde van God niet ontkent. Degene die niet heeft is iemand die niet tevreden kan zijn met zijn lot, iemand die maniakaal in de val zit en zich gelukkig voelt met zijn “eigenwaarde”, hoewel hij beeft bij de daad van wat hij heeft, dus hij diep van binnen weet dat degene die het gaf het van zichzelf zal afnemen. Dit zijn de succesvolle “armen”, en de onsuccesvolle “armen” die niet tevreden met hun succes, betrapt. Ze zijn bezig met hun werk, maar ze missen de vaardigheden en zijn niet tevreden met God, ze hebben niets bereikt en uiteindelijk nemen ze en verliezen ze wat ze hebben. Hier is waar de Armeense spreuk: “Als je naar veel streeft, zul je het weinige verliezen” vandaan komt. Een prachtig verhaal uit de Bijbel, dat een episode uit het seculiere leven van de Joden omvat, bevestigd de waarheid van onze woorden, die vertellen over de genade van God en de komst van de eeuwige mens 14 Khorhurd over de Joden. Het gaat over het verhaal van de twee broers. Wanneer God manna geeft, geeft hij opdracht het naar behoefte te verzamelen, maar de hebzuchtigen verzamelden meer, en wat over bleef, begon te rotten. Als gevolg hiervan wonnen die koningen niets, maar verloren ze iets heel groots en belangrijks: de genade van God. Als we over het algemeen dankbare mensen zijn, dan zijn we dankbaar aan degenen die ons voorzien in voedsel, huis, kleding en onderdak, en wat verhindert ons God dankbaar te zijn (ja, God zelf en niet de natuur, dus de kracht van de dingen, de kracht van magie en andere onzichtbare krachten) voor het leven dat ons is geschonken. Voor een scepticus is elk moment, elke nieuwe dag, het hele leven geen geschenk van God, maar een zelfgemaakt werk. Het is een heel technisch proces, maar het is een heel praktisch proces, dat nergens iets heeft opgeleverd. Ze weten niet hoe ze de zonnestralen moeten waarderen, maar ze aarzelen niet om God te beschuldigen voor alles wat misgaat, ongelukken, voor hun ziekten en de doden. Wijsheid zegt: “Je krijgt wat je geeft.” Als we ons moderne leven leiden in overeenstemming met onze waardigheid en er geen strijd tegen onszelf van maken, zal de eindeloze horizon van de wereld zich voor ons openen en de veelbelovende visie. Als we proberen de mensheid de oneindige liefde van de Schepper te tonen met een eenvoudige genade, zal onze ziel ontroerd worden door God, en zal er een huis van onze verlossing zijn, waar met hoop, geloof en liefde voor gezorgd zal worden. Evangelie: Lucas 19:12-28 12 bent geweest in iets zeer gerings verleen ik je het bestuur over tien steden.” 18 De tweede kwam zeggen: “Uw mine, heer, heeft vijf mine opgebracht.” 19 zei hij: “Jij krijgt het bestuur over vijf steden.” 20 die zei: “Heer, hier is uw mine, die ik in een doek voor u heb bewaard. 21 Ik was bang voor u, omdat u een streng man bent die terugvordert wat hij niet heeft gestort en oogst wat hij niet heeft gezaaid.” 22 Zijn meester zei tegen hem: “Je bent een slechte dienaar, met je eigen woorden zal ik je veroordelen! Je wist dat ik een streng man ben en terugvorder wat ik niet heb Hij zei: ‘Een man van voorname afkomst ging op reis naar een ver land om het koningschap in ontvangst te nemen en dan terug te keren. 13 gestort en oogst wat ik niet heb gezaaid? 23 Hij riep tien van zijn dienaren bij zich, gaf elk van hen één mine zilver en zei tegen hen: “Ga daarmee handeldrijven terwijl ik weg ben.” 14 Maar zijn landgenoten haatten hem en stuurden afgevaardigden achter hem aan met de boodschap: “We willen niet dat die man koning over ons wordt!” 15 Waarom heb je mijn geld dan niet bij de bank in bewaring gegeven? Dan had ik het bij mijn terugkeer met rente kunnen opeisen.” 24 En tegen degenen die erbij stonden zei hij: “Neem hem zijn mine af en geef die aan de knecht die er tien verworven heeft.” 25 “Heer, hij heeft er al tien!” 26 Bij zijn terugkeer, toen hij het koningschap had ontvangen, liet hij de dienaren aan wie hij het geld had gegeven bij zich roepen om te vernemen wat ze met handeldrijven hadden verdiend. 16 Zijn De eerste kwam en zei: “Heer, uw mine zilver heeft tien mine opgeleverd.” 17 meester zei: “Voortreffelijk, je bent een goede dienaar. Omdat je betrouwbaar Khorhurd 15 Ze zeiden tegen hem: “Ik zeg jullie: wie heeft zal nog meer krijgen; maar wie niets heeft, hem zal zelfs het laatste worden ontnomen. 27 En die vijanden van mij die niet wilden dat ik koning over hen werd, breng hen hier en dood ze voor mijn ogen.”’ Na deze woorden trok Jezus verder, op weg naar Jeruzalem. 28 Tegen hem Toen kwam de derde dienaar,
Pagina 16

Khorhurd november 2024


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16

Khorhurd oktober 2024


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16

Khorhurd september 2024


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd augustus 2024


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd juli 2024


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd juni 2024


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd mei 2024


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16

Khorhurd April 2024


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16

Khorhurd Maart 2024


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd Februari 2024


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd Januari 2024


Pagina 0
Pagina 2
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd December 2023


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd November 2023


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd Oktober 2023


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd September 2023


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd Augustus 2023


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16

Khorhurd Juli 2023


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd Juni 2023


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Preek 25 juni 2023 “Maar wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede.” – Romeinen 8:28 Er zijn mensen onder ons die zich in moeilijke momenten van verdriet en lijden beginnen af te vragen wat Gods macht is en op zoek gaan naar een teken. Door hun lijden zeggen ze: “O God, als u bestaat, waarom zwijgt u dan? Waarom staat u onverschillig tegenover deze beledigingen die ik heb ondergaan?” God openbaart zijn macht nooit met tekenen en wonderen. God toont geen tekenen en verricht geen wonderen om Zijn gerechtigheid en aanwezigheid te bewijzen. De kracht van God wordt bewezen door de harmonieuze en geordende wetten van het universum. “De lucht vertelt de glorie van God.” Jezus bewees dit door Zijn goddelijke stilzwijgen toen de Joden om een teken uit de hemel vroegen. Jezus antwoordde hun. “Een slecht en overspelig volk vraagt om een teken, maar ze zullen geen teken krijgen.” Daarom moeten we, net als de joden, niet denken dat goddelijke macht zich manifesteert door wonderen. De leer van het kruis bevat alle hemelse liefde en geeft aan dat alle mensen gelijk zijn voor God. Ze zijn allemaal gemaakt van hetzelfde deeg, er zijn geen mensen “gemaakt” van ander materiaal. Goddelijke wijsheid en goddelijke kracht is de leer van “de gekruisigde Christus”. Laten we onthouden wat de apostel Paulus placht te zeggen. “En omdat de Joden om een teken vragen en de heidenen naar wijsheid zoeken, prediken wij de gekruisigde Christus”, die alleen lof, eer en aanbidding verdient. Amen. Evangelie: Mattheüs 12:38-45 38 Daarop reageerden enkele schriftgeleerden en farizeeën met een vraag: ‘Meester, we zouden graag een teken van u zien.’ 39 iemand die meer is dan Jona! 42 Op de dag van het oordeel zal de koningin van het Zuiden samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij was van het uiteinde van de aarde gekomen om te luisteren naar de wijsheid van Salomo, en hier ziet u iemand die meer is dan Salomo! Wanneer een onreine geest iemand verlaat, trekt hij door dorre oorden op zoek naar een rustplaats. Maar als hij die niet vindt, 44 43 zegt hij: “Ik zal terugkeren naar mijn huis, dat ik verlaten heb.” En wanneer hij terugkeert, merkt hij dat het leegstaat, schoongemaakt is en op orde gebracht. 45 Dan gaat hij weg en haalt er Hij antwoordde: ‘Dit is een verdorven en trouweloze generatie. Ze verlangt een teken, maar zal geen ander teken krijgen dan dat van de profeet Jona. 40 Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van een grote vis zat, zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in het binnenste van de aarde verblijven. 41 Op de dag van het oordeel zullen de Ninevieten samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij hadden zich bekeerd na de prediking van Jona, en hier ziet u zeven andere demonen bij, die slechter zijn dan hijzelf, en zij allen nemen daar blijvend hun intrek. En zo is de mens bij wie de demon intrekt er ten slotte veel slechter aan toe dan voorheen. Zo zal het ook gaan met deze verdorven generatie.’
Pagina 16

Khorhurd Mei 2023


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16

Khorhurd April 2023


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd Maart 2023


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20
Pagina 22
Pagina 24

Khorhurd Februari 2023


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20
Pagina 22
Pagina 24

Khorhurd Januari 2023


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20
Pagina 22
Pagina 24

Khorhurd December 2022


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16

Khorhurd November 2022


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd Oktober 2022


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd September 2022


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20
Pagina 22
Pagina 24

Khorhurd Augustus 2022


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16

Khorhurd Juli 2022


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20
Pagina 22
Pagina 24

Khorhurd Juni 2022


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16

Khorhurd Mei 2022


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20
Pagina 22
Pagina 24

Khorhurd April 2022


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd Maart 2022


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20
Pagina 22
Pagina 24

Khorhurd Februari 2022


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Khorhurd 7
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16

Khorhurd Januari 2022


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd December 2021


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16

Khorhurd November 2021


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd Oktober 2021


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd September 2021


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd Augustus 2021


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd Juli 2021


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd Juni 2021


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16

Khorhurd Mei 2021


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Khorhurd 7
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Khorhurd 15
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20
Pagina 22
Pagina 24

Khorhurd April 2021


Pagina 0
april 2021
Pagina 4
Boodschappers van God: Jesaja Jesaja is één van de grootste profeten uit de Bijbel die voorkomt in het Oude Testament. Om precies te zijn in het boek ‘’Jesaja’’. Jesaja leefde tussen 750 en 700 voor Christus als profeet in het hof van koningen van zijn geboorteplaats Koninkrijk Juda, wat hedendaags Israël is. Jesaja was de zoon van de profeet Amoz. Het boek over Jesaja bestaat uit 3 delen. In het eerste deel roept Jesaja de mensen op om beter te leven, omdat het volk foute dingen doet, de mensen verkeerd met elkaar omgaan en de mensen verkeerd omgaan met de tempel. Ook predikt de profeet over de dag van de Heer, de dag waarop God niet alleen maar straft maar ook redt. Jesaja voorspelt ook betere tijden voor het volk, bijvoorbeeld over de koning Immanuël. In het tweede deel bevindt het volk zich in de Babylonische ballingschap, een tijdsperiode waarin Babyloniërs het volk verbande van hun eigen land. Jesaja vertelt dat God het volk zal bevrijden met behulp van koning Cyrus ‘’Dit zegt de HEER tegen Cyrus, Zijn gezalfde, die Hij bij de rechterhand neemt, aan wie Hij volken onderwerpt, voor wie Hij koningen ontwapent, voor wie Hij deuren opent- geen poort blijft gesloten.’’ (Jesaja 45:1) Het laatste deel gaat in op de tijd na het ballingschap. Het volk blijft zondigen en het nieuwe, grote koninkrijk voor het volk blijft maar uitgesteld. Jesaja zegt hierbij dat de foute en zondige leefstijl van het volk hier de oorzaak van is. Ze moeten hun leven veranderen en zich houden aan het woord van God. Dit moet worden nageleefd door rechtvaardig en eerlijk te zijn, door zich aan de sabbat te blijven houden en door offers en gebeden op te blijven dragen. Wanneer het volk God gehoorzaamt, wordt er beloofd: ‘’Alle volken zullen uw gerechtigheid zien. koningen zullen worden verblind door uw glorie en God zal u een nieuwe naam geven.’’ (Jesaja 62:2) Eén van de belangrijkste prediken die Jesaja heeft gedaan is die over de komst van de Heer. Dit is te vinden in Jesaja hoofdstuk 9 vers 1 tot en met 9. Er wordt hier aan het volk verteld hoe de zoon van God, Jezus, naar de aarde zal komen. Hij zal zitten op de troon van koning David en er zal geen einde komen aan de vrede over zijn koninkrijk. 4 Khorhurd Kerkelijke objecten: Purvar Als je de kerk binnenloopt, zie en ruik je het meteen, het wierook (խունք, khoenk). Dit komt uit het wierookvat. Maar wat voor betekenis hebben deze twee dingen en waarom wordt het gebruikt? Het wierookvat is een voorwerp die in elke Armeens Apostolische kerk wordt gebruikt en heeft veel symbolische betekenissen. Als je goed naar het vat kijkt zie je dat het bestaat uit 2 kommen. De bovenste kom wordt vastgehouden door één ketting, die door het midden naar boven gaat, Dit staat symbool voor één God. De onderste kom wordt vastgehouden door drie kettingen die om de middelste ketting lopen, dit staat voor de Heilige Drie-eenheid, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Aan elk van de vier kettingen zitten drie bellen, dit maakt in totaal 12 bellen. Deze bellen hebben twee symbolen. Het eerste symbool staat voor de twaalf apostelen van onze Heer Jezus Christus. Er is altijd één bel die geen geluid geeft. Deze bel verwijst naar Judas, die Jezus afleverde aan de Romeinen. Het tweede symbool staat voor de bevolking op de wereld. Drie bellen staan voor de bevolking in het noorden, drie voor in het westen, drie voor in het zuiden en drie voor in het oosten. De elf bellen die geluid geven, staan symbool voor de mensen die in de Heer geloven. De bel die geen geluid geeft, staat voor de mensen die dat niet doen. Tijdens de badarak (kerkdienst) wordt het wierrookvat op verschillende momenten door zowel de sargavak (misdienaar) als de kahana (de priester) gebruikt. De mensen die aanwezig zijn bij de badarak worden op verschillende momenten bewierookt. Dit gebeurt omdat zij de kinderen zijn van God. Het wierook zelf staat symbool voor het omhoog stijgen van onze gebeden naar God, in de hemel. Dit wordt gezegd in Psalmen 141:2: ‘‘Laat mijn gebed mogen stijgen als wierook omhoog tot Uw aanschijn’’. Khorhurd 5
Pagina 6
Preek 4 april 2021 “doordat onze Redder Christus Jezus is verschenen, Die de dood heeft vernietigd en onvergankelijk leven heeft doen oplichten door het Evangelie.” – 2 Timotheüs 1:10 Als er één ding is wat een wantrouwend persoon angst aanjaagt is het ongetwijfeld de dood. De dood is overal aanwezig. Deze werkelijkheid is aanwezig in ons leven en is overal zichtbaar. Onze harten branden wanneer de dood een van onze familieleden of een van onze geliefden van ons scheidt. Maar wat voor een catastrofale realiteit zou de dood zijn als er niet de opstanding van de doden zou zijn en we zouden weten en geloven dat de na de dood tot stof vergaan? Maar alle lof voor God, zijn wij gelovigen gezegend, want we leven niet langer met deze angst omdat we weten en geloven dat we met de dood niet vergaan. We geloven dat we deze staat van leven verlaten en in een nieuwe, oneindige staat van leven nieuw geboren worden. Wij geloven dat we een nieuw leven hebben, een vredige ochtendglorie na de donkere rampen. Ook al sterven duizenden gelovigen, wij geloven dat zij geboren zullen worden bij het aanbreken van een ander leven. Dit geloof van ons heeft zijn eigen jaartal, deze overtuiging heeft zijn begin. Het was Christus die dit geloof inspireerde met Zijn leer en het bevestigde met Zijn opstanding. De dood werd overwonnen door Jezus Christus. Door Zijn kracht, Zijn opstanding, werden de boeien 6 Khorhurd van de dood verbroken en werd de dood met alle bedreigingen van dien verzwakt, en door Jezus Christus verscheen het eeuwige leven. Bij het aanbreken van elke nieuwe dag, hebben wij door Jezus nieuwe inspiratie en hoop. Alleen Christus, de Zoon van God, zou de verschrikkelijke ketenen van de dood kunnen doorbreken. Christus brak door lijden de ketenen van de dood, vernietigde ze door Zijn macht en vrede, verdreef de zware mist op het graf om het eeuwige leven daarna te laten zien. Hij werd opgewekt zonder geluid, zonder gefluister, zonder verdriet. Niemand hielp, niemand huilde, uiteindelijk overwon Jezus de dood volmaakt, omdat de dood Hem niets kon beroven, niets van de wonderbaarlijke bekwaamheden waarmee Jezus was bekleed, noch van Zijn wijsheid, noch van Zijn macht, noch van Zijn heerlijkheid, noch van Zijn goedheid. Na Zijn opstanding droeg Hij een kroon van licht, het teken van de eeuwige glorie, in plaats van een doornenkroon. Dit is hoe Jezus de dood overwon, over het leven heerste en zijn beschermer werd. Hij werd de Heerser van het leven, het leven zelf, zoals Hij zei. “Ik ben de opstanding, het leven.” (Johannes 11:25). Dit leven dat in het Evangelie wordt verklaard, moet niet worden verward met het huidige leven. Er is nog een leven dat Jezus ons laat zien als we voor een geopend graf staan, dat is het eeuwige leven, het ware hemelse leven. Het evangelie leert ons dat de mens niet is geboren voor deze wereld maar een hogere titel heeft, de volmaaktheid en deze volmaaktheid kan de mens alleen in geestelijke zin bereiken. Laten we daarom met apostel Paulus zeggen: “Onze Redder Christus Jezus is verschenen, heeft de dood vernietigd en heet het onvergankelijk leven doen oplichten door het Evangelie.” Ook wij kunnen nu worden verwijderd uit het lawaai van deze wereld en uit het diepste van ons hart roepen: “Dood waar is je overwinning? Dood, waar is je angel?” (1 Korintiërs 15:55). Dus laten we het aan de hele wereld aankondigen. “Christus is opgestaan uit de dood”, laten we stellig geloven dat Jezus Christus de ketenen van de dood verbrak, de dood brak, met Zijn rustgevende opstanding de mist verdreef die zich op het graf had opgehoopt, is opgevaren naar de hemel en het leven en de onsterfelijkheid heeft verlicht. Gezegend is Zijn opstanding. Amen. Evangelie: Markus 16:2-8 2 Op de eerste dag van de week gingen ze heel vroeg in de ochtend, vlak na zonsopgang, naar het graf. 3 Maar toen ze opkeken, zagen ze dat de steen al was weggerold; het was een heel grote steen. 5 Toen ze het graf binnengingen, zagen ze rechts een in het wit geklede jongeman zitten. Khorhurd 7 Ze zeiden tegen elkaar: ‘Wie zal voor ons de steen voor de ingang van het graf wegrollen?’ 4 Ze schrokken vreselijk. 6 Maar hij zei tegen hen: ‘Wees niet bang. U zoekt Jezus, de man uit Nazaret die gekruisigd is. Hij is opgewekt uit de dood, hij is niet hier; kijk, dat is de plaats waar hij was neergelegd. 7 Ga terug en zeg tegen zijn leerlingen en tegen Petrus: “Hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zullen jullie hem zien, zoals hij jullie heeft gezegd.”’ Ze gingen naar buiten en vluchtten bij het graf vandaan, want ze waren bevangen door angst en schrik. Ze waren zo erg geschrokken dat ze tegen niemand iets zeiden. 8
Pagina 8
Preek 11 april 2021 “Vandaag is het de herhaale Pasen, krknazadik, en wederom luidt het goede nieuws vanaf onze altaren: ‘Christus is verrezen uit de doden, voor jullie en ons groot nieuws.” Als het licht van de verrezen Verlosser de geest van de mens raakt, gebeurt er iets mysterieus. De menselijke geest transfigureert, verandert van gedaante. Dit licht is niet te verbergen. Het straalt uit de ogen van de mens, uit iemands lach, uit iemands woorden en uiteraard daden. God schenkt Zijn leven gevende en heiligende licht niet alleen tijdens de viering van de heilige opstandig maar op iedere dag van het jaar, tijdens iedere Liturgie, tijdens ieder gebed, want de verlossende verrijzenis van de Heer is een voltooit feit. De Heilige Geest die altijd aanwezig is in de kerk, deelt dat licht met alle geesten die dorstig zijn. Die als zonnebloemen streven naar het licht van Christus, met heel hun hart. Er is pas een week voorbij dat we de heilige Verrijzenis, Pasen, vierden en de boodschap van deze viering is nog vers in ons geheugen en de vreugde klopt in ons met iedere klopping van ons hart. Het bewustzijn dat onze God niet een afgod is, of een historisch, overleden leider is, of verdwenen figuur maar een glorieuze en eeuwige Koning is, Die verrezen is uit de doden en met Zijn glorieuze verrijzenis de dood en alle kwaad heeft overwonnen. Een God die tegelijk een eeuwig verzorgende Vader is, Die ons onverwoestbare geloof en onwrikbare vertrouwen schenkt. Dit geloof is niet de kennis dat wordt 8 Khorhurd opgeslagen in ons hoofd waar het hart en de geest niet mee in gemeenschap zijn. Het werkelijke en eerlijke geloof is “een vaste grond van de dingen die men hoopt” (Hebreeën 11:1) en “bewijs van de zaken die men niet zien” (Hebreeën 11:1). Dit geloof wordt geboren in het hart van diegene die God zoekt en wanneer het de ware Bron ontdekt, verlaat het geloof nooit meer. Maar om het geloof brandend te houden en te vernieuwen moet er nieuwe hout op het vuur worden gestapeld. Ofwel moeite, werk en toewijding zijn nodig om het geloof te vernieuwen en dit met een levendig ijver, met een streven om God dichter te naderen en door hetgeen dat bereikt is te behouden. Christus verschijnt een week na Zijn verrijzenis wederom in de bovenzaal, aan de apostelen die zich daar verzamelden. Dit keer vooral voor apostel Thomas, die tijdens de eerste verschijning van de verrezen Christus niet aanwezig was en sceptisch was toen zijn vrienden het nieuws aan hem vertelden. Thomas zei: “Alleen als ik de wonden van de spijkers in Zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in Zijn zij kan leggen, zal ik het geloven.” (Johannes 20:25). Een week later waren de leerlingen weer bij elkaar en Tomas was er nu ook bij. Terwijl de deuren gesloten waren, kwam Jezus in hun midden staan. ‘‘Ik wens jullie vrede!’ zei Hij, en daarna richtte Hij Zich tot Tomas: ‘Leg je vingers hier en kijk naar Mijn handen, en leg je hand in Mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’ Tomas antwoordde: ‘Mijn Heer, mijn God!’ Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je Me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’’ (Johannes 20:26-29). Wij behoren tot die groep gelukkigen, want wij hebben niet de geïncarneerde of verrezen Christus gezien met onze fysieke ogen maar we zijn leden van Zijn Kerk, we zijn opnieuw geboren door middel van de doop en zeggen: ‘Met geloof belijd ik.’ Wij hebben de verlichte, verrezen Christus niet gezien met onze fysieke ogen, hebben Zijn zoete stem niet gehoord, zijn geen getuige geweest van de genezing van de verlamde man (Lukas 2:1-12) of de melaatse man (Markus 1:40-45), of de opwekking van Lazarus (Johannes 11) of de dochter van Jaïrus (Markus 5:21-23). Wij zijn veel later geboren dan het aardse leven van de Heer en Zijn openlijke wonderen maar de Heilige Geest verricht dit allemaal in onze geest. De boodschap van vandaag spoort ons aan om te denken en onszelf af te vragen of we in deze moeilijke tijden waarin de gehele mensheid de pandemie probeert te overleven, tijden waarin ons volk een oorlog en diens gevolgen meemaakt, geen openlijke wonderen hebben gezien? In deze tijden moeten we ons afvragen, geloven we echt in Christus? Vertrouwen we echt op Christus en in Zijn heilige Verrijzenis? Dit zijn vragen die serieuze en eerlijke zelfreflectie vereisen en sporen ons aan om samen met de apostelen de Heer te vragen om ons geloof te vermeerderen (Lukas 17:5), want U bent het Licht dat op de wereld is gekomen opdat ieder die in U gelooft, niet in de duisternis blijft (Johannes 12:46). Moge de Heer, door de voorspraak van de heilige apostelen, luisteren naar onze smeekbedes en tijdens de tekortkomingen van onze geest ons bezoeken om ons gerust te stellen, kracht te geven, om onze twijfels weg te nemen en Zijn lichtgevende zegening van Zijn verrijzenis onuitputtelijk te houden gedurende alle dagen van ons leven en niet alleen tijdens de paasperiode. Evangelie: Johannes 20:26-31 26 Een week later waren de leerlingen weer bij elkaar en Tomas was er nu ook bij. Terwijl de deuren gesloten waren, kwam Jezus in hun midden staan. ‘Ik wens jullie vrede!’ zei hij, 27 en daarna richtte hij zich tot Tomas: ‘Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’ 28 ‘Mijn Heer, mijn God!’ 29 Tomas antwoordde: Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’30 Jezus heeft nog veel meer wondertekenen voor zijn leerlingen gedaan, die niet in dit boek staan, 31 maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leeft door zijn naam. Khorhurd 9
Pagina 10
Preek 18 april 2021 Vandaag viert onze Moederkerk Wereldkapelzondag of de groene zondag, ter herdenking van 's werelds eerste kapel, de bovenzaal in Jeruzalem, die de voorloper is van alle apostolische kerken. Hier verzamelde Christus Zijn apostelen om het paasmaal met hen te delen en om het sacrament van de heilige Communie te vestigen door Zijn eigen Lichaam en Bloed te offeren als een nieuwtestamentische offer. Hier ontmoette Hij Zijn discipelen na Zijn opstanding en kondigde de overwinning van het leven aan. Hier ontvingen de volgelingen van Christus de Heilige Geest, Die hen altijd leidde, troostte, verbeterde, hielp en kracht gaf in de door God opgedragen werken die hen opgedragen werd door de verrezen en ten hemel gevaren Heer. We hebben ook die bovenzaal, het huis van de Vader, waar de Geest altijd aanwezig is en waar de Zoon wacht om ieder van ons te ontmoeten. Elke zondag nodigt Christus, 10 Khorhurd de Heer en Schepper Zelf, ons uit voor een samenkomst in het huis van zijn Vader. Elke zondag, elke liturgie. Je hebt iedere zondag een onschatbare kans om Christus elke zondag op zolder te ontmoeten. De kerk nodigt ons uit om ons geestelijk te verenigen met onze Schepper en Verlosser. Laten we dus eens nadenken over hoe we ons voorbereiden op die bijeenkomst. Onze deelname aan de liturgie zou moeten zijn met ontzag en opwinding om de Schepper van het universum te ontmoeten, met dankbaarheid en eerbied voor de Verlosser, met liefde en verlangen naar de Vader die ons eindeloos liefheeft en vergeeft, met het geloof dat het Lichaam en Bloed van Christus de grootste heiligheid ter wereld en de krachtigste balsem en zaligheid is. We moeten met oprecht berouw, soms met tranen, voorbereid zijn om de veelheid aan zonden van onze ziel te reinigen, zodat we het heiligdom niet onwaardig naderen. Zelfonderzoek en berouw zuiveren onze ziel en brengt ons dichter bij God. “Het offer voor God is een gebroken geest; een gebroken en verbrijzeld hart zult U, God, niet verachten” (Psalm 51:19, LXX 50:19), zegt de psalmist. De Wereldkapelnodig nodigt ons uit om na te denken over de onschatbare waarde die de Heer ons heeft geschonken door het fundament van de kerk te vestigen, een plek waar we allemaal worden uitgenodigd om Hem te ontmoeten, om Zijn levengevende aanwezigheid te ervaren, om vervuld te worden met Zijn onuitputtelijke zegen, om de vrede te vestigen die Hij ons heeft gegeven, “zoals de wereld die niet geven kan” (Johannes 14:27). Laten we de door God gegeven kerk die ons gegeven is bewaren en koesteren, de kerk vullen met onze aanwezigheid, ons voorbereiden om God te ontmoeten door Zijn Sacramenten. Laten we leven en Gods gezegende aanwezigheid voelen in dit leven, ons voorbereiden op de wederkomst en de ontmoeting met de Heer, waarvan Hij zelf getuigde: “Ja, ik kom spoedig.” (Openbaring 10:20). Evangelie: Markus 3:6-12 6 De farizeeën verlieten de synagoge en gingen meteen met de herodianen overleggen hoe ze hem uit de weg zouden kunnen ruimen. Jezus, de menigte en zijn leerlingen 7 Jezus week met zijn leerlingen uit naar het meer, en een grote menigte uit Galilea volgde hem. Ook uit Judea 8 en Jeruzalem, uit Idumea en het gebied aan de overkant van de Jordaan en uit de omgeving van Tyrus en Sidon kwamen veel mensen naar hem toe, omdat ze hadden gehoord wat hij allemaal deed. 9 Hij zei tegen zijn leerlingen dat ze een boot voor hem gereed moesten houden, om te voorkomen dat hij door de menigte onder de voet zou worden gelopen. 10 Allerlei zieken verdrongen zich om hem aan te raken, want hij had al veel mensen genezen. 11 Telkens als de onreine geesten hem zagen, vielen ze voor hem neer en schreeuwden: ‘Jij bent de Zoon van God!’ 12 Hij sprak hen bestraffend toe, en verbood hun bekend te maken wie hij was. Khorhurd 11
Pagina 12
Preek 25 april 2021 In de kalender van de Armeense Apostolische Kerk hebben de zondagen na het Heilig Pasen ieder een speciale benaming. De vierde zondag van Pasen heet Rood. Rood symboliseert het bloed van Christus dat is vergoten voor onze redding. Het is tevens een symbool van het heilige bloed van de slachtoffers die gemarteld zijn voor het geloof van de Kerk van Christus. In de vroege dagen van het christendom, toen christenen zwaar werden vervolgd, gaven velen er de voorkeur aan te sterven in plaats van hun geloof te verraden die door de geïncarneerde God, Christus, aan de mensheid was toevertrouwd. “Kostbaar is in de ogen van de HEERE de dood van Zijn gunstelingen.” – Psalm 116:15, LXX 115:15 Maar tegenwoordig is er geen sprake van martelaarschap, bloedvergieten, dood, strijd en overwinning heeft een andere betekenis gekregen tegen zonde en kwaad. “Wees niet moe, wees niet ontmoedigd, u hebt in uw strijd tegen de zonde uw leven nog niet op het spel gezet”, zegt de heilige apostel Paulus (Hebreeën 12:3-4). En geeft alle christenen een boodschap mee: “Want wat Zijn sterven betreft, is Hij eens en voor altijd voor de zonde gestorven, en wat Zijn leven betreft, leeft Hij voor God. Zo dient ook u uzelf te rekenen als dood voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus, onze Heere.” (Romeinen 6:10-11). Rood is over het algemeen een teken van strijd, een symbool van leven, strijd om het leven en overwinning. Een overwinning van de christelijke geest, maar vooral een overwinning van het christelijke gedachtegang. Een strijd om eigen plaats, positie en balans te behouden. Strijd om de nodige kracht en macht te hebben waarmee een christen in staat zal zijn om te vechten tegen de verderfelijke krachten die ons geestelijk leven dreigen te verstoren, verzwakken of doden. Om een christen te zijn, moet je energie en ijverige en eerlijke strijdlust hebben. Je moet de nodige vechtlust hebben. Er is levend geloof nodig, een felle innerlijke strijd om van de opgebouwde verslavingen van het oude leven af te komen. Rode zondag is een dag van herdenking van christelijke moed, en moed is het centrale punt van christelijke deugd. Dus de Rode Zondag herinnert ons eraan dat het christelijk leven een strijd is tegen het slechte en het kwaad. 12 Khorhurd Evangelie: Markus 4:26-34 26 Ze had veel ellende doorgemaakt door de behandeling van allerlei artsen, aan wie ze haar hele vermogen had uitgegeven zonder dat ze ergens baat bij had gehad; integendeel, ze was alleen maar achteruitgegaan. 27 zich ervan bewust dat er kracht uit hem was weggestroomd. Midden in de menigte draaide hij zich om en vroeg: ‘Wie heeft mijn kleren aangeraakt?’ 31 Zijn leerlingen zeiden Ze had gehoord over Jezus, en ze begaf zich tussen de menigte en raakte zijn bovenkleed van achteren aan, 28 Als ik alleen zijn kleren maar kan aanraken, zal ik al gered worden. 29 En meteen hield het bloed op te vloeien en merkte ze aan haar lichaam dat ze van de kwaal genezen was. 30 Op hetzelfde ogenblik werd Jezus tegen hem: ‘U ziet dat de menigte zich om u verdringt en dan vraagt u: “Wie heeft mij aangeraakt?”’ 32 om te zien wie het gedaan had. 33 want ze dacht: Maar hij keek om zich heen De vrouw, die bang was geworden en stond te trillen omdat ze wist wat er met haar was gebeurd, kwam naar hem toe en viel voor hem neer en vertelde hem de hele waarheid. 34 Toen zei hij tegen haar: ‘Uw geloof heeft u gered; ga in vrede en wees genezen van uw kwaal.’ Khorhurd 13
Pagina 14
Vr aag en antwoord Zijn christenen verplicht om te vasten? Voor christenen is vasten niet verplicht, maar het kan worden gezien als een genot. Met genot wordt bedoeld dat de leegte die men voelt, door het verminderen van bijvoorbeeld voedsel, wordt gevuld met geloof, waardoor de band met God versterkt wordt. Een mooie vers waarin staat dat geloof ons redt, lezen wij in Johannes 6:35: “Ik ben het brood dat leven geeft,’’ zei Jezus. Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.” Ondanks dat het niet verplicht is om als christen zijnde te vasten, vasten veel christenen toch en wel om de volgende redenen: • Om God om hulp te vragen (2 Samuël 12:16); • Om naar Gods wil op zoek te gaan (Handelingen 13:2-3); • Om zich van de zonde af te keren (Jona 3:5-10, 1 Koningen 21:25-29); • Om God zonder afleidingen te aanbidden (Lucas 2:36-38). Er zijn christenen die nog niet voldoende kennis hebben over het vasten en het dan om de ‘verkeerde’ redenen gaan doen. Zij denken vaak dat zij door het vasten vergeven worden voor hun zonden. De gedachte dat christenen die wel vasten beter zijn dan christenen die niet vasten, zweeft ook nog steeds rond, maar dit is 14 Khorhurd niet de juiste gedachte. Men kan altijd vasten, maar als er geen religieuze daden worden verricht, dan is het vasten betekenisloos. Wanneer een christen vast is dat tussen diegene en God. ‘’Wanneer jullie vasten, zet dan niet zo’n somber gezicht als de huichelaars, want zij doen dat om iedereen te laten zien dat zij aan het vasten zijn. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als jullie vasten, was dan je gezicht en wrijf je hoofd in met olie, zodat niemand ziet dat je aan het vasten bent, alleen je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.’’ (Mattheüs 6:16-18) Het volgen van Gods heilige wil zal meer voldoening brengen dan voedsel. Het is belangrijk om je van je zonden af te keren en te vertrouwen op je redding door de dood en opstanding van Jezus.
Pagina 16

Khorhurd Maart 2021


Pagina 0
maart 2021
Pagina 4
Boodschappers van God: Jona In dit nieuwe hoofdstuk gaan wij je vertellen over de belangrijke personen uit de Bijbel. Hierin gaan wij bespreken wie zij zijn, waar zij in de bijbel voorkomen, wat zij hebben gedaan en wat we hiervan kunnen leren. In deze editie wordt Jona besproken. Jona is één van de profeten die moest getuigen over het woord van God. Je kunt Jona terugvinden in het Oude Testament bij het boek ‘Jona’. Het boek is, in tegenstelling tot de boeken van andere profeten, een levensverhaal en niet een profetie. Een profetie is een uitspraak over een gebeurtenis dat gaat plaatsvinden in de toekomst. In de Oude Testament gaan profeties meestal over de komst van Jezus Christus. Jona was een Joodse profeet die in opdracht van God naar Nineve moest gaan om de menigte te vertellen dat zij zich moesten bekeren. Hij was bang om naar Ninevé te gaan, omdat het volk daar barbaars was en niet Joods. Hierdoor is hij van God weggevlucht en is hij met een boot naar Tarsis gegaan. God reageerde hierop met een storm op zee. Hierdoor gooiden de zeelieden Jona van de boot, waardoor er weer rust kwam op zee. Toen Jona van de boot werd gegooid, werd hij opgeslokt door een grote vis, waar hij drie dagen en drie nachten levend in verbleef. Na deze drie dagen werd hij door de vis uitgespuwd. Dit was een les voor Jona, waardoor hij verder ging naar Ninevé om toch de boodschap van God te verkondigen. “Hij predikte en zei: Nog veertig dagen en Nineve wordt ondersteboven gekeerd!” (Jona 3:9). De mensen geloofden in God en begonnen zich te bekeren en gingen vasten. Na deze veertig dagen heeft God de stad met alle inwoners bespaard. Wat kunnen wij nu leren uit dit verhaal? Wij kunnen leren dat wij, gedurende ons leven, altijd een kans hebben om ons te verbeteren en te bekeren. Ook leren we hier dat Ninevé refereert naar onze wereld, die vol Goddeloosheid zit. Ook leren we dat God van iedereen houdt, wat er ook gebeurt. 4 Khorhurd Kerkelijke objecten: Kshots In dit hoofdstuk gaan we je vertellen over de kerkelijke objecten van de khoran (het altaar). In deze editie hebben we het over de kshots. De kshots (het flabellum) staat bekend als hetgeen dat voor een muzikale toevoeging zorgt gedurende de badarak (kerkdienst). Maar waar staat het symbool voor? En waarvoor gebruiken we het? De kshots wordt gebruikt om een aantal redenen. Ten eerste staat het geluid van de kshots symbool voor het geluid van de vleugels van de Serafims (een type engel). We gebruiken de kshots tijdens de badarak om het geluid van de engelen te representeren. Ten tweede gebruiken we het om de Heilige Liturgie feestelijker te maken. Ten slotte worden wij door de trillingen van de kshots eraan herinnerd dat wij in de aanwezigheid van de almachtige God staan. Op de kshots staat het gezicht van de engel Serafim afgebeeld met daaromheen 6 vleugels. “Elk van hen had 6 vleugels, twee om het gezicht te bedekken, twee om het onderlichaam te bedekken, en twee om mee te vliegen“ (Jesaja 6:2) Serafims zijn de engelen die de hoogste rang hebben onder de engelen. Deze engelen zijn het meest dichtbij God. Serafims aanbidden onophoudelijk God. Een voorbeeld waarbij de kshots wordt gebruikt is bij de hymne Surp, Surp, Surp (Heilig, Heilig, Heilig). De reden dat het hier wordt gebruikt is omdat deze hymne gebaseerd is op de Bijbeltekst Jesaja 6:3: Zij riepen elkaar toe: “Heilig, Heilig, Heilig is de Heer van de hemelse machten. Heel de aarde is vervuld van zijn majesteit’’ Khorhurd 5
Pagina 6
Preek 7 maart 2021 “Ook Ik zeg jullie: maak vrienden met behulp van de valse mammon, opdat jullie in de eeuwige tenten worden opgenomen wanneer de mammon er niet meer is.” – Lucas 16:9 De vierde zondag van de Grote vasten wordt de zondag van de rentmeester genoemd, benoemd naar de gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester in Lucas 16:1-13. De gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester vertelt dat een rijke man alle zaken van zijn huishouden aan zijn rentmeester toevertrouwde. Op een dag hoort de man dat zijn rentmeester de eigendommen verkwistte. De huisbaas roept de rentmeester en zegt: “Leg verantwoording af van je beheer, want je kunt niet langer rentmeester blijven.” (Lucas 16:2). De rentmeester bedenkt zich wat hij kan doen, zodat de mensen aardig zullen blijven voor hem nadat hij wordt ontslagen en besluit om de schuldenaren te roepen en hun schuld gedeeltelijk te verlichten. De rentmeester was onrechtvaardig maar hij won vrienden door het verspreiden van de eigendommen. De rijke man prees de rentmeester in plaats van boos te worden. Iedereen, ook de rijke man, wist dat wat de rentmeester had gedaan een slechte daad was. Daarom lijkt het vreemd dat de rijke man de rentmeester prees maar hij prees niet zijn wandaden maar zijn wijze van werken. In het volgende deel van de gelijkenis zegt 6 Khorhurd Christus: “Ook ik zeg jullie: maak vrienden met behulp van de valse mammon, opdat jullie in de eeuwige tenten worden opgenomen wanneer de mammon er niet meer is” (Lucas 16: 9). Het woord mammon heeft een Assyrische/Aramese oorsprong en betekent eigendom of rijkdom. Dit is de betekenis van de gelijkenis. Om geestelijk wakker te zijn, ieder uur klaar te staan voor de onverwachte komst van de Heer, goede daden niet uit te stellen en niet vrijwillig te zondigen, met de hoop dat men later tot inkeer komt. De Heer noemt iemand die zich zo bewust is ‘een betrouwbare en verstandige rentmeester’ (Lucas 12:42). Deze zondag van de vastentijd spoort aan om trouw te zijn, om verstandig om te gaan met de door God gegeven ‘eigendommen’ – ons leven, intellect, gaven, evenals materiële rijkdom en bezittingen. Iedereen in deze wereld is een door God aangestelde rentmeester; op een dag zal hij verantwoording moeten afleggen aan God voor zijn daden. Het vasten dwingt ons ertoe om barmhartigheid en armoede te combineren als de belangrijkste onderdelen van onze rentmeesterschap, want “Onbarmhartig zal het oordeel zijn over wie geen barmhartigheid heeft bewezen; maar de barmhartigheid overwint het oordeel.” (Jakobus 2:13). Evangelie: Lucas 16:1-31 Rijkdom en gerechtigheid 161 10Wie betrouwbaar is in het geringste, is ook Hij richtte zich ook tot zijn leerlingen: ‘Er was eens een rijke man die een rentmeester had en te horen kreeg dat de rentmeester zijn eigendommen verkwistte. 2 De rijke man riep de rentmeester bij zich en zei tegen hem: “Wat hoor ik over jou? Leg verantwoording af van je beheer, want je kunt niet langer rentmeester blijven.” 3 Toen zei de rentmeester bij zichzelf: Wat moet ik doen nu mijn heer mij het beheer afneemt? Werken op het land kan ik niet, en voor bedelen schaam ik me. 4 Maar ik weet al wat ik moet doen om ervoor te zorgen dat de mensen, wanneer ik van mijn beheerderstaak ben ontheven, mij bij hen thuis ontvangen. 5 Een voor een riep hij de schuldenaars van zijn heer bij zich. De eerste vroeg hij: “Hoeveel bent u mijn heer schuldig?” 6 “Honderd vaten olijfolie,” antwoordde de schuldenaar. De rentmeester zei tegen hem: “Hier is uw schuldbewijs, ga zitten en maak er gauw vijftig van.” 7 Daarna vroeg hij aan de volgende schuldenaar: “En u, hoeveel bent u schuldig?” “Honderd balen graan,” luidde het antwoord. De rentmeester zei: “Hier is uw schuldbewijs, maak er tachtig van.” 8 En de heer prees de oneerlijke rentmeester omdat hij slim had gehandeld. De kinderen van deze wereld gaan immers slimmer met elkaar om dan de kinderen van het licht. 9 Ook ik zeg jullie: maak vrienden met behulp van de valse mammon, opdat jullie in de eeuwige tenten worden opgenomen wanneer de mammon er niet meer is. De Wet en de Profeten gaan tot aan Johannes: sindsdien wordt het koninkrijk van God verkondigd, en iedereen wordt met klem genodigd binnen te komen. 17 16 Wie zijn vrouw betrouwbaar als het om veel gaat, en wie oneerlijk is in het geringste is ook oneerlijk als het om veel gaat. 11 Als jullie onbetrouwbaar blijken in de omgang met de valse mammon, wie zal jullie dan werkelijk belangrijke dingen toevertrouwen? 12 En als jullie onbetrouwbaar blijken met wat een ander toebehoort, wie zal jullie dan geven wat jullie zelf toekomt? 13 enkele knecht kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon.’ 14De farizeeën, die geldzuchtig waren, hoorden dit alles aan en ze haalden honend hun neus voor hem op. 15 Maar Jezus zei tegen hen: ‘U wilt bij de mensen altijd voor rechtvaardig doorgaan, maar God kent uw hart. Wat bij de mensen in hoog aanzien staat, is een gruwel in de ogen van God. Geen Maar nog eerder vergaan hemel en aarde dan dat er ook maar één tittel van de wet wegvalt. 18 verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel, en ook wie trouwt met een vrouw die door haar man is verstoten, pleegt overspel. 19 Er was eens een rijke man die gewoon was zich te kleden in purperen gewaden en fijn linnen en die dagelijks uitbundig feestvierde. Khorhurd 7
Pagina 8
20Een bedelaar die Lazarus heette, lag voor de poort van zijn huis, overdekt met zweren. 21 Hij hoopte zijn maag te vullen met wat er overschoot van de tafel van de rijke man; maar er kwamen alleen honden aanlopen, die zijn zweren likten. 22 heeft gekend; nu vindt hij hier troost, maar lijd jij pijn. 26 Toen Bovendien ligt er een wijde kloof Op zekere dag stierf de bedelaar, en hij werd door de engelen weggedragen om aan Abrahams hart te rusten. Ook de rijke stierf en werd begraven. 23 Toen hij in het dodenrijk, waar hij hevig gekweld werd, zijn ogen opsloeg, zag hij in de verte Abraham met Lazarus aan zijn zijde. 24 Hij riep: “Vader Abraham, heb medelijden met mij en stuur Lazarus naar me toe. Laat hem het topje van zijn vinger in water dompelen om mijn tong te verkoelen, want ik lijd pijn in deze vlammen.” 25 Maar Abraham zei: “Kind, bedenk wel dat jij je deel van het goede al tijdens je leven hebt ontvangen, terwijl Lazarus niets dan ongeluk 8 Khorhurd tussen ons en jullie, zodat wie van hier naar jullie wil gaan dat niet kan, en ook niemand van jullie naar ons kan oversteken.” 27 zei de rijke man: “Dan smeek ik u, vader, dat u hem naar het huis van mijn vader stuurt, 28 want ik heb nog vijf broers. Hij kan hen dan waarschuwen, zodat ze niet net als ik in dit oord van martelingen terechtkomen.” 29 Abraham zei: “Ze hebben Mozes en de profeten: laten ze naar hen luisteren!” 30 De rijke man zei: “Nee, vader Abraham, maar als iemand van de doden naar hen toe komt, zullen ze tot inkeer komen.” 31 Maar Abraham zei: “Als ze niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen ze zich ook niet laten overtuigen als er iemand uit de dood opstaat.”’ Preek 14 maart 2021 “Men moet altijd bidden en niet de moed verliezen.” – Lucas 18:1 Onze Heer en Verlosser Jezus Christus sprak vaak in gelijkenissen om mensen de goddelijke waarheden uit te leggen. Onze heilige Kerk presenteert vandaag één van Zijn gelijkenissen en heeft deze zondag genoemd naar de gelijkenis – de zondag van de onrechtvaardige rechter. Het evangelie vertelt in Lucas 18:1-8 over een weduwe die voor haar recht continu, zonder haar moed te verliezen, naar de rechter toe ging. Deze rechter was bekend als een onrechtvaardige rechter. Hij vreesde niet voor God en schaamde zich niet voor de mensen. De constante inspanningen van de vrouw werpen uiteindelijk vruchten af. De onrechtvaardige rechter maakte zich alleen druk om zijn eigen rust en zegt: “Ook al heb ik geen ontzag voor God en laat ik mij niets aan de mensen gelegen liggen, toch zal ik die weduwe recht verschaffen omdat ze me last bezorgt. Anders blijft ze eindeloos bij me komen en vliegt ze me nog aan.” (Lucas 18:4-5). Christus vertelt de gelijkenis en concludeert: “Maar als de Mensenzoon komt, zal Hij dan geloof vinden op aarde?” Hij verwijst naar de tweede komst van Christus en de continuïteit en kracht van het geloof van de weduwe. Ofwel de gelijkenis is gewijd aan het gebed. Zoals in andere gelijkenissen gebruikt Christus de uitersten. Christus gebruikt de onrechtvaardigheid van de rechter als tegenovergestelde uiterste van Gods rechtvaardigheid, om te laten zien dat als bij de onrechtvaardige rechter de constante inspanning leidt tot succes, het bij de rechtvaardige Rechter, God, ook tot succes zal leiden. De gelijkenis van vandaag spoort ons aan om over het gebed na te denken. In de klassieke theologie is het gebed opgedeeld in twee soorten. Het individuele en gezamenlijke gebed. Het individuele gebed is het gebed dat ieder voor zich, in zijn hart voert met God en zijn wensen, zorgen en dergelijke deelt met God. Het gezamenlijke gebed heeft zich gedurende eeuwen ontwikkelt en gestructureerd binnen onze kerk. Gezamenlijke gebeden worden iedere dag gevoerd in de kerk. We hebben negen gezamenlijke gebeden (‘zjamergutyun’), de heilige Liturgie en de zes andere sacramenten. Wat is er nodig voor een gebed? • Ten eerste moeten we begrijpen naar wie we bidden. Het evangelie geeft ons een klassiek voorbeeld van een gebed. Het gebed des Heren, dat Christus ons overgeleverd heeft. In het onze Vader, is het duidelijk aan wie het gebed gericht is, de Vader. • Ten tweede is het belangrijk om te begrijpen waarvoor we bidden. In het ‘Onze Vader’ is het duidelijk waarvoor wij bidden. We vragen om Zijn Koninkrijk en van het fysieke enkel het noodzakelijke, ons dagelijks brood. • Ten derde moeten we beseffen dat we tijdens Khorhurd 9
Pagina 10
ons gebed God niet kunnen testen. Voor het gebed is toewijding, eerlijkheid en volledige vertrouwen in God noodzakelijk. • Ten vierde vereist bidden continuïteit. We moeten continu blijven bidden, zoals de weduwe continu was in haar verzoek. • Ten vijfde moeten we beseffen dat niet alles waarvoor we bidden werkelijkheid hoeft te worden. Soms vragen we continu iets aan God en worden we ten onrechte teleurgesteld als het niet gebeurt en denken we dat God niet naar onze gebeden luistert. Iedere keer als we streven dat God onze wensen vervult duwen we onszelf naar de zonde van trots, want we denken dat God onze wens niet kan negeren en ongehoord laten maar dit is niet zo. God weet wat wij nodig hebben, hoeveel wij nodig hebben en hoe wij het nodig hebben. Met deze gelijkenis wil Christus ons deze boodschappen over het gebed overbrengen: Bid continu, bid naar God, bid toegewijd en eerlijk en bid dat het Koninkrijk der hemelen een aanwezigheid wordt in jullie leven. Evangelie: Lucas 17:20 – 18:14 De komst van de Mensenzoon 20 Tegen de leerlingen zei hij: ‘Er komt een tijd dat jullie ernaar zullen verlangen een van de dagen van de Mensenzoon te zien, maar jullie zullen die dag niet meemaken. 23 22 Want zoals de bliksem licht Dan zullen de mensen tegen jullie zeggen: “Kijk daar!” of: “Kijk hier!” Maar doe dat niet en schenk er geen aandacht aan. 24 geeft wanneer hij van de ene naar de andere kant van de hemel flitst, zo zal de Mensenzoon verschijnen. 25 Maar eerst moet hij veel lijden en door deze generatie verworpen worden. 26 ze aten, ze dronken, ze En zoals het eraantoe ging in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Mensenzoon: 27 huwden, ze werden uitgehuwelijkt, tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging en de vloed kwam die iedereen verzwolg. 28 Of zoals het eraantoe ging in de dagen van Lot: ze aten, ze dronken, ze kochten, ze verkochten, ze plantten, ze bouwden; 29 maar op de dag waarop Lot wegtrok uit Sodom, regende het vuur en zwavel uit de hemel en kwamen allen om. 30 Zo zal het ook gaan op de dag waarop de Mensenzoon wordt geopenbaard. 31 Wie op Toen de farizeeën Jezus vroegen wanneer het koninkrijk van God zou komen, antwoordde hij hun: ‘De komst van het koninkrijk van God laat zich niet aanwijzen, 21 en men kan niet zeggen: “Kijk, hier is het!” of: “Daar is het!” Maar weet wel: het koninkrijk van God ligt binnen uw bereik.’ 10 Khorhurd die dag op het dak van zijn huis is moet niet naar beneden gaan om zijn bezittingen te gaan halen, en wie op het land is moet niet naar huis terug willen gaan. 32 Denk aan de vrouw van Lot! 33Wie probeert zijn leven veilig te stellen zal het verliezen, maar wie het verliest zal het behouden. 34 Ik zeg jullie, die nacht zullen er twee in één bed liggen: de een zal worden meegenomen, de ander achtergelaten. 35 twee vrouwen die samen aan het malen zijn, Van zal de een worden meegenomen, de ander worden achtergelaten.’ 36 Ze vroegen hem: “Waar, Heer?” Hij antwoordde: “Waar een lijk is, daar zullen de gieren zich verzamelen.” Hij vertelde hun een gelijkenis over de noodzaak om altijd te bidden en niet op te geven: 2 ‘Er was eens een rechter in een stad die geen ontzag had voor God en zich niets aan de mensen gelegen liet liggen. 3 Er woonde ook een weduwe in die stad, die steeds weer naar hem toe ging met het verzoek: “Doe mij recht in het geschil met mijn tegenstander.” 4 Maar lange tijd wilde hij dat niet doen. Ten slotte zei hij bij zichzelf: Ook al heb ik geen ontzag voor God en laat ik mij niets aan de mensen gelegen liggen, 5 toch zal ik die weduwe recht verschaffen omdat ze me last bezorgt. Anders blijft ze eindeloos bij me komen en vliegt ze me nog aan.’ 6 Toen zei de Heer: “Luister naar wat deze rechter zegt, al minacht hij ook het recht. 7 Zal God dan niet zeker recht verschaffen aan zijn uitverkorenen die dag en nacht tot hem roepen? Of laat hij hen wachten? 8 Ik zeg jullie dat hij hun spoedig recht zal verschaffen. Maar als de Mensenzoon komt, zal hij dan geloof vinden op aarde?“ De erfgenamen van het koninkrijk van God 9 Met het oog op sommigen die zichzelf rechtvaardig vinden en anderen minachten, vertelde hij de volgende gelijkenis. 10 ‘Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden, de een was een farizeeër en de ander een tollenaar. 11 De farizeeër stond daar rechtop Khorhurd 11 181 en bad bij zichzelf: “God, ik dank u dat ik niet ben als de andere mensen, die roofzuchtig of onrechtvaardig of overspelig zijn, en dat ik ook niet ben als die tollenaar. 12 Ik vast tweemaal per week en draag een tiende van al mijn inkomsten af.” 13 De tollenaar echter bleef op een afstand staan en durfde niet eens zijn blik naar de hemel te richten. In plaats daarvan sloeg hij zich op de borst en zei: “God, wees mij zondaar genadig.” 14 Ik zeg jullie, hij ging naar huis als iemand die rechtvaardig is in de ogen van God, maar die ander niet. Want wie zichzelf verhoogt zal vernederd worden, maar wie zichzelf vernedert zal verhoogd worden.’
Pagina 12
Preek 21 maart 2021 De periode van de Grote vasten duurt voort, en volgens de door de kerk ingestelde orde, wordt vandaag de ‘Zondag van de komst’ genoemd. De boodschap van de dag is om na te denken over de komst van de Heer. Het wordt in het evangelie van Mattheüs beschreven als “de dag van het oordeel” (Mattheüs 11:22). De apostel Petrus noemt het “dag der bezoeking” (1 Petr. 2:12). En de apostel Paulus noemt het: “de dag van de toorn en van de openbaring van het rechtvaardig oordeel van God.” (Romeinen 2:5). Dit is hoe de Heer Zijn wederkomst beschrijft: “Meteen na de verschrikkingen van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen uit de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen. Dan zal aan de hemel het teken zichtbaar worden dat de komst van de Mensenzoon aankondigt, en alle stammen op aarde zullen zich van ontzetting op de borst slaan als ze de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel, bekleed met macht en grote luister. Dan zal Hij Zijn engelen uitzenden, en onder luid bazuingeschal zullen zij Zijn uitverkorenen uit de vier windstreken bijeenbrengen, van het ene uiteinde van de hemelkoepel tot het andere.” (Mattheüs 24:29-31). En de glorieuze komst van Christus en de glorieuze uiteindelijke overwinning over het kwaad zal worden gevolgd door het Laatste Oordeel, waarin de Rechtvaardige Rechter alle generaties van Adam zal oordelen, van de eerste tot de laatste. Dit zal het laatste, onveranderlijke oordeel zijn, waarin het vonnis ofwel eeuwige gelukzaligheid of eeuwige straf voor eenieder zal betekenen. 12 Khorhurd De wederkomst van de Heer is de onbreekbare belofte van de verrezen Heer, in de hoop waarvan elke ware christen leeft en zijn weg naar God bouwt. In de geloofsbelijdenis zeggen we dat we: we geloven dat Hij zal wederkomen in hetzelfde Lichaam in heerlijkheid van de Vader om te oordelen over de levenden en de doden en aan Zijn rijk komt geen einde. We leven allemaal tussen de eerste en de tweede komst van de Heer. We leven met de vruchten en gaven van Zijn eerste komst en bereiden onze eigen vruchten voor om tijdens Zijn tweede komst, tijdens het Laatste oordeel, te presenteren. Levend in deze wereld, zal elk rationeel wezen op een dag ontdekken dat de wereld om hem heen een waanvoorstelling is en vergankelijk. “Lucht en leegte, alles is leegte.” (Prediker 1:2) zegt wijze Salomon. En in dit onvolmaakte leven raken we vaak ervan overtuigd dat niets waaraan we ons vastklampen zeker is. Noch onze gezondheid, noch onze jeugd, noch onze rijkdom, noch onze macht, noch onze geliefde en ongeliefde mensen. En plotseling, in deze constant veranderende en wankele werkelijkheden, wordt er iets duidelijk geschetst dat zeker is voor elk van Adams miljarden nakomelingen. Het is de grens die het aardse leven van de eeuwigheid scheidt, hoe hard we ons ook proberen te verstoppen in gezondheid of jeugd, tot de wederkomst van de Heer is de dood de enige vaste gebeurtenis in ons leven die iedereen zeker te wachten staat. Daarom moeten we ons aardse leven wijden aan daden die God welgevallig zijn en die voor ons zullen spreken op de Dag des Oordeels, en om de genade van een rechtvaardige maar vergevensgezinde Rechter vragen. De epidemie die vorig jaar begon en tot op de dag van vandaag voortduurt, is een gelegenheid om te beseffen hoe voorbijgaand, onvolmaakt en beperkt alle “waarden” zijn waarop de mens vertrouwt, waarbij hij de enige echte Steun, de almachtige God, negeert en uit zijn leven verwijdert (Psalm 90 (91)). We hebben veel te leren van deze test voor de mensheid; het zijn onze daden die moeten getuigen van de lessen die we leren en zullen leren van deze universeel opgelegde realiteit. Als christenen zijn we geroepen tot een waakzaam leven waar we altijd op onze hoede moeten zijn (Lukas 21:36; 1 Petrus 5:8). Een leven waarin natuurlijke angst en de bijbehorende paniek ontbreken en waarin de onverschilligheid naar de medemens ontbreekt. Eeuwenlang leren de Bijbel en de Kerk ons dat beproevingen, of ze nu individueel of universeel zijn, met geloof en vertrouwen in God moeten worden aanvaard. De beproevingen die ons overkomen, moeten ons leiden naar het enige middel tot verlossing, berouw en bekering, want “Berouw is de reddingslijn na de schipbreuk” (Cyrillus van Jeruzalem), en “Bekering is genezing voor zielen” (Isaac de Syriër). In deze dagen van crisis zien we wat voor een strijd de mens voert voor zijn tijdelijke aardse leven en hoe bang de mens is om zijn leven te verliezen. Hoe zalig zou het zijn als de mens net zo ijverig zou zijn voor de verlossing van zijn eeuwige ziel. Als de mens net zo ijverig zou zijn voor de verlossing van zijn ziel dan zou die niet bang zijn voor de pandemie die zijn lichaam schaadt maar voor de zonde die zijn ziel infecteert en vernietigd. Berouw en bekering redde de Ninevieten (Jona 3), redde koning David (2 Samuël 2:13) en apostel Paulus (Handelingen 9). Ook wij zullen gered worden als we echt berouw tonen en ons afkeren tegen de overal aanwezige zonde, onverschilligheid, immoraliteit en schaamteloosheid. Laat de tranen van bekering alle ziekten van de ziel en het lichaam uitwissen. Laten we bidden en Gods genade en mededogen smeken voor alle zieken op de wereld, alle geïnfecteerde mensen en voor de gehele mensheid. Evangelie: Mattheüs 22:34-23:39 34 Nadat de farizeeën hadden vernomen dat hij de sadduceeën tot zwijgen had gebracht, kwamen ze bij elkaar. 35 Om hem op de proef te stellen vroeg een van hen, een wetgeleerde: 36 Hij antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. 38 37 ‘Meester, wat is het grootste gebod in de wet?’ Dat is het grootste en eerste gebod. 39Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. 40 Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.’ 41Nu de farizeeën om hem heen stonden, Khorhurd 13
Pagina 14
stelde Jezus hun deze vraag: 42‘Wat denkt u over de messias? Van wie is hij een zoon?’ ‘Van David,’ antwoordden ze. 43 Jezus vroeg: ‘Hoe kan David hem dan, geïnspireerd door de Geest, Heer noemen? Want hij zegt: 44 “De Heer sprak tot mijn Heer: ‘Neem plaats aan mijn rechterhand, tot ik je vijanden onder je voeten heb gelegd.’” 45 hoe kan Hij dan Zijn Zoon zijn?’ 46 Als David hem dus Heer noemt, En niemand was in staat hem een antwoord te geven, noch durfde iemand hem vanaf die dag nog een vraag te stellen. Wee de schriftgeleerden en de farizeeën 231 Daarna richtte Jezus zich tot de menigte en tot zijn leerlingen 2 en zei: ‘De schriftgeleerden en de farizeeën hebben plaatsgenomen op de stoel van Mozes. 3 Houd je dus aan alles wat ze jullie zeggen en handel daarnaar; maar handel niet naar hun daden, want ze doen zelf niet wat ze jullie voorhouden. 4 Ze bundelen alle voorschriften tot een zware last en leggen die de mensen op de schouders, terwijl ze zelf geen vinger uitsteken om die te verlichten. 5 Al hun daden zijn erop gericht om door de mensen gezien te worden. Ze verbreden immers hun gebedsriemen en maken de kwastjes aan hun kleren langer, 6 ze verlangen een ereplaats bij feestmaaltijden en in synagogen, 7 en hechten eraan op het marktplein eerbiedig te worden begroet en door de mensen rabbi te worden genoemd. 8 En noem Jullie moeten je niet rabbi laten noemen, want jullie hebben maar één meester, en jullie zijn elkaars broeders en zusters. 9 niemand op aarde vader, want jullie hebben 14 Khorhurd maar één vader, de Vader in de hemel. 10 Laat je ook niet leraar noemen, want jullie hebben maar één leraar, de Messias. 11 De belangrijkste onder jullie zal jullie dienaar zijn. 12Wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd. Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie versperren de mensen de 13 toegang tot het koninkrijk van de hemel. 14 Jullie gaan er zelf niet binnen, maar laten ook degenen die er willen binnengaan niet toe. Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie bereizen landen en zeeën om één enkele proseliet te winnen, en wanneer je hem eenmaal voor je gewonnen hebt, wordt hij dankzij jullie tot een hellekind in het kwadraat. 15 16Wee jullie, blinde leiders, jullie zeggen: “Wanneer iemand zweert bij de tempel, is dat niet geldig. Alleen wie zweert bij het goud van de tempel, is aan die eed gebonden.” 17 Dwaas zijn jullie en blind, wat is nu van meer waarde: het goud of de tempel die het goud geheiligd heeft? 18 zweert bij het altaar, is dat niet geldig. Alleen wie zweert bij de offergave die daarop ligt, is aan die eed gebonden.” 19 Wie dus zweert bij En wie Zo zeggen jullie ook: “Wanneer iemand Blind zijn jullie, wat is nu van meer waarde: de offergave of het altaar dat de offergave heiligt? 20 het altaar, zweert daarbij en bij alles wat daarop ligt. 21 En wie zweert bij de tempel, zweert daarbij en bij degene die hem bewoont. 22 zweert bij de hemel, zweert bij de troon van God en bij hem die daarop gezeten is. Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie geven tienden van munt, dille en komijn, maar veronachtzamen wat in de wet zwaarder weegt: recht, barmhartigheid en trouw, terwijl men het een zou moeten doen zonder het andere te laten. 24 23 Blinde leiders zijn jullie, die uit hun drank de muggen ziften, maar een kameel wegslikken. Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, de buitenkant van bekers en schalen spoelen jullie af, maar de binnenkant blijft vol roofzucht en onmatigheid. 26 25 Blinde farizeeër, spoel eerst de binnenkant van de beker om, dan wordt de buitenkant vanzelf ook schoon. Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie lijken op witgepleisterde graven, die er vanbuiten wel fraai uitzien, maar vol liggen met doodsbeenderen en andere onreinheden. 28 27 Zo lijken ook jullie voor de mensen uiterlijk op rechtvaardigen, terwijl jullie innerlijk vol huichelarij en wetsverachting zijn. Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie bouwen grafmonumenten voor de profeten en versieren de graven van de rechtvaardigen, 30 29 zouden wij ons niet zoals zij schuldig hebben gemaakt aan de moord op de profeten.” 31 Daarmee erkennen jullie zelf dat jullie kinderen zijn van hen die de profeten vermoord hebben. 32 Maak de maat van jullie voorouders dan maar vol! 33Slangen zijn jullie, addergebroed, hoe denken jullie te kunnen ontkomen aan een veroordeling tot de Gehenna? Dat is de reden waarom ik profeten en wijzen en schriftgeleerden naar jullie zal sturen. Jullie zullen sommigen van hen doden, kruisigen zelfs, en anderen in jullie synagogen geselen en van stad tot stad vervolgen. 35 34 Al het onschuldige bloed dat op aarde is vergoten zal jullie worden aangerekend, vanaf het bloed van Abel, de rechtvaardige, tot het bloed van Zecharja, de zoon van Berechja, die jullie vermoord hebben tussen het heiligdom en het brandofferaltaar. 36 alles neerkomen. 37 Ik verzeker jullie: op deze generatie zal dit Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en stenigt wie naar haar toe zijn gestuurd! Hoe vaak heb ik je kinderen niet bijeen willen brengen zoals een hen haar kuikens verzamelt onder haar vleugels, maar jullie hebben het niet gewild. 38 eenzaam aan haar lot overgelaten. 39 en jullie zeggen: “Als wij geleefd hadden in de tijd van onze voorouders, jullie: vanaf nu zullen jullie mij niet meer zien, tot de tijd dat je zult zeggen: “Gezegend hij die komt in de naam van de Heer!”’ Khorhurd 15 Jullie stad wordt Ik verzeker
Pagina 16
Preek 28 maart 2021 Vandaag viert onze kerk een van de mooiste feestdagen: Palmzondag oftewel de blijde intocht van Christus in Jeruzalem. Geprezen en dank aan de Almachtige Heer, zegening in de hoogten, want in elke situatie is Zijn vaderlijke liefde en zorg onafscheidelijk van zijn trouwe kudde. “Blijf kalm! Ik ben het, wees niet bang”, was te horen in de duisternis van de nacht (Matteus 14:27) toen de Heer de boot van de doodsbange leerlingen naderde door de krachtige golven van het Meer van Galilea. “Vrede zij met u, Ik ben het, wees niet bang”, zei Hij terwijl Hij zijn leerlingen gemoedsrust en kalmte bracht, die doodsbang en verloren waren door de vervolging van hun landgenoten en Romeinen, die hun toevlucht hadden gezocht onder de muren van de Bovenkamer (Lucas 24:36). “Wees niet bang, kleine kudde, want jullie Vader schenkt jullie het koninkrijk” (Lucas 12:32), zeiden de heilige lippen van de Heiland. Eeuwenlang horen de christenen in alle uithoeken van de aarde deze aanmoedigende woorden in hun ziel voor de nodige moed. Een van de kerkvaders heeft gezegd: “Niemand op deze wereld is gelukkig behalve degene die de poorten van zijn ziel wijd heeft geopend en God in zichzelf heeft aanvaard. De ongelovige voelt zich wanhopig als die eenzaam is. En hij die God in zijn ziel heeft aanvaard, voelt zich zelfs in de woestijn niet eenzaam. Niemand sterft de eeuwige dood behalve degene in wie God stierf”. 16 Khorhurd De boodschap van de viering van vandaag nodigt ons uit om na te denken over welke positie ieder van ons inneemt als we Christus ontmoeten die aan de poorten van ons eigen Jeruzalem (ons ziel) ons opwacht. De heilige evangelisten zeggen dat veel mensen God volgden in zijn laatste drie jaar van Zijn aardse leven. Duizenden gingen met Hem mee om diverse redenen die alleen bij zichzelf en bij God bekend waren: de een met de bedoeling iets te leren, de ander met de verwachting van een wonder en de ander weer met de bedoeling een verraderlijke val te zetten voor onze geliefde Meester. Maar de glorieuze ontvangst die de mensen aan de Heer Jezus toonden aan de poorten van Jeruzalem was ongekend. Het wonderbaarlijke nieuws van de opstanding van Lazarus werd toegevoegd aan de wonderen en genezingen die al hadden plaatsgevonden en straalde als een sprankje hoop voor de mensen die door tegenspoed werden onderdrukt. Het Joodse volk verwelkomde de verwachte Messias met een koninklijk ontvangst, hun eigen kleren aan Zijn voeten spreidend, met palmtakken Hem begroetend en Hosanna roepend. Echter waren hun verwachtingen van de Messias, de Verlosser, van wereldse aard en door de arrestatie en het lijden van Christus weten we allen wat er een paar dagen later met Hosanna gebeurde. Tot op de dag van vandaag blijven de eens zo trouwe mensen van God schreeuwen “kruisig hem.” Wat roepen wij elke dag, elk moment bij iedere daad, van het nemen van een of andere beslissing? Christus wacht op de reactie van onze ziel. Laten we de Heiland met geloof, nederigheid en vreugde in onze ziel aanvaarden, laten we onze wil onvoorwaardelijk in overeenstemming brengen met de heilige Wil van de Allerhoogste en ons leven overgeven aan Zijn zorgzame zorg. De Heer Jezus ging Jeruzalem binnen om de oudste en ergste vijand van de mensheid, de dood, te bestrijden. Hij ging Jeruzalem binnen om de dood van ieder van ons te bestrijden, en behaalde een glorieuze overwinning ten koste van Zijn heilig Bloed, in het licht van een wonderbaarlijke opstanding. Christus zou voor de hele mensheid vechten, voor ieder van ons, om ons onze mantel terug te geven die we verloren hadden door voor het verloren leven buiten de poorten van het paradijs te kiezen. Christus zou vechten om ons de onsterfelijkheid terug te geven die we verloren toen we de Bron van leven opgaven. Christus zou vechten om ons de grote eer van de menselijke schepping terug te geven waarvoor we geschapen waren, voordat we in de handen van het kwaad terecht kwamen. De weg naar het Koninkrijk der hemelen is open, het enige obstakel op die weg dat van tijd tot tijd voor ons opkomt, zijn wijzelf met onze vicieuze en zondige levens. Door redelijk en deugdzaam gedrag moeten we de Heer bewijzen dat Zijn gevechten en Zijn offers niet tevergeefs zijn geweest. We dragen dankbaar de hoge eer en roeping om de kinderen van de almachtige God te zijn. Evangelie: Mattheüs 20:29-21:17 29 Toen ze uit Jericho vertrokken, volgde hem een grote menigte. 30 Men Er zaten daar twee blinden langs de weg die, toen ze hoorden dat Jezus voorbijkwam, begonnen te roepen: ‘Heer, Zoon van David, heb medelijden met ons!’ 31 snauwde hun toe dat ze hun mond moesten houden. Maar ze riepen nog harder: ‘Heer, Zoon van David, heb medelijden met ons!’ 32 Jezus bleef staan, hij riep hen en vroeg: ‘Wat wilt u dat ik voor u doe?’ 33 Ze antwoordden: ‘Heer, open Jezus kreeg medelijden en raakte hun ogen aan. Meteen konden ze weer zien en ze volgden hem. Intocht in Jeruzalem 211 Toen ze Jeruzalem naderden en bij Betfage op de Olijfberg kwamen, stuurde Jezus er twee leerlingen op uit. 2 Zijn opdracht luidde: ‘Ga naar het dorp dat daar ligt. Vrijwel direct zullen jullie er een ezelin zien, die daar vastgebonden staat met haar veulen. Maak de dieren los en breng ze bij me. 3 onze ogen!’ 34 En als iemand jullie iets vraagt, antwoord dan: “De Heer heeft ze nodig.” Dan zal men ze meteen meegeven.’ 4 ‘Zeg tegen Sion: “Kijk, je koning is in aantocht, hij is zachtmoedig en rijdt op een ezelin en op een veulen, het jong van een lastdier.”’ De leerlingen gingen op weg en deden wat Jezus hun had opgedragen. 7 6 Ze brachten de ezelin en het veulen mee, legden er mantels op en lieten Jezus daarop plaatsnemen. 8 Vanuit de Khorhurd 17 Dit is gebeurd opdat in vervulling zou gaan wat gezegd is door de profeet: 5
Pagina 18
menigte spreidden velen hun mantels op de weg uit, anderen braken twijgen van de bomen en spreidden die uit op de weg. 9 De talloze mensen die voor hem uit liepen en achter hem aan kwamen, riepen luidkeels: ‘Hosanna voor de Zoon van David! Gezegend hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in de hemel!’ Toen hij Jeruzalem binnenging, raakte de hele stad in rep en roer. ‘Wie is die man?’ wilde men weten. 11 10 14Toen kwamen er in de tempel blinden en verlamden naar hem toe, en hij genas hen. 15 De hogepriesters en de schriftgeleerden zagen welke wonderen hij verrichtte en hoorden de kinderen in de tempel ‘Hosanna voor de Zoon van David!’ roepen, en ze waren hoogst verontwaardigd. 16 Ze gingen Uit de menigte werd geantwoord: ‘Dat is Jezus, de profeet uit Nazaret in Galilea.’ 12 Jezus ging de tempel binnen, hij joeg iedereen weg die daar iets kocht of verkocht, gooide de tafels van de geldwisselaars en de stoelen van de duivenverkopers omver 13 en riep hun toe: ‘Er staat geschreven: “Mijn huis moet een 18 Khorhurd hem vragen: ‘Hoort u wat ze zeggen?’ En Jezus antwoordde hun: ‘Jazeker! Hebt u dan nooit gelezen: “Door de mond van kinderen en zuigelingen hebt u zich een loflied laten zingen”?’ 17 huis van gebed zijn,” maar jullie maken er een rovershol van!’ Zo liet hij hen staan, en hij ging de stad uit, naar Betanië, waar hij de nacht doorbracht. Vr aag en antwoord Om de eigenschappen van Heilige Drieeenheid te begrijpen is het eerst belangrijk om te weten wat de Heilige Drie-eenheid betekent. Het wordt ook wel de Triniteit genoemd. “Want drie zijn er die getuigen in de hemel: de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze drie zijn één.” (1 Johannes 5:7) De Vader, Zoon en Heilige Geest hebben allemaal hun eigen eigenschappen, maar zij blijven samen één God. Om de Drie-eenheid uit te leggen vraag ik je naar Mattheüs 3:16-17 te lezen. Daar staat: “Zodra Jezus gedoopt was en uit het water omhoogkwam, opende de hemel zich voor hem en zag hij hoe de Geest van God als een duif op hem neerdaalde. En uit de hemel klonk een stem: Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde.” Wij zien hier alle drie de vormen van God voorbijkomen. De Vader is de kern van ons geloof en Hij bestaat uit liefde. Wij kunnen Hem niet zien, maar toch weten wij dat Hij er is. “Alles is uit hem ontstaan, alles is door hem geschapen, alles heeft in hem zijn doel. Hem komt de eer toe tot in eeuwigheid. Amen.” (Romeinen 11:36) Wat zijn de eigenschappen van de Heilige Drie-eenheid? Jezus Christus (de Zoon) is God in menselijke vorm. Hij is door de Vader naar de aarde gestuurd, heeft ons Gods woord gebracht en Hij heeft ons verlost van onze zondes. “en iedereen wordt uit genade, die niets kost, door God als een rechtvaardige aangenomen omdat hij ons door Christus Jezus heeft verlost. Hij is door God aangewezen om door zijn dood het middel tot verzoening te zijn voor wie gelooft. Hiermee bewijst God dat hij rechtvaardig is, want in zijn verdraagzaamheid gaat hij voorbij aan de zonden die in het verleden zijn begaan. Hij wil ons nu, in deze tijd, zijn gerechtigheid bewijzen: hij laat ons zien dat hij rechtvaardig is door iedereen vrij te spreken die in Jezus gelooft.” (Romeinen 3:24-26) De Heilige Geest woont in de harten van de gelovigen en is er om ons te heiligen. Hij is er om ons de weg te wijzen in heel de waarheid. Hij geeft ons kracht en bemoedigt ons. Hij inspireert ons om zoals Jezus Christus te zijn in deze wereld. “Zo is de liefde bij ons werkelijkheid geworden, en daardoor kunnen we op de dag van het oordeel vol vertrouwen zijn, want hoewel wij nog in deze wereld zijn, zijn we als Jezus.” (1 Johannes 4:17) Khorhurd 19

Khorhurd Februari 2021


Pagina 4
Vr aag en antwoord Hoe denkt de kerk over afbeeldingen van Jezus Christus? Deze vraag hebben wij deze week per e-mail ontvangen. Dit is een hele goede vraag en daarom zullen wij er in de onderstaande op ingaan. In de Armeens Apostolische kerk hebben we schilderijen van Maria en Jezus Christus is afgebeeld terwijl er in Exodus 20 vers 3-5 staat: ‘3 Vereer naast mij geen andere goden. 4 Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. 5 Maak Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast mij.’ Duidelijker kan God niet zijn zou je zeggen. Er staat letterlijk; ‘4 geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde.’ (Exodus 20:4) Om te begrijpen wat God hiermee bedoelt is het belangrijk om ook het volgende stukje te lezen: ‘Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast mij.’ (Exodus 20:5) Hier geeft God aan dat het van belang is dat je niet knielt voor zulke afbeeldingen. Waarom? ‘Want ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast mij.’ Uit deze tekst maakt de Kerk op dat wij geen beelden mogen maken van andere afgoden en deze niet mogen vereren. Ten tweede valt op te merken dat Exodus een boek is voor de tijd van Jezus. Exodus is een boek voor de tijd van Jezus Christus. Hiermee 4 Khorhurd bedoelen we dat Jezus Christus toen nog niet neergedaald was naar de wereld. Het is onmogelijk om een beeld te maken van Jezus Christus zonder te weten hoe hij er uitziet. Daarom zul je in onze Kerk ook nooit een afbeelding van de Vader zien, we weten niet hoe de Vader eruit ziet. Jezus Christus is wel op aarde geweest en daarom hebben mensen ook geweten hoe hij eruit zag. Ondanks dat wordt Jezus Christus toch anders afgebeeld in Europa dan in bijvoorbeeld Afrika. In onze Kerk zijn de afbeeldingen ook niet gemaakt op basis van het uiterlijk van Jezus Christus, het zijn symbolische afbeeldingen. Vaak zie je dat Jezus Christus als kind een groot voorhoofd heeft, dit is een teken van wijsheid. Het doel van deze afbeeldingen is om ons te herinneren aan Christus en de liefde van God naar de mensen toe. Wanneer wij knielen voor een afbeelding van Jezus Christus of de afbeelding gaan kussen is het van belang om te weten dat het niet het materiaal is dat wij aanbidden, maar Jezus Christus. Daarnaast zijn de afbeeldingen van de Heiligen NIET om te aanbidden. Wij aanbidden alleen God (Exodus 20:3). Wij vragen de Heiligen om voor ons te bidden. Heiligen hebben een positie die wij (nog) niet hebben, dus zijn dichterbij God. Wij vragen hen om voor ons te bidden. Tot slot zijn alle afbeeldingen gezegend met het Heilige Meron. Deze Heilige Meron wordt over de afbeeldingen gesmeerd als een soort offer naar God. De schilderij behoort bij de kerk en God. Deze afbeelding kan dan ook niet worden verkocht buiten de kerk. Het is gezegend. v Apostelen an Christus: Judas Iskariot en Mattias Judas Iskariot was een van de 12 apostelen van Jezus Christus, maar is later vervangen door Matthias. Judas verraadde Jezus voor 30 zilverstukken, wat leidde tot de dood van Christus aan het kruis. In Johannes 12:4-6 staat het volgende geschreven over Judas: “Judas Iskariot, een van de leerlingen, degene die Hem zou uitleveren, vroeg: ‘Waarom is die olie niet voor driehonderd denarie verkocht om het geld aan de armen te geven?’ Dat zei hij niet omdat hij zich om de armen bekommerde – hij was een dief: hij beheerde de kas en stal eruit.” Dit is één van de redenen waarom mensen geloven dat Judas op zijn minst werd gemotiveerd door hebzucht toen hij Jezus verraadde. In Matteüs 26:14-16 staat geschreven over het verraad van Judas: “Daarop ging een van de twaalf, die met de naam Judas Iskariot, naar de hogepriesters en zei: ‘Wat krijg ik van u als ik Hem aan u uitlever?’ Ze betaalden hem dertig zilverstukken. Vanaf dat moment zocht hij een gunstige gelegenheid om hem uit te leveren.” Toen Judas zag dat Jezus ter dood was veroordeeld, kreeg hij berouw en gaf hij de 30 zilverstukken terug aan de hogepriesters en oudsten. Toen ze hem afwezen, gooide hij het geld de tempel in, ging weg en hing zichzelf op. Degene die Judas heeft vervangen is Mattias. De apostelen komen samen om te praten over de vervanging van Judas. In Handelingen 1:23-26 staat het volgende geschreven: “Ze stelden twee kandidaten voor: Josef Barsabbas, die de bijnaam Justus had, en Mattias. Daarna baden ze als volgt: ‘U, Heer, doorgrondt ieders gedachten. Wijs van deze beide mannen degene aan die U gekozen hebt om als apostel zijn dienende taak te verrichten en de plaats in te nemen van Judas, die zijn ondergang tegemoet is gegaan.’ Ze lieten hen loten en het lot viel op Mattias. Hij werd aan de elf apostelen toegevoegd.” Khorhurd 5
Pagina 6
Preek 7 februari 2021 “Laat wie dorst heeft bij Mij komen en drinken! “Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in Mij gelooft,” zo zegt de Schrift.” – Johannes 7:37-38 Deze liefdevolle stem van de Schepper vol van ouderlijke zorg luidt al eeuwenlang over de hele wereld en nodigt gelovigen uit om de dorst van hun ziel te lessen met het water van de Bron des Levens. De Heer zegt: “Laat wie dorst heeft bij Mij komen en drinken!” Wij, als leden van de kerk, beseffen dat we behoefte hebben aan dit leven gevende water. Maar alleen het besef is niet voldoende. We moeten concrete stappen ondernemen als we dit beseffen. Tegenwoordig hebben wij gelovigen kansen en middelen die de christelijke gemeenschap nog nooit eerder heeft gehad. Maar zelfs onder deze omstandigheden kunnen we erin slagen naar de hel te gaan, weet je waarom? Omdat, zoals veel geestelijke auteurs beschrijven, we comfortchristenen zijn. We willen het christendom zonder Christus, zonder Zijn geboden. We willen op een breed pad naar de hemel gaan, zonder problemen en moeilijkheden. We willen gekroond worden zonder persoonlijke prestaties. Alleen de tijden zijn veranderd, zowel de geest als de essentie van het christendom zullen voor altijd hetzelfde blijven. Christus ‘oproep om in heiligheid te leven, om naar heiligheid te streven, is niet door de Heer geannuleerd; “Wees daarom volmaakt, zoals uw Vader in de hemel volmaakt is” 6 Khorhurd (Mattheüs 5:48) en “Wees heilig, want Ik ben heilig” (1 Petrus 1:16). Volgens de Armeense Kerk zijn de heiligen, personen die door de Kerk heilig worden erkend, een volmaakt christelijk leven leden, onberispelijk gedrag vertonen, berouw van zonde hebben, gerechtvaardigd en gered zijn door geloof, begiftigd zijn met deugden, de genade van de Heilige Geest ontvangen, de invloed van God in hun levend houden en altijd in gemeenschap zijn met Hem. Maar de heiligen zijn er niet alleen om geëerd te worden. We moeten een ijverige wil hebben om hun voorbeeld te volgen, om in hun voetsporen te treden. We moeten niet tevreden zijn met het lezen en bewonderen van hun gedrag als een fictieboek. Nee, we moeten ertoe bewogen worden een soortgelijk leven te lijden en daarmee de uitnodiging van Christus om van Hem te drinken aanvaarden. We verwonderen ons over de moed van de heilige martelaren en hun standvastigheid in het geloof, maar wanneer dat nodig is, uit angst voor spot of misverstanden, vermijden we te getuigen van ons geloof. We bewonderen de discipline van de heiligen wanneer ze bijvoorbeeld jarenlang een verbond van stilte hebben gesloten, maar we zwijgen geen minuut om de zonden van laster, liegen, oordelen of roddelen te vermijden. We bewonderen hun kluizenaarschap, wanneer ze bijvoorbeeld tijdens de vasten eens per jaar paar dagen aten, en enkel droog brood of een handvol erwten. Maar zelf vinden we alle mogelijke en onmogelijke redenen om niet te vasten, uit drang naar onze destructieve verlangens, om te voorkomen dat we onszelf een kleine moeite bezorgen. De heiligen gaven het laatste hemd van hun kleren aan de behoeftigen maar onze hand beeft op het moment dat we genade moeten tonen. Helaas zijn we vaak christenen in woord, niet in daad, dus we moeten niet verbaasd zijn als de zegeningen en genaden van de Heer louter woorden blijven. In de winter besluit een pelgrim om te voet op bedevaart te gaan naar het bergklooster. Onderweg ziet hij een kluizenarij. Hij is erg blij, in de hoop dat het binnen een beetje warm zal zijn en hij misschien thee krijgt. Hij klopt op de deur van de kluis, komt binnen en ziet dat de kluizenaar bij de gedoofde haard zit en beeft. “Waarom heb je in deze kou de haard niet aangestoken, vader?”, vraagt de reiziger zich af. “Vandaag is de herdenkingsdag van de veertig kinderen van Sebastia die in het ijskoude meer werden geworpen mijn zoon. Hoe kan ik een vuur aansteken en mezelf opwarmen?”, antwoordde de oude man. Laat daarom ons geloof veranderen van theorie naar praktijk, zodat rivieren van levend water uit ons kunnen stromen tot glorie van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Evangelie: Johannes 7:37-52 37 Op de laatste dag, het hoogtepunt van het feest, stond Jezus in de tempel, en hij riep: ‘Laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken! 38 “Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft,” zo zegt de Schrift.’ 39 Hiermee doelde hij op de Geest die zij die in hem geloofden zouden ontvangen; de Geest was er namelijk nog niet, want Jezus was nog niet tot Gods majesteit verheven. 40Toen de mensen in de menigte dit hoorden zeiden ze: ‘Dit moet wel de profeet zijn.’ 41 Anderen beweerden: ‘Het is de messias,’ maar er werd ook gezegd: ‘De messias komt toch niet uit Galilea? 42 ontstond er verdeeldheid in de menigte, 44 De Schrift zegt toch dat de messias uit het nageslacht van David komt en uit Betlehem, waar David woonde?’ 43 Zo en sommigen wilden hem grijpen, maar niemand deed hem iets. De dienaren van de hogepriesters en de farizeeën gingen terug. Toen hun werd gevraagd: Maar de farizeeën zeiden: 45 ‘Waarom hebben jullie hem niet meegebracht?’ 46 antwoordden ze: ‘Nog nooit heeft een mens zo gesproken!’ 47 ‘Hebben jullie je ook al laten misleiden? 48 niet kent – vervloekt zijn ze!’ 50 Er is toch geen enkele leider of farizeeër tot geloof in hem gekomen? 49 ‘Onze wet veroordeelt Alleen de massa die de wet Maar Nikodemus, die destijds bij Jezus was geweest, iemand uit hun eigen kring, zei: 51 iemand toch pas als hij gehoord is en als bekend is wat hij heeft gedaan?’ 52 Ze zeiden tegen hem: ‘Kom jij soms ook uit Galilea? Zoek het maar na, dan zul je zien dat er uit Galilea geen profeet kan komen.’ Khorhurd 7
Pagina 8
Preek 14 februari 2021 “Moeder van God, Maria, smeek uw eniggeboren Zoon, dat Hij ons, zoals de goede dief, de zaligheid van de hemel geeft te erven.” – Hymne Carnaval, het Goede leven. Een vreugdevol christelijke viering ter herinnering aan de volmaakte zaligheid waarin de mens werd geschapen en leefde in het hemelse Hof van Eden. Vandaag herinneren we deze zaligheid, die we hebben verloren maar waartoe we geroepen zijn en naar streven. Onze voorouder Adam, waarvan wij afstammen, beging een maal een fout en berouwde dit gedurende zijn lange leven. De ziel die de goddelijke, onsterfelijke zoetigheid heeft genoten, werd verplicht eeuwenlang de bittere gal van zijn zonde te drinken. De zonde van de oude Adam sloot de deuren van het Hof van Eden maar wij zijn blij, want de nieuwe Adam, Jezus Christus, heeft met Zijn allergezegende Offer de deuren weer geopend voor altijd voor de nakomelingen van onze voorouder. Adam huilde toen hij zijn geest gaf maar hij was nooit wanhopig, want hij wist en geloofde in de belofte van de Schepper dat een dag Iemand zou komen die krachtig was om zijn zonde te reinigen, de dood te wissen en met gouden letters Leven zou schrijven. Met de komst van de Mensenzoon bracht God een einde aan het milennialange, lijdende wachten van Adam en werd zijn ziel eindelijk weer de vredige hemel waardig. Gedurende de Grote vasten zal het gordijn in de kerk gesloten worden, zodat die weken later opnieuw opent, met de viering van de glorieuze verrijzenis van onze Heer Jezus Christus. Het gordijn wordt geopend op de viering van de overwinning van het leven en onze geesten zullen vervuld worden met vreugde. Voor ons staat de weg van de Grote vasten. De zondagen van de vasten zullen ons bewustzijn voorbereiden op de viering van de heilige Verrijzenis en zullen we de verrezen Christus verwelkomen. Deze weg is niet makkelijk, want die weg is een weg waar ons voedsel wordt beperkt maar des te meer wordt onze ego begrensd. Dit is weg van geestelijke strijd en van het toepassen van geestelijke kennis in de praktijk . Dit is een weg van geestelijke beproeving, groei 8 Khorhurd en wijsheid. Hoe moeilijk de strijd op onze weg ook zal zijn, we moeten niet bang zijn of lui zijn en onze onbetaalbare mogelijkheden weigeren. Zoals apostel Paulus zegt: “Ik ben tegen alles bestand door Hem die mij kracht geeft.” (Filippenzen 4:13). De mens heeft een verbazingwekkende eigenschap om zich aan te passen aan alles en voor de mens wordt dat iets heel gewoon, zowel het goede als het slechte. Enerzijds is dit een overlevingsmechanisme. Bijvoorbeeld wanneer iemand zich bevindt in gevangenschap of bedlegerig wordt en geen andere mogelijkheid heeft, is dit een beschermingsmechanisme, anders kan de menselijke geest dit wellicht niet aan en gestoord worden. Het nadeel van deze eigenschap is dat zelfs het meest kostbaarste normaal wordt voor iemand. Hetgeen wat gisteren zeer kostbaar was, is vandaag gewoon voor ons. Dit komt niet doordat het kostbare minder kostbaar is geworden maar omdat de menselijke, onvolmaakte natuur het onbetaalbare devalueert. Anderzijds is de onvolmaakte menselijke natuur constant op zoek naar het completeren van zijn natuur en neigt vaak te klagen, van streek te raken en ontevreden te zijn. Het is deze neiging die zelfs het onbetaalbare en heilige devalueren. Niemand is gevrijwaard van deze neiging. Door lange tijd in contact te zijn met heiligheid in de kerk, beginnen kleuren te vervagen, geestelijke reukvermogen en zicht neemt af en de goddelijke zaligheid begint langzaam aan ruimte te geven aan geestelijke onverschilligheid. Dan komt de tijd van de Grote vasten. Een prachtige mogelijkheid om onze luiheid en verdoofdheid van ons af te slaan en de normaal geworden, vervaagde kleuren van het geestelijk leven in ons te vernieuwen. Het is een prachtige mogelijkheid om met nieuwe krachten de liefde van Christus te voelen voor ieder van ons, en onze liefde naar de Heer te getuigen. Met dit bewustzijn moeten we de Grote vasten ingaan, zodat het niet verandert in een lijdende beproeving. Met liefde en vreugde moeten we ons offeren. We moeten vertrouwen hebben dat onze hemelse Vader Zich verblijdt door het zien van de inspanningen van Zijn kinderen en Zich haast om hun te helpen en kracht te geven in hun persoonlijke weg van toewijdingen en prestaties. De tijd van de Grote vasten is ook een tijd van vurig bidden. Laten we bidden en eerlijk spreken met onze Vader die ons lief heeft. Laten we om een liefdevol hart, wijze gedachten een vurige geest vragen aan Hem. Laten we smeken dat de Heer onze liefde voor Hem en voor onze naasten vergroot, en ons versterkt in onze deugden, geloof en standvastigheid. Laat met de voorspraak van de heilige Moeder Gods en alle heiligen de vreugde van de Carnaval leidend zijn gedurende de gehele Grote vasten en ons veilig brengen tot de glorieuze Verrijzenis van onze Heer Jezus Christus. Amen. Khorhurd 9
Pagina 10
Evangelie: Mattheüs 6:1-21 61 Onze Vader in de hemel, Let op dat jullie de gerechtigheid niet beoefenen voor de ogen van de mensen, alleen om door hen gezien te worden. Dan beloont jullie Vader in de hemel je niet. 2 laat uw naam geheiligd worden, 10 laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden Dus wanneer je aalmoezen geeft, bazuin dat dan niet rond, zoals de huichelaars doen in de synagoge en op straat om door de mensen geprezen te worden. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. 3 Maar als je aalmoezen geeft, laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. 4 Zo blijft je aalmoes in het verborgene, en jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. En wanneer jullie bidden, doe dan niet als de huichelaars die graag in de synagoge en op elke straathoek staan te bidden, zodat iedereen hen ziet. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. 6 5 op aarde zoals in de hemel. 11 dat wij nodig hebben. 12 Geef ons vandaag het brood Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was. 13 En breng ons niet in beproeving, maar red ons uit de greep van het kwaad. 14 Want als jullie anderen hun misstappen vergeven, zal jullie hemelse Vader ook jullie vergeven. 15 Maar als je anderen niet vergeeft, zal jullie Vader jullie je misstappen evenmin vergeven. 16 Maar als jullie bidden, trek je dan in je huis terug, sluit de deur en bid tot je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. Bij het bidden moeten jullie niet eindeloos voortprevelen zoals de heidenen, die denken dat ze door hun overvloed aan woorden verhoord zullen worden. 8 Doe hen niet na! Jullie Vader weet immers wat jullie nodig hebben, nog vóór jullie het hem vragen. 9 Bid daarom als volgt: 10 Khorhurd 7 Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg en dieven breken in om ze te stelen. 20 19 Verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven in om ze te stelen. 21 Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn. Wanneer jullie vasten, zet dan niet zo’n somber gezicht als de huichelaars, want zij doen dat om iedereen te laten zien dat ze aan het vasten zijn. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. 17 je gezicht en wrijf je hoofd in met olie, 18 Maar als jullie vasten, was dan zodat niemand ziet dat je aan het vasten bent, alleen je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. Preek 21 februari 2021 “ToenU de geboden van God gehoorzaamde, hebt U de geboden tot U genomen, uit de zoetigheid, geur en smaak hiervan heeft U ons het eeuwige leven gegeven. En nu smeken wij U, laat ons drinken uit de beker van Uw liefde, opdat wij standvastig, zeker en veilig mogen blijven in God.” – Hymne Met deze woorden uit de ervaring van het gebedsleven, legt de hymne van vandaag ons uit waarom we veertig dagen moeten vasten. Waarom we veertig dagen onszelf moeten onthouden van bepaalde voedingen en vooral wat de fundamentele kracht van vasten is. Vasten heeft niet alleen te maken met voedsel. In de gedachtegang van onze kerk is vasten door God vastgelegd en een goddelijke regel die door God zelf is toegepast. God zei niet alleen dat het nodig was om zich te onthouden (te vasten) toen Hij de hemel schiep, de boom van kennis van goed en kwaad schiep en onze voorouders beviel om niet van deze boom te eten (Genesis 2:16), maar Hijzelf hield Zich aan deze regel. Voordat Hij begon aan Zijn missie op aarde, ging Hij veertig dagen de woestijn in en vastte Hij. Onze hymne verwijst naar die goddelijke gehoorzaamheid: “Heer, onze voorouders aten, waren ongehoorzaam aan God en aten van die vrucht. Wij stierven voor een eerlijk, door God geschapen, goddelijk goed en rechtvaardig leven. Maar wat deed U, Christus God, onze Redder? U ging, vastte en gaf de zoetste smaak aan Gods geboden. Toen wij ongehoorzaam waren, stierven we door de bitterheid van hetzelfde leven, een leven van ongehoorzaamheid en weerstand, de afwijzing van God, de verwijdering van God. Maar toen U de geboden van God gehoorzaamde, hebt U de geboden tot U genomen, uit de zoetigheid, geur en smaak hiervan heeft U ons het eeuwige leven gegeven. En nu smeken wij U, laat ons drinken uit de beker van Uw liefde, opdat wij standvastig, zeker en veilig mogen blijven in God. Laten we dus samen bedenken, hoe we dit vredige gevoel in deze veertig dagen van berouw kunnen brengen. Wat moet elke kerkganger, jong of oud, doen als die naar de kerk komt en zijn woorden of blik naar de Heer richt? Tijdens de vastenperiode is het gordijn van de kerk gesloten om ons het gevoel te geven dat we ver van God verwijderd zijn. Welke stappen kunnen we ondernemen om dichter tot God te komen? De eerste stap is zelfbeheersing. Mensen maken fout wanneer ze zichzelf niet kunnen beheersen. Als we onze innerlijke verlangens niet beheersen zullen we immorele mensen worden. Als we de fysieke aantrekkelijkheden Khorhurd 11
Pagina 12
van de wereld in ons niet kunnen beheersen dan zullen we hebzuchtige mensen worden. God heeft de mens macht gegeven maar de mens gaat de fout in als die deze macht wilt gebruiken op iemand anders. Allereerst moet de mens die macht over zichzelf uitoefenen. Diegene die zichzelf niet kan beheersen heeft geen recht anderen tot orde te roepen. De grootste dingen in het leven worden bereikt door zelfbeheersing en concentratie en dat is vandaag het eerste gebed van onze lofzangleraar. Laat de kinderen van de Armeense kerk zelfbeheersing hebben om zichzelf in een ordelijk leven te houden waarin ze zich aan de geboden van de Heer houden, zodat ze de beker van vreugde van Gods geboden kunnen bereiken en ervan kunnen genieten. Het tweede gebod is om even weg te blijven van eten, drinken en plezier, om ons te concentreren op onze belangrijke verantwoordelijkheid om God en Zijn geboden te bestuderen, te begrijpen en te kennen. Tegenwoordig zijn we vaak in de war, omdat we niet weten wat God tegen ons zegt en wat God van ons verlangt. We zijn geen willekeurige mensen die leven. God Zelf, de Schepper van het universum kent elke kleine en grote wet van dit systeem. Hij is het, Die mensen zendt om Zijn systeem goed en rechtvaardig te laten werken. Hij gaf Zijn geboden, omdat Hij onze harten, gedachten en ziel wilt verlichten, zodat we daadwerkelijk een goede bijdrage kunnen leveren aan 12 Khorhurd Gods missie op aarde en Zijn werk kunnen voortzetten. God heeft ons het leven gegeven, zodat wij Zijn werk, rechtvaardigheid, liefde en vrede op deze aarde kunnen verspreiden. Zodat hierdoor de aarde een schone omgeving blijft waarin mensen slagen in hun behoeften, vreugde en allerlei initiatieven. Maar zonder Gods gedachten te kennen, zonder Zijn plan voor deze wereld te kennen, kunnen wij Hem niet helpen en geen deel uitmaken van Zijn leven. Hierom overdacht Jezus Christus veertig dagen lang welke missie God Hem heeft gegeven. Welke kracht, geboden en gaven geeft God ons om de aarde te redden? De focus van Gods geboden is niet om ons te verbieden maar het doel is om ons te focussen op het onsterfelijke, permanente en volmaakte. Eet je brood een keer niet maar geef het aan een behoeftige en je zult zien hoe te meer verzadigd en versterkt je zult zijn. Het doel van Gods geboden is om het goede te verveelvoudigen en iedereen genoeg te voorzien in zijn behoeften. Maar hiervoor moeten we Gods geboden goed bestuderen om de juiste betekenissen te begrijpen. Laten we gedurende deze veertig dagen in overvloed Gods geboden tot ons nemen, onze Bijbels openen, zien wie onze Heer is en daadwerkelijk de Schepper van het universum leren kennen. Laten we luisteren naar wat Hij tegen ons zegt. Hij zal ons niets verbieden. Integendeel Hij zal ons verrijken. Hij zal ons niet kleineren en ons dingen verbieden maar ons vrijheid geven om het goede, het ware en het rechtvaardige te doen op aarde, waarmee we versterkt worden en groeien. Gods geboden kennen en gehoorzamen is het belangrijkste werk dat elke gelovige voor zichzelf en voor de wereld moet doen. Ter derde: gehoorzaamheid aan God. Wat heb je eraan om de geboden te kennen, Gods wonderbaarlijke wezen te kennen maar niet gehoorzaam en liefdevol te zijn? Te kennen maar niet deel te nemen aan Zijn leven, niet te drinken van de Bron van gaven waarmee wij op God lijken? De gelijkenis van mens tot God wordt beschreven als de grootste eer voor de mens. We kunnen niet op iets anders lijken dan op God. Op God lijken wordt alleen gerealiseerd door gehoorzaamheid aan God. Door te handelen zoals Hij, door net als Hem te kijken naar anderen en door net als Hem deze wereld te verfraaien en te verlichten met eeuwige deugden en principes. Als we tijdens deze vasten niet drinken van de ‘beker van Uw liefde,’ die Christus ons uitdeelt door Zijn leven, Zijn offer, Zijn lijden, Zijn kruis en Zijn verrijzenis, kunnen wij niet op God lijken en Zijn kinderen zijn. Gods kracht, genade en schoonheid zal niet verschijnen aan de mensen van deze wereld. Onze verantwoordelijkheid om God lief te hebben is niet alleen voor ons persoonlijk maar heeft ook een maatschappelijke betekenis. Zodat mensen die ons zien, God zien en niet ons. Niet lof voor ons creëren maar lof voor God, ons niet prijzen maar de Heer prijzen die ons alle gave en mogelijkheden heeft gegeven. In het Romeinse rijk was de Kerk de Kerk van de armen en had geen krachten maar de Romeinen in hoge posities keken naar het leven van hun slaven en zagen Christus, kregen liefde voor Christus en gehoorzaamden Christus uiteindelijk. Het maakt niet uit wat onze sociale positie is. Als mensen naar ons kijken en God zien, onze Heer zien, komen ze naar Hem en door Hem worden wij verhoogd en versterkt. De veertig dagen van de Grote vasten moet onze getuigenis zijn over Gods essentie en identiteit. Deze getuigenis bereiken we door Gods geboden lief te hebben, ze te gehoorzamen en ernaar te leven. Mogen deze veertig dagen, dagen van zelfreflectie, bezinning en vooral van zelfbeheersing, God leren kennen en God liefhebben zijn. Dat deugden onze levens verrijken, God heerst in onze harten en op aarde, want zonder Hem is er geen verlossing, troost en hoop voor ons. In haar gebeden zegt de kerk vandaag: ‘Hoe meer jullie falen, hoe meer God bij jullie zal blijven. Het is belangrijk dat jullie je ogen openen en zien dat de Heer naast jullie loopt, op aarde tot het einde werkt voor jullie en jullie Verlosser op deze wereld gezaghebbend aanwezig is. En moge jullie, door het liefhebben en toepassen van Zijn geboden, Zijn beloftes bereiken. Khorhurd 13
Pagina 14
Evangelie: Mattheüs 5:17-48 17 Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. 18 de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn. 19 Wie dus ook maar een van de kleinste van deze geboden afschaft en aan anderen leert datzelfde te doen, zal als de kleinste worden beschouwd in het koninkrijk van de hemel. Maar wie ze onderhoudt en dat aan anderen leert, zal in het koninkrijk van de hemel in hoog aanzien staan. 20 Want Ik zeg jullie: als jullie gerechtigheid niet groter is dan die van de schriftgeleerden en de farizeeën, zullen jullie zeker het Koninkrijk van de hemel niet binnengaan. Ik verzeker jullie: zolang de hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke tittel in Jullie hebben gehoord dat destijds tegen het volk is gezegd: “Pleeg geen moord. Wie moordt, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht.” 22 21 En Ik zeg zelfs: ieder die in woede tegen zijn broeder of zuster tekeergaat, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht. Wie tegen hen “Nietsnut!” zegt, zal zich moeten verantwoorden voor het Sanhedrin. Wie “Dwaas!” zegt, zal voor het vuur van de Gehenna komen te staan. 23 Wanneer je dus je offergave naar het altaar brengt en je je daar herinnert dat je broeder of zuster je iets verwijt, 14 Khorhurd laat je gave dan bij het altaar achter; ga je eerst met die ander verzoenen en kom daarna je offer brengen. 25 24 troon van God, 35noch bij de aarde, want dat is Leg een geschil snel bij, terwijl je nog met je tegenstander onderweg bent, anders levert hij je uit aan de rechter, draagt de rechter je over aan de gerechtsdienaar en word je gevangengezet. 26 Ik verzeker je: dan kom je niet vrij voor je ook de laatste cent betaald hebt. 27 Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Pleeg geen overspel.” 28 En Ik zeg zelfs: iedereen die naar een vrouw kijkt en haar begeert, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd. 29 Als je rechteroog je op de verkeerde weg brengt, ruk het dan uit en werp het weg. Je kunt immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam in de Gehenna geworpen wordt. 30 En als je rechterhand je op de verkeerde weg brengt, hak hem dan af en werp hem weg. Je kunt immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam naar de Gehenna gaat. Er werd gezegd: “Wie zijn vrouw verstoot, moet haar een scheidingsbrief meegeven.” 32 31 En Ik zeg jullie: ieder die zijn vrouw verstoot, drijft haar tot overspel – tenzij er sprake was van een ongeoorloofde verbintenis; en ook wie trouwt met een verstoten vrouw, pleegt overspel. Jullie hebben ook gehoord dat destijds tegen het volk werd gezegd: “Leg geen valse eed af, voor de Heer gedane geloften moeten worden ingelost.” 34 En Ik zeg jullie dat je helemaal niet moet zweren, noch bij de hemel, want dat is de 33 zijn voetenbank, noch bij Jeruzalem, want dat is de stad van de grote koning; 36 zweer evenmin bij je eigen hoofd, want je kunt nog niet één van je haren wit of zwart maken. 37 Laat jullie ja ja zijn, en jullie nee nee; wat je daaraan toevoegt komt voort uit het kwaad. Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Een oog voor een oog en een tand voor een tand.” 39 Als iemand een proces tegen je wil voeren en je onderkleed van je wil afnemen, sta hem dan ook je bovenkleed af. 41 38 En Ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren. 40 En als iemand je dwingt één mijl met hem mee te gaan, loop er dan twee met hem op. 42 Geef aan wie iets van je vraagt, en keer je niet af van wie geld van je wil lenen. 43Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Je moet je naaste liefhebben en je vijand haten.” 44 En Ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen, 45 alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel. Hij laat zijn zon immers opgaan over goede en slechte mensen en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. 46 Is het een verdienste als je liefhebt wie jou liefheeft? Doen de tollenaars niet net zo? 47 En als jullie alleen je broeders en zusters vriendelijk bejegenen, wat voor uitzonderlijks doe je dan? Doen de heidenen niet net zo? 48 Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is. Khorhurd 15
Pagina 16
Preek 28 februari 2021 “Luister aandachtig naar Mij, eet het goede, en laat uw ziel vreugde scheppen in de overvloed.” – Jesaja 55:2 Vandaag is de derde zondag van het grote vasten, die ook wel de zondag van de verloren zoon wordt genoemd. Dit volgens de gelijkenis van de verloren zoon, verteld door onze Heiland, Jezus Christus. Het is de meest troostende en geruststellende gelijkenis in het hele evangelie. De zondag van de verdrijving, wanneer Adam en Eva uit het paradijs werden verdreven, zou onze ziel in verdriet en wanhoop hebben achtergelaten als de gelijkenis van de verloren zoon niet was geweest, die Gods genade aan de mensheid verkondigt. De gelijkenis van de verloren zoon illustreert zowel het gedrag van onze zondaars jegens God als Zijn oneindige liefde en zorg voor ons. Het dient als voorbeeld voor de God-mens-relatie, zowel van het leven van een individu als van de hele mensheid. Deze gelijkenis laat zien wat God ons heeft gegeven, waar we de voorkeur aan geven, hoe geduldig Hij met ons is en hoe Hij ons weer in Zijn armen zal nemen. De gelijkenis van de verloren zoon heeft veel lagen. Elke zin onthult een gedachte. Het is een weerspiegeling van Gods plan. Het meest hoop gevende en mooie gedeelte is de benadering van de vader naar zijn kind, zijn vergeving, vrijgevigheid, goedgezindheid, zorg en aandacht voor zijn ondankbare, verloren, verkwistende, zondige zoon. 16 Khorhurd Mensen zijn verloren zonen, omdat ieder op zijn eigen manier naar God zondigt. De een ontkent God volledig en de ander accepteert Hem, maar gaat door met het bewust begaan van zonden. Weer een ander begaat onbewust zonden en de volgende zondigt uit zwakheid. Deze gelijkenis leert dat het soort zonde er niet toe doet. Alleen het berouwvolle hart, dat een grote horizon van hoop opent voor een zondig persoon, krijgt grote waarde. Op basis van deze gelijkenis bidt Gevork Skevratsi als volgt tot God: “Door jouw vriendelijkheid zal ik weer opstaan, door jouw menselijkheid zal ik bevestigd worden, door jouw genade zal ik sterk zijn, door jouw goedgezindheid zal ik worden aangemoedigd, door jouw vergevingsgezindheid zal ik worden beschermd, door jouw geduld zal ik herstellen, door jouw vaderlijke zorg zal ik herleven”. De verloren zoon, die de vaderlijke bezittingen verkwist had, die van de armoede uitgehongerd was, richtte zich tot zijn goede Vader. Maar de Vader kon niet wachten tot de zoon Hem zou benaderen, maar omhelsde hem met Zijn vaderlijke barmhartigheid, kuste hem en kleedde hem in fatsoenlijke kleren. De Vader straft de zoon niet omdat hij zo lang weg was en verwijt hem ook niet dat hij Zijn Vaderlijke bezittingen en eigendommen verspild had. Maar Hij beveelt zijn dienaren haastig: “En breng het gemeste kalf en slacht het, en laten we eten en vrolijk zijn. Want deze, mijn zoon, was dood en is weer levend geworden.” (Lukas 15:23-24). Als een persoon deze gelijkenis hoort en begrijpt, zal hij nooit wanhoop ervaren. De gemoedstoestand die “hopeloosheid” wordt genoemd, zal voor hem een vreemd gevoel zijn, omdat deze en andere gelijkenissen die Christus vertelt elk spoor van hopeloosheid uit de menselijke ziel wissen. Deze gelijkenis is een evangelie in het Evangelie, omdat de geboorte, kruisiging en opstanding van Jezus Christus het grootste goede nieuws in de geschiedenis van de schepping is, omdat het Gods plan voor de redding van de mensheid aankondigt. De periode van het grote vasten is geen periode van verdriet, want berouw, hoe verdrietig ook, leidt niet tot wanhoop. De kruisiging van de Heer, de vergeving van de zonden van de mensheid en de opstanding van de Heer laat de harten van mensen niet in berouw en in wanhoop achter, maar brengt hen vreugde. Er is geen beter gevoel dan dat de goedheid van de Heer ons vergeeft. Er is geen beter gevoel dan vergeven te worden door de Schepper. Het mooiste in het leven is het gevoel van reinheid en gemoedsrust dat de eniggeboren Zoon van God aan ons geeft. Tevens de periode van de Grote Vastentijd die door de kerkvaders ingevoerd is, berouw, belijdenis, vergeving van zonden en het Heilig Sacrament. Onverschillig staan tegenover de door God gegeven gelegenheden om met God verzoend te worden, betekent onverschillig staan tegenover de redding van iemands eigen leven/ziel. Berouw geeft zuiverheid en genezing aan ons ziel, hart en geest. Helaas zien mensen gelijkenis bij het lezen van deze gelijkenis van de verloren zoon dat er bij sommigen de wens bestaat om in de 21e eeuw God volledig te verwerpen en geloven dat een beschaafde samenleving gebaseerd op de wetten van vrijheid, gelijkheid en gerechtigheid zonder God en zonder de Bijbel kan worden opgebouwd. Ze geloven dat geluk mogelijk is zonder het christelijk geloof. Ondertussen vergissen ze zich ernstig. Leven zonder zelf onderzoek te doen, volgens de oude of nieuwe wetten van de wereld, niet jezelf onderzoeken volgens de geboden van God, het leven verspillen door alle wereldse geneugten te willen benutten. Of het tegenovergestelde: leven in ellende en armoede en tijdens ziekte niet aan God om hulp vragen. Al deze gevallen zijn verspilling van de dagen van het leven. Iedereen kiest zijn eigen manier, hoe zijn eigen leven te leiden, in of buiten het rijk van het huis van God. God, onze Vader, die ons zoveel liefhad dat Hij Zijn Zoon voor onze redding offerde. En wat wil God in ons zien: een betreurend hart, een berouwvol ziel. De profetie van Jesaja Khorhurd 17
Pagina 18
zegt dat God de mens niet voor vernietiging heeft gemaakt, maar de mens moet het leven zelf kiezen, hij moet gewoon vertrouwen en geloof hebben in God, want de Heer zegt: “Ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid” (Johannes 10:10). Evangelie: Lucas 15:1-32 De zorg om wat verloren is 151 buren bijeen en zegt: “Deel in mijn vreugde, want ik heb de drachme gevonden die ik kwijt was.” 10 Zo, zeg ik u, heerst er ook vreugde onder de engelen van God over één zondaar die tot inkeer komt.’ 11Vervolgens zei hij: ‘Iemand had twee zonen. 12De jongste van hen zei tegen zijn vader: Alle tollenaars en zondaars kwamen hem opzoeken om naar hem te luisteren. 2 Maar zowel de farizeeën als de schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen.’ 3 vertelde hun toen deze gelijkenis: 4 Jezus ‘Als iemand van u honderd schapen heeft waarvan er één verloren is geraakt, laat hij dan niet de negenennegentig andere in de woestijn achter om naar het verdwaalde dier op zoek te gaan tot hij het gevonden heeft? 5 het gevonden heeft, legt hij het vol vreugde op zijn schouders 6 het schaap gevonden dat verdwaald was.” 7 “Vader, geef mij het deel van uw bezit waarop ik recht heb.” De vader verdeelde zijn vermogen onder hen. 13 leven leidde en zijn vermogen verkwistte. 14 Na enkele dagen verzilverde de jongste zoon zijn bezit en reisde af naar een ver land, waar hij een losbandig Toen hij alles had uitgegeven, werd dat land getroffen door een zware hongersnood, en begon hij gebrek te lijden. 15 En als hij en gaat hij naar huis. Daar roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tegen hen: “Deel in mijn vreugde, want ik heb Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben. En als een vrouw tien drachmen heeft en er één verliest, steekt ze toch de lamp aan, veegt het hele huis schoon en zoekt ze alles af tot ze het muntstuk gevonden heeft? 9 En als ze het gevonden heeft, roept ze haar vriendinnen en 18 Khorhurd 8 Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem. 21 “Vader,” zei zijn zoon tegen hem, “ik heb gezondigd Hij vroeg om werk bij een van de inwoners van dat land, die hem op het veld zijn varkens liet hoeden. 16 Hij had graag zijn maag willen vullen met de peulen die de varkens te eten kregen, maar niemand gaf ze hem. 17 Toen kwam hij tot zichzelf en dacht: De dagloners van mijn vader hebben eten in overvloed, en ik kom hier om van de honger. 18 Ik zal naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: “Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, 19 ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden; behandel mij als een van uw dagloners.” 20 ging op weg naar zijn vader. Hij vertrok meteen en tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden.” 22 Maar de vader zei tegen zijn knechten: “Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen. 23 kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren, 24 heeft het gemeste kalf geslacht omdat hij hem gezond en wel heeft teruggekregen.” 28 Hij werd woedend en wilde niet naar binnen gaan, maar zijn vader kwam naar buiten en trachtte hem te bedaren. 29 Hij zei tegen zijn vader: Breng het gemeste want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.” En ze begonnen feest te vieren. De oudste zoon was op het veld. Toen hij naar huis ging en al dichtbij was, hoorde hij muziek en gedans. 26 25 Hij riep een van de knechten bij zich en vroeg wat dat te betekenen had. 27 De knecht zei tegen hem: “Uw broer is thuisgekomen, en uw vader “Al jarenlang werk ik voor u en nooit ben ik u ongehoorzaam geweest als u mij iets opdroeg, en u hebt mij zelfs nooit een geitenbokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren. 30 Maar nu die zoon van u is thuisgekomen die uw vermogen heeft verkwanseld aan de hoeren, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht.” 31 Zijn vader zei tegen hem: “Mijn jongen, jij bent altijd bij me, en alles wat van mij is, is van jou. 32 Maar we konden toch niet anders dan feestvieren en blij zijn, want je broer was dood en is weer tot leven gekomen. Hij was verloren en is teruggevonden.”’ Khorhurd 19
Pagina 20

Khorhurd Januari 2021


Pagina 0
Pagina 2
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd December 2020


Pagina 0
Pagina 2
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16

Khorhurd November 2020


Pagina 0
Pagina 2
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd Oktober 2020


Pagina 4
Vr aag en antwoord Deze vraag heeft elk gelovige wel eens gehad: ‘Ben ik het wel waard om de Heilige Communie in te nemen? Heb ik niet te veel zonden begaan de afgelopen tijd? Ik ben toch niet waardig genoeg om het Lichaam en Bloed van Christus in te nemen terwijl ik elke dag, steeds maar weer dezelfde zonden bega. Wanneer er op deze manier nagedacht wordt, zou geen enkel mens op deze wereld heilig genoeg zijn om het Lichaam en Bloed van Christus in te nemen. Dit komt doordat elk persoon elke dag zonden begaat. Christus is namelijk gekomen voor de zieken en zondaars, niet voor de ‘gezonde’ mensen. Dit is te lezen in Marcus 2:15-17: Op een keer was hij bij Levi thuis uitgenodigd voor een maaltijd, samen met zijn leerlingen en een groot aantal tollenaars en zondaars, want velen van hen volgden hem. Toen de farizese Schriftgeleerden zagen dat hij samen met zondaars en tollenaars at, zeiden ze tegen zijn leerlingen: ‘Eet hij met tollenaars en zondaars?’ Jezus hoorde dit en zei tegen hen: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel; ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.’ Ook in Mattheüs 9:13 lezen wij een gelijke zin: ‘’Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.’’ ‘Oké, dus ik mag nu gewoon, wanneer ik wil Heilige Communie innemen?’ Nee, er zijn een aantal punten die belangrijk zijn om te doen voordat je de Heilige Communie mag innemen: 1. Gedoopt zijn. De eerste stap op Heilige 4 Khorhurd Heb ik te veel gezondigd om de Heilige Communie in te nemen? Communie in te mogen nemen, is gedoopt zijn. De sacramenten, waaronder de Heilige Communie, zijn er om het Christelijk leven op een goede manier voort te zetten. Zonder dat je gedoopt bent, ben je geen Christen. Dit is te lezen in Mattheüs 28:19 Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest. Door gedoopt te worden, worden wij leerlingen van de Heer en kunnen wij Hem goed volgen. 2. Weten en geloven wat de Heilige Communie is. Ten tweede is het van belang dat degene die de Heilige Communie inneemt, weet dat het brood en wijn dat wordt geserveerd aan de mensen daadwerkelijk het Lichaam en Bloed van Christus is. Dit moeten zij weten, maar ook in geloven. 3. Geestelijk en lichamelijk voorbereiden om de Heilige Communie in te nemen. Hetgeen dat de mensen innemen is het Lichaam en Bloed van de Heer. Hiervoor is voorbereiding nodig. Deze voorbereiding is een van de redenen waardoor de dienst in de kerk niet een paar minuten is gedaan. De mensen in de kerk worden voorbereid door de Heilige Hymnen en gebeden. De mensen bidden zelf ook om zich voor te bereiden op het innemen van de Heilige Communie. Over het lichamelijk voorbereiden wordt later in dit stuk verteld. 4. Geen ruzie hebben en iedereen hebben vergeven. Vroeger offerden mensen dieren om hun zonden te laten vergeven. Christus kwam op aarde om onze zonden te vergeven. Dit deed hij door aan de hand van laatste offer te zijn door gekruisigd te worden. Christenen offeren geen dieren meer, maar nemen het Lichaam en Bloed van Christus als ons laatste offer. Zo wordt in Mattheüs 5:23-26 het volgende besproken over de deze offer: Wanneer je dus je offergave naar het altaar brengt en je je daar herinnert dat je broeder of zuster je iets verwijt, laat je gave dan bij het altaar achter; ga je eerst met die ander verzoenen en kom daarna je offer brengen. Leg een geschil snel bij, terwijl je nog met je tegenstander onderweg bent, anders levert hij je uit aan de rechter, draagt de rechter je over aan de gerechtsdienaar en word je gevangengezet. Ik verzeker je: dan kom je niet vrij voor je ook de laatste cent betaald hebt (Mattheüs 5:23-26). Uit dit stuk volgt dus dat jij je ruzies bijgelegd moet hebben en mensen hebben vergeven om de Heilige Communie te kunnen nemen. 5. Vergeving vragen van de zonden die zijn begaan. Dit hoort bij het geestelijk voorbereiden. Wanneer een persoon graag de Heilige Communie wil innemen, moet diegene vergeving vragen van de zonden die zijn begaan. Dit kan gedaan worden op twee manieren. De meest voorkomende manier is het zogenaamde groepsbiechten. In de kerk vlak voordat de Heilige Communie wordt uitgedeeld is de diaken geknield voor het altaar en de priester. De diaken zegt op dat moment algemene zonden die elk persoon zou hebben kunnen begaan en eindigt met ‘Megha Asdoetzo/Մեղա Աստուծոյ’ wat betekent ‘Ik heb gezondigd tegen God’. Hierna zegt de priester: ‘Asdvadz toghutyun shnorhestse/Աստուած թողութիւն շնորհեսցէ wat betekent: ‘Moge God u vergiffenis schenken. De gave van het ontslaan van de zonden die de priester heeft gekregen van de kerk komt vanuit Christus die het volgende tegen de apostelen zei: ‘al wat jullie op aarde bindend verklaren zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat jullie op aarde ontbinden zal ook in de hemel ontbonden zijn.’ (Mattheüs 18:18) Hiermee ontslaat de priester de gelovigen in de kerk van hun zonden zodat zij de Heilige Communie kunnen innemen. Hierbij moet er geen verwarring ontstaan dat de priester de zonden vergeeft. Dit kan alleen God namelijk. Een tweede optie is dat de gelovige een persoonlijke biecht doet bij de priester. 6. Ervoor niets eten. Dit is een regel dat door de kerk is gegeven om de gelovigen lichamelijk op het Lichaam en Bloed van Christus voor te bereiden. Het is van belang om te weten dat dit niet geldt voor zieken en personen die in de ochtend moeten eten. Dus bega je te veel zonden om de Heilige Communie in te nemen? Nee, dat zeker niet. Christus is gekomen om de zieken beter te maken. De zonde is een ziekte van de mens. Om ons beter te maken nemen wij het Lichaam en Bloed van Christus. Om ons hierop voor te bereiden volgen wij de vijf stappen die eerder zijn beschreven, dan kan elk gelovige elke zondag de Heilige Communie innemen. Khorhurd 5
Pagina 6
Preek 4 oktober 2020 “Wees eesngezind, leef in vrede. En de God van de liefde en vrede zal met u zijn.” – 2 Korintiërs 13:11 Deze regels tonen aan met welk principe onze relaties moeten zijn, met de wet van liefde. Deze woorden sporen ons aan om ons te verzoenen met onze broeders en zusters, want ongeacht of ze de waarde van liefde, begrip, verzoening, solidariteit en vrede beseffen of niet, wij als christenen zijn verantwoording verschuldigd aan God. Er bestaat geen exceptionele, zelfrechtvaardigende christendom. Iemand kan niet het christendom aanpassen naar zijn eigen wil en zich vervolgens een volger van Christus noemen. Iemand mag niet een gebod ergens houden en ergens anders niet houden. De menselijke ziel moet volledig opgaan in het christelijk geloof. Het christelijk geloof moet ons iedere dag veranderen. Iedere dag moeten onze contacten en relaties worden verbeterd. Onze houding moet worden vermengd met liefde. Onze dagelijkse gesprekken moeten worden gezuiverd van roddels en oordelen. God zaait vrede in onze ziel en wacht tot die zaden ontkiemen. Scheiding, rebellie, wreedheid en onvergevingsgezindheid, ongehoorzaamheid, trots, jaloezie en woede zijn zonden die alleen voortkomen uit het kwaad. Het is heel gemakkelijk en eenvoudig om een vreemdeling iets te doneren en te vertrekken, maar het is erg moeilijk om met kennissen en familieleden vreedzaam, harmonieus en tolerant te zijn, compromissen te sluiten en vergevingsgezind te zijn, maar in het leven als christen is het essentieel en belangrijk. Dus laten we heilige Paulus volgen en zijn aansporingen en toewensingen vervullen. “Ten slotte, broeders, verblijd u, laat u terechtbrengen, laat u aansporen, wees eensgezind, leef in vrede. En de God van de liefde en de vrede zal met u zijn. Groet elkaar met een heilige kus. Al de heiligen groeten u. de genade van de Heere Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen. Amen.” (2 Korintiërs 13:11-13). Evangelie: Marcus 11:27-33 Confrontatie met hogepriesters, schriftgeleerden en oudsten 27 Ze kwamen weer in Jeruzalem aan. Toen Jezus zich in de tempel ophield, kwamen de hogepriesters, de schriftgeleerden en 6 Khorhurd de oudsten van het volk naar hem toe 28 en vroegen hem: ‘Op grond van welke bevoegdheid doet u die dingen? Wie heeft u het recht gegeven om zo te handelen?’ 29 Jezus antwoordde: ‘Ik zal u een vraag stellen; als u me daarop antwoord geeft, zal ik u zeggen op grond van welke bevoegdheid ik zo handel. 30 Doopte Johannes in opdracht van de hemel of in opdracht van mensen? Antwoord mij.’ 31 Ze overlegden met elkaar en zeiden: ‘Als we zeggen: “Van de hemel,” zal hij zeggen: “Waarom hebt u hem dan niet geloofd?” 32 Maar als we zeggen: “Van mensen,” wat dan?’ Ze waren namelijk bang voor de menigte, want iedereen hield Johannes voor een echte profeet. 33 Dus zeiden ze tegen Jezus: ‘We weten het niet.’ En Jezus zei tegen hen: ‘Dan zeg ik ook niet op grond van welke bevoegdheid ik die dingen doe.’ Khorhurd 7
Pagina 8
Preek 11 oktober 2020 “Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer in de offerkist gedaan dan alle anderen die er geld in hebben gegooid.” – Marcus 12:43 Het evangelie van de dag vertelt ons dat de Heer Jezus Christus, vlak voor de Pesach, in de tempel onderwees en de mensen waarschuwde voor de hypocrisie en wetteloosheid van de Schriftgeleerden. Aangezien één van de belangrijkste Joodse feestdagen naderde, kwamen vele pelgrims uit het hele land naar Jeruzalem, De tempel van Jeruzalem was in die dagen vol pelgrims. Elk van hen beschouwden het als hun heilige plicht om als dank aan God een gift aan de tempel te doen - aan het heilige werk waartoe de tempel en zijn bedienden waren geroepen. En zoals de apostel Marcus zegt: “Hij (Christus) ging tegenover de offerkist zitten en keek hoe de mensen er geld in wierpen. Veel rijken gooiden veel geld in de kist. Er kwam ook een arme weduwe, die er twee muntjes in gooide, ter waarde van niet meer dan een quadrans (de munt met de minste waarde). Hij riep Zijn leerlingen bij Zich en zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer in de offerkist gedaan dan alle anderen die er geld in hebben gegooid; want die hebben gegeven van hun overvloed, maar zij heeft van haar armoede alles gegeven wat ze had, haar hele levensonderhoud.” (Marcus 12: 41-44) De Heer Jezus Christus zag het gehele innerlijk van de arme weduwe. Niet in degenen die veel geld gooiden in de offerkist maar deze vrouw, die ter waarde van één brood schonk, vond Hij Zijn goddelijke vreugde. Weduwen worden in de Bijbel vaak met wezen genoemd en dat is niet toevallig. In de psalmen wordt God de “Vader van wezen en Rechter van de weduwen” (psalm 67:7) genoemd. In het boek Job lezen we dat Job de wezen altijd hielp (zie Job 29:12; 31:17) en de weduwen ondersteunde (zie Job 31:16). In de profetie van Jesaja beveelt God om rechtvaardig te zijn jegens de wees en de weduwe het recht te geven (Jesaja 1:17). De apostel Jakobus zegt: “Voor God, de Vader, is alleen dit reine zuivere godsdienst: weduwen en wezen bijstaan in hun nood, en je in acht nemen voor de wereld en onberispelijk blijven.” (Jakobus 1:27). Wezen en weduwen zijn nog steeds één van de meest kwetsbare groepen maar in die tijd waren ze nog kwetsbaarden. Degenen die hun vader of echtgenoot, als hoofd van het gezin, verloren, kwamen in een zeer moeilijke situatie terecht. Er waren geen banen voor vrouwen, 8 Khorhurd noch ontvingen ze pensioenen of uitkeringen. Dus wat overbleef was vertrouwen op de genade van familieleden of op straat smeken voor genade. Gewoonlijk bedroeg hun dagelijkse inkomen niet meer dan twee muntjes, waarmee ze maar één brood of een paar vruchten konden kopen. Dus toen Christus zag dat de weduwe twee muntjes schonk aan de tempel, begreep de Heer dat deze zielige vrouw haar inkomen van de gehele dag schonk. Hij zag dat zij bereid was om de Pesach in honger door te brengen. Degenen die veel geld aan de tempel schonken riskeerden hun bestaan niet, wat ze hadden geschonken was niet veel vergeleken met wat ze hadden. Maar de schenking van de arme weduwe was alles wat zij had. Het was deze onzelfzuchtige toewijding, onwankelbaar geloof en oneindig vertrouwen in God dat Christus in de weduwe zag, haar waardeerde en haar boven de duizenden mensen in de tempel plaatste. Augustinus van Hippo (354-430) heeft gezegd: “Wat is machtiger broeders, dan dat Zacheüs het Koninkrijk van de hemel verkrijgt door de helft van zijn bezittingen, maar de weduwe ook met maar twee muntjes, en dat beiden een gelijk deel hebben daar? (Zie Lukas 19:1-10). Wat is groter dan dat hetzelfde Koninkrijk voor de rijke man schatten waard is, en een glad koud water voor de arme? (Zie Mattheüs 10:42). De Almachtige God, de Heer van hemel en aarde, heeft uiteraard geen ander geschenk dan onze nederige harten nodig. Maar wij beseffen welke onschatbare geschenken God ons, onwaardigen, schenkt, en vanuit onze natuurlijke reactie willen wij zelf ook iets schenken aan onze genadevolle en barmhartige Vader. Sommigen doen dit door te doneren om het huis van God te verbeteren en te onderhouden, anderen door te helpen in de sociale programma’s van de kerk. Sommigen schenken hun fysieke of mentale krachten, anderen hun tijd, talenten en gaven. En sommigen doen, voor de liefde van God, hetgeen wat bijna onmogelijk is, door nederigheid, schenken ze hun tranen van berouw aan de Allerhoogste en wijzen hun passies en verslavingen af. Net zoals God Zijn eniggeboren Zoon zond voor onze verlossing, laat ook zo onze schenkingen grenzeloos en zonder restant zijn. Moge de Heer, door het zien van onze inspanningen en ijver, ons geloof vergroten, en zo dicht mogelijk bij het geloof van de arme weduwe brengen, zodat ook wij in het Koninkrijk van de hemel Gods lof waardig mogen worden. Amen. Evangelie: Marcus 12:35-44 Onderricht in de tempel 35 Jezus vroeg de mensen bij zijn onderricht in de tempel: ‘Hoe kunnen de schriftgeleerden beweren dat de Messias een zoon van David is? 36 Zelf heeft David, geïnspireerd door de heilige Geest, gezegd: “De Heer sprak tot mijn Heer: Khorhurd 9
Pagina 10
‘Neem plaats aan mijn rechterhand, tot ik je vijanden onder je voeten heb gelegd.’” 37 David noemt hem Heer, hoe kan hij dan zijn zoon zijn?’ De talrijke aanwezigen luisterden graag naar hem. Tijdens zijn onderricht zei hij: ‘Pas op voor de schriftgeleerden die zo graag in dure gewaden rondlopen en eerbiedig begroet willen worden op het marktplein, 39 38 in de synagogen en bij feestmaaltijden: 40 en een ereplaats willen ze verslinden de huizen van de weduwen en zeggen voor de schijn lange gebeden op. Over hen zal strenger worden geoordeeld dan over anderen!’ Hij ging tegenover de offerkist zitten en keek hoe de mensen er geld in wierpen. 41 Veel rijken gooiden veel geld in de kist. 42 Er kwam ook een arme weduwe, die er twee muntjes in gooide, ter waarde van niet meer dan een quadrans. 43 Hij riep zijn leerlingen bij zich en zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer in de offerkist gedaan dan alle anderen die er geld in hebben gegooid; 44 want die hebben gegeven van hun overvloed, maar zij heeft van haar armoede alles gegeven wat ze had, haar hele levensonderhoud.’ 10 Khorhurd Preek 18 oktober 2020 “Laat alle dingen op een gepaste wijze en in goede orde gebeuren.” – 1 Korintiërs 14:40 God schiep het universum met orde. Orde en harmonie zijn de basis van Zijn creatie. Alles is geordend: in de hemel en op aarde, in de zee of op het land. De menselijke ziel, het verstand en het lichaam zijn in harmonie. Alles in het universum is in harmonie, dus het kan niet vanuit zichzelf zijn ontstaan. God schiep niet alleen de wereld en het universum op orde, schonk mensen niet alleen vele gaven en verschillende talenten, maar legde de mens ook het gebod op om volgens die orde te leven. Als er geen orde is in het persoonlijke leven, in de maatschappij en binnen relaties, zal er chaos ontstaan. Niet alleen wordt alles op zijn plaats gecreëerd met een missie, maar alles in het menselijk leven komt in een bepaalde orde en tijd. Zoals in het boek Prediker wordt vermeld: “Voor alles is er een vastgestelde tijd, en er is een tijd voor elk voornemen onder de hemel. Er is een tijd om geboren te worden en een tijd om te sterven; een tijd om te planten en een tijd om het geplante uit te trekken; een tijd om te doden en een tijd om te genezen, een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen; een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd om rouw te bedrijven en een tijd om te huppelen; een tij d om stenen weg te werpen en een tijd om stenen te verzamelen, een tijd om te omhelzen en een tijd om zich ver te houden van omhelzen; een tijd om te zoeken en een tijd om verloren te laten gaan; een tijd om te bewaren en een tijd om weg te werpen; een tijd om stuk te scheuren en een tijd om dicht te naaien, een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken; een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten, een tijd van oorlog en een tijd van vrede.” (Prediker 3:1-8). Alle boeken van de Bijbel tonen de weg van de menselijke redding, ze zijn gericht op het organiseren van de juiste, onfeilbare loop van het menselijk leven. Daarom moet een bewuste christen georganiseerd zijn, zich bewust van zijn plaats in dit leven, duidelijk bewust van zijn missie. In zijn eerste psalm zegt koning David: “Gelukkig is de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit, maar vreugde vindt in de wet van de Heer en zich verdiept in Zijn wet, dag en nacht. Hij zal zijn als een boom, geplant aan stromend water. Op tijd draagt hij vrucht zijn bladeren verdorren niet. Alles wat hij doet komt tot bloei” (Psalm 1:1-3). Zich houden aan geboden schept niet alleen orde in iemands leven, het brengt hem zegeningen en brengt de daden tot stand die hij initieert. Gods geboden zijn er om orde in het menselijk leven te brengen. Die regelmaat en geordendheid brengen gaven. Daarom is de gehoorzaamheid die God de mens gebiedt, Khorhurd 11
Pagina 12
voor de redding van de mens, en tegelijkertijd draagt het bij aan het voorzien in geluk in het gezin, evenals aan de juiste opbouw en instandhouding van sociale relaties. Hoewel de harmonie van het universum werd verbroken door de menselijke zonde, kwam onze Heer, onze Verlosser, Jezus Christus, om die harmonie te herstellen door Zijn offer. De geboden die zonden en misdaden verbieden (afwijzende), evenals de geboden om het juiste te doen (verplichtende), zijn de noodzakelijke factoren voor wereldorde, gerechtigheid, de bevestiging van de waarheid, vrede en geluk in het menselijk leven. Laten we daarom de orde, vrede en rust van ons eigen leven herstellen door ons te houden aan deze Bijbelse geboden. Gehoorzaamheid aan de geboden van de Heer draagt bij aan onze genezing, onze lichamelijke en geestelijke gezondheid en de harmonie van lichaam en ziel. Evangelie: Lucas 4:14-23 Optreden van Jezus in Nazaret 14 Jezus keerde, gesterkt door de Geest, terug naar Galilea. Het nieuws over hem verspreidde zich in de hele streek. 15 synagogen en werd door allen geprezen. 16 want hij heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven, 19 20 om een genadejaar van de Heer uit te roepen.’ Hij rolde de boekrol op, gaf hem terug aan de dienaar en ging weer zitten; de ogen van alle aanwezigen in de synagoge waren op hem gericht. 21 Hij zei tegen hen: ‘Vandaag hebben jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan.’ 22 Allen betuigden hem hun bijval en verwonderden zich over de genaderijke woorden die uit zijn mond vloeiden, en ze zeiden: ‘Dat is toch de zoon van Jozef?’ 23 En hij zei tegen hen: ‘Ongetwijfeld zullen jullie me dit gezegde voorhouden: Geneesheer, genees uzelf. Doe alles waarvan wij gehoord hebben dat het in Kafarnaüm gebeurd is, ook hier in uw vaderstad.’ Hij gaf onderricht in de Hij kwam ook in Nazaret, waar hij was opgegroeid, en volgens zijn gewoonte ging hij op sabbat naar de synagoge. Toen hij opstond om voor te lezen, 17 werd hem de boekrol van de profeet Jesaja overhandigd, en hij rolde hem af tot de plaats waar geschreven staat: 18 12 Khorhurd ‘De Geest van de Heer rust op mij, Preek 25 oktober 2020 “Uw wonderbaarlijkeenmachtige Kruis, Christus, is op aarde verrezen als een scepter van macht; volkerenlaten wij aanbidden.” – Hymne voor de vinding van het Kruis Vandaag viert de Armeense Apostolische Heilige Kerk het feest van het vinden van het Kruis. Deze feestdag werd in de kerkkalender vastgelegd ter ere van de wonderbaarlijke gebeurtenis die plaatsvond in de vierde eeuw, toen de vervolging van christenen in het Romeinse rijk eindelijk eindigde en hun vrije religie werd verleend. In die dagen werd door de inspanningen van de vrome koningin Helena het Kruis van Christus, dat eeuwenlang verloren was gegaan, weer opgeheven, zodat de gelovigen het konden aanbidden. De meest opmerkelijke gebeurtenis in dit verhaal is toen besloten werd welke van de drie naast elkaar geplaatste kruizen van de Heer was. Zoals de traditie ons vertelt, werd het onthuld toen de kruizen een voor een naar een overledene werden gebracht. De overledene verrees uit de dood toen het laatste kruis, het Kruis van de Heer, haar aanraakte. “Het kruis is het teken van onze redding.” Heilige Johannes Chrysostomus spreekt hier de onbetwistbare waarheid uit voor ons christenen. En als we dieper in deze gedachte duiken, zien we duidelijk dat voordat we ons tot God keerden, voordat we ons bekeerden en met Christus verenigd waren, we zelf geestelijk overledenen waren. Dat we alleen door de Verlosser en door aanraking met Zijn verlossende Kruis tot leven kwamen en hoop kregen op het eeuwige leven. Daarom is vandaag een persoonlijke feestdag voor elke christen. Ieder van ons viert vandaag zijn eigen opstanding met Christus en het teken van Zijn Heilige Kruis. Vandaag spreken we opnieuw over de kracht van de almachtige God, waarbij we Zijn teken van overwinning herdenken. We houden van het kruis met vrees en dankbaarheid wanneer we ons de rol en betekenis ervan in ons leven realiseren. We moeten altijd met grote dankbaarheid denken aan het grootste offer dat God voor ons heeft gebracht. De meest Rechtvaardige en de Volmaakte keerde er niet voor terug om naast de laagste dief gekruisigd te worden, zodat zelfs die dief de kans op redding zou hebben. De absoluut Onschuldige onderging nederig beledigingen en laster, onderging vernedering en onuitsprekelijk lijden, ondernam vrijwillig de dood aan het kruis, zodat ieder van ons zich aan dat reddende kruis kon vastklampen en de mogelijkheid zou hebben om omhoog te komen. 13
Pagina 14
De Mensgeworden God deed alles voor onze redding en nu is het onze beurt om te handelen. “Wie niet zijn kruis op zich neemt en mij volgt, is mij niet waard.” (Mattheus 10:38), zei Christus. De roeping van Christus om het kruis op ons te nemen betekent dat we de zonde moeten afwijzen, vrij te worden van zondes en ons ware zelf te vinden dat naar het beeld van God is geschapen. Het is niet gemakkelijk, maar God laat nooit iemand alleen. De mens zal nooit in staat zijn om het pad van het kruis te overwinnen, zonder de alles overwinnende Christus aan zijn zij. Hij Die licht is in duisternis, troost is voor rouwende harten, overvloed is tijden van armoede, genezing is voor zieken en verrijzenis is voor de ontslapenen. Daarom moeten wij, die horen dat we onze eigen kruis moeten opnemen en Christus volgen ons verheugen en verblijden, want ons wordt het enige middel tot verlossing aangeboden en de Almachtige God is onze ondersteuner en metgezel. We hebben niet alleen het goede nieuws van verlossing van de liefdevolle Vader ontvangen, maar ook de middelen en het gebaande pad. Gezegend zijn wij, gelukkig is iedereen die, met liefde en dankbaarheid jegens God, zonder te klagen, zonder wanhoop, de moeilijkheden van de wereld accepteert en zonder achterom te kijken, het pad van zijn eigen kruis met Christus bouwt. Moge het heilige kruis van de Heer Jezus Christus ons geloof levend houden, elke dag uitbreiden en versterken, zodat het gebed van lof aan het kruis altijd in ons hart zal klinken: “We knielen voor Uw alles overwinnende en eervolle Kruis, aanbidden U en vragen vergiffenis voor onze schulden, want hiermee werd de veroordeling van de mensheid afgeschaft. En geef nu, ter wille van Uw heilige goddelijke teken, hemelse vrede aan de hele wereld.” Amen. 14 Khorhurd Apostelen van Christus: Andreas De apostel Andreas was één van de twaalf apostelen van Christus. De eerste apostel die Jezus naar zich toe riep was Andreas. Hij was ook de eerste apostel die Jezus Messias noemde. Ook verwijst elk van de Evangeliën naar Andreas als de broer van Petrus. In het Evangelie van Johannes staat het volgende geschreven over de ontmoeting van Jezus en Andreas. “De volgende dag stond Johannes er weer met twee van zijn leerlingen. Toen hij Jezus voorbij zag komen, zei hij: ‘Daar is het lam van God.’ De twee leerlingen hoorden wat Hij zei en gingen met Jezus mee. Jezus draaide zich om, en toen Hij zag dat ze Hem volgden, zei Hij: ‘Wat zoeken jullie?’ ‘Rabbi,’ zeiden zij tegen Hem (dat is in onze taal ‘meester’), ‘waar logeert U?’ Hij zei: ‘Kom maar mee, dan zul je het zien.’ Ze gingen met Hem mee en zagen waar Hij onderdak had gevonden; het was ongeveer twee uur voor zonsondergang en ze bleven die dag bij Hem. Een van de twee die gehoord hadden wat Johannes zei en Jezus gevolgd waren, was Andreas, de broer van Simon Petrus. Vlak daarna kwam hij zijn broer Simon tegen, en hij zei tegen hem: ‘Wij hebben de Messias gevonden’ (dat is Christus, ‘gezalfde’), en hij nam hem mee naar Jezus. Jezus keek hem aan en zei: ‘Jij bent Simon, de zoon van Johannes, maar voortaan zul je Kefas heten’ (dat is Petrus, ‘rots’).” (Johannes 35-42). De apostel Andreas heeft vele reizen gemaakt voor het verspreiden van het Heilige Evangelie. Volgens verslagen waren een aantal van die reizen naar Achaea, gebieden rond de Zwarte Zee en Scythië. Volgens traditie stierf Andreas rond 60 na Christus door kruisiging in de Griekse stad Patras. Volgens de Handelingen van Andreas prees Andreas het kruis als een symbool van de prachtige verlossing van Christus. Een stuk hiervan is het volgende: “Neem mij, draag mij ver weg van de mensen, en geef mij terug aan mijn Leraar, zodat, door jou, degene die mij door jou verlost heeft, mij mag ontvangen. Khorhurd 15

Khorhurd September 2020


Pagina 0
Pagina 2
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16

Khorhurd Augustus 2020


Pagina 4
Preek 2 augustus 2020 “Geniet van het leven met de vrouw die u liefhebt, al de dagen van uw vluchtige leven die Hij u gegeven heeft onder de zon, al uw vluchtige dagen. Want dit is uw deel in het leven en bij uw zwoegen waarmee u zwoegt onder de zon.” – Prediker 9:9 In het evangelie van de dag spreekt de Heer Jezus Christus over thema’s die belangrijk zijn voor ieder persoon: het huwelijk en de echtscheiding. De evangelist Marcus zegt dat de Farizeeën Christus benaderden, terwijl Christus de mensen onderwees, en probeerden Hem te misleiden met hun bedrog. Ze vroegen of het geoorloofd was dat een man van zijn vrouw scheidde, wetende dat de Mozaïsche wet scheiden mogelijk maakte. ‘Maar al bij het begin van de schepping heeft God de mens mannelijk en vrouwelijk gemaakt; daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één worden, ze zijn dan niet langer twee, maar één. Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden’ (Marcus 10: 6-9). Vervolgens spraak Hij zee strikt over de echtscheiding. Zelfs de discipelen vonden de woorden van Christus strikt en moeilijk te vervullen, want zoals de evangelist Mattheüs ons vertelt, zeiden ze toen ze apart waren met de Heer: ‘Als het met de verhouding tussen man en vrouw zo gesteld is, kun je maar beter niet trouwen.’ (Mattheüs 19:10). In het boek Genesis wordt de schepping van Eva als volgt beschreven: ‘Toen liet God, de Heer, de mens in een diepe slaap vallen, en terwijl de mens sliep nam Hij een van zijn ribben weg; Hij vulde die plaats weer met vlees. Uit de rib die Hij bij de mens had weggenomen, bouwde God, de Heer, 4 Khorhurd een vrouw en bracht haar bij de mens. Toen riep de mens uit: ‘Eindelijk een gelijk aan mij, mijn eigen gebeente, mijn eigen vlees, een die zal heten: vrouw, een uit een man gebouwd’’ (Genesis 2: 21-23). Diep en verbazingwekkend mysterieus. De Heer van wijsheid schiep de vrouw niet uit aarde zoals Adam, maar schiep haar speciaal uit zijn rib, waardoor Hij een sterke gelijkenis schiep tussen de twee afzonderlijke schepselen en hen met een natuurlijke en onlosmakelijke band verenigde. De vereniging van twee afzonderlijke zielen, geboren en getogen in twee verschillende families maar toch zo vergelijkbaar en op elkaar lijkend, is het heilige sacrament dat God al in de hemel heeft gevestigd. Volgens het scheppingsplan van de Heer moesten mensen met deze vereniging leven in de harmonie en zaligheid van het Hof van Eden. Deze vereniging en band moest natuurlijk zo zoet en onvervangbaar zijn dat zelfs de gedachte van scheiden niet moest ontstaan. Echter als we kijken naar de nieuwe uitdagingen van de moderne wereld, waarin onze normen en waarden dagelijks worden ontwaard, zien we dat het steeds moeilijker wordt om de woorden van onze Heer toe te passen. Om het huwelijk succesvol te volbrengen en in de loop van tijd niet te laten mislukken is het erg belangrijk om bewust te zijn op welke basis het is gebouwd. Tijdens het sacrament van het huwelijk krijgt het echtpaar Gods zegening maar dit alleen is niet voldoende voor een onomstotelijke huwelijk. Tijdens het sacrament van het huwelijk wordt verondersteld dat het echtpaar geloof heeft tot God, dat zij hun leven zullen vormen naar Gods heilige Wil en volgens Zijn geboden en Zijn hulp zullen vragen in alle omstandigheden. We moeten nederig de heilige Wil van de Schepper accepteren en het pad volgen dat Hij aangeeft. Hierdoor ontstaat er de wil om je op te offeren voor je partner, hem of haar te vergeven en geduldig te zijn naar elkaar. Door gehoorzaam te zijn aan de Wil van God sticht het echtpaar een sterk fundament voor hun nieuwe gezin. Gehoorzaamheid aan Gods Wil betekent volkomen vertrouwen hebben in God en zij hun gezin stichten onder de hoede van God. Dat iedere moeilijkheid dat zich mag voordoen in hun leven te overwinnen is met Gods hulp en kracht. Net zo wordt iedere blijdschap binnen dat gezin volmaakt door Gods zegening. Heer Jezus Christus verrichte Zijn eerste wonder in Kana tijdens een bruiloft. Dit verhaal wordt verteld in het evangelie van Johannes 2:1-10. Tijdens deze bruiloft raakt het wijn op. Jezus luistert naar Zijn moeders verzoek en verandert het water in wijn. Op mysterieuze wijze is de bruiloft in Kana het gezinsleven van ons allemaal. Hier kan de gezinsvreugde, de ‘wijn,’ opraken. De aanwezigheid van Jezus op de bruiloft betekende aanwezigheid van Jezus in het leven van het echtpaar. Wanneer een pas gevormd gezin vanwege hun geloof Gods aanwezigheid in hun huis voelt, betekent dit dat ze zich op elk moment kunnen wenden tot Gods almachtige kracht. Net zoals het echtpaar op de bruiloft van Kana dit deed en de wijn, ofwel de vreugde, nooit tekort kwam en volmaakt werd. Evangelie: Mattheüs 19:2-12 3 Toen kwamen er farizeeën op hem af om hem op de proef te stellen. Ze vroegen: ‘Mag een man zijn vrouw om willekeurig welke reden verstoten?’ 4 Hij zei: ‘Hebt u niet gelezen dat de schepper de mens bij het begin mannelijk en vrouwelijk heeft gemaakt?’ 5 aan zijn vrouw, en die twee zullen één worden; 6 ze zijn dan niet langer twee, maar één. Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.’ 7 Toen vroegen ze hem: ‘Waarom heeft Mozes dan voorgeschreven haar een scheidingsbrief te geven en haar zo te verstoten?’ 8 Hij antwoordde: ‘Omdat u harteloos en koppig bent, daarom heeft Mozes u toegestaan uw vrouw te verstoten. Maar dat is niet vanaf het begin zo geweest. 9 Ik zeg u: wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel, tenzij er sprake was van een ongeoorloofde verbintenis.’ Hierop zeiden zijn leerlingen: ‘Als het met de verhouding tussen man en vrouw zo gesteld is, kun je maar beter niet trouwen.’ 11 10 Hij zei tegen hen: ‘Niet iedereen kan deze kwestie begrijpen, alleen degenen aan wie het gegeven is: 12 er zijn mannen die niet trouwen omdat ze onvruchtbaar geboren werden, andere omdat ze door mensen onvruchtbaar gemaakt zijn, en er zijn mannen die niet trouwen omdat ze zichzelf onvruchtbaar gemaakt hebben met het oog op het koninkrijk van de hemel. Laat wie bij machte is dit te begrijpen het begrijpen!’ Khorhurd 5 En hij vervolgde: ‘Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten
Pagina 6
Preek 9 augustus 2020 ‘Vriend, uw zonden worden u vergeven.’ ‘Ik zeg u, sta op, pak uw bed en ga naar huis.’ – Marcus 2:5 en 11 De evangelist Marcus vertelt ons over een wonderbaarlijke genezing van de Heer. Toen Jezus terugkeerde naar Kafarnaüm, brak er een grote commotie uit in de stad. Sommigen volgden Hem om Gods woord te horen, anderen om genezen te worden en weer anderen om te bespioneren. Jezus stond in het midden van het huis en sprak de mensen toe die zich om Hem heen hadden verzameld. Er was een grote massa aan mensen, de in- en uitgangen van het huis waren afgesloten. Veel van de zieken die naar Jezus waren gekomen om te genezen, waren wanhopig omdat ze geen toegang kregen tot Hem. Onder die zieken is een verlamde man, die door zijn familie op een bed is gebracht. Ze wilden hem naar binnen brengen, maar kregen die kans niet. Dus ze besloten om het bed met de verlamde met een touw vast te binden, en door het dak naar binnen te laten glijden en hem vlak voor Jezus neer te zetten. Jezus ziet het geloof van deze vier mannen en wendt Zich tot de verlamde en zegt: ‘Zoon, uw zonden zijn u vergeven.’ Even later voegt Hij eraan toe: ‘Sta op, neem uw ligmat op en ga naar uw huis.’ Lijden, pijn, fysieke en mentale minderwaardigheid leidden tot verlies van geluk bij de verlamde. Daarom was er geen twijfel dat deze verlamming niet kon worden genezen totdat 6 Khorhurd hij ervan overtuigd was dat de oorzaak van zijn handicap, dat wil zeggen zijn zondes, niet verwijderd waren. Een moment in de aanwezigheid van de Heer en de stem van de redding wordt hoorbaar. ‘Vriend, uw zonden worden u vergeven.’ ‘sta op, pak uw bed en ga naar huis.’ Het lichaam van de verlamde man zou niet in perfecte staat zijn als Christus zijn innerlijke wereld niet zou herstellen. Net zoals het aardse lichaam van de mens niet zou leven als God ons niet van een ziel zou voorzien. Terugkeer naar de oorspronkelijke staat van menselijke onschuld en perfectie. Dit was het uitgangspunt van de genezing. Maar hoe, en met wiens hulp? Jezus zag hun geloof. De mensen die het bed vervoerden waren overtuigd dat Christus, als Gods barmhartige vertegenwoordiger, de verlamde man kon genezen. Anders hadden ze niet door zulke dergelijke moeilijkheden geprobeerd om de verlamde man te vervoeren. Vandaag, tweeduizend jaar later, brengt het Evangelie dezelfde onveranderlijke boodschap over. Geloof, hoop en liefde. Hoe kunnen we zeggen dat wij liefhebben als een ander onze geliefde Christus niet kent, Hem niet accepteert en wij het toestaan dat hij zich verder van de Heer afkeert? We kunnen niemand dwingen om Christus te accepteren, noch kunnen we iemand dwingen christen te worden. Maar we kunnen door onze liefde, ons geloof, ons menselijk leven, een omgeving creëren waarin onze naaste Gods tastbare aanwezigheid en genezende invloed kan voelen, zelfs tijdens moeilijke onmogelijke omstandigheden. Hoe kunnen we zeggen dat we geloven als we Christus niet in ons en in ons dagelijks leven houden, zodat onze naasten de krachtige aanwezigheid van Christus in ons kan zien en voelen? Geloof, zelfs het geloof van een ander, opent immers de deur voor de invloed van de goddelijke kracht van Christus in de mens. Hoe kunnen we zeggen dat we hoop hebben als we niet het vertrouwen hebben om de ziel van onze naasten te genezen? De familieleden van de verlamde man veranderden zijn leven radicaal met hun geloof, hoop en liefde. Als we in de kracht van de Heer geloven, als we onze naasten liefhebben, als we onze omgeving gezond en gelukkig willen zien, dan kunnen we door de kracht van de Heer ons en hun leven veranderen. Evangelie: Marcus 2:1-12 Jezus’ gezag betwist 21 niet door de menigte konden wringen, haalden ze een stuk van het dak weg boven de plaats waar Jezus zat, en toen ze een opening hadden gemaakt, lieten ze de verlamde op zijn draagbed naar beneden zakken. 5 Bij het zien van hun geloof zei Jezus tegen de verlamde: ‘Vriend, uw zonden worden u vergeven.’ 6 Er zaten ook een paar schriftgeleerden tussen de mensen, en die dachten bij zichzelf: 7 meteen door wat ze dachten en dus zei hij: ‘Waarom denkt u zoiets? 9 Hoe durft hij dat te zeggen? Hij slaat godslasterlijke taal uit: alleen God kan immers zonden vergeven! 8 Jezus had Wat is gemakkelijker, tegen een verlamde zeggen: “Uw zonden worden u vergeven” of: “Sta op, pak uw bed en loop”? 10 Ik zal u laten zien dat de Mensenzoon volmacht heeft om op aarde zonden te vergeven.’ Toen zei hij tegen de verlamde: 11 sta op, pak uw bed en ga naar huis.’ 12 ‘Ik zeg u, Meteen stond hij op, pakte zijn bed en ging weg; allen die dit zagen, stondenversteld en loofden God. ‘Zoiets hebben we nog nooit gezien,’ zeiden ze. Toen hij enkele dagen later terugkwam in Kafarnaüm, werd bekend dat hij weer thuis was. 2 Er stroomden zo veel mensen toe dat er zelfs voor de deur geen plaats meer was, en hij verkondigde hun Gods boodschap. 3 Er werd ook een verlamde bij hem gebracht, die door vier mensen gedragen werd. 4 Omdat ze zich Khorhurd 7
Pagina 8
Preek 16 augustus 2020 “Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.” – Lucas 1:28 Vandaag viert de Armeens-Apostolische Kerk de ten hemelopneming van de Heilige Maagd, een van de vijf grote vieringen. De ten hemelopneming van de Heilige Maagd is de verplaatsing van de Maagd naar de hemel, onder leiding van haar eniggeboren Zoon. De Heilige Maagd leefde, na de hemelvaart van Jezus Christus, nog twaalf jaar onder de hoede van apostel Johannes. De aartsengel Gabriël, die Maria verkondigd had dat ze zwanger zou worden van Gods eniggeboren Zoon, verscheen wederom aan haar en vertelde dat haar tijd om te ontslapen was genaderd. Onze-Lieve-Vrouw roept haar naasten en familieleden bijeen, neemt afscheid en zegt troostende woorden. De discipelen van Jezus zijn diep bedroefd dat ze voor altijd gescheiden moeten zijn van de Moeder van God. Dan geeft evangelist Johannes een tak van een cipres aan de Heilige Maagd, om deze op haar gezicht te deppen, zodat deze tak na haar ontslapen als troost bij hen kan blijven. Moeder Maria bidt en de afdruk van haar gezicht komt op de cipres. Christus komt met Zijn hemelse machten, begeleid door engelen, om de ziel van Zijn moeder naar de hemel te leiden. Apostel Bartholomeus was als enige apostel afwezig op de begrafenis van de Heilige Maagd en kon zijn geliefde moeder geen vaarwel zeggen. Hierom vroeg hij om het graf te openen, zodat hij zijn verdriet kwijt kon en vaarwel kon zeggen. Bij het openen van het graf zien ze dat het leeg is. Een stem uit de hemel vertelt hen dat de Moeder van God naar de hemel is gebracht. De apostelen verheugen zich, bidden en geven de afdruk van het gezicht van de Heilige Maagd aan apostel Bartholomeus die het op zijn beurt meeneemt naar Armenië. Zoals bekend, worden op de dag van de viering van de ten hemelopneming van de 8 Khorhurd Maagd Maria de druiven gezegend in de Armeense kerken. volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. 3 Door de misleiding van Adam en Eva was de hele mensheid en de natuur vervloekt. Deze werden gezegend door onze Heer en Verlosser Jezus Christus, die incarneerde en Mens werd door de Maagd Maria. Door haar nederigheid vertrapte de Moeder Gods de slang die Eva misleidde. Het is dus geen toeval dat juist vandaag, tijdens de viering van de ten hemelopneming van Maria, alle gewassen, oogst en in het bijzonder de druiven worden gezegend. Waarom de druiven? Omdat Christus zei: ‘Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken.’ (Johannes 15:5). Doordat wij de ranken zijn op de Wijnstok kunnen wij vruchten werpen. Uit druiven wordt wijn gemaakt, die tijdens de liturgie wordt geconsacreerd tot het heilige Bloed van Christus, die leven en verlossing geeft aan de hele wereld. De Heilige Maagd is een stille prediker voor ons. Haar gedrag getuigd voortdurend van het belang om de geboden te houden. Wij kunnen constant van haar leren om zuiver te zijn. Een zuiver hart, zuivere gedachten en daden te hebben. Deze zuiverheid is nodig om de Heilige Geest in ons te hebben. Evangelie: Lucas 2:1-7 De geboorte van Jezus 21 Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. 4 van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde, 5 te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. 6 Jozef ging om zich Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, 7 en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad. In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. 2 Deze eerste 9
Pagina 10
Preek 23 augustus 2020 “Mijn ziel prijst en loof de Heer, mijn hart juicht om God, mijn Redder: Hij heeft oog gehad voor mij, Zijn minste dienares. Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen, ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan, heilig is Zijn Naam. Barmhartig is Hij, van geslacht op geslacht, voor al wie Hem vereert. Hij toon Zijn macht en de kracht van Zijn arm en drijft uiteen wie zich verheven wanen, heersers stoot Hij van hun troon en wie gering is geeft Hij aanzien. Wie honger heeft overlaadt Hij met gaven, maar rijken stuurt Hij weg met lege handen.’” – Lukas 1:46-53 In het evangelie van Lukas lezen we dit prachtige lofzang die de Heilige Maagd Maria, vervuld met de Heilige Geest, voordraagt. Deze lofzang is zeer bekend en wordt ‘Metsatshoetshe,’ ‘Groot maakt mijn ziel de Heer of in het Latijn ‘Magnificat’ genoemd. Deze lofzang zegt de Theotokos als ze haar nicht Elisabeth bezoekt. Als we de lofzang van Maria lezen zien we in wat voor een diep geloof, zuivere liefde en grenzeloze vertrouwen zij in de Heer had. De Heer koos zelf Zijn dienares om de moeder van Zijn eniggeboren Zoon te zijn. De Moeder Gods geloofde waarlijk in de verrijzenis van God, kende Zijn Godheid, Zijn almachtigheid, Zijn grootheid, Zijn heiligheid, Zijn barmhartigheid, Zijn kracht en Zijn goedheid. In de lofzang van Maria lezen we: ‘grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan.’ Hiermee toont ze aan dat ze gelooft dat 10 Khorhurd God krachtig is almachtig is. Ze begreep, geloofde en accepteerde dat hetgeen met haar gebeurde wonderbaarlijk was. Ze begreep dat door middel van haar de Heer Jezus Christus op aarde zou komen en de mensheid zou verlossen van de zonde, en de deuren van de hemel, die door de ongehoorzaamheid van Adam en Eva gesloten waren, zou openen. Door haar geloof daalde uit de hemel God, een Koning, een Verlosser in haar baarmoeder. ‘Mijn ziel prijst en loof de Heer.’ Ofwel zij beleefde en genoot van de eenheid met God en van Gods aanwezigheid tot in haar ziel. De Moeder Gods leert ons hoe te geloven, te hopen en God lief te hebben. Hoe Hem te kennen, Zijn aanwezigheid te voelen en te leven in Zijn aanwezigheid in eenheid met Hem. Laat de Moeder Gods ons helpen te geloven, te hopen en God meer lief te hebben, net zoals zij geloofde, hoopte en lief had. Evangelie: Lucas 1:39-56 Maria en Elisabet 39 vrucht van je schoot! 43Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? 44 Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. 45 Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.’ 46Maria zei:‘Mijn ziel prijst en looft de Heer, 47mijn hart juicht om God, mijn redder: Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares. Alle geslachten zullen mij voortaan ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan, 48 gelukkig prijzen, 49 heilig is zijn naam. 50 Barmhartig is hij, van geslacht op geslacht, voor al wie hem vereert. 51 en drijft uiteen wie zich verheven wanen, 52 heersers stoot hij van hun troon en wie gering is geeft hij aanzien. 53 Wie honger heeft overlaadt hij met gaven, maar rijken stuurt hij weg met lege handen. 54-55 Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar, Kort daarop reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, 40 Toen Elisabet de waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette. 41 groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld van de heilige Geest 42 en riep luid: ‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de Khorhurd 11 zoals hij aan onze voorouders heeft beloofd: hij herinnert zich zijn barmhartigheid jegens Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid.’ Maria bleef ongeveer drie maanden bij haar, en ging toen terug naar huis. 56 Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm
Pagina 12
Preek 30 augustus 2020 “Gezegend is de mens wiens hoop is in de naam van de Heer en die ijdelheid en valse waanvoorstellingen niet uitstelden.” – Psalm 39:5 Vandaag vieren we de herdenkingsdag van de vondst van de gordel van de Heilige Maagd. De vondst van deze gordel heeft de hele christelijke wereld vreugde gebracht, dankzij welke vele wonderen zijn verricht. Vele gebeurtenissen zijn gelegenheid voor de kerk om te vieren. Enkele hiervan zijn de vondst van de gordel en doos van de Heilige Maagd, de afdaling van heilige Grigor de Verlichter in de kerker, de onthoofding van heilige Johannes de Doper en het martelaarschap van de heiligen, dat een oorzaak van verdriet leek te zijn, maar in de kerkkalender wordt gemarkeerd als feestdag. Dit zijn dagen van viering omdat het bloed van gemartelde heiligen is vermengd met het offerbloed van de Heer. Dit zijn feestdagen, omdat er in het christendom geen eeuwig verdriet is, de dood machteloos is tegenover de opstanding en hoop is een motiverende kracht geweest voor de heiligen. Het leven is het grootste geschenk dat God de mens heeft gegeven en dat is niet beperkt tot dit aardse leven, maar het hemelse en eeuwige wordt de mens beloofd. En dit leven moet geleefd worden met geloof, hoop en liefde. Alle andere leerzame geboden en religieus filosofische gedachten, alle adviezen 12 Khorhurd en aansporingen, zijn afgeleid uit deze drie, want zonder geloof, hoop en liefde heeft het leven geen steunpilaren. Want wanneer iemand zich bekeerd, doopt en christen wordt, worden die gaven hem door God gegeven. En ondanks het feit dat het leven zelf moeilijk, vol beproevingen en tegenspoed is, moet je de hoop niet verliezen en niet vergeten dat duisternis zal worden gevolgd door licht, na de nacht de ochtend komt, dat na de winter, lente en zomer komen, verdriet wordt gevolgd door vreugde, huilen wordt vervangen door gelach. De herfst is niet eeuwig, maar de lente komt eraan, de takken van de boom ontkiemen. Zalige Job zegt: “Voor een boom is er altijd hoop: als hij wordt omgehakt, loopt hij weer uit, er blijven nieuwe loten komen.” (Job 14:7) De dood is niet het einde, maar er is een opstanding en de christen leeft elke dag in de hoop op opstanding. Onze hoop is het wachten op de zonsopgang. Hoop is de mens gegeven om op te staan en niet te vallen. Onze Heer Jezus Christus, de Verlosser, werd gekruisigd voor onze zonden en we leven met de hoop en het geloof om gereinigd te worden van de zonde, gerechtvaardigd en het Koninkrijk der Hemelen waardig te worden. Evangelie: Marcus 4:35-40 Vijf confrontaties: geloof en ongeloof 35 Aan het eind van die dag, toen het avond was geworden, zei hij tegen hen: ‘Laten we het meer oversteken.’ 36 Ze stuurden de menigte weg en namen hem mee in de boot waarin hij al zat, en voeren samen met de andere boten het meer op. 37 Er stak een hevige storm op en de golven beukten tegen de boot, zodat die vol water kwam te Maar hij lag achter in de boot op een kussen te slapen. Ze maakten hem wakker en zeiden: ‘Meester, kan het u niet schelen dat we vergaan?’ 39 staan. 38 Toen hij wakker geworden was, sprak hij de wind bestraffend toe en zei tegen het meer: ‘Zwijg! Wees stil!’ De wind ging liggen en het meer kwam helemaal tot rust. 40 Hij zei tegen hen: ‘Waarom hebben jullie zo weinig moed? Geloven jullie nog steeds niet?’ Khorhurd 13
Pagina 14
Vr aag en antwoord Wat is het koninkrijk van God? Het Koninkrijk van God is het gene wat Jezus Christus op aarde heeft gebracht! In het Evangelie staat beschreven dat met de komst van Christus het Koninkrijk van God aan de mensen wordt gegeven. Het is niet een koninkrijk niet van deze wereld maar van God. Een Koninkrijk van eeuwig leven. Met het koninkrijk van God wordt eigenlijk het leven met de Vader, de Zoon en de Heilige Geest bedoelt. Wij christenen, die leven in het koninkrijk van God, aanbidden onze Vader. Wij komen Zijn gebeden na en gehoorzamen Hem met de kracht van de Heilige Geest. Onze band met God is in dit leven als een 14 Khorhurd soort mysterie. Het koninkrijk van God is er wel maar je ziet het niet. Als Jezus weer terug komt op aarde zal dit Koninkrijk pas te zien zijn. Wij geloven dus dat het koninkrijk van God al toegankelijk is voor ons. Voor de doden is dit Koninkrijk van God nog toegankelijker, omdat wij met de wereldse zonden leven en zij niet meer. Het is daarom heel erg belangrijk dat wij nu al proberen om in het Koninkrijk van God te komen, om te leven met God, zijn woord na te leven met de kracht van de Heilige Geest. Alleen op die manier kunnen wij later het eeuwige leven betreden. Apostelen van Christus: Thomas De apostel Thomas was één van de 12 apostelen van Christus. De karakter van Thomas wordt beschreven in Johannes 11:5-16. Wanneer Jezus van plan was naar Judea terug te keren, waarschuwden de discipelen Hem voor de vijandigheid van de Joden en dat ze Hem wilden stenigen. Thomas antwoordde spoedig hierop met de volgende woorden: “Laten ook wij gaan om met Hem te sterven.”. Zijn toewijding aan Jezus wordt in dit stukje van het Evangelie duidelijk uitgedrukt. Tijdens het laatste avondmaal (Johannes 14:3-7) kon Thomas niet begrijpen wat Jezus bedoelde toen Hij zei: ‘Wanneer ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug. Dan zal ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben. Jullie kennen de weg naar waar ik heen ga.’ Toen zei Tomas: ‘Wij weten niet eens waar u naartoe gaat, Heer, hoe zouden we dan de weg daarheen kunnen weten?’ Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij. Als jullie mij kennen zullen jullie ook mijn Vader kennen, en vanaf nu kennen jullie hem, want jullie hebben hem zelf gezien.’’ De bekendste gebeurtenis in het leven van de apostel Thomas is wellicht de uitdrukking waaruit de ‘twijfelende Thomas’ is voortgekomen. Uit Johannes 20:19-29 volgt dat Thomas niet aanwezig was toen Jezus Christus, na de opstanding, aan de discipelen verscheen. Toen De discipelen het nieuws aan Thomas vertelden zei hij: “Als ik in Zijn handen niet het litteken van de spijkers zie, en mijn vinger niet steek in het litteken van de spijkers, en mijn hand niet steek in Zijn zij, zal ik beslist niet geloven.”. Toen Christus opnieuw verscheen, zei Hij tegen Thomas: “Kom hier met uw vinger en bekijk Mijn handen, en kom hier met uw hand en steek die in Mijn zij; en wees niet ongelovig, maar gelovig.”. Zijn plotselinge reactie hierop en realisatie van de waarheid (“Mijn Heere en mijn God!”) laat zien dat hij de goddelijkheid van Jezus expliciet erkende. Khorhurd 15

Khorhurd juli 2020


Pagina 0
Pagina 2
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16

Khorhurd juni 2020


Pagina 0
Pagina 2
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16

Khorhurd mei 2020


Pagina 0
mei 2020
Pagina 4
Apostelen van Christus: Marcus Apostel en evangelist Marcus Marcus was één van de apostelen van onze Heer Jezus Christus. Hij is de schrijver van één van de Evangeliën van Christus in de Bijbel. Marcus heet eigenlijk Johannes Marcus zoals in handelingen 12:12 staat: ‘12 Toen dit tot hem was doorgedrongen, ging hij naar het huis van Maria, de moeder van Johannes Marcus, waar een groot gezelschap bijeen was gekomen om te bidden.’ Na de kruisiging en opstanding van Christus was het huis van Marcus de eerste christelijke kerk. Hier ontvingen de apostelen de Heilige Geest tijdens Pinksteren. Hij ging samen met apostel Paulus op pas nadat Christus al Zijn apostelen erop uitstuurde om het christendom te verspreiden. Zij gingen samen naar Egypte en stichtten daar de kerk van Alexandria, waar Marcus de eerste Paus an werd. Dit moet niet verward worden met de Paus in Rome. Dit is de persoon die bovenaan de rang staat van de kerk van Alexandria. Deze kerk resulteerde naar de zusterkerk van de Armeens Apostolische kerk, namelijk de Koptisch Orthodoxe kerk. In het jaar 68 na Christus vierden Marcus en de mensen in Alexandria de herrijzenis van Christus, Dit viel op dezelfde dag als het feest van een god in het land. Wegens godslasering werd de kerk, waar Marcus en zijn volgelingen de herrijzenis van Christus vierden, aangevallen en werd Marcus opgepakt en gevangengenomen. De dag erna werd hij gemarteld en vermoord. Hierna wilden zij het lichaam van Marcus verbranden, maar dit ging niet door in verband met regen. Daardoor hebben de christenen in de buurt de kans gekregen om het lichaam van Marcus mee te nemen en in een geheime plek in de kerk in Boskalis begraven. 4 Khorhurd Vr aag en antwoord Wat vieren we met Pinksteren? Goede vrijdag is de dag dat we rouwen om de dood van Jezus Christus. Hij is gestorven aan het kruis ter vergeving van onze zonden om enkele dagen later weer uit de dood op te staan(Pasen). Veertig dagen na zijn wederopstanding vaart Jezus op naar de hemel (Hemelvaart). Voor zijn opvaarding belooft hij zijn discipelen dat Hij ze niet in de steek zal laten en de Heilige Geest op ze af zal laten komen om ze te helpen met het verkondigen van Gods woord. Op de 50ste dag na Pasen, 10 dagen na Hemelvaart, vieren we Pinksteren. Met Pinksteren gebeurde er namelijk iets bijzonders; de Heilige Geest daalde neer op de discipelen, zoals Jezus hen had beloof. Dit kun je nalezen in Handelingen 2 vers 1-4; ‘En toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eensgezind bijeen. En plotseling kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en dat vervulde heel het huis waar zij zaten. En aan hen werden tongen als van vuur gezien, die zich verdeelden, en het zat op ieder van hen. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.’ De apostelen zaten in Jeruzalem bij elkaar en werden op dat moment vervuld met de Heilige Geest. Ze begonnen het woord van Khorhurd 5 God te verkondigen in allemaal verschillende talen. Diezelfde dag bekeerden er 3000 mensen zich tot het Christendom! Deze gebeurtenis wordt vergeleken met een oogst. Dit was de eerste oogst waarbij 3000 mensen zich bekeerden tot het Christendom! Deze oogst zal doorgaan tot iedereen gehoord heeft van het Koninkrijk van God! Met Pinksteren herdenken we dat de Heilige Geest neerdaalde op de apostelen. De Heilige Geest helpt ons in het nemen van beslissingen en lijdt onze levens in goede banen!
Pagina 6
Preek 3 mei 2020 “Wees waakzaam, wees op uw hoede, want uw vijand, de duivel, zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi.” – 1 Petrus 5: 8 Deze zondag hebben de kerkvaders rood of heiligen genoemd. Rood is de kleur van liefde die de hoogten van Golgotha schilderde, zodat de duisternis van de menselijke ziel kon worden getransformeerd in heldere en lichtgevende gaven van de Heilige Geest, in de juwelen van deugd en de onschatbare parels van goddelijke wijsheid. De rode kleur is ook de kleur van de strijd. Dat is wat zowel de Kerk drijft als iedere individuele christen. Deze strijd zal worden bekroond met de overwinning, als we ons niet laten leiden door onze schuldige, trotse ego maar door de belichaming van de allerhoogste nederigheid, de mens geworden, verrezen en overwonnen Jezus Christus. Deze strijd is onzichtbaar en ontastbaar. Als een persoon geen spirituele visie heeft, ofwel voldoende kennis, spirituele ervaring en grote nederigheid, dan kan hij die oorlog heel gemakkelijk verliezen en zijn onbetaalbare, onsterfelijke ziel verliezen. In een van de lezingen van vandaag waarschuwt de apostel Petrus: “Wees waakzaam, wees op uw hoede, want uw vijand, de duivel, zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi. Stel u tegen hem teweer, gesterkt door uw geloof, in het besef dat uw broeders en zusters, waar ook ter wereld, onder hetzelfde leed gebukt gaan.” (1 Petrus 5:8-9). Dit is een zeer belangrijke waarschuwing, en het is niet tevergeefs dat de heilige Apostel zich hier zorgen over maakt, omdat de apostel, vol goddelijke wijsheid, zich wonderwel bewust is van de zwakke menselijke natuur, die vatbaar is voor verschillende zwakheden. Net zoals het fysieke lichaam ‘s ochtends wakker wordt met verse krachten, nieuwe energie en een heldere geest, maar overdag wordt het moe, verzwakt het en beginnen de ogen te sluiten en tenslotte gaat het slapen. Zo is ook de ziel als we onze spirituele waakzaamheid niet houden. Denk aan je eerste stappen in de kerk, of kijk naar de bekering van nieuwelingen. Wat een energie, wat een vreugde, hoeveel belangstelling, ijver en angst is er in hun ogen en daden! Maar na verloop van tijd komt onze zwakke natuur weer op, en we merken niet eens hoe de ogen van de ziel geleidelijk worden verzwaard 6 Khorhurd door de last van onze passies, de stem van ons geweten wordt tot zwijgen gebracht en we bevinden ons in de dodelijke klauwen van mentale luiheid, passiviteit en onverschilligheid. Zonder wroeging zijn we afwezig van de heilige liturgie of lopen we halverwege naar buiten en waarderen we het onschatbare offer van Christus niet. Het offer waardoor we leven en hoop hebben op redding. We lezen het evangelie niet, we luisteren niet naar preken, aangezien we achten dat we genoeg kennis hebben. Wij belijden onze zonden niet, want we stoppen ze te zien als gevolg van geestelijke blindheid. We houden op met elkaar lief te hebben, elkaar te respecteren en te vergeven, en negeren het belangrijkste gebod “Heb uw naaste lief als uzelf” (Marcus 12:30), omdat we onszelf trots beschouwen als ‘ervaren gelovigen.’ Als we onze geestelijke wapens opzij zetten en de verdediging verzwakken, brengen de door verleidingen vergiftigde pijlen van de vijand gemakkelijk schade aan onze ziel. Onverschilligheid, luiheid, verdriet en wanhoop zijn gevaarlijke toestanden voor onze ziel. Daarom roept de apostel op tot ontwaken en herinnert ons aan de eeuwige vijand. Daarom dringt Christus aan op: “Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving komen; de geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak.” (Marcus 14:38). Laten we de kostbare schatten bewaren die de Here God ons heeft gegeven, de onsterfelijke ziel en een standvastige geloof. Wees vastberaden in onze strijd. Laten we niet ontmoedigd worden, laten we niet wanhopen, laten we niet bang zijn, want Jezus Christus heeft de wereld overwonnen (Johannes 16:33), en laat het oneindige licht van het Koninkrijk van de hemel onze koers verlichten en ons naar de eeuwige overwinning leiden. Evangelie: Marcus 4:26-34 26 En hij zei: ‘Het is met het koninkrijk van God als met een mens die zaad uitstrooit op de aarde: 27 hij slaapt en staat weer op, dag in dag uit, terwijl het zaad ontkiemt en opschiet, ook al weet hij niet hoe. 28 De aarde brengt uit zichzelf vrucht voort, eerst de halm, dan de aar, en dan het rijpe graan in de aar. 29 Maar zo gauw het graan het toelaat, slaat hij er de sikkel in, omdat het tijd is voor de oogst.’ En hij zei: ‘Waarmee kunnen we het koninkrijk van God vergelijken en door welke gelijkenis kunnen we het voorstellen? 31 30 Het is als een zaadje van de mosterdplant, het kleinste van alle zaden op aarde wanneer het gezaaid wordt. 32 wordt het het grootste van alle planten en krijgt het grote takken, zodat de vogels van de hemel in zijn schaduw kunnen nestelen.’ Met zulke en andere gelijkenissen verkondigde hij hun Gods boodschap, voor zover ze die konden begrijpen; 34 33 nissen tegen hen, maar wanneer hij alleen was met zijn leerlingen, verklaarde hij hun alles. Khorhurd 7 Maar als het na het zaaien opschiet, hij sprak alleen in gelijke
Pagina 8
Preek 10 mei 2020 “Wie een lamp aansteekt, zet hem niet weg in een donkere nis, maar plaatst hem op de standaard, zodat degenen die binnenkomen het licht kunnen zien.” – Lucas 11:33 De gelovige is de lamp die het leven gevende licht van God draagt, die hij heeft aangestoken van de ware lamp die Christus’ licht draagt en de duisternis van deze wereld en de mensheid verlicht, de Kerk. Dit is een buitengewoon grote verantwoordelijkheid die de hemelse Vader en de Moederkerk hun toegewijde kinderen hebben toevertrouwd. “Wie een lamp aansteekt, zet hem niet weg in een donkere nis, maar plaatst hem op de standaard, zodat degenen die binnenkomen het licht kunnen zien.” (Lucas 11:33). De Heer zegt ook: “Als je hele lichaam verlicht is, zonder dat ook maar een deel in duisternis verkeert, dan is het zo licht als wanneer een lamp je met zijn stralen verlicht.” (Lucas 11:36). Dit betekent dat wij voorzichtig 8 Khorhurd moeten zijn dat het licht in ons duister wordt. Ofwel als het licht van Christus ons hart heeft geraakt is dat geen garantie dat het licht in ons niet kan doven gedurende ons leven. Dus wij moeten onszelf afvragen waar onze gedachten zich van voeden, met welke ideeën we ons vormen en wat we doen, zodat dit licht niet dooft en omgevormd wordt tot duisternis. Het licht brengt goedheid voort en gerechtigheid en waarheid. Onderzoek wat de wil van de Heer is. Neem geen deel aan de vruchteloze praktijken van de duisternis” (Efeziërs 5:9-11). De apostel geeft aan wat de manier is om de onbeschrijfl ijke goddelijke licht te beschermen en de duisternis te vermijden. We hebben een scherpe geestelijke zicht nodig, onze gedachten moeten attent zijn en gevestigd op een sterk geloof en goddelijke wijsheid om de waarheid te onderscheiden van het valse. Om niet te verdwalen in de duistere wegen van deze wereld en om met een door Christus’ licht opgelaaide geest de rusthaven van vrede te bereiken. Om dit alles te bereiken moeten we onze gedachten voeden met de woorden van Schenker van het Goede. Profeet David zingt: “Uw woord is een lamp voor mijn voet, een licht op mijn pad.” (Psalm 119:105). Dus de Bijbel moet ons dagelijks brood zijn voor onze gedachten, zodat we duidelijk het pad van verlossing zien, waarop we voortgaan. Door de Heilige Geest geïnspireerde geschriften van de Kerkvaders moeten we alle dwaalleren, verkeerde interpretaties en valse ideeën uit onze gedachten weren, want deze vergiftigen en verzieken het bewustzijn van de mens. Gebeden en hymnes moeten onze gedachten behoeden en wakker houden en de relatie met de Vader en Schepper vasthouden. Vandaag viert onze kerk de verschijning van het heilige Kruis. 17 eeuwen geleden waren de bewoners van Jeruzalem, christenen of heidenen, getuige van het verschijnen van het teken van het heilige Kruis, die uren lang verscheen aan de hemel in Jeruzalem. De verschijning versterkte het geloof van de volgers van Christus en was de aanleiding voor het bekeren van vele verdwaalde zielen. Op die dag gingen vele harten, dorstig naar de waarheid en het verlossende licht, vanuit alle hoeken van de stad naar de Kerk. Vanuit de hemel schijnende teken toonde de mensen de enige plaats waar het licht van de goddelijke waarheid altijd wordt behouden. Laten we onze zielen verplaatsen naar de hemelse koepel in Jeruzalem waar de teken van het heilige Kruis scheen, zodat die schijnt met het ondoofbare Vuur en het levende Licht oplaait en brandend blijft en ieder van ons de lamp wordt die licht schijnt en diegenen die zoeken naar het ware Licht, licht en warmte vinden. Khorhurd 9
Pagina 10
Evangelie: Lucas 11:33 – 12:12 33 Wie een lamp aansteekt, zet hem niet weg in een donkere nis, maar plaatst hem op de standaard, zodat degenen die binnenkomen het licht kunnen zien. 34 Het oog is de lamp van het lichaam. Als je oog helder is, is je hele lichaam verlicht. Maar als het troebel is, verkeert je lichaam in duisternis. 35 Let dus op of het licht dat in je is, niet verduisterd is. 36 Als je hele lichaam verlicht is, zonder dat ook maar een deel in duisternis verkeert, dan is het zo licht als wanneer een lamp je met zijn stralen verlicht.’ Confrontatie met farizeeën en schriſt geleerden 37 Toen hij uitgesproken was, nodigde een farizeeër hem uit voor de maaltijd. Hij ging naar binnen en ging aan tafel aanliggen. 38 Maar de Toen de farizeeër dat zag, verwonderde hij zich erover dat hij zich niet eerst gewassen had voor de maaltijd. 39 Heer zei tegen hem: ‘Ach, jullie farizeeën! De buitenkant van de beker en de schotel reinigen jullie, maar jullie eigen binnenkant is vol roofzucht en slechtheid. 40 Dwazen, heeft hij die de buitenkant gemaakt heeft niet ook de binnenkant gemaakt? 41 Geef liever de inhoud van beker en schotel als aalmoes, dan is niets meer onrein voor jullie! 42 Maar wee jullie farizeeën, want jullie geven tienden van munt, wijnruit en andere kruiden, maar gaan voorbij aan de gerechtigheid en de liefde tot God; je zou het een moeten doen zonder het andere te laten. 43 Wee jullie farizeeën, want jullie zitten graag op een 10 Khorhurd Daarop zei een wetgeleerde tegen hem: ‘Meester, door die dingen te zeggen beledigt u ook ons.’ 46 Maar Jezus zei: ‘Wee ook jullie, wetgeleerden! Want jullie leggen de mensen ondraaglijke lasten op, maar raken die zelf met geen vinger aan. 47 Wee jullie, want jullie bouwen graftomben voor de profeten, terwijl jullie voorouders hen hebben gedood. 48 Jullie zijn getuigen die instemmen met de daden van jullie voorouders, want zij hebben hen gedood en jullie bouwen de tomben! 49 Daarom heeft God in zijn wijsheid gezegd: “Ik zal profeten en apostelen naar hen zenden, maar ze zullen sommigen van hen doden en anderen vervolgen.” 50 Voor het bloed van al de profeten dat sinds de grondvesting van de wereld vergoten is, zal van deze generatie genoegdoening worden geëist, 51 bloed van Zecharja, die omkwam tussen het brandofferaltaar en het heiligdom. Ja, ik zeg jullie, van deze generatie zal genoegdoening worden geëist! 52 Wee jullie wetgeleerden, want jullie hebben de sleutel tot de kennis weggenomen; zelf zijn jullie niet binnengegaan, en anderen die wel binnen wilden gaan hebben jullie tegengehouden.’ 53 Toen hij het huis verliet, waren de schriftgeleerden en de farizeeën uitzinnig van woede; ze begonnen hem over van alles uit te vragen, 54 in een arglistige poging om hem te betrappen op een ongeoorloofde uitspraak. van het bloed van Abel tot het 45 ereplaats in de synagoge en worden graag begroet op het marktplein. 44 Wee jullie, want jullie zijn als ongemarkeerde graven waar de mensen overheen lopen zonder het te weten.’ Onderricht aan de leerlingen en de menigte 121 Intussen had er zich een enorme menigte verzameld. De mensen verdrongen elkaar, maar hij richtte zich eerst tot zijn leerlingen: ‘Hoed je voor de zuurdesem, dat wil zeggen de huichelarij van de farizeeën. 2 Niets is verborgen dat niet onthuld zal worden, en niets is geheim dat niet bekend zal worden. 3 Alles wat jullie in het duister zeggen, zal in het licht worden gehoord, en wat jullie binnenskamers in iemands oor fl uisteren, zal vanaf de daken bekend worden gemaakt. 4 Tegen jullie, mijn vrienden, zeg ik: wees niet bang voor degenen die het lichaam kunnen doden, maar niet tot iets ergers in staat zijn. 5 Ik zal jullie zeggen voor wie je bang moet zijn. Wees bang voor hem die de macht heeft om iemand niet alleen te doden maar ook in de Gehenna te werpen. Ja, ik zeg jullie, wees bang voor hem! Wat kosten vijf mussen? Bijna niets. Toch wordt er niet één door God vergeten. 7 6 Zelfs de haren op jullie hoofd zijn alle geteld. Wees niet bang, jullie zijn meer waard dan een hele zwerm mussen. 8 Ik zeg jullie: iedereen die mij erkent bij de mensen, zal ook door de Mensenzoon worden erkend bij de engelen van God. 9 Maar wie mij verloochent bij de mensen, zal verloochend worden bij de engelen van God. 10 En iedereen die iets ten nadele van de Mensenzoon zegt, zal worden vergeven. Maar wie lastertaal spreekt tegen de heilige Geest zal niet worden vergeven. 11 Wanneer ze jullie voor de synagogen en de autoriteiten en het gerecht slepen, vraag je dan niet bezorgd af hoe of waarmee je je moet verdedigen of wat je moet zeggen, 12 want de heilige Geest zal jullie op dat moment ingeven wat je moet zeggen.’ Khorhurd 11
Pagina 12
Preek 17 mei 2020 “Zout is iets goeds. Maar als ook het zout zijn smaak verliest, hoe kunnen we het dan zijn kracht teruggeven? Ook voor de bemesting van de grond is het niet meer bruikbaar, dus wordt het weggegooid. Wie oren heeſt om te horen, moet goed luisteren!” – Lukas 14:34, 35 Christus vergelijkt gelovigen met zout. Als gelovigen moeten we zout worden voor de mensen om ons heen, en christelijke liefde verspreiden overal, in elke relatie, in elk werk en in elk probleem. Waarom maakt Christus de vergelijking juist met zout? Omdat zout een van de beste voorbeelden is van opoffering, liefde en toewijding. Zout is niet zichtbaar in voedsel, net als het leven van een christen. Een christen streeft ernaar om zo waardevol te zijn als zout en tegelijkertijd zijn werken niet opvallend te maken. Een christen moet ook weten dat een offer alleen gewaardeerd als het met liefde wordt gedaan. Zoals de apostel Paulus zegt: “Als ik al mijn bezittingen aan de armen geef en dit lichaam van mij laat verbranden, had ik de liefde niet, het zou mij niet baten” (1 Korintiërs 13:3). Het is dus niet genoeg om als zout te smelten om voedsel smaak te geven. Het is noodzakelijk om liefde te hebben, mensen liefde te geven en liefde samen te smelten met het werk. In het evangelie van Mattheüs vergelijkt Christus, samen met zout, de mens met licht. “Jullie zijn het licht in de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Men steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee men zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is. Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel (Mattheüs 5:14-16). Allereerst moet worden gezegd dat Christus zelf “het ware Licht is, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam” (Johannes 1:9). Dat wil zeggen dat de Heer ons aanspoort om zoals Hem te zijn en een licht voor de mensen te zijn. Zoals in alle tijden voelen mensen tegenwoordig ook de behoefte voor liefde, zorg en aandacht. Katholicos Garegin I zegt dat de achtste doodzonde onverschilligheid is. Wij christenen moeten het leven dat God ons heeft gegeven als licht kunnen maken, niet alleen waardevol voor ons, maar ook voor de mensen om ons heen. 12 Khorhurd Christus leert om op te vallen met goede, maar niet opzichtige daden, die het leven van mensen verlichten. Dus aan de ene kant moet de liefde van een christen als licht schijnen, belangrijk zijn, in eerste instantie voor het zicht van de mensen, en aan de andere kant, zoals zout versmelt in voedsel en smaakt geeft, zo moet de christelijke liefde ernaar streven om smaak en reuk te brengen in het leven van de mensen. Evangelie: Lucas 14:25 – 15:32 Het volgen van Jezus 25 een gezant om naar de voorwaarden voor vrede te vragen. 33 Zo geldt ook voor jullie: wie geen afstand doet van al zijn bezittingen, kan mijn leerling niet zijn. 34 de bemesting van de grond is het niet meer bruikbaar, dus wordt het weggegooid. Wie oren heeft om te horen, moet goed luisteren!’ De zorg om wat verloren is 151 Grote mensenmenigten trokken met Jezus mee. Hij wendde zich tot hen en zei: 26 ‘Wie mij volgt, maar niet breekt met zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broers en zusters, ja zelfs met zijn eigen leven, kan niet mijn leerling zijn. 27 Wie niet zijn kruis draagt en mij op mijn weg volgt, kan niet mijn leerling zijn. 28 Want wie van jullie die een toren wil bouwen gaat niet eerst de kosten berekenen, om te zien of hij wel genoeg heeft voor de bouw? 29 Als hij het fundament gelegd heeft maar de bouw niet kan voltooien, zal iedereen die dat ziet hem uitlachen 30 en zeggen: “Die man begon te bouwen, maar het karwei afmaken kon hij niet.” 31 En welke koning die eropuit trekt om met een andere koning oorlog te voeren, zal niet eerst bij zichzelf te rade gaan of hij wel met tienduizend man kan optrekken tegen iemand die met twintigduizend man tegen hem oprukt? 32 Als hij dat niet kan, stuurt hij eerst, wanneer de troepen nog ver van elkaar verwijderd zijn, Alle tollenaars en zondaars kwamen hem opzoeken om naar hem te luisteren. 2 Maar zowel de farizeeën als de schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen.’ 3 Jezus vertelde hun toen deze gelijkenis: 4 ‘Als iemand van u honderd schapen heeft waarvan er één verloren is geraakt, laat hij dan niet de negenennegentig andere in de woestijn achter om naar het verdwaalde dier op zoek te gaan tot hij het gevonden heeft? 5 legt hij het vol vreugde op zijn schouders 6 En als hij het gevonden heeft, en gaat hij naar huis. Daar roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tegen hen: “Deel in mijn vreugde, want ik heb het schaap gevonden dat verdwaald was.” 7 Zout is iets goeds. Maar als ook het zout zijn smaak verliest, hoe kunnen we het dan zijn kracht teruggeven? 35 Ook voor Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben. En als een vrouw tien drachmen heeft en er één verliest, steekt ze toch de lamp aan, veegt het hele huis schoon en zoekt ze alles af tot ze het muntstuk gevonden heeft? 9 En als ze het Khorhurd 13 8
Pagina 14
gevonden heeft, roept ze haar vriendinnen en buren bijeen en zegt: “Deel in mijn vreugde, want ik heb de drachme gevonden die ik kwijt was.” 10 Zo, zeg ik u, heerst er ook vreugde onder de engelen van God over één zondaar die tot inkeer komt.’ 11Vervolgens zei hij: ‘Iemand had twee zonen. 12De jongste van hen zei tegen zijn vader: “Vader, geef mij het deel van uw bezit waarop ik recht heb.” De vader verdeelde zijn vermogen onder hen. 13 zilverde de jongste zoon zijn bezit en reisde af naar een ver land, waar hij een losbandig leven leidde en zijn vermogen verkwistte. 14 Toen hij alles had uitgegeven, werd dat land getroffen door een zware hongersnood, en begon hij gebrek te lijden. 15 Hij vroeg om werk bij een van de inwoners van dat land, die hem op het veld zijn varkens liet hoeden. 16 Hij had graag zijn maag willen vullen met de peulen die de varkens te eten kregen, maar niemand gaf ze hem. 17 Toen kwam hij tot zichzelf en dacht: De dagloners van mijn vader hebben eten in overvloed, en ik kom hier om van de honger. 18 ik ben het niet meer Hij vertrok Ik zal naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: “Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, 19 waard uw zoon genoemd te worden; behandel mij als een van uw dagloners.” 20 meteen en ging op weg naar zijn vader. Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem. 21 “Vader,” zei 14 Khorhurd Na enkele dagen verDe oudste zoon was op het veld. Toen hij naar huis ging en al dichtbij was, hoorde hij muziek en gedanst. 26 25 zich en vroeg wat dat te betekenen had. 27 Hij riep een van de knechten bij De knecht zei tegen hem: “Uw broer is thuisgekomen, en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht omdat hij hem gezond en wel heeft teruggekregen.” 28 niet naar binnen gaan, maar zijn vader kwam naar buiten en trachtte hem te bedaren. 29 Hij zei tegen zijn vader: “Al jarenlang werk ik voor u en nooit ben ik u ongehoorzaam geweest als u mij iets opdroeg, en u hebt mij zelfs nooit een geitenbokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren. 30 Maar nu die zoon van u is thuisgekomen die uw vermogen heeft verkwanseld aan de hoeren, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht.” 31 Zijn vader zei tegen hem: “Mijn jongen, jij bent altijd bij me, en alles wat van mij is, is van jou. 32 niet anders dan feestvieren en blij zijn, want je broer was dood en is weer tot leven gekomen. Hij was verloren en is teruggevonden.”’ Maar we konden toch zijn zoon tegen hem, “ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden.” 22 Maar de vader zei tegen zijn knechten: “Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen. 23 Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren, 24 mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.” En ze begonnen feest te vieren. want deze zoon van Hij werd woedend en wilde Preek 24 mei 2020 “Net zo zeker is het dat Christus, die eenmaal is geofferd om de zonden van velen te dragen, voor een tweede maal zal verschijnen om te redden wie hem verwachten” – Hebreeën 9:28 Vandaag viert de Armeens-Apostolische Heilige Kerk de Tweede Palmzondag. De eerste Palmzondag symboliseert de intocht van Christus in Jeruzalem, waar kinderen Hem zegenden en de Eniggeboren Zoon van God werd verheerlijkt. De tweede Palmzondag symboliseert de intocht van Christus in het hemelse Jeruzalem, waar de engelen God verheerlijken. Het leven is een geschenk van God en gedurende ons leven moeten we God verheerlijken, zoals de kinderen deden bij de intocht van Christus in Jeruzalem. Ze kozen het beste deel – de communicatie met God. Net zoals Christus tegen Martha voor Maria zegt, toen Maria, haar huishoudelijke taken en zelfs gastvrijheid achterwege liet en ervoor koos om naast Christus te zitten en naar Hem te luisteren (Lucas 10:38-42). Het leven met God is geliefd en nobel, het schaadt de mens niet, maar geneest en zuivert hem alleen. Er is niet alleen bescherming in Gods armen, maar ook onbeschrijfelijke veiligheid, die de mens eindeloos zoekt. Het is onmogelijk om iets in de wereld te bouwen, te creëren of uit te vinden dat iemand een gevoel van veiligheid geeft. Alles is mogelijk als God niet bij ons is. Echter, niets kan ons redden, ons gelukkig maken of ons heiligen, omdat het onze Heer en Redder Jezus Christus is die ons van onze zonden verlost, ons vrede en rust geeft, genezing en troost, hoop en het Koninkrijk. Voordat de Heer Jeruzalem binnenging, vroegen de blinde mannen van Jericho aan Hem, om genade met hen te hebben. Net als zij moeten we de Heer aanroepen om genade met ons te hebben, om de verhinderingen van onze ziel te genezen, zodat ook wij de stad van de Heer, Jeruzalem, binnen kunnen gaan. Jezus ging Jeruzalem binnen om gekruisigd en begraven te worden en om te verrijzen voor onze redding. Tot op de dag van vandaag wordt Christus voortdurend geofferd in de heilige kerken, zodat de mens niet voor altijd verloren gaat in zonde en onreinheid, maar om redding en het eeuwige leven hebben. Net als de kinderen moeten we in staat zijn om onze hemelse Ouder lief te hebben met oprechte liefde, Hem ons leven toe te vertrouwen en dan zullen we zeker beschermd tegen de stormachtige winden van dit leven. We zijn kostbaar voor God, want Hij wil onze dood en verlies niet, maar Hij wil onze bekering en redding. Hij heeft ons niet alleen redding geschonken door de kruisiging van Zijn Zoon, Khorhurd 15
Pagina 16
maar door de opstanding van Zijn Zoon beloofde Hij de verrijzenis en het eeuwige leven. Evangelie: Marcus 10:46-11:11 46 Ze kwamen in Jericho. Toen hij met zijn leerlingen en gevolgd door een grote menigte weer uit Jericho vertrok, zat daar een blinde bedelaar langs de weg, een zekere Bartimeüs, de zoon van Timeüs. 47 Toen hij hoorde dat Jezus uit Nazaret voorbijkwam, begon hij te schreeuwen: ‘Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij!’ 48 De omstanders snauwden hem toe dat hij zijn mond moest houden, maar hij schreeuwde des te harder: ‘Zoon van David, heb medelijden met mij!’ 49 Jezus bleef staan en zei: ‘Roep hem.’ Ze riepen de blinde en zeiden tegen hem: ‘Houd moed, sta op, hij roept u.’ 50 Hij gooide zijn mantel af, sprong op en ging naar Jezus. 51 Jezus vroeg hem: ‘Wat wilt u dat ik voor u doe?’ De blinde antwoordde: ‘Rabboeni, zorg dat ik weer kan zien.’ 52 heen, uw geloof heeft u gered.’ En meteen kon hij weer zien en hij volgde hem op zijn weg. Intocht in Jeruzalem 111 Toen ze Jeruzalem naderden en in de buurt waren van Betfage en Betanië bij de Olijfberg, stuurde hij twee van zijn leerlingen vooruit. 2 Hij zei tegen hen: ‘Ga naar het dorp dat daar ligt. Zodra jullie er binnenkomen, zul je daar een ezelsveulen vastgebonden zien staan, dat nog nooit door iemand bereden is; maak het los en breng het hier. 3 Jezus zei tegen hem: ‘Ga Ze gingen op weg en vonden een veulen dat buiten op straat bij een deur was vastgebonden en ze maakten het los. 5 Er stonden een paar mensen die vroegen: ‘Waarom maken jullie dat veulen los?’ 6 Ze zeiden wat Jezus hun had opgedragen te zeggen en de mensen lieten hen begaan. 7 Ze brachten het veulen naar Jezus en legden hun mantels op het dier en hij ging erop zitten. 8 Velen spreidden hun mantels uit op de weg, anderen spreidden takken met bladeren uit, die ze in het veld afhakten. 9 Allen die voor hem uit liepen of achter hem aan kwamen, riepen luidkeels: ‘Hosanna! Gezegend hij die komt in de naam van de Heer. 10 Gezegend het komende koninkrijk van onze vader David. Hosanna in de hemel!’ 11 Hij trok Jeruzalem in en ging naar de tempel. Nadat hij alles in ogenschouw had genomen, ging hij – want het was al laat geworden – met de twaalf terug naar Betanië. 4 En als iemand jullie vraagt waarom jullie dat doen, zeg dan: “De Heer heeft het nodig, hij zal het meteen weer terugsturen.”’ 16 Khorhurd Preek 31 mei 2020 Vandaag viert onze heilige apostolische kerk het Pinksterfeest. Met de komst van de Heilige Geest werd er een nieuw hoofdstuk geopend in de geschiedenis van de mensheid die verder zal worden geschreven tot de wederkomst van de Heer. Met de komst van de Heilige Geest werd de fundering van de kerk van Jezus bevestigd en dankzij de gaven van de Heilige Geest konden de wijze en versterkte apostelen het licht van Onze Heer verspreiden over de hele wereld. Het is dankzij Hem dat de kerk er staat; door eeuwen en diverse beschavingen heen heeft ze het overleefd, door perioden van vernietiging en goddeloosheid. Op de dag van vandaag staat ze nog steeds sterk tegen alle stormen van de wereld en dit voor de glorie van de Heer Jezus Christus en de redding van Zijn getrouwe volgelingen. De lezing van vandaag brengt ons mentaal naar de Bovenzaal in Jeruzalem, waar de Heer Jezus Christus de laatste openbaringen deed voor Zijn geliefde apostelen en de laatste raad gaf voor Zijn lijden en kruisiging. “Dit alles zeg ik tegen jullie nu ik nog bij jullie ben. Later zal de Pleitbezorger, de Heilige Geest die de Vader jullie namens Mij zal zenden, jullie alles duidelijk maken en alles in herinnering brengen wat Ik tegen jullie gezegd heb”, zei Christus en vervolgde: “Ik laat jullie vrede na; Mijn vrede geef ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan. Maak je niet ongerust en verlies de moed niet” (Johannes 14: 25-27). Welke vrede heeft de Verlosser ons nagelaten, en hoe verhoudt deze zich tot Pinksteren? De vrede van Christus is de rust van de ziel die “niet is zoals die in de wereld wordt gegeven”. Dit is de vrede die de priester die de liturgie viert ons tientallen keren wenst in de hele heilige liturgie en wij antwoorden dat wij hem hetzelfde wensen voor zijn ziel. Het is dit verlangen naar vrede dat de kluizenaar ertoe dwingt de vreugdes en genoegens van de wereld op te geven en op de bergen en in woestijnen zichzelf af te zonderen. Veel mensen zijn op zoek naar deze vrede, maar slechts enkelen vinden dit, omdat ze hiernaar op zoek zijn op deze wereld, door valse fi losofi eën en hulp van valse leraren en dergelijke. In het twintigste hoofdstuk van het evangelie van Johannes, lezen we het gedeelte waar de opgestane Christus verschijnt aan Zijn discipelen. We zien dat de Heer hen begroet door te zeggen: “Ik wens jullie vrede”, en na deze woorden blies Hij over hen heen en zei: “Ontvang de Heilige Geest” (Johannes 20:19-22). En in zijn brief aan de Galaten maakt de apostel Paulus duidelijk dat vrede een van de vruchten van de Heilige Geest is. “Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing” (Galaten 5:22-23). Khorhurd 17
Pagina 18
De mens verloor zijn vrede toen hij door het gebod te overtreden vijandig werd tegenover de Schepper. Uit de opstandigheid en de zonde ontstond een enorme afgrond die de mens de vrede ontnam. De vrede was het resultaat van een directe verbinding tussen mens en God. Door die band te verbreken, ontnam de mens zichzelf al het goede dat alleen God kan geven. “Luisterde je maar naar mijn geboden, dan zou jouw vrede zijn als een rivier”, zegt de Heer in de profetie van Jesaja (48:18). Alleen in God kan de mens het ware geluk en vrede vinden, want zo zijn wij geschapen. Dat is onze essentie. En door te zondigen en ons niet te bekeren, verzetten we ons voortdurend tegen Gods heilige wil. In plaats van te vechten tegen de zonde, vechten we tegen de geboden van de Heer. In plaats van Christus de betekenis en het hoofddoel van ons leven te maken, kiezen we dwaas het pad van de zonde en vragen we ons dan af waarom we geen vrede vinden in onze families, in onze zielen, binnen de vrienden- en familiekringen. In ieder deel van ons leven, dag en nacht, tijdens vreugde en verdriet, moeten we onze band sterk houden met de Schepper. We mogen de kostbare gelegenheid en tijd die ons wordt gegeven niet verliezen. We moeten ijverig zijn in ons geestelijk leven en de vruchten van de Heilige Geest zullen niet lang op zich laten wachten. Deze hemelse vrede die door de Heilige Geest wordt gegeven, is een zalige staat van de ziel, een hemelse schat en een zegen van God. 18 Khorhurd Dit is een van de belangrijkste en kostbaarste geschenken die de Heer heeft nagelaten en die rechtstreeks uit de hemelse bron wordt gevoed. Alleen de vrede van de Heer is duurzaam, oprecht, volledig en onberispelijk. Evangelie: Marcus 14:1-26 Jezus met kostbare olie gebalsemd 141 De volgende dag zou het feest van Pesach en het Ongedesemde brood beginnen. De hogepriesters en schriftgeleerden zochten naar een mogelijkheid om hem door middel van een list gevangen te nemen en te doden. 2 Ze zeiden bij zichzelf: Tijdens het feest kan dat niet, want dan komt het volk in opstand. Toen hij in Betanië in het huis van Simon – degene die aan huidvraat had geleden – aanwezig was bij een feestmaal, kwam er een vrouw binnen. Ze had een albasten fl esje bij zich dat gevuld was met zeer kostbare, zuivere nardusolie. Ze brak het fl esje en goot de olie uit over zijn hoofd. 4 Sommige aanwezigen zeiden geërgerd tegen elkaar: ‘Waar is deze verkwisting goed voor? 5 Die olie had immers voor meer dan driehonderd denarie verkocht kunnen worden, en dat geld hadden we aan de armen kunnen geven.’ Ze voeren tegen haar uit. 6 en jullie kunnen weldaden aan hen bewijzen wanneer je maar wilt, maar ik zal niet altijd bij jullie zijn. 8 mijn lichaam nu al met olie gebalsemd, met het oog op mijn begrafenis. 9 waar ook maar ter wereld het goede nieuws 3 Maar Jezus zei: ‘Laat haar met rust, waarom vallen jullie haar lastig? Ze heeft iets goeds voor mij gedaan. 7 Want de armen zijn altijd bij jullie, Wat ze kon, heeft ze gedaan: ze heeft Ik verzeker jullie: verkondigd wordt, zal ter herinnering aan haar verteld worden wat zij heeft gedaan.’ Toen ging Judas Iskariot, een van de twaalf, naar de hogepriesters om hem aan hen uit te leveren. 11 10 Toen zij dit hoorden, waren ze opgetogen en beloofden ze hem geld te zullen geven. En hij zon op een mogelijkheid om hem op een geschikt moment uit te leveren. Het pesachmaal 12 Op de eerste dag van het feest van het Ongedesemde brood, wanneer het pesachlam wordt geslacht, zeiden zijn leerlingen tegen hem: ‘Waar wilt u dat wij voorbereidingen gaan treffen zodat u het pesachmaal kunt eten?’ 13 Hij stuurde twee van zijn leerlingen op pad en zei tegen hen: ‘Ga naar de stad. Daar zal een man die een kruik water draagt jullie tegemoet komen; volg hem, 14 nengaat, moeten jullie tegen de heer des huizes zeggen: “De meester vraagt: ‘Waar is het gastenvertrek waar ik met mijn leerlingen het pesachmaal kan eten?’” 15 bovenzaal wijzen, die al is ingericht en waar alles gereedstaat; maak daar het pesachmaal voor ons klaar.’ 16 de stad, en alles gebeurde zoals hij gezegd had, en ze bereidden het pesachmaal. Toen de avond was gevallen, kwam hij met de twaalf. 18 17 Terwijl ze aanlagen voor de maaltijd, zei Jezus: ‘Ik verzeker jullie: een van jullie, die met mij eet, zal mij uitleveren.’ 19 Ze werden bedroefd en vroegen een voor een aan hem: ‘Ik ben het toch niet?’ 20 ‘Het is een van jullie twaalf, die met mij uit Khorhurd 19 Maar hij zei tegen hen: De leerlingen vertrokken naar dezelfde kom eet. 21 Want de Mensenzoon zal heengaan zoals over hem geschreven staat, maar wee de mens door wie de Mensenzoon uitgeleverd wordt: het zou beter voor hem zijn als hij nooit geboren was.’ Terwijl ze aten, nam hij een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood, deelde het uit en zei: ‘Neem hiervan, dit is mijn lichaam.’ 23 En hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker, en allen dronken eruit. 24 zei tegen hen: ‘Dit is mijn bloed, het bloed van Hij het verbond, dat voor velen vergoten wordt. 25 Ik verzeker jullie: ik zal niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag komt dat ik er opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van God.’ 26 vertrokken ze naar de Olijfberg. en wanneer hij ergens bin22 Nadat ze de lofzang hadden gezongen, Hij zal jullie een grote
Pagina 20

Khorhurd April 2020


Pagina 0
Pagina 2
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd Maart 2020


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20
Pagina 22
Khorhur 23 d
Pagina 24

Khorhurd februari 2020


Pagina 0
Pagina 2
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16

Khorhurd Januari 2020


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
14 Khorhurd
Pagina 16

Khorhurd december 2019


Pagina 0
Pagina 2
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd november 2019


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16

Khorhurd oktober 2019


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16

Khorhurd augustus 2019


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16

Khorhurd juli 2019


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd juni 2019


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd mei 2019


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16

Khorhurd april 2019


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd maart 2019


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20
Pagina 22
Pagina 24
Pagina 26
Pagina 28

Khorhurd februari 2019


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20
Pagina 24

Khorhurd januari 2019


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20
Pagina 24

Khorhurd december 2018


Pagina 4
Symboleny In de kerk wordt er op nieuwjaarsdag granaatappels gezegend. Waarom worden granaatappels gezegend op nieuwjaarsdag? Waar staan granaatappels symbool voor? In het christendom staan granaatappels symbool voor de kerk. De zaadjes van de granaatappel zitten dichtbij elkaar en houden elkaar vast door de schors. De schors staat symbool voor de kerk en de zaadjes de leden van de kerk. Zoals de schors de zaadjes dichtbij elkaar houdt, zo is het de taak van de kerk om de leden van de kerk ook dichtbij elkaar te brengen en te houden. Dit doet de kerk in de liefde van Christus. Wanneer de granaatappel wordt geopend, is te zien dat de granaatappel verdeeld is in verschillende delen. De granaatappel is een geheel verdeeld in verschillende stukken. Zo is de kerk ook; een geheel in diversiteit van mensen. 4 Khorhurd De kroon van de granaatappel staat symbool voor de kroon van de Koning der koningen, namelijk Jezus Christus. Ook staat het symbool voor Zijn macht over de wereld. De rode kleur van de granaatappel staat symbool voor de Bloed die Christus heeft vergoten voor onze zonden op het kruis. De granaatappel groeien in doornen totdat ze rijp zijn, dan vallen ze van de boom. Sint Gregori van Narek vergeleek dit met de mensen die leven op deze wereld. Zij maken moeilijkheden en tegenslagen mee voor de liefde van God, maar zolang zij dit volhouden, zullen zij na hun dood vrijkomen van deze narigheid en voor eeuwig leven in Christus, onze God. Badarak Dompelen Met de doxologie zijn de eucharistische gebeden afgesloten en wordt het Lichaam (brood) in het Bloed (wijn) gedompeld en gebroken om het aan alle gelovigen te geven. De priester bidt in stilte het volgende: Oh God onze Heer, U die ons christenen noemde in naam van Uw Zoon, en ons de doop schonk door de geestelijke doopvont ter kwijtschelding van onze zonden, en ons waardig maakte deel te nemen in het Lichaam en Bloed van Uw Eniggeborene. En nu, oh Heer, smeken we U, maak ons waardig dit heilige Mysterie te nemen ter kwijtschelding van onze zonden, en met dankzegging U te verheerlijken, samen met de Zoon en de heilige Geest, nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Gedurende dit stille gebed dompelt de priester het Lichaam in het Bloed. De priester draait zich daarna om en houdt de miskelk en schaal voor zich om aan het volk te tonen en zingt luid: (Ի սու րբ, ի սու րբ, պատու ական Մարմն ոյ եւ յԱրենէ Տեառն մե րոյ...) Laten we in heiligheid het heilige, heilige en eervolle Lichaam en Bloed van onze Heer en Verlosser Jezus Christus nuttigen, dat uit de hemel neerdaalt en onder ons wordt verdeeld. Dit is het Leven, Hoop, Verrijzenis, vergeving en kwijtschelding van zonden. Zing psalmen voor onze Heer God; Zing psalmen voor onze onsterfelijke hemelse Koning, die rijdt op de cherubijnen. Het Bloed wordt beschouwd als symbool voor het leven. 18U weet immers dat u niet met zoiets www.khorhurd.nl 5 vergankelijks als zilver of goud bent vrijgekocht uit het zinloze leven dat u van uw voorouders had geërfd, 19 maar met kostbaar bloed, van een lam zonder smet of gebrek, van Christus. (1 Petrus 1:18-19). De gemeenschap van gelovigen, de kerk, is het Lichaam van Christus, met Christus als haar Hoofd. Een lichaam is een eenheid die uit vele delen bestaat; ondanks hun veelheid vormen al die delen één lichaam. Zo is het ook met het Lichaam van Christus. 13 Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden, wij zijn allen van één Geest doordrenkt, of we nu Joden of Grieken zijn, of we nu slaven of vrije mensen zijn. 14 Immers, een lichaam bestaat niet uit één deel, maar uit vele. (1 Korintiërs 12:12-14). Het dompelen van het Lichaam van Christus in het Bloed symboliseert een spirituele doop van de gelovigen in Christus’ dood, begrafenis en Zijn glorieuze verrijzenis. Door het dompelen van het Lichaam, ofwel de kerk, in het Bloed wordt de verlossing door Zijn Bloed benadrukt. We zijn door de doop in Zijn dood met Hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden. (Romeinen 6:4) 4 12
Pagina 6
Overzicht In dit overzicht van de Heilige Liturgie worden de verschillende delen kort verwoord. Achter de delen staan de pagina’s waar het beschreven staat in het Heilige Liturgie boek van Surp Hoki Amsterdam. Tevens is er vermeld in welke editie het is besproken. Als er niets staat, is het niet besproken. I. Zuivering (april 2018) 1. Kleden (Wordt privé gedaan) 2. Zuivering (pag. 8 - 15, december 2017) a. Wassen van de handen b. Priester biecht zijn zonden tegen de gelovigen en vraagt hen te bidden voor hem. 3. Toetreding (Priester betreedt het altaar) (pag. 15 - 23, februari 2018) 4. Prothesis (Het gesloten gordijn symboliseert het mysterie van de incarnatie) (pag. 24 - 25, februari 2018) a. De priester ontvangt de off ergaven van het volk (brood en wijn) b. Priester off ert de giſt en aan God II. Synaxis (Liturgie van het Woord) (april 2018) 1. Bewieroking (Ashkharkalots) (Het gordijn wordt geopend en de priester en de diakenen lopen tussen het volk) (pag. 26 - 29, april 2017) 2. Enarxis (Het Koninkrijk van God wordt verklaard) (pag. 29 - 45, maart 2018) 3. Kleine intrede (Sourp Asdvadz (trisagion) wordt gezongen terwijl de diaken het Evangelie brengt) (pag. 45 - 49, mei 2018) 4. Bijbellezing (Lezingen uit het Oude Testament, het Nieuwe Testament en de Evangeliën) (pag. 50 - 51, juni 2018) 5. Geloofsbelijdenis (Havadamk) (Uiteenzetting van de basisbeginselen van ons geloof) (pag. 51 - 55, februari 2017) 6. Gebeden na de lezingen (Hiermee wordt de Synaxis, ofwel het onderwijzende onderdeel van de Liturgie beëindigd) (pag. 55 - 61, juli 2018) 6 Khorhurd Heilige Liturgie III. Eucharistie (Liturgie van het Eucharistie) (april 2018) 1. Collecte (“Nam”) a. Grote intrede (De priester doet zijn kroon en zijn slippers uit. De diaken brengt de giſt en) (pag. 62 - 67, maart 2017) b. Leggen van de off ergaven (De giſt en worden op het altaar gelegd) (pag. 67 - 69) c. Heilige kus (Voghchoeyn) (De Kerk en de gelovigen zijn één lichaam. De gelovigen tonen liefde door elkaar te kussen en te omhelzen en zeggen: “Krisdos i mech mer haydnetsav/Christus heeſt zich openbaard tussen ons” en antwoorden: “Orhnyal e haytnutyunn Krisdosi/Gezegend is de openbaring van Christus.”) (pag. 70 - 73, juni 2017) 2. Eucharistia (“Dankte”) a. Proloog (Dankzegging) (pag. 73 - 75, augustus 2018) b. Anamnese (Sourp, Sourp, Sourp wordt gezongen en de priester herhaald Christus’ woorden, “Neem, eet.. Matt. 26:26) (pag. 74 - 75, augustus 2017) c. Epiclese (De priester bidt dat de Heilige Geest neerdaalt in de off ergaven en het, het Lichaam en Bloed van Christus maakt.) (pag. 75 - 79, september 2017) d. Diptiek (De strijdende kerk herinnert en verenigt zich met de overwonnen kerk.) (pag. 79 - 85, oktober 2017) e. Gebed des Heren (We zijn kinderen van God geworden en roepen: “Onze Vader”.) (pag. 92 - 93) f. Buiging (De priester buigt samen met de gelovigen om hun nederigheid te tonen) (pag. 93 - 95) g. Verheffi ng (Verheff en van het Lichaam en Bloed) (pag. 94 - 95) h. Doxologie (Bezingen van de heerlijkheid van de Heilige Drie-eenheid) (pag. 94 - 97) 3. Breken (“Brak”) a. Dompelen (Spirituele doop in het leven-gevende Bloed) (pag. 96 - 97) b. Breken (De priester breekt het Brood voor de Heilige Communie) (pag. 96 - 99) 4. Communie (“At”) a. Gebed voor de Heilige Communie (Vreugde en dank) (pag. 99 - 105, mei 2017) b. Communie deelname (Gordijn is open) (pag. 106 - 107) c. Dankzegging (Gordijn is dicht) (pag. 107 - 109, januari 2018) IV. Afsluiting (april 2018) 1. Gebed te midden van de kerk (Priester daalt vanaf het altaar) (pag. 109 - 113) 2. Laatste lezing uit het Evangelie (Joh. 1:1-12 herinnert ons hoe Christus mens werd voor ons) (pag. 125 - 129) 3. Laatste zegening en afsluiting (De gelovigen kussen de Bijbel en nemen ‘mahs’ mee voor diegenen die niet naar de Liturgie konden komen) (pag. 130 - 131) www.khorhurd.nl 7 Heilige Liturgie
Pagina 8
Preek 2 december 2018 “Maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen.” – Lukas 13:5 Onze Heer en Verlosser Jezus Christus spreekt over bekering. Hij vertelt over bekende gebeurtenissen van Zijn tijd toen de Galileeërs werden gedood door Pilatus en de dood van 18 mensen door de val van de Siloamtoren. Hierna volgt een gelijkenis die alleen in het evangelie van Lucas voorkomt. Een man die drie achtereenvolgende jaren naar zijn wijngaard komt, vindt geen vruchten in de vijgenboom en beveelt de wijngaardenier om de onvruchtbare boom om te zagen. De wijngaardenier vraagt zijn eigenaar nog een jaar te wachten op resultaat. Wat is de onvruchtbare vijgenboom? Een mens die zichzelf niet rechtvaardigt in zijn missie. De tijd werkt zowel in ons voordeel als in ons nadeel. De tijd verstrijkt en we leven nog steeds met aardse verlangens, en vergeten het hemelse. Als Christenen vallen we van het ene uiterste in het andere wat betreft de bekering in het geestelijk leven. Enerzijds beschouwen we de bekering als het begin en tijdelijke fase van het spirituele pad. Anderzijds concentreren we ons zo op de bekering dat we de liefde en vreugde, die de Here Jezus ons heeft gegeven, vergeten. Het bekeren kan niet voorbij zijn. Het is een voortdurend vernieuwende beleving, gevoel en bewustzijn. Ons hele leven lang zijn we bezig met bekeren, omdat we voortdurend 8 Khorhurd vallen, voortdurend zondigen. We hebben constant behoefte aan bekering. Dat is de behoefte aan zelfrefl ectie en berouw. God wil laten zien dat Hij de loop van ons leven volgt en goede vruchten wil zien. Hij vertelt deze gelijkenis, omdat Hij de vrije wil van de mens nooit afneemt, zodat de mens, vanuit zijn eigen wil, vecht om zijn plaats in het Koninkrijk der Hemel. Voor een Christen is de zonde niet het ergste maar de onbewuste zonde. God wil de redding van ieder van ons. Hij wil dat ieder van ons berouw toont en zich bekeert. De bekering is een mooie manier voor een Christen om zijn zondes tegen zijn Schepper en de Goddelijke geboden te aanvaarden. De gehele Bijbel spreekt van een leven waarin God centraal staat. De kern hiervan is berouw, bewustzijn van zondes en dan liefde en genade. Maar bekering mag geen belemmering vormen voor het leven met liefde, vrede en geluk. In dit verhaal leert Christus ons om ons leven te leiden volgens de Goddelijke geboden. Zoals de wijngaardenier de eigenaar vroeg extra tijd te geven in de hoop dat de vijgenboom vruchten zou werpen, zo geeft onze Heer ons tijd in de hoop dat wij ook vruchten zullen werpen, goede vruchten. Evangelie: Lucas 13:1-9 Schuld en lijden 1 Er waren juist op dat tijdstip enigen bij Hem, die Hem berichtten over de Galileeërs van wie Pilatus het bloed met hun offers vermengd had. 2 En Jezus antwoordde en zei tegen hen: Denkt u dat deze Galileeërs grotere zondaars zijn geweest dan alle andere Galileeërs, omdat zij zulke dingen geleden hebben? 3 Ik zeg u: Nee, maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen. 4 Of die achttien, op wie de toren in Siloam viel en die daardoor gedood werden, denkt u dat zij meer schuld hebben gehad dan alle andere mensen die in Jeruzalem wonen? 5 Ik zeg u: Nee, maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen. De onvruchtbare vijgenboom 6 En Hij sprak deze gelijkenis: Iemand had een vijgenboom, die in zijn wijngaard geplant was. En hij kwam om daaraan vrucht te zoeken, maar vond die niet. 7 Toen zei hij tegen de wijngaardenier: Zie, ik kom nu al drie jaar vrucht zoeken aan deze vijgenboom en vind die niet. Hak hem om. Waarom beslaat hij de aarde nutteloos? 8 En hij antwoordde en zei tegen hem: Heer, laat hem ook nog dit jaar staan, totdat ik om hem heen gegraven en hem bemest heb. 9 Wellicht dat hij dan vrucht draagt. Maar zo niet, dan moet u hem alsnog omhakken. www.khorhurd.nl 9
Pagina 10
Preek 9 december 2018 “Iemand wilde een groot feestmaal geven en nodigde tal van gasten uit.” – Lukas 14:16 De lezing van vandaag is een van de gelijkenissen van onze Heer Jezus Christus. Het verhaal vertelt ons dat een koning een groot feest organiseert en wanneer hij zijn dienaren stuurt om de genodigden te roepen, vinden zij verschillende redenen om niet te gaan, weigeren de uitnodiging van de koning en doden zelfs de dienaren die gestuurd zijn. De koning wordt boos en beveelt zijn dienaren om voor de maaltijd iedereen uit te nodigen die hun pad zal kruisen, hetzij arm of rijk, goed of slecht, ziek of gezond. De dienaren gehoorzamen het bevel en nodigen iedereen uit in het huis van de koning. Deze gelijkenis beschrijft de intenties van de hemelse Koning, God de Almachtige, voor Zijn schepselen. De Heer heeft Zijn Koninkrijk voorbereid, heeft ieder van ons uitgenodigd en blijft ons uitnodigen en wacht op wat voor antwoord wij zullen geven. Immers, wanneer de klokken van de kerk elke dag luiden, worden wij geroepen tot de Goddelijke Liturgie of de dagelijkse dienst. Hier klinkt de uitnodiging van de Heer om de aardse zorgen en daden opzij te zetten en naar Gods huis te komen. Wanneer wij eerlijk tegen onszelf zijn zullen we zien hoeveel redenen we bereid zijn te verzinnen. We verwerpen allen de uitnodiging van de Heer en zoeken naar excuses om het te rechtvaardigen. De hemelse Koning, de Schepper van het hele universum, nodigt ons uit bij Hem thuis, en wij zeggen, “Wacht, Mijnheer, we hebben nu geen tijd. We zullen de klussen klaren en later komen; ons persoonlijke leven zullen we organiseren en pas later zullen we komen; later, als onze gezondheid of fi nanciële situatie verbeterd is, dan zullen we komen en bidden, pas dan zullen we U verheerlijken”. Deze reeks van excuses kan eindeloos doorgaan alleen maar omdat we de stem van de Heer willen blijven negeren. En terwijl we op die manier verder leven, zullen we op een dag zien dat ons leven in een vogelvlucht voorbij is gegaan en we niet bereid zijn om deel te nemen aan de maaltijd van de Heer. Jezus Christus zegt, “ Maar zoek eerst het Koninkrijk van God” (Mattheüs 6:33). Maar wij vergeten voortdurend het belangrijke en essentiële woord “eerst” terwijl onze gehele aandacht op dit woord gericht moet zijn. En bedroefd, zegt de Heer, “ velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren. “ (Mattheüs 22:14). 10 Khorhurd De eniggeboren Zoon van God bevrijdde ons met zijn verlossende en heilige bloed van onze gijzeling door de zonde en opende de weg voor ons naar het eeuwige leven. Het enige wat ons rest is dat wij Zijn uitnodiging niet weigeren, richting Zijn onschatbare offer en door ons levenswijze de dankbaarheid te tonen die we voor de Heer zouden moeten voelen. Laten we door ons levenswijze laten zien dat we de ware betekenis van een Christen hebben begrepen; de liefde en bereidheid hebben om je te offeren zowel voor God als voor de medemens. Evangelie: Lucas 14:12-24 De onbaatzuchtige gastheer 12 Zalig is hij die brood zal eten in het Koninkrijk van God. 16 Maar Hij zei tegen hem: Een zekere man bereidde een grote maaltijd en nodigde er velen. 17 Kom, want alle dingen zijn nu gereed. 18 En hij stuurde zijn dienaar eropuit tegen de tijd van de maaltijd om de genodigden te zeggen: En zij begonnen zich allen eensgezind te verontschuldigen. De eerste zei tegen hem: Ik heb een akker gekocht en ik moet er nodig op uit om die te bekijken. Ik vraag u: Houd mij voor verontschuldigd. 19 En een ander zei: Ik heb vijf span ossen gekocht en ik ga erheen om ze te keuren. Ik vraag u: Houd mij voor verontschuldigd. 20 En weer En Hij zei ook tegen hem die Hem uitgenodigd had: Wanneer u een middagof avondmaaltijd houdt, roep dan niet uw vrienden, ook niet uw broers, en niet uw familieleden of rijke buren, opdat ook zij u niet op hun beurt terugvragen en het u vergolden wordt. 13 Wanneer u echter een feestmaaltijd gereedmaakt, nodig dan armen, verminkten, kreupelen en blinden. 14 En u zult zalig zijn, omdat zij niets hebben om u te vergelden. Want het zal u vergolden worden in de opstanding van de rechtvaardigen. De grote maaltijd 15 Toen een van hen die mee aanlagen, deze dingen hoorde, zei hij tegen Hem: een ander zei: Ik heb een vrouw getrouwd en daarom kan ik niet komen. 21 En die dienaar kwam terug en berichtte deze dingen aan zijn heer. Toen werd de heer des huizes boos en zei tegen zijn dienaar: Ga er snel op uit naar de straten en stegen van de stad en breng de armen en verminkten en kreupelen en blinden hier binnen. 22 En de dienaar zei: Heer, het is gebeurd, zoals u bevolen hebt en nog is er plaats. 23 En de heer zei tegen de dienaar: Ga eropuit naar de landwegen en heggen en dwing hen binnen te komen, opdat mijn huis vol wordt. 24 Want ik zeg u dat niemand van die mannen die genodigd waren, mijn maaltijd proeven zal. www.khorhurd.nl 11
Pagina 12
Preek 16 december 2018 “Het is onvermijdelijk dat er mensen ten val worden gebracht, alleen: wee degene die daarvoor verantwoordelijk is!” – Lukas 17:1 De verleidingen op aarde zien er aantrekkelijk uit, en de mens struikelt en glijdt van het pad dat God voor hem heeft voorbestemd. Degenen die verleidingen veroorzaken en er verantwoordelijk voor zijn, zijn tegen de verlossende Wil van God. Onthoud dat de eerste verleider, de oorzaak van verleiding, de duivel was maar de mens door zijn vrije wil de verleiding aanging. Christus zegt: “ wee hem door wie deze komen. “ (Lukas 17:1) en als voortzetting van Zijn woord, voegt onze Heer eraan toe: “Het zou voor hem nuttiger zijn als hem een molensteen om zijn hals was gedaan en hij in de zee was geworpen dan dat hij één van deze kleinen zou doen struikelen.“ (Lucas 17:2). Iedere daad dat wordt gedaan in de naam van de Heer heeft Zijn zegen, maar een daad die een verleiding veroorzaakt, is onaanvaardbaar voor de Heer. Ieder van ons leeft in de hoop erfgenaam te worden van het eeuwige leven en voor ons is het niet alleen belangrijk om onderweg hiernaar niet verleidt worden maar ook om niet de oorzaak ervan zijn. Soms worden mensen verleid met kansen en komen vervolgens in beproevingen en moeilijkheden, omdat ze de situatie niet op de juiste manier kunnen inschatten. Soms vallen mensen in verleiding, omdat ze niet sterk staan in hun geloof. Een ieder is verantwoordelijk voor de redding van zijn ziel door de goddelijke geboden ten grondslag te leggen in zijn christelijke deugde. Door Christus te volgen en in christelijke deugden te blijven, verricht de mens goede daden. Door goede daden te verrichten, overwint een christen het kwaad omdat het kwaad niet op zichzelf bestaat, maar het ontstaat door de afwezigheid van het goede en door goede daden te verrichten wordt het kwaad geneutraliseerd en vernietigt. Om in goedheid te leven en goede daden te verrichten, is het noodzakelijk dat we ons leven voortdurend vernieuwen met God. Een ware christen moet dagelijks het kwaad neutraliseren door zich geestelijk te vernieuwen, de verleidingen van de buitenwereld moeten bij hem of haar 12 Khorhurd stoppen en niet verder verspreidt worden en de aanwezigheid van God in hen moet voortdurend vernieuwd worden om zo het licht en de warmte te worden voor de mensen om hen heen. Evangelie: Lucas 17:1-10 Struikelblokken 1 zei: Als u een geloof had als een mosterdzaadje, zou u tegen deze moerbeiboom zeggen: Word ontworteld en in de zee geplant, en hij zou u gehoorzamen. Heer en knecht 7 En Hij zei tegen de discipelen: Het is onmogelijk dat er geen struikelblokken komen, maar wee hem door wie deze komen. 2 Het zou voor hem nuttiger zijn als hem een molensteen om zijn hals was gedaan en hij in de zee was geworpen dan dat hij één van deze kleinen zou doen struikelen. Vergevensgezindheid 3 Wees op uw hoede. Als nu uw broeder tegen u zondigt, bestraf hem. En als hij tot inkeer komt, vergeef hem. 4 En wie van u die een dienaar heeft die ploegt of de kudde weidt, zal meteen, als hij van de akker komt, tegen hem zeggen: Kom maar en ga aanliggen? 8 Zal hij echter niet tegen hem zeggen: tref voorbereidingen, zodat ik vanavond de maaltijd kan gebruiken, omgord u en bedien mij, totdat ik gegeten en gedronken heb, en eet en drinkt u daarna? 9 Hij bedankt die dienaar toch zeker niet, omdat hij gedaan heeft wat hem opgedragen was? Ik meen van niet. 10 En als hij zevenmaal per dag tegen u zondigt en zevenmaal per dag naar u terugkomt en zegt: Ik heb berouw, dan zult u hem vergeven. Geloof als een mosterdzaad 5 En de apostelen zeiden tegen de Heere: Vermeerder ons het geloof. 6 Zo moet ook u, wanneer u gedaan hebt al wat u opgedragen is, zeggen: Wij zijn onnutte dienaren, want wij hebben slechts gedaan wat wij moesten doen. En de Heere www.khorhurd.nl 13
Pagina 14
Preek 23 december 2018 “Hij ging naar huis als iemand die rechtvaardig is in de ogen van God.” – Lukas 18:14 In hoofdstuk 18 van het evangelie van Lukas vertelt de Heer Jezus in de gelijkenis van de ‘Farizeeër en de tollenaar’ een oneindige waarheid voor alle tijden. Hij toont een dodelijke ziekte die in ons allen aanwezig is, schijnheiligheid. We moeten het in ons ontdekken en ons genezen hiervan, want het is een kwestie van leven en dood voor ieder van ons. Laten we proberen te openbaren wat de Heer Jezus Christus ons wilde leren door middel van deze gelijkenis. Twee personen gingen naar de tempel om te bidden. De farizeeër werd beschouwd als religieus en Godvrezend door de maatschappij van die tijd. In zijn gebed dankt hij God dat hij zo goed is e niet lijkt op de tollenaar die beetje verderop naast hem bidt. De tollenaar was de belastinginner van die tijd en werd gehaat door de maatschappij. De persoon die door de maatschappij gehaat werd, sloeg op zijn borst en vraagt genade aan God voor zich, een zondaar. Christus concludeert Zijn woord met de eeuwige waarheid en zegt: “Deze man ging gerechtvaardigd terug naar zijn huis, in tegenstelling tot die andere. Want ieder die zichzelf verhoogt, zal vernederd worden en wie zichzelf vernedert, zal verhoogd worden.” (Lucas 18:14). We moeten ook inzien dat Christus voor het vertellen van deze gelijkenis, benadrukt aan wie deze gelijkenis is gericht. “Hij sprak ook met het oog op sommigen die van zichzelf overtuigd waren dat 14 Khorhurd zij rechtvaardig waren en alle anderen minachtten.” (Lucas 18:9). Farizeeërs waren over de eerste en ook hier stonden ze vooraan in de tempel, om hun voorrang te tonen aan de mensen maar ook aan God. Maar hiermee toonden ze ook hun ijdelheid. Als iemand bidt, neemt hij aan dat het een totale afzondering een eenheid is met zijn Schepper. Wanneer iemand in gebed is moet diegene zich concentreren op de verbinding tussen God en zichzelf en niet concentreren op wie er naast hem bevindt, waarmee die ander bezig is, zoals de farizeeër dat deed door in zijn gebed te wijzen naar de tollenaar. De farizeeër had een verkeerde perceptie op het gebed, net zoals velen van ons ook hebben. In het ware gebed is volmaakte nederigheid en vrees jegens God nodig. Maar in het gebed, zoals de farizeeër dacht, is het niets meer dan een lofprijzing voor zichzelf. Dit is een voorbeeld over zelfvertrouwen en opscheppen dat niet wordt geaccepteerd door onze Heer. Zoals Salomo in zijn spreuken zegt: “Laat een ander je prijzen, doe het niet zelf, laat het over aan een vreemde, zie er zelf van af.” (Spreuken 27:2). De farizeeër probeert zichzelf te overtuigen dat het door zijn eigen toedoen is dat hij heeft bereikt wat hij heeft bereikt, en niet door Gods genade en Zijn gaven. Hij probeert zichzelf te overtuigen dat hij onschuldig en goed is, dat hij beter is dan de anderen en vooral die tollenaar. De kerk is een unieke ontmoetingsplaats tussen de zieke en zijn Genezer. De door zonden ziek geworden zieken komen naar de kerk om hun ziektes, hun zondes, te biechten voor de Grote Genezer en genezen worden hiervan. God wilt ons ver houden van schijnheiligheid, zodat hoe veel goede en geestelijke daden we ook doen, we niet zullen vallen in ijdelheid en arrogantie en ons beter achtten dan anderen. Zelfs heilige Grigor Narekatsi, die een van de grootste heilige is van de kerk en met zijn gebeden vele wonderen en genezingen hebben plaatsgevonden, beschouwd zichzelf als de schuldigste van de schuldigen. Laten we nu de tollenaar beschouwen, die ergens in een hoekje bad en zelfs zijn blik niet naar de hemel durfde te richten. Hij sloeg droevig op zijn borst en zei: “God, wees mij, zondaar, genadig.” In de tollenaar zien de waarlijke bidder. Hij streeft er niet naar om vooraan de staan, want hij vertrouwt erop dat God hem op dezelfde manier ziet, ongeacht waar hij zich bevindt. Ook het op een afstand staan van de tollenaar laat zien dat de tollenaar zich klein voelt en zich nederig opstelt tegen zijn Schepper. Johannes de Doper, die geliefd was door God, was angstig door Christus’ nabijheid en achtte zichzelf zelfs niet waardig om de riemen van Zijn sandalen los te maken (Marcus 1:7). De zondares maakte Christus’ voeten nat met haar tranen (Lucas 7:38). Dus de waarlijke bidder moet echte nederigheid en bevrediging tonen. De tollenaar accepteert zijn zondes en vraagt om hulp aan de Genezer, door te zeggen “wees mij, zondaar, genadig.” Het gebed van de tollenaar is een voorbeeld www.khorhurd.nl 15 van een waarlijk nederig gebed en dit voorbeeld moeten wij altijd in onze gedachten hebben. En nederigheid is niet alleen maar oneindig klaagliederen en jammeren voor onze schuld en ook niet om onszelf te vernederen, want niemand kan zich meer vernederen dan dat zijn zonden dat doen. Nederigheid is een eerlijke waardering die wij geven aan onszelf. Door God te kennen en ons te vergelijken met God zien wij wie wij zijn in vergelijking tot God. Wanneer wij bewust worden van onze schuld en de grootheid van Gods offer voor onze verlossing begrijpen, buigen we onze hoofd en zegt ons hart nederig alleen maar: “Heer ontferm u over mij, een groot zondaar.” Evangelie: Lucas 18:9-14 De Farizeeër en de tollenaar 9 En Hij sprak ook met het oog op sommigen die van zichzelf overtuigd waren dat zij rechtvaardig waren en alle anderen minachtten, deze gelijkenis: 10 Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden. De één was een Farizeeër en de ander een tollenaar. 11 De Farizeeër stond daar en bad dit bij zichzelf: O God, ik dank U dat ik niet ben zoals de andere mensen: rovers, onrechtvaardigen, overspelers of ook als deze tollenaar. 12 Ik vast tweemaal per week. Ik geef tienden van alles wat ik bezit. 13En de tollenaar bleef op een afstand staan en wilde ook zelfs zijn ogen niet naar de hemel opheffen, maar sloeg op zijn borst en zei: O God, wees mij, de zondaar, genadig. 14 Ik zeg u: Deze man ging gerechtvaardigd terug naar zijn huis, in tegenstelling tot die andere. Want ieder die zichzelf verhoogt, zal vernederd worden en wie zichzelf vernedert, zal verhoogd worden.
Pagina 16
Preek 30 december 2018 “De belangrijkste van jullie moet de minste worden en de leider de dienaar” – Lukas 22:26 Het evangelie van Lucas vertelt over de discussie tussen de discipelen van de Heer over wie de grootste is. Net zoals de Heer in andere evangelies aangeeft, leert Hij zijn discipelen ook deze keer dat de weg naar grootheid in nederigheid en in dienstbaarheid is. “De belangrijkste van jullie moet de minste worden en de leider de dienaar. Want wie is belangrijker, diegene die aanligt om te eten of diegene die bedient? Is het niet diegene die aanligt? Maar ik ben in jullie midden als iemand die dient” (Lucas 22:26-27). De Evangelist legt niet precies uit waardoor die discussie begon tussen de discipelen. Wanneer wij de regels hiervoor lezen over het laatste avondmaal zegt de Heer Jezus dat de verrader aan dezelfde tafel zit,. Hierom veronderstellen we dat de discussie begon over wie hem zou verraden en uiteindelijk leidt tot wie de grootste is. Desondanks het belangrijkste hierin is het antwoord van de Heer. Jezus antwoordde hen met twee voorbeelden. Het eerste voorbeeld was een negatief voorbeeld van koningen die hun volk onderdrukten, dus het voorbeeld dat niet gevolgd moet worden. Het tweede voorbeeld was het voorbeeld van de Mensenzoon, die hen kort geleden het 16 Khorhurd grootste voorbeeld gaf van zachtmoedigheid en nederigheid, door de voeten van Zijn discipelen te wassen. Heilige Antonius van Egypte zegt: “Nederigheid en zachtmoedigheid brengen de mensen van de aarde naar de hemel.” Trots wordt als een ernstige zonde gezien door de kerkvaders. Ze zeggen dat de resterende zonden enigszins gerechtvaardigd kunnen worden in sommige ongunstige leefomstandigheden, maar trots niet. Er is geen grotere zonde dan trots, de wortel van al het kwaad. Daarom moeten wij waken voor het begaan van deze grote zonde, omdat wij het pad van het geloof hebben gekozen, het pad van Christus. Vaak zit deze zonde verborgen achter zulke deugden als nederigheid. Om niet in zo een geestelijk gevaarlijke situatie terecht te komen, moeten we voortdurend bidden en het nederige leven van de heiligen en het voorbeeld van ware nederigheid van de Heer Jezus Christus altijd voor ogen houden. Ware nederigheid is net zo noodzakelijk voor de mens als zuurstof en water, omdat het alleen ware nederigheid is die een zondaar op Christus laat lijken en hem leidt naar de gewenste verlossing. Evangelie: Lucas 22:24-30 De ware eer 24 iemand die dient. 27Want wie is belangrijker: Er ontstond ook onenigheid onder hen over wie van hen geacht werd de belangrijkste te zijn. 25 En Hij zei tegen hen: De koningen van de volken heersen over hen, en wie macht over hen hebben, worden weldoeners genoemd. 26 Bij u echter moet dat zo niet zijn, maar de belangrijkste onder u moet als de jongste worden en wie leiding geeft als hij die aanligt of hij die bedient? Is het niet hij die aanligt? Ik echter ben in uw midden als Iemand Die dient. 28 En u bent het die steeds bij Mij gebleven bent in Mijn verzoekingen. 29 En Ik beschik u het Koninkrijk, zoals Mijn Vader dat aan Mij beschikt heeft, 30 opdat u eet en drinkt aan Mijn tafel in Mijn Koninkrijk en op tronen zit en de twaalf stammen van Israël oordeelt. www.khorhurd.nl 17
Pagina 18
Vr aag en antwoord Waarom zijn er 4 evangelies? Evangelie, wat betekent dat eigenlijk? Het woord evangelie is in Grieks en betekent goede boodschap (Eu = Goed, Angelion = Boodschap). In de Bijbel staan 4 evangeliën. De evangelie van Matteüs, Markus, Lucas en Johannes. In een Evangelie wordt het levensverhaal van Jezus beschreven. Maar waarom zijn er nou 4 Evangeliën vragen veel mensen zich af. Waarom wordt het verhaal van Jezus door 4 verschillende mensen beschreven? Daar is een reden voor. God heeft ons 4 evangeliën gegeven zodat wij een completer beeld te krijgen van het leven van Jezus. God gebruikte verschillende auteurs met verschillende achtergronden en verschillende persoonlijkheden. Elke auteur had zijn eigen doelen en aspecten om het verhaal van Jezus te verkondigen. Mattheüs bijvoorbeeld heeft als doel om de mensen te laten weten dat Jezus de lang 18 Khorhurd verwachte Messias was, en dat we daar in moesten geloven. Markus benadrukt juist dat Jezus zijn leven heeft gegeven voor ons om onze zonden te vergeven en dat we hem daar altijd dankbaar voor moeten zijn. Lucas vertelt ons dat Jezus de ‘Zoon van de mens’ is. Hiermee wil hij de menselijkheid van Jezus laten zien en dat we altijd bij Jezus terecht kunnen met onze vragen. De evangelie van Johannes is anders dan de evangeliën van Mattheüs, Marcus en Lucas. Johannes beschrijft niet zozeer het leven van Jezus maar het geloof. Hij vertelt ons over de ‘Godheid’ van Jezus. Zoals Jezus mens maar tegelijk ook Zoon van God is en dat we altijd met Jezus moeten leven en in hem moeten geloven. Omdat er 4 evangeliën zijn geeft God ons de mogelijkheid om zelf punten eruit te halen die we willen leren over God om zo ons geloof te versterken. Heiligen De heilige Apostelen Thaddeus en Bartholomeus Waarom zijn zij heilig verklaard? De heiligen Thaddeus en Bartholomeus, twee van de twaalf apostelen, waren de eerste evangeliepredikers van Armenië. Zij werden daar gemarteld door hun geloof. Ze gaven de Armeense kerk haar apostolische identiteit en verdienden de titel: ‘Eerste verlichters van Armenië’ Wat is het leven van de heilige? Bartholomeus Nathanaël, was de zoon van Talmai en woonde in Kana (in Galilea). Bartholomeus was rond 66 na Christus in Armenië aangekomen. Hij werd gemarteld in Hadamakert, ten zuidoosten van Lake Van. Thaddeus, zoon van Alpheus woonde ook in Galilea. Thaddeus kwam rond 43 na christus naar Armenië om het christendom te prediken. Hij werd gemarteld in het zuidoosten van Armenië. Zijn tombe ligt in het Armeense klooster van St. Thaddeus (Iran), waar een kapel werd gebouwd in de derde eeuw. Wat voor boodschap kunnen wij meenemen in ons leven? Na de kruisiging van Jezus zijn de apostelen het christendom gaan preken in velen landen, ondanks het feit dat ze ook achtervolgd en vermoord zouden kunnen worden door mensen die tegen de christendom waren. Dat wilt zeggen dat ze niet angstig waren en toch nog door zijn gaan preken omdat ze wisten dat God met hun was en dat ze niet bang hoefden te zijn. www.khorhurd.nl 19
Pagina 20

Khorhurd november 2018


Pagina 0
Pagina 2
2 Khorhurd
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 18
18 Khorhurd
Pagina 20

Khorhurd augustus 2018


Pagina 0
Pagina 2
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20

Khorhurd juli 2018


Pagina 4
Symbolen Op 8 juli vieren wij één van de vijf belangrijkste feestdagen binnen de Armeense kerk, namelijk de transfiguratie van onze Heer Jezus Christus, Baydazaragerbutyun (Markus 9: 2-13, Mattheüs 17:1-8, Lucas 9:28-36). Wanneer Jezus drie van zijn discipelen meenam op de berg transfigureerde Hij voor hun ogen. Zijn kleding werd wit als het licht en zijn gezicht straalde als de zon. Er verschenen bij Jezus twee mannen die met Hem spraken, namelijk Mozes en Elia. Deze feestdag heeft vele betekenissen waarvan wij, als christenen, kunnen leren. Ook is er een diepgaande symbolieke betekenis van de verschijning van Mozes en Elia die bij Jezus stonden. Mozes staat symbool voor de Wet en allen die zijn gestorven. Elia staat symbool voor de profeten en allen die levend zijn in Christus (Elia heeft namelijk de dood niet ervaren). De aanwezigheid van hen laat zien dat de Wet en profeten, de levenden en doden allen getuigen dat Jezus de Messias is en de vervulling is van het Oude Testament. ‘U bent de vervulling van de wetten en de profeten, Christus God onze Redder. U heeft al het verlossende wil van de Vader vervuld. Vervul ons nu ook met Uw Heilige Geest’. Dit is het stuk waar de priester elke zondag mee afsluit tijdens de Heilige Liturgie. Ook hier zien wij de verwijzing naar Christus die alles heeft volbracht en dat Hij de reden is van wat er geschreven staat in de geschriften. 4 Khorhurd Badarak Gebeden na de lezingen Na de Bijbellezingen en de geloofsbelijdenis volgt een litanie en gebed. Een litanie is een reeks van smeekbeden die door de diaken uitgesproken worden, afgewisseld door korte antwoorden van het koor en het volk. De litanie wordt vervolgd met een gebed. Zolang de offergaven niet gebracht zijn bidt de priester tot Christus. Nadat de offergaven gebracht zijn richt de priester zich tot de Vader en schenkt hij Christus, namens ons, aan de Vader. Hier bidt de priester naar Christus en bidt als volgt: ‘Onze Heer en Verlosser Jezus Christus, U bent groot met Uw barmhartigheid en overvloedig in Uw weldadigheid. U, die vrijwillig, voor onze zonden, het lijden aan het kruis en de dood duldde. En de gaven van de Heilige Geest rijkelijk schonk aan de zalige apostelen. Wij smeken U, Heer, laat ons deelnemen aan de Goddelijke geschenken van U, vergeving van de zonden en de toelating van de Heilige Geest. Zodat wij waardig mogen zijn U dank te betuigen en U te verheerlijken met de Vader en de Heilige Geest, nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen.’ De priester geeft hierna zijn zegening. Na de zegening en de buiging naar God vervolgt de priester zijn gebed: ‘Met Uw vrede, Christus onze Redder, die elke gedachte en woord te boven gaat, versterk ons en behoud ons zonder vrees van alle kwaad. Maak ons gelijk aan Uw ware aanbidders, die U met hun geest en waarlijk aanbidden, want U, de Heilige Drie-Eenheid, behoren glorie, heerschappij en eer, nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. De Liturgie van het Woord sluit af met de zegening. Nadat de diaken naar de priester roept: ‘Zegen heer,’ zegent de priester zeggende: ‘ De Heer God zegene u allen.’ Na dit gebed doet de priester zijn kroon af. Tot dusver symboliseerde de priester Christus maar nu het Lichaam en Bloed van Christus op het altaar komt, staat de priester zijn symbolische positie af. Hij bereidt zich voor om als nederige dienaar het Lichaam en Bloed van de Zoon te dienen. De diaken preekt het volk en leert hen te bidden en te smeken en de priester bidt voor het volk en legt hun smeekbedes voor aan God. En wie van u die een dienaar heeft die ploegt of de kudde weidt, zal meteen, als hij van de akker komt, tegen hem zeggen: Kom maar en ga aanliggen? 8 7 Zal hij echter niet tegen hem zeggen: tref voorbereidingen, zodat ik vanavond de maaltijd kan gebruiken, omgord u en bedien mij, totdat ik gegeten en gedronken heb, en eet en drinkt u daarna? 9 Hij bedankt die dienaar toch zeker niet, omdat hij gedaan heeft wat hem opgedragen was? Ik meen van niet. 10 Zo moet ook u, wanneer u gedaan hebt al wat u opgedragen is, zeggen: Wij zijn onnutte dienaren, want wij hebben slechts gedaan wat wij moesten doen. (Lucas 17-7-10) www.khorhurd.nl 5
Pagina 6
Overzicht In dit overzicht van de Heilige Liturgie worden de verschillende delen kort verwoord. Achter de delen staan de pagina’s waar het beschreven staat in het Heilige Liturgie boek van Surp Hoki Amsterdam. Tevens is er vermeld in welke editie het is besproken. Als er niets staat, is het niet besproken. I. Zuivering 1. Kleden (Wordt privé gedaan) 2. Zuivering (pag. 8 - 15, december 2017) a. Wassen van de handen b. Priester biecht zijn zonden tegen de gelovigen en vraagt hen te bidden voor hem. 3. Toetreding (Priester betreedt het altaar) (pag. 15 - 23, februari 2018) 4. Prothesis (Het gesloten gordijn symboliseert het mysterie van de incarnatie) (pag. 24 - 25, februari 2018) a. De priester ontvangt de offergaven van het volk (brood en wijn) b. Priester offert de giften aan God II. Synaxis (Liturgie van het Woord) 1. Bewieroking (Ashkharkalots) (Het gordijn wordt geopend en de priester en de diakenen lopen tussen het volk) (pag. 26 - 29, april 2017) 2. Enarxis (Het Koninkrijk van God wordt verklaard) (pag. 29 - 45, maart 2018) 3. Kleine intrede (Sourp Asdvadz (trisagion) wordt gezongen terwijl de diaken het Evangelie brengt) (pag. 45 - 49) 4. Bijbellezing (Lezingen uit het Oude Testament, het Nieuwe Testament en de Evangeliën) (pag. 50 - 51) 5. Geloofsbelijdenis (Havadamk) (Uiteenzetting van de basisbeginselen van ons geloof) (pag. 51 - 55, februari 2017) 6. Gebeden na de lezingen (Hiermee wordt de Synaxis, ofwel het onderwijzende onderdeel van de Liturgie beëindigd) (pag. 55 - 61) 6 Khorhurd Heilige Liturgie III. Eucharistie (Liturgie van het Eucharistie) 1. Collecte (“Nam”) a. Grote intrede (De priester doet zijn kroon en zijn slippers uit. De diaken brengt de giften) (pag. 62 - 67, maart 2017) b. Leggen van de offergaven (De giften worden op het altaar gelegd) (pag. 67 - 69) c. Heilige kus (Voghchoeyn) (De Kerk en de gelovigen zijn één lichaam. De gelovigen tonen liefde door elkaar te kussen en te omhelzen en zeggen: “Krisdos i mech mer haydnetsav/Christus heeft zich openbaard tussen ons” en antwoorden: “Orhnyal e haytnutyunn Krisdosi/Gezegend is de openbaring van Christus.”) (pag. 70 - 73, juni 2017) 2. Eucharistia (“Dankte”) a. Proloog (Dankzegging) (pag. 73 - 75) b. Anamnese (Sourp, Sourp, Sourp wordt gezongen en de priester herhaald Christus’ woorden, “Neem, eet.. Matt. 26:26) (pag. 74 - 75, augustus 2017) c. Epiclese (De priester bidt dat de Heilige Geest neerdaalt in de offergaven en het, het Lichaam en Bloed van Christus maakt.) (pag. 75 - 79, september 2017) d. Diptiek (De strijdende kerk herinnert en verenigt zich met de overwonnen kerk.) (pag. 79 - 85, oktober 2017) e. Gebed des Heren (We zijn kinderen van God geworden en roepen: “Onze Vader”.) (pag. 92 - 93) f. Buiging (De priester buigt samen met de gelovigen om hun nederigheid te tonen) (pag. 93 - 95) g. Verheffing (Verheffen van het Lichaam en Bloed) (pag. 94 - 95) h. Doxologie (Bezingen van de heerlijkheid van de Heilige Drie-eenheid) (pag. 94 - 97) 3. Breken (“Brak”) a. Dompelen (Spirituele doop in het leven-gevende Bloed) (pag. 96 - 97) b. Breken (De priester breekt het Brood voor de Heilige Communie) (pag. 96 - 99) 4. Communie (“At”) a. Gebed voor de Heilige Communie (Vreugde en dank) (pag. 99 - 105, mei 2017) b. Communie deelname (Gordijn is open) (pag. 106 - 107) c. Dankzegging (Gordijn is dicht) (pag. 107 - 109, januari 2018) IV. Afsluiting 1. Gebed te midden van de kerk (Priester daalt vanaf het altaar) (pag. 109 - 113) 2. Laatste lezing uit het Evangelie (Joh. 1:1-12 herinnert ons hoe Christus mens werd voor ons) (pag. 125 - 129) 3. Laatste zegening en afsluiting (De gelovigen kussen de Bijbel en nemen ‘mahs’ mee voor diegenen die niet naar de Liturgie konden komen) (pag. 130 - 131) www.khorhurd.nl 7 Heilige Liturgie
Pagina 8
Preek 1 juli 2018 “En nadat hij de mensen opdracht had gegeven op het gras te gaan zitten, nam hij de vijf broden en de twee vissen, keek omhoog naar de hemel, sprak het zegengebed uit en brak de broden; hij gaf ze aan de leerlingen, en de leerlingen gaven ze door aan de mensen” – Matteüs 14:19 Het evangelie van vandaag vertelt ons hoe de Heer Jezus op wonderbaarlijke wijze vijf broden en twee vissen vermenigvuldigde en meer dan vijfduizend mensen voedde. De vermenigvuldiging van het brood was niet het eerste wonder van Christus. Vóór die tijd had Jezus een verlamde man genezen (Matteüs 9:2),de dochter van Jaïrus opgewekt (Matteüs 14: 25), evenals twee blinden en stommen genezen (Matteüs 9: 29) en heeftdaarnaast nog andere wonderen verricht. Echter, zowel de apostelen als de mensen realiseerden zich niet en kenden niet wie Christus was. En daarom bereidde Christus het publiek voor, alvorens het verrichten van een wonder. Bij het vallen van de avond kwamen de leerlingen naar Jezus toe en zeiden: “Dit is een afgelegen plaats en het is al laat. Stuur de mensen weg, laat ze naar de dorpen gaan om eten voor zichzelf te kopen”(Matteüs 14:15). Jezus vroeg vervolgens aan Filippus waar het mogelijk is om brood te kopen voor de mensen. Deze woorden van Christus waren ervoor om te zien in hoeverre de 8 Khorhurd apostelen hem vertrouwden na het zien van zoveel wonderen. Zo niet, dan had hij al besloten wat te doen. Hij gaf de apostelen de opdracht om te gaan kijken wat ze hadden. Ze meldden dat een jonge man slechts vijf broden en twee vissen heeft. Christus nam de vijf broden en twee vissen in zijn handen, met zijn ogen opheffend naar de hemelse Vader, biddend en zegenend terwijl hij het brood brak om het aan de discipelen te geven, en de discipelen aan de mensen. In het wonder van het brood onthult de Heer zijn barmhartigheid aan de zwakken. Hij had genade met de mensen die Hem zonder voedsel gevolgd hebben naar verlaten plaatsen en honger hadden. En de mensen? Dankzij dit wonder beseften de mensen dat hun Verzorger bovenmenselijke capaciteiten had. Rekening houdende daarmee wilden de mensen Jezus tot koning uitroepen. Jezus verkondigen als koning had nog een belangrijke reden. De Heer openbaarde zoveel noodzakelijke waarheden aan Zijn luisteraars om de perfectie van het menselijk leven te bereiken, dat de mensen enthousiast en opgewonden zouden moeten roepen: “Zie, onze langverwachte Leraar, laat ons Hem volgen, waar Hij ook zal zeggen.” Maar nee. De mensen besluiten hun Koning pas te verkondigen nadat ze tevreden zijn en voldoen aan hun meest veeleisende fysieke eisen op dat gegeven moment. De psychologie van de moderne mens is bijna zoals die van de inwoners van het oude Galilea. Jezus accepteerde niet de wens van het volk om Hem tot koning te verkondigen, net zoals Hij destijds de verleiding van satan niet aanvaarde, die hem macht over de wereld aanbood, want het Koninkrijk van God is niet van deze wereld. De waarden van deze wereld, die voor ons heel belangrijk lijken, vervagen in het licht van Goddelijke gerechtigheid, tot een hoopje as van vruchteloze hoop. “U moet geen moeite doen voor voedsel dat vergaat, maar voor voedsel dat niet vergaat een eeuwig leven geeft; de Mensenzoon zal het u geven, want de Vader, God zelf, heeft hem die volmacht gegeven” (Johannes 6:27). Evangelie: Mattheüs 14:13-21 De eerste wonderbare spijziging 13 een grote menigte, en Hij was innerlijk met ontferming bewogen over hen en genas hun zieken. 15 Toen het avond werd, kwamen Zijn discipelen naar Hem toe en zeiden: Deze plaats is eenzaam en de tijd is nu verstreken; stuur de menigte weg, zodat zij naar de dorpen kunnen gaan om voor zichzelf voedsel te kopen. 16 Jezus zei echter tegen hen: Het is niet nodig dat zij weggaan, geeft u hun te eten. 17 Hij zei: Breng ze hier bij Mij. 19 En Hij gaf de Maar zij zeiden tegen Hem: Wij hebben hier niets dan vijf broden en twee vissen. 18 menigte opdracht op het gras te gaan zitten; en Hij nam de vijf broden en de twee vissen, en terwijl Hij opkeek naar de hemel, zegende Hij ze. En toen Hij ze gebroken had, gaf Hij de broden aan de discipelen, en de discipelen gaven ze aan de menigte. 20 En zij aten allen en werden verzadigd, en ze raapten het overschot van de stukken brood op, twaalf manden vol. 21 Zij die gegeten hadden, waren ongeveer vijfduizend mannen, de vrouwen en de kinderen niet meegeteld. En toen Jezus dit hoorde, vertrok Hij vandaar met een schip naar een eenzame plaats, alleen; en de menigte, die dat hoorde, volgde Hem te voet vanuit de steden. 14 En toen Jezus uit het schip ging, zag Hij www.khorhurd.nl 9
Pagina 10
Preek 8 juli 2018 Vandaag is een van de vijf hoofdzakelijke feestdagen van onze Heilige Kerk, de transfiguratie van onze Heer Jezus Christus, die plaatsvond op de berg Tabor. Dit feest vertelt ons wie wij volgen en op wie we onze hoop vestigen. Enkele weken vóór Zijn kruisiging vroeg de Heer Jezus aan zijn discipelen: “’Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?’ Ze antwoordden: ‘Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de andere profeten.’” (Matt. 16:13-14) Voor Jezus was echter de mening van anderen niet van belang, maar die van Zijn discipelen en dus vroeg Hij hen: “En wie ben ik volgens jullie?’ ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus. Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Gelukkig ben je, Simon Barjona, want dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de hemel.” (Matt. 16:15-17) Het was voor de Heere Jezus niet van belang wat de wereld over Hem zei. Jij, die Christen is, die Christus volgt, voor jou is het antwoord op wie Christus is belangrijk. Onze Heer is geen gewoon mens,God is in Hem. Hij is net als wij, maar er is iets heel anders in Hem dan in onszelf. God bestaat in hem en daarom verdient Hij dat wij Hem volgen en onze hoop op Hem te vestigen, want “Hij is God uit God” en “Licht uit Licht”. 10 Khorhurd Maar de Heere Jezus wilde niet dat wij Hem blindelings zouden volgen. Daarom beklom Hij na dit gesprek een berg samen met drie van Zijn discipelen; Petrus, Jakobus en Johannes om samen te bidden. En terwijl Jezus aan het bidden was, veranderde Hij van gedaante voor de ogen van zijn discipelen ... “En Zijn gezicht straalde als de zon en Zijn klederen werden wit als licht” (Matt. 17:2). Op dat moment verschijnen ook de profeten Mozes en Elia en beginnen ze met Christus te spreken. De apostelen willen niet dat deze verschijning eindigt en dat zij van de berg van Tabor moeten afdalen. De apostel Petrus wendt zich tot Jezus. “ Heere, het is goed dat wij hier zijn; laten wij, als U wilt, hier drie tenten maken, voor U een, voor Mozes een, en een voor Elia.” Terwijl hij nog sprak, zie, een lichtende wolk overschaduwde hen; en zie, een stem uit de wolk zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; luister naar Hem!”. Ten slotte vallen de doodsbange apostelen op de grond en durven ze hun hoofd niet meer op te heffen. En Jezus kwam bij hen, raakte hen aan en zei: “Sta op en wees niet bevreesd.” Toen zij hun ogen opsloegen, zagen zij niemand dan Jezus alleen. (Mattheus 17:2-8) www.khorhurd.nl 11
Pagina 12
De discipelen geloofden dat Jezus de Zoon van God was, zij waren met hun eigen ogen getuigen, en zouden later het goede getuigen, zeggende:”In Jezus van Nazareth zit goddelijkheid verborgen, en wij hebben dat met onze eigen ogen gezien”. De Heer Jezus heeft niet alleen in het verleden wonderen verricht. De Heer Jezus verricht ook vandaag wonderen, want Hij is God is en Hij is overal. Hij kan onze harten betreden en ons veranderen. Jezus was getransfigureerd van gedaante. We vieren vandaag deze glorieuze verschijning. Dat wat met de Heer Jezus is gebeurd, moet ook met ons gebeuren, ook wij moeten getransformeerd worden, we moeten als Christus zijn, en Christus is diegene die deze verandering in ons kan maken door Zijn Geest in ons te zenden en onze wezen en onze natuur te veranderen. De stem die tijdens de transfiguratie uit de hemel is gehoord, die stem moeten wij ook waardig zijn. Onze transfiguratie zal zo vervuld worden dat de Heer tegen ons zal zeggen:”Je bent mijn geliefde zoon”. Dat is ons uiteindelijke doel en elke Christen streeft zijn hele leven lang daarnaar. Evangelie: Mattheüs 16:13 – 17:13 De belijdenis van Petrus 13 discipelen: Wie zeggen de mensen dat Ik, de Zoon des mensen, ben? 14 Zij zeiden: Sommigen: Johannes de Doper, en anderen: Elia, en weer anderen: Jeremia of een van de profeten. 15 Maar u, wie zegt u dat Ik ben? 16 antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God. 17 Hij zei tegen hen: Simon Petrus En Jezus antwoordde en zei tegen hem: Zalig bent u, Simon Barjona, want vlees en bloed hebben u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is. 18 En Ik zeg u ook dat u Petrus bent, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen. 19 En Ik zal u de sleutels van het Koninkrijk der hemelen geven; en wat u bindt op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn; en wat u ontbindt op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn. 20 Toen verbood Hij Zijn discipelen dat zij tegen iemand zouden zeggen dat Hij, Jezus, de Christus, was. Eerste aankondiging van het lijden 21 Van toen aan begon Jezus Zijn discipelen te laten zien dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden van de kant van de oudsten en de overpriesters en de schriftgeleerden, en dat Hij gedood zou worden en op de derde dag zou worden opgewekt. 22 En Petrus nam Hem apart en Toen Jezus gekomen was in het gebied van Caesarea Filippi, vroeg Hij aan Zijn 12 Khorhurd begon Hem te bestraffen; hij zei: God zij U genadig, Heere, dit zal beslist niet met U gebeuren! 23 Maar Hij keerde Zich om en zei tegen Petrus: Ga weg achter Mij, satan! U bent een struikelblok voor Mij, want u bedenkt niet de dingen van God, maar die van de mensen. Aansporing tot zelfverloochening 24 Toen zei Jezus tegen Zijn discipelen: Als iemand achter Mij aan wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen. 25 Want wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven zal verliezen om Mij, die zal het vinden. 26 Want wat baat het een mens, als hij heel de wereld wint en aan zijn ziel schade lijdt? Of wat zal een mens geven als losprijs voor zijn ziel? 27 Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met Zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden. 28 Voorwaar, Ik zeg u: Er zijn sommigen van hen die hier staan, die de dood niet zullen proeven voordat zij de Zoon des mensen hebben zien komen in Zijn Koninkrijk. De verheerlijking op de berg 171 En na zes dagen nam Jezus Petrus en Jakobus en Johannes, zijn broer, met Zich mee en bracht hen op een hoge berg, alleen hen. 2 gedaante veranderd; Zijn gezicht straalde als de zon en Zijn kleren werden wit als het licht. 3 en Elia, die met Hem spraken. 4 En zie, aan hen verschenen Mozes Petrus antwoordde en zei tegen Jezus: Heere, www.khorhurd.nl 13 het is goed dat wij hier zijn; laten wij, als U wilt, hier drie tenten maken, voor U een, voor Mozes een, en een voor Elia. 5 hij nog sprak, zie, een lichtende wolk overschaduwde hen; en zie, een stem uit de wolk zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; luister naar Hem! 6 bij hen, raakte hen aan en zei: Sta op en wees niet bevreesd. 8 Toen zij hun ogen opsloegen, zagen zij niemand dan Jezus alleen. 9 gebood Jezus hun: Vertel niemand van wat u gezien hebt, totdat de Zoon des mensen opgestaan is uit de doden. 10 En Zijn discipelen vroegen Hem: Waarom zeggen de schriftgeleerden dan dat Elia eerst moet komen? 11 Jezus antwoordde en zei tegen hen: Elia zal wel eerst komen en alles herstellen. 12 Ik zeg u echter dat Elia al gekomen is, en ze hebben hem niet erkend, maar ze hebben met hem gedaan alles wat ze wilden; zo zal ook de Zoon des mensen door hen lijden. 13 Toen begrepen de discipelen dat Hij tot hen over Johannes de Doper gesproken had. En Hij werd voor hun ogen van En toen zij van de berg afdaalden, Terwijl En toen de discipelen dit hoorden, wierpen zij zich met het gezicht ter aarde en werden zeer bevreesd. 7 En Jezus kwam
Pagina 14
Preek 15 juli 2018 “Pas op dat u niet een van deze kleinen veracht. Want Ik zeg u dat hun engelen in de hemelen altijd het aangezicht zien van Mijn Vader, Die in de hemelen is.” – Matteüs 18.10-11 Dit deel van de Evangelie wordt gevolgd door het verhaal van het verloren schaap, dat Christus ons heeft verteld. Dit gaat over hoe een man honderd schapen had en één daarvan verloor en hoe hij de negenennegentig schapen op de berg achterliet en op zoek ging naar het ene verloren schaap. Toen hij de verloren schaap vond, legde hij vol vreugde het schaap op zijn schouders en droeg het terug naar de kudde. Christus leert ons dat God in de hemel niet wil dat één van deze kinderen verloren gaat. Hier wordt duidelijk dat het God niet uitmaakt hoe klein of hoe oud iemand is. Het verschil tussen jong en oud hebben wij bedacht. Vooral in de tijd van Christus, werden kinderen als niet belangrijke mensen beschouwd omdat ze toch niks konden doen. Christus leert ons door deze boodschap dat niemand veracht moet worden, dat we niemand moeten verleiden, niet de oorzaak moet zijn van iemands verzoeking. Daarbij, wanneer Christus over het verloren schaap spreekt, richt Hij zich deels tot de Farizeeën, en bedoeld Hij met de “verloren schapen” de schuldigen. Allereerst moeten wij begrijpen wie de herder is. Als we in het Evangelie praten over herder, bedoelen we onze Heer Christus. Herders worden in het evangelie beschreven als 14 Khorhurd dappere en zorgzame mensen, die tegen de kou en tegen de hitte konden vechten, de gevaren van de nacht aandurfden, gevechten aangingen met wilde dieren om hun kudde te beschermen. Maar de herders hadden ook de mogelijkheid om meer na te denken, om aandachtiger en biddend met God te zijn. Het was geen toeval dat juist bij de herders de engelen kwamen in de nacht in Bethlehem. Het was tevens geen toeval dat Jezus zichzelf vaak met herders vergeleek, als de goede Herder. In dit deel van het evangelie vestigt Jezus onze aandacht op de daad van de herder, wanneer hij ziet dat zijn ene schaap verloren is. Hij verliet de negenennegentig anderen op de berg en ging opzoek naar die ene verlorene. De weg was gevaarlijk en moeilijk. Hij was opzoek naar het ene verloren schaap en riep steeds zijn naam. Jezus zegt dat hij ernaar zal zoeken totdat hij het vindt, zoals in het evangelie van Lucas wordt verteld. Het schaap was zo angstig en hulpeloos dat de herder het op zijn schouders legde en vrolijk terugkeerde en niet ontevreden, hij hield van de schaap. Het verhaal is ontroerend en begrijpelijk voor ons allemaal, omdat het zo eenvoudig is en verwijst naar ieder van ons. Jezus blijft tot op de dag van vandaag op zoek naar het verloren schaap. En ook hier, in wanhoop en angst, horen wij dezelfde stem van de goede Herder die ons roept. Hij is altijd en overal opzoek. Zijn roepende stem is zelfs in de kleinste hoekjes te horen. De stem van de goede herder zegt: “Hoe vaak heb ik mijn kinderen willen verzamelen, maar jullie wilden dat niet.” En als een persoon ooit terugkeert naar God, dan wordt hij geleid door God zelf. Goddelijke barmhartigheid is precies dat Jezus opzoek is naar ons en Zich richt op de verlorenen. De herder gaat op zoek naar slechts één verloren schaap, net zoals Christus voor de ene zondaar naar de aarde zou komen. Hij verliet de negenennegentig schapen en deze negenennegentig schapen vertegenwoordigen de engelen. De engelen, die Hij in de hemel achterliet en opzoek ging naar de ene verlorene. Dit evangelische verhaal openbaard de goddelijke liefde die gericht was op de zondaar, de behoeftige die de kracht van God nodig heeft en gebrek had aan Gods hulp. Wat denken wij van de vraag die Christus aan de Farizeeën en ook aan ons stelt? Dus als het om ons zou gaan, hoe zouden we dan handelen? Zouden we dan onderscheid maken tussen mensen op basis van hun leeftijd om onze minachting en onverschilligheid die we jegens kinderen en behoeftigen te rechtvaardigen? Of zouden deze goddelijke boodschap met nederigheid en dankbaarheid moeten houden, zodat we, wanneer wij de stem van God horen, de roeping van de Goede Herder volgen. En wanneer onze naam wordt gegeven, dat we dan luisteren en naar die roeping gaan met spijt, berouw en gebed. Evangelie: Mattheüs 18:10-14 Het verloren schaap 10 Pas op dat u niet een van deze kleinen veracht. Want Ik zeg u dat hun engelen in de hemelen altijd het aangezicht zien van Mijn Vader, Die in de hemelen is. 11 mensen is gekomen om zalig te maken wat verloren is. 12 Want de Zoon des Wat denkt u: als iemand honderd schapen heeft, en een daarvan afgedwaald is, zal hij niet de negenennegentig andere achterlaten en in de bergen het afgedwaalde gaan zoeken? 13 En als het gebeurt dat hij het vindt, voorwaar, Ik zeg u dat hij zich daarover meer verblijdt dan over de negenennegentig die niet afgedwaald waren. 14 Zo is het ook niet de wil van uw Vader, Die in de hemelen is, dat een van deze kleinen verloren gaat. www.khorhurd.nl 15
Pagina 16
Preek 22 juli 2018 “En die twee zullen één worden;” – Matteüs 19:5 Het is al een lange tijd voor niemand iets nieuws dat een scheiding in het Westen een alledaags verschijnsel is geworden en dat sterke en solide huwelijken uniek en verrassend zijn. Alle mensen hebben de behoefte om hun ware helft, een authentieke ziel, de ware, naast hen te hebben die hen kan aanvullen en volledig kan maken. Het is dus natuurlijk dat het gevoel van geluk en ongeluk, van de meerderheid van de mensen, te maken heeft met familie en huwelijk. Mensen trouwen omdat ze denken dat ze liefhebben en dat ze hun leven naast die ene willen doorbrengen. Ze trouwen omdat ze de hoop hebben dat hun naaste hen gelukkig zal maken. Ze trouwen omdat ze bang zijn om alleen te blijven, omdat de jaren voorbij vliegen, omdat ze wensen kinderen te baren. De redenen zijn veel en gevarieerd. Maar weinigen bouwen hun huwelijk op die ene ware basis die de garantie geeft voor haar standvastigheid. Het huwelijk moet gebaseerd zijn op de Christelijke. Het huwelijk is immers niet alleen een ritueel of een mooie ceremonie, maar een sacrament, een van de zeven heilige sacramenten van de kerk. 16 Khorhurd Het uiteindelijke doel van de mens, om zich te verenigen met de Goddelijke werkelijkheid, moet hem gedurende het hele leven te leiden ongeacht of hij getrouwd is of niet. De drang van beiden om dit doel te bereiken zal het huwelijk stabiel en duurzaam houden. Johannes de doper zegt: ‘’God is liefde’’ (1 Johannes 4:8). Paulus de apostel openbaart op zijn beurt de liefdesformule voor ons. ‘’Liefde is geduldig, vriendelijk. Liefde is niet jaloers, haat niet, wordt niet arrogant, gedraagt zich niet onfatsoenlijk, zoekt zichzelf niet, wordt niet boos, doet geen kwaad, wordt niet blij om onrechtvaardigheid, maar verheugt zich naar de waarheid, heeft geduld voor alles, gelooft alles, houdt altijd hoop, verdraagt alles. De liefde verdwijnt nooit.’’ (1 Korinthiërs 13: 4-8) Deze formule is ook een formule van geluk, want als je heel attent leest wat voor soort goddelijke eigenschappen de liefde heeft, zal je je realiseren dat toepassing ervan in het leven ons zal behoeden voor alle meningsverschillen, gekkigheid en beledigingen, die de basis van het huwelijk ondermijnen. Het nieuwe stel legt in voor het altaar het fundament van hun gezin, om elkaar met wederzijdse liefde gelukkig te maken, verantwoordelijkheid voor elkaar te dragen, om samen de vreugde en het verdriet van het gezamenlijke leven te dragen en samen richting het Koninkrijk van God te lopen. Evangelie: Mattheüs 19:3-12 3 En de Farizeeën kwamen naar Hem toe om Hem te verzoeken en zeiden tegen Hem: Is het een man toegestaan zijn vrouw om allerlei redenen te verstoten? 4 En Hij antwoordde en zei tegen hen: Hebt u niet gelezen dat Hij Die de mens gemaakt heeft, hen van het begin af mannelijk en vrouwelijk gemaakt heeft, 5 en gezegd heeft: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn, 6 zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees? Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden. 7 Zij zeiden tegen Hem: Waarom heeft Mozes dan geboden een echtscheidingsbrief te geven en haar te verstoten? 8 Hij zei tegen hen: Mozes heeft vanwege de hardheid van uw hart u toegestaan uw vrouw te verstoten; maar van het begin af is het zo niet geweest. 9 Maar Ik zeg u: Wie zijn vrouw verstoot anders dan om hoererij en met een ander trouwt, die pleegt overspel, en wie met de verstotene trouwt, pleegt ook overspel. 10 Zijn discipelen zeiden tegen Hem: Als de zaak van de man met de vrouw er zo voor staat, is het beter niet te trouwen. 11 Maar Hij zei tegen hen: Niet allen vatten dit woord, maar alleen zij aan wie het gegeven is. 12 Want er zijn ontmanden die uit de moederschoot zo geboren zijn; en er zijn ontmanden die door de mensen ontmand zijn; en er zijn ontmanden die zichzelf ontmand hebben om het Koninkrijk der hemelen. Wie dit vatten kan, laat die het vatten. www.khorhurd.nl 17
Pagina 18
Preek 29 juli 2018 “Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.” – Johannes 3:16 “Liefde is de straling van God. De classificatie van verschillende vormen van liefde in het menselijke en openbare leven is puur voorwaardelijk, liefde is één, het is de bloei van de menselijke persoonlijkheid, de persoonlijkheid die het vormsel van God op zich draagt. Het vormsel, of hoe de Bijbel het noemt, het beeld van God. Het beeld van God is liefde” – Garegin I Katholikos van alle Armeniërs. Inderdaad, liefde is een van de centrale ideeën van de christelijke leer, als het natuurlijk niet de meest gecentraliseerde is. Als in de gedachte van een zwakgelovige de vraag opkomt hoeveel God van de wereld en de mens hield, en in hoeverre de mens verplicht is om God met liefde te beantwoorden, is het voldoende om enkel te herinneren dat de Goddelijke liefde niet alleen de wereld heeft geschapen (Genesis 1-2), niet alleen de mens, waardoor de mens een goddelijk beeld en gelijkenis kreeg (Genesis 1:26), maar schonk hem ook een niet weg te nemen schat, namelijk vrijheid. God schonk ons niet alleen de wet, de Profeten en wijsheid, maar heeft Zichzelf 18 Khorhurd ontledigd door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood (Filippenzen 2:7-8). Zoals ook Christus ons liefgehad heeft en Zichzelf voor ons heeft overgegeven als een offergave en slachtoffer, tot een aangename geur voor God (Efeziërs 5:2). Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft (Johannes 3:16). ‘God is liefde’ zegt de apostel Johannes (1 Johannes 4:16). Hij is liefde in zijn leer, Hij is liefde in zijn werk, Hij is liefde in zijn marteling, Hij is liefde, ook aan het kruis. De liefde van de Levendige stroomde van het kruis naar de harten van de mensen, vanaf daar ontvingen de mensen de redding. En hoeveel de mens ook ondankbaar doorging en doorgaat met het opnieuw kruisigen van zijn Redder, oftewel doorgaat met het begaan van zonde, terwijl de mens heeft de gave heeft gekregen om zich daarvan te ontdoen. Echter, God is een ‘weldoener en almachtig’ (St. Grigor Narekatsi) ‘Hij aanvaardt ons als een verloren zoon (Lucas 15: 11-32) en bekleedt ons met het voormalige gewaad dat werd ontnomen door de zonde’ (St. Nerses Shnorhali). Voor de mens is het in de regel, bijzonder om te houden van de schoonheid, het goede, het liefdevolle, wiens Schepper en Almachtige natuurlijk God is. Hoeveel te meer moet iemand houden van zijn Schepper, want ‘de bouwer van het huis krijgt meer eer dan het huis zelf’(Hebreeën. 3:3). Maar wie God liefheeft met heel zijn hart en voor God kiest boven alles in de wereld, streeft ernaar alles te doen in Zijn wil ( ‘U wil geschiede’ – Math. 6:10), want wie God liefheeft zal zich aan al zijn geboden houden (Johannes 14:15). Een andere zeer belangrijke uitdrukking van het lief hebben van God is het liefhebben van je naasten. Gods wetten en profetieën zijn gebaseerd op dit en het vorige gebod. ‘Je moet je naasten liefhebben zoals jezelf’, dit is de boodschapper van onze Redder. Hoe moeilijk dit ook is, even zo is het een belangrijk principe binnen het christendom, omdat het onmogelijk is om van God te houden en niet van God’s schepselen. Hoe bewijzen en uiten wij onze liefde voor God, als we de liefde voor onze naaste niet uiten? Wie liefde in zich heeft, in diegene ontbreekt de haat, zoals Johannes de apostel het zegt. ‘Wie van zijn broer houdt, leeft in het licht en wordt niet verleid. Maar wie zijn broer haat, leeft in het donker, hij wandelt in duisternis en weet niet waar hij heen gaat, omdat de duisternis zijn ogen heeft verblind’ (1 Johannes 2:10-11). Met Zijn kruisiging voor de wereld, voor ieder van ons, ‘ons van onze zonden heeft bevrijd door zijn bloed’ (Openbaring 1:5), daarmee wijst God de Redder ons dat, ‘wij ook verplicht zijn onze leven te geven voor onze broeder’ (1 Johannes 3:16). ‘Want er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden’ (Johannes 15:13). De tien geboden van god; pleeg geen overspel, dood niet, steel niet, lieg niet, verlang niet naar andermans bezittingen enzovoort (Exodus 20:2-17), kunnen worden samengevat in een enkele zin: heb je naaste lief als jezelf. De apostel Paulus geeft een prachtig voorbeeld van liefde hebben voor je naaste door te bevelen: ‘Wees blij met wie zich verblijdt, heb verdriet met wie verdriet heeft.’ (Romeinen 12:15). Vele moeilijkheden die wij tegenkomen in ons leven ontstaan door het gebrek aan liefde voor God en de geschillen tussen www.khorhurd.nl 19
Pagina 20
mensen ontstaan door gebrek aan liefde voor elkaar. De beleving van liefde vult ons leven met vrede en rust en maakt Gods aanwezigheid in ons leven tastbaarder, dus ‘laten we de liefde van Christus kennen die alle kennis te boven gaat, opdat u zult overstromen met Gods volkomenheid.’ (Efeziërs 3:19) Evangelie: Johannes 3:13-21 13 En niemand is opgevaren naar de hemel dan Hij Die uit de hemel neergedaald is, namelijk de Zoon des mensen, Die in de hemel is. 14 En zoals Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zo moet de Zoon des mensen verhoogd worden, 15 opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. 16 Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. 17 Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. 18 Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God. 19 En dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liefgehad, meer dan het licht, want hun werken waren slecht. 20 opdat zijn werken niet ontmaskerd worden 21 Maar wie de waarheid doet, komt tot het licht, opdat van zijn werken openbaar wordt dat ze in God gedaan zijn. Want ieder die kwaad doet, haat het licht en komt niet tot het licht, 20 Khorhurd www.khorhurd.nl 21
Pagina 22
Vr aag en antwoord Hoe vergeef je iemand? ‘En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaren vergeven.’ (Mattheüs 6:12). Jezus Christus gaf als opdracht om als het ‘Onze Vader’ gebed te bidden. Hierin komt bovenstaande zin in voor. Soms vinden mensen het lastig om elkaar te vergeven. Hoe doe je dat? Om deze vraag te beantwoorden is het van belang om te weten wat zonde inhoudt. Een zonde is iets dat wij zeggen of doen wat wij niet zouden moeten zeggen of doen. Eva pleegde een zonde, omdat zij een vrucht at. Een vrucht eten is geen zonde. God had verboden om het vrucht van die specifieke boom te eten, waardoor het een zonde werd als Adam of Eva dat wel zouden doen. Hierdoor zijn onze voorouders uit het Paradijs gezet. Tevens is het een zonde om hetgeen te doen wat onder jouw vermogen is. Als jij een betere partner kon zijn, maar het expres niet hebt gedaan, is het een zonde. Als jij de waarheid kon zeggen, maar dit niet hebt gedaan, is het een zonde. Nu wij weten wat zonde is, komen wij erachter dat iedereen een zondaar is. Welke persoon kan zeggen dat hij nooit heeft gelogen? Zoals Jezus zei: ‘Wie van u zonder 22 Khorhurd zonde is, laat die als eerste de steen op haar werpen.’ (Johannes 8:7). Hierna liet iedereen zijn steen vallen en liepen weg. Terugkomend op de vraag, hoe vergeef je dan iemand? Om een Christelijke vergeven te volbrengen, zijn er 3 voorwaarden: 1. Wij moeten ons in die situatie kunnen verplaatsen. Als iemand iets doet, doet hij of zij het met een reden. Een persoon kan gehumeurd of geïrriteerd zijn. Als wij begrijpen dat diegene het doet door een bepaalde situatie, kunnen wij het eenvoudiger begrijpen voordat wij het gaan bekritiseren. 2. Wij zouden moeten leren vergeten. Een zonde kan niet worden vergeven als het niet is vergeten. Wij moeten de kracht vinden van onze Heer Jezus Christus, die ons vergeving schonk door Zijn Liefde, om goed te vergeven en het voorgoed te vergeten. Een schone bladzijde omslaan. 3. Wij moeten leren liefhebben. De Christelijke liefde is een onoverwinnelijke liefde. Liefde die het beste in een ander ziet en de zondes vergeeft. Om vergeving te krijgen van God, moeten wij vergeven. Zo zal de liefde van Christus altijd in ons zijn en zullen wij uiteindelijk na de dood voor altijd leven in de hemel.

Khorhurd april 2018


Pagina 0
Pagina 2
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20
Pagina 22
Pagina 24

Khorhurd maart 2018


Pagina 0
Pagina 2
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 8
Pagina 10
Pagina 12
Pagina 14
Pagina 16
Pagina 18
Pagina 20
Pagina 22
Pagina 24

Khorhurd februari 2018


Pagina 2
Symbolen In de maand februari begint het grote vasten (medz bakh) voor het Paasfeest (12 feb. – 31 maa.). In deze periode simboliseert iederen zondag een bepaalde levensweg. Voorbeelden hiervan zijn: ons geboorte, het zondigen, spijt hebben, berouwen en het tot inkeer komen. Omdat de zondagen verdeeld zijn over twee maanden worden de eerste drie zondagen van februari zijn in deze editie besproken. De overige zondagen worden besproken in de maart editie. Poon Paregentan (11 feb.): Het woord Paregentan betekent ‘het goede leven’. Op deze dag denken we terug aan het paradijs, waar Adam en Eva gelukkig leefden. Zij leefden samen met God en waren onschuldig. Deze dag staat in het teken van genot. Tijdens het vasten denken we aan hoe wij dit zijn kwijtgeraakt en laat het ook laat het ons zien hoe we terug kunnen keren naar het paradijs. De verdrijving (18 feb.): Wanneer Adam en Eva van de verboden vrucht aten, werden zij verdreven uit de tuin van Eden. De mens zondigde tegenover God, waardoor zij pijn ervaarden. Het zondigen van mensen leidt tot eenzaamheid. De band die Adam en Eva hadden in de tuin van Eden, hadden zij niet meer toen zij zondigden. De verloren zoon (25 feb.): Wanneer de zoon spijt heeft van wat hij gedaan had, keerde hij terug naar zijn vader met een gevoel van schaamte en schuld. Zijn vader nam hem in zijn armen en vierde een groot feest, omdat zijn zoon was teruggekeerd. De vastenperiode is een tijd van berouw. Wanneer wij onze fouten inzien en biechten voor onze Heer, zal God ons zegenen en ons in zijn armen nemen. 2 Inhoudsopgave Badarak ‘De toetreding’ & ‘De voorbereiding’ Tijdlijn Preken 4 februari 2018 11 februari 2018 18 februari 2018 25 februari 2018 Woorden in het geloof Khaghaghoetyoen amenetsoen & Yew int hokwoeyt koem Wist je dat & vraag en antwoord ‘Waarom wordt tijdens de lezing van de brieven in de Heilige Liturgie op het altaar de priester voorgelezen uit de evangelie?’ ‘Wat maakt een christen, een christen?’ Wie zijn wij? Pagina 24 Pagina 23 Pagina 4 Pagina 4 Pagina 5 Pagina 6 Pagina 6 Pagina 9 Pagina 13 Pagina 17 Pagina 22 3
Pagina 4
Badarak Mdits arachi seghano Asdoedzo, ar Asdwadz wor oerakh arne zmangoetyoen im. (Մտից առաջի սեղանոյ Աստուծոյ, առ Աստուած որ ուրախ առնէ զմանկութիւն իմ). Dit betekent: ‘Ik zal ingaan tot het altaar van God, tot God die mijn jeugd verblijdt.’ Wanneer de priester dit stukje zegt na de zuivering (Khorhurd december 2017) begint het volgende deel van de Badarak, namelijk ‘de toetreding’. Tijdens dit stukje van de dienst gaat de priester samen met de diakenen het altaar op. Nadat de priester dit heeft gezegd, zegt hij tijdens het opgaan van het altaar samen met één diaken Psalm 43. Psalmen worden altijd door twee personen gezegd tijdens de Heilige Liturgie, dus hier ook. Hierna gaat het grote gordijn dicht. Achter het gordijn worden een aantal dingen uitgevoerd. Dit stukje wordt ‘de voorbereiding’ genoemd. De naam van dit stukje van de dienst vertelt het eigenlijk al. De Heilige Communie wordt hier voorbereid. De diaken brengt het brood en wijn naar de priester. Dit brood en wijn plaatst de wijn in de miskelk en het brood op een plaat van de miskelk terwijl hij gebeden opzegt. Ook wordt Psalm 93 gelezen. Omdat het een Psalm is, wordt het om en om tussen de priester en één diaken gezegd. Hierna maakt de priester een kruis op de miskelk met de volgende woorden: De Heilige Geest zal over je heen komen en de kracht van de Allerhoogste zal je overschaduwen.’ Hierna zet hij de miskelk op zijn plaats, links van het altaar. Dan pakt hij het wierrookvat en het kruis voor het volgende deel van de Dienst, namelijk ‘Ashkharkalots’ (Khorhurd april 2017) Dit stukje staat met de woorden ‘de toetreding’ en ‘Voorbereiding’ genoemd in de tijdlijn. 4 5
Pagina 6
Preken 4 februari 2018 “Dit draag ik jullie op: heb elkaar lief.” – Johannes 15:17 Geschriften van de dag: Joh. 7:37-52, Titus 1:1-11. Jes. 63:18-64:12 De gedachte van de liefde staat centraal in de leer van het Christendom. De deugdelijkheid van de liefde is fundamenteel in het Christelijke moraal. Liefde is een gevoel richting God en richting mens. God is liefde en Zijn liefde uit zich in de creatie van het universum en Zijn voorzienigheid. Als wij God liefhebben, hebben we onze naasten lief, omdat God ons liefheeft en wij het resultaat zijn, van die liefde, op aarde. De mens is geen resultaat van een toeval of een fout maar het resultaat van de onuitputtelijke liefde van de Hemelse Schepper. Deze goddelijke liefde schijnt in ons, wat onze liefde vormt. Dus wij bevatten liefde als een door God geïnspireerd gevoel, de gave is om gelijke kinderen van de Vader te zijn en onze ouder-kind band creëert met God, en een broederlijke band met onze naasten. Liefde voor God. Vanuit religieus opzicht is de mens niet alleen verantwoordelijk om over God te denken, ook niet om alleen Gods werk te bestuderen maar om God lief te hebben met de liefde waardoor een persoonlijke, levende en werkelijke band ontstaat tussen mens en God. Zoveel liefde, dat het leven van de mens zonder God zinloos en onmogelijk zou zijn. Dit soort liefde verwacht de Heer Jezus Christus wanneer Hij zegt: “5Heb daarom de HEER, uw God, lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten.” (Deuteronomium 6:5). Niet met bepaalde voorwaarden, niet op bepaalde momenten en niet met bepaalde delen. Liefde voor onze naasten. De tweede persoon voor de liefde is onze naaste, ofwel onze gelijke, de ander, “19heb uw naaste lief als uzelf.” (Matteüs 19:19). 6 De mens, in het algemeen, hecht het meeste waarde aan zichzelf. Rekening houdend met de kracht van dit gevoel voegt Christus het volgende toe aan zijn boodschap: “als uzelf.” Dus volgens de christelijke leer moet de liefde voor de mens’ naasten niet minder zijn dan de liefde voor zichzelf. : Het vereffenen van ons met een ander, of een ander vereffenen met onszelf. Hoe moeilijk dit is, even belangrijk en essentieel is dit voor een Christen, want hoe kun je God liefhebben, maar Zijn schepselen niet? Hoe kun je die liefde voor God bewijzen, toepassen en uiten als je niet je naaste kan liefhebben? Liefde voor de vijand. In het geval van onze naasten kan zit er geen verschil tussen verschillende vrienden, ofwel er is geen onderscheid. Met deze gedachtegang moeten we de volgende woorden van onze Heer Jezus Christus begrijpen: “44En ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen, 45alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel. Hij laat zijn zon immers opgaan over goede en slechte mensen en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.” Dit is één van de hoogste beginselen van het Christendom maar ook één van de meest verlokkende. Hoe moet je de vijand liefhebben wanneer de vijand haat uitdrukt. De vijand liefhebben betekent niet de vijand waarderen of eren maar betekent om de vijand niet te geloven. Als vijandigheid iets slechts is, als vijandigheid haat betekent dan betekent het vijandig zijn tegenover de vijand dat je jezelf gelijk maakt aan de vijand. Het liefhebben van je vijand betekent in staat zijn om de vijand te vergeven. Om eerst zijn vijandigheid en schade te verwaarlozen en vervolgens met het goede zijn kwaadaardigheid te bewijzen en middels deze weg diegene ook tot een aardse kind van de Hemelse Vader te bekeren. 7
Pagina 8
Evangelie: Johannes 15:17-21 17Dit draag ik jullie op: heb elkaar lief. De haat van de wereld 18Wanneer de wereld je haat, bedenk dan dat ze mij eerder haatte dan jullie.19Als jullie bij de wereld zouden horen, zou ze jullie hebben liefgehad als iets van haarzelf, maar jullie horen niet bij haar, want ik heb jullie uit de wereld weggeroepen. Daarom haat ze jullie. 20Denk aan wat ik gezegd heb: een slaaf is niet meer dan zijn meester. Ze hebben mij vervolgd, dus zullen ze ook jullie vervolgen; maar wie zich aan mijn woorden gehouden heeft, zal zich ook aan jullie woorden houden. 21Dit alles zullen ze jullie vanwege mij aandoen, want ze kennen hem niet die mij gezonden heeft. 8 11 februari 2018 “want het koninkrijk van God is geen zaak van eten en drinken, maar van gerechtigheid, vrede en vreugde door de heilige Geest.” – Romeinen 14:17 Geschriften van de dag: Matt. 6:1-7:27, Rom. 13:11-14:26, Jes. 58:1-14 Carnaval is de eerste van de zeven zondagen van het Grote Vasten. Deze dag herinnert ons aan de eerste zaligheid van de mens. Deze dag is gewijd aan de herinnering van het paradijs, waarin Adam en Eva onschuldig en zalig leefden tot ze eruit werden gezet. De eerste mens kreeg in het paradijs een gebod van de Heer. “Hij hield hem het volgende voor: ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten, 17maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.’” (Genesis 2:16-17). Van iedere boom mogen eten symboliseert het zalige leven, en van één boom niet eten, dat in het midden van het paradijs staat, symboliseert het vasten. Het hemelse leven was voor Adam en Eva zalig, het goede leven, met de aanwezigheid van God. Er was niets wat de mens treurde. Integendeel ze leefden in de onuitputtelijke, eeuwige vreugde van de hemel aangezien ze de persoonlijke aanwezigheid van God genoten. Maar door te zondigen verloor de mens dat zalige leven dat ze in het paradijs genoot en begon te leven in het fysieke leven. Carnaval herinnert de mens aan zijn zalige staat. Het Grote Vasten laat de mens denken hoe die dit is kwijtgeraakt en wijst erop, door middel van wat en via welke weg die kan terugkeren. Wanneer wij een spiritueel leven willen leiden hebben wij meer tijd en energie nodig om te investeren in geestelijke daden maar ons alledaags leven staat dit niet toe. Aangezien de mens’ lichaam en geest onafscheidelijk is tot de dood, heeft alles wat effect heeft op het lichaam ook effect op de geest, en andersom. Tijdens de speciale dagen, waarin we ons voedsel verminderen en ons 9