0

ANGSTCULTUUR GELOOF IN VERTROUWENSPERSOON 22 TOESLAGENSTELSEL GEMEENTEN WILLEN VINGER IN DE PAP 31 SPECIAL SOCIAAL VIJF JAAR DECENTRALISATIES 43 20 november 2020 | week 47 | jaargang 41 22 2020 BINNENLANDS BESTUUR ONDERZOEK ATLAS VOOR GEMEENTEN SPORTAANBOD IS NIET ZALIGMAKEND De PACT-benadering draagt bij aan de vernieuwing en financiële beheersbaarheid van het sociaal domein. #Hoedan? zie www.bmc.nl/pact ONAFHANKELIJK MAGAZINE VOOR BETROKKEN AMBTENAREN EN BESTUURDERS

Een woning voor Sanne Omdat haar hart bij onze zorg ligt Verpleegkundigen, onderwijzers, lokale ondernemers: ze zijn de drijvende kracht achter een leefbare buurt. Tegelijk is een betaalbare woning voor hen steeds moeilijker te bereiken. Samen met corporaties en gemeenten zet BPD zich al 75 jaar in om wonen voor iedereen bereikbaar te houden. Zo kan Sanne dankzij BPD Woningfonds dicht bij haar werk blijven wonen. Samen in uw gemeente aan de slag? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het van de buurt

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 REDACTIONEEL COLOFON 03 Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Rob Engelaar / ANP-HH VASTE MEDEWERKERS Ton Bestebreur, Brian van der Bol, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN sales@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. De jeugdzorg kampt nog steeds met te lange wachtlijsten VIJF JAAR DECENTRALISATIES DURE TREIN Nee, de kwetsbare burger is bepaald niet beter af sinds gemeenten vijf jaar geleden verantwoordelijk werden voor de uitvoering van heel veel taken op het gebied van jeugd, werk en zorg. In de praktijk pakken de decentralisaties niet goed uit, zo concludeert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Het rijk benadrukte in 2015 vooral dat de gemeenten het allemaal goedkoper en efficiënter zouden kunnen. Maar mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt zijn er nauwelijks op vooruitgegaan, sommige gingen er zelfs op achteruit. De jeugdzorg kampt nog steeds met te lange wachtlijsten en veel hulpbehoevende ouderen krijgen geen adequate zorg. In de praktijk is het niet gelukt de hooggespannen verwachtingen waar te maken, stelt het SCP. Om niet te zeggen dat de decentralisatie is mislukt. De oorzaak? Een kwestie van te veel soll en (veel) te weinig ist. Gemeenten kregen het sociale domein vooral op hun bord zodat het kabinet-Rutte II er minder geld aan kwijt was. ‘Decentralisaties waren vooral gericht op het verlichten van uitvoerings- en budgettaire problemen van de rijksoverheid’, stelt de Stichting Decentraal Bestuur in pas verschenen rapport ‘Beginselen versus praktijken. Toetsing van decentralisatieprocessen, met aanbevelingen voor versterking’. Veel wees er in 2015 al op dat het gehalte wensdenken hoog was. Dit bij zowel het kabinet als bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten – lees de alles bepalende grootste gemeenten. Met name die stonden te springen de extra taken binnen te halen. Desnoods tegen een te hoge prijs. Niet alleen zij zien hun tekorten sindsdien structureel oplopen, daarvan hebben alle gemeenten last. Ook die gemeenten die destijds aangaven de taken niet aan te kunnen. Mede als gevolg van de coronacrisis verwacht het SCP dat de komende jaren het aantal kwetsbare mensen eerder zal toedan afnemen. En daarmee gaan uiteraard ook de uitgaven omhoog. ‘Herbezinnen en bijsturen’, zo luidt het SCP-advies aan het kabinet. Richting gemeenten ontbreekt zo’n advies. Als ik er een mag geven: denk eerst en vooral aan de risico’s voor je kwetsbaarste inwoners als er nog eens zo’n trein voorbij komt. ADVERTENTIE Aardgasvrije wijken driedaags webinar op 30 november aanmelden via www.driedagenaardgasvrij.nl en 1+2 december 2020 HANS BEKKERS CHEF REDACTIE BINNENLANDS BESTUUR

Je loopbaan zelf in de hand houden? Dat kan bij POSG. Veranderingen in de publieke sector zorgen voor veranderingen op de arbeidsmarkt. Wat vandaag de nieuwe werkelijkheid is, kan morgen al weer verouderd zijn. Door zelf het heft in handen te nemen, houd je de regie over je loopbaan. POSG biedt je de zekerheid van een dienstverband waarbinnen je kunt ontdek            ‘werkneembaarheid’ zoals wij het noemen. Want juist doordat jij je hart volgt, weten werkgevers je te vinden. Ontdek zelf hoe we je verder kunnen brengen op posg.nl Mobiliteitsadvies | Loopbaancoaching Interim | Werving & Selectie

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 INHOUD 05 10 COVERSTORY SPORT IN BEELD Waar veel wordt gesport, zijn zorgkosten lager. Onderzoek van Atlas voor Gemeenten toont dat duidelijk aan. Maar hoe krijg je als gemeente je inwoners in beweging? De oplossing zit ‘m lang niet altijd in meer sportvelden. 14 INTERVIEW WETHOUDER JAN ZWIERS De aantrekkende economie zorgt voor de eerste tekenen van krapte op de arbeidsmarkt. In de special zoomen we in op de gevolgen voor het personeelsbeleid van gemeenten. 38 DRUKTEMETERS TONEN BEZOEKERSSTROOM 38 COMMISSIE SNEL EENS OVER WATERHEFFING Diverse commissies beten zich stuk op een noodzakelijke aanpassing van de waterschapsbelastingen. Nu ligt er eindelijk een onder waterschappen breed gedragen voorstel. Met behulp van druktemeters informeren gemeenten hun bewoners en bezoekers over de drukte op populaire plekken. Dat is nuttig in tijden van corona. Veel aandacht gaat naar privacy, minder naar het meting van het effect. BETER ZICHT OP TOELOOP STADSCENTRA NIEUWS Onderzoek integriteit ambtenaren Warmtetransitie uitdaging krimpgemeenten Beste bestuurder ook per provincie ACHTERGROND Vertrouwenspersoon als antenne Gemeenten willen stem in toeslagen ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. SPECIAL SOCIAAL Meer zorg nodig na coronacrisis Kwetsbaren bij gemeenten niet beter af Essay: Maatwerk als moraal Gemeenten soms te lief Op zoek naar toekomstige schuldenaars 6 7 9 22 31 44 48 54 59 64 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 3 BEREND VONK 7 GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN OPINIE BOEK PERSONALIA 11 12 27 37 69 70 74

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 06 NIEUWS INTEGRITEIT DOOR: WOUTER BOONSTRA De FNV begint een integriteitsonderzoek onder ambtenaren bij gemeenten, zoals in 2018 bij het rijk plaatsvond. Het onderzoek naar angstculturen in gemeentelijke organisaties staat gepland voor het eerste kwartaal van 2021. VAKBOND PLEIT VOOR ONAFHANKELIJKE COMMISSIES ONDERZOEK INTEGRITEIT AMBTENAREN Dat laat Marieke Manschot, FNVbestuurder Gemeenten en Rijk weten. ‘Er is bij onze bestuurders weinig over bekend, dus we doen eerst een onderzoek onder onze leden. Het is belangrijk dat we meer inzicht in het onderwerp angstcultuur krijgen.’ Eind 2018 hield de FNV een onderzoek naar integriteit bij de rijksoverheid: één op de zes ambtenaren bleek weleens onder druk gezet om niet-integer te zijn, variërend van het aanpassen van rapporten tot het niet zo nauw nemen bij inspecties. Volgens FNV-bestuurder Rijk, Mieke van Vliet zit er iets elementairs fout in de relatie politiek-ambtenaren. Zij deed ervaringen op met angstculturen in ambtelijke organisaties op bij de Belastingdienst, wat in 2019 resulteerde in het onderzoek ‘Hoor de klok luiden…’. Daarin stond een pleidooi voor een onafhankelijke integriteitscommissie bij de Belastingdienst. ‘Topambtenaren bieden te weinig weerstand, overheid en politiek lopen door elkaar. De Tweede Kamer krijgt ook niet de goede informatie. Ze zijn zo in elkaar gegroeid dat ze elkaar vasthebben. Er is geen vertrouwen in de organisatie en andersom’, aldus Van Vliet Dat is volgens haar zover gekomen door jarenlang bezuinigen en ‘voldoen aan politieke vraag’. ‘Er wordt niet tijdig ‘nee’ gezegd, er is geen adequate ict, er zijn te weinig mensen en de wetgeving is te complex.’ De Tweede Kamer heeft de wet ‘ Er wordt niet tijdig ‘nee’ gezegd’ gemaakt en is dan boos dat het niet werkt, schampert ze. ‘Maar je moet eerst toetsen of iets uitvoerbaar is en dat is niet gedaan.’ Ambtenaren moeten vertrouwen terugkrijgen en trots zijn op hun werk, vindt Van Vliet. ‘Ze mogen best tegen een leidinggevende zeggen wat hun niet bevalt, maar mensen die aan de bel hebben getrokken, worden er zelf op afgerekend. De toeslagenaffaire heeft geleid tot een tweedeling bij toeslagen. Sommige ambtenaren volgen, andere zijn kritisch. Degene die kritisch zijn, worden soms weggepest en durven zich pas te uiten als ze net voor hun pensioen zitten.’ KLOKKENLUIDERS Om van een angstcultuur af te komen moet de top het goede voorbeeld geven. ‘Erken je fouten en geef benodigde stukken. Besluitvorming moet klip en klaar zijn. Er wordt nu gelekt bij het leven. Waardeer het vakmanschap van ambtenaren. Luister naar hen. Een veilige cultuur creëren ligt aan de manier van leidinggeven’, zegt Van Vliet. Bij het ministerie van Justitie en Veiligheid is er sinds juni van dit jaar een onafhankelijke integriteitscommissie. Die kwam er na onjuiste afhandeling van klokkenluidersmeldingen en een incident met integriteitsvragen, het lijstje met criminaliteitscijfers van staatssecretaris Harbers. Het is een ‘paritaire commissie’ geworden met één lid namens de bonden en Departementale Ondernemingsraad, één lid namens de werkgever en een door beide partijen gedragen onafhankelijke voorzitter. De commissie heeft een onafhankelijke zetel en een eigen budget, website en administratie. ‘Het kan gaan om meldingen over vermoedens van misstanden, integriteitskwesties en bejegening en omgangsvormen van leidinggevenden.’ Met het rapport-Fokkens over misstanden in de top van het Openbaar Ministerie in gedachten zouden volgens Yntse Koenen, FNV-bestuurder Justitie en Veiligheid, ook OM-medewerkers zich tot de commissie moeten kunnen wenden. ‘Er moeten nu knopen worden doorgehakt. In de laatste cao rijk staat een hoofdstuk over sociale veiligheid. Voor mij hangt dit samen met cultuur, integriteit, omgangsvormen, bejegening en angstcultuur. In die cao staat dat er rijksbreed onderzoek komt naar sociale veiligheid. Bij dat onderzoek worden we betrokken. Het zou mooi zijn als de onafhankelijke commissie van JenV als voorbeeld kan gelden voor het hele rijk en andere overheden.’ Lees verder op p. 22

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 DOOR: MICHIEL MAAS MILIEU NIEUWS 07 De uitdaging voor de warmtetransitie in krimpgemeenten is veel groter dan in andere delen van het land. Door de lage woningwaarde, de relatief slechte energielabels en het gemiddelde inkomen is het moeilijker er de warmtetransitie van de grond te krijgen. GEBREKKIGE ISOLATIE MAAKT OVERGANG ONRENDABELER WARMTETRANSITIE UITDAGING VOOR KRIMPGEMEENTE Dat stelt het Economisch Instituut voor de Bouw. Een van de grootste problemen van de krimpgebieden is dat de meeste woningen in landelijk gebied liggen. Het verwarmen ervan met een warmtenet is daardoor onrendabel. Een oplossing als groen gas zou een oplossing kunnen zijn. Maar daarvan is relatief weinig voor handen. Hetzelfde geldt voor andere, relatief nieuwe oplossingen als waCARTOON BEREND VONK terstof. De techniek voor grootschalige fabricage van waterstof staat nog in de kinderschoenen, en is volgens de meeste deskundigen alleen een oplossing voor de industrie of vervoer. Resterende optie is dan een warmtepomp, of all-electric oplossing. Het probleem is dat daarvoor een goed geïsoleerde woning, minstens label B, nodig is. Dat geldt overigens ook voor landelijke niet-krimpgebieden. Maar het verschil met de krimpregio’s in Oost-Groningen, Zuid-Limburg en Zeeuw-Vlaanderen is dat veel woningen er een lager energielabel hebben, en een all-electric oplossing veel duurder zal uitpakken dan de circa 12.000 euro voor de warmtepompinstallatie. Bovendien is het inkomen vaak aanmerkelijk lager, waardoor de mogelijkheid van woningeigenaren zelf te investeren in de warmtetransitie laag is. Ook zijn de woningen minder waard, wat het afsluiten van een lening voor verdere investeringen moeilijk maakt. Draagvlak is ook een probleem: de gemiddelde leeftijd van bewoners in krimpgebieden is hoger, en oudere mensen zijn volgens onderzoek minder bereid te investeren in de eigen woning. Maar ook voor stedelijke krimpgemeenten zijn de kosten hoger. Steden als Kerkrade hebben een voordeel, omdat het vaker gaat om huurwoningen van corporaties, en appartementen, die relatief goedkoper te verduurzamen zijn. Maar de sloopopgave in Kerkrade zit in de weg. Volgens berekeningen zal het aantal huurwoningen de komende decennia bijna moeten halveren. Daardoor hebben corporaties veel minder geld om te investeren in de aanpak van de overgebleven woningen.

Niet herkozen? Wat nu? U staat voor uw volgende loopbaanstap. Ruim 40 jaar begeleiden wij mensen naar een nieuwe bestemming. Honderden voormalig politieke ambtsdragers zijn u voor gegaan. Wilt u weten wat wij voor u kunnen betekenen? Bel 020 673 4039. loopbaancoaching, executive coaching en outplacement www.vanede.nl AMSTERDAM | ARNHEM | BREDA | DEN HAAG | EINDHOVEN | ENSCHEDE | GRONINGEN | MAASTRICHT | ROTTERDAM | ZEIST | ZWOLLE Zijlstra Center for Public Control, Governance & Leadership Opleidingen voor Public Professonials De opleidingen van het Zijlstra Center staan midden in de actualiteit. Ze bieden inhoudelijke verdieping door hybride onderwijs – leren op locatie en online, theorie en praktijk geïntegreerd – voor het versterken van een kritische geest, een analytische blik en een bestuurlijk en politiek gevoel. Altijd gericht op maatschappelijke waarde creatie. Met een opleiding van het Zijlstra Center investeer je niet alleen in jezelf, maar ook in de samenleving. Meld je aan voor de online Open Avond op 8 december via vu.nl/zijlstra!

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 DOOR: HANS BEKKERS BESTUUR NIEUWS 09 Al sinds 2009 organiseert Binnenlands Bestuur de jaarlijkse verkiezing van de Beste Bestuurder – vanaf 2014 in samenwerking met Necker van Naem. Ook dit bijzondere jaar gebeurt dat weer. Nieuw element: de beste bestuurder per provincie. ANDERE OPZET VERKIEZING BESTE BESTUURDER OOK PER PROVINCIE Lokale en regionale politici, bestuurders, secretarissen en griffiers maken de selectie wie in aanmerking komt voor de titel beste bestuurder. Wie vonden zij uitblinken in het afgelopen jaar? En waarom? In de tweede ronde bepaalt het publiek wie van de genomineerden de beste bestuurder is. Anders dan voorgaande edities, zit er deze keer een meer provinciaal accent aan de verkiezing. We gaan namelijk eerst op zoek naar de beste bestuurder per provincie en vanuit de waterschappen. Vervolgens vragen we het publiek wie van deze bestuurders de beste bestuurder van 2020 is. De gedachte achter deze keuze is dat door het hele land goede bestuurders werken. Van Friesland tot Limburg en van Zuid-Holland tot Gelderland. Om daar meer recht aan te doen volgt voortaan uit de eerste ronde niet een lijst met tien, maar met dertien nominaties: vanuit elke provincie de beste bestuurder (12), én de beste waterschapsbestuurder (1). De eerste ronde loopt van 18 november tot 6 december. Het publiek is aan zet in de tweede ronde: van 18 tot 31 januari 2021 kan iedereen een stem uitbrengen op een van de genomineerde bestuurders. Er zijn drie categorieën: beste lokale bestuurder, beste jonge bestuurder en beste bestuurder uit een kleine gemeente. De categorie best bestuurde organisatie komt in nieuwe opzet te vervallen. Vorig jaar nomineerden bijna 1.100 beBurgemeester Aboutaleb van Rotterdam stuurders, politici, secretarissen en griffiers uit provincies, gemeenten en waterschappen hun collega-bestuurders voor de titel. Meer dan 14.000 mensen lieten weten wie zij de beste bestuurder van 2019 vonden. Burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam won de titel Beste Lokale Bestuurder. RESPONS Als vorig jaar met deze nieuwe ‘provinciale’ opzet was gewerkt, dan had de kandidatenlijst er overigens niet heel veel anders uit gezien. Uit Overijssel was wethouder Bart Jaspers Faijer (Ommen) naar voren gekomen, wethouder Robbert-Jan van Duijn (Aalsmeer – inmiddels burgemeester van Nieuwkoop) voor Noord-Holland, Rotterdams burgemeester Aboutaleb voor Zuid-Holland, de Utrechtse wethouder Lot van Hooijdonk voor Utrecht, wethouder Marianne Smitmans-Burhenne (Roermond) voor Limburg, cdk Wim van de Donk voor Brabant. Nieuw op de shortlist waren dan geweest: wethouder Marinka Mulder (Renkum) voor Gelderland, wethouder Bé Schollema (Loppersum, Groningen), wethouder Jerzy Soetekouw (Almere, Flevoland), gedeputeerde Jo-Annes de Bat (Zeeland), wethouder Jan Zwiers (Coevorden, Drenthe) en heemraad Wim Stegeman (Vechtstromen) namens de waterschappen. Voor Friesland was het zoeken geblazen, want de respons uit die provincie was vorig jaar te laag. Op 4 februari 2021 wordt duidelijk wie de beste bestuurder van 2020 is. Tijdens Kompas, het jaarlijkse event van Binnenlands Bestuur, vindt de bekendmaking plaats. SPECIAAL THEMA: DIGITALE DEMOCRATIE Het openbaar bestuur doet steeds meer digitaal. Zo worden belangrijke beleidsstukken in veel gemeenten uitsluitend digitaal gedeeld, zijn papieren archieven ondergebracht in de cloud en nemen vergaderingen steeds vaker de vorm aan van een videocall. De uitbraak van het coronavirus zal deze ontwikkeling alleen maar versnellen. Deze digitalisering raakt ook de decentrale democratie. Dat roept vragen op. Hebben ambtsdragers de wil en de vaardigheden om hun werkzaamheden langs de digitale weg uit te voeren? Is de infrastructuur op orde? En wat zijn de grootste risico’s en uitdagingen? Zeker nu veel overheden gedwongen zijn om democratische processen digitaal te laten plaatsvinden, maken we over dat thema aan de hand van een speciaal vragenblok annex aan de beste bestuurderselectie een eerste balans op of Nederland klaar is voor een digitale democratie.

GEERTEN BOOGAARD COLUMN11 ALTIJD LASTIG, EEN GROEPSOPDRACHT Aan de oprichting van de VNG deed de gemeente Rotterdam destijds niet mee, vertelde Wim van der Ham mij tijdens een rondleiding. Het wandelend geheugen van de Willemshof wist ook waarom: burgemeester Zimmerman achtte een vereniging van gemeenten staatsrechtelijk ondenkbaar. Zo’n vereniging hebben we immers al en heet de Staat der Nederlanden. Wellicht hadden Zimmermans bezwaren iets met de organische staatsleer te maken. Maar ik kan mij ook voorstellen dat hij het idee van een ‘vereniging’ van gemeenten ook gewoon een te klef concept vond. Rotterdam schijnt hij nogal autoritair bestuurd te hebben, Hoek van Holland werd door hem feitelijk geannexeerd en in Den Haag werd zijn tegenstand gevreesd. ‘Vaak tot zegen voor zijn stad,’ noteert het Biografisch Woordenboek daar snedig bij, maar het was wel de bestuursstijl van de stedelijke regenten in de zeventiende eeuw. Een ramp voor de onderlinge verhoudingen in de gedecentraliseerde eenheidsstaat, beseft iedereen met enig benul van de Nederlandse bestuurlijke tradities. Na het vertrek van burgemeester Zimmerman – toen hij ook nog met socialisten moest samenwerken, was de lol er voor hem af – slikte Rotterdam zijn bezwaren snel in en werd de stad alsnog lid van de VNG. Onder staatsrechtgeleerden bestaat ook geen principieel verzet meer tegen het bestaan van de VNG. Toch is Zimmerman wat mij betreft meer dan een voetnoot in de geschiedenis. Ik moest althans veel aan hem denken bij het lezen van het rapport van de Studiegroep Ter Haar Als één overheid, slagvaardig de toekomst tegemoet! De studiegroep interbestuurlijke en financiële verhoudingen, zoals de officiële naam luidde, had als opdracht het aankomende kabinet te adviseren hoe die het zogenaamde ‘opgavegericht werken’ naar een hoger plan kon krijgen. ‘We staan immers voor een aantal grote maatschappelijke opgaven’, die we dan vooral samen moeten oppakken. Als één overheid dus. Slagvaardig. In het rapport levert de studiegroep waar ze om werd gevraagd: het openbaar bestuur is de sleutel van de effectiviteit ervan, tegenwoordig uitvoeringskracht geheten. Daaraan is alles ondergeschikt. Zeker de typische structuurdiscussies waarin verschillende overheidsverbanden vanuit hun eigen huishouding redeneren. Dat zijn nou ‘structuren uit verleden’ die de effectieve samenwerking hinderen. Niet de structuur, maar de opgave moet leidend zijn. In typische rapportentaal: het motto ‘je gaat erover of niet’ moet worden ‘je draagt bij waar je nodig bent.’ Deze focus op nationale uitvoeringskracht raakt ‘ Een ramp voor de onderlinge verhoudingen in de gedecentraliseerde eenheidsstaat’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN ook het verenigingskarakter van de VNG. Met vrijwillig georganiseerde koepelorganisaties kunnen uiteindelijk immers alleen vrijblijvende afspraken worden gemaakt, analyseert het rapport. Maar als afspraken niet bindend doorwerken naar de leden van de vereniging, hoe effectief zijn ze dan? Voor dit probleem adviseert het rapport een intekenboek voor maatschappelijke opgaven. Daarin zouden kabinet en koepelorganisaties de grote gezamenlijke opgave moeten beschrijven waarna de individuele overheden kunnen intekenen. Dat klinkt als vrijwillig en gelijkwaardig. Maar de kleine lettertjes ontbreken hier. Het rapport zegt slechts: ‘Het is wel van belang om verder uit te werken hoe om te gaan wanneer overheden zich niet inschrijven, terwijl de opgave in dat gebied of regio wel urgent is.’ En dat is het zeker, omdat anders niet duidelijk is of het intekenboek geen verkapte kliklijn voor taakverwaarlozing is. Op dit soort momenten hoor ik tegenwoordig burgemeester Zimmerman brommen dat zo’n intekenboek staatsrechtelijk helemaal niet kan omdat we zoiets al hebben: de lokale autonomie over de eigen huishouding. Ik weet wel dat dat onzin is. Maar het zijn ook de momenten waarop ik mij afvraag of je alleen te veel Zimmermans in het openbaar bestuur kunt hebben. Of ook te weinig. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 12 NIEUWS IN BEELD GASVERBRUIK DOOR: MARTIN HENDRIKSMA GASVERBRUIK NAAR REGIO BEGIN BIJ DE GASSLURPERS Het gemiddeld gasgebruik per burger is ongelijkmatig over Nederland verdeeld, stelt Martijn Sanders, Bastiaan Frerix en Mark Huijben van Kurtosis. Het onderzoeksbureau corrigeerde CBS-gegevens over het gemiddelde gasverbruik met informatie over de omvang van het huishouden, de woonoppervlakte en het type woning. Wat blijkt: vooral het Gooi, een deel van de kuststreek en een aantal krimpregio’s doen het slecht. Daar valt qua gasverbruik dus de meeste winst te behalen. Zijn gemeenten en inwoners daarvoor wel voldoende toegerust? vragen de onderzoekers zich af. Zeker in de minder kapitaalkrachtige krimpregio’s valt dat te betwijfelen. Ze bepleiten daar een grotere rol voor provincie en rijk.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 NIEUWS IN BEELD 13 De hoeveelheid gas die de Nederlandse burger gebruikt is voor een aanzienlijk deel een regionale kwestie. De top 15 gemeenten met het hoogste verbruik, gebruiken ruim twee keer zo veel gas als de 15 met het laagste verbruik. Vooral het Gooi, krimpregio’s en toeristische streken scoren slecht, blijkt uit de eerste Klimaatranglijst Gasverbruik Gemeenten van Kurtosis Villagemeenten VILLAGEMEENTEN SCOREN SLECHT In de vijf gemeenten waar burgers het meeste gas verbruiken staan – niet verrassend – veel grote en vaak nog slecht geïsoleerde villa’s. Het betreft veelal oudbouw uit de jaren twintig en dertig, met veel kubieke meters en relatief weinig bewoners. In de lommerrijke regio’s met veel natuurgebied is de afgelopen decennia ook weinig nieuwbouw tot stand gekomen die het gemiddeld gasverbruik drukt. Vanwege de welstand van de inwoners ziet Kurtosis kansen voor isolatie, om zo het gasverbruik te drukken. BlB o Laren Blaricum Rozendaal Bloemendaal Wassenaar Heemstede 890 851 847 Gooise Meren Zandvoort Renkum H GoG o Baar *gecorrigeerd gasverbruik per inwoner 781 781 752 751 748 972* 919 Purmerend Almere Duiven Nieuwegein Utrecht Westervoort Capelle a/d Ijssel Zeewolde Tilburg Leiden *gecorrigeerd gasverbruik per inwoner Nieuwbouwgemeenten 175* 196 260 276 336 367 386 388 394 403 NIEUWBOUWGEMEENTEN HET GROENST Hoe jonger het gemiddelde huis, hoe lager de gemiddelde gasrekening. Dat blijkt klip en klaar uit ‘groene gemeenten’ als Almere, Purmerend en Nieuwegein. Net onder de top vijf staan de grote steden Utrecht en (iets lager op de ranglijst) Amsterdam en Rotterdam. Zij profiteren van de hogere bevolkingsdichtheid (het geringere aantal vierkante meters per burger) die het gasverbruik drukt.

14 INTERVIEW JAN ZWIERS DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: MARTINE SPRANGERS Jan Zwiers kon als directeur bij FC Emmen door corona niet doen waarvoor hij was ingehuurd. Het werd op de winkel passen en afwachten. ‘Maar daarvoor moet je mij niet nemen.’ Hoogeveen nam de oud-keeper op in haar zakencollege omdat hij daar wél werk kan verzetten. JAN ZWIERS ENIGE DRENT IN ZAKENCOLLEGE HOOGEVEEN ‘IK VERBEELD MIJ NIETS’ het te kriebelen. ‘Een derde termijn in Coevorden zag ik niet zitten. Je verliest je bestuurlijke scherpte en je gaat leunen op routine. Dat was een schrikbeeld voor mij.’ Zwiers is in die jaren commissaris bij FC Emmen en bevriend met voorzitter en boegbeeld van de club, Ronald Lubbers. Welke rechtgeaarde Drentse jongen wil niet in het eerste spelen van FC Emmen? ‘Ik droomde er ook van en het is mij gelukt. Maar we moeten niet overdrijven. Ik heb drie keer op doel gestaan tijdens een competitieduel. Meer was het niet, want ik was natuurlijk nét niet goed genoeg’, lacht Jan Zwiers (54). Zwiers pakt de liefde voor Emmen dertig jaar later op als hij begin dit jaar algemeen directeur bij zijn club wordt. Zijn carrière als wethouder in Coevorden zit erop. Maar corona gooit roet in het eten. ‘Op de winkel passen is niets voor mij.’ Jan Zwiers wint in 2014 de gemeenteraadsverkiezingen met het pas opgerichte Belangen Buitengebied Coevorden (BBC) en belandt pardoes in het college van Coevorden. Hij is duidelijk niet van de opsmuk en de status. ‘Ik heb tegen mensen gezegd: als je me vraagt een lintje door te knippen, kom ik niet. Dus bedenk alsjeblieft iets anders’, laat hij aan RTV Drenthe weten. Zwiers heeft geen enkele politieke ervaring, maar houdt zich prima staande in het Hof van Coevorden. In 2016 wordt hij genomineerd voor Drents Politiek Talent. ‘Als wethouder financiën heeft hij de boel in Coevorden absoluut op orde gemaakt’, verklaart wethouder Jan ten Kate in De Wolden de nominatie. En dat ‘terwijl we er nog geen wasmachine konden kopen’, weet Zwiers. Begin 2020 begint ‘Hij had mij na de verkiezingen in 2018 al gepeild voor de club, maar BBC 2014 was net van zes naar negen raadszetels gegaan. Drie zetels erbij voor een partij die vier jaar eerder in het college is gekomen. Dat is best wel iets. Ik kon het niet maken om te vertrekken.’ Maar Lubbers gaat stug door met het binnenhengelen van Zwiers. Hij weet dat voetbal Zwiers’ grote passie is en FC Emmen zijn club. ‘Familiair en toegankelijk’, zegt Jan Zwiers. Zwiers hapt begin dit jaar toe. ‘Mijn hart vertelde mij dat ik voor het voetbal bij mijn oude club moest kiezen.’ AMBTENAAR Zwiers wordt op vrijdag 28 februari uitgeluid in Coevorden en op 1 maart begint hij als algemeen directeur aan de Oude Meerdijk in Emmen. ‘Een ambtenaar is algemeen directeur van Emmen geworden’, schampert Johan Derksen in Veronica Inside. ‘Waarbij ik dacht: wat is er mis met een goede ambtenaar?’, glimlacht Zwiers. Op die zondag wordt zijn club wel met 5-1 in Rotterdam afgedroogd door Sparta. Werk aan de winkel! ‘Een droombaan dus’. Op 1 maart wordt ook de eerste coronabesmetting in Coevorden ontdekt. ‘Ik had twee fantastische weken bij FC Emmen en half maart was ik klaar. De competitie werd stilgelegd. Je doet wat gedaan moet worden en je richt je op het komende seizoen. Op 1 juli mochten we weer trainen, maar het was niet wild. ‘Op de winkel passen is niets voor mij’ Je moet vooruit kunnen kijken, maar net als alle andere voetbalclubs hadden we niet meer, maar minder geld te besteden. Ik was juist besteld om de organisatie van FC Emmen op het eredivisieniveau te brengen. Je kunt best een algemeen directeur hebben die op de begroting drukt en de lopende zaken waarneemt, maar dan moet je mij niet nemen.’ Als Jan Zwiers bij FC Emmen begint, verkeert Hoogeveen (55.566 inwoners) even verderop in een diepe bestuurscrisis. De gemeente heeft net een uitgavenstop afgekondigd. Het tekort over 2019 is 5 miljoen euro. In 2020 zal de gemeente in het zuiden van Drenthe weer rode cijfers schrijven. Maar er is ook stront aan de knikker tussen de gemeenteraad en het college. ‘Het debat is in de loop der tijd verhard en er is ervaren dat, meer dan voorheen, op de man wordt gespeeld’, zullen twee informateurs later diplomatiek schrijven. In de zomer stappen de twee wethouders van Gemeentebelangen (de grootste partij in de raad) op. De informateurs adviseren Hoogeveen een zakencollege. Het moet afgelopen zijn met het politieke gekat aan de Raadhuisplein. Dat vindt de gemeenteraad ook. De informateurs Baltes en Korthuis adviseren Hoogeveen om op basis van een raadsbreed programma vier wethouders van buiten te halen. De gemeenteraad geeft het zakencollege in spe vast mee dat BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020

INTERVIEW 15 CV JAN ZWIERS (Zwinderen, 1966) studeerde bedrijfseconomie en verzekeringen aan de Hogeschool Drenthe en vervolgens accountancy aan de Hogeschool Windesheim in Zwolle. Hij bekleedde verschillende functies in het bedrijfsleven, waarna hij in 2014 namens Belangen Buitengebied Coevorden wethouder in Coevorden werd. In maart 2020 werd Zwiers algemeen directeur van FC Emmen. Zwiers stond tussen 1987 en 1989 bij drie competitieduels tussen de palen van FC Emmen. Sinds 8 oktober 2020 is Jan Zwiers wethouder participatie, ruimtelijke ontwikkeling en economie in de Drentse gemeente Hoogeveen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020

INTERVIEW 17 voor volgend jaar 3,4 miljoen euro moet worden bezuinigd en de ozb met 28 procent wordt verhoogd. ‘Verbinden is niet hetzelfde al polderen’ MOUNTAINBIKER Jan Zwiers praat met voorzitter Lubbers van FC Emmen over de toekomst, als hij hoort wat er staat te gebeuren in Hoogeveen. ‘Dat is wat voor jou! Als één iemand dat zegt, dan is dat prima, maar als het er meer worden, dan wordt het toch anders. Als je van een uitdaging houdt, dan is Hoogeveen er één. Het is een gemeente met perspectief, maar dat wordt onvoldoende ervaren en het is ondergesneeuwd door het gedoe en de beeldvorming over de politiek-bestuurlijke mores.’ Jan Zwiers solliciteert met 81 anderen naar een wethouderschap. Als het erop lijkt dat hij hoge ogen gooit, gaat hij uitjes maken in Hoogeveen. Zwiers: ‘Ik ben een verwoed mountainbiker en we fietsen vaak door de dorpen – Nieuwlande, Stuifzand, je kent dat wel. Maar ik wilde natuurlijk ook zien hoe de plaats Hoogeveen zich heeft ontwikkeld. In mijn nieuwsgierigheid ben ik met de auto door de dorpen en over het industrieterrein gereden. Kijken naar de namen van ondernemingen. Wat zit daar allemaal? Ik heb hier járen geen bekeuring gehad, maar toch zag ik een flits paal over het hoofd. Het was geen dikke bon hoor, maar dat was dus mijn eerste nieuwe ervaring in Hoogeveen. Samen met Jan Zwiers maken op 8 oktober drie buitenstaanders hun intrede in het college van Hoogeveen: Derk Reneman uit Noord-Holland en Janita Tabak en Werner ten Kate uit Overijssel. Zwiers is de enige Drent. Hij is ook echt een Drent. Zwiers: ‘Als het een gemeente buiten Drenthe was geweest, dan had ik niets ondernomen. Een grotere stad was ook niets voor mij geweest. Hoogeveen voel ik. Ik spreek de taal en ik snap de Drent. De Drent blijft op de achtergrond, is niet zo uitgesproken en spaart de kool en de geit. Maar dat verschilt wel van regio tot regio. Er is verschil tussen het zand en het veen. Het dialect is anders. De mentaliteit is anders; het veen is misschien wat rauwer.’ Zwiers woont in het dorp Aalden, maar zijn wortels liggen tien kilometer verderop in Zwinderen. Zwiers in zijn werkkamer in het stille raadhuis van Hoogeveen: ‘Ik ben van het veen én van het zand. Ik ken de verschillen en die kunnen mij niets schelen. Ik ben geboren aan de Hoogeveense Vaart, en dat is veengebied. Daar kwamen vooral mensen van buiten de provincie werken. Denk aan Nieuwlande en Hollandscheveld, hier in gemeente Hoogeveen. Maar daar heb ik niet zo lang gewoond. Ik ben op het zand in Oosterhesselen opgegroeid. Dat is van oudsher het gebied van de herenboeren, maar wij waren vroeger keuterboertjes. Ik verbeeld mij niets. Dat is ook wel de Drent in mij.’ WENNEN Jan Zwiers bestiert ruimtelijke ordening, economische zaken en participatie in het zakencollege van Hoogeveen. En dat is wennen voor Zwiers, die in Coevorden als wethouder een grote inbreng had in een jonge partij met onervaren fractieleden. Zwiers: ‘Je moet nu als wethouder in een zakencollege streven naar een goede relatie met álle partijen in de raad. De aandacht van het college is wennen voor de raad, maar het geeft raadsleden ook ruimte voor het gesprek. Als je als wethouder denkt iets goeds te hebben, dan lobby je niet eerst bij de een en dan bij de ander. Je lobbyt bij iedereen tegelijk. Je bent er voor de hele raad, niet voor een coalitie. Daar moet je als wethouder op letten. En het is ook wel even fijn om niet het coalitiespel te hoeven spelen en je te kunnen richten op het besturen.’ Geen van de vier wethouders had ervaring in een zakencollege, maar dat hindert niet, zegt Zwiers. ‘We zijn geselecteerd op wie we zijn en er is gekeken naar onze verbindende stijl. Die is essentieel in een zakencollege. Verbinden is niet hetzelfde als polderen. Het is ook duidelijk zijn. Dat werkt in Drenthe. Mijn opa en oma zeiden altijd: “Als je doet wat je zegt, dan lieg je niet.” Ondernemers en inwoners hebben het recht te weten waar ze aan toe zijn. En dan is het misschien ook wel goed dat de wethouder financiën bijvoorbeeld uit de Haarlemmermeer komt. Ik zie dat hij de betrokkenheid heeft om Hoogeveen te begrijpen, maar ook de afstand heeft om onbevooroordeeld voorstellen te kunnen doen. Verbinden is namelijk ook vervelende maatregelen nemen en daarvoor niet wegduiken.’ Die vervelende maatregelen gaan er komen in Hoogeveen. De komende vier jaar moet 8 miljoen euro worden bezuinigd. Dat op de ambtelijke samenwerking met De Wolden een miljoen euro wordt bezuinigd, zal niemand op straat wat kunnen schelen. Of dat er vanaf 2023 een wethouder afvalt. Maar een miljoen op de jeugdzorg is een ander verhaal. En wat te denken van 190.000 euro minder voor de bieb? 24.000 euro minder voor ontspannings- en ontmoetingsactiviteiten voor ouderen? En dat het carillon bovenop het raadhuis niet meer wordt bespeeld? Jan Zwiers: ‘Er zullen echt nog moties en amendementen worden ingediend. En natuurlijk wil je misschien toch niet bezuinigen op A, en vind je nog wat geld bij B. Uiteindelijk gaat het er wel om dat je Hoogeveen perspectief biedt.’ BOOMING Hoogeveen heeft het niet gemakkelijk, maar de gemeente gaat volgens Zwiers echt ‘booming’ worden, met zijn bereikbaarheid via het spoor en de snelwegverbinding naar Duitsland: ‘We moeten voor die ‘boom’ meeliften op de levensader naar het oosten en de Scandinavische landen. Ik weet dat ondernemers en inwoners en niet wethouders de aansluiting met die corridor maken. En je doet als college hierin ook niets zonder de provincie en het rijk. Maar wat je wél kunt doen, en dat hebben we in Coevorden gedaan, is een gezonde basis voor samenwerking leggen. We liggen op het kruispunt van de A28 en de A37. Er is perspectief om bedrijven naar Hoogeveen te halen. Het zou mooi zijn als we voor de raadsverkiezingen van 2022 in ieder geval één mooi bedrijf naar Hoogeveen hebben gehaald.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020

18 ONDERZOEK SPORT DOOR: HANS BEKKERS Waar veel wordt gesport, zijn de zorgkosten lager. Onderzoek van Atlas voor Gemeenten toont dat duidelijk aan. Maar hoe krijg je als gemeente je inwoners in beweging? De oplossing, zo blijkt, zit ‘m lang niet altijd in meer sportvelden en -zalen alleen. AANKNOPINGSPUNTEN VOOR GEMEENTELIJK BELEID SPORT IN BEELD Als relatief veel inwoners van een gemeente sporten, heeft een relatief groot aandeel van de inwoners in die gemeente een goede gezondheid en zijn de zorgkosten lager. Die conclusie durven onderzoekers van Atlas voor Gemeenten in hun deze week gepresenteerde Atlas Sport 2020 wel te trekken. Het betreft een onderzoek naar het verband tussen enerzijds sportaanbod en -deelname en anderzijds het effect van sporten op de gezondheid onder de bevolking. Van de vijftig grootste gemeenten zijn gegevens op al die fronten op een rij gezet. Daaruit komt onder andere naar voren welke gemeente het aantrekkelijkst is om in te sporten, waar de sportdeelname onder inwoners het grootst is en hoe sportdeelname zich verhoudt tot het aanbod aan sportaccommodaties en -faciliteiten. En wat dat allemaal betekent voor de gezondheid onder de bevolking én voor het door de 1,3 MILJARD EURO In de praktijk zijn gemeenten verantwoordelijk voor het leeuwendeel van het sportbeleid in Nederland. Er is wel een ministerie van Sport, maar veel meer dan wat lijnen uitzetten gebeurt daar niet. Van de totale jaarlijkse publieke uitgaven aan sport (grofweg 1,3 miljard euro) komt ongeveer 90 procent voor rekening van gemeenten; 1,6 procent van de gemeentelijke begroting. Hiermee worden vooral sportverenigingen direct (subsidies) of indirect (bijvoorbeeld door het bouwen, beheren en onderhouden van sportaccommodaties) financieel ondersteund. Die uitgaven nemen de laatste jaren niet toe; er is zelfs sprake van een afname van de uitgaven aan sport in de openbare ruimte, terwijl het aantal sporters in de openbare ruimte toeneemt. gemeente gevoerde sportbeleid. Amersfoort blijkt dé sportstad van Nederland te zijn: de sportdeelname is er hoog, de ervaren gezondheid in die gemeente bovengemiddeld goed. De meeste gemeenten die qua sportdeelname in de top 10 zitten – Utrecht, Nijmegen, Delft, Groningen, Amstelveen, Deventer en Haarlemmermeer – scoren ook qua ervaren gezondheid top 10-noteringen. Helder wordt dus dat er een duidelijk verband is tussen deelname aan sport enerzijds en gezondheid en zorgkosten anderzijds. ‘Als relatief veel inwoners van een gemeente sporten, heeft een relatief groot aandeel van de inwoners in die gemeente een goede gezondheid en zijn de zorgkosten lager’, concluderen de onderzoekers. Willem de Boer, Verhaal vervolgt op pagina 20 RANGLIJST VAN DEELNAME AAN SPORT (LINKS) VERSUS ERVAREN GEZONDHEID (RECHTS) BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 ACHTERGROND 19 ‘ Sportbeleid lijkt maar in beperkte mate van invloed op de sportdeelname’ TOTALE DEELNAME AAN SPORT – GEORGANISEERD EN ONGEORGANISEERD GEORGANISEERD Kijkend naar het aanbod van georganiseerde sport – de aanwezigheid van diverse typen sportaccommodaties – , valt op dat met name Noord-Nederland, Oost-Nederland en Zuidoost-Nederland bovengemiddeld scoren. Een verklaring daarvoor kan zijn dat de ruimte daar minder schaars is dan bijvoorbeeld in de Randstad, aldus de onderzoekers. Van de vijftig grootste gemeenten in Nederland (G50) kent Amstelveen het meeste aanbod van georganiseerde sport, gevolgd door Emmen en Venlo. Amstelveen heeft met name veel hockeyvelden. Daarnaast beschikt Amstelveen over relatief veel rugbyvelden, honkbalvelden, golfbanen, accommodaties voor klimsport en tennisbanen. Van de vijftig grootste gemeenten is er het minste aanbod van georganiseerde sport in Amsterdam. Deelname aan georganiseerde sport is relatief groot in delen van de Randstad en Midden-Oost-Nederland en blijft wat achter in met name delen van Noord-Nederland, Zuid-Limburg en Zeeland. De gemeente Haarlemmermeer scoort het hoogst op deelname aan georganiseerde sport, gevolgd door Breda en Hilversum. In Haarlemmermeer sport dus een relatief groot deel van de bevolking in verenigingsverband. Bovengemiddeld wordt er getennist, gegolft, gehockeyd en gezwommen. De gemeente Heerlen scoort het laagst op deelname aan georganiseerde sport. Dat geldt over de hele linie – voor zowat elke sport is het ledental in Heerlen beneden het landelijk gemiddelde. ONGEORGANISEERD De onderzoekers keken ook naar het sportaanbod wat betreft de faciliteiten voor ongeorganiseerde sport, zoals het aanbod aan fitnessfaciliteiten en het aantal strekkende kilometers fiets- en voetpaden en buitenweggetjes in een gemeente, de aanwezigheid van groen en water en het aanbod van hardloopevenementen en fietstoertochten. Er is een duidelijk verschil tussen de Randstad en gemeenten buiten de Randstad. In het algemeen geldt dat het aanbod van ongeorganiseerde sport in de Randstad relatief klein is. Gemeenten in Oost-Nederland, Noord-Nederland, Zeeland en Noord-Noord-Holland scoren juist bovengemiddeld in termen van aanbod van ongeorganiseerde sport. Arnhem blijkt van de G50 het grootste aanbod aan ongeorganiseerde sport te hebben. De Gelderse hoofdstad heeft met name een groot aanbod aan hardloopevenementen en heeft een relatief groot aantal mensen op korte afstand van groen of water. Van de vijftig grootste gemeenten is er het minste aanbod van ongeorganiseerde sport te vinden in Schiedam. Schiedam biedt weinig hardloopevenementen en toertochten en beschikt ook over weinig strekkende meter voet- en fietspaden en kleine weggetjes. Eveneens laag in de ranglijst bivakkeren de vier grootste steden. Ze hebben met name relatief weinig toertochten, maar scoren ook benedengemiddeld op het aantal hardloopevenementen ten opzichte van het aantal inwoners. De evenementen die worden georganiseerd in de G4 zijn echter wel vaak groot, denk aan de marathons van Rotterdam, Amsterdam en Utrecht en City Pier City Loop in Den Haag. Het aanbod van fiets- en voetpaden en kleine weggetjes is vooral in Amsterdam en Den Haag relatief klein. De gemeente Nijmegen springt eruit wat betreft de deelname aan ongeorganiseerde sport, gevolgd door Groningen en Utrecht. Nijmegen kent vooral een bovengemiddeld aantal wielrenners, maar scoort ook op de andere indicatoren hoog. De gemeente Emmen staat onderaan op de ranglijst van deelname aan ongeorganiseerde sport. Wat opvalt is dat in Midden-Nederland de deelname aan ongeorganiseerde sport relatief groot is, terwijl die in Noord- en Zuid-Nederland achterblijft.

VAN ONZE KENNISPARTNER

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 ONDERZOEK 21 docent aan de Hogeschool Arnhem-Nijmegen en bezig met en promotieonderzoek over de economische relatie tussen sport en gezondheid, toonde dat verband eerder dit jaar ook al aan met eigen onderzoek op wijkniveau. Hij berekende wat meer sporten oplevert. Buurten met meer leden van sportclubs hadden lagere gemiddelde kosten voor de gezondheidszorg. Meer concreet: als in een buurt 20 procent sport en een andere buurt 19 procent, geeft dat een verschil in zorgkosten van circa 25 euro per persoon. GEZONDHEIDSVERSCHILLEN In theorie is voldoende aanbod van sport een noodzakelijke voorwaarde voor deelname aan sport onder de bevolking in een gemeente. Met name geldt dat voor het beoefenen van georganiseerde sport. Die samenhang is volgens de Atlas-onderzoekers echter minder sterk dan misschien zou worden verwacht. ‘Er zijn relatief veel uitbijters: gemeenten met weinig aanbod en veel deelname, en omgekeerd; gemeenten met veel aanbod en relatief weinig deelname. Zo is Breda een gemeente met relatief weinig aanbod – plek 33 van de G50 – en veel deelname – plek 2. Ook de gemeente Ede heeft meer deelname – plek 30 – dan op basis van het aanbod – plek 44 – mocht worden verwacht.’ Tot op heden lijkt gemeentelijk sportbeleid (en -budget) maar in beperkte mate van invloed te zijn op de sportdeelname. Zo is de sportdeelname in bijvoorbeeld Ede, Arnhem, Gouda en Leeuwarden benedengemiddeld, maar is de ervaren gezondheid er relatief goed. Heerlen en Schiedam zijn juist uitgelezen voorbeelden van steden met relatief weinig sporters en een beperkt aandeel van de inwoners met een (zeer) goede ervaren gezondheid. Vreemd is dit niet. Het is een gegeven dat gemeentelijke verschillen in ervaren gezondheid ook samenhangen met leefstijl en ‘ Waar de ouders niet sporten, gaan hun kinderen dat ook niet snel doen’ bevolkingssamenstelling, met name leeftijd, inkomen en migratieachtergrond. Zo lijken gemeenten met een relatief jonge bevolking, weinig laagopgeleiden, weinig huishoudens in armoede en een hoge score op de sociaal-economische index over het algemeen meer sportdeelname te kennen. Vervolgonderzoek moet uitwijzen in welke mate gezondheidsverschillen tussen gemeenten te wijten zijn aan deelname aan sport en wat dit betekent voor het belang van sportbeleid door gemeenten. De Boer, als gezegd bezig met een promotieonderzoek over dit onderwerp, wijst op de invloed van sociaal-economische factoren op het al dan niet beoefenen van sport en de gevolgen daarvan. ‘Neem Emmen en Heerlen. Daar is de sportdeelname relatief laag. Aan het sportaanbod – een noodzakelijke randvoorwaarde – ligt het niet. Er zijn andere oorzaken. Het zijn armere streken, het opleidingsniveau is er lager, er wordt minder verdiend, de levensstijl is er ongezonder. En er wordt dus minder gesport. Dat gaat van generatie op generatie: waar de ouders niet sporten, gaan hun kinderen dat ook niet snel doen. Een vicieuze cirkel.’ SPORTBELEID Het gaat erom hoe inwoners kunnen worden gestimuleerd om te sporten. Om op die manier de vicieuze cirkel te doorbreken. Zaak is het volgens De Boer vooral ervoor te zorgen dat kinderen op jonge leeftijd sporten leuk gaan vinden, er plezier in hebben. ‘Daar kun je als gemeente en het onderwijsveld op inzetten: breng ze ADVERTENTIE op school in aanraking met sport, liefst in competitie- en verenigingsverband. Het is een goede voorspeller voor later gaan sporten, en een langer en gezonder leven.’ Een opvallende conclusie uit het onderzoek is dat het aanbod minder sterk samenhangt met deelname dan misschien gedacht zou worden. Willem de Boer plaatst daar een kanttekening bij. Wat het betreft moeten beleidsmakers niet alleen kijken naar het sportaanbod op gemeentelijke schaal in brede zin, maar ook naar waar het in de gemeente wordt aangeboden. ‘Dat vergt een dieper inzoomen, tot op wijkniveau’, zegt hij. ‘Een simpel voorbeeld uit mijn eigen woonplaats, Nijmegen. Mijn zoon wil basketballen, maar moet daarvoor helemaal naar de andere kant van de stad. Mijn andere zoontje wil floorballen, daarvoor moet hij de Waal over, naar Nijmegen-Noord. Daarmee maak je het niet makkelijk.’ Wat De Boer ermee vooral wil zeggen: nabijheid van het sportaanbod speelt een rol. Vervolgonderzoek zou moeten uitwijzen welke andere factoren mogelijk ook en vooral van invloed zijn op de sportdeelname onder de bevolking in de gemeente. De uitkomsten uit een dergelijk onderzoek kunnen belangrijke aanknopingspunten bieden voor lokaal sportbeleid en het afstemmen van investeringen in accommodaties ‘en de kwaliteit van de publieke ruimte op de kenmerken van de lokale bevolking’, aldus de Atlas-onderzoekers. ‘Interessant is bijvoorbeeld om te onderzoeken of aanbod voor specifieke (leeftijds)groepen wel bepalend is.’

22 ACHTERGROND CARRIÈRE DOOR WOUTER BOONSTRA FOTO: SHUTTERSTOCK Vertrouwenspersonen kunnen als schakel tussen management en medewerkers een belangrijke rol spelen bij het aanpakken of voorkomen van gevoelens van onveiligheid op de werkvloer, stelt de Amsterdamse gemeentesecretaris Peter Teesink. Medewerkers kunnen er signalen anoniem kwijt. ONVEILIG WERKKLIMAAT AANPAKKEN EN VOORKOMEN VERTROUWENSPER ALS ANTENNE In aanloop naar de Amsterdamse OR-verkiezingen dit voorjaar, besloot vakbond FNV zich te beraden op deelname. Even daarvoor waren twee leden uit de fractie namelijk door een collega ‘bijzonder dringend’ geadviseerd tegen een bepaald voorstel te stemmen. ‘Reden voor mij om een brief te schrijven aan de WOR-bestuurder, gemeentesecretaris Peter Teesink. ‘Als het niet veilig is om in de OR te zitten, kunnen we niet meedoen.’ Zo schetst de pas gepensioneerde strategisch beleidsadviseur van stadsdeel Nieuw-West Henk Gaasbeek de situatie van destijds. Hij was voorzitter van de lokale onderdeelcommissie (OC) die de ondernemingsraad (OR) adviseert en lid van het dagelijks bestuur van het Amsterdams groepsberaad van de FNV. Het was Gaasbeek en anderen al opgevallen dat de huidige gemeentesecretaris een

R BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 ACHTERGROND 23 ‘ Het was niet gewenst aan medezeggenschap deel te nemen’ SOON totaal ander mens is dan de vorige. Misschien dat hij opnieuw kon kijken naar het acteren van Bureau Integriteit. Gaasbeek weet niets van angstculturen in Amsterdam, al gaan dingen soms ‘gruwelijk mis’. ‘Maar het zijn altijd incidenten. Dat is normaal in grote organisaties. Het ontspoort wel eens.’ De vraag is: hoe voorkom je dat en hoe beperk je de schade? Het verhaal van Gaasbeek begint in 2016 in de OC van stadsdeel Nieuw-West. ‘De directeur was bang voor veel weerstand tegen de reorganisatie vanuit mensen in de buitendienst. Verschillende collega’s kregen berispingen, één moest weg met strafontslag. Ik begreep de aanleiding, maar die was onvoldoende voor een dergelijke ingreep. Het zou wel nodig zijn, zodat je wist dat er hard zou worden ingegrepen als je tegen het beleid inging. Je moest je gedeisd houden, anders kwam Bureau Integriteit om de hoek.’ Gaasbeek wist vaag dat dit ‘recherchebureau van de gemeente Amsterdam’ bestond. Maar wat er was geregeld, wanneer zij onderzoek doen en hun transparantie viel hem zwaar tegen. ‘De regels waren oud, het was speelgoed van het management. Als medewerker kwam je er niet in de buurt, behalve als je zelf werd onderzocht.’ Gaasbeek hoorde over meer OC-leden die berispingen kregen of aantekeningen in hun dossier. ‘Het was niet gewenst aan medezeggenschap deel te nemen.’ Als db-lid FNV stuurde Gaasbeek een brief aan Teesink waarin hij de twijfel over deelname aan de OR-verkiezing met een FNV-lijst koppelde aan de eerder geschetste onveilige situatie. Een prettig gesprek met de gemeentesecretaris volgde. De vraag die op tafel lag was hoe hij kon de-escaleren. ‘Je krijgt geen casussen, want mensen durven niet. Onze insteek werd: laten we niet kijken naar het verleden, maar hoe komen we hieruit? Een vertrouwenspersoon de-escaleert normaal niet, maar adviseert een klager. Het idee van Teesink was om vertrouwenspersonen anoniem klachten aan hem door te laten geven. Hij hoort de mening van de vertrouwenspersoon over het realisme van de klacht en de klager is beschermd, want anoniem. Hij zou dit uitwerken en er ruchtbaarheid aan geven. Medezeggenschap is belangrijk, weet Gaasbeek. ‘Maar geruchten dat je verkiesbaar stellen niet goed is voor je carrière hebben eeuwigheidswaarde. Leidinggevenden denken dat het veel tijd kost, terwijl ze al weinig handjes hebben. Maar je krijgt een permanente informatiestroom, dus maak er gebruik van. Op lange termijn heeft het voordelen, want zij effenen de weg. Teesink zou ermee bezig gaan.’ ÉÉN SAUSJE Al bij zijn aantreden in januari 2019 constateerde Teesink dat er verbetering in de organisatie nodig was. ‘Dat had ongetwijfeld te maken met de vele reorganisaties en relaties die onder druk waren komen te staan, maar ook met grotere bewegingen, zoals #metoo en Black Lives Matter, aanslagen en de discussie over vrijheid van meningsuiting. Die grote ontwikkelingen vinden hun weerslag in organisaties en maken mensen soms onzeker. Het bespreekbaar maken is de enige manier om daarmee om te gaan. Dat begint bij mijn prioriteiten. Ik geloof dat als je leiding geeft aan een grote organisatie voorbeeldgedrag belangrijk is. Je moet het laten zien.’ Teesink spreekt niet over dé organisatie, want er zijn verschillende vraagstukken en oplossingen per organisatieonderdeel. ‘Onze organisatie is groot en divers. Je bereikt niet iedereen via intranet of gesprekken die we organiseren. Je kunt er niet één sausje overheen gieten. Vertrouwenspersonen zitten in de hele organisatie en kunnen zaken preciezer duiden.’ Teesink is voor een tweeledige aanpak: generiek en individueel. ‘Door iemand één-op-één te spreken laat ik zien dat zijn of haar zaak hoge prioriteit voor mij heeft. Hopelijk geeft dat vertrouwen.’ Een medewerker vertelde Teesink dat hij goede beoordelingen kreeg, maar niet kon doorgroeien in de organisatie. ‘Dan spreken we over mogelijkheden hoe hiermee om te gaan. Zo’n gesprek helpt mij bij het maken van afspraken over het opleidingsbeleid. Vorige week liet die medewerker mij weten dat hij zijn gewenste opleiding toch kon doen. Fijn voor deze medewerker, maar het maakt ook zichtbaar dat organisatie brede stappen nodig zijn.’ Tijdens het gesprek met Gaasbeek kondigde Teesink aan het vertrouwenspersonennetwerk verder te professionaliseren. De organisatie telt al vijftig vertrouwenspersonen. Een belangrijke positie en de gesprekken met een vertrouwenspersoon zijn natuurlijk strikt vertrouwelijk, maar er mag volgens Teesink meer gebeuren. ‘Wat is het handelingsperspectief? Vertrouwenspersonen kunnen signalen boven tafel krijgen en die voorleggen aan het MT en aan mij. Als situaties zich ONAFHANKELIJK ONDERZOEK Onderzoek naar de tevredenheid van medewerkers is een moment om een angstcultuur onder de aandacht te brengen of het probleem zichtbaar te maken, maar tegenwoordig leent een andere aanpak zich hier beter voor, aldus OR-deskundige Bob Vermaak. In een medewerkersparticipatieonderzoek benoemen medewerkers zelf thema’s die op de werkvloer leven en doen zij voorstellen om zaken aan te pakken. ‘Dan komen onderwerpen als (on)veiligheid, aandacht voor elkaar en manier van leidinggeven erin. En als er inderdaad een angstcultuur is, komen mogelijk ook oplossingen en interventies met draagvlak op. Het is de taak van de OR om het op de agenda te blijven zetten.’ De OR heeft ook een rol in het beëindigen van een angstcultuur. ‘De OR kan een initiatiefvoorstel doen voor gesprekken met een coach. Als de angstcultuur te ver is doorgeschoten, kan de OR zeggen: de leidinggevende moet eruit.’ Het beste advies dat Vermaak aan een OR kan geven als zij vaak signalen van een angstcultuur ontvangen: doe op eigen titel onafhankelijk onderzoek. ‘Je kunt het objectief vaststellen en dan het gesprek aangaan. Vaar niet op geruchten. Doe het goed of doe het niet.’

INGEZONDEN MEDEDELING

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 ACHTERGROND25 voordoen bij dezelfde afdeling met dezelfde klachten, is het belangrijk dat de vertrouwenspersoon die trend ook signaleert. Als het ergens niet gaat, wil dat niet zeggen dat je er niets aan kunt doen.’ PAPIEREN TIJGERS Een concreet voorbeeld van een ‘situatie’ diende zich onlangs aan. De afspraak om Teesink voor dit artikel te spreken was al gemaakt toen enkele dagen ervoor de inhoud van een interne brief aan hem en burgemeester Halsema, ondertekend door 41 ambtenaren van verschillende afdelingen in de gemeentelijke organisatie, naar buiten kwam. In de brief uiten zij hun bezorgdheid over onveiligheid die niet-westerse medewerkers, vooral die met een islamitische geloofsovertuiging, ervaren naar aanleiding van de affaire rond de met strafontslag weggestuurde topambtenaar Saadia Ait-Taleb. Zij had zich schuldig gemaakt aan belangenverstrengeling. Daarover loopt nog een hoger beroep, maar in de strafzaak is zij vrijgesproken. Volgens de briefschrijvers is de onveiligheid in de gemeentelijke organisatie door de ‘zaak-Saadia’ gegroeid. ‘Niet alleen is een aantal collega’s (gedwongen) vertrokken, ook bij ambtenaren die werken bij de gemeente worden tot op de dag van vandaag gevoelens van onveiligheid ervaren. Een aantal van hen zit ziek thuis als direct gevolg van deze zaak. Alle ambtenaren hebben kunnen zien hoe er met een collega kan worden omgegaan als deze van fouten wordt beschuldigd in een bestuurlijk en politiek gevoelig dossier. Wij weten ook dat er collega’s zijn, die deze brief waarmee wij ons tot u richten volhartig steunen, maar die bang of beducht zijn om er hun naam aan te verbinden.’ In een recent interview met Binnenlands Bestuur gaf Teesink met wethouder Meliani uitleg over de bestuursopdracht Inclusie en Diversiteit. Concrete doelstelling: een derde van het topmanagement moet bestaan uit mensen met een nietwesterse migratieachtergrond. De brief van de ambtenaren was een week voor dat interview al gestuurd. Volgens Teesink is dit goed met elkaar te rijmen: de brief toont juist de noodzaak aan van de bestuursopdracht. ‘Er is te weinig diversiteit in het management. Ik zie de brief als een extra motivatie om daarmee aan de slag te gaan. Sinds mijn komst is dit al onderwerp van mijn aandacht. De brief is niet het startpunt van het proces, maar een extra element. Na de brief hebben we ook diverse malen met deze collega’s gesproken.’ DIVERS MANAGEMENT Onveilige gevoelens en leed in de organisatie hebben volgens Teesink deels te maken met diversiteit. ‘Daarom moeten we zorgen dat we een divers management hebben, zodat je die geluiden beter kunt duiden. Het heeft ook te maken met een veilig werkklimaat, waarin je dingen kunt zeggen die je wilt zeggen. Dat is breder dan diversiteit en gaat niet alleen over westerse of niet-westerse achtergrond: we willen een veilig werkklimaat voor iedereen.’ Een bestuurder met een niet-westerse achtergrond en een veilig werkklimaat gaan niet altijd samen. Gaasbeek vertelt over de vele wensen van Achmed Baâdoud, stadsdeelvoorzitter van NieuwWest van 2014 tot mei 2018. ‘Dat waren eisen.’ Onder Baâdoud was niemand tevreden of was het niet goed, aldus Gaasbeek. ‘Hij eiste voortdurend prestaties van de stadsdeelsecretaris die hij niet kon leveren. Dat werd afgewenteld op ambtenaren en die moesten weg, want die leverden niet. Er was zeker angst op die plekken.’ Sinds de invoering van het nieuwe bestuurlijk stelsel in 2018 werden stadsdeelbestuurders ‘papieren tijgers’. ‘Ze hebben niks meer in te brengen, maar werken nog wel alsof ze een belangrijke invloed hebben. Directeuren van stadsdelen zitten er tussenin. Die moeten de bestuurder te vriend houden, maar hebben niet de h anden om aan alle wensen te voldoen.’ Na Baâdoud kwam er weer waardering voor de ambtenaar, aldus Gaasbeek. ‘Er worden geen ambtenaren meer opgeofferd aan de dadendrang van een bestuurder.’ Toch blijven dingen die niet goed gaan langer hangen dan dingen die wel goed gaan. ‘Het geheugen voor ontsporingen is hier erg goed ontwikkeld.’ De structuur waarin je je als medewerker moet verweren tegen beschuldigingen is niet transparant, vindt Gaasbeek. ‘Het inrichten van een goede escalatiestructuur voor medewerkers zou enorm kunnen helpen bij het herstellen van het vertrouwen.’ PESTEN Teesink zegt dat hij in zijn loopbaan ‘helaas’ ervaring heeft opgedaan met ‘gevoelde onveiligheid’ in de organisatie. Als algemeen directeur moet je dan aanspreekbaar zijn, vindt hij. ‘Soms gedraagt een leidinggevende zich niet goed. Ik wil dat dan bespreken en er iets mee doen.’ Gedrag als pesten of negeren is onacceptabel en moet worden aangepakt, vindt hij. ‘Maar het beste is het voorkomen.’ Daarvoor zijn checks and balances nodig. Alleen vertrouwen op de hiërarchische lijn is dan veel te weinig. ‘Er moeten informele lijnen zijn door direct contact met veel verschillende medewerkers. Medezeggenschap speelt daarbij een belangrijke rol, net als vertrouwenspersonen. Die balans vinden en behouden is een eeuwige opgave.’ ‘ Het geheugen voor ontsporingen is hier erg goed ontwikkeld’

Volg je opleiding virtueel en/of klassikaal Start al in januari!                    Al meer dan 50 jaar de grootste opleider voor én door de overheid. Op ieder niveau, van trainingen tot aan MBO, HBO en Master opleidingen. Onder andere voor de volgende segmenten: • Burger- en publiekszaken • Sociaal domein • Ruimtelijk domein • Beleid, bestuur en management • Bedrijfsvoering • Persoonlijke ontwikkeling en vaardigheden •  • Openbare orde en veiligheid     

BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 47 | 2020 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 27 Een ambtenaar uit Emmen was voorwaardelijk IN DE CLINCH gestraft omdat hij nevenactiviteiten had verricht. Die procedure viel hem zwaar en hij meldde zich ziek. Ook daarvoor dreigde hij te worden gestraft. Mag van hem worden verwacht dat hij in zo’n conflictsituatie doorwerkt? GEWOON DOORWERKEN ALS JE WORDT GESTRAFT Het is juli 2017 als gemeenteambtenaar Martin Dunninge* goed nieuws krijgt. Hij heeft dan een procedure van ruim 2,5 jaar tegen B&W van Emmen achter de rug, en deze ‘gewonnen’. Dat is het voorlopige einde van een conflict dat in het najaar van 2014 begon. Dan komt Dunninge in aanvaring met de gemeente over nevenactiviteiten die hij verricht: hij heeft sinds 2007 een eigen adviesbureau en zou zelfs onder werktijd bijklussen. Plichtsverzuim, oordeelt de gemeente, en legt hem de disciplinaire straf van voorwaardelijk ongevraagd ontslag op, met een proeftijd van twee jaar. Ook wordt zijn salaris gedurende twee jaar met twee periodieken verminderd. Dunninge, in dienst sinds 1978, vecht dit bij de rechtbank aan maar krijgt geen gelijk. Na die uitspraak meldt hij zich ziek – maar waarom eigenlijk? Dat ligt volgens het college niet aan de aard van zijn werk of aan de bijzondere omstandigheden waaronder dit moet worden verricht. Eigenlijk zegt het college: Dunninge kan best normaal aan de slag. Nu hij dat niet kan (of wil), moet zijn salaris maar worden gekort. Eerst een half jaar met 10 procent, dan een jaar met 25 procent en daarna met 30 procent. Dunninge verzet zich daartegen en stapt weer naar de rechtbank. Die constateert psychische klachten, maar komen die door het werk? Vaste rechtspraak is dat de factoren die de arbeidsongeschiktheid veroorzaken, worden ‘geobjectiveerd’. Ofwel: waren de werkomstandigheden dermate buitensporig Vervelend, toch moeten de schouders eronder dat ook anderen die klachten zouden hebben ontwikkeld? Het is aan Dunninge om dat te bewijzen. De rechtbank vindt het begrijpelijk dat Dunninge door de eerdere juridische procedure emotioneel is belast. Maar de werkomstandigheden waren objectief bezien niet buitensporig. Zeker niet nu de Centrale Raad van Beroep inmiddels heeft geoordeeld dat er van plichtsverzuim geen sprake was. Dat was het goede nieuws dat Dunninge in juli 2017 ontving. Dunninge heeft volgens de rechtbank niet ADVERTENTIE aannemelijk gemaakt dat het college met hem is omgegaan op een manier die in de ambtelijke verhoudingen onaanvaardbaar is. Het enkele feit dat het college een onderzoek heeft ingesteld naar zijn nevenwerkzaamheden en hem naar aanleiding daarvan disciplinair heeft gestraft – wat later ook nog eens niet terecht bleek – is niet daarvoor voldoende. Dat er nadien tussen de gemeente en Dunninge langdurige spanningen en frustraties optraden, is ook geen aanwijzing voor een buitensporige omstandigheid. Kortom, de hele situatie was hooguit vervelend maar dan moeten toch de schouders eronder. Dunninge vindt van niet en zoekt het weer hogerop. De vorige keer kreeg hij bij de Centrale Raad van Beroep gelijk, nu hoopt hij op hetzelfde. Daar stelt Dunninge dat het Emmense college de disciplinaire bestraffing (naar aanleiding van de nevenfunctie) er doorheen heeft willen drukken. Alleen die poging maakt dat de werkomstandigheden buitensporig zijn geworden. Volgens de Raad (uitspraak 29 oktober 2020) heeft hij echter niet aannemelijk gemaakt dat het college doelbewust heeft aangestuurd op disciplinaire bestraffing. Het was misschien allemaal niet prettig voor hem, maar daarmee droeg zijn werk nog geen buitensporig karakter. Er kon dus ook geen sprake zijn van arbeidsongeschiktheid in en door de dienst. Deze keer verliest Dunninge zijn hoger beroep. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2020:2662

28 SERIE DROOGTE DOOR: SIMON TROMMEL FOTO: MARTIN WENGELAAR / ANP-HH Zuid-Spanje heeft zwaar te lijden van de droogte. Rivierwater moet worden aangevuld met ontzilt water uit de zee. Met Europese fondsen hopen de regio’s hun watermanagement een impuls te geven. GREEN DEAL MOET SPAANSE OOGSTEN REDDEN EUROPESE GROENTETUIN VALT DROOG In de Zuid-Spaanse regio Murcia is de gemiddelde jaartemperatuur 16 graden, wel een graad of zes warmer dan bij ons. Er valt slechts zo’n vierhonderd millimeter neerslag per jaar. Dat is de helft van wat er in Nederland valt. Een kwart van de stedelijke bevolking leidt daardoor onder waterstress, zeggen wetenschappers van de Universiteit van Murcia. Ze hebben een vrijwel voortdurend gevoel van wateronveiligheid door de schaarste. De dorre regio zet in op wetenschap en techniek om aan de waterbehoefte van inwoners te voldoen. En ook aan die van de landbouw: Murcia is de fruit- en groentetuin van Europa, de ‘Huerta de Europa’, die onze markten vult met limoenen, watermeloenen en grapefruits. Maar vanwege de gebruikte techniek is het ook een laboratorium voor Europa op

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 SERIE 29 ‘ We zijn de referentie voor andere landen voor hergebruik van afvalwater’ DE DROOGTE TE LIJF Vrijwel overal in Europa wordt het steeds droger. Wat valt er tegen te doen? In een serie belicht Binnenlands Bestuur de aanpak van diverse Europese landen. In deel 3: Spanje nationaal hydrologisch plan dat ertoe leidt dat water in alle regio’s terechtkomt. Waterbekkens moeten met elkaar verbonden zijn. En we moeten zorgen voor hergebruik van afvalwater; voor drainage en efficiency.’ het gebied van watermanagement. Net als een aantal andere Spaanse regio’s zet Murcia in op waterfabrieken die zeewater ontzilten en geschikt maken voor menselijke consumptie. Dat is een kostbare zaak, wel vier keer zo duur als het gebruik van het zoete water uit de rivier de Taag en het Taag-Segurakanaal. Maar de Taag stroomt door de droogte steeds minder hard. En de ingenieuze Taag-Segura Transfer, die water uit de Taag via een hydraulisch systeem doorsluist naar het (nog) drogere Spaanse achterland, dateert uit de tijd van het Franco-regime en is daarom politiek omstreden. HERGEBRUIK Het ontzilten is behalve duur ook milieu onvriendelijk: het kost veel energie. Bovendien is het Spaanse stroomnet gevoelig voor uitval. Daarom produceert de grootste water fabriek minder water dan zou kunnen, zeggen de onderzoekers. Murcia zet daarnaast in op hergebruik. De regio verspilt bijna geen druppel afvalwater. ‘We zijn wat dat betreft de referentie voor andere landen voor hergebruik van afvalwater’, zegt de regeringsleider van de regio Murcia, Fernando López. Volgens López heeft Spanje voldoende water, maar moet dat beter worden verdeeld. ‘We moeten zorgen voor een PRECISIE-LANDBOUW Maar er dreigen wel problemen. ‘De toekomst voor de landbouw is onzeker, omdat de huidige centrale regering voorstelt de Taag-Segura Transfer te sluiten’, waarschuwt López. ‘Een waterinfrastructuur die de afgelopen veertig jaar een onderdeel is geworden van sociale binding, economische ontwikkeling en het scheppen van werkgelegenheid.’ Dus zet de regio Murcia in op duurzame en precisie-landbouw: een model dat bestaat uit het toepassen van de exacte hoeveelheid water die een plant op elk moment nodig heeft. Daartoe wordt de meest geavanceerde irrigatietechnologie van stal gehaald. Ook worden de te telen gewassen aangepast aan de water tekorten. López: ‘De onzekerheid is groot. De situatie is moeilijk als de centrale overheid haar waterbeleid niet ombuigt.’ Om de Spaanse waterarmoede te lenigen, worden Europese fondsen in stelling gebracht. Zuidelijk Spanje heeft haar hoop gevestigd op de Green Deal. Snelle beschikbaarheid van het geld is nodig, aldus regeringsleider Juanma Moreno van de Zuid-Spaanse regio Andalusië. Moreno: ‘Er is grote behoefte aan consensus tussen de stakeholders. Het is van het grootste belang voor de inwoners van Andalusië dat er niet verdere vertragingen zijn. Dit is niet de tijd om ons te verliezen in theoretische discussies. Het is tijd om eenheid en begrip te tonen en onze blik te houden op het gemeenschappelijke project Europa.’ Met de Green Deal wil Andalusië het watermanagement verbeteren. ‘We hopen dat het leidt tot een upgrading van onze waterinfrastructuur, zodat die beter presteert en een betere aanvoer garandeert.’ Verder zet Andalusië net als Murcia in op hergebruik van water voor de landbouw en het ontzilten van zeewater. TWEEDE LEVEN Over het volgende gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) wordt momenteel onderhandeld, terwijl de EU-fondsen voor het herstel van de economie, NextGenerationEU binnenkort beschikbaar komen. López: ‘Vanuit Murcia verdedigen we de noodzaak om zoveel mogelijk middelen naar de diverse regio’s te laten vloeien. Zo kunnen we vooruitgang blijven boeken op het gebied van waterzuivering en hergebruik. Een tweede leven voor water is de beste manier om aanbod en duurzaamheid te garanderen. De klimaatverandering breidt zich uit van het zuiden naar het noorden van Europa. Maar in de regio Murcia zijn de effecten al heel duidelijk zichtbaar.’ Overigens krijgt López daarbij wél hulp uit Madrid: de helft van de herstelgelden gaat naar de regio´s, heeft de Spaanse premier Sánchez bepaald. EUROPESE GREEN DEAL MOET LOKAAL WORDEN INGEVULD Watermanagement is ook een issue dat onderdeel van de Green Deal kan zijn, waar lokale overheden kunnen putten uit Europese fondsen en kennisuitwisseling. En die Green deal moet nog veel lokaler worden ingebed, zei Frans Timmermans als first vice-president van de Europese Commissie verantwoordelijk voor de Green Deal in oktober tegen lokaal en regionaal bestuurders van het Comité van de Regio’s (CvdR). ‘Klimaatactie begint op de straten in onze steden en buurten.’ Daarom wil Timmermans dat het Comite van de Regio’s een steviger positie krijgt in het Klimaatpact dat dit jaar nog wordt gesloten. Intussen zet het CvdR al volop in op een lokale aanpak. Er is een werkgroep van CvdR-leden die Green Deal Going Local heet en die moet zorgen dat steden en regio´s directe fondsen krijgen. Verder heeft het CvdR de tweehonderd best practices uit de steden en regio´s uit de EU verzameld en online gezet op https://cor.europa.eu/en/regions. Want dat is het uiteindelijke doel, zegt de burgemeester van Warschau, Rafal Trzaskowski. Het gaat volgens hem om de directe fondsen. ‘Maar het gaat er ook om het Klimaatpact te laten dienen als paraplu voor samenwerking en uitwisseling tussen de regio’s.’

FUTUR LIVE! FUTUR.NL PUBQUIZ HÉT ALTERNATIEF VOOR TEAMUITJES TIJDENS CORONA!

DOOR: ALEXANDER LEEUW FOTO: PHIL NIJHUIS / ANP-HH FINANCIËN ACHTERGROND 31 Het toeslagenstelsel ligt onder vuur. Gemeenten willen graag bij de ontwikkeling van een alternatief worden betrokken. Of het nieuwe toeslagensysteem wellicht zelf ter hand nemen. Maar kunnen ze dat extra werk wel aan? ‘LAAT ONZE MENSEN OP STRAAT MEEKIJKEN’ GEMEENTEN WILLEN STEM IN TOESLAGEN PROTEST Staatssecretaris Alexandra van Huffelen in gesprek met gedupeerden van de Toeslagenaffaire Het toeslagenstelsel zorgt aan alle kanten voor slachtoffers. Inwoners die de schulden worden ingedrukt, een fel bekritiseerde Belastingdienst die toeslagenontvangers te enthousiast als fraudeur bestempelde en gemeenten die de slachtoffers moeten opvangen. Zo werd eerder deze maand bekend dat Rotterdam drieduizend gezinnen gaat bijstaan die bijvoorbeeld emotioneel of financieel geraakt zijn door de affaire rond de toeslagen bij de kinderopvang. ‘Gemeenten zien de gevolgen dagelijks in de praktijk’, staat in een position paper die de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020

        ZELFREGIE SCAN Een eigen invulling aan de toekomst                                  WERK WIJZER                               Reflectie en beroepsoriëntatie MBO Voorbeeld Rapportage 28 augustus 2019 De StudieCheck Hieronder zie je welke domeinen in het MBO jouw interesse hebben. Hoe langer de staaf, hoe meer jij de activiteiten in dit domein leuk vindt. Hoe korter de staaf, hoe minder de activiteiten uit dit domein aansluiten bij wat jij leuk vindt. Afbouw, Hout en Onderhoud Transport, Scheepvaart en Logistiek Bouw en Infra Mobiliteit en Voertuigen Techniek en Procesindustrie Economie en Administratie Ambacht, laboratorium en gezondheidstechniek Horeca en Bakkerij Veiligheid en Sport Informatie en                                                                      Naam: Voorbeeld Rapportage Datum: 9 januari 2020    Naam: Voorbeeld Rapportage Datum: 20 juli 2020 Copyright DilemmaManager B.V. Pagina 2 van 4                       Communicatietechnologie Media en Vormgeving Handel en Ondernemerschap Voedsel, Natuur en Leefomgeving Toerisme en Recreatie Uiterlijke verzorging Zorg en Welzijn 67% 65% 62% 53% 53% 45% 39% 39% 38% 34% 29% 28% 27% 24% 15% 13% Eén integrale aanpak voor vraagstukken binnen het sociaal domein? Ondersteuningsbehoefte DilemmaManager         begeleiding van jongeren en volwassenen bij vraagstukken rond onderwijs, werk, leren en      www.dilemmamanager.nl 12% 23% 21% 17% 27% Zeer laag Laag Gemiddeld Hoog Zeer hoog Zeer laag tot laag Gemiddeld Hoog tot zeer hoog Zeer laag Laag Gemiddeld Hoog Zeer hoog Studiesucceswaarden Studiestress 5% 45% 50% 56% Sociale omgeving 7% 37% 35% 57% 41% 53% Studiemotivatie 8% Toekomstbeeld 6% Ontwikkelgericht 52% - Denkt graag zelfstandig en kritisch na - Denkt buiten bestaande kaders - Is gericht op variatie en afwisseling Niet gedreven te ontwikkelen Vereist inzet en begeleiding Neutraal gedreven Sterk gedreven Te sterk gedreven, dient afgeremd 100% 57% 100% Zakelijke werkhouding 32% - Is gericht op daadkracht en initiatief - Is gedreven zich verbaal te uiten - Is gericht op sociaal-emotionele zelfbeheersing Niet gedreven te ontwikkelen Vereist inzet en begeleiding Neutraal gedreven Sterk gedreven Te sterk gedreven, dient afgeremd 33% 80% 9% Kwaliteitsgerichtheid 38% - Denkt methodisch en planmatig - Is gericht op nauwkeurig, precies en het detail - Is gedreven zich uit te spreken Niet gedreven te ontwikkelen Vereist inzet en begeleiding Neutraal gedreven Sterk gedreven Te sterk gedreven, dient afgeremd 40% 33% 67% Relatiegerichtheid 53% - Is gericht op de vraag - Is gericht op interactie - Is gericht op waarnemen en ontdekken Niet gedreven te ontwikkelen Vereist inzet en begeleiding Neutraal gedreven Sterk gedreven Te sterk gedreven, dient afgeremd 71% 33% 25% Zelfvertrouwen 2% Studiediscipline 11% 32% 40% 58% 57% 51% Studiebegeleiding 3% 46% Studieregie 7% 23% 70% Voor meer informatie: www.dilemmamanager.nl 038 45 33 925 info@dilemmagroep.nl

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 CREDIT: GINOPRESS / ANP-HH ACHTERGROND 33 Divosa, de vereniging van gemeentelijke directeuren in het sociaal domein, halverwege dit jaar publiceerden. ‘We hebben het in Nederland voor elkaar gekregen om het voor de meest kwetsbaren het ingewikkeldst te maken’, zegt de Dordtse wethouder Peter Heijkoop (werk en inkomen, CDA). Er is een brede wil om het toeslagenstelsel te veranderen, misschien zelfs te vervangen, en gemeenten willen daarbij een rol spelen. Daarom riepen de gemeenten in de position paper op om hen zoveel mogelijk bij het vernieuwingsproces te betrekken. Dat werkte. ‘We zitten nu aan tafel bij staatssecretaris Van Huffelen (Toeslagen, D66),’ zegt Heijkoop, ‘omdat we niet willen dat er een systeem vóór ons bedacht wordt. We hebben nadrukkelijk gezegd: de mensen die dit bedenken, staan niet dicht bij de praktijk. Laat onze mensen op straat meekijken hoe dit voor de inwoners werkt. Het systeem dat eruit komt moet voorspelbaar, te volgen en uitlegbaar zijn.’ Een belangrijk probleem is de aanname van stabiliteit waarmee het systeem ontworpen is. ‘Het huidige toeslagensysteem gaat uit van stabiele situaties’, legt voorzitter Erik Dannenberg van Divosa uit. ‘De problemen ontstaan vooral rond overgangen in het leven. Denk aan een nieuwe woning, nieuw werk, een scheiding of als een van je inwonende kinderen gaat werken. Het kan zijn dat iemand die 17 euro per maand meer gaat verdienen boven een drempel uitkomt, en dan de hele huurtoeslag moet terugbetalen. Zo krijgen mensen schulden. Ongeveer 60 procent van alle schuldvorderingen in Nederland is van de overheid, een gigantisch percentage.’ En gemeenten moeten die mensen helpen. ‘Wijkteams zijn 80 procent van hun tijd bezig met formulier-ellende – het prutsen met rottige invulpapieren voor mensen die in de problemen zitten.’ MOGELIJKE MAATREGELEN De VNG en Divosa suggereren een aantal mogelijke maatregelen voor de korte termijn. Ten eerste zijn ze voorstanders van een voorspelbaar toeslagensysteem, dat op recentere inkomensgegevens is gebaseerd. Als het inkomen sterk is gedaald, kan een inwoner zich melden bij de gemeente en die moet dan in staat worden gesteld om de Belastingdienst de recente inkomensgegevens ten verstrekken, zodat het juiste toeslagbedrag kan worden vastgesteld. Ten tweede pleiten ze voor een volledig ‘ Wijkteams zijn 80 procent van hun tijd bezig met formulier-ellende’ andere systematiek voor de kinderopvang. In plaats van dat hoge bedragen worden overgemaakt aan ouders die het geld weer naar een kinderopvang organisatie doorsluizen, zou het stelsel ‘met relatief bescheiden ingrepen’ kunnen worden omgebouwd naar een gesubsidieerd stelsel waar ouders een eigen bijdrage betalen. Maar op de lange termijn moet het hele toeslagenstelsel worden herzien of vervangen. Het onderzoek IBO Toeslagen verkent mogelijkheden daartoe. In één van de opties worden toeslagen gedecentraliseerd naar gemeenten: ‘Door de verantwoordelijkheid van alle toeslagen en de bijbehorende budgetten naar gemeenten over te dragen kunnen gemeenten de dienstverlening van het armoedebeleid, de participatie wet en de toeslagen integreren.’ Het is een van de heftigere van de 27 genoemde opties uit het rapport en ‘een zeer ingrijpende decentralisatie’ die ‘grote uitvoeringsconsequenties en grote verschillen tussen gemeenten’ als gevolg heeft. Er worden verschillende voor- en nadelen genoemd, waaronder de vraag of gemeenten er nog een ingrijpende decentralisatie bij kunnen hebben. NIEMAND Koen Caminada, hoogleraar empirische analyse van sociale en fiscale regelgeving aan de Universiteit Leiden, werkte mee aan het IBO Toeslagen. Hij verwacht niet dat gemeenten een dergelijke rol zullen hoeven spelen. ‘Ik hoor niemand over die optie met gemeenten. De varianten die bij mij langskomen zijn allemaal varianten op het werken van enkele objectieve criteria zoals inkomensgegevens.’ Hij merkt wel op dat Nederland hard toe is aan een verandering voor wat betreft het toeslagenstelsel. Maar of het ook tot een grootschalige herziening van het belastingstelsel komt? ‘Dat durf ik steeds minder te zeggen. De laatste keer dat het lukte om een pakket als hervorming door te voeren was in 2001. Sindsdien verbrokkelde het kabinet en bleef het bij steeds meer losse maatregelen.’ De groei aan losse maatregelen maakt het systeem complexer omdat voor elk probleem een aparte oplossing wordt verzonnen, met eigen regels voor inwoners en organisaties om rekening mee te houden. Zo zijn er 27 inmiddels inkomensondersteunende maatregelen. Het doet denken aan het nieuwe pensioenstelsel, waar na ruim tien jaar discussie in 2020 eindelijk een akkoord over werd bereikt. Volgens Caminada is het bij de toeslagen nog moeilijker. ‘Datis een kwestie tussen de burgers en de overheid, niet tussen werkgevers en werknemers. Er is geen toeslagenvereniging, dus beleidsambtenaren moeten dit voorbereiden.’ Zo kan het gebeuren dat een nieuw stelsel achter gesloten deuren wordt ontworpen, zonder dat er verenigingen zijn die hun eigen deelbelangen in de gaten houden. ‘Nederlanders zouden een verandering in toeslagen accepteren, maar de politici zijn bang. Er is een brede Kamermeerderheid om iets te doen aan de toeslagen, maar wát precies, daar zijn ze niet zo eensgezind over.’

INGEZONDEN MEDEDELING Connect kennis ⏐ netwerk ⏐ ontwikkeling

DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: SANDER KONING / ANP-HH WATERSCHAPPEN ACHTERGROND 35 Diverse commissies beten zich stuk op een noodzakelijke aanpassing van de waterschapsbelastingen. Nu ligt er een onder waterschappen breed gedragen voorstel van een stuurgroep onder leiding van Menno Snel. Komt er een eind aan de impasse? VOORSTEL COMMISSIE-SNEL NIEUW RECEPT VOOR WATERHEFFINGEN Discussies over de waterschapsbelastingen zijn bijna zo oud als de waterschappen zelf, stelt Piet Kome. De markante boer en natuurbeheerder zit al sinds 1984 in het bestuur van waterschap Hollandse Delta. Om de twee, drie jaar ziet hij een nieuw groepje opdoemen dat stelt dat het de hoogste tijd is voor een robuuster stelsel van heffingen. ‘Daar gaan we vervolgens als waterschappen jaren over praten. Uiteindelijk roepen de voorstanders: nu hebben we iets gevonden wat tot in de eeuwigheid meegaat! Drie jaar later somt het volgende groepje de gebreken op. Ik moet er inmiddels behoorlijk om glimlachen.’ De voortdurende discussie over de waterheffingen kreeg in 2014 een bredere bedding dankzij het rapport Water governance in the Netherlands: fit for the future? van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Nou, zo fit was ons waterbestuur op sommige onderdelen niet. Vooral het waterbewustzijn moest in Nederland omhoog, vond de OESO. Dat zou je bijvoorbeeld kunnen doen door veelgebruikers en vervuilers van water via aanpassingen in de zuiveringsheffing en de watersysteemheffing extra voor hun verbruik te belasten. De ene na de andere werkgroep boog zich de afgelopen vijf jaar over deze kwestie, met als meest prominente de Commissie Aanpassing Belastingstelsel (CAB) onder leiding van dijkgraaf Hetty Klavers van waterschap Zuiderzeeland. Zonder een breed door de waterschappen gedragen resultaat. Omdat het in essentie om een verdeelvraagstuk gaat, speelden tegengestelde belangen binnen de waterschappen op. Daarbij worden de diverse partijen in de algemeen besturen mondiger. Sinds de stikstofkwestie zijn boeren sterker BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 FOTO BART MAAT / ANPHH 36 ACHTERGROND WATERSCHAPPEN ‘ Ik ben als econoom heel blij met deze uitkomst’ verenigd. Veel burgerpartijen willen dat hun achterban niet langer als grofmazige geldpomp dient en eisen een meer gedifferentieerde heffing per huishouden. Daarnaast lag er de belofte dat veranderingen in het belastingstelsel niet mochten leiden tot ingrijpende wijzigingen in de lastenverdeling voor individuele waterschappen. Zo kreeg de ambitieuze herziening van de waterheffingen, als extra motor voor ons waterbewustzijn, steeds meer het karakter van een gordiaanse knoop. STERKE FLUCTUATIES De makkelijkste oplossing zou zijn het onderwerp waterheffingen voorlopig te laten rusten. Maar dit is geen optie. Enkele knelpunten in het huidig stelsel van heffingen vragen om een snelle oplossing. Zo is de watersysteemheffing deels gebaseerd op de economische waarde en daarmee vatbaar gebleken voor sterke fluctuaties. Boeren vallen met hun landerijen in dezelfde categorie als wegen en spoorwegen: ongebouwd. Maar een spoorweg kent nu eenmaal een veel hogere economische waarde dan boerengrond. Dat kan het gemiddelde tarief per hectare in de categorie ongebouwd sterk opdrijven. Een feitelijk gevolg kan zijn dat de boer moet bloeden voor meer infrastructuur, terwijl het waterschap niets extra’s voor hem doet. Met correcties tot wel 400 procent kunnen enkele waterschappen het effect van de hogere waarde van infrastructuur bij de heffingen dempen, maar dat is geen structurele oplossing. ‘In het westen is momenteel sprake van veel stadsuitbreiding op voormalige landbouwgrond’, zegt heemraad Bert van Vreeswijk (SGP, Vallei en Veluwe). ‘Dan daalt het aantal hectares ongebouwd in dit gebied. Dit leidt na vaststelling van de kostentoedeling ongewild tot een tariefverhoging bij ongebouwd. Dat is onredelijk.’ Daarnaast heeft een aantal waterschappen de bovengrens bereikt van hun ingezetenenheffing. Daardoor dreigt de tariefontwikkeling voor verschillende groepen uit de pas te gaan lopen. Een sterk verstedelijkt waterschap als Amstel, Gooi en Vecht kampt er al jaren mee, maar ook de waterschappen Delfland en Schieland lopen tegen dit probleem aan. Ook hier is een snelle aanpak vereist. Een nieuw ingestelde stuurgroep onder leiding van de in december afgetreden staatssecretaris van Financiën Menno Snel kreeg begin dit jaar de opdracht om de ‘weeffout’ in de huidige heffingen te herstellen. Een Commissie-voorzitter Menno Snel fundamentele wijziging van de waterschapsbelastingen, conform de ideeën van de OESO, hielden de waterschappen bewust buiten de opdracht van de stuurgroep. OUD KLEDINGSTUK ‘Het was de enige klus in die eerste paar maanden waarvan ik dacht: die wil ik gaan doen’, zegt Snel, ouddirectievoorzitter van de Waterschapsbank. ‘Mijn voornaamste aandeelhouders waren toen de waterschappen. En die vormden ook mijn klanten. Bijna alle hoofdrolspelers in de huidige discussie waren mensen die ik eerder had ontmoet.’ Snel zag als duidelijk knelpunt dat de waterschappen met hun sterk uiteenlopende gebiedskarakter en verschillende taakuitvoering geen mogelijkheden hadden om die verschillen tot uitdrukking te brengen in de betaling. ‘Sterk verstedelijkte waterschappen en landelijke waterschappen met diepe polders of hoge zandgronden – zij moeten het allemaal doen met een stelsel dat nauwelijks ruimte voor maatwerk biedt. Dankzij extra marges kreeg je sommige waterschappen nog net binnen het systeem. Het stelsel was als een oud kledingstuk, het paste niet meer. We wilden een toekomstbestendig stelsel van heffingen, voor elk waterschap passend.’ Wel een model of tien passeerde het afgelopen half jaar de revue. ‘Intelligent trechteren’, noemt Snel het. ‘Om zo te komen tot een variant die we met z’n allen zouden kunnen onderschrijven. Die moest solidair zijn, maar ook elementen bevatten van flexibiliteit. In de stuurgroep zijn we zo goed als unaniem op één variant uitgekomen, die in december in de Ledenvergadering van de waterschappen voorligt: het verbeterd combimodel.’ In dit model geldt niet langer de economische waarde van het onroerend goed in een gebied als grondslag voor de heffing. Die kan immers door de aanleg van weg of spoorweg of door economische omstandigheden plotseling sterk veranderen. In het combimodel zijn daarom gebiedskenmerken bepalend. Snel: ‘Daardoor hebben de heffingen straks geen last meer van wiebelingen van waarde in de markt. Ik ben als econoom heel blij met deze uitkomst.’ Ook stuurgroeplid Van Vreeswijk ziet het combimodel wel zitten. ‘Het idee van de vorige heffingen was: bij een hoge taxatiewaarde krijg je van de waterschappen als wederdienst ook meer bescherming. Maar dat is bij ons in het oosten vaak helemaal niet het geval. Een groot deel van het grondgebied ligt ver boven NAP. Er hoeft vrijwel niks te worden beschermd, maar de mensen betalen wel. Bij het nieuwe stelsel kijken we naar de inrichting. Heb je veel hectares ongebouwd, dan betaalt die categorie meer. Bij meer natuur moet die daarvoor opdraaien. Dat systeem is goed te verdedigen.’ AFWEGINGSRUIMTE Om tegemoet te komen aan het eigen karakter van elk waterschap is er een afwegingsruimte van maximaal 30 procent naar boven en naar onder inge

FOTO: BART MAAT / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 ACHTERGROND37 bouwd. ‘Zou je dat percentage verder opvoeren, dan bestaat er landelijk de angst dat je na verkiezingen bij een nieuwe kosten toedeling een jojo-effect kan krijgen’, zegt Van Vreeswijk. Ook kan in het combimodel sneller worden geanticipeerd op veranderingen in het ruimtegebruik. ‘Je kunt nu binnen een periode van vijf jaar een technische aanpassing maken. Dat was een van de bottlenecks in het huidige systeem.’ Van alle stuurgroepleden lijkt voorlopig alleen Piet Kome van Hollandse Delta niet van de nieuwe heffingen overtuigd. Hij noemt Snels verhaal over de gebiedskenmerken ‘wazig’. En hij voorziet alweer een nieuwe weeffout als de tarief differentiatie bij infrastructuur – nu maximaal 400 procent – in het nieuwe stelsel sterk wordt teruggeschroefd. ‘In feite wordt die weeffout straks over alle andere categorieën uitgesmeerd.’ Herstel van die 400 procent noemt hij een randvoorwaarde om met de nieuwe heffingen in te stemmen. Ook is Kome (Waterschapspartij Hollandse Delta) bevreesd voor de gevolgen van de grotere afwegingsruimte van individuele waterschappen. ‘Als je vier jaar lang een links bestuur krijgt, is er een grote kans dat inCOLUMN JAN VERHAGEN gezetenen geen drol hoeven te betalen. Komt er daarna weer een rechts bestuur, dan betalen ze de hoofdprijs.’ Met een paar simpele aanpassingen was volgens Kome het huidige stelsel te handhaven. ‘Je zou alleen de categorieën ongebouwd en infrastructuur moeten opsplitsen’, zegt hij. ‘Laat vervolgens infrastructuur iets differentiëren en zet ook op de landbouw een kleine correctiefactor – dan had het oude systeem gewoon door kunnen draaien.’ WEERSTAND Kome’s bedenkingen lijken echter vrijwel kansloos. Een overgrote meerderheid tekent zich af voor de aanpassingen van de stuurgroep. In december stemt de ledenvergadering van de waterschappen niet alleen over de nieuwe watersysteemheffing, maar ook over een minder omstreden, vooral technisch ingestoken verandering van de wijze van heffen bij de waterzuivering. Daarna moeten de Tweede en Eerste Kamer zich er nog over buigen. Hoewel die kritisch waren over eerdere aanpassingen, is Menno Snel nu optimistisch: ‘Binnen twee jaar zou het wetgevend traject kunnen zijn afgerond. Ik hoop dat we het nieuwe stelsel over drie of vier jaar dan ook echt hebben.’ Daarmee lijkt de weeffout in de waterheffingen verholpen. Had de stuurgroep, gezien de getoonde voortvarendheid, niet in één moeite door ook de ideeën van de OESO in het voorstel kunnen verwerken? ‘Persoonlijk ben ik groot voorstander van het principe de vervuiler betaalt’, zegt Snel. ‘Maar het leidt ook tot veel weerstand bij de groepen die de extra lasten moeten opbrengen. Voor je het weet, hadden we als commissie zo’n berg aan problemen op te lossen dat het langer, te lang, zou duren voordat de echte knelpunten uit het stelsel verdwijnen. Maar ik ben wel blij dat de Unie van Waterschappen ook met die andere, meer fundamentele punten doorgaat.’ Al is nog niet iedereen van die noodzaak overtuigd. Anders dan Snel betwijfelt heemraad Vreeswijk of je met aanpassingen in de heffingen voor meer waterbewustzijn kunt zorgen. ‘Belastingen dragen daar volgens mij niet aan bij. Dat zal het klimaat moeten doen. Met de hevige regenbuien en lange periodes van droogte die ons nu geregeld treffen, komt het met ons waterbewustzijn naar ik vermoed vanzelf wel goed.’ WÉÉRBERICHT Ik benijd ze niet, de provincies. Ze moeten toezicht houden op de financiën van de gemeenten en oordelen of de gemeenten een sluitende begroting hebben. Maar wat wordt het ze moeilijk gemaakt. Niet door de gemeenten maar door het rijk. Niet alleen dit jaar maar elk jaar weer. In 2015, 2016 en 2017 kondigde het rijk steeds aan dat de gemeenten veel geld zouden krijgen uit het overschot van het btw-compensatiefonds. Dat was omdat het rijk deed alsof dat btw-fonds elk jaar toenam maar de btw-declaraties alle jaren gelijk zouden blijven. Met dat btw-overschot leek het alsof alle gemeenten een sluitende begroting hadden. De provincies waren verplicht bij hun toezicht die aanname te volgen. Elk jaar weer – al wist iedereen dat die btw-overschotten nooit zouden komen. In 2018 stopte het rijk met deze btw-truc. Werd toen goed financieel toezicht weer mogelijk? Nee, want er was weer wat nieuws. Het regeerakkoord beloofde namelijk een enorme jaarlijkse stijging van het gemeentefonds. Daardoor leek het weer alsof alle gemeenten een sluitende begroting hadden. En konden de provincies wéér geen goed toezicht houden. Natuurlijk viel die stijging achteraf weer tegen. Vorig jaar, in 2019, kregen de gemeenten er een paar honderd miljoen euro bij voor de jeugdzorg. Niet structureel, maar slechts voor drie jaar. Maar de minister verplichtte de provincies te doen alsof dat geld elk jaar zou blijven komen. Zo maakte het rijk het financieel toezicht door de provincies wéér onmogelijk. En dit jaar? Iedereen weet dat de staatsschuld omlaag moet en dat het volgende kabinet zal gaan bezuinigen. Alleen weet niemand hoeveel. Totdat het nieuwe regeer‘ Niet alleen dit jaar maar elk jaar weer’ akkoord er is, zijn de provincies gebonden aan de schatting van het rijk van de bezuinigingen. En die schatting is: geen bezuinigingen. Tot het nieuwe regeerakkoord er is, mogen de gemeenten dus doen alsof het gemeentefonds elk jaar blijft groeien. Tot het nieuwe regeerakkoord lijkt het alsof de gemeenten een sluitende begroting hebben. En kunnen de provincies wéér geen toezicht houden. Het rijk blijft met dit soort trucjes goed financieel toezicht op de gemeenten onmogelijk maken. En de provincies blijven dit accepteren. Elk jaar weer. En dat zegt veel. Over het rijk. Over de provincies. En over de gemeenten.

38 ACHTERGROND CORONA DOOR: MARJOLEIN VAN TRIGT FOTO’S: SHUTTERSTOCK Met behulp van druktemeters informeren gemeenten en provincies hun bewoners en bezoekers over de actuele drukte op populaire plekken. Veel aandacht gaat naar privacy, minder naar manieren om het effect te meten. DRUKTEMETERS MOETEN BEZOEKERS BETER SPREIDEN DE OPLOOP TE LIJF

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 ACHTERGROND 39 ‘Het is een positief bedoeld instrument’ ‘like’-knop, een experience sampling-app en een VR-enquête ingezet. Dan komt corona. Opeens is de vraag niet hoe een achterafstraat beter profiteert van de koopavond, maar hoe een teveel aan bezoekers uit de hoofdstraat kan worden geweerd. ‘Aan alle kanten werd ik benaderd over het dashboard,’ zegt Veenstra. ‘Gemeenten wilden graag voorkomen dat ‘Druk op ‘te druk’-knop en de binnenstad gaat op slot’ schrijft De Stentor begin juni. De kop heeft betrekking op het ‘coronadashboard’ dat door onderzoekers van hogeschool Saxion in Enschede is ontwikkeld. Op een online stadsplattegrond zie je waar het druk is en hoe het publiek de binnenstad beleeft. Ook kan worden afgespeeld hoe eerder ontstane drukte zich ontwikkelde. Het dashboard is oorspronkelijk bedoeld om beleidsmakers en ondernemers bij te staan, maar kan – met wat aanpassingen – worden ingezet bij de handhaving van de coronamaatregelen, zegt Mettina Veenstra, lector Smart Cities bij Saxion. Bij de start van de lockdown in maart heeft de onderzoeksgroep van Veenstra net een onderzoek afgerond naar data voor vitale binnensteden. Sinds eind 2017 buigen ze zich over manieren om gemeenten te voorzien van realtime informatie over drukte in en de beleving van bezoekers van binnensteden. Daar is veel behoefte aan. De deelnemende gemeenten willen met behulp van data inzicht krijgen in de impact van interventies die ze doen om hun binnensteden aantrekkelijk te houden voor bezoekers, zoals het ophangen van versiering, het organiseren van een festival of het aanpassen van het straatmeubilair of de beplanting. Data uit sensoren – op kruispunten, in parkeergarages en op wegvakken rond het centrum – in de pilotsteden Deventer, Amersfoort en Zwolle bieden actueel inzicht in de hoeveelheid mensen op verschillende plekken. Om grip te krijgen op de beleving en tevredenheid van bezoekers worden gps-trackers met de politie drukke winkelstraten moest ‘schoonvegen’, zoals onder meer in mei in Apeldoorn gebeurde. Ook toeristische trekpleisters, veiligheidsregio’s en brancheorganisaties voor winkeliers toonden interesse om met behulp van het dashboard bezoekers beter te spreiden.’ INSPIREREN Ondertussen is het november. De ene na de andere gemeente ontwikkelt met behulp van private partijen een druktemeter voor het publiek, maar het vrijwel kant-en-klare coronadashboard van Saxion is nog altijd nergens in gebruik. Dat verbaast Veenstra niet echt. ‘Wij doen innovatief, praktijkgericht onderzoek en ontwikkelen software waarmee we pilots uitvoeren. Met onze onderzoeksresultaten willen we bedrijven en gemeenten inspireren. Er zijn twee bedrijven die ideeën uit onze software hebben overgenomen in hun dashboard voor gemeenten. Verder zijn we gevraagd voor een onafhankelijk advies op dit gebied voor de toeristische sector en voor een vervolgonderzoek samen met de Hogeschool van Amsterdam.’ Gefrustreerd is ze niet. ‘Het is sowieso goed om dit te hebben. Gemeenten of retailers die geïnspireerd zijn geraakt, kunnen altijd putten uit onze geleerde lessen.’ Die zijn verzameld in de publicatie ‘Data voor vitale binnensteden’. Eén van de geleerde lessen van Saxion is dat privacy vooraf moet worden meegenomen in het ontwerp van een druktemeter: privacy by design is een absolute voorwaarde om data over mensen in de publieke ruimte te verwerken tot nieuwe inzichten. ‘Mensen hebben schoon genoeg van technologie die zich ongevraagd informatie over je eigen maakt,’ zegt Veenstra. Halverwege haar onderzoek staat de Autoriteit Persoonsgegevens wifitracking (het oppikken van wifi- signalen van telefoons, onder andere om passanten in binnensteden te tellen) alleen nog toe onder hoge uitzondering. Daarmee valt een belangrijke databron weg. Een domper voor het onderzoek, maar afgezien daarvan juicht Veenstra het toegenomen privacybewustzijn in Nederland alleen maar toe. Daarmee lijkt het inderdaad wel snor te zitten, in elk geval onder media die over druktemeters berichten. ‘Het is het enige waar journalisten naar vragen,’ verzucht Adriaan van der Giessen, projectleider van SpotRotterdam, de druktemeter van Rotterdam. Sinds augustus is SpotRotterdam live in een testversie op app.spotrotterdam. nl. Met behulp van kleuren op een kaart geeft deze druktemeter aan waar het drukker of juist rustiger is dan normaal is. Die informatie is gebaseerd op locatiedata van bijna een miljoen Nederlandse smartphonebezitters. Bij het installeren van een aantal bekende nieuws-, weer- en verkeersapps wordt gebruikers toestemming gevraagd om locatiegegevens te gebruiken voor ‘marketing- en analytische doeleinden’. INDICATIE Je kunt je afvragen of de toestemmers zich daar bewust van zijn en of ze enig idee hebben van wat er met hun gpsda ta gebeurt. Toch lopen ze in het geval van SpotRotterdam weinig privacy-risico: Rotterdam heeft alleen een indicatie van hoeveel mensen waar zijn, maar niet wie ze zijn. De data zijn niet te koppelen aan individuen. En ze worden ingezet voor een goed doel, zegt Van der Giessen. ‘We maken de druktemeter onder andere voor Rotterdammers met een zwakke gezondheid, die bijvoorbeeld willen weten of het verstandig is om nu naar de apotheek te gaan.’ Ook bij Intemo, leverancier van sensoren, zijn ze zich bovenmatig bewust van het privacyvraagstuk. Hun passantenteller kan voetgangers, fietsers, bussen en auto’s van elkaar onderscheiden en bepalen in welke richting ze zich bewegen. Noem het vooral geen slimme camera, benadrukt een woordvoerder, want dat roept verkeerde associaties op. Het enige wat dit systeem produceert, is een AVG-proof grafisch beeld van de omgeving waarop met streepjes en puntjes bewegingen van passanten worden weer gegeven. Het is een hulpmiddel voor

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 ACHTERGROND 41 ‘ Wat een boa ‘veel te druk’ noemt, kan in de beleving van een ondernemer vallen onder ‘gezellige aanloop’ verkeerskundigen, bijvoorbeeld bij de herinrichting van een verkeersplein, en ook retailers gebruiken het graag. Maar een druktemeter voor ondernemers, zoals Nijmegen die vorig jaar ontwikkelde, kan in coronatijd ook worden ingezet om het publiek te informeren over drukte in de binnenstad. De Nijmeegse druktemeter is te vinden op nijmegen.nl/tellingen. De belangstelling van gemeenten voor druktemeters is onverminderd groot, merken ze bij Intemo. Na Nijmegen worden de gemeenten Eersel en Utrecht voorzien van hun sensoren, en ze zijn in gesprek met Eindhoven en Amersfoort. Utrecht zet het systeem in om samen met Utrecht Science Park een deel van de campus te monitoren en coronaproof te maken. De gemeente wil onder meer bepalen waar fysieke scheidingen nodig zijn om looproutes af te bakenen, waar obstakels juist moeten worden weggehaald omdat ze voor filevorming op het trottoir zorgen. In het geval van een avondklok zou het systeem ook beweging op straat kunnen detecteren en dus kunnen helpen bij gerichte handhaving. Maar, benadrukt de woordvoerder: het systeem kan niet ‘zien’ om wie het gaat. TE VOL Sommige druktemeters zijn juist wel gebaseerd op waarnemingen. Provincie Gelderland lanceerde in juni de druktemonitor, net op tijd voor de stoet vakantievierders in eigen land. Met gekleurde bolletjes gaf de ‘monitor bezoekersdrukte’ aan op welke populaire Gelderse plekken het rustig was en waar het te vol raakte. Die informatie kwam van 350 ‘lokale experts’ die meermaals per dag aangaven hoe druk het was en wat ze verwachtten van de komende dagen. Onder de experts bevonden zich zowel handhavers als horecaondernemers. Die menselijke benadering was meteen het zwakke punt van de monitor, schreef de Volkskrant. De actuele status werd niet altijd goed bijgehouden, omdat het er bij drukte wel eens bij inschoot. En wat een boa ‘veel te druk’ noemt, kan in de beleving van een ondernemer vallen onder ‘gezellige aanloop’. Tegenstrijdige belangen spelen wel vaker mee. Zo werd SpotRotterdam ontwikkeld door de afdeling Economie. ‘Het is een positief bedoeld instrument, dat laat zien wat er nog mogelijk is,’ zegt Adriaan van bezoekersdrukte’ van Gelderland is na de zomer offline gehaald, volgens Toerisme Veluwe Arnhem Nijmegen omdat het beoogde doel was bereikt. Uit een enquête die de marketingorganisatie hield onder 627 gebruikers blijkt dat 88 procent van hen de plannen aanpaste als de monitor daar aanleiding toe gaf. In totaal werd de monitor meer dan 475.000 keer bezocht. De meeste bezoekers op één dag (29.152) waren er op 31 juli, een dag die de geschiedenis in ging als de warmste 31 juli in Nederland ooit. der Giessen. Daar zit een zekere spanning, erkent hij, vooral nu de boodschap van de gemeente tegelijkertijd is dat mensen zo veel mogelijk thuis moeten blijven om de druk op de zorg beheersbaar te houden. Net als andere druktemeters legt SpotRotterdam de keuze om al dan niet af te zien van een bezoek bij gebruikers zelf. LASTIG Niet onbelangrijk is de vraag is of het werkt. Checken bewoners een druktemeter voordat ze de binnenstad bezoeken? Laten toeristen de keuze voor een attractie afhangen van de kleur van een druktemeter? Dat is lastig te bepalen, ook omdat veel gemeenten nog maar net gebruikmaken van dergelijke systemen. Zo liet de gemeente Nissewaard in de zomer van 2020 een passantenteller installeren in de stadhuispassage van Spijkenisse. Op shoppeninspijkenisse.nl/druktemeter kunnen bewoners en bezoekers checken of ze er verstandig aan doen om de passage te bezoeken. Een woordvoerder van de gemeente stelt dat het gebruik nog niet heeft geleid tot afsluiting van looproutes omdat er te veel mensen in dat gebied waren. ‘Als dat het criterium is, dan werkt de druktemeter dus.’ Maar de situatie is eigenlijk onvergelijkbaar met die vóór corona, omdat bezoekers gericht hun inkopen doen en direct weer vertrekken uit het centrum. De ‘monitor ANDERE FACTOREN Zou het effect van een druktemeter na verloop van tijd af te lezen zijn aan de druktemeter zelf, bijvoorbeeld doordat er meer spreiding plaatsvindt of omdat het op minder plekken druk is dan voorheen? Onwaarschijnlijk, zegt Van der Giessen van SpotRotterdam. ‘Er zijn te veel andere factoren die bepalen hoe druk het ergens is, zoals het weer of evenementen.’ Voor inzicht in het effect van de druktemeter beschikt hij over een analyticsachtige tool, die laat zien hoe bezoekers de website gebruiken. Daarnaast is er een burgerpanel betrokken bij het testen van SpotRotterdam en kunnen gebruikers zelf feedback geven over de ervaren drukte op hun locatie. Maar voorlopig zitten ze bij SpotRotterdam nog volop in het bouwproces en valt er aan de achterkant van de tool van alles te verbeteren. Van der Giessen: ‘We zullen het niet alleen van de kwantiteit, maar vooral van de kwaliteit van de informatie moeten hebben. Je wil een zo nauwkeurig mogelijk beeld schetsen.’ Het model leert op basis van historische data. De toevoeging van andere databronnen, zoals verkeersdata en gegevens van vervoersbedrijven, zou het in staat kunnen stellen om later ook voorspellingen over drukte te doen. Maar dat maakt het ook ingewikkelder, want hoe verhouden die databronnen zich tot elkaar? Het is een onderwerp waar Saxion momenteel ook onderzoek naar doet met verschillende groepen studenten. Idealiter wordt de druktemeter van Rotterdam doorontwikkeld in samenwerking met andere gemeenten. Rotterdam is daarover in gesprek met Amsterdam en Almere. Ook het eerste contact met Mettina Veenstra van Saxion is inmiddels gelegd.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 SOCIAAL SPECIAL 43 ONDERZOEK ZORG SCHIET ER DOOR CORONA BIJ IN 44 ESSAY MAATWERK ALS NIEUWE MORAAL 54 SPECIAL SOCIAAL SCHULDHULP GEMEENTEN MOETEN LEREN VOORUITKIJKEN 64 GEMEENTEN ONTBEREN GRIP OP DE ZORG ZORGCLIËNT NIET BETER AF Beter en efficiënter moest het er na de decentralisaties in het sociaal domein aan toegaan. Dat blijkt voor gemeenten een brug te ver. Ook de coronacrisis speelt hen parten. Misschien wordt het tijd het begrip maatwerk eens opnieuw te munten. Of helpt een zakelijker omgang met de cliënt gemeenten vooruit? Zeker in de schuldhulpverlening lijkt dat noodzaak. Corona werpt ook daar z’n schaduw vooruit.

44 SPECIAL SOCIAAL +DOOR: YOLANDA DE KOSTER Een op de vijf cliënten die afgelopen maanden minder zorg en ondersteuning ontvingen, heeft nu méér hulp nodig. Nog altijd ontvangt iets meer dan helft van de mensen van wie de hulp was afgeschaald, minder ondersteuning dan voor de coronacrisis. Dat blijkt uit onderzoek dat in opdracht van Binnenlands Bestuur is uitgevoerd door I&O Research. ONDERZOEK I&O RESEARCH ONDER AMBTENAREN EN CLIËNTEN MEER ZORG NODIG NA CORONACRISIS Wat zijn de gevolgen van corona op de Wmo en jeugdhulp? Die vraag is in een enquête voorgelegd aan cliënten en gemeenten. Daarover wordt door beide groepen wisselend gedacht, zo blijkt. Een kwart van de cliënten heeft negatieve gevolgen van de coronacrisis ervaren; het merendeel niet. Ambtenaren lijken het wat somberder in te zien; zij vrezen vaker (grote) negatieve gevolgen. Toch is hiermee niet gezegd dat ambtenaren overbezorgd zijn, stelt Lisa Nannes, onderzoeker bij I&O Research. ‘Ambtenaren hebben een totaalbeeld van de gevolgen, terwijl cliënten uiteraard alleen iets zeggen over hun eigen ervaringen.’ De Astense wethouder Janine Spoor (jeugdzorg, Wmo, Leefbaar Asten) geeft aan dat corona vooral negatieve gevolgen heeft. Zij maakt zich er zorgen over, zeker omdat er geen goed zicht is op wat er achter de voordeur gebeurt. ‘Is er sprake van toegenomen eenzaamheid of kindermishandeling; we weten het niet. Er komen nu bijvoorbeeld minder meldingen binnen bij Veilig Thuis. Missen we iets of gaat het thuis daadwerkelijk beter, vraag ik me dan af.’ Zorgen heeft ze ook over ‘ Door het uitvallen van dagbesteding verergeren psychische klachten’ het welzijn van jongeren die hun sociale contacten en het verenigingsleven moeten missen. Ook beleidsambtenaar Wmo Janneke Kruimer uit Berg en Dal ziet alleen maar negatieve gevolgen. ‘Veel mensen durven uit angst voor besmetting hun begeleider of huishoudelijke hulp niet meer binnen te laten.’ Dat leidt tot vereenzaming en vervuiling van het huis. Ze ziet ook mensen die individuele begeleiding krijgen en nu juist meer uren nodig hebben. ‘Ze zijn angstiger en hebben te weinig afleiding.’ MINDER PRIKKELS De Oirschotse wethouder Esther Langens (zorg en welzijn, Dorpsvisie) ziet zowel positieve als negatieve effecten. ‘In gezinnen met bijvoorbeeld kinderen met autisme heeft deze periode rust gebracht. Er waren minder prikkels.’ Aan de andere kant ziet ze ook gezinnen of inwoners die juist de structuur missen. ‘De dagbesteding valt weg, contactmomenten vallen weg. Vereenzaming ligt dan op de loer.’ ‘We hebben juist goede ontwikkelingen gezien in de zelfredzaamheid en het aanspreken van het eigen netwerk’, ziet Marlies Stokman, contractmanager sociaal domein in Lelystad. Gezondheidseconoom Guus Schrijvers had verwacht dat meer cliënten negatieve gevolgen zouden ervaren. ‘Maar mensen willen niet graag negatief zijn.’ Negatieve gevolgen zijn er volgens hem zeker. ‘Mensen ervaren stress en zijn bang om besmet te raken. Mensen bij wie bijvoorbeeld de dagbesteding uitvalt, dreigen in een isolement terecht te komen.’ Ook dreigt volgens hem depressie en ander leed. Bij Ieder(in), het netwerk voor mensen met een beperking of chronische ziekte, weten ze dat mensen uit hun achterban onder meer eenzaamheidsgevoelens ervaren en met meer stress en psychische klachten kampen. ‘Uit angst voor besmetting zijn veel mensen in zelfquarantaine gegaan’, vertelt Ieder(in)-directeur Illya Soffer. ‘Ook door het uitvallen van dagbehandeling of dagbesteding ontstaan en verergeren psychische klachten.’ Veel zorg is tijdens de coronacrisis toch doorgegaan, vooral Wmo-ondersteuning, zo geven cliënten in het onderzoek aan. Zes op de tien cliënten geven aan dat ze tijdens de coronacrisis evenveel zorg en ondersteuning hebben ontvangen als daarvoor. Als er sprake was van minder zorg en ondersteuning, gaat het vooral om huishoudelijke hulp en dagbeBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020

SPECIAL 45 SP Stelling: De informatievoorziening vanuit de gemeente over de coronacrisis en wat dit betekent voor mijn zorg/ondersteuning was goed Stelling: De informatievoorziening vanuit de gemeente over de g/ondersteuning was goed cliënten (n=515) cliënten (n=515) (helemaal) mee eens(helemaal) mee eens 23% 23% neutraal neutraal 40% 40% 24% 14% 24% 14% (helemaal) mee oneens(helemaal) mee oneens weet niet Stelling: wat zijn de gevolgen van de coronacrisis voor de zorg of ondersteuning? Stelling: wat zijn de gevolgen van de cor g of ondersteuning? 5% cliënten (n=515) cliënten (n=515) 25% 25% 63% 63% 7% 7% (grote) positieve gevolgen neutraal (grote) negatieve gevolgen weet niet (grote) positieve gevolgen neutraal (grote) negatieve gevolgen weet niet 1,5m Stelling: de gemeente heeft de problemen die ontstonden in de zorg/ondersteuning door de coronacrisis goed opgelost (basis: cliënten) Stelling: de gemeente heeft de pr door de coronacrisis goed opgelost (basis: cliënten) 20% 20% (helemaal) mee eens (helemaal) mee eens neutraal neutraal 37% 37% (helemaal) mee oneens (helemaal) mee oneens weet niet weet niet 17% 17% 25% 25% g/ondersteuning BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 BINNENL ND BE TUUR - 02

Gun je inwoners het gemak van digitale dienstverlening Is mijn uitkering al binnen? Kan ik mijn jaaropgave inzien? Met de eDiensten Sociaal Domein van Centric bied je inwoners een online omgeving waar ze 24 uur per dag, 7 dagen per week hun eigen zaken regelen, van uitkeringsaanvraag tot inkomensverklaring. Het volledige proces verloopt digitaal, tot en met de verwerking in de procesapplicatie. Even inloggen met DigiD en inwoners ontvangen direct antwoord. Snel en veilig op afstand. Dat is het gemak van digitale dienstverlening. Daarom de eDiensten Sociaal Domein:  Betere dienstverlening  Minder administratie  Lagere uitvoeringskosten  Volledig digitaal Meer weten over de eDiensten? Ga naar www.centric.eu/edienstensociaaldomein

SPECIAL 47 steding. Uit een door Ieder(in) zelf recent uitgevoerd onderzoek onder zijn achterban, blijkt dat 43 procent minder vaak naar dagbesteding gaat en 19 procent helemaal niet. ‘Het is opvallend dat er best veel zorg is doorgegaan’, vindt onderzoeker Nannes. ‘Zeker omdat het een risicogroep betreft, die mogelijk wat huiverig is om hulpverleners over de vloer te krijgen. Daarentegen hebben veel cliënten de zorg natuurlijk ook echt nodig.’ Ook hier lijken ambtenaren wat somberder gestemd. Zij hebben het beeld dat veel meer zorg en ondersteuning is stopgezet. Als de zorg werd stopgezet, gebeurde dat veelal op initiatief van de aanbieder, zo blijkt uit het onderzoek van I&O Research. Een op de vijf Wmo-cliënten koos er zelf voor. Ook gebeurde het dat de hulp na overleg tussen de hulpverlener en de cliënt werd stopgezet. ALTERNATIEF ‘Opvallend is dat slechts weinig cliënten in het onderzoek aangeven dat er een alternatief is geboden voor de minder verleende zorg’, stelt Nannes. Als er al een alternatief werd geboden, ging het vooral om (video)bellen. Ambtenaren hebben het idee dat er veel vaker alternatieven zijn geboden. ‘Het heeft er de schijn van dat een aanzienlijk deel van de sociaal domein ambtenaren niet weet hoe aanbieders zijn omgegaan met de zorg na het uitbreken van de crisis’, stelt I&O Research voorzichtig. Volgens wethouder Langens is in haar gemeente vol ingezet op alternatieve vormen van hulpverlening. ‘Er is veel hulp en ondersteuning digitaal voortgezet, er zijn praatjes in de voortuin gemaakt; aanbieders zijn heel creatief geweest.’ Dat ziet ook een medewerker uit Steenwijkerland. ‘De meeste hulp is naar mijn idee doorgegaan, al hebben aanbieders wel veel alternatieve vormen ingezet, zoals videobellen en deurbezoek.’ ‘Veel Wmo-aanbieders hebben op hele creatieve wijze de zorg gecontinueerd’, weet Stokman. Waar in het begin bijvoorbeeld de dagbesteding terugliep, werden al snel andere middelen in de strijd gegooid om op zijn minst contact te blijven houden. ‘Maar er werden bijvoorbeeld ook wandelclubjes gevormd.’ Er is onder cliënten wisselende tevredenheid over het alternatieve aanbod. ‘Het is beter dan geen zorg’, stelt een cliënt. Een ander vindt ‘videobellen prettiger dan fysiek contact’. Ontevredenheid is er ook. ‘Praktijkondersteuning werkt niet virtueel’, stelt een van de cliënten. ‘In plaats van een dagdeel hulp per week gaat het nu om een telefoontje van twintig minuten om de week’, stelt een ander. ‘Telefoneren is oppervlakkiger en minder persoonlijk. Elkaars reactie zien is belangrijk’, merkt weer een andere cliënt op. Ook beleidsambtenaar Kruimer uit Berg en Dal is niet overwegend positief over de geboden alternatieven. ‘Met beeldbellen heb je toch niet dezelfde connectie. Aanbieders zien het huis niet en missen voor een belangrijk deel wat er echt speelt.’ Als er door de coronacrisis problemen ontstonden in de zorg en ondersteuning, zijn die volgens een op de vijf cliënten goed door de gemeente opgelost. Bijna evenzoveel cliënten (17 procent) vindt juist van niet. MINDER HULP De hulp is in september en oktober weer meer op gang gekomen, maar de helft van de cliënten bij wie de zorg door de coronacrisis was verminderd of stopgezet, ontvangt nog steeds minder hulp dan voor medio maart. Van de cliënten met minder zorg tijdens de coronacrisis geeft één op de vijf aan nu meer hulp nodig te hebben, omdat zij minder zorg of ondersteuning hebben ontvangen. Ruim een derde van cliënten die aanvankelijk minder hulp kreeg, geeft aan dat de zorg weer op het oude niveau is. Ambtenaren lijken over het algemeen het idee te hebben dat de zorgverlening weer goed op gang komt, zo blijkt uit het onderzoek, al is dat niet overal het geval. Een medewerker van Steenwijkerland ziet dat aanbieders van met name huishoudelijke hulp de laatste tijd weer aan de bel trekken, omdat door de tweede golf cliënten de hulp weer afzeggen. ‘Ze vragen ons hoe dat nu moet.’ In Asten is de zorg en ondersteuning nog niet op het oude niveau, weet wethouder Spoor. Ook Ieder(in) geeft aan dat de zorg nog lang niet op de het oude niveau is. ‘Bij iets meer dan de helft is de zorg helemaal hervat’, aldus Soffer. STIJGING AANVRAGEN Spoor ziet daarnaast dat er de afgelopen maanden minder aanvragen waren voor met name jeugdhulp en Wmo-begeleiding. ‘Mogelijk krijgen we straks te maken met een flinke stijging van het aantal aanvragen.’ In de Astense begroting is de (mogelijke) impact van corona op onder meer de jeugdhulp en de Wmo in kaart gebracht. ‘Het kan het zijn dat mensen langer wachten met hulp zoeken, waardoor eerder duurdere zware hulp ingezet moet worden’, aldus de begroting over de jeugdhulp. Een inschatting van de eventuele extra kosten kan de gemeente nog niet maken. Dat geldt ook voor de Wmo. ‘Er is een risico van een boeggolf aan aanvragen. Door de coronacrisis hebben de mensen hun mel‘ Gemeenten moeten goed opletten of de vraag uitblijft’ dingen/aanvragen Wmo mogelijk uitgesteld.’ Die zorgen worden gedeeld door Arnold Bloem, strategische beleidsadviseur van Noordoostpolder. ‘Je ziet nu dat het aantal jeugdhulptrajecten afneemt. Wat de gevolgen daarvan zijn voor de langere termijn is nog niet duidelijk, maar dat dit gevolgen zal hebben wel.’ De uitgestelde zorg, ook bij de Wmo, kan leiden tot verergering van de problematiek. De tweede golf, waarin we nu zitten, kan daarnaast opnieuw tot uitgestelde zorg en vervolgens de inzet van zwaardere zorg vergen. Samen met de verwachting dat het aantal hulpvragen straks zal toenemen, kan dit nog wel eens tot financiële problemen bij gemeenten leiden, vreest Bloem. Daar sluit Soffer zich bij aan. ‘We zien nu al een extra toeloop op de Wmo-hulp en jeugdhulp. Wij zien tegelijk dat de financiën bij de gemeenten onder druk staan. Wij vinden dat de mensen om wie het gaat niet de dupe mogen worden van gekissebis tussen rijk en gemeenten over geld.’ Gezondheidseconoom Schrijvers weet niet of de uitgestelde vraag of verergerende problematiek per se tot een extra toename van Wmo en jeugdhulp zal leiden. ‘Het kan zijn dat er verborgen vraag blijft. Het formuleren van een zorg- of hulpvraag betekent al dat je in staat bent die vraag bij jezelf te onderkennen, dat je een beetje vertrouwen hebt dat het met hulp beter zal gaan. Mensen met bijvoorbeeld een depressie zien dat niet snel.’ Hij vindt dat gemeenten daar alert op moet zijn. ‘Gemeenten moeten goed opletten of de vraag uitblijft.’ Schrijvers vindt bovendien dat gemeenten jaarlijks aan cliënten moeten vragen hoe het echt met ze gaat. ‘Die reflectie moet je inrichten.’ Op basis van dat gesprek – dat wat Schrijvers betreft een wettelijke verplichting zou moeten worden – moet worden besloten tot meer of minder zorg en ondersteuning. Vanwege corona moet dat gesprek naar voren worden gehaald, vindt de gezondheidseconoom. ‘We hebben een belangrijk jaar gehad met twee coronagolven. Vraag aan de mensen wat ze willen als er weer een derde golf komt; dat is een toekomstgerichte vraag.’ ‘Toegangsgesprekken zijn uitgesteld of digitaal gevoerd’, weet Soffer. ‘Het zou goed zijn als gemeenten in ieder geval actief contact leggen met mensen met een hoog gezondheidsrisico.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020

48 SPECIAL SOCIAAL DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: ROBIN UTRECHT / ANP-HH Herbezinnen en bijsturen. Dat is wat er gebeuren moet met de decentralisaties maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en arbeidsparticipatie. Vijf jaar na de drie decentralisaties voeren gemeenten de taken voor kwetsbare burgers beter noch goedkoper uit, concludeert het SCP. Dat was wel de verwachting. ONDERZOEK SCP NAAR VIJF JAAR DECENTRALISATIES KWETSBAREN BIJ GEMEENTEN NIET BETER AF Een somber beeld schetst het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in zijn recent verschenen onderzoek Sociaal domein op koers? Verwachtingen en resultaten van vijf jaar decentraal beleid. Veel van de verwachtingen en doelen die bij de inwerkingtreding van de Jeugdwet, de Participatiewet en de Wmo in 2015 waren gesteld, zijn niet uitgekomen. ‘Echte vooruitgang zien we niet’, stelt Mariska Kromhout, senior wetenschappelijk medewerker van het SCP. ‘De gedachte was dat gemeenten het beter en goedkoper zouden kunnen doen, maar daarvan is nog geen sprake. De verwachtingen waren niet reëel en te hoog gespannen.’ Door de verantwoordelijkheid voor de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet bij gemeenten neer te leggen, zou het beter mogelijk zijn om vroegtijdige (lichte) hulp te bieden, zo was een van de verwachtingen. Zo zou kunnen worden voorkomen dat zwaardere en duurdere hulp moest worden ingezet. Gemeenten zouden daarnaast beter in staat zijn om integraal te werken en er zou beter worden samengewerkt met partijen in het veld. Omdat gemeenten dichter bij de burger staan, zou er meer maatwerk kunnen worden geboden. Voordat de gemeente dit maatwerk levert, moet wel eerst een beroep op de eigen kracht en het sociaal netwerk worden gedaan. Veel van die verwachtingen zijn niet uitgekomen, aldus Kromhout. ‘De praktijk is een stuk weerbarstiger dan die hooggestemde idealen.’ Zo valt het voor gemeenten niet mee om alle burgers met hun hulpvraag echt in beeld te krijgen. Het doel van de sociale wijkteams, laagdrempelige toegang tot hulp en ondersteuning verschaffen, wordt ook lang niet altijd bereikt. ‘Een groot deel van de wijkteams komt niet toe aan outreachend werk, dus de wijk in gaan om signalen op te pakken. Zorgmijders worden nog steeds niet bereikt.’ En een deel van de bijstandsgerechtigden zit weliswaar in het bestand bij gemeenten, ‘maar zijn niet echt in beeld als het gaat om hun behoefte en om de wijze waarop ze aan werk geholpen zouden kunnen worden.’ Het als gemeente dicht op die kwetsbare burger zitten, is in de ogen van het SCP nog niet echt gelukt. AANZUIGENDE WERKING Ook is bij de Wmo en de jeugdhulp geen verschuiving te zien van dure naar goedkopere zorg. Mogelijk dat dit pas op de langere termijn zichtbaar is, ‘maar evengoed zou kunnen blijken dat lichtere hulp het gebruik van zwaardere hulp niet voorkomt, of zelfs een aanzuigende werking daarop heeft’, tekent het SCP daarbij aan. ‘Ook zijn de totale kosten van veel relatief lichte hulp niet per definitie lager dan van weinig relatief zware hulp. Mede gelet op de stijging van het totale gebruik van Wmo 2015- en Jeugdwetvoorzieningen, is het daarom ongewis of de beoogde besparingen op de kosten voor deze voorzieningen uiteindelijk zullen worden gerealiseerd.’ ‘De verwachting was dat als je mensen eerder in beeld hebt, dit zou bijdragen aan die verschuiving. Je zou met hen een gesprek kunnen hebben over hun behoefte. Over wat ze zelf zouden kunnen, of hun sociaal netwerk’, licht Kromhout toe. ‘Dat blijkt toch niet zo makkelijk. Juist mensen met vrij ernstige problemen hebben vaak geen netwerk waarop ze kunnen terugvallen.’ Ook het vroegtijdig bieden van jeugdhulp lukt niet altijd, onder meer vanwege de wachtlijsten. Naast verwachtingen had ‘Den Haag’ met de drie decentralisaties ook doelen gesteld. Burgers moesten meer participeren, er zou een (meer) zorgzame samenleving ontstaan en een stelsel dat zowel minder complex als financieel houdbaar is. Ook die doelen zijn niet behaald, concludeert het SCP. ‘In de cijfers zie je dat participatie van mensen met een beperking niet toeneemt’, aldus Kromhout. De baankansen van mensen die in de bijstand zitten, zijn niet gestegen en zijn gedaald voor mensen uit de doelgroep van de sociale werkvoorziening. Evenmin is de samenleving zorgzamer geworden. ‘Ook hier zie je dat de verwachtingen te hooggespannen waren. Het idee was dat meer mensen in hun omgeving hulp zouden vragen, maar mensen moeten BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020

SPECIAL 49 ‘ De verwachtingen waren niet reëel en te hoog gespannen’ dan wel beschikbaar zijn als mantelzorger of als vrijwilliger in de zorg. Sinds de decentralisaties is het aandeel mantelzorgers niet toegenomen. Bovendien wordt de verhouding hulpvragers-mantelzorgers steeds schever. Je moet je op dat vlak niet te rijk rekenen.’ VERDWALEN Het systeem is niet minder complex geworden. Kromhout: ‘Er zijn zo veel wetten, zo veel regels, regelingen, organisaties en instanties. Iedereen heeft er last van. Gemeenten, maar zeker ook burgers die hun weg moeten zien te vinden in een woud van regels. Werkgevers verdwalen soms ook in wetten en regelingen, terwijl ze misschien best bereid zijn om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Vaak weten zij niet precies wat hun specifieke gemeente doet en wat de mogelijkheden zijn. Dat is zonde.’ Op de vraag of het stelsel financieel houdbaar is, is Kromhout voorzichtig. Het SCP heeft geen financiële analyse gemaakt. ‘Maar we zien dat de manieren waarop het goedkoper zou moeten worden – inzetten op eigen kracht en het eigen netwerk, verschuiving van zware naar lichte vormen van zorg en ondersteuning – niet goed lukken.’ Alles overziend concludeert het SCP dat het sociaal domein stagneert en moet worden vlotgetrokken. ‘Aan de ene kant kun je zeggen dat een transformatie zoals die in het sociaal domein een zaak van lange adem is. Dat is voor een deel natuurlijk waar. Aan de andere kant zien we een aantal knelpunten telkens weer in diverse onderzoeken terugkomen. Als je, zoals wij met dit onderzoek hebben gedaan, alles weer even op een rijtje zet, dan zie je toch dat het niet goed gaat. Het is echt zaak om daar actie op te gaan ondernemen en niet te denken dat het vanzelf wel goedkomt. Herbezinnen en bijsturen is dan ook onze belangrijkste boodschap’, stelt Kromhout. Bij herbezinnen gaat het vooral over de gestelde verwachtingen. ‘Die moeten naar beneden worden bijgesteld’, aldus Kromhout. Daarvoor staat vooral het rijk aan de lat. Dat moet realistisch zijn over de zelfredzaamheid en de zorgzame samenleving. ‘Den Haag’ moet zich ook niet rijk rekenen. Eigen kracht kan minder worden ingezet dan vooraf werd aangenomen en investeringen in preventieve en lichte voorzieningen leiden (nog) niet tot afBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020

Jij zorgt voor een duurzame en veilige leefomgeving. IZA zorgt voor jou. IZA Basis Keuze €114,85 incl. 5% collectiviteitskorting IZA zorgt voor jou. Dat doen we met onze zorgverzekering die jou veel voordelen biedt:  Collectiviteitskorting voor jou en je gezin  Al aanvullend verzekerd vanaf € 4,76  Ruime vergoeding voor fysiotherapie, mantelzorg en mindfulness Bekijk alle voordelen en bereken je premie op: iza.nl/collectiefvoordeel

SPECIAL 51 name van het gebruik van zwaardere, dus duurdere voorzieningen. Innovatie komt, mede door de budgettaire krapte bij gemeenten en aanbieders, nog niet echt van de grond. ‘Hierdoor blijven de individuele, relatief dure voorzieningen dominant’, stelt het SCP. Gemeenten moeten integraal werken, maar hebben te maken met verkokerde wetgeving. Ook daar moet wat aan veranderen, stelt Kromhout. ‘Het zou gemeenten heel erg helpen als er vanuit de departementen al wetgeving op elkaar werd afgestemd.’ Breder kijken is een andere aanbeveling van het SCP. ‘Bij integraal werken wordt gekeken naar de overlap tussen de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet, maar die komt in de praktijk niet vaak voor’, weet Kromhout. ‘Als je vanuit de burger denkt, vind je andere combinaties misschien belangrijker.’ Het SCP denkt daarbij aan maatschappelijke ondersteuning met wijkverpleging, arbeidstoeleiding met schuldhulpverlening en jeugdhulp met passend onderwijs. MEER AANDACHT Naast herbezinnen moet worden bijgestuurd. ‘Een aantal kwetsbare groepen moet meer aandacht krijgen’, stelt Kromhout. Zoals jongeren die zijn aangewezen op jeugdbescherming en jeugdreclassering en die vaak lang op de wachtlijst staan. ‘Als zij lang moeten wachten, is dat heel slecht voor hun situatie en voor die van de ouders.’ Ook voor de doelgroep van de sociale werkvoorziening, waarvan de baankansen zijn gedaald sinds de invoering van de Participatiewet, moet meer aandacht komen. ‘Voor gemeenten kan het financieel gunstiger zijn om mensen met een relatief grote afstand tot de arbeidsmarkt een bijstandsuitkering te geven, dan om voor hen zware, dure re-integratie-instrumenten in te zetten’, concludeert het SCP. Aan die verkeerde financiële prikkel moet wat worden gedaan. En bij de Wmo moet bijvoorbeeld goed worden gekeken naar ouderen die te goed zijn voor het verpleeghuis, maar wel ernstige problemen hebben en zich thuis moeten zien te redden. Corona maakt het er allemaal niet beter op voor kwetsbare mensen, stelt Kromhout. ‘Het is nog betrekkelijk vroeg, maar je kunt je voorstellen dat mensen met een arbeidsbeperking, die vaak op tijdelijke contracten zitten en vaker in de horeca werken, nu een grote kans hebben om hun baan kwijt te raken. Ze zitten in een risicovolle positie. Jongeren en gezinMariska Kromhout nen staan onder druk door alle beperkingen en alle onzekerheden. Zeker als er financiële problemen ontstaan in gezinnen heeft dat zijn weerslag op jongeren en op opvoeding. Het is te verwachten dat er straks een groter beroep op jeugdzorg zal worden gedaan. Bij kwetsbare groepen neemt naar verwachting de psychische en financiële druk toe’, aldus Kromhout. ‘Wat nu al is vastgesteld, is dat onder ouderen de eenzaamheid is toegenomen. Ouderen isoleren zich, kunnen minder bezoek ontvangen en kunnen soms minder thuiszorg ontvangen. Dat is zorgelijk.’ De verwachting is dat door corona het beroep op het sociaal domein alleen maar groter zal worden. Het is aan het rijk en gemeenten om daar al op in te spelen, stelt Kromhout. Het SCP doet wat dit betreft geen concrete aanbevelingen. ‘De coronacrisis laat wel zien dat een goed functionerend vangnet erg belangrijk is. We hebben een aantal decennia het idee gehad dat alles maakbaar was en ‘ Een aantal kwetsbare groepen moet meer aandacht krijgen’ dat succes of falen aan jezelf te wijten is. Vanuit de overheid werd gedacht dat mensen meer moesten worden geactiveerd dan beschermd. Nu zie je dat grote pech iedereen kan treffen en dat het toch heel belangrijk is dat er iets is waar mensen op kunnen terugvallen.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020

SIGNAAL Eenzaamheid ZEIST TEGEN PUNT SIGNAAL Eenzaamheid TEGEN PUNT

54 SPECIAL SOCIAAL BEELD: SHUTTERSTOCK ESSAY MAATWERK ALS MORAAL Gemeenten zoeken naar de juiste manier om maatwerk te leveren in het sociaal domein, vaak vanuit financiële of sociale overwegingen. Maatwerk is echter te belangrijk om enkel als bezuinigingsmaatregel te worden gehanteerd. Het is van essentieel belang voor een rechtvaardige samenleving, betoogt Evelien Meester. Maatwerk zou nooit uitsluitend tot doel mogen hebben om geld te besparen. Maatwerk is een grondrecht en gaat over de manier waarop de (decentrale) overheid met burgers omgaat. Het draait om de vraag hoe we de samenleving op een rechtvaardige manier vormgeven. Dat gaat verder dan alleen rechtmatigheid, het is een principiële keuze dat de overheid er voor de burger is en niet andersom. Als de overheid er is voor de burger, dan betekent dit dat de autonomie van die burger, zijn eigen visie op zijn hulpvraag en de manier waarop die opgelost moet worden, centraal moeten staan. En niet de werkprocessen of financiële stromen van de gemeente. Daarbij is een grondrechtelijke sturing aan maatwerk nodig, zeker als er sprake is van discretionaire ruimte. De beleidsvrije ruimte (college en gemeenteraad) wordt ingevuld op basis van wat nodig is, gezien de lokale omstandigheden. De beslissingsruimte van de individuele ambtenaar wordt aangepast aan wat nodig is gezien de individuele omstandigheden van de burger. Gemeenten hebben de opdracht om dit maatwerk goed in te vullen met oog voor rechtszekerheid en gelijkheid. Om hier goed vorm aan te geven, moet het bestuursorgaan een visie ontwikkelen over wat het wil bereiken binnen de kaders van de grondwaarden die in de landelijke wetgeving zijn vastgelegd. Het enkel formuleren van een bezuinigingsdoelstelling doet hier op geen enkele manier recht aan. Toch willen veel gemeenten ook graag bezuinigen door middel van maatwerk. En ja, ik ben ervan overtuigd dat dat kan. Door goed samen te werken met verschillende afdelingen binnen de gemeenten en ketenpartners buiten de gemeente, door vroegtijdig hulp te bieden voor als problemen te groot zijn geworden, kunnen op termijn de kosten van het sociaal domein als geheel naar beneden. BELANGRIJKE KEUZE Dat is een zeer belangrijk effect, aangezien het hier om publiek geld gaat. We zijn het dus aan alle burgers van Nederland verplicht om hier zorgvuldig mee om te gaan. Maar het blijft een neveneffect. Het hoofddoel is een andere manier van omgaan met elkaar. De burger centraal is daarmee geen hippe term, maar een belangrijke keuze waar gevolgen aan verbonden moeten worden. Neem Willem. Willem is 28 jaar oud, licht verstandelijk beperkt en heeft een bijstandsuitkering. Via de gemeente kan hij werkervaring opdoen in de schoonmaak en dit langzaam uitbreiden tot hij uit de bijstand is. Omdat hij het vervoer naar zijn werk niet kan betalen, biedt zijn vader hem aan dat hij in zijn elektrische auto naar zijn werk mag. Om het zorgvuldig te regelen zetten ze de elektrische auto op naam van Willem. De gemeente krijgt een signaal dat Willem een auto ter waarde van 16.000 euro op zijn naam heeft staan, terwijl hij maximaal 6.000 euro aan vermogen mag hebben. Zonder maatwerk is hier geen oplossing mogelijk, want de Participatiewet biedt ruimte voor verschillende afwegingen. De uitkering kan worden beëindigd, teruggevorderd en er kan een boete worden opgelegd wegens schending van de inlichtingenplicht. Op grond van dezelfde regels kun je ook motiveren dat de auto nog steeds van de vader van Willem is, omdat Willem deze alleen mag gebruiken voor woon-werkverkeer. Dan heeft dit geen gevolgen voor de uitkering. De keuze die de gemeente maakt, is afhankelijk van het doel dat ze wil bereiken met het leveren van maatwerk. Is het doel zoveel mogelijk uitstroom? Dan kan de uitkering van Willem worden ingetrokken en teruggevorderd. Bovendien kan de gemeente een boete opleggen. De vraag is wel hoe duurzaam – en daarmee goedkoop – deze vorm van uitstroom is, zeker als de inspanningen om Willem aan het werk te krijgen dan voor niets zijn geweest. De hamvraag: wat is rechtvaardig? CRASHDIEET Dan de implementatie van maatwerk, dat is niet iets om er zomaar even bij te doen. Vergelijk het implementeren van maatwerk als standaardwerkwijze met de wens om af te vallen. Een crashdieet zorgt op korte termijn voor flink gewichtsverlies, op lange termijn voor toename van gewicht. Dit geldt ook voor het implementeren van maatwerk. Wil een gemeente echt goed maatwerk leveren, dan is daar meer voor nodig dan een peptalk op vrijdagmiddag of een inspiratieBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020

SPECIAL 55 sessie van een uur op maandagochtend. Dat wil niet zeggen dat dat geen goed begin is, afhankelijk van de situatie van de gemeente kan het heel zinvol zijn om heel klein te beginnen. Maar het is niet genoeg. Om echt effect te sorteren, kan de verandering van onderaf worden ingezet middels een omgekeerde beleidscyclus. De organisatie stelt vast welk effect ze wil bereiken (1), bijvoorbeeld bijdragen aan autonomie van de inwoner door middel van maatwerk. De uitvoering gaat aan de slag om proefondervindelijk vast te stellen wat zij nodig heeft om het gewenste effect te realiseren (2). Dat wordt vastgelegd in beleid (3) en vervolgens wordt uiteraard gecheckt of het doel hiermee ook wordt gehaald (4). Het management stuurt op wat ze wil bereiken, de uitvoering geeft aan hoe ze dat wil bereiken en beleid zorgt dat het zodanig wordt vastgelegd dat het andere beleidsdoelen versterkt. Door steeds kleine stappen te zetten op basis van wat de uitvoering nodig heeft, zet je een verandering in gang die past bij het tempo van de uitvoering en op draagvlak kan rekenen. ONWENNIG Dit voelt onwennig, maar kan sneller tot resultaten leiden dan de verandering op basis van meestal zeer goed doordachte vergezichten vanuit management en bestuur. Welke verandering als eerste is gewenst, verschilt per gemeente. De ene gemeente gaat aan de slag met het aanpassen van de standaardrapportages en beschikkingen. De andere gemeente past beleidsregels aan om ruimte te creëren voor en richting te geven aan maatwerk. Welke verandering ook als eerste wordt ingezet, het is belangrijk om hier echt tijd voor vrij te maken. Gebeurt dat niet, dan vervalt de uitvoering in het ‘oude’ patroon. Dat kan ook niet anders, want dat kan deels op de automatische piloot en daarmee sneller. ‘ Het hoofddoel is een andere manier van omgaan’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020

Aardgasvrije wijken Binnenlands Bestuur organiseert op 30 november en 1 en 2 december een driedaagse webinar over aardgasvrije wijken. Het programma bestaat uit interviews met gezag hebbende experts, gekoppeld aan workshops van drie kwartier waarbij de besproken onderwerpen concreet naar de gemeentelijke werkvloer worden vertaald. Een greep uit het programma: 30 november Maarten van Poelgeest, tafelvoorzitter gebouwde omgeving Circa twintig gemeenten krijgen deze maand te horen dat ze zijn geselecteerd voor de tweede tranche aardgas vrije wijken. Wat zijn de belang rijkste leerervaringen van de 27 gemeenten in de eerste tranche? En wat kunnen gemeenten die niet in het programma participeren van de aanpak leren? Maarten van Poelgeest zal worden gevraagd om zo concreet mogelijke adviezen. 1 december Marja Exterkate, projectleider VIVET (Verbetering Informatie Voorziening Energie Transitie) Juiste data helpen gemeenten vooruit bij de energietransitie. In VIVET werken het CBS, het Kadaster, het Plan bureau voor de Leefomgeving, RVO.nl en Rijks waterstaat nauw samen. Marja Exterkate zal worden geïnterviewd over welke nieuwe gegevens beschik baar komen en hoe die de overgang naar aardgasvrij kunnen versnellen. 2 december Anke van Hal, hoogleraar sustainable building aan Nyenrode Business Universiteit De energietransitie lijkt de burger vooral rompslomp en een – vooralsnog – nauwelijks lagere energierekening op te leveren. Hoe krijg je bewoners toch van het gas af? Anke van Hal zal uiteenzetten hoe je bewoners, ook die van kwetsbare wijken, enthousiast kunt krijgen door de energietransitie als vliegwiel te gebruiken voor de leefb aarheidsopgave. Kijk voor meer informatie over programma, workshops en aanmelden op: driedagenaardgasvrij.nl in samenwerking met: webinar

SPECIAL 57 EVELIEN MEESTER IS TEAMMANAGER INNOVATIE EN STRATEGIE BIJ STIMULANSZ de ene methode beter, in de ander situatie de andere methode. Dat wil niet zeggen dat alles altijd kriskras door elkaar moet worden gebruikt. In het verleden werd maatwerk vaak niet toegepast omdat een onbegrensd aantal mogelijkheden de uitvoering verlamt en zorgt dat we niet kiezen. Uit een experiment bleek dat een winkel 10 keer meer jam verkocht toen ze 6 verschillende soorten aanboden, dan toe ze 24 verschillende soorten aanboden (zie Chip en Dan Heath in het boek ‘Switch’). Het is daarom belangrijk om richting te geven, bijvoorbeeld door methodieken aan te reiken en een volgorde aan te geven. Standaard wordt een praktisch toepasbare variant als de omgekeerde toets of de waardendriehoek ingezet voor alle werkprocessen. Is dat niet voldoende, omdat er bijvoorbeeld (te veel) externe partijen bij betrokken zijn en overleg met deze partijen geen effect sorteert, dan wordt overgestapt naar een zwaardere methodiek als de doorbraakmethodiek of het Landelijk Escalatieteam. We nemen een ander voorbeeld. Aïsha is net een paar maanden achttien als haar vader plotseling overlijdt. Haar moeder is al vlak na haar geboorte uit beeld verdwenen. Haar vader had een huurflat en na zijn dood blijft Aïsha daar alleen achter. Ze vraagt bijzondere bijstand aan voor de huur. Die is 750 euro per maand en dat kan ze niet betalen van haar studiefinanciering. De woningbouwvereniging houdt haar aan de twee maanden opzegtermijn, maar heeft gelijktijdig gezegd dat ze na die twee maanden echt niet kan blijven. Die twee maanden kan ze niet betalen, ze heeft geen ouders meer bij wie ze terechtkan en straks óók geen woonruimte meer. EIGEN AFWEGING Weinig gemeenten zullen geneigd zijn om woonkostentoeslag te verstrekken voor jongeren van achttien jaar die in een veel te dure woning verblijven. Door in beleid vast te leggen wat de gemeente belangrijk vindt voor haar inwoners en specifiek toe te lichten waarom het gemeentelijk beleid is zoals het is, kan de consulent een eigen afweging maken om hiervan af te wijken als dat nodig is, in lijn met de visie van de gemeente. Er zijn talloze methodieken voor het leveren van maatwerk waaronder de omgekeerde toets (Stimulansz), de waardendriehoek (Instituut voor Publieke Waarden), de doorbraakmethode (Instituut voor Publieke Waarden) en het Landelijk Escalatieteam (Programma Maatwerk en Multiprobleemhuishoudens, ministeries van BZK, J en V, OCW, SZW en VWS). Welke methode moet de gemeente nu kiezen? Het korte antwoord: kies niet. Beslis op maat wat nodig is. Met het uitsluiten van bepaalde methodes op voorhand beperkt de gemeente zich ten koste van de inwoner. In sommige situaties werkt Maatwerk is dus geen simpele methodiek om te bezuinigen, maar een principiële keuze die iets zegt over de manier waarop de (decentrale) overheid haar rol in de samenleving ziet. Dit vraagt om een zorgvuldig proces dat klein kan beginnen, maar continu aandacht en doorontwikkeling nodig heeft. Bij voorkeur op basis van een omgekeerde beleidscyclus. De organisatie bepaalt het gewenste effect, de uitvoering bepaalt mede de route daar naartoe. Hier worden verschillende instrumenten en methodieken voor aangereikt die de uitvoering kan inzetten. Daarbij wordt richting gegeven wat wanneer wordt ingezet en met welk doel. De voorbeelden uit dit artikel komen uit ‘Maatwerk in het sociaal domein’, handboek voor omgekeerd denken, werken en doen’, van Evelien Meester, dat deze week is verschenen bij uitgeverij Mediawerf. DE OMGEKEERDE TOETS Dit is een methodiek waarmee op basis van vier stappen een besluit wordt genomen. 1. Welk effect wil de inwoner bereiken? 2. Past dit onder de grondwaarden van de wetten. Ofwel, de reden dat de wet is geschreven? 3. De ethische toets. Wat zijn de effecten op korte en lange termijn, past dit bij de mogelijkheden en vaardigheden van de inwoner, is de professional zuiver in de bedoeling en past het bij de uitgangspunten van de gemeente? 4. Past dit binnen de randvoorwaarden, ofwel de geldende wet- en regelgeving. Deze methodiek combineert het juridische element met onder meer kennis van gedrag. DE DOORBRAAKMETHODE Deze methode biedt ondersteuning aan multiprobleem-huishoudens waar een teveel aan hulp en steun juist contraproductief werkt. Door dat teveel wordt de hulp niet meer begrepen. Deze methode geeft weer zicht op de uitweg, o.a. door zelfregie. Met de doorbraakmethode haal je uit de bureaucratie wat erin zit. Met als doel om het systeem zo normaal en logisch mogelijk vóór mensen te laten werken. Niet alleen mensen die hulp nodig hebben, maar ook alle andere inwoners, verzekerden, huurders die solidair zijn met een ander. De doorbraakmethode herstelt de regie, door een integrale aanpak waar het gezin met (bijvoorbeeld) schulden actief aan bijdraagt ‘ Maatwerk is een principiële keuze’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020

INGEZONDEN MEDEDELING

DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO’S: SHUTTERSTOCK SOCIAAL SPECIAL 59 Gemeenten staan in de rij om hun sociaal domein te laten ‘doorlichten’. Bij tot nu toe vijftien gemeenten werd dat al gedaan. Wat blijkt: om meer grip te krijgen op de financiën moeten ze een flinke slag maken. Het mag allemaal een stuk zakelijker. VISITATIECOMMISSIE CONSTATEERT GEBREK AAN GRIP GEMEENTEN SOMS TE LIEF tijden gepubliceerd. De meest recente (derde) tussenrapportage dateert van oktober. Daarin worden nadrukkelijk ook enkele kritische noten gekraakt over het stelsel als geheel. HUISARTSEN Zo’n anderhalf jaar is de visitatiecommissie financiële beheersbaarheid sociaal domein bezig om gemeenten te helpen meer grip te krijgen op het sociaal domein. De visitatie is niet zozeer gericht op het terugdringen van tekorten, al kan een gebrek aan grip leiden tot rode cijfers. Het zijn intensieve trajecten met een vrij lange doorlooptijd, zegt commissievoorzitter Marjanne Sint. Tot nu toe zijn vijftien gemeenten – van groot tot klein, van stad tot plattelandsgemeente – door de commissie gevisiteerd. Zo’n honderd gemeenten hebben zich aangemeld. Het antwoord op de vraag wat dat zegt, is voor Sint klip en klaar. ‘Gemeenten worstelen echt met de vraag hoe ze grip kunnen krijgen en houden op de uitgaven in het sociaal domein en zoeken daarbij ook graag steun. Ze zijn daarbij bereid om zich te onderwerpen aan een kritische blik van betrokken buitenstaanders om in een situatie te komen waarin ze meer grip op de uitgaven hebben.’ Al die gemeenten komen niet aan bod. Daar is simpelweg de tijd niet voor. Eind volgend jaar houdt de commissie op met haar visitaties. Uiteindelijk zullen zo’n dertig gemeenten worden doorgelicht. ‘Ik denk dat we dan voldoende representatieve voorbeelden hebben verzameld om ook andere gemeenten die we niet bezoeken, toch te kunnen helpen.’ De rode lijnen in de bevindingen bij de gevisiteerde gemeenten worden wel op gezette Een van drie de (systeem)problemen die de visitatiecommissie signaleert is wat Sint de ‘driedubbele toegangspoort’ bij jeugd noemt. Er is de gemeentelijke toegang, de verwijsroute via de huisarts en die van de Gecertificeerde Instellingen (GI’s). Logisch, vindt Sint, ‘maar omdat de rekening landt bij de gemeente, is het ook voor gemeenten belangrijk zicht te hebben op die verwijsstro‘ Gemeenten zoeken onvoldoende de scherpte op’ men. En om te kijken of je daar op een of andere manier invloed op kunt uitoefenen.’ Veel gemeenten lossen dat op door praktijkondersteuners jeugd van huisartsen te betalen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020

Duurzame energie? Nee, mij te duur Ja, we moeten de wereld sparen Tijd voor nuance? Tijd voor het n° onderzoeksbureau voor de overheid.

SPECIAL 61 ‘En door met huisartsen goede afspraken te maken, zodat gemeenten weten dat er een jongere wordt verwezen. Ze weten wat de aard is van die verwijzing en hebben een inschatting van de duur en zwaarte van het traject. Gemeenten kunnen zo, zonder het medisch oordeel in twijfel te trekken, toch regelen dat er meer zicht is op de verwijzingen.’ Gemeenten kunnen op basis daarvan de dialoog met de huisarts aangaan. Bij GI’s is het lastiger. De visitatiecommissie vindt dat de verwijs stromen via de gemeenten moeten lopen. Dit moet niet tot vertraging leiden, ‘maar gemeenten hebben er dan wel meer zicht op.’ Het Wmo-abonnementstarief is een tweede systeemprobleem. Door de invoering van de inkomensonafhankelijke bijdrage voor Wmo-voorzieningen van 19 euro per maand doen veel meer mensen een beroep op een Wmo-voorziening, zoals huishoudelijke hulp, dan voorheen. De ‘schuld’ van de Tweede Kamer, die van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage af wilde. De visitatiecommissie pleit voor verruiming van de mogelijkheid een eigen bijdrage te vragen en de hoogte daarvan zelf te bepalen. Sint: ‘Geef, als je decentraliseert, gemeenten de beleidsvrijheid en de ruimte om een eigen bijdrage te kunnen vragen.’ Dus als een gemeente bijvoorbeeld de huishoudelijke hulp naar de bijzondere bijstand wil overhevelen, zoals Oldenzaal wil, moet dat kunnen, vindt Sint. Geen generieke Haagse maatregel dus om de nadelen van het Wmo-abonnementstarief in te dammen, maar lokale beleidsruimte. Voor het derde systeemvraagstuk heeft de commissie geen pasklare oplossing. Dure casussen hebben op vooral kleine gemeenten een grote financiële impact, ziet zij. ‘Het is buitengewoon lastig om dat in regionaal of bovenregionaal verband te verevenen, maar ik geloof ook niet in een van boven opgelegde regeling.’ VERSLECHTERD Een reservepot opbouwen is in deze tijd geen optie. Sinds de visitatiecommissie aan het werk is, is de financiële situatie van gemeenten alleen maar verslechterd. ‘Veel gemeenten die we bezoeken zijn nu, nadat de tekorten vanuit de reserves sociaal domein werden bijgeplust, hun algemene reserves gaan aanspreken. Of bezuinigen op voorzieningen en de verhogen de lasten flink om de gaten in het sociaal domein te dichten. Het vet is echt van de botten.’ Het macrobudget is te klein, stelt de commissie. Financiële druk kan geen kwaad – ‘als er te veel middelen zijn, dan schept aanbod zijn eigen vraag’ – maar het overhevelen van de nieuwe taken met een korting van 15 procent heeft niet goed uitgepakt. ‘Het tempo waarin gemeenten de bezuinigingen moesten doorvoeren in het sociaal domein, liep niet synchroon met het tempo waarin ze uiteindelijk de baten van meer preventie kunnen incasseren’, stelt Sint. En ja, het kabinet heeft gemeenten incidenteel extra geld gegeven, zoals in de jeugdzorg. ‘Incidenteel geld is hartstikke leuk, maar aan het eind van de dag kunnen gemeenten het daarmee niet redden.’ De commissie pleit dan ook voor financiële zekerheid voor gemeenten. Maar meer geld vanuit het rijk is niet het enige dat kan helpen, ook gemeenten zelf kunnen en moeten aan de slag, benadrukt de commissie. ‘Wat wij, vrijwel zonder uitzondering, tegenkomen, is dat gemeenten wel een visie hebben op het sociaal domein, maar die is vaak in hele algemene termen verwoord. Dat is op zich niet erg, want een visie mag een wenkend perspectief zijn. Maar het ontbreekt aan de vertaling van die visie in concrete en meetbare doelstellingen en aan concrete handelingsperspectieven voor mensen die er mee aan de slag moeten. Ook ontbreekt het aan goede instrumenten om te volgen of hetgeen je beoogt daadwerkelijk wordt bereikt.’ BEESEL: ‘EEN ZEVEN IS OOK RUIM VOLDOENDE’ Het Noord-Limburgse Beesel was een van de eerste gemeenten die door de visitatiecommissie is gevisiteerd. Dat was bij tijd en wijle confronterend, maar leerzaam, stelt wethouder Bram Jacobs (CDA). Met een groot aantal aanbevelingen is de gemeente aan de slag. Oplopende tekorten in de jeugdzorg waren de belangrijkste reden om bij de visitatiecommissie aan de bel te trekken. Dat ligt deels aan het systeem, dus ‘Den Haag’, maar Beesel wil niet achteroverleunen. ‘We wilden ook expliciet kijken wat we als gemeente zelf kunnen doen’, zegt Jacobs, die zowel jeugdzorg als de Wmo en de Participatiewet in portefeuille heeft. De uitgaven in de jeugdzorg lagen in Beesel de afgelopen vier jaar ruim boven het budget dat de gemeente er van het rijk voor krijgt. Er kwam nogal wat naar boven. Financiële uitgangspunten ontbreken, doelstellingen en acties worden beperkt uitgewerkt naar effect-, kwaliteits-, prestatie-indicatoren en/of -criteria waarmee voortgang kan worden gemonitord. ‘De lage risicobereidheid van Beesel maakt dat de Toegangsteams beperkt sturen op de inzet van lichtere vormen van ondersteuning en/of afschaling waar dit passend is’, stelde de commissie in haar rapport over Beesel. Het contractmanagement met aanbieders kan beter. De belangrijkste ‘tip’ vond Jacobs dat de gemeente de redeneerlijnen scherper in beeld moest brengen. Waarom doet de gemeente wat zij doet. ‘En: hoe houden we vervolgens zicht op of we inderdaad bereiken wat we willen bereiken. Dat betekent dat je scherper moet durven kiezen in wat je speerpunten zijn.’ Op heel veel fronten is inmiddels actie ondernomen, aldus Jacobs. Zowel in de gemeente zelf, als in de regio. Zo is aan de gemeentelijke toegang gesleuteld. ‘Toegang is heel belangrijk om grip en inzicht te hebben op de ontwikkelingen in het sociaal domein, zo gaf de commissie ons mee.’ Meer dan voorheen vindt in het team toetsing van casuïstiek plaats en er wordt niet meer naar een negen gestreefd; een zeven is ook ruim voldoende. Regionaal gaat de inkoop op de schop. Er worden vanaf 2022, zo is het plan, via Open House geen raamcontracten meer gesloten met alle aanbieders die aan vooraf gestelde eisen voldoen. De Noord-Limburgse gemeenten willen minder aanbieders contracteren. Ook de financieringssystematiek (nu prijs maal hoeveelheid) wordt aangepast. Voor een groot aantal onderdelen wordt trajectfinanciering of resultaatfinanciering ingevoerd. ‘We zijn grote stappen aan het zetten’, vindt Jacobs. ‘We zijn scherper in de doelen die we met elkaar nastreven. In het zakelijk opdrachtgeverschap werken we samen in de regio. We blijven investeren in een deskundige toegang. Het is belangrijk dat we in een vroeg stadium zien wat er aan de hand is en wat nodig is. Die lijn en die overtuiging is overeind gebleven.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020

SPECIAL 63 ‘ Veel gemeenten zijn nu hun algemene reserves gaan aanspreken’ Gemeenten zijn soms ook te lief, of, om het anders te zeggen, niet zakelijk genoeg. ‘De mensen die de toegangspoort bemensen, zijn vaak afkomstig vanuit de hulpverlening. Zij redeneren logischerwijs vanuit een hulpvraag. “Ik ben een hulpverlener dus ik ga helpen.” Het is veel lastiger om met de hulpvrager de dialoog aan te gaan. Zo van: u vraagt dit nu wel, maar wat kunt u zelf of hoe kan het anders worden geregeld?’ ZAKELIJKER Hetzelfde geldt voor contacten tussen aanbieders en gemeenten. Ook dat kan zakelijker worden geregeld, stelt de commissie. Gemeenten moeten veel meer in gaten houden voor hoe lang een verwijzing geldt, wie mag beslissen over de vraag of het traject wordt verlengd en of het traject wordt verzwaard. ‘Welke afspraak heb je in je inkoopproces gemaakt over facturatie. Is het zo dat je vier jaar na dato nog ineens allerlei facturen krijgt waarmee je geen rekening had gehouden, maar die je wel moet betalen. Ook dat kunnen gemeenten beter doen.’ Gemeenten zouden er daarnaast goed aan doen data-analisten in huis te halen, desnoods in regionaal verband, om de vinger aan de pols te houden. ‘Zij kunnen met een kritisch oog kijken naar de gegevens die voorhanden zijn.’ Niet alleen wat betreft zorggebruik en de zwaarte en duur daarvan, maar de data-analisten kunnen dergelijke gegevens naast demografische en sociaaleconomische kenmerken van een gemeente leggen. En deze vervolgens vergelijken met soortgelijke gemeenten. ‘Dan zie je patronen waar je wat mee kunt. Dat helpt, ook in het gesprek met aanbieders.’ ‘Gemeenten zoeken onvoldoende de scherpte op’, constateert Sint. ‘Wij zeggen altijd: niet kiezen is ook kiezen. Uiteindelijk moet het toch worden gefinancierd. Als je het niet binnen het sociaal domein weet te begrenzen en op te vangen, dan heeft dat effect op andere onderdelen van de begroting die je ook wilt financieren.’ Gemeenten moeten meer dan nu visie naar beleid vertalen en data in de gaten houden waarop kan worden gestuurd. ‘Als je niet weet waar het lek zit, kun je niet sturen. Onze belangrijkste boodschap aan gemeenten: zorg dat je inzicht hebt in wat er gebeurt in het sociaal domein. Pas dan kun je besluiten of je er wat aan wilt doen. Als je om financiële redenen besluit dat je moet ingrijpen, zorg dan dat je het zo inricht dat de mensen die hulp en ondersteuning het hardste nodig hebben, niet worden geraakt.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020

64 SPECIAL SOCIAAL DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: SHUTTERSTOCK Vanaf 1 januari 2021 moeten gemeenten signalen van beginnende schulden bij hun inwoners eerder oppakken, om zo erger te voorkomen. Dat is midden in een economische crisis urgenter dan ooit. Wel leidt die aanpak tot meer lastige gesprekken. NIEUWE WET BENADRUKT VROEGSIGNALERING OP ZOEK NAAR TOEKOMSTIGE SCHULDENAARS Terwijl de curve van de tweede coronagolf lijkt af te vlakken, proberen schuldhulpverleners grip te krijgen op een golf die nog moet komen. Namelijk: de golf aan schulden en betalingsproblemen die de komende jaren als een naschok van de crisis over het land zal spoelen. Die golf is onvermijdelijk – deskundigen verwachten al dit jaar zo’n 30 procent meer schulden. Volgend jaar is er in het ergste geval sprake van een verdubbeling. Maar de golf is ook nog nauwelijks zichtbaar. Net als in de vorige economische crisis, melden mensen met beginnende betalingsachterstanden zich niet meteen. De eerste zes maanden van de crisis kregen schuldhulpverleners zelfs minder hulpvragen dan normaal. Toch zijn schuldhulpverleners al bezig met pogingen om de curve van die toekomstige golf af te vlakken. Het sleutelwoord daarbij is vroegsignalering. Als mensen met beginnende schulden kunnen worden opgespoord en laagdrempelige hulp krijgen, kan dat straks een hoop schade besparen. Het toeval wil dat juist in deze periode een wetswijziging in werking treedt die gemeenten verplicht om aan vroegsignalering van schulden te doen. De nieuwe Wet gemeentelijke schuldhulpverlening gaat op 1 januari 2021 in en schijft voor dat gemeenten met zogenaamde vaste lasten-partners – zorgverzekeraars, energieleveranciers, drinkwaterbedrijven en woningcorporaties – moeten gaan samenwerken om schulden in de kiem te smoren. De wetswijziging, die al ver voor corona in de ‘ De optelsom gaat tot enorme aantallen leiden’ maak was maar nu extra urgent is geworden, is een stap in de goede richting, vinden schuldhulpverleners en deskundigen. Maar alles hangt af van hoe gemeenten aan deze wet invulling gaan geven. Want vroegsignalering is zo eenvoudig nog niet. LANDELIJK PLATFORM Dat weet ook Maria Buur, die als projectleider Vroegsignalering schulden bij de gemeente Nijmegen al enkele jaren ervaring heeft met het fenomeen. ‘We hebben ontdekt dat we een groep mensen bereiken die we anders niet in beeld zouden hebben’, zegt Buur. ‘We dachten dat het zou gaan om veel mensen met een uitkering, maar het bleken juist veel werkende mensen te zijn.’ Vanaf begin 2017 kwam er een landelijke beweging op gang van gemeenten die kennis over vroegsignalering uitwisselden. Die verspreidde zich als een olievlek, aldus Buur, en al snel werd er een landelijk platform opgericht om vroegsignalering van schulden te stimuleren. ‘Inmiddels doet de helft van alle gemeenten iets aan vroegsignaleren’, vertelt Anja Tijdhof, die ook bij het landelijke projectteam is betrokken. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020

SPECIAL 65 De inzet van het project heeft er mede toe geleid dat er nu een Landelijk Convenant Vroegsignalering bestaat, waarin de landelijke brancheverenigingen van de vaste lastenpartners met gemeenten overeenkomen hoe de samenwerking gaat verlopen. Buur: ‘De partners wilden niet met alle 355 gemeenten apart aan tafel gaan zitten.’ ‘De signaalpartners zien ook echt de meerwaarde’, vult Tijdhof aan. ‘Die zien dat verderop in de incasso de problemen toenemen, terwijl grotere schulden op deze manier worden voorkomen en de achterstand toch wordt betaald. Vroegsignalering is eigenlijk voor iedereen positief: voor de inwoner die sneller hulp krijgt, de signaalpartner die de achterstand betaald krijgt, en de gemeente die minder aan dure en intensieve hulverlening hoeft uit te geven. Voor de hele maatschappij winst.’ In zekere zin komt de wet dus op het best mogelijke moment: de vaste lasten-partners zijn er klaar voor, veel gemeenten hebben al wat ervaring opgedaan met vroegsignalering, en vanwege de crisis wordt het nóg belangrijker om hierop in te zetten. Anderzijds zou de timing ook onhandig kunnen uitpakken: vanwege de coronacrisis krijgt de schuldhulpverlening het al druk genoeg. Het risico bestaat dat gemeenten geen tijd en middelen hebben om serieus aan de slag te gaan met vroegsignalering. DUBBELE DRUK Zo maakt Marleen Smit, procesmanager bestaanszekerheid bij Divosa, zich zorgen om een ‘dubbele druk’ die ontstaat door de combinatie van de verhoogde vraag naar schuldhulp vanwege de coronacrisis én de verplichtingen vanuit de nieuwe wet. De druk wordt ook nog verhoogd door het feit dat het rijk geen aanvullende middelen beschikbaar stelt voor de uitvoering van de nieuwe wet. De redenering is dat een investering in vroegsignalering zichzelf terugverdient. Als gemeenten krap bij kas zitten, is het denkbaar dat ze aan de wettelijke verplichting voldoen door alleen maar een brief te sturen aan elke inwoner van wie ze een signaal binnenkrijgen. ‘Maar het is bekend dat een brief sturen niet werkt’, zegt Marion Bijveld, adviseur schuldhulp bij kennis- en adviesorganisatie Stimulansz. In dat geval resulteert de wet vooral in meer administratief werk. ‘Dan gaat er veel tijd verloren die beter kan worden gebruikt voor het daadwerkelijk oplossen van schulden’, aldus Bijveld. Nadja Jungmann, lector schulden en incasso bij de Hogeschool Utrecht, deelt de zorgen. ‘Niets stopt gemeenten om te zeggen: weet je wat, zet het kopieerapparaat maar aan en stuur al die mensen een brief.’ Jungmann denkt dat het aantal signalen in een deel van de gemeenten wel eens overweldigend zou kunnen zijn. ‘Als het gaat om alle mensen die twee maanden de zorgpremie niet betaald hebben, gaat die optelsom tot enorme aantallen leiden.’ Bovendien vraagt ze zich af of de signalen van de vaste lasten-partners de beste signaBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020

Schulinck Opleidingen Sociaal Domein Het sociale domein staat nooit stil. Zo zijn er altijd nieuwe ontwikkelingen in uw vakgebied, de Participatiewet, Inburgering, Schuldhulpverlening, Jeugd en Wmo. De opleidingen van Schulinck geven u een helder zicht op de toekomst. Wij praten u bij over de laatste actuele stand van zaken en daarnaast behandelen wij veel casuïstiek. Een greep uit ons opleidingsaanbod: • Specialist Wmo 1 en 8 december 2020 Leer welke voorzieningen er zijn, wie waar recht op heeft en hoe het Wmo-proces van melding tot besluit werkt. U ontwikkelt – mede op basis van de laatste ontwikkelingen en relevante jurisprudentie – een kritische en creatieve blik, als het gaat om het bepalen van wat de juiste oplossing is voor het probleem. • Handhaven en preventief fraudebeleid in de Participatiewet 28 januari en 4 februari 2021 Handhaven is niet alleen repressie uitoefenen, maar ook preventief handelen in combinatie met dienstverleningsvoorwaarden, de invulling van maatregelen en het communiceren tussen uitvoerders en burgers. Tijdens deze opleidingsdagen worden de (on)mogelijkheden bij het handhaven van de uitvoering van de Participatiewet besproken. • Toezicht en Handhaving in de Wmo en de Jeugdwet 4 maart 2021 Welke regels gelden er voor toezicht en handhaving in de Wmo 2015 en de Jeugdwet, en hoe dienen deze (door o.a. de toezichthouder) uitgevoerd te worden? • Bijzondere doelgroepen in de Participatiewet 27 mei 2021 Steeds meer jongeren en vreemdelingen komen in de Participatiewet terecht. Voor deze maar ook voor andere bijzondere doelgroepen gelden specifi eke regels. Deze cursus is een musthave voor de medewerker die hiermee belast is of gaat worden. • Alle open trainingen kunnen ook als incompany opleidingen gegeven worden. Onze incompany opleidingen zijn Cedeo erkend. SKJ erkend opleidingsaanbod De opleidingen van Schulinck Jeugd zijn opgenomen in het ‘SKJ Kwaliteitsregister Jeugd’. De SKJ-punten zijn ook toepasbaar op onze Incompany opleidingen. Bekijk alle opleidingen: schulinck.nl/opleidingen Schulinck OpleidingenSchulinck Opleidingen

SPECIAL 67 len zijn. ‘Misschien zijn er wel slimmere signalen. Vanuit de wetenschap zijn we daarnaar nog op zoek. Het nadeel van een wet is dat het vaak zo in beton is gegoten. Als wij meer leren over vroegsignalering, dan is er weinig ruimte om de boel bij te stellen.’ Volgens Maria Buur is er wel degelijk ruimte om te experimenteren, op basis van het experimenteerartikel in de wet. ‘Deze wetswijziging is het begin van een langer traject. Je moet ergens beginnen.’ Maar Buur erkent wel dat er veel meer soorten signalen zijn die mogelijk nuttig zijn voor vroegsignalering. Zo is Buur al in gesprek met hypotheekverstrekkers over afspraken voor samenwerking. Ook zou ze graag betalingsachterstanden bij de gemeentebelastingen als signaal willen gebruiken. BEWUSTE KEUZE Wel heeft het rijk een bewuste keuze gemaakt voor de vaste lasten als signaal, legt Anja Tijdhof uit. ‘Bij vaste lasten is de impact als het mis gaat heel groot. Dan word je je huis uitgezet of wordt gas en licht afgesloten. Dat wil niet per se zeggen dat dit de beste signalen zijn, maar je begint daar waar de risico’s het grootst zijn.’ Er speelden ook andere overwegingen mee, licht beleidsmedewerker Pieter Roos van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid toe: ‘We willen met zo min mogelijk uitwisseling van persoonsgegevens zo veel mogelijk mensen vinden. En je kunt je afvragen, als je nieuwe signalen gaat toevoegen, of je daarmee ook echt nieuwe mensen vindt. Of dat je dan uitkomt bij hetzelfde huishouden dat al een huurachterstand had en de energierekening niet had betaald.’ Bovendien, zegt Roos, zou het voor gemeenten een nóg grotere opgave zijn om met nóg meer verschillende signalen te moeten werken. Want ook met de vier signalen van de vaste lasten-partners hebben gemeenten waarschijnlijk hun handen wel vol. Gemeenten zullen zelf Gemeenten moeten kiezen bij welke signalen ze actie ondernemen met mensen met kleine, beginnende schulden uitdagender waren dan die met mensen die al dieper in de problemen zaten. ‘Vooral die groep die nog niet heeft geaccepteerd dat het mis gaat lopen, terwijl je dat al wel aan ziet komen. Bijvoorbeeld mensen die net hun baan zijn verloren. Dat zijn lastige gesprekken.’ Jungmann: ‘Het is belangrijk om niet meteen een oplossing aan te bieden. Je kunt beter mensen laten nadenken over de vraag: waarom zou het voor mij belangrijk kunnen zijn om in te stappen op hulp?’ IMAGO moeten gaan kiezen bij welke signalen ze welke actie ondernemen: wie stuur je een brief, wie bel je op en bij wie ga je op huisbezoek? Je kunt ervoor kiezen om bij een combinatie van signalen persoonlijk contact te leggen, stelt Jungmann voor. Maar dan loop je kans om thuiswonende jongeren te missen, voegt adviseur Marion Bijveld toe, omdat die vaak alleen de zorg premie hoeven te betalen. Het is een delicaat proces. Uiteindelijk ligt de zwaarste taak voor de schuldhulpverleners in het meest menselijke aspect van hun werk: het overtuigen van iemand met nog maar een kleine schuld van het nut van schuldhulpverlening. ‘Het lastigste van dit werk’, vertelt Jungmann, ‘is dat niet iedereen, door de dynamiek van geldstress, eraan toe is om alle concessies te doen die nodig zijn om de problemen op te lossen. Stress maakt dat je niet meer op die manier logisch nadenkt.’ Bijveld heeft er ook ervaring mee. Als schuldhulpverlener merkte ze dat adviesgesprekken ADVERTENTIE Dat het lastige gesprekken zijn, heeft volgens Jungmann en Bijveld ook te maken met het imago van de schuldhulpverlening: mensen denken vaak dat ze er minstens drie jaar aan vastzitten en meteen hun auto weg moeten doen. ‘Het zou goed zijn als mensen weten dat je bij de schuldhulpverlening ook terecht kan voor bijvoorbeeld hulp bij een betalingsregeling of herfinanciering van schulden’, vindt Bijveld. Ook het negatieve imago van mensen met schulden zit in de weg, voegt Tijdhof toe. Het woord ‘wanbetaler’ wordt bijvoorbeeld nogal eens gebruikt. ‘Maar we hebben het over een hele grote groep Nederlanders die hard werken om de vaste lasten en de boodschappen te betalen. Als we die al snel als wanbetaler aanmerken, dan ontstaat schaamte. Die beeldvorming doet iets met mensen die al met hun rug tegen de muur staan. En daardoor zijn ze minder geneigd om op een hulpaanbod in te gaan.’ Of de nieuwe wet bijdraagt aan het afvlakken van de curve van de aankomende schuldengolf, hangt dus helemaal af van hoe gemeenten er invulling aan geven. Jungmann: ‘Wil je mensen écht in een vroeg stadium helpen, dan ga het je niet redden met een brief. Dan is een dialoog heel belangrijk. En dan is de vraag: hebben we daar in coronatijd de middelen voor?’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 OPINIE SPECIAL 69 VOLLEDIG COMPENSEREN OF SCHRAPPEN HET VERMALEDIJDE ABONNEMENTSTARIEF In verkiezingsprogramma's zouden politieke partijen alsnog moeten opnemen de gemeenten volledig te compenseren voor het dure Wmoabonnementstarief. Of beter nog: het abonnementstarief in de huidige vorm zo snel mogelijk te schrappen. Ik houd van mooie woorden. Het woord vermaledijde is er zo een. Zulke woorden gebruik je niet te pas en te onpas. Ze verdienen een respectvol en terughoudend gebruik; op het juiste moment, op de juiste plaats en in de juiste context. Dit is zo’n moment. Het vermaledijde abonnementstarief! JOAN BRIELS Onlangs zijn de uitkomsten van de tweede monitorrapportage abonnementstarief Wmo bekendgemaakt, een rapportage die door minister De Jonge (VWS) is geïnitieerd. De monitor toont een sterke groei in het beroep op de Wmo, die zich vooral manifesteert in hogere inkomensgroepen, waarmee de aanzuigende werking onmiskenbaar is aangetoond. Uiteraard met een forse kostenstijging als gevolg. Nou is dat voor ons als gemeenten geen verrassende uitkomst. Sterker nog, we hebben vóór de invoering de minister al gewaarschuwd voor dit effect. Ik verwijs hiervoor naar de motie die in 2018 door de gemeenten is aangenomen; doe dit niet! Overigens niet alleen omwille van de financiële consequenties die wij voorzagen, maar vooral ook vanwege het feit dat een inkomensonafhankelijk abonnement op de Wmo contrair is aan de uitgangspunten van de Wmo; bijdragen naar vermogen. De invoering was daarmee dan ook zeker niet ons idee maar dat van de minister. Lekker gemakkelijk om goede sier te maken en de rekening vervolgens bij de gemeenten te laten. Niettemin hebben we uiteindelijk besloten, ons restte niets anders, de ' Een inkomens onafhankelijk abonnement is contrair aan de uitgangspunten van de Wmo' UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. uitkomsten van de monitor af te wachten. Dit vanuit het gerechtvaardigde vertrouwen (?) dat sprake zou zijn van volledige compensatie door de directe veroorzaker van de tekorten, lees: het kabinet, in geval een verband zou worden aangetoond. Nu de cijfers onze voorspellingen bevestigen, geeft men echter niet thuis. Hoewel het eigenlijk niet past dat overheden elkaar de maat nemen, toont het kabinet c.q. minister De Jonge zich hier toch wel van zijn minst betrouwbare en weinig verheffende kant. Bron van toenemende onvrede, boosheid, frustratie en (financiële) zorgen, met daaruit voortkomende, steeds groter wordende neiging tot verzet en recalcitrant gedrag. Dat is niet zoals het hoort, maar ik deel mijn gevoelens met vele collega’s in het land. Beste Hugo en beste vertegenwoordigers van landelijke politieke partijen, de inkt van jullie verkiezingsprogramma’s is nog niet droog. Vandaar mijn dringende verzoek om hierin (alsnog) op te nemen gemeenten volledig te compenseren of beter nog, het abonnements tarief in deze vorm zo snel mogelijk te schrappen. En stop vooral ook met het van bovenaf interveniëren in taken die eerder aan gemeenten zijn overgedragen en die het ingezette beleid van gemeente doorkruisen. De transities waren bedoeld als een decentralisatie waarbij de verantwoordelijkheid werd neergelegd daar waar die naar onze mening ook het beste kon worden gedragen. Dicht bij en met kennis van onze inwoners en samenleving. Laat dat dan ook zo. Zoals eerder gezegd, ik houd van mooie woorden. Al schrijvende is er een nieuw woord met stip mijn top-10 binnengedrongen. Minder vanwege de esthetiek misschien maar niettemin. De ‘schoonheid’ zit ‘m bij dit woord met name in de zeggingskracht die het heeft. Het betreft hier een zogenaamd onomatopee, een woord dat klinkt als wat het betekent: GRRRR! SHUTTERSTOCK Joan Briels, wethouder jeugdzorg en voormalig wethouder Wmo, Laarbeek

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 70 RECENSIE BOEK DOOR: TON BESTEBREUR EN LIEDEKE BESTEBREUR FOTO: WOUT VAN DE HOEF HANS WIEGEL OVER ZIJN LOOPBAAN ‘ IK HAD GRAAG BURGEMEESTER VAN AMSTERDAM WILLEN ZIJN’ Alweer de vierde druk komt eraan van de goed ontvangen biografie van Hans Wiegel, opgetekend door Pieter Sijpersma. Met Binnenlands Bestuur spreekt Wiegel in zijn huis in Friesland over zijn bestuurlijke loopbaan, het burgemeesterschap, de provincies, crisismanagement en de liefde van Joop den Uyl voor nootjes. ‘Al toen ik een jongen van zeven jaar was, vertelde ik aan mijn vriendinnetje dat ik later burgemeester zou worden. Maar eigenlijk is dat er nooit van gekomen. Als ik het al ergens had geweest, dan had ik graag burgemeester van Amsterdam willen zijn. Maar het is gebleven bij mijn lidmaatschap van de Tweede Kamer, ministerschap, commissaris van de Koningin in Friesland en de Senaat. Door die aansluitende politieke loopbaan is het burgermeesterschap er niet van gekomen. Ik weet dat er steeds weer stemmen opgegaan om te komen tot een gekozen burgemeester. Ook Ivo Opstelten liet zich daar wel over uit. Toch heeft ook hij zijn eerste benoeming als burgemeester mede aan mij en het bestaande systeem van benoemingen te danken, anders was hij het toen niet geworden. Als ik burgemeester was geworden, zou ik vooral dicht bij de gewone mensen staan, zoals ik als commissaris in Friesland heb gedaan. Dat was een fantastische job maar ik ging echt niet alle stukken lezen. In die tijd koos ik soms één klein detail uit de stukken en vroeg of ik of de gedeputeerde daar wel van op de hoogte was. Dan krijgen ze toch de indruk dat ik alles had gezien, maar dat hoefde natuurlijk niet.’ ‘In mijn tijd als minister was er een plan ‘ Mijn voorkeur ging uit naar de opgewekte, valse aanval’ ook vissers woonden. De Urkers wilde niet bij de boeren horen en dat was eigenlijk een terecht idee.’ ‘Toen ik het kabinet inging heb ik niet gekozen voor het ministerschap op Financiën. Ik wilde wel minister worden, maar wilde dat departement niet voor de VVD. Er moest die jaren een hoop bezuinigd worden en ik wilde niet steeds de boeman hoeven zijn – laat dat maar doen door een CDA’er dacht ik. Wel wilde ik Economische Zaken voor de VVD en dat is gelukt, zelf koos ik Binnenlandse Zaken.’ WOPKE HOEKSTRA ‘Toen Wopke Hoekstra overwoog het kabinet in te gaan, wilde hij eerst nog eens met me praten. Op bezoek in de Eerste Kamer werd ik naar een klein kamertje op de hoogste verdieping geleid. Maar zo gingen we dat niet doen, natuurlijk. Ik heb hem meegenomen naar de aankomsthal beneden waar iedereen ons kon zien zitten. Ik heb hem verteld geen staatssecretaris te worden. Nooit doen! Van Agt zei het al, het staatssecretariaat is een deerniswekkend ambt. Als dank heeft Wopke zijn eerste blauwe brief als minister aan mij gericht met de uitnodiging bij hem langs te komen, vanzelfsprekend om half vijf ‘s middags voor de borrel.’ om naar 24 provincies te gaan, maar ik wilde het houden zoals het was met 12 provincies en heb daar geen spijt van. Daarna heb ik er ook nooit meer iemand over gehoord. Eigenlijk is zelfs de vorming van Flevoland absolute onzin geweest. We hadden die provincie ook kunnen verdelen over Noord-Holland, Gelderland en Overijssel. Alleen op Urk wilde men liever bij Friesland horen, een natte provincie waar ‘Ik ben tevreden over het beleid van het kabinet in deze coronacrisis. De top moet in crises besluiten nemen en niet iedereen laten meekeutelen. Daadkracht en besluitvaardigheid is daarbij van belang. Regering regeer! Dat heb ik ook gezegd toen ik oppositieleider was tijdens de oliecrisis en mijn steun aan Joop den Uyl heb gegeven. In tijden van crisis zoals bij de gijzelingen toonde Joop zich soms minder besluitvaardig. Dat merkte ik bij de latere gijzeling in het provinciehuis in Assen waar onder leiding van Dries van Agt en de voortreffelijke Job de Ruijter op Justitie na het doodschieten van een ambtenaar wel direct werd ingegrepen. Dat ingrijpen had zeker een risico, maar dat hebben we wel gedaan. Later, toen ik als minister de vrouw van deze ambtenaar een hand wilde gaan geven, ben ik met mijn dienstauto, met de Nederlandse vlag erop, stapvoets, door de Molukse wijk van Assen gereden, om gezag te tonen. Ik wist dat Molukkers CITAAT UIT HET BOEK ‘Tegen de confessionele partijen aantrappen helpt niet; ze zijn al sinds 1918 op hun retour en zullen op den duur geen rol meer spelen’ HANS WIEGEL. DE BIOGRAFIE Pieter Sijpersma Atlas Contact, 2020 39,99 euro

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 BOEK RECENSIE 71 HANS WIEGEL In 1967 werd hij Tweede Kamerlid voor de VVD vind ik nog steeds dat we hele behoorlijke topambtenaren en bestuurders kennen in Nederland.’ respect hebben voor gezag, en wat risico hoort er dan maar bij. Mijn verstandhouding met Joop den Uyl was eigenlijk altijd goed, maar het was niet eenvoudig om met hem compromissen te sluiten, omdat Joop eigenlijk vond dat hij altijd gelijk had. Persoonlijk waren we wel op elkaar gesteld en elkaar dan eens hardhandig aanpakken, kan dan wel. Later is Joop nog in Friesland op bezoek geweest bij mij op het Statenjacht en heeft daar toen al mijn nootjes opgegeten.’ AMBTENARENSALARISSEN ‘Met het CDA kon ik makkelijker zaken doen. Toen ik met Van Agt in ’77 een kabinet vormde, heb ik inderdaad via mijn voorlichter een fotograaf getipt die de beroemdste politieke foto van Nederland ooit heeft gemaakt, tijdens ons diner in Le Bistroquet. Pas later heb ik dat aan Dries e verteld, maar ik heb een goede band met hem gekregen. Dries zou ook een verhaal houden bij het verschijnen van mijn boek. Als ik hem spreek is het altijd gelijk goed tussen ons, maar we hebben het dan niet over zijn werk om vrede te brengen in het Midden-Oosten, daarover verschillen we te veel van mening.’ ‘Als minister van Binnenlandse Zaken heb ik mijn steentje bijgedragen aan de bezuiniging op de ambtenarensalarissen. Om de toen machtige vakbonden mee te krijgen heb ik wat meer bespaard op de hogere salarissen, dat vond men heel wat voor een VVD’er. In het kabinet was geen steun ook de ministerssalarissen te korten. Maar door dat voorstel dachten de bonden dat ik een degelijke vent was, wat ik natuurlijk helemaal niet ben. Ondanks de beperking van de topsalarissen sinds Balkenende, ADVERTENTIE De effectiviteit van je leiderschap vergroten? Communiceer helder, creëer samenwerking en inspireer écht. Volg de training Effectief Leiderschap en vergroot jouw effectiviteit. Bekijk het programma op AlexvanGroningen.nl/BB VROUWEN ‘Aan de emancipatie van vrouwen of benoeming in topfuncties heb ik zelf niet bijgedragen, we moeten gewoon steeds de beste nemen, ik ben tegen quota. Vroeger deed ik er ook een beetje pesterig over. Maar wat bijna niemand weet is dat de emancipatieparagraaf in het regeerakkoord van ’77 van mijn hand was en dat vond men een mooie tekst. Bij het zoeken van topambtenaren keek ik alleen naar kwaliteit. Zo heb ik nog eens een PvdA-Kamerlid directeur gemaakt op mijn departement. En toen ik hoorde dat mijn ambtenaren niets gedaan kregen bij Financiën heb ik de betrokken ambtenaar daar, Arthur Docters van Leeuwen, wiens levensverhaal ik ook op tafel heb liggen, direct een baan aan geboden bij de directie politie. Hij vroeg me of hij er over na mocht denken. Tot morgenochtend half tien heb ik toen gezegd en daarna is hij gekomen.’ ‘Ikzelf heb als politicus nooit geschroomd anderen ook persoonlijk aan te vallen, maar ik had altijd wel oog voor de ander. Mijn voorkeur ging uit naar de opgewekte, valse aanval. Je moet er een beetje om kunnen lachen. Natuurlijk ben ik ook zelf door anderen aangevallen, maar vaak kwam die kritiek van mensen waar ik toch de schurft aan had, dus daar trok ik mij niets van aan.’ ‘Eigenlijk ben ik altijd verlegen geweest en nog steeds. Al is het ook een mooie eigenschap, want het heeft ook te maken met bescheidenheid, ik kom uit een gewoon Amsterdams gezin. Maar ik ben ook ijdel, dat durf ik wel voor mijzelf te zeggen. En daarom ben ik toch heel zichtbaar geworden en eigenlijk een geslaagde figuur geweest binnen mijn partij, als minister en commissaris. Maar ik heb daarbij altijd oog gehouden voor mijn medewerkers. Want hoe minder belangrijk iemand is, hoe meer aandacht je aan hem of haar moet geven. Dat heb ik altijd geprobeerd.’ K n o a n t i n u k l o i j c k c e N n e d v e e r i l t a a n d i s e g B r e r s o p BEOORDEELD MET 9.2 BRON: SPRINGEST.NL o a n s a A n t s

TRENDRAPPORTAGE PGB JEUGD HUISVESTING VOOR ARBEIDSMIGRANTEN ONDERMIJNING, WET DAMOCLES EN 13B OPIUMWET Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ jblorenz Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ Companen Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ Hekkelman vindsubsidies Publieke sector

AANDACHT VOOR SOFT CONTROLS VERHOOGT DE CONTROLEKWALITEIT MAATWERK IN HET SOCIAAL DOMEIN Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/BDO IMPACT VAN DE CORONACRISIS OP DE (ICT-)BEGROTING Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ MenIPartners Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ Stimulansz

74 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Waddinxveen heeft weer een voltallig college. Na het opstappen van de wethouders, deed burgemeester Evert Jan Nieuwenhuis het werk alleen. Martijn Kortleven, Brigitte Leferink en Kirsten Schippers zijn benoemd tot wethouder. MARLEEN SIJBERS Marleen Sijbers is met ingang van 15 november benoemd tot burgemeester van Tholen. Sijbers (55) is lid van de VVD. Zij was van 2010 tot 2019 burgemeester van Sint Anthonis. Daarvoor was ze vier jaar wethouder in Neerijnen. Sijbers volgt in Tholen partijgenote Ger van de Velde-De Wilde op, die vorig jaar al aankondigde geen tweede termijn te ambiëren. Van de Velde begon in 2014 in Tholen. DANNY DE VRIES Met ingang van 16 november 2020 is Danny de Vries benoemd tot burgemeester van Oudewater. De Vries (46) is lid van het CDA. Hij is momenteel directeur van bureau Albers De Vries en van de Twentse Ambassades. Hij is daarmee de opvolger van Pieter Verhoeve (SGP, 39), die op 13 november 2019 burgemeester werd van Gouda. Sinds dat moment is Wim Groeneweg (CDA, 63) actief als waarnemend burgemeester. SHARON DIJKSMA De gemeenteraad van Utrecht heeft Sharon Dijksma (PvdA, 49) voorgedragen als nieuwe burgemeester. Dijksma volgt Jan van Zanen (VVD) op, die Utrecht verruilde voor Den Haag. Dijksma is nu nog wethouder in Amsterdam. Ze was eerder lid van de Tweede Kamer en staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Economische Zaken en Infrastructuur en Milieu in twee kabinetten. KLAAS SLOOTS De gemeenteraad van Stadskanaal heeft Klaas Sloots (GroenLinks, 49) voorgedragen als nieuwe burgemeester. Sloots is nu nog wethouder in Zwolle. Hij was eerder werkzaam bij de politie en gemeentesecretaris in De Marne. HIj volgt Baukje Galama (VVD) op. In afwachting van een eventuele herindeling werd in Stadskanaal twee keer een waarnemend burgemeester benoemd: eerst Froukje de Jonge (CDA) en later Yvonne van Mastrigt (PvdA). KOMEN & GAAN PIETER LENSSELINK Pieter Lensselink is per januari de nieuwe gemeentesecretaris van Oldebroek. Lensselink werkt sinds 2008 bij Gooise meren. Hij volgt in Oldebroek interim gemeentesecretaris Arjan Doornbos op. Doornbos neemt waar nadat gemeentesecretaris Maurits van de Geijn gemeentesecretaris in Renkum werd. INGRID GEVEKE Na ruim 13 jaar bij de gemeente Zwolle, waarvan de laatste vijf jaar in de functie van gemeentesecretaris, maakt Ingrid Geveke een volgende stap in haar loopbaan. Vanaf 1 februari 2021 wordt zij directeur Advies bij BMC. DIRK TE GROTENHUIS Wethouder Dirk te Grotenhuis (CDA) in Drechterland stapt op. Hij vindt het na 15 jaar wethouderschap wel welletjes. Daarbij komt dat hij ook de pensioengerechtigde leeftijd is genaderd. Te Grotenhuis was voor zijn wethouderschap twintig jaar lang ambtenaar in Drechterland, als sectorhoofd samenleving. WABE WIERINGA Wabe Wieringa wordt per 1 januari 2021 de nieuwe gemeentesecretaris van Barneveld. Wieringa is nu nog gemeentesecretaris in Zaltbommel. Eerder was hij secretaris in Vianen en Woerden. Daarnaast heeft hij een aantal leidinggevende functies vervuld bij diverse gemeenten. Wieringa is in Barneveld de opvolger van Erik van Steden, die op 31 december 2020 stopt als gemeentesecretaris. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 ft t Zltbl

foto: gemeente Zaltbommel BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 PERSONALIA 75 OVERLEDEN: Oud-wethouder Rob Mark van Heerhugowaard is overleden. Mark, die 82 jaar is geworden, was vier jaar wethouder financiën voor de VVD. Daarnaast had hij infrastructuur in zijn portefeuille. NICO KAMPHORST Nico Kamphorst is de nieuwe gemeentesecretaris van Amersfoort. Hij nam de functie al waar sinds1 januari 2020. Kamphorst volgt Herke Elbers op. Kamphorst werkt al 19 jaar bij de gemeente Amersfoort, waar hij begon als hoofd economische ontwikkeling. Daarna was hij directeur stedelijke ontwikkeling en beheer. CEES LOGGEN Gedeputeerde Cees Loggen van Noord-Holland is gekozen tot voorzitter van de Conference of Peripheral Maritime Regions (CPMR). De CPMR is een denktank en belangenorganisatie die in Brussel opkomt voor de Europese kustregio’s, waaronder Noord-Holland. Loggen volgt Vasco Cordeiro op. THEO DE VRIES In Het Hogeland is Theo de Vries (CU, 59) benoemd tot wethouder. Hij volgt Harmannus Blok op. Tot voor kort werkte De Vries bij de Koninklijke Marechaussee. Hij was de afgelopen 14 jaar raadslid in De Marne en Het Hogeland. Blok heeft zijn ontslag ingediend na het miljoenendebacle bij een scholenproject. JOS VAN DEN BROEK Met ingang van 1 december 2020 treedt Jos van den Broek aan als directeur van BrabantKennis. Van den Broek is nu nog werkzaam als senior onderzoeker bij het Rathenau Instituut. Hij zal in overleg met de provincie Noord-Brabant een inspirerend vervolg geven aan de opdracht van BrabantKennis. Jan Willem Wegstapel is op 96-jarige leeftijd overleden. Hij was van 1970 tot 1978 burgemeester van Zoetermeer. Eerder was hij topambtenaar bij het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening en burgemeester in Maasdam, Haastrecht, Vlist en Stolwijk. In 1978 werd Wegstapel president-directeur van Luchthaven Schiphol. WIM KUIJKEN Wim Kuijken wordt voorzitter van de Kiesraad. Hij volgt Jan Kees Wiebenga op. Kuijken is onder meer secretaris-generaal geweest van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Algemene Zaken en Verkeer en Waterstaat. Vanaf 2010 was hij Deltacommissaris. BURGEMEESTERS VACATURE Jannemarie de Jonge, Francesco Veenstra, en Wouter Veldhuis zijn benoemd tot lid van het College van Rijksadviseurs. Veenstra wordt met ingang van 1 september 2021 Rijksbouwmeester en voorzitter van het College van Rijksadviseurs. Hij volgt Floris Alkemade op. De Jonge en Veldhuis worden Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving en starten op 1 december 2020. Zij volgen Berno Strootman en Daan Zandbelt op. BAS TEN HAVE Wethouder Bas ten Have (D66) van Waterland is afgetreden. Reden is het besluit van de gemeente om zelfstandig te blijven en de gevolgen daarvan voor de Waterlandse begroting, waarvoor hij verantwoordelijk is. De portefeuilles van Ten Have worden verdeeld onder de overige wethouders. REMKO VAN DE BELT Remko van de Belt (PvdA) is de nieuwe wethouder op Texel. De PvdA’er volgt wethouder Jaap Vlaming (GroenLinks) op in de coalitie, nadat die partij besloot om uit de coalitie te stappen. Naast Van de Belt zijn Edo Kooman (Texels Belang) en Hennie Huisman-Peelen (VVD) wethouder op Texel. VERA HORNSTRA De gemeenteraad van Alkmaar heeft Vera Hornstra voorgedragen als nieuwe griffier. Ze begint op 1 januari 2021. Hornstra was de afgelopen veertien jaar griffier in Castricum. Eerder was ze fiscalist bij PriceWaterhouseCoopers. Hornstra volgt in Alkmaar Felix van Beek op, die afgelopen zomer vertrok. SLIEDRECHT Het burgemeesterschap van Sliedrecht is vacant sinds 31 maart 2020. De gemeente heeft circa 25.300 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 8.560,55 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 3 december 2020. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 11 november op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant. VOORSCHOTEN Het burgemeesterschap van Voorschoten is vacant sinds 1 november 2020. De gemeente heeft circa 25.600 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 8.560,55 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 15 december 2020. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 23 november op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia LELYSTAD Het burgemeesterschap van Lelystad is vacant sinds oktober 2020. De gemeente heeft circa 78.600 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 10.062,61 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 14 december 2020. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 23 november op www.officielebekendmakingen. nl/ Staatscourant.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 76 PERSONALIA CARRIÈRE KOGGENLAND NATHANAËL MIDDELKOOP Op Urk is Nathanaël Middelkoop (SGP, 27) benoemd tot wethouder. Hij volgt Geert Post op. Middelkoop was schaduwlid van de Statenfractie en bestuurslid op Urk en hij is er sinds 2018 raadslid. Hij werkte tot zijn benoeming als beleidsmedewerker bij VisNed, de belangenvereniging voor kottervissers. MARIEKE VAN DIJK In Heemskerk is wethouder Marieke van Dijk (D66) opgestapt. De gemeenteraad wees het collegevoorstel voor de begroting af. De coalitiepartijen VVD, CDA en Heemskerk Lokaal stemden voor een begrotingswijziging. Van Dijk zei dat ze geen verantwoordelijkheid nemen voor de gewijzigde begroting. Rosalien van Dolder en Jan Houtenbos (beiden VVD) zijn benoemd tot wethouder in Koggenland. Zij vervangen wethouder Caroline van de Pol die burgemeester van Terschelling is. Houtenbos was eerder wethouder in Egmond en in Bergen en interim wethouder in Beemster. Koggenland zag de burgemeester, griffier, gemeentesecretaris en een wethouder andere carrièrestappen maken. De coalitie had daarom behoefte om het college tot de verkiezingen in 2022 te versterken met een derde wethouder met veel bestuurlijke ervaring. RALPH DE VRIES Ralph de Vries is de nieuwe griffier van Heemskerk. De Vries was hiervoor griffier in Blaricum. Daarvoor was hij statenlid en gedeputeerde in de provincie Utrecht en gedeputeerde in Noord-Holland. In Heemskerk wordt hij de opvolger van Sabine de Kroon die plaatsvervangend kabinetschef van de provincie NoordHolland werd. WINNIE PRINS FRED DELLEMIJN Wethouder Fred Dellemijn is met onmiddellijke ingang afgetreden als wethouder in Heiloo. Zijn lokale partij Heiloo-2000 verliet de coalitie. Dellemijn gaf aan geen deel uit te willen maken van een college zonder meerderheid. Door de overstap van raadslid Corrie Konijn van Heiloo2000 naar Heiloo Lokaal raakte de coalitie de meerderheid in de raad kwijt. LOEK DAMEN Loek Damen is namens de Ouderenpartij Heerlen (OPH) tot wethouder van Heerlen benoemd. Damen is de opvolger van Frank Simons, die griffier in Simpelveld is geworden. Damen kwam voor het eerst in de gemeenteraad in 1983 en vervolgens na een periode van afwezigheid opnieuw in 2006. Hij was eerder wethouder in Heerlen van 2002 tot 2006. ROB VAN REIJSWOUD Rob van Reijswoud wordt per 1 december 2020 de nieuwe gemeentesecretaris van Ouder-Amstel. Van Reijswoud was eerder werkzaam bij onder meer de gemeenten Lelystad, Enkhuizen en Purmerend. Hij bekleedde diverse functies. Daarnaast is Van Reijswoud sinds 2014 fractievoorzitter van de VVD in Enkhuizen. LEANDRA KILIAN Leandra Kilian wordt de nieuwe griffier van Bernheze. Zij volgt Jan van den Oever op, die met pensioen is gegaan. Kilian werkt sinds 2008 voor de griffie van Bernheze. Daarvoor werkte ze voor de gemeente Zaltbommel. Het Kennispunt Lokale Politieke Partijen heeft met ingang van 1 januari 2021 een bestuur benoemd. Vanaf die datum gaat het Kennispunt verder als zelfstandige stichting. Winnie Prins, wethouder namens Leefbaar Zeewolde, wordt voorzitter van het bestuur. De overige bestuursleden zijn: Joost Eerdmans (Leefbaar Rotterdam), Jan de Koning (Gemeentebelangen Gouda), Emmy Lamers (Heemskerk Lokaal), Ted van de Loo (Dorpsvisie, Oirschot), Anko Postma (Opsterlands Belang), Gerben Stormbroek (POS Soest), Ricus Tiekstra (Groen Drimmelen) en Hendrik Westerbeek (BuitenGewoon Leefbaar Steenwijkerland). PIETER TEENINGA In Nunspeet is Pieter Teeninga (CU, 65) benoemd tot wethouder. Teeninga was eerder elf jaar wethouder in Harderwijk. Hij volgt de vertrokken wethouder Gert van den Berg op. Van den Berg was negen jaar wethouder van Nunspeet. Hij is aan de slag gegaan als manager Jeugd GGZ & Wmo. MICHAEL SIJBOM Michael Sijbom is de nieuwe directeur van Landschap Overijssel. Sijbom was in de jaren 2011 tot 2017 burgemeester van Losser. Hij neemt de taken over van Eibert Jongsma die tijdelijk directeur bestuurder van Landschap Overijssel is. ADVERTENTIE                      

1 INDEX 77 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Bestman / Gemeente Waalre Bestman / Rekenkamer Rotterdam Castanho / Gemeente Maashorst i.o. Galan Groep / Stroomopwaarts Gemeente Culemborg Gemeente Ede Gemeente Sliedrecht M&I Partners Publiek Netwerk / Gemeente Opmeer Rijksoverheid Rijkswaterstaat Van Dam & Oosterbaan Zeelenberg / Gemeente Westland BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN Ministerie van Buitenlandse Zaken FINANCIËN EN ECONOMIE Certus Groep / Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Delft Gemeente Delft Gemeente Delft Gemeente Lansingerland JS Consultancy / Drents Overijsselse Delta Leeuwendaal / Gemeente Rheden Leeuwendaal / Gemeente Rheden Publiek Netwerk / HLTsamen ICT EN AUTOMATISERING Gemeente Scherpenzeel JURIDISCH Belastingsamenwerking en Hoogheemraadschap Utrecht Certus Groep / Gemeente Lopik Certus Groep / HLTsamen Gemeente Hilversum JS Consultancy / Gemeente Uithoorn Publiek Netwerk / Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid Werkorganisatie HLTsamen MILIEU JS Consultancy / Gemeente Assen Publiek Netwerk / Gemeente Haarlem OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Gemeente Gorinchem Omgevingsdienst Midden- en West Brabant Publiek Netwerk / Gemeente Culemborg sr. adviseur enegrie / programmamanager (senior) beleidsadviseur groen en ecologie teammanager veiligheid en toezicht toezichthouder klachten & calamiteiten beleidsadviseur openbare orde en veiligheid PERSONEEL EN ORGANISATIE Djamilla van der Heijden / Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant afdelingshoofd human resources RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep / Gemeente Capelle a.d. IJssel afdelingshoofd stadsontwikkeling pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl jurist, vakgebied lokale belastingen jurist omgevingsvergunningen senior juridisch adviseur juridisch adviseur ondermijning jurist ro en omgevingsrecht senior adviseur toezicht senior juridisch adviseur Binnenlandsbestuur.nl pagina 79 pagina 79 Binnenlandsbestuur.nl pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl gemeentesecretaris / algemeen directeur directeur beoogd griffier directeur adviseur bedrijfsvoering projectleider vitale vakantieparken burgemeester senior adviseur informatiemanagement overheid strategisch adviseur adviseur beleid b landelijke staforganisatie afdelingshoofd district west noord-nederland afdelingsmanager a&o intern concerndirecteuren Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 78 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl senior beleidsmedewerker ethiopië en bjibouti Binnenlandsbestuur.nl senior planeconoom financieel raadsadviseur/commissiegriffier senior business controller (it) dienstverlening financieel raadsadviseur / commissiegriffier inkoopadviseur financieel adviseur projecten financial controller concerncontroller / teammanager adviseur financiën / coördinator planning en control medewerker documentaire informatievoorziening pagina 79 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020

78 INDEX Certus Groep / Gemeente Zwijndrecht Gemeente Almelo Gemeente Alphen aan den Rijn Gemeente Delft Gemeente Diemen Gemeente Goirle Gemeente Hengelo Gemeente Utrecht Gemeente Wageningen JS Consultancy JS Consultancy / Gemeente Assen JS Consultancy / Gemeente Uithoorn JS Consultancy / Gemeente Uithoorn Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied Provincie Noord-Holland Publiek Netwerk / Gemeente Haarlem Rijksvastgoedbedrijf Waterschap Aa en Maas Werken in Haaglanden / Gemeente Rijswijk SOCIAAL BMC Groep BMC Groep BMC Groep BMC Groep BMC Groep BMC Groep Gemeente Gorinchem Gemeente Hellevoetsluis Gemeente Hengelo Gemeente Zwijndrecht M&I Partners Publiek Netwerk / Cubiss Van Dam & Oosterbaan Zeelenberg / Gemeente Hilversum VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Lansingerland Gemeente Olst-Wijhe OVERIGE Caop projectleider civiele techniek senior projectleider civiel / cultuurtechniek teamleider projecten openbare ruimte senior projectmanager gebiedsontwikkeling strategisch projectmanager ruimtelijke ontwikkeling holland park allround verkeerskundige procesmanager ruimte en bouwen teamleider vergunningen programmaregisseur mobiliteit en verkeer archeoloog senior adviseur wonen regisseur or projectleider gebiedsontwikkeling opgavemanager / programmamanager innovatie en ontwikkeling teammanager toezicht & handhaving bouw strategisch beleidsadviseur ruimtelijke ontwikkeling (senior) beleidsadviseur parkeren coördinator programma asbest coördinator grondverwerving dijkversterking senior beleidsmedewerker grondzaken klantmanager werk beleidsadviseur sociaal domein veilig thuis triagemedewerker veilig thuis onderzoeker (regio noord-holland) consulent inkomen /aanvragen levensonderhoud start maken als consulent tozo kwartiermaker integraal sociaal domein adjunct afdelingsmanager werk, inkomen en zorg beleidsmedewerker sociaal domein adviseur sociaal domein (wonen welzijn en (wmo)zorg) senior adviseur informatiemanagement sociaal domein programmamanager lezen, leren en ontwikkelen afdelingsmanager a&o intern teammanager wmo strategisch adviseur communicatie / woordvoerder teamleider bedrijfsvoering en communicatie adviseur voor de sector onderwijs OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 80 pagina 80 pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 78 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Programmamanager Lezen, Leren en Ontwikkelen Politiek sensitief • Innovatief • Teamcoach • Netwerker Strategisch Adviseur Concernstrateeg • Opgavegericht • Regionale samenwerking Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020

Certus Groep begeleidt u in uw overheidscarrière Jurist Omgevingsvergunningen      •      •       •     •        Senior Juridisch Adviseur 36 uur | Schaal 11 •           •             •           •           Bas Auckel   Kars Martin   Senior Planeconoom 36 uur | Schaal 13 •        •    •         •      Bas Auckel   www.certusgroep.nl

Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsFinancieel Adviseur Projecten 36 uur | max. € 73.368,- bruto per jaar (incl. IKB) Financieel professional die ervaring heeft met de doorontwikkeling van planning en control van projecten. Is analytisch sterk en verbindt de projectenorganisatie met de financiële functie. Adviseert het management en levert relevante stuurinformatie aan. Levert actieve bijdrage aan digitalisering van werkprocessen en (financiële) informatievoorziening. Echte teamspeler die hands-on is en communicatief sterk. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Senior Adviseur Wonen 32 uur | max. € 72.603,- bruto per jaar (incl. IKB) Is verantwoordelijk voor beleidsmatige aspecten op het gebied van wonen en volkshuisvesting. Adviseert het bestuur en werkt nauw samen met in- en externe partners. Heeft vooruitstrevende visie op wonen en is de verbinder richting andere beleidsterreinen. Sr. Adviseur Energie/programmamanager 32 uur | max. € 72.603,- met toeslag naar € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren kandidaat die invulling geeft aan de ambitie van het bestuur t.a.v. van energietransitie en duurzaamheid. Ervaring met programmatisch werken, heeft visie en is netwerker. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Regisseur OR 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Verbindend regisseur met passie voor openbare ruimte. Intermediair die vlot schakelt tussen partijen. Stevige gesprekspartner en bruggenbouwer met zakelijke instelling én oog voor de relatie. Inspirerend verder vormgeven aan opdrachtgeverschap. Projectleider Gebiedsontwikkeling (2 fte) 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Energieke en verbindende projectleider met passie voor wonen en werken. Stevig en empathisch gesprekspartner op alle niveaus. Flexibel waar het kan en doortastend als het moet. Scherp op de voortgang en het resultaat. Jurist RO en Omgevingsrecht 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Praktisch ingestelde jurist die integraal meedenkt en beschikt over inhoudelijke juridische kennis. Zelfstandige aanpakker met stevige persoonlijkheid. Vertegenwoordiger bij bezwaar en beroep. Afstemming met interne en externe stakeholders. Interesse in een van bovenstaande functies van Uithoorn? Bel Ellen Koster 06 - 101 625 64

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
Home


You need flash player to view this online publication