0

Ik heb geleerd mezelf te corrigeren en niet bang te zijn iets verkeerd te doen. Lars Morcinkowski, pagina 15 Ik krijg energie van iemand die wellicht beperkingen heeft, maar heel graag wil. Maaike Ligtenstein, pagina 19 Om acht uur beginnen is niet binnenkomen, maar aan de machine staan. Diederik Roo, pagina 20 Nummer 1, januari 2016 over bedrijven die investeren in mensen Onze medewerkers zijn open en ontwapenend Eugène Sterken Koninklijke Ahrend NV

Column Heartbeat Door: Jos Verhoeven Directeur Start Foundation Rainy days always make me sad, zingt Nick Cave op de achtergrond als een ‘ping’ een nieuwe email aankondigt. Het is niet de regen die me triest maakt, maar de mail. De mail bevat het antwoord dat ik kreeg van een bedrijf dat mensen op weg naar werk helpt. ‘We willen en kunnen best helpen, maar wie gaat dat betalen?’ De mail vervolgt met een instructie die ik de man die me om hulp vroeg kan geven. Hulp van het kaliber: kluitje in het riet. Ondertussen zingt Cave: Who cares what the future brings? Nou ik dus. Triestheid maakt plaats voor boosheid. Die klote regels. Geld en wetten bepalen steeds meer wie wel geholpen wordt en wie niet. Zit je in een register, dan krijg je hulp. Zonder etiket ben je aan jezelf overgeleverd. Als Cave dan vervolgt met: Hear a man preaching in a language that’s completely new krijg ik een brainwave. We richten een vrijwilligersbrigade op die iedereen aan werk probeert te helpen. Gewoon van mens tot mens zonder welke tegenprestatie dan ook. We passeren het hele circus en gebruiken gewoon onze netwerken en vrije tijd. Can you feel my heartbeat?, zingt Nick. 2 Start Foundation – Baanbreker nr. 1 2016

Inhoud Omslagverhaal 6. Koninklijke Ahrend NV stelt 190 banen voor arbeidsgehandicapten zeker Kosten en baten 16. Sociaal ondernemers kunnen succesvoller zijn. Priscilla de Graef heeft tips. Samen werken 15. Fabian Leijten gunde Lars Morcinkowski, die ADD heeft, een stage. Toppers! 12. Het boerenbedrijf is heel geschikt voor jongeren met een beperking. Overheid en beleid 10. De stelling: laagbegaafde jongeren zijn extra kwetsbaar door het sluiten van sociale werkvoorzieningen. 19. Vijf vragen aan Maaike Ligtenstein van EW Facility Services 20. Nieuwe kansen voor bedrijfsschool Rollecate 24. Ontslag krijgen terwijl je herstellende bent van kanker. Niet te geloven! En verder.... 2. Column Jos Verhoeven 4. Kortweg Start Foundation 23. Lieve Sahar 18. Pienter met poen: kun je geld verdienen met sociale media? Goed geregeld! Conceptontwikkeling en realisatie: Bindkracht 12/ Marjan Agerbeek Vormgevingsconcept: Motif Concept & Design/ Elke Kunneman en Sake van den Brule Redactie: Lycia Bakker, Sahar Mokamel­Babori en Jos Verhoeven Tekst: Marjan Agerbeek, Hans Horsten, Rineke van Houten, Christine Lucassen, Jos Verhoeven, Ton van der Vliet en Anka van Voorthuijsen Vormgeving: Marijke Reer Tekstcorrectie: Rob Vooren Fotografie: Fred van Diem, Hans Gerritsen, Guy Offerman, Ronald Zijlstra en Jan Reinier van der Vliet Illustraties: Idris van Heffen Drukkerij: Baanbreker wordt ge drukt door Drukkerij Wedding B.V. in Harderwijk. Deze drukkerij hecht grote waarde aan maat schappelijk verantwoord ondernemen (MVO), het milieu en het inschakelen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. www.drukkerijwedding.nl Colofon Baanbreker nummer 1, januari 2016 Baanbreker komt vier keer per jaar uit. Baanbreker is het relatiemagazine van Start Foundation en inspireert, over tuigt en helpt ondernemers vanuit maatschappelijk en economisch realisme om werk nemers met een arbeidsbeperking in dienst te nemen en/of te houden. Redactieadres: Start Foundation Klokgebouw 188 5617 AB Eindhoven Telefoon: 040 246 18 50 baanbreker@startfoundation.nl Gratis abonnement? Stuur een e­mail naar: baanbreker@startfoundation.nl Start Foundation – Baanbreker nr. 1 2016 3

Kortweg Start Foundation Tekst: Ton van der Vliet Bedrijfsleider Evan Walraven van Bakkerscafé Brood op de plank Bij de start kreeg het Bakkerscafé in Nijmegen een krediet van € 150.000,­ van Start Foundation voor het bijzondere concept van het bedrijf. Een sociale onderneming met een bakkerij, winkel én horecabedrijf waar mensen met afstand tot arbeidsmarkt of samenleving zij aan zij werken met ervaren bakkers en geschoold horecapersoneel. We zijn vijf jaar verder, waar staan jullie? Bedrijfsleider Eva Walraven: ‘We zijn nu een prachtige sociale onderneming. We begonnen met drie mensen in een ontwikkeltraject, nu zijn dat er ongeveer 45. Het complete team telt 65 mensen en het is een écht team.’ En financieel? Walraven: ‘We zijn 100% zelfredzaam. We hebben inkomsten uit de onderneming en de begeleidingskosten worden vanuit verschillende bronnen gefinancierd. We krijgen nul cent subsidie op de exploitatie. Dat moet ik vaak uitleggen, want ons concept is vrij uniek.’ www.bakkerscafe.nl Greenfox herintroduceert garnalenpellerij Ondernemer Renzo Deurloo (41) weigert te spreken over ‘mensen met een beperking’, maar heeft het over ‘specialisten die goed zijn in repeterend werk’. Zes jaar terug startte hij Greenfox (energiezuinige verlichting), dat voor het uitvoerende werk enkel medewerkers van sociale werkplaatsen inschakelt. Eerste klus was het ombouwen van tl­armaturen tot zuinige lichtbakken. De werkzaamheden breidden zich razendsnel uit, net als het aantal medewerkers, dat inmiddels meer dan honderd bedraagt. Nieuwste loot aan de Greenfox­stam: … garnalen pellen! Dat ambacht was in de loop der jaren vertrokken naar Marokko. Franchise­zusje Greenfox België laat al twee jaar zien dat het werk net zo goed in Europa kan worden gedaan. Een deel van hun productie komt naar Nederland. Deurloo begon in Den Haag een pellerij waar binnenkort vijftig pel­specialisten aan de slag zijn, met financiering van Start Foundation en Fonds 1818. www.green-fox.nl Knorrepot: banen behouden ‘De samenwerking met Unilever is over. Maar we gaan op eigen kracht door en hebben door eigen acquisitie de werkgelegenheid van 45 kwetsbare mensen veilig weten te stellen.’ Aldus divisie directeur Paul van Wijk van de Tomingroep in Hilversum. De groep (1.240 SWmedewerkers, 44 miljoen euro omzet) werd begin dit jaar overvallen door het besluit van Unilever om verpakkings werk voor Knorr­soep naar Polen te verplaatsen. Daardoor dreigden 45 banen te ver dwijnen. Start Foundation protesteerde op Facebook met de actie Knorrepot tegen het feit dat Unilever zich als duurzaam presenteert (topman Paul Polman neemt op menig duurzaamheidslijstje een prominente plek in), maar zich weinig gelegen laat liggen aan duurzame arbeid. De Tomingroep werkte al 25 jaar voor de multinational. 4 Start Foundation – Baanbreker nr. 1 2016

50+ 50­plussers hebben het zwaar op de arbeidsmarkt. De Stichting 50+ Drechtsteden Werkt organiseerde, met steun van Start Foundation, een landelijke conferentie over dit thema, met een heus manifest tot slot. Meer dan dertig lokale initiatieven die 50­plussers actief naar werk helpen, bundelen de krachten onder de noemer 50+Power. Riet Duykers, voorzitter van 50+ Drechtsteden, hoopt dat nog veel meer van die zelforganisaties zich gaan aansluiten, en vraagt erkenning voor dit initiatief. ‘Het UWV krijgt jaarlijks 56 miljoen euro voor de trainingen van 50­plussers, maar het resultaat is mager. Wij leveren maatwerk en scoren tot wel 50 procent uitstroom.’ SIB in boekvorm ‘Social impact bonds. Van fenomeen naar praktijk’. Zo heet het boekje dat antwoord geeft op alles wat je altijd al wilde weten over social impact bonds (SIB’s), maar nooit durfde te vragen … De 90 pagina’s bieden zicht op dit nieuwe fenomeen, dat in de belangstelling staat bij overheid en sociale ondernemers. Hoe een SIB werkt, wordt uitgelegd aan de hand van twee cases. Stappen ­ plan, checklist en woorden lijst maken deze uitgave van Start Foundation compleet. Een gedrukt exemplaar is kosteloos aan te vragen via www.startfoundation.nl/sibboekje. Het boekje is daar ook te downloaden. Een 3D-gat in de markt 3D­printing is ‘booming business’. De techniek verfijnt per dag en ontwerpers ontdekken steeds meer toepassingen. De 3D­industrie schreeuwt om deskundige medewerkers, en daar speelt ondernemer Frank Houben op in met 3D Ambacht. Hij bedacht dat intelligente mensen met autisme ‘geknipt’ zijn voor dit werk vanwege hun vaak goede ruimtelijk inzicht en fascinatie voor technologie en software. Samen met de provincie Gelderland, Start Foundation en printbedrijven in de regio Arnhem startte Houben een nieuwe opleiding. Twaalf studenten volgen die. Praktijkmensen scholen hen in het 3D­printvak en helpen ze zo naar een baan in die sector. Amber van Hoek (26) droomt van een carrière als ontwerper van sieraden, lampen en vrije kunst. Dirk van der Made (52) wilde altijd al uitvinder worden. Hij bouwde een motortje dat draait op de hete lucht uit een koffiemok (foto 2) en een miniledlampje. Hulp nodig van Start Foundation? Start Foundation investeert in oplossingen en innovaties om mensen voor wie het hebben van een baan niet vanzelfsprekend is, te helpen aan werk te komen of hun baan te behouden. Denk aan ouderen, niet­ of laagopgeleide werknemers, werknemers met een beperking of getroebleerd verleden. Ook verstrekt de organisatie kapitaal aan bedrijven die deze medewerkers in dienst hebben of gaan nemen. Meer weten? Kijk bij innovaties of bedrijfskredieten op www.startfoundation.nl Start Foundation – Baanbreker nr. 1 2016 5

Omslagverhaal Eugène Sterken stelt het product voorop Ik wist meteen: dit wordt een succes Met de overname van een schoolmeubelenfabriek versterkte kantoorinrichter Koninklijke Ahrend NV zijn concurrentiepositie. En zorgde ervoor dat 190 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt hun baan konden behouden. Tekst: Rineke van Houten Foto’s: Guy Offerman Kosten en baten ‘Geweldig’, vond Eugène Sterken zowel het product als de werknemers bij zijn eerste bezoek. ‘De medewerkers zijn open en ontwapenend, trots op de prachtige meubels.’ De CEO van Koninklijke Ahrend NV wist meteen: ‘Hier kunnen we een succes van maken.’ Sterken en zijn team bevonden zich toen nog midden in de onderhandelingen over de overname van de schoolmeubelenfabriek in Arnhem, gespecialiseerd in de productie van meubilair voor primair en voortgezet onderwijs, een interessante markt voor Ahrend. Op zijn beurt was de eigenaar van de fabriek, Presikhaaf Bedrijven, op zoek naar een geschikte overnamekandidaat. Presikhaaf Bedrijven, in handen van elf gemeenten in Midden­Gelderland om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt te begeleiden naar een zo regulier mogelijke arbeidsplaats, lijdt al jaren verliezen door vermindering van subsidies. Presikhaaf Bedrijven wil terug naar de kerntaak: kwetsbare mensen naar werk leiden. Het runnen van een bedrijf hoort daar niet bij. ‘Wij willen geen ondernemersrisico meer’, legt manager bedrijfsvoering Ronald Bongers uit. ‘We zijn een overheidsorganisatie die de Wet sociale werkvoorziening uitvoert. Vragen of het design van een kastje of stoel of tafeltje moet worden aangepast, sluiten niet aan bij een arbeidsontwikkelingsbedrijf. Dus: schoenmaker, blijf bij je leest.’ Behoud van banen Bij Presikhaaf Schoolmeubelen werkten 240 mensen, van wie 190 via de Wet sociale werkvoorziening. Op de administratie, in de spuiterij, in de montage, op de lasserij en bij het transport. Sommigen reisden al jaren elke dag naar de fabriek op het industrieterrein aan de rand van Arnhem en vonden er voor het eerst van hun leven een stabiele werkomgeving. Een belangrijke eis voor de overname was dan ook dat niemand zijn baan zou verliezen. Daarnaast moest er een goede businesscase zijn. Bongers: ‘We wilden niet met een ondernemer zakendoen die na een half jaar constateert dat het niet werkt en de stekker eruit trekt.’ In 2013 toonde Koninklijke Ahrend interesse. Een veelbelovende marktpartij, omdat » Investering via Start Foundation Koninklijke Ahrend NV heeft voor de overname geïnvesteerd in vernieuwing van het machinepark met een ‘Mission Related Investment’ (MRI), een activiteit van Start Foundation. Een bijzondere bedrijfsfinanciering, bedoeld om bedrijven te ondersteunen die in de praktijk laten zien dat ze alle mensen kansen bieden. Ahrend maakt daar naast dankbaar gebruik van de kennis en het netwerk van Start Foundation. ‘Snel con tacten leggen met bijvoorbeeld de overheid kan soms echt belangrijk zijn’, is de ervaring van CEO Eugène Sterken. Meer weten –> Voor een MRI­financiering gelden verschillende criteria, zie www.startfoundation.nl 6 Start Foundation – Baanbreker nr. 1 2016

Eugène Sterken, CEO van Koninklijke Ahrend NV, hier met Anke Kuster en Tonny Vos van Presikhaaf Bedrijven. ‘De primaire reden van overname moet zijn dat je het product interessant vindt en kunt uitbouwen.’ Eugène Sterken Koninklijke Ahrend NV Start Foundation – Baanbreker nr. 1 2016 2016 7

Omslagverhaal Dat de nieuwe baas verstand heeft van schoolmeubilair, stemt positief een van de directieleden ervaring had met arbeidsgehandicapten bij een ander bedrijf. Op 1 juni 2015 was het zover. Presikhaaf Bedrijven en Koninklijke Ahrend NV sloten een veeljarige samenwerkingsovereenkomst. Ahrend richt zich met Presikhaaf Schoolmeubelen BV op de ontwikkeling, productie en verkoop van schoolmeubelen. Presikhaaf Bedrijven zorgt voor de detachering en begeleiding van de werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt. Alle SW­medewerkers blijven in dienst van Presikhaaf Bedrijven, die daarvoor een vergoeding ontvangt van Presikhaaf Schoolmeubelen BV. De overige werknemers staan op de loonlijst van Ahrend. Feestje Twee dagen na de ondertekening van het contract was er ‘s middags voor alle medewerkers een feestje in de kantine, met een uitgebreid buffet, voor iedereen een poloshirt in de huisstijl Samenwerken Van oudsher maatschappelijk Met de aanstelling van een nieuwe algemeen directeur en een nieuwe productiedirecteur, beiden met ervaring met arbeids gehandicapten, is een goede verbinding tussen de voormalige sociale werkplaats en het moederbedrijf geborgd. Het werken met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt past bij Ahrend als ‘een van oudsher maatschappelijk bedrijf’, zegt CEO Eugène Sterken. ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen zit in ons DNA.’ Ahrend ont wikkelde in 1994 al de eerste volledig recyclebare bureau stoel en is wereldwijd de enige cradle­to­cradlegecertificeerde inrichter. Goed geregeld ICT-netwerk Het ICT­netwerk moest van Presikhaaf na de overname worden ‘ontvlochten’. De werkleiding van Presikhaaf Schoolmeubelen gebruikte dat onder andere voor personeels zaken, zoals urenverantwoording en registreren van ontwikkel trajecten. ‘Dat kan nu niet meer, want wij kunnen geen mensen van buiten onze organisatie toegang bieden tot de personeelsdossiers’, zegt Wim Kruyswijk. ‘Toch moest de werkgever zaken over 190 gedetacheerde medewerkers, zoals de uren verantwoording, vanuit het systeem kunnen bijhouden. Dat wordt nu aangepast.’ 8 Start Foundation – Baanbreker nr. 1 2016

Hoe vinden jullie het om bij Koninklijke Ahrend te werken? Naam: Anke Kuster en Tonny Vos Functie: technisch medewerksters In dienst sinds: respectievelijk 2001 en 2006 Arbeidsbeperking: lichamelijke klachten ‘Wij hebben best een grote verantwoordelijkheid. Als er iets niet klopt aan een meubel, gaan we er achteraan of lossen we het zelf op.’ Tonny: ‘Ik kan ook afgekeurd thuis gaan zitten, maar dan zou ik mijn collega’s ontzettend missen.’ Anke: ‘Van dit werk word ik gelukkig. Thuis komen de muren op mij af.’ van het nieuwe bedrijf en de mogelijkheid een praatje te maken met de directie van Ahrend. ‘Dat gaf gelijk een goed gevoel’, zegt communicatieadviseur Presikhaaf Bedrijven Wim Kruyswijk. Het was niet voor het eerst dat Ahrend­gezichten zich in de kantine meldden. Gedurende het hele overnameproces is er door beide partijen bewust veel aandacht geweest voor de communicatie met de medewerkers. Sterken en zijn collega’s waren er meermalen om te praten met de mensen, op ‘kantinebijeenkomsten’ uit te leggen wat het doel van de overname was, en wat de plannen van Ahrend waren. Dat de nieuwe baas verstand heeft van schoolmeubilair en dat Presikhaaf blijft begeleiden, stemde positief. ‘Uiteindelijk’, zegt Wim Kruyswijk van Presikhaaf, ‘draagt iedereen trots de nieuwe hesjes van Ahrend.’ Begeleiding Dat Presikhaaf de medewerkers uit de sociale werkvoorziening blijft begeleiden, was een voorwaarde van Ahrend. Sterken: ‘Wij zijn daar niet voor opgeleid.’ In de overeenkomst is ook opgenomen dat er voldoende gekwalificeerde medewerkers uit de doelgroep beschikbaar zijn. Daar maakt Sterken zich wel zorgen over. ‘Alhoewel hier sprake is van privatisering, is er aan het wezen van het bedrijf zelf niets veranderd en houden de medewerkers hun SW­indicatie. Het is de taak van de overheid om dergelijke bedrijven ook in de toekomst te blijven stimuleren of belonen door hun een voorkeurspositie te geven.’ Schoolvoorbeeld Schaalvergroting, efficiency en verlaging van het ziekteverzuim zijn de plannen waarmee Ahrend de samenwerking is aangegaan. Presikhaaf heeft vertrouwen in de toekomst. ‘In elke situatie is het belangrijk om rendabel te zijn. We zouden zelf ook een efficiencyslag hebben moeten maken, maar ondernemen moet je nu eenmaal aan ondernemers overlaten’, merkt Wim Kruyswijk op. Eugène Sterken ziet het als de taak van Ahrend de SW’ers ‘een zo stabiel mogelijke werkstroom’ te bieden. Hij stelt zich voor dat in rustige perioden ander werk uit de NV naar Arnhem kan worden gebracht. ‘Een van de ideeën is om in het kader van de circulaire economie de retourstroom van meubelen via Presikhaaf te organiseren.’ Sterken vindt de strategische samenwerking een schoolvoorbeeld van hoe het bedrijfsleven de Participatiewet op grote schaal kan invullen. ‘De primaire reden van overname moet zijn dat je het product interessant vindt en kunt uitbouwen. Als dat het geval is, overwin je als ondernemer de hobbels.’ Overheid en beleid Tijd nemen De overname van Presikhaaf Schoolmeubelen door Ahrend was feitelijk een privatisering: en dat kost tijd, zo hebben beide partijen ervaren. De gesprekken hebben achttien maanden geduurd, onder meer door het besluitvormingsproces bij de elf aandeelhoudende gemeenten. Sommige waren bang dat Ahrend het bedrijf na de overname snel zou afbouwen. ‘Je moet je in zo’n proces niet laten afschrikken door de politiek, die weerbarstig kan zijn’, adviseert Eugène Sterken van Ahrend. ‘Neem voldoende de tijd, formuleer je standpunten helder en zorg ervoor dat je met beslissers aan tafel zit. Dan kom je er wel.’ Start Foundation – Baanbreker nr. 1 2016 9 »

Overheid en beleid De stelling –> Laagbegaafde jongeren extra kwetsbaar door sluiten sociale werkvoorziening Tekst: Christine Lucassen Illustratie: Idris van Heffen Sociale werkvoorzieningen nemen geen nieuwe werknemers meer aan. Voorheen kregen laagbegaafde jongeren na het speciaal onderwijs vaak een ‘beschermde’ baan bij een sociale werkvoorziening aangeboden. Dat kan niet meer. Maakt dat deze groep extra kwetsbaar? Individualiseren Jan Klienbannink, beleidsadviseur werk en inkomen gemeente Súdwest­Fryslân ‘Voorheen konden deze jongeren stages doen of een opleiding volgen met behoud van inkomsten. Nu moeten ze voldoen aan de Participatiewet, die de gemeente uitvoert. De wet is dermate stringent dat niet iedereen erin past. Individuele aanpak is dus essentieel. De gemeente kan de schade beperken door eigen beleid te voeren, door de jongere op te vangen al voor hij 18 wordt. Daar is nauw contact met de school die de jongere goed kent, voor nodig, en overleg met het UWV. De gemeente kan ook creatief omgaan met de zoekperiode van vier weken. Maar dat alles kost geld en capaciteit. Die zijn niet bij alle ruim 400 gemeenten aanwezig.’ Zet Harrie in Robin de Rooij, voorzitter werkgroep Participatie, Jongeren met een arbeidsbeperking, CNV Jongeren ‘Dat laagbegaafde jongeren niet meer kunnen instromen in een beschermde baan van een sociale werkvoorziening, maakt ze extra kwetsbaar. Dus moeten we omdenken. Deze jongeren verdienen een plek op de werkvloer. Alles staat of valt met begeleiding. CNV Jongeren heeft daarom met Vilans een methodiek ontwikkeld. De ‘Harrie’: kort voor Hulpvaardig, Alert, Realistisch, Rustig, Instruerend en Eerlijk, zie www.ikbenharrie.nl. Harrie is de ideale collega­werknemer die deze jongeren begeleidt en draagvlak creëert onder collega’s. Als gemeenten zich hier hard voor maken, bijvoorbeeld door werkgevers het belang van begeleiding op de werkvloer te laten inzien en dit te faciliteren, hoeft het wegvallen van beschermd werk geen extra kwetsbare positie van laagbegaafde jongeren op te leveren.’ 10 Start Foundation – Baanbreker nr. 1 2016

Extra kansen Bert van Boggelen, kwartiermaker De Normaalste Zaak ‘Ik denk niet dat het sluiten van de sociale werkvoorzieningen jongeren extra kwetsbaar maakt. Het biedt de jongeren eerder extra kansen. Iedereen heeft een talent, een specialiteit, mogelijkheden, ook jongeren met een licht verstandelijke beperking. Het oude spoor van de sociale werkvoorziening en de hele business eromheen is gericht op beschermen en pamperen, niet op ontwikkelen. Als deze jongeren bij een werkgever aan de slag gaan, worden hun mogelijkheden wél benut. Ze kunnen bijvoorbeeld vaak langdurig geconcentreerd werken. Zo werkt een zojuist in Den Haag begonnen garnalenpelbedrijf maar al te graag met deze groep. En voor de jongeren is het fijn om waardering te krijgen voor hun werk.’ Een nieuwe orde Gerard Berkelmans, eigenaar Intratuin Rosmalen en Intratuin Tilburg ‘Er werd altijd goed voor deze groep gezorgd en wij, als werkgevers, hoefden ons er niet mee te bemoeien. Maar ze zaten wel een beetje in een isolement. Het bedrijfsleven wordt nu wakker. Ik zie op veel fronten groeiende belangstelling voor het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid. In de praktijk worden we ook steeds handiger. 5% tot 10% van mijn medewerkers heeft een afstand tot de arbeidsmarkt. Uitpakken, schoonmaken, planten verzorgen: ze draaien gewoon mee. Als mens geeft dat een goed gevoel. Deze groep heeft wel extra aandacht nodig, wat door de looncompensatie enigszins gecompenseerd wordt. Onze klanten komen niet omdat we zo sociaal zijn, maar als je ze een omgeving biedt met mensen uit de hele maatschappij, waarderen ze dat wel. Ik heb er echt vertrouwen in dat het goed gaat, ook met deze groep.’ Volgende keer De stelling in het volgende nummer van Baanbreker: ‘Medewerkers vaak onvoldoende voorbereid op collega’s met afstand tot arbeidsmarkt’ Steeds meer bedrijven en organisaties zetten mensen met een afstand tot de arbeids markt in om te voldoen aan de Participatiewet. Tot 2026 moeten er 125.000 extra banen komen voor mensen met een arbeidsbeperking. Deze mensen hebben vaak veel begeleiding nodig. Zijn de huidige werknemers wel klaar voor hun nieuwe collega’s? Reageren op deze stelling? Mail naar: baanbreker@startfoundation.nl Start Foundation – Baanbreker nr. 1 2016 11

Samen werken Je moet controleren maar ook vertrouwen geven Melkveehouder Alle Hoekstra is blij met de hulp van Wajonger Nammen Zwart. ‘Toen we samen een kalf levend afhaalden, terwijl het moeilijk ging, gaven we elkaar een high fi ve.’ 12 Start Foundation – Baanbreker nr. 1 2016

Meer weten –> Voor meer informatie over het project Werkboeren zie www.stichting-pjs.nl/ projecten/werkboeren Nieuwe functie: trekkerrijder Het boerenbedrijf kent veel terugkerende taken. Dat kan banen opleveren voor jongeren met een arbeidsbeperking. Project ‘Werkboeren’ doet de praktijktest. Tekst: Anka van Voorthuijsen Foto’s: Ronald Zijlstra Nammen Zwart (18 jaar) tilt zonder problemen een kalfje uit de eenlingbox en draagt het naar een ander hok. Hij klimt met groot gemak en zonder ladder tegen de metershoge berg kuilgras op, om het dekzeil bovenop weg te trekken. ‘Hij is sterker dan ik’, zegt Alle Hoekstra (52 jaar). ‘Daar heb ik veel gemak van.’ Hoekstra heeft een melkveehouderij met honderd koeien en zestig hectare land in Sumar, een dorp in het noordoosten van Friesland. ‘Om dat allemaal rond te krijgen, heb ik wel hulp nodig.’ Hoekstra: ‘Als je pinken (eenjarige koeien, red.) moet verweiden: dat gaat gewoon makkelijker als je met z’n tweeën bent. Ook als je de koeien een pil of drankje moet geven, ben je met twee meer mans.’ Loonwerkers inschakelen is kostbaar, dus werkt Hoekstra graag met stagiaires van landbouwopleidingen. Toen hij de vraag kreeg of hij ook een Wajonger in zijn bedrijf zou kunnen gebruiken, zag hij daar wel heil in. Hoekstra: ‘Ik heb een medewerker voor 7,5 uur, maar ik kan wel extra hulp gebruiken.’ Certificaten In Friesland en Noord­Holland is het project ‘Werkboeren’ gestart. Jongeren met afstand tot de arbeidsmarkt kunnen op een agrarisch bedrijf certificaten halen voor bepaalde, afgebakende taken. Het initiatief van meerdere partijen (zie kader) is nog een pilot, omdat moet blijken of het een goede manier is om nieuwe functies te maken voor bepaalde groepen jongeren met afstand tot de arbeidsmarkt. Melkveehouder Louw Schevel uit het Friese Suawoude doet mee aan Werkboeren en begeleidt sinds kort Evert. ‘Evert vindt » Initiatief Werkboeren Werkboeren is een bijzondere samenwerking tussen ver schillende partijen: Plattelands Jongeren Service, AB Vakwerk (coöperatie van boeren/ detacheerder), het UWV, Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven en Start Foundation. Frederique Gustings van Start Foundation: ‘We willen kijken of er in het agrarische werk specifieke taken in de lagere loonschalen zijn die je eruit kunt halen. Zodat je nieuwe functies creëert voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt die op die manier aan hun loopbaan kunnen bouwen.’ Start Foundation – Baanbreker nr. 1 2016 13

Samen werken Welk werk ligt jou het best? Naam: Nammen Zwart Functie: medewerker melkveebedrijf In dienst sinds: augustus 2014 Arbeidsbeperking: Wajonger ‘Ik leer hier nog elke dag. Domme vragen bestaan niet, zegt Alle. Bij een koe van binnen voelen of ze drachtig is, dat is niet mijn ding. Ik ben erg bang dat ik van binnen iets stuk maak. Op de trekker rijden vind ik het leukst. Ik hoop dat ik ooit aan de slag kan als loonwerker.’ regelmaat prettig. Elke dag de koeien naar de melkput brengen, schoon zaagsel in de boxen. Maar als hij een musje ziet vliegen, is hij snel afgeleid. Ik hoop dat hij over een tijd zelfstandig een aantal taken kan uitvoeren.’ Volgens Auke de Jong van Plattelands Jongeren Service, een van de initiatiefnemers van Werkboeren, is het boerenbedrijf bij uitstek een plek om ervaring op te doen voor jongeren met een arbeidshandicap. ‘Op een boerderij zijn er Met z’n tweeën ben je meer mans werkzaamheden op veel verschillende niveaus. Maar ook de schaalgrootte sluit goed aan, want er is sprake van een klein sociaal netwerk, een gezin. En er is veel terugkerend werk.’ Vertrouwen geven Nammen heeft geen agrarische opleiding, dus Hoekstra leidt hem op. ‘Trekker rijden, de melkmachine bedienen, wiersen (het gemaaide gras in rijen leggen, red.). Je moet geduld hebben en opletten, zeker in het begin: wat kan er gebeuren, waarom snapt iemand iets niet. Je moet controleren, maar ook ruimte en vertrouwen geven.’ Nammen en Hoekstra hebben ‘een klik’, zeggen ze. Hoekstra: ‘Ik ben een voorzichtige man. Hij neemt dat over, is ook voorzichtig met de dieren en werktuigen.’ Nammen: ‘Hij legt alles rustig uit. Als ik het niet snap, vertelt hij het nog een keer.’ Hoekstra: ‘Ik ben niet heel technisch, Nammen wel. Laatst knapte er een arm van de harkmachine af, dan verricht Nammen een ‘spoedoperatie’ en kunnen we door.’ Trekker rijden Nammen vindt vooral trekker rijden leuk, en dat ligt ‘m ook het best, merkt Hoekstra. ‘Hij is wat minder sterk als er iets afwijkt van het normale. Hij weet niet hoe hij daar dan mee om moet gaan. En het lukt hem niet altijd om zich te concentreren. Of hij zelfstandig zou kunnen melken, weet ik nog niet. Maar Nammen is wel erg betrokken. Toen we samen een kalf levend afhaalden, terwijl het moeilijk ging, was dat voor ons allebei een kick en gaven we elkaar een high five. Als het inkuilen nét klaar is voor de regen begint, dan is hij óók blij. Dat is mooi, dat je dat kunt delen.’ Deelcertificaat ‘We gebruiken de infrastructuur van het werkend leren zoals die in het praktijkonderwijs (mbo) bestaat’, zegt beleidsadviseur Will Seignette namens Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. ‘Alleen komen jongeren nu niet vanuit school, maar vanuit een uitkering. Het deelcertificaat werkt hier hetzelfde als in een ander erkend leerbedrijf. Bij werkboeren gaat het ook om geselecteerde werkprocessen.’ De boer krijgt een training van één dag, en er is begeleiding. Als na een proefplaatsing van twee maanden ­ waarbij de jongere z’n uitkering houdt ­ blijkt dat er een goede ‘match’ is, regelt AB Vakwerk als werkgever een halfjaarcontract. 14 Start Foundation – Baanbreker nr. 1 2016 »

Samen werken Toppers ‘Lars is een duizendpoot’ Naam: Fabian Leijten (29) Functie: directeur van SlimInICT en Flaxe ‘Lars kwam als een onzekere stagiair binnen. Hij stelde zich te bescheiden op. In het begin hebben we dus nogal moeten bijsturen. Maar we zagen dat hij kwaliteiten heeft. Lars is stipt, nauwkeurig, vastbesloten en correct in de omgang. We werken hier in kleine groepen en geven veel persoonlijke coaching. Dat deed Lars goed. Je moet hem niet in een rol persen, maar laten zien dat er meer wegen naar Rome leiden. We merkten dat hij een duizendpoot is en breed inzetbaar. Zijn talenten liggen in de communicatie, marketing en in de contacten met klanten. Wij kunnen die vaardigheden goed gebruiken. Daarom gaan we zijn stage omzetten in een betaalde baan. Kan hij eindelijk het diploma HBO Commerciële Economie halen.’ Verder lezen –> Tekst: Hans Horsten Foto: Hans Gerritsen Een uitgebreide versie van dit artikel is te lezen op www.startfoundation.nl/toppers Start Foundation – Baanbreker nr. 1 2016 15 Fabian Leijten gunde Lars Morcinkowski, die ADD heeft, een stage en wil hem nu in vaste dienst nemen. Na vele negatieve ervaringen in het onderwijs en bij bedrijven ging bij Morcinkowski de knop om. ‘Ik heb geleerd mezelf te corrigeren.’ ‘Ik ben niet meer onzeker’ Naam: Lars Morcinkowski (30) Functie: medewerker communicatie en marketing ‘Ik heb slapeloze nachten gehad voordat ik hier begon. Zou ik het wel kunnen? Vanwege ADD heb ik een Wajong­uitkering en bij dat woord haken werkgevers meteen af. Bij andere stagebedrijven kreeg ik eentonig werk onder mijn niveau. Dan haakte ik af. Hier was alles anders, ik had meteen een familiegevoel. Ik kreeg gevarieerde taken. Dat maakt het werk leuk, ik kan mijn creativiteit kwijt. Ook heb ik geleerd mezelf te corrigeren en over mijn angst heen te komen dat ik het verkeerd doe. Duidelijkheid is daarvoor belangrijk. Als je het even niet weet, helpen ze je de goede weg op. Ik ben vooral trots dat ik niet meer zo onzeker ben en dat ik mijn kwaliteiten kan waarmaken.’

Kosten en baten Verder lezen –> Gevoel is goed, focus is beter Sociaal ondernemers hebben vaak een enorme drive. Maar een onderneming heeft ook structuur nodig. Priscilla de Graef van PwC deed onderzoek en legde de succesfactoren van sociale ondernemingen bloot. ‘De professionaliteit moet groeien.’ Tekst: Marjan Agerbeek/Moneypenny Producties Foto: Jan Reinier van der Vliet Het rapport ‘Succesfactoren van een sociale onderneming’ is op te vragen bij PwC. Ga naar www.pwc.nl en kijk onder ‘Alle publicaties’. Het rapport is aanvullend op het onderzoek Passie en Poen van Start Foundation, te downloaden via www.startfoundation.nl Een sociaal ondernemer is een mens met een groot hart die vaak op gevoel werkt. Daar is niets mis mee. Maar het onderzoek van Priscilla de Graef en haar team maakt duidelijk dat sociaal ondernemers succesvoller zijn als zij systematisch nadenken over de opzet en groeikansen van hun bedrijf. Dat is een hoopgevende uitkomst: beter sociaal ondernemen kán. Maar hoe? Na analyse van ruim driehonderd zeer uitgebreide enquêtes onder sociaal ondernemers kon De Graef vaststellen dat ‘succes’ niet simpelweg een kwestie is van meer winst. ‘Geld is wel belangrijk, maar het gaat ook om geloofwaardigheid. Heeft de klant vertrouwen in de kwaliteit die jouw bedrijf levert en dat je sociaal werkt? Daarnaast is de impact van het bedrijf belangrijk, zeg maar het sociaal succes.’ Met die drie succesfactoren in de hand heeft De Graef gekeken welke sociale bedrijven succesvol zijn en hoe zij dat doen. Dat bleek per levensfase te verschillen. Karakter Startende sociale ondernemingen, zeg maar met een levensduur tussen de nul Succes is meer dan simpelweg veel winst en drie jaar, kunnen succes boeken als ze systematisch op zoek gaan naar klanten en zakelijke relaties en die aan zich binden. Daarnaast is het belangrijk dat één persoon in de onder neming de knopen doorhakt. Dat klinkt nogal logisch, maar dat is het niet volgens De Graef. ‘Je ziet dat deze ondernemers initiatieven ontplooien op alles wat ze op hun ondernemerspad tegenkomen en hun goed lijkt voor hun bedrijf. Dat gaat dus op gevoel. Structuur aanbrengen en keuzes maken in het werk of in de onderneming staan vaak haaks op hun karakter.’ Groeiende ondernemingen die tussen de drie en tien jaar bestaan, hebben te maken met een stijging van het aantal medewerkers en een uitbreiding van de klantenkring. Maar de bedrijfsorganisatie is net als toen het bedrijf startte, organisch, dus zonder veel structuur en duidelijke lijnen, zo blijkt uit het onderzoek. De Graef: ‘De ondernemer moet in dit stadium gefocust zijn op de wensen van de klant. Wat zoeken 16 Start Foundation – Baanbreker nr. 1 2016

Priscilla de Graef Priscilla de Graef is manager Consulting bij PwC. Ze werkt voor internationale commerciële bedrijven en houdt zich daarnaast bezig met de professionalisering van sociale ondernemingen. Vandaar dat zij samen met Nyenrode Business Universiteit en Social Enterprise NL onderzoek heeft gedaan naar kansen en belemmeringen van sociale ondernemingen. ze, en welk profiel van de onderneming hoort daarbij? Voor de een zal dat het sociale karakter van de onderneming zijn, terwijl het een ander om kwaliteit gaat. Daar moet de ondernemer met sales en marketing op inspelen.’ De groeiende onderneming moet ook leren om hogere prijzen voor producten of diensten te vragen. Een sociale onder neming is nu eenmaal duurder dan een ‘gewone’, en concurreren op prijs kan dus vaak niet. Dat betekent dat de klant voortdurend overtuigd moet worden van de waarde van het product of de dienst. Het komt erop neer dat een ondernemer met een groeiend bedrijf zorg moeten dragen voor continue geloofwaardigheid, aldus De Graef. ‘Hij moet een visie ont wikkelen op zijn onderneming die zo hanteerbaar is, dat medewerkers haar kunnen uitvoeren.’ Volwassen sociale ondernemingen, en daar zijn er nog niet veel van, ontdekte De Graef, lijken eigenlijk nog steeds veel op start­ups en groeiers als het gaat om oriëntatie en bedrijfsstructuur. Een belangrijk knelpunt ligt in de beloning van medewerkers. Goede beloning Sociaal ondernemers zijn eraan gewend dat personeel weinig kost. Voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt zijn er immers subsidiepotjes die de loon kosten drukken. Maar een volwassen onder neming heeft deskundige mensen nodig, en die hebben niet altijd een arbeidshandicap. De Graef: ‘Er moeten afdelingen worden gerund en complex administratief werk worden gedaan. Daar heb je mensen voor nodig met ervaring en de juiste vaardigheden. Als je die aan je onderneming wilt binden, moet je hun een goede beloning bieden. En daar hebben sociaal ondernemers vaak moeite mee.’ Personeelsbeleid is ook nodig om medewerkers die al lang bij de onderneming werken, binnen het bedrijf te houden. Ze moeten wennen aan andere werkwijzen en langere hiërarchische lijnen. De Graef: ‘Dus je moet meer geld steken in opleiding. En als het niet anders kan, moet je bereid zijn afscheid te nemen van medewerkers.’ Het ‘boodschappenlijstje’ met verbeteringen van sociale onder nemingen is makkelijker geschreven dan uitgevoerd, zo geeft het onderzoeks team ruimhartig toe. Daarom is het belangrijk te weten dat sociale ondernemingen al een enorme professionaliseringsslag hebben doorgemaakt. Want sociaal ondernemen is niet iets van deze tijd. Het heette vroeger alleen anders. Start Foundation – Baanbreker nr. 1 2016 17

Kosten en baten Pienter met poen Besparen op werving Tekst: Marjan Agerbeek/Moneypenny Producties Illustratie: Idris van Heffen Nieuw personeel werven is een kostbare aangelegenheid. Zeker als het om moeilijk vindbare medewerkers gaat, zoals mensen met een arbeidshandicap. Sociale media bieden uitkomst. Personeel werven is duur. Dan gaat het niet alleen om het plaatsen van advertenties, maar ook om de tijd die het kost om wervende teksten op te stellen, brieven te lezen en sollicitatiegesprekken te houden. En als dat te weinig oplevert, bijvoorbeeld omdat je iemand zoekt met moeilijk vindbare, specifieke kenmerken, zoals een arbeidsbeperking, lopen de kosten nog verder op. Dat kan ook anders. Steeds meer bedrijven hebben positieve ervaringen met het gebruik van Facebook, Twitter of LinkedIn. Zo meldde het Amsterdamse VUmc al in 2010 een besparing van 1 miljoen euro door de inzet van sociale media bij personeels werving. Intussen zijn er ook sociale ondernemingen die goede ervaringen hebben opgedaan. Taxi Electric, het eerste taxibedrijf met uitsluitend elektrische auto’s, werft succesvol oudere chauffeurs met behulp van Facebook, een groep die op andere wijze moeilijk te vinden is. Young Up, een stichting die kansarme jongeren klaarstoomt voor de arbeidsmarkt, zocht deelnemers voor een project via Facebook en liet meteen weten een trainer voor dit project te zoeken. Resultaat: er meldden zich meer deelnemers aan dan er plaatsen waren, en ook de gezochte trainer klopte op de deur. Dwight Krolis van Young Up: ‘Werving via sociale media kan veel opleveren en het is goedkoop als je niet hoeft te adverteren. Maar het kost wel tijd, zeker in het begin. Je moet dingen uitproberen, kijken wat er bij jou en je doelgroep past, zien hoe je je netwerk voor jou in beweging kunt krijgen. Maar als je even doorbijt, krijg je er veel voor terug.’ Video’s De tijdinvestering die het gebruik van sociale media in het begin vraagt, zit vooral in het binden van doelgroepen. Sociale media werken op basis van tweerichtingsverkeer. Dat betekent dat je in gesprek moet gaan met anderen, de gelegenheid moet bieden om kennis te maken met je bedrijf, de werkcultuur en de mensen die er werken. Denk aan nieuws uit het bedrijf of de branche, sollicitatietips, of video’s waarop medewerkers vertellen hoe het is om bij het bedrijf te werken. Zo bouw je aan een netwerk gebaseerd op vertrouwen. Als dat vertrouwen er eenmaal is, zullen potentiële werknemers het snel aandurven op vacatures te reageren. 18 Start Foundation – Baanbreker nr. 1 2016

Samen werken Vijf vragen 1. Wat doet u voor mensen met een arbeids beperking? ‘De basis is dat wij geloven in kansen voor iedereen. Vanuit die visie sloten wij in 2014 een convenant met het UWV voor de instroom van Wajongers binnen onze organisatie. Maar ook WW’ers, bijstandsgerechtigden en 56­plussers geven wij een kans. Zo is onlangs een groep van tien nieuwe medewerkers van Talent4Hospitality gestart met de mbo­opleiding Medewerker Schoonmaak. Deze opleiding maakt deel uit van een eenjarig leer­werktraject, waarbij kandidaten die moeite hebben met het betreden van de arbeidsmarkt, een baan en een opleiding in de facilitaire branche krijgen. Daarmee geven we ze dus ook een toekomst.’ 2. ‘Ik krijg energie van iemand die graag wil’ Maaike Ligtenstein is HR­directeur bij EW Facility Services (schoonmaken en meer). Boven op de 3.500 medewerkers neemt het bedrijf jaarlijks minimaal 75 Wajongers in dienst. Tekst: Ton van der Vliet Foto: Jan Reinier van der Vliet Wat is uw drijfveer om zich voor deze mensen in te zetten? ‘Iedereen heeft een talent! Dat verplicht in mijn ogen elke organisatie om mensen die bereid zijn te werken, daartoe in staat zijn én ook passen binnen dat bedrijf, een plek te bieden. Dat is mijn professionele drijfveer. Mijn persoonlijke drijfveer is dat mijn zusje een Wajonger is.’ 3. Zijn er ondernemers die u bewondert? ‘Ik heb eerlijk gezegd niet zoveel met voorbeelden. Ik kijk vooral hoe mensen in het leven staan, los van het feit of ze wel of geen ondernemer zijn.’ 4. Bent u inclusief ondernemen nooit eens zat? ‘Nee, nooit! Ik raak wél gefrustreerd van iemand die alle mogelijkheden heeft, maar geen zin heeft een volgende stap te maken. Daarentegen krijg ik juist heel veel energie van iemand die heel graag wil, wellicht beperkingen heeft, maar de drive en wilskracht toont om zijn doel toch te bereiken.’ 5. Wat doet u als u niet bezig bent met ondernemen? ‘Ik zwem en ben graag buiten, maar de meeste ontspanning haal ik uit mensen in mijn omgeving. Lekker eten en drinken is een hobby. Mijn man kan goed koken, ik ben een goede hulp, en als we dan met vrienden aan tafel mooie gesprekken kunnen voeren, dan ben ik helemaal in mijn element.’ De Normaalste Zaak EW Facility Services is aangesloten bij De Normaalste Zaak, een mede door Start Foundation geïnitieerd netwerk van ondernemers die het ‘de normaalste zaak’ vinden dat iedereen de kans krijgt om naar ver mogen deel te nemen aan de arbeidsmarkt. Meer informatie: www.denormaalstezaak.nl Start Foundation – Baanbreker nr. 1 2016 19

Goed geregeld Meer weten –> Meer informatie over Rollecate Technisch Opleidingscentrum op www.rollecate.nl Bedrijfsopleiding op maat De bedrijfsschool van kozijnenfabrikant Rollecate levert al jaren goed opgeleide medewerkers met een arbeidshandicap aan andere bedrijven. Door de crisis zakte de belangstelling echter in. Nu het weer beter gaat, hoopt Rollecate het tij te keren. Tekst: Rineke van Houten Foto’s: Fred van Diem Een jaar of zes geleden, de crisis in de bouw had zich nog niet aangediend, kon Panelen Holland BV in Oosterwolde geen geschikte metaalbewerkers vinden. Te weinig aanbod en onvoldoende niveau. Rollecate, een oud familie bedrijf in Staphorst met een bedrijfsopleiding, schoot te hulp. Inmiddels staat er aan de machines voor het plaat­ en zetwerk altijd wel een leerling van het Technisch Opleidingscentrum van Rollecate. ‘De bedrijfsschool levert jongens die deels zelfstandig aan het werk kunnen, dat is ideaal’, zegt directeur Harjan Winter van Panelen Holland BV. ‘Zij kunnen gewoon meedraaien, weten wat een knipschaar of een zetbank is.’ De bedrijfsschool van Rollecate, fabrikant van vooral aluminium kozijnen, gevels en puien, bestaat sinds 1996. De metaalbewerkers in spe krijgen twee dagen per week les, een dag theorie en een dag praktijk, en gaan de rest van de week op stage. In het eigen bedrijf of gedetacheerd bij een ander bedrijf in de regio. Na twee jaar zijn ze klaar en hebben de meesten een landelijk erkend diploma op MBO2­niveau. Vak apart ‘Mijn vader deed het al aan de keukentafel’, glimlacht directeur Diederik Roo. ‘Jongens ‘s avonds en in het weekeinde uitleggen hoe je een tekening moet lezen en werk moet voorbereiden. Als je van school komt, weet je dat allemaal niet, en bovendien is het werken aan ramen en gevels echt een vak apart.’ Hij vindt het belangrijk dat de leerlingen ook werk discipline aanleren. ‘Om acht uur beginnen is niet om acht uur binnenkomen, maar om Verbreding draagvlak » Start Foundation heeft een driejarige samenwerking met Rollecate gesloten om de continuïteit van de bedrijfsschool te waarborgen. Daarnaast worden met steun van Start Foundation de mogelijkheden van de bedrijfsschool onderzocht. Een van de opties is verbreding van het draagvlak door samenwerking van bedrijven in de regio, waar veel kleine en middelgrote metaal bedrijven zijn gevestigd. Directeur Diederik Roo: ‘Samen goede vakkrachten opleiden, zodat je product beter wordt. Het lijkt mij fantastisch!’ 20 Start Foundation – Baanbreker nr. 1 2016

Als werkgever kun je bijdragen aan het geluk van anderen Op de bedrijfsschool van Rollecate leren de medewerkers een vak, maar ook werkdiscipline. Start Foundation – Baanbreker nr. 1 2016 21

Goed geregeld acht uur aan de machine staan. En als het werk niet af is, blijf je maar wat langer. Afspraken zijn afspraken en planning is planning. Dat soort zaken leer je niet op een gewone school, maar zijn voor een bedrijf wel belangrijk.’ Rugzakje De meeste leerlingen hebben ‘een rugzakje’: het zijn bijvoorbeeld Wajongers of ze hebben een bijstandsuitkering. Andere komen van het vmbo of braken een andere opleiding voortijdig af. Roo Werk niet af? Dan blijf je maar wat langer ervaart dat het soms lastig is de eerste groep in een ander bedrijf op een leerplek te plaatsen. ‘Dat is jammer, want juist zij zijn vaak heel gemotiveerd en loyaal.’ Soms is het rugzakje te zwaar. ‘Ook wij hebben onze grenzen. We blijven gewoon een bedrijf en kunnen iemand met grote problemen niet begeleiden. Maar de succesvolle voorbeelden bewijzen dat je als werkgever een waardevolle bijdrage kunt leveren aan een gelukkiger leven van anderen.’ Bij Panelen Holland BV in Oosterwolde zijn metaalbewerkers ‘met een rugzakje’ van harte welkom. Het bedrijf is zelf MVO­gecertificeerd en heeft dus expliciet een missie op dat gebied. Van toegevoegde waarde is voor directeur Winter ook dat het opleidingscentrum van Rollecate maatwerk kan bieden. ‘Wij geven bij de leerkrachten aan welke specifieke vaardigheden wij van de jongens vragen. Daar schenken ze vervolgens extra aandacht aan. Wij hebben geen hoogopgeleide metaalbewerkers nodig, wel goed opgeleide. En daarin voorziet het reguliere onderwijs helaas niet altijd.’ Een van de nieuwste leerbedrijven voor leerlingen van Rollecate is Brink Climate Systems, dat in augustus een getalenteerde kandidaat koos uit vier gegadigden. ‘Wij hebben een vergrijzende groep medewerkers en zijn op zoek naar jonge krachten’, verduidelijkt Arco Biesheuvel, Manager Operations. ‘Binnen de afdeling Productie hebben wij een groep Speciaal Werk. Uit dunne plaat worden zonder een volledig uitgewerkte tekening unieke luchtkanalen gemaakt. Daar zijn vakmensen voor nodig.’ Ook Brink Climate Systems zet de deuren open voor ‘jongens die misschien moeilijk passen in een maatschappelijke omgeving, maar wel een vak willen leren’. Biesheuvel: ‘Die kans bieden we graag.’ Vluchtelingen In samenwerking met VluchtelingenWerk Nederland haalde Rollecate nieuwe Nederlanders naar het Rollecate Opleidingscentrum. Na een paar maanden les in de Nederlandse taal kregen de besten een leer­arbeidsovereenkomst aangeboden op de bedrijfsschool. Directeur Diederik Roo: ‘Als een leerling vertelt hoe hij hier ooit kwam en nu een diploma heeft gehaald en een baan bij Rollecate heeft, is dat wel mooi, hoor. Daar krijg ik echt kippenvel van.’ Rollecate bekijkt of de samenwerking met VluchtelingenWerk, beëindigd tijdens de crisis in de bouw, weer kan worden opgepakt nu er nieuwe stromen vluchtelingen naar Nederland komen. Gaat het goed met je opleiding bij Rollecate? Naam: Saad Kenaan (26) Functie: leerling­metaalbewerker In dienst sinds: februari 2014 Arbeidsbeperking: uit de bijstand ‘Ik zat in de bijstand toen ik bij Rollecate aan de slag kon als leerlingmetaalbewerker. Precies wat ik zocht: werken met mijn handen en in de techniek. Het gaat zo goed dat ik versneld leer voor niveau­4. Je bent voor bedrijven snel te oud, Rollecate kijkt meer naar de potentie, niet naar leeftijd. Die kans heb ik aangegrepen.’ 22 Start Foundation – Baanbreker nr. 1 2016 »

Lieve Sahar, –> Nu er zoveel vluchtelingen ons land binnenkomen, wil ik als werk gever best een vluchteling in dienst nemen. Wat zijn de formele regels waaraan je je moet houden en op welke andere dingen moet ik nog letten? Hans K. te M. Beste Hans, Vluchtelingen die naar Nederland komen en een asielvergunning krijgen, mogen, net als iedere Nederlander, gewoon werken. Op de verblijfpas die elke vluchteling of vreemdeling bij zich heeft, moet dan staan: ‘tewerkstellingsvergunning niet vereist; arbeid vrij toegestaan’. Als je daar meer over wilt weten, kun je op www.vluchtelingenwerk.nl een handreiking voor werkgevers downloaden. Uiteraard zijn er nog andere zaken van belang als je een vluchteling in dienst wilt nemen. Het taalniveau van de vluchteling vereist meestal wel wat extra investering. Het diploma in het land van herkomst is vaak niet gelijkgeschakeld met het diploma hier. En de doorsneevluchteling is ook niet zo goed bekend met de arbeidsmarkt in Nederland en de gewoontes op de werkvloer. Houd daar dus rekening mee en informeer je personeel daarover. Daar staat tegenover dat deze mensen vaak zeer gemotiveerd zijn. Zo hebben mijn ouders, die hier ook als vluchteling samen met mijn zusje en mij kwamen, eerst gewerkt als metaalarbeider en schoonmaakster. Terwijl mijn moeder in Afghanistan gynaecologe was en mijn vader er ook arts was. Momenteel werken beiden als verpleegkundigen. Zij hebben hier nooit een uitkering gekregen. Vluchtelingen zijn vaak simpelweg te trots om werkloos te zijn. Klagen niet of nauwelijks en zeggen zelden nee. De motivatie om hier een toekomst op te bouwen en hun kinderen een veiligere en betere toekomst te geven, is allesbepalend. Kortom, ik ben ervan overtuigd dat je investering in een vluchteling zich dik zal terugbetalen. Veel succes. Lieve groeten, Sahar Ook een vraag? Sahar Mokamel werkt sinds 2011 bij Start Foundation. Heeft u een vraag aan Start Foundation? Mail naar baanbreker@startfoundation.nl en u krijgt zo spoedig mogelijk antwoord. Start Foundation – Baanbreker nr. 1 2016 23

Niet te geloven! Overheid en beleid Hersteld van kanker, geen werk Tekst: Marjan Agerbeek Illustratie: Idris van Heffen Isabelle Lebrocquy zou een vaste baan krijgen, maar kreeg darmkanker. Haar werkgever durfde het niet meer met haar aan. Isabelle Lebrocquy werkte bijna een half jaar als afdelingshoofd bij een groot bedrijf en gaf leiding aan 22 mensen. Tot volle tevredenheid van directeur en afdeling, zo bleek toen haar tijdelijke contract bijna was afgelopen. Om een huis te kunnen kopen, had ze een verklaring nodig dat ze vast in dienst zou komen. En die kreeg ze. Twee weken voordat haar vaste contract zou ingaan, het was half augustus, werd Isabelle ziek: darmkanker. Ze ging een zware periode in van operaties, maar vocht zich binnen vier maanden een weg terug. Goede artsen, haar inzet om in conditie te blijven en het vooruitzicht op een baan hielpen haar weer op de been. Ziektewet Door haar ziekte had Isabelle geen nieuw arbeidscontract gekregen en was ze in de ziektewet terechtgekomen. Een financiële aderlating, een huis kopen zat er niet meer in. Ze nam haar intrek in een huurwoning vlak bij het ziekenhuis. Veel te duur, maar tijdelijk, zo dacht ze, want als ze weer aan het werk zou gaan, kon ze opnieuw op zoek naar een koopwoning. Ze sms’te regelmatig met haar directeur, die haar moed insprak en beloofde dat ze terug mocht komen zodra ze was hersteld. Begin januari was het zover, ze zou weer gaan werken. Maar vlak voor de jaarwisseling kreeg Isabelle opnieuw een sms’je van haar directeur: haar ziekte was een te groot risico en het bedrijf durfde het niet aan haar weer in dienst te nemen. Geschokt door het onmenselijke dat haar was aangedaan, nog midden in het herstel van haar ziekte, moest Isabelle zonder arbeidscontract op zoek naar een betaalbare huurwoning. Dat lukte uiteindelijk in een andere stad, bij een verhuurder die de eis van een arbeids contract liet varen in ruil voor een borg van vier maanden huur. Honderd brieven Toen nog werk vinden. Ze schreef honderd sollicitatiebrieven, maar werd nergens aangenomen. En startte toen de sociale onderneming oPuce, waarmee ze mensen met kanker bemiddelt naar een betaalde baan. ‘Werkgevers zijn geen vijanden, ze maken deel uit van de oplossing. Twee derde van de mensen met kanker overleeft en kan werken, en dat worden er alleen maar meer. Dat moet doordringen bij iedereen.’ Kent u ook een Niet­te­geloven kwestie? Laat het ons weten! Mail naar baanbreker@startfoundation.nl 24 Start Foundation – Baanbreker nr. 1 2016

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
Home


You need flash player to view this online publication