0

ESSAY PROBEER HET EENS MET DE ZACHTE HAND 18 INKOOPSTRATEGIE OPKNIPPEN ZORGPRODUCTEN 22 BEWINDVOERING INBESTEDEN OF UITBESTEDEN? 31 14 mei 2021 | week 19 | jaargang 42 9 2021 BINNENLANDS BESTUUR EENDRACHT IN ZUIDOOST BRABANT LICHTEND VOORBEELD SUCCESRECEPT: ALS REGIO CRISIS TE LIJF Het Publieke Domein VAN EN VOOR DE PUBLIEKE SECTOR Als het om arbeidsmobiliteit gaat hetpubliekedomein.nl | info@hetpubliekedomein.nl | 030 - 208 1153 Outlook Grondexploitaties ONAFHANKELIJK MAGAZINE VOOR BETROKKEN AMBTENAREN EN BESTUURDERS

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 02COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Samen Jeugdwet negeren uit eigen belang Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. WIE GRIJPT BIJ WIE IN AAN LAARS GELAPT Het kan verkeren. Zo liggen het ministerie van VWS en gemeenten met elkaar in de clinch over de regelgeving binnen de Wmo en zo zijn VWS en gemeentekoepel VNG het roerend met elkaar eens over het bewust overtreden van de Jeugdwet. Te beginnen met de Jeugdwet. Over een structurele verhoging van het jeugdbudget voor gemeenten loopt momenteel een arbitrageprocedure. VWS en gemeenten kwamen er onderling niet uit. Een dezer dagen wordt het oordeel van deze ‘commissie van wijzen’ verwacht. Over extra incidenteel jeugdgeld voor 2021 zijn beide partijen het wel eens geworden. Gemeenten krijgen er 613 miljoen euro extra bij, maar wel onder tamelijk strikte bestedingsvoorwaarden. Op een aantal punten wordt gemeenten wel ruimte geboden. Daar zit een hele bijzondere tussen. ‘Gemeenten gaan (verder) aan de slag met maatregelen die binnen de huidige wet- en regelgeving mogelijk zijn.’ Het gaat om, en hier komt ‘ie: ‘het versmallen van de medische verwijsroute door enkel te verwijzen naar gecontracteerd aanbod’. Dit is echter ronduit in strijd met artikel 2.6 van de Jeugdwet. Kort gezegd komt dat artikel erop neer dat gemeenten zich niet hebben te bemoeien met een doorverwijzing door een huisarts of andere medische specialist. Negeren VWS en de VNG dit uit eigen belang? Dat gebeurt niet bij de toekenning van huishoudelijke hulp. De kosten hiervoor rijzen de pan uit. Veel ‘rijken’ zetten sinds het schrappen van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage hun eigen hulp buiten de deur en kloppen hiervoor aan bij hun gemeente. De VNG roept gemeenten op het inkomen wel te laten meetellen bij aanvragen voor huishoudelijke hulp. Dat is in strijd met de Wmo, zegt minister De Jonge (VWS), die zich beraadt op ingrijpen bij gemeenten die dit (willen gaan) doen. De VNG ziet het anders. Als er voldoende geld is om zelf een hulp te betalen, is sprake van zelfredzaamheid. En bij voldoende zelfredzaamheid mag een aanvraag worden afgewezen. Het wachten is op de eerste rechtszaak. Of op ingrijpen van de minister. Maar wie fluit de minister én de VNG terug als het gaat om de Jeugdwet? ADVERTENTIE YOLANDA DE KOSTER REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR EU-nieuwsbrief Ontvang 1x per maand het nieuws over de belangrijkste agendapunten van de Europese Unie en het Europees Parlement. Meld u nu aan binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 INHOUD 03 14 COVERSTORY CRISISHERSTEL De regio Eindhoven maakte verschillende economische crises mee. Die van begin jaren negentig leidde tot massaontslagen bij Philips en DAF. Ook latere crises kwam de regio door nauw samen te werken te boven. 10 INTERVIEW KAREN KAMPS Al jaren staan in Doetinchem gifvaten te lekken. De nieuwbakken fractievoorzitter van GroenLinks Karen Kamps eist actie van de eigen milieuwethouder. Het lokale partijbestuur wil dat ze haar mond houdt. Dat doet ze niet. 28 MARGINALE ROL BIJ KABINETSFORMATIES 25 VREES VOOR LEEGSTAND STADSCENTRA NA CORONA De coronacrisis veroorzaakt lege binnensteden. Voor centra die het toch al moeilijk hadden, lijkt het de druppel. Bericht uit Deventer en Roosendaal. Defensie en Buitenlandse Zaken horen al eeuwen bij de zekerheden van elke kabinetsformatie. Die schijn van onveranderlijkheid bedriegt: Europese integratie en andere naoorlogse ontwikkelingen lieten wel degelijk hun sporen na in deze aloude instituties. BUITENLANDPOSTEN WAREN EENS VAN DE HOGE HEEREN NIEUWS Thuiswerken kost miljoenen Gemeenten moeten ‘nee’ leren zeggen ESSAY Positieve veiligheid ACHTERGROND Afrekenen op resultaat op z’n retour ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. 18 22 Bewindvoerders: strakkere band met gemeenten 31 Brussel richt pijlen op regeldruk Buffer redt Bargerveen 34 36 4 5 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK NIEUWS IN BEELD GEERTEN BOOGAARD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN OPINIE PERSONALIA 5 6 9 17 33 39 42

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 04 NIEUWS FINANCIËN DOOR: HANS BEKKERS Gemeenten zullen vanwege het thuiswerken van hun personeel structureel moeten investeren in digitalisering. Dat brengt extra kosten met zich mee, die overigens deels worden gecompenseerd omdat minder kantoorruimte nodig is. INVESTERINGEN GEMEENTEN IN DIGITALISERING THUISWERKEN KOST MILJOENEN Onderzoeksbureau AEF heeft in opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten middels een enquête onder gemeenten de verwachting geïnventariseerd omtrent het thuiswerken na corona en daar ook een kostenplaatje aan gehangen. Nauwelijks een verrassing is dat de verwachting breed wordt gedeeld dat ambtenaren meer dan voor de crisis gaan thuiswerken. ‘Ook wanneer de versoepelingen zijn doorgevoerd en iedereen weer naar kantoor mag, denken gemeenten dat thuiswerken onderdeel blijft van hun werkgeverschap’, aldus de onderzoekers. Dat betekent volgens AEF wel dat gemeenten structureel zullen moeten investeren in digitalisering. Naast de aanschaf van laptops, softwarelicenties en dergelijke, voorzien gemeenten namelijk ook structurele extra kosten voor ict-ondersteuning en digitale beveiliging. In het eerste kwartaal van dit jaar gaven gemeenten circa 3,5 tot 5,5 miljoen euro extra uit aan digitalisering. Het afgelopen jaar is er blijkens de enquête bij veel gemeenten versneld gedigitaliseerd. ‘De benodigde stappen in het aanschaffen van software (bijvoorbeeld Microsoft Teams) en hardware (laptops) om zo goed mogelijk thuis te kunnen werken, zijn bijna volledig gezet. Doordat er meer apparatuur en software in omloop is, groeien ook in 2021 de licentiekosten en kosten voor ondersteunende diensten’, aldus de onderzoekers. Dezelfde uitgaven worden verwacht in het tweede kwartaal, zodat de teller uitkomt op zo’n 11 miljoen euro. Soms blijkt er ook bespaard op opleidingen EXTRA KOSTEN Blijkens het onderzoek hebben gemeenten de eerste maanden zo’n 14 miljoen euro extra kosten gemaakt voor ondersteuning en overhead. Dat zit ‘m deels in de extra kosten om de coronamaatregelen te communiceren naar burgers. En ook maatregelen op het gemeentehuis leiden tot extra kosten leiden, zoals de inkoop van beschermingsmiddelen. Bovendien hebben sommige gemeenten extra personeel ingehuurd, zoals medeDEN BOSCH: 1,5 MILJOEN VOOR THUISWERKEN Om ambtenaren naar behoren te kunnen laten thuiswerken, trekt de gemeente Den Bosch in 2020 en 2021 anderhalf miljoen euro uit. Het gaat dan onder andere om het aanpassen van thuiswerkplekken. Om het thuiswerken te faciliteren zijn er extra ict-kosten zoals het uitbreiden van de server- en geheugencapacteit, de aanschaf van het programma Microsoft Teams en het kopen van extra thuiswerklicenties. Daarnaast zijn er meer laptops en schermen ter beschikking gesteld. Dat blijkt uit de vierde coronarapportage van de gemeente. Het thuiswerken levert Den Bosch ook geld op. Door een aantal vaste werkplekken te schrappen, bespaart de gemeente 1 miljoen euro. werkers voor het dossier corona, op burgerzaken en bij het subsidieloket. Die kosten zullen in het tweede kwartaal ongeveer van dezelfde omvang zijn, zodat halverwege het jaar sprake is van een extra kostenpost van circa 28 miljoen euro. De extra kosten worden overigens naar verwachting voor een deel gecompenseerd door lagere uitgaven aan de fysieke werkomgeving en een woon-werkverkeervergoeding. ‘Mogelijk kunnen gemeenten ook besparen op kantoorruimte, hoewel dit sterk afhankelijk is van bestaande contracten’, aldus de onderzoekers. Zij becijferen dat er tot en met juni sprake zou kunnen zijn van een besparing van zo’n 20 miljoen euro op de werknemersuitgaven. Zo hebben de meeste gemeenten – net als in 2020 – de afgelopen maanden minder uitgegeven aan catering en andere facilitaire zaken. Soms blijkt er ook bespaard op de opleidingen van medewerkers, omdat die zijn uitgesteld of geannuleerd. De reiskosten van medewerkers zetten sommige gemeenten om in een thuiswerkvergoeding. Bij enkele gemeenten is ook er op bespaard. HUISAFVAL Een van de andere gevolgen van het vaker thuiswerken is dat er een verschuiving van kantoor- naar huisafval plaatsvindt. Verder zal er in het algemeen meer leegstand zijn van kantoren, niet alleen bij de gemeente zelf. Dat kan negatief zijn voor het toekomstperspectief van bestaande kantoorgebieden, maar ook mogelijkheden bieden tot herontwikkeling en het verlichten van de woningnood. Lees ook pag. 6

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 DOOR: YOLANDA DE KOSTER BESTUUR NIEUWS 05 Gemeenten kunnen niet alle problemen van inwoners oplossen. Ze moeten op zoek naar een ‘houdbare balans’ om de tekorten in het sociaal domein binnen de perken te houden. Hoe? Door hun kerntaken op bescheiden en realistischer wijze in te vullen. VISITATIECOMMISSIE SOCIAAL DOMEIN: GEMEENTEN MOETEN ‘NEE’ LEREN ZEGGEN ‘Veel gemeenten willen veel zaken oppakken om inwoners zoveel mogelijk te ondersteunen en allerlei soorten problematiek op te lossen. Dit is een mooi streven, maar een streven dat niet lijkt te lukken binnen de financiële mogelijkheden van de gemeente.’ Dat stelt de visitatiecommissie financiële houdbaarheid sociaal domein in haar vierde tussenrapportage. Vooral bij de jeugdzorg worsteCARTOON BEREND VONK len gemeenten met hun verantwoordelijkheid en die van de ouders en hun directe omgeving. Die zoektocht naar een houdbare balans en verdeling van verantwoordelijkheden moeten gemeenten samen met ouders en de samenleving oppakken. Een heldere focus op een beperkt aantal activiteiten is daarnaast belangrijk. Als die ontbreekt, is de kans groot dat beoogde resultaten op zowel maatschappelijk als financieel vlak niet worden bereikt. Er moeten dus (lastige) keuzes worden gemaakt. Op gezette tijden moeten op bestuurlijk niveau de koppen bij elkaar worden gestoken om te bepalen hoe de schaarse middelen het beste kunnen worden ingezet. ‘Wanneer is ‘goed’ ook goed genoeg? In hoeverre accepteren we het risico op klachten? Wanneer is het op scherp zetten van de relatie met inwoners of aanbieders van de gemeente gerechtvaardigd?’ Antwoorden op dergelijke vragen zouden bij voorkeur in gemeentelijke visies moeten worden vastgelegd. Gemeenten doen er goed aan een afwegingskader te maken, waaruit duidelijk wordt wat voor gemeente ze willen zijn, in het licht van de verdeling van beperkte budgetten. Duidelijk moet worden welke kwetsbare burgers altijd hulp zullen krijgen en welke hulp en ondersteuning niet meer via de gemeente wordt betaald. Op eigen verzoek hebben inmiddels 23 gemeenten zich door de visitatiecommissie laten bezoeken. Dit jaar volgen er nog zeven. Daarna volgt een eindrapportage.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 06 NIEUWS IN BEELD BEDRIJFSVOERING DOOR: HANS BEKKERS ICT EN DE WERKVLOER € 86 € 75 € 63 € 68 € 79 2015 2016 2017 2018 2019 ICT-KOSTEN STIJGEN SNELLER Iets wat al langer gaande is in andere sectoren, zoals banken en webwinkels, gebeurt nu ook bij gemeenten: ict wordt steeds meer een productiefactor. Tussen 2016 en 2020 zijn de apparaatskosten van gemeenten gestegen van 622 naar 736 euro per inwoner. De ict-kosten stegen nog net iets sneller: van 63 naar 86 euro per inwoner. Het aandeel ict-kosten in de apparaatskosten nam toe van 10,1 procent in 2016 naar 11,6 procent in 2020. Er is dus een kleine verschuiving te zien van arbeid naar ict bij gemeenten, maar minder dan verwacht. De ontwikkeling roept vragen op. Moeten gemeenten niet ruimhartiger zijn als het gaat om ict-investeringen? En juist strakker sturen op de apparaatskosten als geheel, om verdere stijging daarvan te voorkomen?

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 NIEUWS IN BEELD 07 Al vijf jaar voor de coronacrisis nam het aantal vierkante meters kantoorruimte per werknemer in gemeentehuizen af. Die trend is door het vele gedwongen thuiswerken versneld, zo blijkt uit Trends bij Gemeenten vanuit de benchmark Vensters voor Bedrijfsvoering. Ict drukt steeds nadrukkelijker een stempel op de werkprocessen. AFNAME VAN DE OVERHEAD Door digitalisering van overheadfuncties neemt het percentage overheadformatie af. Dit is een ontwikkeling die was voorzien. Wat begon met het schrappen van administraties, met hr-selfservice en met een digitaal archief, zet zich door naar de gehele bedrijfsvoering. Medewerkers in het primair proces kunnen steeds meer overheadtaken zelf uitvoeren, ondersteund door ict-oplossingen. De digitalisering leidt overigens niet tot afname van werkgelegenheid bij gemeenten. De totale formatie van gemeenten neemt al jaren toe. 30,3% 30,5% 28,9% 28,9% 28,5% 3 3 2 2 2 2015 2016 2017 2018 2019 RUIMTEBESLAG HET AANTAL VIERKANTE METERS VERHUURBAAR VLOEROPPERVLAK KANTOORRUIMTE UITGEDRUKT PER FTE MINDER VIERKANTE METERS 29m2 29m2 26m2 25m2 24m2 2015 2016 2017 2018 2019 Al vijf jaar voor de coronacrisis was het aantal vierkante meters kantoorruimte aan het afnemen. Interessant is hoe deze ontwikkeling zich doorzet, nu medewerkers massaal zijn gaan thuiswerken. We zien dat veel organisaties en managers voor de coronacrisis nog niet zo voorstander waren van thuiswerken en dit vaak belemmerden. Dit is aan het veranderen. In het Vensters-webinar – terug te kijken op www.vensters.net – gaan de Amsterdamse gemeentesecretaris Peter Teesink en Mary-José van Overveld, directielid Waterschap Brabantse Delta, in op deze en andere trends.

Van complexe opgaven naar concreet handelingsperspectief Drie online kennissessies voor gemeenten De roep om een sterke en verbindende overheid, die over meer uitvoeringskracht beschikt, wordt steeds luider. Ook voor gemeenten geldt dit in belangrijke mate. Zij staan voor grote uitdagingen, onder meer op het gebied van gebiedsontwikkeling, onderwijsachter standen en financiën. Daarom organiseert BMC drie online kennissessies, die u verdieping én een eerste aanzet tot een oplossing bieden. Bent u als burgemeester, wethouder of gemeentesecretaris verantwoordelijk voor een van deze thema’s in uw gemeente? En wilt u de stap zetten van complexe opgaven naar concreet handelingsperspectief? Verzeker u dan nu van een plek bij deze kennissessies via www.bmc.nl/kennissessies. U kunt zich aanmelden voor één of meerdere sessies. Voor in uw agenda! Donderdag 10 juni · 16.00 - 17.00 uur Gebiedsontwikkeling: schakelen en makelen in een complexe werkelijkheid Donderdag 17 juni · 16.00 - 17.00 uur OnderwijsAlliantie: publiek­private samenwerking tegen kansenongelijkheid Donderdag 24 juni · 16.00 - 17.00 uur Herijking van het gemeentefonds: kans of bedreiging? Kijk voor meer informatie op onze website www.bmc.nl/kennissessies Partners in verbetering www.bmc.nl

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN 09 ONGELUKKIG HUWELIJK FUSIES EN DEMOCRATIE Ontwikkel u verder Kennis blijven delen, op de hoogte blijven van de laatste vaktrends en samen scenario’s verkennen en blijven verbinden. Dat is in deze tijd belangrijker dan ooit. Daarom focussen we juist nu met onze virtuele congressen en online opleidingen op wat u nodig heeft. Met inhoudelijke trainingen die aansluiten op de doelstellingen van de VNG, opleidingen die inspelen op vaardigheden voor uw persoonlijke ontwikkeling en sprankelende digitale evenementen. Ons aanbod Online basiscursus: Aansprakelijkheid en verzekeringen 1 juni Week van de participatie Regio Noord: 7 - 14 juni Regio Midden: 15 - 22 juni Regio Zuid: medio september Leergang: Gemeentelijke Regie Gezondheid 7 juni Masterclass: Omgevingsplan in één dag 7 en 10 juni 2-daagse Leergang: Democratische Rechtsorde 8 en 24 juni Masterclass: Scenariodenken 17 juni Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl Tijdens het college over gemeentelijke herindelingen vallen vaak warme woorden over de huiselijkheid van een kleinschalige democratie, het belang van lokale journalistiek en de aangeboren betrokkenheid van hun gemeentenaren bij hun gemeente. Studenten voelen doorgaans heel goed aan wat hun docent wil horen. Maar als het te lyrisch wordt, organiseer ik een quiz. Herken een raadslid uit je eigen gemeente. Op welke zender zit de regionale omroep? En wat merk je eigenlijk van de gemeente? De uitkomsten zijn jaarlijks ongeveer hetzelfde. Studenten decentralisatierecht verschillen weinig van hun leeftijdsgenoten met een andere hobby. Een enkeling herkent een raadslid, de meesten zijn al trots op het noemen van de naam van hun burgemeester – maar dat heeft dan weer weinig met democratie te maken. Naar een lokale nieuwszender kijken ze hoofdzakelijk als ze dronken thuiskomen en betrokkenheid bij de gemeente definiëren ze als de afstand die ze moeten fietsen om hun nieuwe paspoort op te halen. Zijn de democratische bezwaren tegen herindelingen dan voorbeelden van ‘de dogma’s en de taboes’ waar we volgens Thom de Graaf vanaf moeten? De vice-president van de Raad van — State trapte onlangs in dit blad zijn oude paarse brommertje weer aan: bestuurskracht organiseren. En snel een beetje, desnoods van bovenaf, op initiatief van de provincie. Vanuit Den Haag is dat allemaal evident. Er liggen immers ‘grote maatschappelijke opgaven’ te wachten. En dat klopt. Dus hoe zit dat dan? Feit is dat meer mensen romantische beelden koesteren over de lokale democratie dan er burgers bereid blijken zich ervoor in te zetten. Bovendien ben ik niet altijd evenveel onder de indruk van de democratische bezwaren uit een villadorp dat bij een stad wordt gevoegd. Ik snap de protesten tegen de verwachte stijging van de OZB en het verlies van het eigen gemeentehuis. Bovendien blijkt steeds weer dat herindelingen geen efficiencyvoordelen realiseren, terwijl dat verhaal toch telkens opduikt. Maar democratie gaat over identiteit. Zou iemand in het buitenland écht zeggen dat hij uit Leiderdorp komt en niet uit Leiden? Of het bij het uitchecken toch even wil rechtzetten: ‘No, no, I go back to Oegstgeest now’? Feit is echter ook dat de opkomst bij raadsverkiezingen daalt na herindelingen. En pas bleek nog iets anders: herindelingen hebben ook effect op de opkomst voor de Kamerverkiezingen. En dat klinkt niet op voorhand logisch. Want waarom zou je stoppen met stemmen voor de Tweede Kamer als je oude gemeente niet meer bestaat? De grote gemeenterechtman Alfons Dölle was Steeds weer blijkt dat herindelingen geen efficiencyvoordelen realiseren GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN ook socioloog en had voor dit verschijnsel een verklaring: identiteitsconversie. Landelijke en lokale vraagstukken lopen voortdurend in elkaar over. Daardoor wordt vaak geklaagd over landelijke thema’s die de lokale verkiezingen overschaduwen, maar het werkt ook andersom. ‘Het beeld dat een burger heeft over de politiek als verschijnsel wordt in belangrijke mate bepaald door de invulling die die politiek krijgt op het plaatselijk niveau,’ schreef hij. ‘Vindt die invulling plaats vanuit een geconstrueerde en op afstand geplaatste gemeentelijke overheid, dan zullen de mogelijk daaraan ontleende gevoelens van ongenoegen snel vertaald worden naar de andere politieke niveaus.’ Plaatselijk gevoelde betrokkenheid hoeft zich niet altijd per se om te zetten in fanatieke deelname aan de lokale politiek, maar kan zich ook vertalen in constructieve landelijke politiek. De quiz die ik studenten voorschotel is niet alleen flauw. Hij klopt ook niet. De jaren van sterke regie op herindelingen (1984-2002) laten inderdaad een dalende opkomst bij de Kamerverkiezingen zien. Hoewel het aantal gemeenten is blijven dalen, stijgt de opkomst inmiddels weer. De vraag is echter van welk soort betrokkenheid die stijging het resultaat is. Het politieke ongenoegen in de uitslagen neemt gestaag toe. Sommigen zeggen dat populisten eigenlijk willen dat de overheid beter presteert. Misschien is dat zo. Maar als we daarom bestuurskracht via herindelingen willen gaan realiseren, dreigt een vicieuze cirkel.

10 INTERVIEW KAREN KAMPS DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: THEO KOCK Al jaren staan in Doetinchem gifvaten te lekken. De nieuwbakken fractievoorzitter van GroenLinks Karen Kamps eist actie van de eigen milieuwethouder. Het lokale partijbestuur wil dat Kamps haar mond houdt. Dat doet ze niet. ‘Ik vertegenwoordig de inwoners, niet het bestuur.’ KAREN KAMPS: EEN PIETER OMTZIGT IN GELDERLAND ‘ALLES VOOR DE WETHOUDER’ Karen Kamps klautert afgelopen zomer op een twee meter hoge stelling om een open vat met giftig blusschuim te kunnen fotograferen op het bedrijventerrein aan de Voltastraat in Doetinchem. Ze heeft ze voor het uitkiezen: er staan honderden vaten. ‘Bedwelmd door de chemische lucht’ dondert de fractievoorzitter van GroenLinks in Doetinchem van de stellage en breekt een ruggenwervel. ‘De chemische stank in dat vat was net zo bedwelmend als het gif in de GroenLinks-fractie’, zegt Kamps op het bomvolle terras van Stadscafé Simons op het Simonsplein in Doetinchem. ‘Maar ik heb geluk gehad, het was een stabiele breuk.’ Karen Kamps wordt na de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 fractievoorzitter van GroenLinks. De partij heeft er een zetel bijgekregen en levert weer een wethouder in een gemêleerd college. Dat ze zonder ervaring als raadslid meteen fractievoorzitter wordt, verbaast Kamps zelf nog het meest. ‘Ik was tegen de sollicitatiecommissie duidelijk geweest over wat ik wel en wat ik niet wilde. Dat sloeg kennelijk aan. Ik vond het een probleem dat de afdeling van GroenLinks heel erg naar binnen was gekeerd. De rollen liepen ook volledig door elkaar. In de vorige periode was wethouder Frans Langeveld bijvoorbeeld voorzitter van de fractievergaderingen. En dat deedie heel dominant. Het bestuur was ook erg overheersend. Ik vond: iedereen in zijn eigen hok. Natuurlijk ben je van GroenLinks en dat je je wilt profileren is begrijpelijk, maar je hebt wel verschillende taken. Een wethouder zit de fractievergadering niet voor.’ Fractievoorzitter Kamps gaat de fractievergaderingen voorzitten. De wethouder bestuurt, de fractie controleert. Het werd tijd, vond Kamps. ‘Er heerste een cultuur van ons-kent-ons. Het was erg klef. Mensen kenden elkaar door en door en kwamen bij elkaar over de vloer. De halve fractie en het bestuur waren onder behandeling bij de echtgenoot van een raadslid. Ik kan mij heel goed voorstellen dat de bestuursleden dachten: wat kom jij hier doen? De sollicitatiecommissie wilde een cultuurverandering en meer aandacht voor sociaal. Dat was er in de voorgaande periode totaal bij in geschoten. Het aardige is dat ik een sociale achtergrond heb, maar de sollicitatiecommissie schatte in dat ik met groen en milieu ook wel overweg kon.’ Dat hebben ze geweten. DUIZEND GIFVATEN Als Kamps in het voorjaar van 2018 fractievoorzitter van GroenLinks wordt, heeft ze geen idee dat aan de Voltastraat al jaren meer dan duizend gifvaten zijn opgeslagen. Kamp: ‘Ik ben ervan overtuigd dat de meeste raadsleden dat ook niet wisten.’ Dat wordt anders als de Gelderlander in het najaar van 2019 gewag maakt van een zitting bij de Raad van State. Afvalbedrijf Rutgers Milieu kan niet leven met de dwangsommen die de gemeente hem wil opleggen. Als de gemeente voet bij stuk houdt, gaat Rutgers failliet. Rienko Rutgers heeft een methode bedacht om uit blusschuim bodemverbeteraar te toveren. Er zijn alleen geen kopers. En ondertussen lekt het kankerverwekkende perfluoroc‘Ik zag meteen dat de vaten lekten’ taansulfonzuur (PFOS) uit de vaten in de bodem van het Doetinchemse bedrijventerrein. Van de provincie Gelderland mogen er tien blusschuimvaten staan, het zijn er dertienhonderd. Kamps neemt poolshoogte aan de Voltastraat, maar de vaten staan uit het zicht. Ze stelt ook raadsvragen. ‘Het bijzondere was dat de burgemeester antwoord gaf, terwijl GroenLinks-wethouder Frans Langeveld milieu in zijn portefeuille had’, zegt Kamps. ‘Wel apart, maar daar heb ik toen niets achter gezocht. Wat op het bedrijventerrein gebeurde kon echt niet, vond de burgemeester. Er zou gelijk wat aan worden gedaan. Ik vertrouwde erop dat dat zou gebeuren.’ Een half jaar later staan de gifvaten er nog steeds en meldt de Gelderlander dat Rutgers Milieu failliet is. ‘Toen gingen bij mij alle alarmbellen af. Binnen de fractie van GroenLinks en de afdeling was er niets aan de hand.’ Op verzoek van de grondeigenaar neemt ze voor het eerst een kijkje óp het terrein. ‘Ik zag meteen dat de vaten lekten en besloot om landelijk aandacht te vragen voor de gifvaten. Ik heb contact opgenomen met GroenLinks Kamerlid Suzanne Kröger en met Statenlid Charlotte de Roo. “En jouw wethouder dan? Vroeg of laat kom je toch bij hem uit. En hij is wel van ónze partij”, zei Charlotte.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021

INTERVIEW 11 CV KAREN KAMPS studeerde aan de Fontyn Hogeschool in Eindhoven cultureel en maatschappelijk werk en sociaal-juridische dienstverlening. Ze werkte als casemanager bij de Jeugdzorg. Kamps was van maart 2018 tot oktober 2019 fractievoorzitter van GroenLinks in de gemeenteraad van Doetinchem. Op 16 oktober 2020 leverde ze haar zetel voor GroenLinks in. Vorige maand zegde zij haar lidmaatschap van GroenLinks op. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021

INTERVIEW 13 ‘Maar de wethouder dook weg voor zijn verantwoordelijkheid’, zegt Kamps. ‘Ook in de fractievergaderingen toonde hij geen enkele betrokkenheid. Hij had Doetinchem en GroenLinks een dienst kunnen bewijzen door een stap naar voren te doen, maar hij bleef staan.’ VERVELEND GESPREK En niemand vroeg: “Frans, hoe zit dat?” Kamps: ‘Toen nog niet, dat kwam later. Het was vorig jaar zomer. Ik vroeg een gesprek met hem aan. Nog steeds niets aan de hand, totdat ik zei dat de gifvaten toch ook zíjn verantwoordelijk waren. Toen ging het mis. Het werd een heel vervelend gesprek. Ik zei: “Ik respecteer het dualisme, maar ik spreek jou nu aan als partijgenoot. Kunnen we niet…” Nee, nee, nee. Hij voelde het als een motie van wantrouwen. Ik zei: “Ik zal je verdedigen als je een stap naar voren zet.” Hij wilde de verantwoordelijkheid niet. Hij was niet tegen het verwijderen van de gifvaten, hij wilde er alleen niet over praten.’ De fractievoorzitter en de wethouder van GroenLinks weten in de zomer waar ze aan toe zijn. ‘Hij wist dat ik niet zou los laten.’ Karen Kamps stelt weer raadsvragen. ‘Ook in de Staten en in de Tweede Kamer zouden GroenLinksers vragen stellen. Hiervoor moesten we ons hard maken. Waar ben je anders GroenLinkser voor?’ Tien dagen na het gesprek met de wethouder krijgen de raadsleden van GroenLinks een mail van het lokaal bestuur. Kamps: ‘De fractie mocht niet meer over de gif vaten beginnen. Er moest een communicatiepauze komen. Geen raadsvragen, niet twitteren, geen interviews. Want daarmee werd de wethouder geschaad. Alles voor de wethouder. Wat zouden we nou krijgen? Een raadslid mag niets zeggen over een milieudelict omdat dat de wethouder niet uitkomt? Kent het bestuur de grondwet wel, over last en zo? Op de officiële partijkanalen wilde ik best mijn mond houden, maar geen raadsvragen stellen? En natuurlijk sta ik de media te woord. Ik vertegenwoordig de inwoners, niet het bestuur.’ De voorzitter van GroenLinks in Gelderland en ook het landelijk bestuur gaan zich met de zaak bemoeien. Kamps: ‘“Je hebt volkomen gelijk”, zeiden ze in Den Haag. “Dit kan niet; we gaan het regelen.” Maar er gebeurde niets. “We hebben nu geen tijd; er is meer aan de hand.” Het was mij wel duidelijk dat het in Doetinchem niet meer goed zou komen. Om die reden ging ik akkoord met een interview voor De Monitor van KRO-NCRV. De burgemeester ontkende in de zomer nog dat de gifvaten lekten. Hij wist dat ze wél lekten. De raad werd onjuist geïnformeerd. Maar het komt ‘Er heerste een cultuur van ons-kent-ons’ van twee kanten, hè? Je laat het toe; kennelijk wil je het verhaal niet horen. Ik hoor het de huidige fractievoorzitter van GroenLinks nog zeggen: “Als de burgemeester zegt dat de vaten niet lekken, dan lekken ze niet”.’ OPHEF Daags na de uitzending van De Monitor zegt de fractie van GroenLinks in Doetinchem op 13 oktober het vertrouwen in haar fractievoorzitter op. Karen Kamps: ‘De andere partijen in de gemeenteraad en ook het college hebben mij niet tegengewerkt. Dat deed mijn eigen partij.’ De fractie wil haar niet meer, maar Kamps heeft haar zin. ‘De pers zat nu boven op de lekkende gifvaten. Zonder de media was er niets gebeurd, daar ben ik van overtuigd.’ De ophef die ze heeft veroorzaakt, kost haar wel haar raadszetel. ‘Daar heb ik zelf voor gekozen; ik had kunnen blijven zitten. Dat heb ik niet gedaan. Ik vond het vanzelfsprekend dat mijn zetel terugging naar de partij. Je krijgt als persoon stemmen omdat je een partij vertegenwoordigt. Bovendien: er zitten elf partijen in de raad, op een twaalfde zat niemand te wachten.’ In april van dit jaar zegt Kamps ook haar lidmaatschap van GroenLinks op. ‘Ik onderschrijf nog steeds de uitgangspunten van de partij, maar ik ben erg teleurgesteld in de partij-organisatie. De partij draait veel te veel om marketing.’ De gifvaten aan de Voltastraat zijn inmiddels opgeruimd. Het blusschuim is opgeslagen in, naar verluidt, lekvrije silo’s en de plastic vaten zijn vernietigd. Had het ook anders gekund? Verwijt ze zichzelf iets? Kamps: ‘Ik ben in het begin wellicht naïef geweest. Ik heb onderschat dat er zo weinig ruimte zou zijn voor dualisme. Maar ik denk niet dat ik andere keuzes zou hebben gemaakt. Ik had mij persoonlijk en als GroenLinkser nooit kunnen neergeleggen bij de milieuvervuiling in onze gemeente. Ik heb wel degelijk in de afdeling ruggensteun georganiseerd, maar die mensen zijn weggepest. Ik had de steun van mijn twee partijgenoten in de raad, tot het cruciale gesprek met de wethouder. Zij kozen de kant van de wethouder. GroenLinks zit in de coalitie en levert de wethouder, dus we houden onze mond.’ Als de gemeenteraad van Doetinchem in april van dit jaar het gifvatendrama bespreekt, zegt wethouder Langeveld dat het ‘verbijsterend is om te zien hoe het is gegaan. Dat wil je gewoon niet.’ Kamps is verbijsterd dat de wethouder zegt verbijsterd te zijn. ‘De wethouder heeft laten gebeuren dat die vaten daar zo lang konden lekken. Hij is sinds 2014 wethouder. Hij wilde zijn handen er niet aan branden. Rutgers Milieu was een lieveling van de politiek omdat het mensen met afstand tot de arbeidsmarkt in dienst nam. Milieuregels kwamen Rutgers slecht uit. Natuurlijk, ze zouden de boel in orde maken, maar rustig aan. De gemeente belde de provincie dat het goed zou komen.’ DAKLOOS De Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) handhaafde vervolgens jarenlang niet aan de Voltastraat. ‘De pijlen zijn nu op de ODA gericht. De handhaving heeft gefaald. Nee, de politiek heeft gefaald. De politiek trekt bij de ODA aan de touwtjes. De Achterhoekse gemeenten en de provincie zitten in het bestuur. Wethouder Langeveld zit er namens Doetinchem in. De voorzitter van GroenLinks in Doetinchem is er toezichthouder.’ De milieuwethouder van GroenLinks heeft de gifvatenaffaire overleefd. Eind vorige maand werd een motie van afkeuring van de SP met 25 tegen 6 stemmen verworpen. Karen Kamps zit thuis en is politiek dakloos. ‘Maar ik ben er trots op dat ik als raadslid niet ben bezweken onder de druk van bestuurders en collega-raadsleden. Op zoek naar volksvertegenwoordigers die tegengas durven geven aan de regerende partijen, noemde de Gelderlander mij vorige maand een ‘echte Pieter Omtzigt’. Dat vind ik een grote eer. Ik zit liever in de ‘Omtzigtclub’ dan in de club van jaknikkers.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021

14 ACHTERGROND ECONOMIE DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: BART VAN OVERBEEKE / ANP-HH De regio Eindhoven maakte verschillende economische crises mee. Die van begin jaren negentig leidde tot massaontslagen bij Philips en DAF. Ook latere crises kwam de regio door nauw samen te werken te boven. Is dat ‘recept’ ook bruikbaar voor de coronacrisis, en voor andere regio’s? SAMENWERKING HELPT REGIO DOOR CRISIS GEHEIM WAPEN REDT BRAINPORT EINDHOVEN LUNCH OP DE STRIP Medewerkers van de High Tech Campus ontmoeten elkaar

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 ACHTERGROND 15 ‘ In de tijd dat je crisis hebt, moet je innoveren’ samenwerking. ‘Het fonds heeft ervoor gezorgd dat partijen zijn samengebracht om na te denken over de wijze waarop de regio de economische structuur kan versterken. Alleen al dat samenkomen was een vorm van economische structuurversterking.’ De regio Eindhoven staat ook wel bekend als Brainport Eindhoven. Overheid, kennisinstellingen en het bedrijfsleven − samen de triple helix − werken er nauw samen om als innovatieve regio niet alleen voor forse economische groeicijfers te zorgen, maar ook zowel hoog- als laagopgeleiden van werk te voorzien. Om te voorkomen dat de regio ooit weer zo aan de rand van de afgrond zou komen te staan als tijdens de massaontslagen van begin jaren negentig, werden in de jaren daarna de handen ineengeslagen. Toenmalig burgemeester Rein Welschen van Eindhoven, toenmalig voorman Theo Hurks namens de industriële bedrijven en toenmalig collegevoorzitter van de Technische Universiteit Eindhoven, Henk de Wilt staken de koppen bij elkaar. Meer samenwerking moest leiden tot versterking van de economie. Alle 21 gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant haakten snel aan en stortten jaarlijks 11,50 gulden per inwoner (ruim 5 euro) in een regionaal stimuleringsfonds. Daar werd Europees geld aan toegevoegd. ‘Voorstellen tot economische versterking die uit dat fonds werden gefinancierd – en dat is het meeste unieke deel van dit concept − kwamen niet vanuit de overheid, maar vanuit een gemengde commissie van bedrijfsleven en kennisinstellingen’, vertelt Rob van Gijzel, oud-burgemeester van Eindhoven. Deze crisis maakte hij weliswaar niet als burgemeester mee, maar als Kamerlid had hij hierover vaak contact met zijn PvdA-partijgenoot Welschen. ‘Die commissie gaf vanuit dat fonds subsidie, dat helemaal uit overheidsgeld bestond. De overheid stelde het geld beschikbaar, maar had er geen zeggenschap meer over. Dat is heel bijzonder.’ Er waren wel criteria, waarvan de voornaamste was dat het om generieke, economisch versterkende maatregelen moest gaan. Met in totaal zo’n 5,5 miljoen euro per jaar had het fonds een omvang van niets, stelt Van Gijzel. De winst zat in de onderlinge ECOSYSTEEM ‘De hechtheid in de onderlinge contacten is een soort onderlegger geworden in het netwerk dat wij kennen. Die hechtheid is uiteindelijk uitgegroeid tot Brainport’, vertelt Van Gijzel. De van oudsher sterke sociale structuur die er bij Philips was, is in de regio altijd belangrijk geweest. ‘Toen die uit elkaar viel, wisten we elkaar toch te vinden.’ Burgemeester Remco Bosma van Bladel, een van de 21 Brainport-gemeenten (en economie in zijn portefeuille), heeft het over het bijzondere ecosysteem van de regio. ‘Er zijn veel onderlinge relaties en die koesteren wij. Dat betekent dat we samen die crisis uit moeten kunnen komen. En daar geloven wij ook in.’ ‘De gezamenlijke strategie, waar niemand de baas van is, is een kracht van de regio’, zegt Paul van Nunen, directeur van Brainport Development. Samen met de focus op de hightech sector. Na de eerste crisis begin jaren negentig diende zich in 2000 de volgende crisis aan, toen de internetbubbel uit elkaar klapte. Mede daardoor raakte chipfabrikant ASML in zwaar weer en dreigde om te vallen. Alle toeleveranciers dreigden in de ellende te worden meegezogen. ‘Voorkomen moest worden dat de hele keten zou instorten’, aldus Van Gijzel, die ook deze crisis van een afstand meemaakte. Alle partijen gingen om tafel om een oplossing te bedenken. Weer die gezamenlijkheid, die solidariteit, ondanks dat bedrijven deels ook concurrenten van elkaar zijn. Tijdens de kredietcrisis in 2008 was Van Gijzel als Eindhovens burgemeester direct betrokken bij de aanpak ervan. ‘In de week dat de Lehman Brothers omviel, heb ik de captains of industry gebeld om snel bij elkaar te komen. Ze kwamen allemaal. We hebben met elkaar besproken wat er aan de hand was, wat het betekent en wat wij als regio zouden moeten doen.’ Er werden onder meer in ‘Den Haag’ exportkredietgaranties geregeld, zodat bedrijven konden blijven exporteren. De door Zuidoost-Brabant aangedragen deeltijd-ww werd landelijk ingevoerd, waardoor werknemers een deel van hun tijd konden gebruiken om zich bij- en om te scholen. Ook werd een kenniswerkersregeling uit de grond gestampt om te voorkomen dat alle knappe koppen de regio zouden verlaten en de innovatiekracht zou verdwijnen, wat een blijvende aderlating voor de economie van Brainport zou betekenen. De regio pleitte in Den Haag voor een nationale innovatiesubsidie, die er is gekomen. ‘In de tijd dat je crisis hebt, moet je innoveren. Zodra de markt weer opengaat, kun je die innovatie meteen op de markt zetten. Dat was onze gedachte’, aldus Van Gijzel. Dat is de bedrijven in Brainport gelukt. GEZAMENLIJK BELANG ‘In het diepe dal hebben we onze voorsprong gerealiseerd. We hebben echt slechte jaren gehad. In 2009 hadden we te maken met een economische krimp van bijna 10 procent; het jaar daarna hadden we alweer een groei van meer dan 11 procent. Sinds die tijd zijn we de snelst groeiende economie van Nederland’, aldus Van Gijzel, niet zonder trots. Tot aan zijn vertrek als burgemeester in september 2016 heeft hij de gesprekken met de captains of industry in het Eindhovense stadhuis erin gehouden. Lange tijd wekelijks, later werd de frequentie afgeschaald, maar men bleef elkaar vasthouden. ‘We hebben een gezamenlijk belang. Niet een enkelvoudig economisch belang voor een bedrijf, maar een gezamenlijk belang.’ Het elkaar makkelijk kunnen vinden en een sterke focus op de hightechindustrie is belangrijk, benadrukken ook Van Nunen en Bosma. ‘Die focus op de hightechindustrie, het continu investeren in innovatie, de exportgedrevenheid en het triple helix samenwerkingsmodel dat we hebben, zijn succesfactoren voor deze regio’, stelt Van Nunen. Hij heeft er alle vertrouwen in dat Zuidoost-Brabant ook de economische deel van de coronacrisis kan ‘bezweren’. ‘Als er één regio is die weet hoe belangrijk een gezamenlijke toekomststrategie is om te herstellen van een crisis dan is het Brainport’, staat te lezen in de Brainport Meerjarenagenda van juli 2020, nog aan het begin van de coronacrisis. ‘Koersvast doorgaan met die innovatie in de high

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 16 ACHTERGROND ECONOMIE ‘ Er zijn veel onderlinge relaties en die koesteren wij’ tech-sector is van belang’, benadrukt Van Nunen. ‘Zo kunnen we ervoor zorgen dat in elk geval de trekkende kracht van onze economie eraan gaat bijdragen dat mensen straks weer geld kunnen verdienen om uit te geven op de terrassen.’ De hightechsector wordt niet door de coronacrisis geraakt, maar net zoals in de rest van Nederland krijgen ook in Zuidoost-Brabant de horeca, de vrijetijdsindustrie en de winkeliers klappen, stellen Van Nunen en Bosma. De Brainportregio heeft hiervoor geen kant-en-klare oplossing. ‘Nee, ik moet niet net doen of ik daar de toverdrank voor heb. Maar het is wel belangrijk om de koppen bij elkaar te steken’, aldus Van Nunen. ‘Stick together en zoek elkaar op.’ Dat is ook echt regio eigen, denkt Van Nunen. ‘We hebben hier toch het gevoel dat we het met elkaar moeten doen. Als er sectoren in problemen zijn, toveren we niet zo maar weg, maar iedereen is bereid om samen om tafel te gaan zitten en om mee te denken. Kunnen we iets doen, kunnen we iets verzinnen.’ HERSTELFONDS Om de coronacrisis in ZuidoostBrabant te lijf te gaan, hebben de 21 Brainportgemeenten vorig jaar een herstelfonds in het leven geroepen, vertelt Bosma. In dat fonds is geld gestort dat over de jaarschijf 2019 in Brainportverband niet was besteed en normaliter zou terugvloeien naar alle gemeenten. Het ging om een bedrag van zo’n 2 miljoen euro. ‘We hebben daarvoor plannen gemaakt die nu worden uitgevoerd.’ Er is onder meer vol ingezet op de digitalisering van het mkb. Daarnaast zijn door de arbeidsmarktregio en het UWV mensen van werk naar werk begeleid; van sectoren die in de problemen zitten en te veel personeel hebben naar sectoren waar veel vraag naar personeel is. Zonder de intensieve samenwerkingsverbanden die de regio heeft, was dit volgens Bosma niet gelukt. Ook op andere terreinen heeft het gezamenlijk optrekken geleid tot hulp aan kleine(re) bedrijven, die net niet de goede bedrijfscode hadden om voor een ondersteuningsregeling in aanmerking te komen, zoals startups. ‘Terwijl die belangrijk zijn voor de voeding van het ecosysteem. We zorgen hier voor elkaar, ook voor de kleine spelers die in de hele keten van heel groot belang zijn om in de toekomst te kunnen innoveren.’ Toch is het nu vooral zorgen dat bedrijven niet omvallen, over het echte herstel van de economie moet de regio nog in conclaaf. ‘Het is lastig te voorspellen wanneer de crisis echt voorbij is en alles weer open kan. Maar: we weten elkaar goed te vinden’, aldus Bosma. Op de vraag of andere regio’s wat van de aanpak van Brainport kunnen leren, zijn Van Gijzel, Van Nunen en Bosma het eens. Zet mensen bij elkaar en blijf innoveren. Maar de intensieve samenwerking die er in Zuidoost-Brabant is, is niet van de ene op de ander dag ontstaan, maar door de jaren heen gegroeid en sterker geworden. ‘Andere regio’s kunnen er wel wat leren en er geïnspireerd door raken’, vindt Bosma. ‘Onze collectieve, coöperatieve cultuur is wel heel belangrijk.’ Dat valt niet zomaar ADVERTENTIE te kopiëren. Het zit hem echt in die gemeenschappelijke verantwoordelijkheid, zo komt uit de gesprekken met de drie mannen naar voren. FORSE KRITIEK Van Gijzel heeft forse kritiek op de huidige aanpak in Nederland. ‘Bij ondernemers is er angst dat het alleen maar slechter wordt. Je moet hun hoop geven, de verwachting dat het beter wordt. Maar ik zie dat nu gewoon niet gebeuren’, zegt hij fel en met ongeloof in zijn stem. ‘Je kunt lokaal, regionaal en landelijk partijen bij elkaar zetten.’ Om arrangementen te maken voor toekomstige klanten van cafés, restaurants, bioscopen, theaters en musea. ‘En hoe is het in godsnaam mogelijk dat wij een van onze belangrijkste impulsen in de economie, de woningbouw, verslonzen. Ga met de bouwers en gemeenten om tafel zitten en ga bouwen. Mensen kunnen kopen, huren, een huis inrichten. Er moeten scholen en winkels komen; er komt een hele economie uit voort.’ Verontwaardigd: ‘Maar we doen er niets aan! Men neemt gewoon geen initiatief. Wij zeiden destijds als overheden: we moeten partijen bij elkaar brengen, om in kaart te brengen wat nodig is en hoe we dat georganiseerd krijgen. Vanuit de overheid komt er geen enkel initiatief op het gebied van woningbouw. It’s a shame!’ De overheid moet in zijn ogen daarnaast niet met alleen overlevingsgeld komen, zoals zij nu doet, maar met ‘dynamiseringsgeld’, zoals Van Gijzel het noemt. ‘Men staat veel te veel in de overlevingsstand.’ Online kennissessie Gebiedsontwikkeling: schakelen en makelen in een complexe werkelijkheid Donderdag 10 juni, 16.00 - 17.00 uur Het woningtekort is voor veel gemeenten een bekend én complex vraagstuk. De voor de hand liggende aanpak – bouwen, bouwen, bouwen – kan niet zomaar. Tijdens dit webinar gaan we op zoek naar hoe gemeenten in deze complexe werkelijkheid tot werkbare, uitvoerbare en innovatieve oplossingen kunnen komen. Meld u kosteloos aan voor deze online kennissessie! Inschrijven & informatie: www.bmc.nl/kennissessies Partners in verbetering

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 17 IN DE CLINCH Een Amsterdamse gemeenteambtenaar wordt ontslagen omdat hij ongepast en bot communiceert met leidinggevenden en collega’s. Is dat gedrag wel voldoende om hem op straat te zetten? MIDDELVINGER DEED DE EMMER OVERLOPEN Als de afdelings- en teammanager aan Kees* vragen of hij een recent verlof wil verwerken in het personeelssysteem, weigert hij dat. Gevraagd om uitleg spreekt hij met stemverheffing en loopt boos weg. Bij een volgend gesprek wordt Kees hierop – en op eerdere voorvallen – aangesproken. Zijn reactie: hij steekt zijn middelvinger op. Onacceptabel, en Kees wordt eervol ontslagen, na 39 jaar bij de gemeente Amsterdam. Bij werkloosheid op de ontslagdatum is aan hem een uitkering gegarandeerd, overeenkomstig de Werkloosheidswet. Kees vindt het maar niks, en procedeert erover tot aan de Centrale Raad van Beroep. Uit de Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA) blijkt dat een ambtenaar kan worden ontslagen als het belang van de gemeente dringend eist dat hij zijn functie op een andere wijze vervult. Volgens vaste rechtspraak kan deze ontslaggrond worden toegepast als een verstoorde arbeidsverhouding of een impasse in de weg staat aan vruchtbare verdere samenwerking, en voortzetting van het dienstverband redelijkerwijs niet van het college kan worden verlangd. Wel moet, toen het ontslagbesluit werd genomen, het duidelijk zijn dat herplaatsing elders binnen de gemeente niet mogelijk is of dat van (verdere) inspanningen geen resultaat is te verwachten. Het college heeft, aldus de Raad, aannemelijk gemaakt dat sprake was van een verstoorde arbeidsverhouding. Al in een beoordelingsgesprek in 2013 is aandacht besteed Hij is niet bereid zijn stijl van communiceren te veranderen aan de wijze waarop Kees communiceert. Daarover zijn afspraken gemaakt. Maar ook in de jaren daarna communiceert hij ongepast en ondermijnend jegens leidinggevenden en collega’s. Verder heeft Kees geweigerd bepaalde taken op te pakken en aan een cursus deel te nemen, terwijl dit van hem mocht worden verwacht. Zijn gedrag tijdens het ‘middelvinger-gesprek’ was voor het college de druppel die de emmer deed overlopen. Met dit gedrag, dat andere aanwezigen als beangstigend hebben ervaren, heeft hij het gezag van zijn leidinggevenden verder ondermijnd. Kees echter wijst op verklaringen van voormalig leidinggevenden ADVERTENTIE UITDAGENDE TIJDEN VRAGEN OM UITZONDERLIJK LEIDERSCHAP Breng jouw team naar een hoger niveau en creëer meer draagvlak. Volg de online masterclass Leiderschap in uitdagende tijden. Bekijk het programma op AlexvanGroningen.nl/BB en vroegere collega’s, die een ander licht op de zaak moeten werpen. Dat is voor de Raad echter te lang geleden. Maar was het wel duidelijk, toen Kees werd ontslagen, dat herplaatsing elders binnen de organisatie niet mogelijk was? Een detachering bij een andere afdeling is met onmiddellijke ingang beëindigd, vanwege zijn manier van communiceren met collega’s. Kees zegt dat ‘hij is wie hij is’ en is niet bereid zijn communicatiestijl te veranderen. Het college heeft terecht geconcludeerd, aldus de Raad in zijn uitspraak (22 april 2021) dat van herplaatsingsinspanningen geen resultaat is te verwachten. Voortzetting van het dienstverband kon redelijkerwijs niet van het college worden verlangd. Dan wil Kees het over geld hebben. Wordt een ambtenaar wegens een verstoorde arbeidsverhouding of een impasse ontslagen, dan maakt hij geen aanspraak op een bovenwettelijke uitkering bij werkloosheid – zo luidt de regel. Wel kan bovenop de werkloosheidsuitkering een compensatie worden toegekend, tenminste als het college een overwegend aandeel heeft gehad in het ontstaan en het voortbestaan van de situatie die tot het ontslag heeft geleid. Maar in dit geval lag de oorzaak van de verstoorde verhoudingen primair in het gedrag van Kees. Omdat het college geen overwegend aandeel had in de verstoorde verhoudingen kan Kees die compensatie wel vergeten. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:906

18 ESSAY LEEFBAARHEID FOTO: SHUTTERSTOCK FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY POSITIEVE VEILIGHEID Tien jaar werkte hij in diverse rollen bij de politie. Dat leerde Richard de Vries dat een veiligere leefomgeving niet ontstaat door hard ingrijpen. Zachtere methoden kunnen veel efficiënter en effectiever zijn. Dat hanteren van positieve veiligheid vereist wel een omslag in denken bij beleidsmedewerkers en professionals. Het is ongeveer vijf jaar geleden dat ik tijdens mijn dagelijkse surveillanceronde op mijn dienstfiets door de Haagse Schilderswijk fietste en de meldkamer via mijn oortje hoorde zeggen “13-01 wilt u naar de Schalk Burgerstraat gaan, daar staat een aantal jongeren met een bal tegen een muur te schoppen, bewoners hebben daar last van.” Als een goed diender betaamt, ben ik ter plaatse gegaan en trof drie jongens aan die in het zonnetje aan het voetballen waren. Ruimte is schaars in de drukbevolkte Schilderswijk en een zijmuur van een flat wordt dan al snel een geschikt object. Nadat ik de jongens had uitgelegd dat de hoekbewoner hoofdpijn kreeg van het gebonk en de jongeren had verzocht om ergens anders te gaan voetballen, vervolgde ik mijn wijkronde. Na ongeveer vijftien minuten kreeg ik de melding om naar de Delagoa-straat te gaan, om de hoek bij de Schalk Burgerstraat. Daar zou nu een aantal jongeren met een voetbal tegen een muurtje aan het schoppen zijn. Gedurende mijn dienstjaren bij de politie werd het steeds duidelijker. De werkwijze van wegsturen, beboeten of aanhouden is geen efficiënte manier voor het creëren van een veiligere leefomgeving. Overlast verplaatst zich door de wijk: een heengezonden arrestant wordt de volgende dag weer aangehouden en de beboete persoon rijdt een week later weer te hard. Je kunt hier spreken van een waterbedeffect. Je drukt ergens een probleem weg, maar dat probleem komt elders net zo hard weer omhoog. Bovengenoemde werkwijze houdt zichzelf in stand in een vicieuze cirkel van wegdrukken-verplaatsen en weer wegdrukken. Veranderkundige Hans Vermaak spreekt over werkingsmechanismes die zichzelf fixeren. Vastgeroeste handelingspatronen die elkaar in stand houden. De legitimiteit van die werkwijze wordt nog eens versterkt door enkelvoudige perspectieven zoals ‘deze manier werkt al jaren’ en bevestigende verhalen (anekdotische kennis), waarbij het aantal uitgeschreven proces-verbalen en het aantal arrestaties middels staafdiagrammen wordt gekoppeld aan de mate van veiligheid in de wijk. ANDERS De manier waarop in het algemeen met veiligheid wordt omgegaan kan anders. Zou het niet mooi zijn als de sociale en fysieke omgeving veiligheid stimuleert? Dus niet repressie en regelgeving als motivator maar een intrinsieke motivatie die ervoor zorgt dat een gemeenschap zich veilig, prettig en verbonden voelt met zowel de sociale als de fysieke omgeving. Deze manier van het creëren van veiligheid wordt ook wel positieve veiligheid genoemd. Het gaat hierbij om het stimuleren van de zachtere principes van samenleven waarin zaken als verbinding, empathie, eigenaarschap en betrokkenheid een prettige en veilige omgeving creëren. Volgens Marc Schuilenburg – een filosoof en jurist die doceert aan de afdeling strafrecht en criminologie van de Vrije Universiteit Amsterdam – ontstaat veiligheid door verbinding, betrokkenheid, empathie en zorg. Sociale waarden dragen bij aan de ervaring van een prettige en veilige omgeving. De dominante visie op veiligheid gaat uit van het bestrijden van onveiligheid door handhaving van wet- en regelgeving. Dit beeld over veiligheid komt voort uit het mensbeeld van Thomas Hobbes, een Engelse filosoof uit de zestiende eeuw. Hij zag de mens als een van nature kwaadaardig, egoïstisch wezen dat uit is op zelfbelang. Om deze kwade inborst in bedwang te houden moeten wetten en strafrechtelijke uitvoeringen strikt worden gehandhaafd. Alleen dan kan de veiligheid voor de maatschappij worden gegarandeerd. Het gedachtegoed van Hobbes is van grote invloed geweest op de manier waarop naar veiligheid wordt gekeken. Als we echter gaan kijken naar de betekenis van het woord veiligheid is daar een hele andere betekenis van af te leiden. Het Oudfriese woord ‘felig’, waar het woord veiligheid van afgeleid is, betekent beschut zijn en verwijst naar trouw en dierbaar. Deze positievere connotatie met het woord veiligheid wordt gedeeld door de Franse filosoof Matthieu Ricard. In meerdere onderzoeken heeft hij aangetoond dat er weinig tot geen wetenschappelijk bewijs is BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021

ESSAY 19 voor het gewelddadige mensbeeld van Hobbes. Uiteraard kent de mens gewelddadig gedrag, maar de rode draad is vreedzaam samenwerken om een veilige samenleving te creëren. Bioloog Frans de Waal omschrijft in The Age of Empathy dat een samenleving is gebaseerd op verbindingen. Het vormen van verbinding is diep verankerd in evolutionaire processen. Binnen deze verbinding zijn van nature voorgeprogrammeerde gedragseigenschappen als empathisch vermogen, zorg voor de ander, en hulp bieden belangrijke aspecten bij het vormen van gemeenschappelijke verbanden, zoals historicus Rutger Bregman aantoont in zijn bestseller De meeste mensen deugen. THUIS VOELEN Dit betekent dat veiligheid zich net zo goed vormt rondom zachtere principes van samenleven en hierin kunnen bijdragen aan een prettige en veilige omgeving. Het ervaren van empathie, het gevoel ergens bij te horen, en zorg behoren tot diepgewortelde behoeften van de mens. Dit vertaalt zich in het ergens thuis voelen, binding hebben met je woonomgeving, en relaties met andere bewoners. Je kunt bij positieve veiligheid beter spreken van het versterken van een veilige omgeving door te faciliteren, dan het bestrijden van onveiligheid door regelgeving en handhaving. We leven tegenwoordig in een wereld waarin meerdere groepen zich buitengesloten voelen en het gevoel missen een volwaardig deel van de samenleving te zijn. Je ziet dat terug in protesten van Black Lives Matter en berichten over gentrification. De overheid wil een inclusieve samenleving, een samenleving waarin iedereen meedoet en zich niet buitengesloten voelt. In de praktijk zie je dat het reguliere veiligheidsbeleid juist leidt tot exclusie. Bepaalde bevolkingsgroepen worden buitengesloten, denk hierbij aan daklozen, hangjongeren en ongedocumenteerden. Steeds meer groeperingen keren zich af van de overheid (gele hesjes, Viruswaanzin) en etnisch profileren in achterstandswijken was enige tijd geleden een hot topic. Al die groepen hebben behoefte aan de van nature voorgeprogrammeerde positieve gedragseigenschappen als ergens bijhoren (verbinding), gehoord worden (empathie) en het gevoel dat er iemand voor hen zorgt. Regelgeving is niet het beste middel bij het verwezenlijken van deze sociale basisbehoeften. Hoe zorg je voor geborgenheid, zorg en vertrouwen? Een praktijkvoorbeeld. Stel je een straat voor met aan de ene zijde oude arbeiderswoningen en aan de ander zijde de achterkanten van winkels met dichtgetimmerde ramen vol graffiti. In de straat ervaarden de bewoners erg veel overlast van uitgaande en schoolgaande BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021

en presenteren: Succes met Europa! Subsidieprogramma’s voor decentrale overheden 2021-2027 ● Hoe komt u erachter welke Europese subsidieprogramma’s er zijn? ● Waar moet uw project aan voldoen om in aanmerking te komen voor Europese fi nanciering? ● Gaat u voor één project of twee tegelijk en met welke samenwerkingspartners? ● Wie is uw contactpersoon kunt u daarbij krijge Tijdens het livestream-e vertegen woordigers van d verantwoordelijken voo de Europese subsidiebudge Europese bestuurders e Europa-deskundigen u eerste antwoorden geve U krijgt adviezen en tips kennis met succesvolle Ne projecten uit verschillen regio’s, op het gebied van belangrijke Europese th zoals duurzaamheid, smart cities, mobiliteit, klimaat en arbeidsmark 24 juni 2021 Ellen Nauta Met: Burgemeester Hof van Twente en oorzitter van de Nederlandse delegatie an het Comité van de Regio’s Gert-Jan Koopman Directeur generaal Begrotingen bij het directoraat-generaal van de Europese Commissie Tom Berendsen Lid Europees Parlement Vera Tax Lid Europees Parlement informatie en aanmelden > succesmeteuropa.nl livestream gratis

ESSAY 21 RICHARD DE VRIES ADVISEUR POSITIEVE GEDRAGSBEÏNVLOEDING EN LEEFBAARHEID BIJ HET ADVIESBUREAU URBAN SENSES IN VLAARDINGEN. daadwerkelijk uitstraalde, werd de overlast aanzienlijk minder en voelden bewoners zich veiliger. Zelfs de graffiti die de gemeente voorheen maandelijks liet verwijderen keerde niet meer terug. Overlastgevers kregen het gevoel dat er sociale controle in de straat was en gingen zich positiever gedragen. Je ziet in bovenstaand voorbeeld dat met een paar simpele creatieve toepassingen een gevoel van trots en eigenaarschap kan worden gecreëerd en het vertrouwen in de gemeente verbeterd. Iets dat met regelgeving, toezicht en handhaving niet is gelukt. Vermaak benoemt deze kleine slimme interventies als small wins, kleine stapjes die als een ware olievlek grotere verbeteringen in beweging zetten. jongeren die hun straat gebruikten om te wildplassen, gestolen goederen te stallen, alcohol te drinken en graffiti te spuiten. De straat zag er vies en smoezelig uit en volgens de bewoners werd hun steeg regelmatig vergeleken met een achterbuurt. Trots voor de straat was zowel door de bewoners als de mensen die er doorheen liepen ver te zoeken. De straat straalde geen eigenaarschap en toezicht uit. Bewoners hielden hun gordijnen dicht om zo min mogelijk mee te krijgen van wat er buiten gebeurde en overlastgevenden deden waar ze op dat moment zin in hadden. STICKERS Diverse reguliere middelen waren ingezet om de overlast te verminderen. Zo zijn er camera’s opgehangen en is de politie frequenter gaan surveilleren. Niets bleek echter te helpen en de bewoners waren het vertrouwen in de gemeente verloren. Totdat de gemeente een innovatiever middel ging inzetten, positieve gedragsbeinvloeding. In co-creatie met bewoners en een adviesbureau zijn diverse stickers ontwikkeld die op de dichtgetimmerde ruiten werden geplakt. Het waren stickers van net onderhouden woningen waarbij bewoners trots uit de ramen keken. Het gevolg van deze kleine ingreep was groot. De straat kreeg een verzorgde indruk en straalde eigenaarschap en toezicht uit. De straat communiceert nu ‘wij zijn trots op de straat en houden toezicht’. Dit gevoel van eigenaarschap straalde ook uit op de bewoners. Ze kregen weer het gevoel van dit is onze straat, we zijn daar zuinig op. Dat de bewoners het eigenaarschap terugkregen van de straat bleek onder andere uit het feit dat zij de gemeente hadden gevraagd om een potje verf, zodat ze samen met de buurt de graffiti konden overschilderen. Omdat de bewoners het gevoel van eigenaarschap terugkregen en de straat dat ook 1,2 MILJARD Het huidige veiligheidsbeleid kost de overheid niet alleen veel, het levert ook veel op. De veiligheidsindustrie is een miljardenindustrie. Alleen al de tien grootste particuliere beveiligers hadden in 2019 een totaalomzet van 1,2 miljard euro. Daar komen dan nog de leveranciers bij van veiligheidsapparatuur als alarmsystemen, sloten en camera’s. Maar ook de overheid verdient veel geld aan het huidige veiligheidsbeleid. In 2013 alleen al 1,1 miljard euro aan verkeersboetes. Je ziet dus dat er aan het vasthouden van reguliere veiligheidsmethodieken economische voordelen kleven en dat het in stand houden van onveiligheid en onveiligheidsgevoelens voor veel partijen belangrijk is. Vasthouden aan het vertrouwde kan ook meespelen. Het aanpassen van de visie op veiligheid is een tweede orde verandering, met een onzekere uitkomst. Als beleidsmedewerker moet je je begeven op onontgonnen terrein. Het veiligheidsbeleid van de afgelopen decennia is sterk bepaald door het beteugelen van slechte menselijke eigenschappen. De negatieve gevolgen van dit beleid zijn de laatste jaren pijnlijk zichtbaar geworden en uiten zich in verdeeldheid, het gevoel buitengesloten te worden en een verminderd veiligheidsgevoel. Etnisch profileren en de Black Lives Matter-beweging zijn hier voorbeelden van. De rek is eruit, burgers zijn regelmoe en de legitimiteit van de overheid staat onder druk. Er zijn te veel factoren die bijdragen aan het veiligheidsprobleem, zoals armoede, laaggeletterdheid, verslavingsproblemen en werkloosheid. Gelukkig zijn er ambassadeurs opgestaan als De Waal, Ricard en Schuilenburg, die een positief tegengeluid hebben laten horen. Zachtere methoden die een gevoel van verbinding, eigenaarschap en zorg stimuleren zijn veel effectiever. Veiligheid die niet met regelgeving wordt gerealiseerd, maar door ‘ Zelfs de graffiti keerde niet meer terug’ een positieve en sociale omgeving. Een omgeving die ervoor zorgt dat we vanuit een intrinsieke motivatie veilig en overlastvrij met elkaar omgegaan. INTRINSIEKE MOTIVATIE In het begin van dit betoog stelde ik de vraag: zou het niet mooi zijn als de sociale en fysieke omgeving veiligheid stimuleert? Ik denk dat het tijd wordt om het anders te doen. Een veiligheidsbeleid dat zijn kern vindt in zachtere, natuurlijke, positieve gedragseigenschappen. Als we deze natuurlijke menselijke behoeften kunnen verankeren in een veiligheidsbeleid, gaan mensen vanuit hun intrinsieke motivatie veiliger gedrag vertonen en zal vanzelf het vertrouwen in de overheid groter worden. Ik kan inzien dat het kiezen van andere sturingsmechanismes beangstigend kan zijn. Je begeeft je op onbekend terrein, waarbij de uitkomst niet vaststaat. Het is echter op vele punten zichtbaar dat het huidige veiligheidsbeleid tegen zijn grenzen aanloopt en niet meer matcht met de behoeften en vraagstukken uit de samenleving. Als we gezamenlijk willen strijden voor een leefbare samenleving, en dat is toch vaak de intrinsieke motivatie van een veiligheidsprofessional, is de omslag van denken nodig en wat mij betreft een logische keuze. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021

22 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: YOLANDA DE KOSTER In het coronajaar 2020 sloten veel minder gemeenten nieuwe contracten af voor de Wmo en de jeugdzorg. Het aantal gemeenten dat overstapte naar resultaatgerichte bekostiging is gekelderd; een trendbreuk. Steeds vaker worden zorg producten ‘opgeknipt’. Een crime voor aanbieders. ONDERZOEK INKOOP JEUGDZORG EN WMO AFREKENEN OP RESULTAAT OP Z’N RETOUR Jaarlijks nemen Niels Uenk en Madelon Wind van onderzoekscentrum PPRC de gemeentelijke inkoopcontracten voor de Wmo en jeugdzorg onder de loep. De resultaten van dat speurwerk belanden in de Monitor gemeentelijke zorg inkoop, waarin trends en ontwikkelingen worden gesignaleerd. Ook de contracten die vorig jaar zijn afgesloten, of zouden worden afgesloten, zijn bestudeerd. ‘Het is een atypisch jaar geweest’, concludeert Wind. Het jaar 2020 begon als vanouds. Gemeenten die per 2021 nieuw contracten moesten afsluiten, gingen aan het werk om de inkoop en aanbesteding voor te bereiden. Aanbestedingen werden gepubliceerd en, aanvankelijk, niet terugBekostigingsvorm Inspanningsgericht Resultaatgericht Populatiebekostiging Onbekend / overig* 2018 60% 31% 2% 7% 2019 70% 16% 6% 8% Jeugdhulp 2020 56% 41% 2% 1% 2021 91% 7% 2% 0% getrokken toen de coronacrisis in het vroege voorjaar tot de eerste lockdown leidde. ‘De hoop bleef dat per januari 2021 nieuwe contracten konden ingaan’, vertelt Wind. Die hoop bleek al snel ijdel. ‘Meer en meer zag je chaos ontstaan. Bij gemeenten, maar ook bij aanbieders.’ Beide partijen moesten alles op alles zetten om de zorg zo veel als mogelijk, maar coronaproof, voort te zetten. Over inkomstenderving moesten compensatieafspraken worden gemaakt. Bij gemeenten noch aanbieders was er ruimte om over nieuwe contracten te overleggen, offertes te maken of in te tekenen op aanbestedingen. ‘Veel gemeenten stelden daarom hun inkooptrajecten uit, vooral bij de complexere procedures met veel interactie tussen gemeente en zorgaanbieder’, aldus Wind. KELDERING Aanvankelijk voor een paar maanden, maar vaak werden de procedures voor langere tijd opgeschort. Uiteindelijk werden vorig jaar voor de jeugdzorg 171 nieuwe contracten per 2021 getekend, tegen 334 het jaar daarvoor. Bij de Wmo zijn op 1 januari 123 nieuwe contracten ingegaan, terwijl het per 2020 om 308 nieuwe overeenkomsten met aanbieders ging. Een flinke keldering. ‘Veel bestaande contracten zijn met een aantal maanden of een jaar verlengd’, ziet Wind. ‘Het ging zeg maar om noodcontracten, waarbij de nog vigerende contracten zijn gekopieerd en waarbij hooguit een prijsindexatie is doorgevoerd’, vult Uenk aan. Inmiddels zijn inkooptrajecten weer opgestart, met online dialoogsessies en dito marktconsultaties. Die kunnen bijvoorbeeld per juli of per 2022 tot nieuwe contracten leiden. De gemeenten die vorig jaar wel een nieuw inkoopcontract afsloten, hebben vaak voor BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 ACHTERGROND 23 het open house instrument gekozen. Opvallend, vindt Uenk, omdat die inkoopmethode – waarbij alle aanbieders die aan de gemeentelijke eisen voldoen hulp en zorg mogen verlenen – op zijn retour bleek te zijn. ‘Veel gemeenten willen het aantal aanbieders terugdringen.’ Dat hopen ze via een overheidsopdracht (een zogeheten selectieve aanbesteding) te bewerkstelligen. Andere gemeenten stellen binnen een open house meer criteria, ziet Uenk echter ook. Ook daardoor vallen aanbieders af. Maar van afname in het gebruik van het open house instrument is vorig jaar geen sprake geweest, zo blijkt uit het onderzoek. Bij de jeugdzorg is zelfs sprake van een forse stijging: 76 procent van de nieuwe contracten per 2021 is via open house afgesloten. Per 2020 ging het om slechts 23 procent. Bij de Wmo werd meer dan de helft van de contracten (53 procent) die per 2021 zijn ingegaan, via open house afgesloten. Bij de inkoop voor 2020 lag dat op hetzelfde percentage. ‘Het was te complex om in deze coronatijd selectief in te kopen’, denkt Wind. ‘Als er geen corona was geweest, vermoeden we dat er bij de Wmo veel minder via open house zou zijn ingekocht en dat er bij de jeugdzorg sprake zou zijn van een lichte afname’, stelt Uenk. ONDER VUUR Open house ligt al langer onder vuur, stellen beide onderzoekers. Minister De Jonge (VWS, CDA) is er van meet af aan fel tegenstander van geweest. Ook bij staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS, ChristenUnie), die vorig jaar het dossier jeugdzorg van De Jonge heeft overgenomen, gaan de handen er niet voor op elkaar. ‘Recenter wordt het verband gelegd tussen de toename van de kosten voor jeugdhulp en de grote tekorten daarop. Tot op heden is die relatie niet door betrouwbaar onderzoek vastgesteld’, stelt Uenk. Toch verwachten beide onderzoekers dat gemeenten door dergelijke berichten nog terughoudender zullen worden om voor open house te kiezen. De Jonge is al snel na zijn aantreden eind 2017 de strijd aangegaan tegen de verplichte Europese aanbesteding voor de jeugdzorg en Wmo. Daarvoor heeft hij ook in Europa gepleit, maar krijgt het daar vooralsnog niet voor elkaar. Recent heeft het kabinet een wetsvoorstel tot het schrappen van het zogeheten emvi-criterium bij de Kamer ingediend. Gemeenten moeten tot nu toe bij aanbestedingen in zee gaan met de economisch meest voordelige inschrijving (emvi). Nu die verplichting eraf gaat, is er meer ruimte voor onderhandelingen tussen gemeenten en aanbieders. Het maakt aanbestedings‘ Dit wordt een grote chaos voor aanbieders’ Bekostigingsvorm Inspanningsgericht Resultaatgericht Populatiebekostiging Onbekend / overig* Wmo 2018 62% 35% 3% 0% 2019 68% 25% 0% 7% procedures zonder offertefase mogelijk. Het is niet duidelijk wanneer de nieuwe Wet maatschappelijk verantwoord inkopen Jeugdwet en Wmo 2015 van kracht wordt; Tweede en Eerste Kamer moeten zich er nog over buigen. ‘Het is wel een interessante beweging als gemeenten en aanbieders meer kunnen onderhandelen’, vindt Uenk. Als aanbesteden wat makkelijker wordt, of de uitkomst ervan in ieder geval meer aan de wensen van de aanbestedende gemeente voldoet, laten mogelijk meer en meer gemeenten open house links liggen, zo hoopt het kabinet. Uit de cijfers over 2020 lijkt op het eerste gezicht dat gemeenten veel meer dan voorheen de uitbesteding van Wmo en jeugdzorg zijn gaan subsidiëren. ‘Het is simpelweg het gevolg van Covid-19. Anders dan veel andere inkooptrajecten, liepen inkoop met subsidie-instrument voor 2021 daarom onverminderd door. Dit vertekent het beeld per 2021’, aldus Wind. Een flinke trendbreuk zien Wind en Uenk wel in bekostigingsvormen (zie grafieken). Aan de ingezette trend om van inspanningsgerichte financiering over te stappen naar ‘outputgerichte’ bekostiging is vorig jaar een abrupt einde gekomen. Aanbieders worden daarbij op het vooraf afgesproken resultaat afgerekend, en niet op hun inspanningen om een resultaat te bereiken (prijs maal hoeveelheid). De laatste 2020 28% 2021 84% 35% 7% 21% 16% 0% jaren lag het percentage Wmo-voorzieningen dat op concrete output (resultaat) werd bekostigd, stabiel op een derde. ‘Vooral bij de jeugdzorg was outputgerichte bekostiging met een opmars bezig’, stelt Uenk. Van de in 2019 afgesloten jeugdzorgcontracten werd bij nog slechts 16 procent gekozen voor ‘afrekenen op resultaat’; een jaar later was dat aandeel gestegen naar 41 procent. ‘Voor de 2021-contracten keldert de toepassing van outputgerichte bekostiging. Nog slechts 7 procent van de nieuwe Wmo- en jeugdzorgcontracten voor 2021 zijn outputgericht bekostigd. Gemeenten lijken massaal terug te vallen op inspanningsgerichte contracten’, aldus Uenk. TE COMPLEX Corona zal daaraan hebben bijgedragen, vermoeden de onderzoekers. Veel gemeenten hadden plannen om over te gaan op resultaatgerichte financiering of speelden met de gedachte taakgerichte bekostiging (populatiebekostiging) in te voeren, maar durfden de overstap naar een nieuw financieringsmodel niet aan. ‘Ze vonden dat mogelijk te complex in een crisisjaar of hebben hier meer tijd voor nodig’, vermoedt Wind. Maar ook de financiële tekorten van gemeenten spelen mee om af te zien van een nieuwe financieringssystematiek, denkt Uenk. ‘Vooral bij de jeugdzorg was de afgelopen jaren in10%

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 24 ACHTERGROND SOCIAAL novatie, flexibiliteit en geen kind tussen wal en schip het leidmotief bij de inkoop. Nu staat kostenbeheersing met stip op nummer één.’ Gemeenten willen grip en controle op de kosten krijgen en boven tafel krijgen waar ‘het lek’ zit. ‘En o ja, de cliënt staat ook nog centraal’, voegt Uenk daar cynisch aan toe. Een laatste opvallende trend is het ‘segmenteren’ van de jeugdhulp: het opnieuw indelen van de ondersteuningsvormen, in geheel andere segmenten dan voorheen bij inkoop gebruikelijk waren. Gemeenten kopen vervolgens deze verschillende segmenten op verschillende manieren in. Wmo en jeugdzorg werden voorheen weliswaar apart ingekocht, maar wel grotendeels met dezelfde inkoopprocedure en bekostigingsvorm. ‘In de beginjaren van de decentralisatie hanteerden gemeenten een one size fits all voor de inkoop van Wmo-ondersteuning en jeugdzorg’, aldus Uenk. ‘We zien gemeenten nu de inkoopstrategie differentiëren per ondersteuningsvorm.’ Lichte ambulante ondersteuning wordt bijvoorbeeld via open house ingekocht, terwijl specialistische jeugdzorg via een selectieve ‘ Veel bestaande contracten zijn verlengd’ aanbesteding wordt geregeld waarbij een paar aanbieders aan de slag mogen, maar wel met een budgetplafond. Voor gecertificeerde instellingen (GI’s, jeugdbescherming en -reclassering) wordt weer een subsidie-tender uitgeschreven. CHAOS ‘Als er een logische indeling wordt gehanteerd die aansluit bij bestaande structuren die gemeenten in afgelopen jaren hebben opgetuigd, is dit een positieve ontwikkeling. Dan passen gemeenten maatwerk toe bij het inkopen’, zegt Uenk. ‘Maar daar wringt de schoen. We zien dat jeugdhulpregio’s een nieuwe segmentering op te rigide wijze doorvoeren, met te weinig oog voor effecten op het contracteren.’ Aanbieders die verschillende zorgvormen leveren, moeten dus voor verschillende ADVERTENTIE segmenten meedingen en zich voor evenzo veel zorgvormen verantwoorden. ‘Dit draagt niet bij aan administratieve lastverlichting’, stelt Uenk. ‘Dit wordt een grote chaos voor aanbieders’, vreest Wind. Een interessante ontwikkeling vinden de onderzoekers het inkopen op basis van de omvang van de ondersteuningsbehoefte. Voor cliënten met enkelvoudige zorgbehoefte hanteert de gemeente daarbij een andere inkoopstrategie dan voor cliënten met multi-problematiek. Wind: ‘Gemeenten hanteren dan bijvoorbeeld een open house voor de ‘enkelvoudige’ problematiek, en een taakgerichte bekostiging van hoofdaannemers die zich moeten richten op de multi-problematiek.’ Uenk: ‘Als gemeenten heel doordacht maatwerk toepassen bij hun inkoopmethodiek heeft het grote voordelen.’ Balanceren op het slappe koord 30 september 2021 Hoe halen we de overkant? De samenleving zit op slot, de economie draait op halve kracht en we besteden tientallen miljarden om de boel overeind te houden. Het einddoel is om met zoveel mogelijk mensen en met een minimum aan economische schade de overkant te halen. Het is als balanceren op een slap koord. Daar is moed, wendbaarheid en creativiteit voor nodig. Van u en van uw organisatie. En wat gaat u doen als we eenmaal de overkant hebben gehaald? Daarover gaan we met u en prominente bestuurders en experts in gesprek tijdens het Jaarcongres Public Finance. Mogen we een van de exclusieve toegangskaarten voor u reserveren? Financieel eindverantwoordelijken, fi nancieel directeuren, fi nancieel managers, concern controllers en board members met een fi nanciële portefeuille werkzaam in het publieke domein melden zich gratis aan via PublicFinance.nl. Donatello Piras Dagvoorzitter Ontmoet topsprekers als: Jeroen Dijsselbloem Voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid Mathijs Bouman Econoom, journalist en huiseconoom van Nieuwsuur Albert Jan Kruiter Oprichter van het Instituut voor Publieke Waarden Volledige programma en reserveren via PublicFinance.nl

DOOR: MICHIEL MAAS FOTO: FLIP FRANSSEN / ANP-HH RUIMTE DOOR ACHTERGROND 25 De coronacrisis veroorzaakt lege binnensteden. Voor centra die het toch al moeilijk hadden, lijkt het de druppel. Maar ook voorheen populaire binnensteden lijden onder het gebrek aan bezoekers. Hoe krijg je het centrum straks weer bruisend? Bericht uit Deventer en Roosendaal. CORONA DWINGT GEMEENTEN TOT SCHERPER CENTRUMBELEID REANIMATIE VOOR HET STADSHART LEGE TERRASSEN Het centrum van Deventer, wachtend op heropening en lente

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 26 ACHTERGROND RUIMTE DOOR Pleinen waar voorheen kon worden geparkeerd, werden omgevormd tot terras Peter Brouwer groet tientallen keren een passant tijdens een wandeling door het centrum van Deventer. De binnenstadmanager kent de winkeliers, de pandeigenaren en de gemeenteambtenaren die rond het middaguur door de oude binnenstad lopen. De winkeliers hebben ook tijd om hem te groeten; begin april blijft het winkelbezoek nog beperkt tot winkelen op afspraak, en de winkelstraten zijn leeg. Brouwer wijst op een koffiebar ‘net deze week geopend’ en laat zien wat er is verfraaid aan het straatwerk en de gevels. ‘Er zijn de afgelopen tijd duizenden liters verf tegenaan gegaan.’ Brouwer startte als binnenstadmanager van de Hanzestad na het faillissement van V&D. Het vertrek van het warenhuis liet een gat achter in een prominente winkelstraat in de stad. Ook op andere plekken in de binnenstad stonden grote oppervlaktes winkelvastgoed leeg. Gemeente, winkelbedrijven en vastgoedeigenaren wezen vooral naar elkaar voor de oplossing van het probleem. Brouwer wist de partijen bij elkaar te krijgen om Deventer als een gezamenlijk project, als één merk, weer op de kaart te krijgen. ‘Met de ondernemers en vastgoedeigenaren hebben we een businessplan geschreven waarin we duidelijke keuzes maakten over welke kant het op moet met de binnenstad. De gemeente was ook enthousiast.’ De keuzes waren fors: het totale oppervlakte aan winkelruimte moest omlaag, en het winkelgebied moest worden beperkt. Oude winkelstraatjes werden bestemd tot woongebied. Pleinen waar voorheen kon worden geparkeerd, werden omgevormd tot terras. Het verdwijnen van parkeerruimte zorgde wel voor wat discussie, erkent Brouwer. ‘Maar de sfeer in de stad is er door dit soort maatregelen zeker op vooruit gegaan.’ Inmiddels is het bijna vijf jaar later en is een hoop veranderd in de stad. Terwijl grote winkel- en vastgoedbedrijven zich terugtrokken, kwamen er veel lokale eigenaren voor in de plaats. Dat is positief voor de betrokkenheid van de ondernemers bij de stad, vindt Brouwer. ‘Die liefde heb je echt nodig.’ Ook werd het wonen in de leegstaande ruimte boven winkels gestimuleerd. ‘De medewerking van de gemeente is essentieel.’ Brouwer wijst op de Keizerstraat, de entree naar het winkelgebied. ‘De aantrekkelijke inrichting van zo’n straat maakt het verschil voor de beleving van een stad. Als ik een mooi verzorgd tuinpad zie, kan ik al veel zeggen over hoe de woning er van binnen uitziet.’ Naast de voormalige V&D zit inmiddels een supermarkt. ‘Een binnenstad met meer bewoners kent ook een andere dynamiek: mensen die hier wonen moeten ook gewoon hun dagelijkse boodschappen doen.’ Maar toen kwam corona. INVESTERING In recent onderzoek van Andersson Elffers Felix (AEF) naar de financiële gevolgen van de coronacrisis voor gemeenten wordt de binnenstad expliciet als risico benoemd. ‘De verwachting vanuit de meeste gemeenten is dat er, ondanks de huidige steun vanuit rijk en gemeenten, op middellange termijn zaken zullen verdwijnen uit het straatbeeld. Dit schaadt de inkomsten uit ozb, zowel door de waardedaling van commerciële pande n als door de toename aan dubieuze debiteuren. Ook vermindert het inkomsten uit parkeren, toeristenbelasting en precariobelasting.’ AEF ziet bij een aantal gemeenten de wens ontstaan om de komende jaren een substantiële investering te doen in de binnenstad. ‘Wel is dit voornemen logischerwijs alleen voorbehouden aan gemeenten die verwachten ook na de coronacrisis in goede financiële gezondheid te zijn.’ De coronacrisis heeft de al langer bestaande trend slechts versterkt. Veel binnensteden hebben sinds begin deze eeuw last van toenemende leegstand in winkelcentra. Belangrijkste oorzaak is de enorme vlucht die het online winkelen heeft genomen. Bovendien groeide het winkeloppervlak in veel binnensteden in de jaren van 1990 tot 2005 nog fors, waardoor faillissementen na de financiële crisis in 2008 vervolgens voor nóg grote gaten zorgden. Maar niet alleen de markteconomie speelt een rol: veel gemeenten hielden zich de afgelopen dertig jaar opvallend afzijdig als het ging om de koers van de eigen centra. Ze waren terughoudend in het stellen van eisen aan het soort detailhandel in straten en aan het uiterlijk van de winkels. Dat zorgde ervoor dat veel binnensteden ouderwets bleven en niet meer aansloten bij de wensen van de huidige consument. Funshoppers weken uit naar hippere steden. De centra met veel leegstand raken zo in een neerwaartse spiraal: er worden steeds minder eisen gesteld aan nieuwe ondernemers die – eindelijk – een leegstaand winkelpand vullen en er is steeds minder geld beschikbaar om de openbare ruimte aantrekkelijk te houden. De effecten verschillen per binnenstad, zo blijkt uit rapporten van onder meer het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). In de grote steden en in aantrekkelijke regionale centra is de leegstand beheersbaar. Maar steden buiten de Randstad met alleen een regionale winkelfunctie hebben het moeilijk. Zoals Doetinchem, Oss, Emmen én Roosendaal. FACILITEREND In de West-Brabantse gemeente staat inmiddels meer dan een kwart van de vierkante meters winkeloppervlak leeg. Al in 2013 vroeg Roosendaal aan stedenbouwkundige Riek Bakker om de binnenstad grondig door te lichten en de stad weer aantrekkelijk te maken. Aan dat plan, waarin Bakker onder meer adviseerde om het winkelgebied fors in te krimpen, de openbare ruimte te verfraaien en autoverkeer in een vaste route om de binnenstad te sturen, houdt wethouder Cees Lok (binnenstad, VVD) nog steeds vast. ‘We hebben ons in het hele proces als gemeente vooral faciliterend opgesteld. Riek Bakker heeft met iedereen gesproken, van bewoners en winkelend publiek tot winkeliers, pandeigenaars en horecaondernemers. Ze had echt een onafhankelijke stem, we wilden als gemeente niet de trekker zijn.’ Het resulteerde ook in een onafhankelijk binnenstadsbestuur dat richting moet geven aan de ontwikkeling van het centrum en het uitvoeren van het plan-Bakker. Inmiddels gaan de plannen verder. Onlangs reageerde de gemeenteraad positief op het initiatief om van de Dr. Braberstraat voortaan een woonstraat te maken. Een symbolische stap, want de straat ligt midden in het traditionele winkelgebied en was vroeger vooral bekend door het immense gebouw van V&D. En waar het warenhuis teloorging door de veranderende tijd, moet ook de straat, waar inmiddels vrijwel alle panden leeg staan, veranderen. Er komt plek voor zo’n tweehonderd woningen. Ook elders in de binnenstad ontstaat meer gelegenheid voor wonen, zegt Lok. ‘Inmiddels hebben we de strikte bestemming van winkelpanden losgelaten. Overal mag nu alles. Dat betekent dat ook in leegstaande plinten van hoogbouw, waar vroeger nog een bestemming voor detailhandel of kantoor op zat, voortaan gewoond kan worden.’

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 Credit: Erald van der AA / ANP-HH ACHTERGROND 27 ‘ Inmiddels hebben we de strikte bestemming van winkelpanden losgelaten’ Het proces in Roosendaal is acht jaar na de plannen van Riek Bakker nog steeds niet af. Volgens Lok is herontwikkeling van een binnenstad een zaak van lange adem. ‘Veel praten. Soms succesvol, soms niet. Om ondernemers zo ver te krijgen dat ze een winkelpand buiten de compacte binnenstad verlaten en zich erbinnen gaan vestigen is niet altijd makkelijk. Je moet ze verleiden en soms zachte dwang toepassen.’ CORONA Zo maken Deventer, Roosendaal en tal van andere grote en kleinere steden plannen voor een vernieuwing van de binnenstad. Maar door de coronacrisis is het voorlopig onduidelijk of maatregelen effect zullen hebben. Zet de leegstand niet alleen maar harder door? Door het verdwijnen van het funshoppen hebben ook voorheen ‘sterke’ binnensteden het inmiddels moeilijk. Het grote voorbeeld is Amsterdam, waar het wegvallen van de toeristen een zware wissel trekt op de winkelgebieden. Anderzijds profiteren sommige binnensteden die het moeilijk hadden nu van de wens om tijdens de pandemie vooral lokaal boodschappen te doen en te winkelen. Cijfers die over de gevolgen van de coronacrisis voor winkelcentra uitsluitsel moeten geven, tonen vooralsnog een vertekend beeld. Het aantal faillissementen ligt opvallend laag, vanwege de overheidssteun aan noodlijdende bedrijven. Volgens een verkenning van het PBL van december 2020 moet de grote klap nog komen. De leegstand kan, als de winkels weer geheel op eigen benen moeten staan, oplopen tot 40 procent, waarschuwt het planbureau. Toch adviseert het PBL gemeenten om nuchter te blijven: dynamische binnensteden komen er over het algemeen wel weer bovenop. En de binnensteden die het voor coronacrisis al moeilijk hadden? Volgens Marcel Evers van INretail, de brancheorganisatie voor de detailhandel, is het voor die geADVERTENTIE meenten zaak een duidelijk beleid te voeren. Hij verwacht dat na de coronacrisis op termijn 10 tot 20 procent van de winkelruimte zal verdwijnen. ‘We verwachten niet dat de verkoopcijfers zullen terugkomen op het niveau van daarvoor. Een deel van de groei van de internetverkopen zal blijven. Die gaat ten koste van de winkelstraat. Dat betekent dat gemeenten een visie moeten hebben op de toekomst van de binnenstad. Welke voorzieningen hebben we echt nodig? Wat zal er vermoedelijk verdwijnen?’ Maar de beantwoording van dergelijke vragen moet volgens Evers niet beperkt blijven tot de gemeenten die nu al te maken hebben met veel leegstand. ‘Ook in Amsterdam zie je dat binnen de gemeente nu anders over het centrum wordt gedacht. De eigen binnenstad moet ook beter leefbaar worden gemaakt voor de eigen inwoners. Er moet creatiever worden gekeken naar functies die verder gaan dan detailhandel; naar meer groen, meer openbare ruimte en bestemmingen als wonen.’ Het zijn moeilijke keuzes, zowel voor veel politici als voor ondernemers. En als die keuzes zijn gemaakt en de revitalisering van de binnenstad in gang is gezet, blijft het onvoorspelbaar hoe de detailhandel en horeca uit de coronacrisis zullen komen. Dat is ook een overpeinzing van Peter Brouwer in de binnenstad van Deventer. ‘We hebben er de afgelopen jaren voor gezorgd dat de kaalslag in onze binnenstad is uitgebleven. Ik hoop echt dat ik dat over een half jaar nog steeds kan zeggen.’ Online kennissessie Herijking van het gemeentefonds: kans of bedreiging? Donderdag 24 juni, 16.00 - 17.00 uur Het gemeentefonds is de belangrijkste inkomstenbron van gemeenten. De herijking van het gemeentefonds heeft dan ook grote gevolgen. Tijdens dit webinar analyseren we de impact. Wat betekent een toename of afname van budget en wat kunt u hiermee? En wat betekent dit voor de complexe opgaven waar gemeenten mee te maken hebben? Meld u kosteloos aan voor deze online kennissessie! Inschrijven & informatie: www.bmc.nl/kennissessies Partners in verbetering

28 SERIE DE MINISTERIES DOOR: WIM VAN MEURS Angelsaksische analisten spreken van ‘de drie Ds’ – Defence, Diplomacy, Development. De eerste twee horen als ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken al eeuwen bij de zekerheden van elke kabinetsformatie. Alleen Ontwikkelingssamenwerking is van recente datum. Die schijn van onveranderlijkheid bedriegt: Europese integratie en andere naoorlogse ontwikkelingen lieten wel degelijk hun sporen na in deze aloude instituties. MARGINALE ROL BUITENLANDPOSTEN BIJ KABINETSFORMATIES BUZA, EENS SPEELPLAATS VAN DE HOGE HEEREN Zoals in deze reeks al eerder ter sprake kwam, drukken sommige ministeries een duidelijk stempel op de gewenste beroepservaring van potentiële portefeuillehouders. Lange tijd was het in Nederland gebruikelijk om op Buitenlandse Zaken een militair of een diplomaat te benoemen, maar net zo lief ook een koopman of bankier. Voorbeelden hiervan zijn generaalmajoor Joannes Josephus van Mulken in de jaren 1870 of de diplomaat Frans Beelaerts van Blokland rond 1930. Een adellijke titel was geen voorwaarde, maar wel een pré voor een benoeming op deze post. Terwijl Buitenlandse Zaken nog lang daarna duidelijk meer adellijken in dienst had dan andere ministeries, was Carel Godfried Willem Hendrik baron van Boetzelaer van Oosterhout direct na de oorlog de laatste adellijke minister. In de negentiende eeuw kende elke onafhankelijke staat naast een ministerie van Buitenlandse Zaken ook over een ministerie van Oorlog. Benamingen als ‘Kriegsministerium’ in Berlijn of het ‘ministero di guerra’ in Rome wonden er evenmin doekjes om. In Parijs wisselde de benaming sinds de afschaffing van het ‘Ministère de la Guerre’ in 1948 tussen ‘Ministère des Armées’ en ‘Ministère de la Défense’. Deze laatste, thans wereldwijd gebruikelijke benaming werd in Nederland in het kader van de neutraliteitspolitiek al in 1928 ingevoerd en het ministerie van Oorlog werd na de Tweede Wereldoorlog in 1959 opnieuw omgedoopt. Het mag geen verrassing zijn dat onder ministers van Oorlog sinds Thorbecke enige baronnen en jonkheren te vinden waren en vanzelfsprekend ook hoge officieren; bijvoorbeeld luitenants-generaal Menno David van Limburg Stirum in de jaren 1870 en Willem Frederik ridder van Rappard een kwart eeuw later. De traditie om voor deze portefeuille, ongeacht politieke kleur, een ervaren militair te benoemen hield iets langer stand dan de benaming ‘ministerie van Oorlog’. De laatsten waren Piet de Jong en Willem den Toom in de kabinetten De Jong en Zijlstra (1966-67; 1967-71). Net zozeer in het tijdsbeeld paste Jeanine Hennis als eerste vrouwelijke minister in het kabinet-Rutte II. Opvallend is dat bij de niet weinige formaties sinds het kabinet-Den Uyl (1973-1977) voor Plein 4 steeds een CDA-er of een VVD-er werd gekozen, met Hans van Mierlo (D66) en Relus ter Beek (PvdA) als uitzonderingen. Wellicht is het typisch Nederlands dat deze post minder vaak de opmaat naar een prominente politieke loopbaan is. Wim van Eekelen als latere secretaris-generaal van de West-Europese Unie en Frits Bolkestein als liberale fractievoorzitter en Eurocommissaris zijn voor de afgelopen halve eeuw uitzonderingen die deze regel bevestigen. INGESLETEN WANTROUWEN Ook op het beleidsterrein van de ontwikkelingssamenwerking laat een kleine Europese rondvlucht zien dat de naamgeving weinig variatie kent. In Berlijn is het Bundesministerium für wirtschaftliche Zusammenarbeit und Entwicklung in de wandelgangen bekend als BMZ. Door de dekolonisatie en de solidariteitsbewegingen met ‘de Derde Wereld’ werd ontwikkelingshulp en later ontwikkelingssamenwerking sinds de jaren zestig een beleidsterrein dat een eigen ministerie of minstens een eigen afdeling binnen een ministerie verdiende. Het BMZ werd in DE MINISTERIES Historici van de Radboud Universiteit staan in deze serie stil bij de geschiedenis van belangrijke ministeries. Wat moeten de bewindspersonen over hun ministerie weten? Deel 4: Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking. 1966 in Bonn ingericht, niet toevallig tijdens de eerste regering van de sociaaldemocratische SPD. Ook in Londen was het de Labour-regering van Harold Wilson die in dezelfde periode een Ministry of Overseas Development creëerde. Hieruit ontstond het Department for International Development (DFID), geleid door een staatssecretaris. Nederland kende dezelfde constructie: een minister zonder portefeuille en Ontwikkelingssamenwerking als zelfstandige eenheid binnen het ministerie van Buitenlandse zaken: Directoraat-generaal voor Internationale Samenwerking (DGIS). De katholieke premier Cals tekende hiervoor in 1965, al hadden de PvdA-jongeren geen goed woord over voor het ‘partijpolitieke gemarchandeer’ met deze belangrijke nieuwe post en daarom ook niet voor de eerste minister, de katholiek Theo Bot, die van Onderwijs kwam. Ook de recente keuze om ontwikkelingssamenwerking meer te integreren in en samen te voegen met internationale handel is een Europese

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 Foto: NATIONAAL ARCHIEF SERIE 29 ‘ Een adellijke titel was geen voorwaarde, maar wel een pré’ trend. Buitenlandse Handel werd met het kabinet-Rutte II overgeheveld van Economische Zaken. In het kabinet-Rutte III was Sigrid Kaag minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Zoals de oorspronkelijke benaming in 1965 met ‘Minister voor Hulp aan Ontwikkelingslanden’ nog een paternalistische toonzetting had, signaleert de fusie met buitenlandse handel een afbouwen van de uitzonderingspositie van de vroegere ‘Derde Wereld’. Sinds de Tweede Wereldoorlog onderscheiden de bewindslieden in deze driehoek van internationale beleidsterreinen zich nauwelijks meer van elkaar in sociale afkomst, opleiding of carrière. Hun politieke wil tot samenwerking in het belang van Nederland en de wereld zegt niet alles. Nu misschien minder dan vroeger, maar decennialang was het vanzelfsprekend dat een ministerie van Defensie andere medewerkers rekruteerde dan het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking. Het gevolg was vaak een diep ingesleten wantrouwen tussen bijvoorbeeld diplomaten en ontwikkelingswerkers, waar geen coalitieakkoord of regeringswisseling iets aan leek te kunnen veranderen. Ook internationaal is dit een bekend probleem. Het Berlijnse Außenministerium en het BMZ voor ontwikkelingssamenwerking hadden bijvoorbeeld decennialang deze reputatie. Of BMZ nu in handen van de SPD of van de conservatieve CSU was en zelfs toen Die Grüne de minister van Buitenlandse Zaken leverden (1998-2005). Tegelijkertijd zijn er steeds meer internationale vraagstukken die een coherente gezamenlijke strategie van militaire missies, diplomatie en ontwikkelingspolitiek vereisen. Institutionele antipathieën en isolationisme tussen de relevante ministeries is hiervoor het slechtst denkbare uitgangspunt. Een Duitse studie naar de prestaties van de ministeries in Berlijn, Washington, Londen en Den Haag, maar ook de vergelijkbare instituties van de Europese Unie en de Verenigde Naties leverde al jaren geleden een verrassend resultaat op. Juist in de landen met een koloniaal verleden – Engeland en Nederland – bleken deze ministeries het best op elkaar ingespeeld. Institutionele rivaliteit is er altijd, maar ze werd in Berlijn, Washington en Brussel veel nadrukkelijker als groot en onoplosbaar euvel beschouwd. Ontvangst en beëdiging nieuwe ministers door koningin Juliana. Ministers Beyen (links) en Luns (2 september 1952; Soestdijk, Utrecht) EUROPESE ZAKEN Voor de ‘staalkaart’ van de ministeries, waar van kabinetsformatie tot kabinetsformatie meestal niet veel aan veranderde, was het proces van Europese integratie een uitdaging. Sinds de oprichting van de Europese Gemeenschappen in de jaren vijftig werd het al snel onmogelijk om ‘Europa’ simpelweg onder buitenlandse betrekkingen te vatten. De betrekkingen met de vijf, en later acht en zelfs elf andere lidstaten werden steeds intensiever. Bovendien vergde de omgang met de Europese instituties bijzondere expertise waarover niet elke diplomaat en elke ministeriële ambtenaar beschikte. Het feit dat Europese besluiten directe uitwerking hadden op Nederlands beleid maakt de zaak niet eenvoudiger. De klassieke scheiding tussen binnenlands en buitenlands hield hier geen stand. De aanpassing aan deze nieuwe werkelijkheid begon in veel landen al in de jaren vijftig met een aparte afdeling Europese Zaken binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken. Nederland begon hier met een eenmalige en unieke constructie: de partijloze Wim Beyen was minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Drees III, maar de KVP-er Joseph Luns was dat ook. Om de eindeloze competentieconflicten uit de weg te gaan, richtte Beyen zich op de Europese integratie en speelde een sleutelrol in de totstandkoming van de Europese Economische Gemeenschap en het Verdrag van Rome (1957). Sindsdien werd voor de eenvoudigere oplossing van een aparte staatssecretaris van Europese Zaken gekozen, die tot de formatie van het kabinet-Rutte II zou blijven bestaan. Net als toen geldt dat de politieke herschikking in 2012 niets veranderde aan de ambtelijke organisatie met een Directeur-generaal Europese Samenwerking (DGES). Alleen landen die ernaar streven om lid te worden van de Europese Unie, kennen

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 Foto: André van den Heuvel/ANP-HH 30 SERIE DE MINISTERIES een apart ministerie voor Europese Zaken, soms zelfs een ministerie voor Europese Integratie. Zeker voor kleinere kandidaat-lidstaten vormen de onderhandelingen met Brussel over de verschillende toetredingshoofdstukken van het acquis (Gemeenschapsrecht) een grote ambtelijk-organisatorische uitdaging. Een dergelijk ministerie met voldoende staf en in-house deskundigheid is absoluut noodzakelijk om de onderhandelingen in goede banen te leiden. Tegelijk moet elk ministerie voor specifieke beleidsterreinen input leveren voor de onderhandelingen: van milieuwetgeving tot hygiëne in slachthuizen, van de onafhankelijkheid van het Openbaar Ministerie tot minderhedenpolitiek. Er is immers nauwelijks een beleidsdossier dat Brussel niet interesseert. ‘ Er is nauwelijks een beleidsdossier dat Brussel niet interesseert’ Zo kent Kroatië, het laatste land dat in 2013 toegetreden is, nu een ministerie voor Buitenlandse en Europese Zaken, maar in het heetst van de strijd om het kandidaat-lidmaatschap (2000-2005) was er een heus ministerie voor Europese Integratie. In de praktijk zullen de taken van het voorafgaande Regeringsbureau voor Europese integratie niet veel anders geweest zijn en ook niet toen het ministerie in 2005 opgenomen werd in Buitenlandse Zaken. Voor de eerste pro-westerse premier Ivica Ra an en president Stjepan Mesi was het een belangrijk politiek signaal om Kroatië’s commitment te onderstrepen. Ook in Oekraïne, Albanië, Georgië en Servië is Europese integratie nu ondergebracht in een zelfstandig ministerie. KABINETSFORMATIE De ministersposten horen pas aan het einde van de formatie te worden verdeeld, zo is de ongeschreven politieke regel die in de afgelopen weken voor veel reuring zorgde. Op het moment van schrijven zijn nog geen contouren van een nieuwe regeringscoalitie zichtbaar. De hier onder de loep genomen beleidsterreinen van internationale handel en diplomatie, Europese integratie, ontwikkelingssamenwerking en defensie lijken slechts in de marge een rol te gaan spelen in het politieke schaakspel. Zoals de geschiedenis leert, maken de betitelingen en indeling van deze drie ministeries zelden of nooit deel uit van het wisselgeld waarmee de laatste pijnpunten tussen verkiezingsuitslag, coalitieverhoudingen en ministersposten passend gemaakt worden. Tenzij uiteindelijk een heel verrassende coalitie tot stand komt, zijn ook opwaarderingen van beleidsterreinen door een eigen staatssecretaris of minister niet te verwachten. Frans Beelaerts van Blokland ADVERTENTIE * Wim van Meurs is hoogleraar Politieke Geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen Online kennissessie OnderwijsAlliantie: publiek-private samenwerking tegen kansenongelijkheid Donderdag 17 juni, 16.00 - 17.00 uur De kansenongelijkheid neemt toe, maar wat kunnen gemeenten hier samen met scholen in het primair onderwijs nu concreet aan doen? Tijdens dit webinar gaan we in op de succesvolle aanpak van de OnderwijsAlliantie. Hoe ziet hun aanpak eruit, wat levert dit op en welke rol kan de gemeente hierin spelen? Meld u kosteloos aan voor deze online kennissessie! Inschrijven & informatie: www.bmc.nl/kennissessies Partners in verbetering

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: DAVID ROZING / ANP-HH SOCIAAL ACHTERGROND 31 Het beschermingsbewind van mensen in een kwetsbare financiële positie vormt voor gemeenten een flinke kostenpost. Is het goedkoper om de bewindvoering dan maar zelf uit te voeren? Dat lijkt makkelijker gezegd dan gedaan. OM OPLOPENDE SCHULDHULPKOSTEN TE BESTRIJDEN BEWINDVOERDERS: STRAKKERE BAND MET GEMEENTEN Gemeenten lijken beschermingsbewind steeds vaker als een oncontroleerbare kostenpost te zien. Wie de cijfers erop naslaat, snapt waarom. Het beschermingsbewind is een vorm van hulpverlening voor mensen die hun eigen boekhouding niet meer kunnen overzien, vaak vanwege grote schulden. Een bewindvoerder neemt tijdelijk de boekhouding over om orde op zaken te stellen. Zo’n bewindvoerder wordt doorgaans betaald door de gemeente, uit het budget voor de bijzondere bijstand. De uitgaven aan bijzondere bijstand stegen tussen 2012 en 2019 van 348 miljoen tot 582 miljoen euro. Het aandeel dat wordt besteed aan bewindvoerders is bovendien de afgelopen jaren flink gegroeid. In 2018 ging 20 procent van het budget op aan beschermingsbewind, in 2019 al 27 procent. De absolute uitgaven aan beschermingsbewind

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 32 ACHTERGROND SOCIAAL ‘We worden neergezet als commerciële jongens’ stegen in één jaar met bijna de helft. De klachten over het dure beschermingsbewind bestaan al langer. Divosa, de vereniging van gemeentelijke directeuren in het sociaal domein, signaleerde het probleem bijvoorbeeld al in 2016. ‘Deze kosten rijzen echt de pan uit’, klaagde de toenmalige Arnhemse SP-wethouder Gerrie Elfrink in hetzelfde jaar. ‘In 2009 gaven we hier nog 300.000 euro aan uit en nu zijn we er bijna 3 miljoen aan kwijt.’ Daarnaast is er kritiek op de effectiviteit van het beschermingsbewind. Zo schreef De Groene Amsterdammer in 2018: ‘Sommige bewindvoerders lossen de schulden van hun cliënten helemaal niet af. Integendeel: bewindvoerders zijn er financieel bij gebaat om schulden in stand te houden, zodat de cliënt langer bij het kantoor blijft. Vaak lopen de schulden zelfs verder op. Fraude en roof zijn geen zeldzaamheid.’ Ook wethouder Elfrink zag kwalijke gevolgen: ‘Onderbewindstelling is in veel gevallen een te zware maatregel, die mensen maakt tot een financieel kasplantje.’ KEURMERK In een aantal partijprogramma’s van de verkiezingen van dit jaar komt het onderwerp terug. Zo wil D66 een keurmerk voor bewindvoerders, ‘zodat malafide bewindvoerders worden geweerd’. Volgens GroenLinks moeten gemeenten de mogelijkheid krijgen ‘om bewindvoering zelf te organiseren in plaats van dit verplicht te moeten uitbesteden aan private partijen’. Ook de PvdA vindt dat bewindvoerders dichter naar gemeenten toe moeten: ‘Gemeenten krijgen de regie over bewindvoering.’ De uitvoering van het beschermingsbewind naar gemeenten toe trekken, lijkt een logische oplossing. Zo krijgen gemeenten in één klap meer grip op de uitgaven én meer controle op de kwaliteit. Toch is het zo simpel nog niet, stelt Gert Boeve, voorzitter van Horus, de branchevereniging die bewindvoerders vertegenwoordigt. Bewindvoering is immers een vak, benadrukt Boeve. Wat hem betreft moeten gemeenten bewindvoerders, net als bijvoorbeeld gespecialiseerde zorgaanbieders in de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteubranche niet bestond om ervoor te zorgen dat mensen in kwetsbare posities niet verder in de problemen kwamen, zouden de kosten voor zorg en welzijn ontploffen. In die zin is 300 miljoen echt peanuts.’ ning) of de jeugdzorg, zien als deel van hun uitvoeringscapaciteit. ‘Hoe verstandig zou het zijn als de gemeente al het Wmo-werk zelf ging doen? Daar stellen we de vraag ook niet’, zegt Boeve, die eerder in zijn carrière wethouder zorg en welzijn in Amersfoort is geweest. ‘Net als de zorg is de wereld van bewindvoering privaat georganiseerd in een publiek domein. De branche is zich ervan bewust dat dat een bijzondere positie is. Maar wij worden nog wel eens neergezet als de commerciële jongens. Ik hoor dat geluid minder over aanbieders van zorg en welzijn.’ Boeve snapt wel dat gemeenten zich zorgen maken over oplopende kosten. Aan de andere kant zouden gemeenten ook oog moeten hebben voor de baten, vindt Boeve. ‘De bewindvoering bespaart kosten, die stelling durf ik wel aan. Voor slechts 300 miljoen per jaar voert deze branche iets uit van enorme waarde – dat zeg ik ook met mijn pet van oud-wethouder op. Als deze TE WEINIG GELD Of de gemeente hetzelfde werk tegen lagere kosten kan uitvoeren? ‘Ik geloof er niks van’, aldus Boeve. ‘Vanuit mijn ervaring in het openbaar bestuur weet ik dat bewindvoerders zowel efficiënt als effectief werken. Ze moeten wel. Gemeenten zijn door de bank genomen echt duurder. Als ik alleen al kijk in welke schaal gemeenten bewindvoerders inschalen – dat kan het gemiddelde bewindvoerderskantoor niet betalen. En gemeenten hebben ook nog meer overhead. Het probleem is niet zozeer dat bewindvoerders te veel kosten. Het probleem is dat gemeenten te weinig geld krijgen voor de bijzondere bijstand. Het rijk moet gemeenten daarvoor fatsoenlijk betalen.’ Een deel van de kritiek op bewindvoerders herkent Boeve wel. Hij ziet dat er een potentieel perverse prikkel in het betalingssysteem zit, waardoor het voor bewindvoerders voordelig kan zijn om klanten DEVENTER DACHT TE KUNNEN BESPAREN Wethouder Rob de Geest (inkomen, welzijn, PvdA) van Deventer gelooft in samenwerking tussen bewindvoerders en de gemeente. In 2017 dacht zijn gemeente daar echter nog heel anders over. Toen besloot Deventer om van het beschermingsbewind dat de gemeentelijke organisatie BAD (Budget Adviesbureau Deventer) aanbood, een voorliggende voorziening te maken. Daardoor hadden inwoners geen recht meer op vergoeding uit de bijzondere bijstand wanneer ze van de diensten van een externe bewindvoerder gebruikmaakten. Het idee achter dat besluit was dat de gemeente 150.000 euro aan uitgaven aan bijzondere bijstand zou kunnen besparen. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) oordeelde echter dat er sprake zou zijn van oneerlijke concurrentie, en besloot dat de gemeente de kosten voor externe bewindvoerders toch moest vergoeden. Inmiddels heeft de gemeente een schadevergoeding moeten betalen aan een bewindvoerderskantoor dat klanten kwijtraakte door het besluit van de gemeente. Ook leidde de verandering van de werkwijze tot problemen met de administratieve verantwoording, waardoor de rechter besloot dat de gemeente tot juli 2021 geen nieuwe cliënten meer mag aannemen. Sinds eind 2019 heeft de gemeente een andere route ingeslagen, legt de dat jaar aangetreden De Geest uit. ‘We hebben gemerkt dat de voorliggende voorziening niet werkt zoals we dat bedoeld hadden. We zien ook ontevredenheid bij externe bewindvoerders. Daarom hebben we gezegd: we gaan een andere aanpak proberen. We hebben het gevoel dat we met samenwerking verder kunnen komen. We hebben de externe partijen ook gewoon nodig, dat is in het belang van de inwoners.’ De Geest wil gaan werken met convenanten tussen bewindvoerders en de gemeente. ‘Daarbij maak je afspraken over instroom en uitstroom. Als we tot een convenant komen, dan verlaten we de voorliggende voorziening. Dat convenant is er nog niet, maar dat is wel het voornemen.’

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 AC 3333 langer onder bewind te houden dan nodig. ‘Als je kwaad wil, zou het ertoe kunnen leiden dat iemand te lang in bewind zit’, aldus Boeve. ‘Als dat nodig is, lijkt het me prima om dat anders in te regelen.’ Ook is er winst te behalen in de samenwerking tussen bewindvoerders en schuldhulpverleners – die vaak wel in dienst van de gemeente zijn. Maar daarvoor hoeft de gemeente de bewindvoering niet binnen de eigen organisatie te halen, vindt Boeve. ‘Ik sta ervoor open om de wet zo aan te passen dat gemeenten en bewindvoerders worden verplicht om meer samen te werken. Veel gemeenten werken ook al met convenanten. Daar zijn wij voorstander van. Ik ben niet vies van meer gemeentelijke regievoering.’ COLUMN JAN VERHAGEN GRONINGEN BESPAART HALF MILJOEN De gemeenten Groningen en Den Bosch voeren het beschermingsbewind momenteel zelf uit. Inwoners van die steden kunnen daarom geen beroep meer doen op de bijzondere bijstand voor het vergoeden van externe bewindvoerders. Anders dan in Deventer, hebben de gemeenteraden van Groningen en Den Bosch het beschermingsbewind als economische activiteit in het algemeen belang aangemerkt. Daardoor gelden de concurrentieregels waarmee Deventer worstelde niet. Den Bosch is pas dit jaar begonnen met de nieuwe aanpak en laat weten dat er nog weinig te zeggen is over de voorlopige resultaten. Groningen werkt al vanaf 2018 op deze manier. De Rekenkamer Groningen concludeerde onlangs dat de verwachte besparing van een miljoen euro in 2021 waarschijnlijk niet wordt gerealiseerd. Wel verwacht de Rekenkamer een besparing van ongeveer de helft van dat bedrag. Ook een deel van de inhoudelijke doelstellingen is behaald. Of inwoners dankzij de werkwijze ook vaker worden doorverwezen naar lichtere en goedkopere vormen van ondersteuning, zoals budgetbeheer, is niet duidelijk, omdat de gemeente daarover geen gegevens bijhoudt. TIJD Over anderhalf jaar, op 1 januari 2023, moeten alle grotere kantoorgebouwen minstens energielabel C hebben. Daarvan zijn er 63.000. 22.000 kantoren voldoen al aan die eis, 41.000 nog niet. De gemeenten hebben de taak gekregen om te controleren of alle kantoren op 1 januari 2023 aan de eis voldoen. Dat is weinig tijd voor veel kantoren. Hup hup, aan de slag! Alleen: controleren kost geld. Vorig jaar april heeft Binnenlandse Zaken laten berekenen hoeveel dat kost: 13,1 tot 15,8 miljoen euro. Ongeveer 350 euro per kantoor. En hoeveel krijgen de gemeenten daarvoor? De VNG meldde op 4 december dat de gemeenten 12,5 miljoen euro krijgen. Dat komt neer op 300 euro per kantoor. Onduidelijk is nog waarom de gemeenten niet alle kosten vergoed krijgen. Van die 12,5 miljoen euro hebben de gemeenten vorig jaar 0,5 miljoen euro officieel gekregen van het ministerie. En de overige 12 miljoen euro? De VNG kan wel iets zeggen maar de gemeenten wachten natuurlijk op de officiële bevestiging van Binnenlandse Zaken van dat bedrag. Maar in december 2020 kwam geen officiële bevestiging van Binnenlandse Zaken. En dus geen geld. Daardoor kunnen de gemeenten nog niet beginnen met de controle. In januari 2021 geen officiële bevestiging van Binnenlandse Zaken. De tijd begint te dringen. In februari 2021 geen officiële bevestiging van Binnenlandse Zaken. In maart 2021 geen officiële bevestiging van Binnenlandse Zaken. In april 2021 geen officiële bevestiging van Binnenlandse Zaken. In de eerste helft van deze maand mei nog steeds geen officiële bevestiging van Binnenlandse Zaken. Terwijl grote haast geboden is, terwijl de gemeenten ‘ Maand na maand na maand’ van start móéten, kúnnen ze niet starten – want Binnenlandse Zaken wacht al een half jaar met een simpele bevestiging van een klein bedrag. Weet u wat Binnenlandse Zaken de afgelopen weken wel deed? De stand van zaken laten onderzoeken. En beteuterd opmerken dat het lijkt alsof de gemeenten hier nauwelijks geld voor hebben gekregen. De financiële verhouding tussen het rijk en de gemeenten gaat niet alleen over geld. Het gaat ook over elkaar goed informeren. Elkaar volledig, eerlijk en op tijd informeren. Niet 12,5 miljoen euro geven als het 13,1 tot 15,8 miljoen euro kost. En niet een halfjaar wachten met een bevestiging van het bedrag.

34 ACHTERGROND EUROPA DOOR: SIMON TROMMEL BEELD: SHUTTERSTOCK De groene en digitale revoluties vereisen betere regels. Daarom roept de Europese Commissie lokale en regionale overheden op om samen regels die de transities in de weg staan, aan te passen. Een regel erin betekent een andere regel eruit. WENSEN GEMEENTEN WORDEN BETER MEEGENOMEN BRUSSEL RICHT PIJLEN OP REGELDRUK De Europese Commissie stelt voor om de administratieve lasten te verminderen door bij verhoging van een administratieve last ook een vermindering in te voeren. Als die vermindering niet lukt, dan moet die in het volgende jaar worden gehaald. Lukt dat ook niet, dan is een ander beleidsterrein aan de beurt. Dat is vooral bedoeld om het midden- en kleinbedrijf te ontzien. Ook pleit de Europese Commissie voor een betere aansluiting van regels bij de duurzaamheidsdoelen van de Verenigde Naties. Het principe dat nieuwe regels en maatschappelijke veranderingen geen kwaad mogen doen, zoals burgers armer maken, wil de Europese Commissie uitbreiden van de green deal naar alle beleids terreinen. Het is niet alleen een topdown verhaal van de Europese Commissie. Ook bottom-up moet er wat veranderen. Het zogeheten Have-Your-Say-portal – Uw mening telt! – waarop burgers en belanghebbenden hun mening kunnen geven, wordt daarom uitgebreid. Gevraagde en ongevraagde meningen worden gecombineerd tot een ‘single call for evidence’. En iedereen die input geeft, krijgt straks antwoord.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 ACHTERGROND 35 ‘ Een technocratische schaamlap om te verhullen dat er om politieke redenen niets wordt gedaan’ MINIMALE HANDHAVING Tegelijk is niet iedereen tevreden. Europarlementariër Sophie in ´t Veld (D66) vindt dat de Europese Commissie eerst maar eens in eigen huis moet beginnen. ‘Het klinkt leuk ‘better law-making’, maar het is en blijft een politiek proces. Met bijbehorende politieke verhoudingen. Wanneer de Europese Commissie een verzoek krijgt van de Europese Raad voor een initiatief, dan gaat zij meteen aan de slag. Zelfs wanneer er nauwelijks rechtsgrondslag is. Maar wanneer het verzoek van het Europees Parlement komt, dan zijn er allerlei beren op de weg. ‘Better law-making’ is dan een technocratische schaamlap om te verhullen dat er om politieke redenen niets wordt gedaan. Een recent voorbeeld, de Commissie wil niets doen aan dure PCRtests in de EU, terwijl zij daar als marktmeester wel de bevoegdheden voor heeft.’ Het gaat volgens haar ook niet om betere wetgeving maar om better law enforcement, vindt zij. ‘De Europese Commissie handhaaft de Europese wet minimaal en die handhaving wordt ook steeds minder. Dat is uit angst voor lidstaten die moeten worden aangesproken op het breken van de Europese wet of op gebrekkige inspanning van hun handhavingstaken.’ Daar zeggen Brusselse bronnen over dat de handhaving vanuit Brussel zo proportioneel mogelijk is met de middelen die er zijn. Bij het principe een regel erin, een regel eruit om lasten te verminderen, plaatst In ’t Veld wel vraagtekens. ‘De Europese Commissie pusht allerlei wetgeving en internationale akkoorden die domweg niet de toets van wettelijkheid doorstaan. Met name op het gebied van politie- en justitiesamenwerking en het delen van data. Daar houdt de Europese Commissie zich gewoon niet aan de wet. Het zou mij verbazen als de Commissie de één-in-één-uit-regel op dit beleidsterrein gaat toepassen bijvoorbeeld. Je ziet daar voortdurend nieuwe initiatieven; nieuwe wetten, nieuwe bevoegdheden voor politie en ga zo maar door. Daar zit geen enkele rem op en ik moet maar zien of die er met deze regel wel komt. De andere instellingen vragen om ‘betere wetgeving’ staat in schril contrast met wat de Commissie zelf doet op justitie en binnenlandse zaken. Sterker nog, de Commissie past op dit beleidsterrein systematisch geen impact-assessments toe.’ Daar is wel iets op af te dingen: de Europese Commissie heeft onlangs een impact assessment gedaan over Europol. De communicatie van de Europese Commissie over betere regelgeving betekent overigens niet dat er minder wetten nodig zijn, stelt In ‘t Veld. ‘De rechten van burgers hebben meer bescherming nodig; denk aan twaalf jaar vastzittende wetgeving over discriminatie of aan meer openbaarheid van bestuur. Better law-making komt wel heel vaak neer op ‘minder regeldruk voor bedrijven’, wat op zich prima is, maar blijkbaar niet op betere wettige bescherming van burgers en hun rechten.’ AMBTELIJKE NETWERKEN Verder werkt de Europese Commissie eraan om de mening van lokale en regionale overheden beter mee te nemen. Bij consultaties wil de Europese Commissie duidelijker categorieën gaan onderscheiden van de respondenten. Daardoor kan de Commissie beter rekening houden met de perspectieven van de lokale en regionale overheden in de beleidsvoorbereiding, en dat ook communiceren, zo laat een bron bij de Europese Commissie weten. Ook in het zogeheten Fit4Future platform, dat zich bezighoudt met de versimpeling van Europese wetgeving, krijgen de lokale en regionale overheden meer zetels. Dat gaat van een naar drie. In het platform, onder leiding van eurocommissaris Maroš die ook de Better Regulation-inspanningen leidt, zitten verder vertegenwoordigers van de lidstaten en Europese sociale partners. Fit4Future krijgt ook input van RegHubs 2.0, een set van 46 lokale en regionale ambtelijke netwerken in de EU waarin lokale en regionale ambtenaren knelpunten van Europese regelgeving op het lokale niveau beoordelen. Het Nederlandse netwerk bestaat uit ambtenaren van zes provincies en vier gemeenten die onlangs vanuit Brussel de vraag kregen welke belemmeringen ze op het gebied van vergunningverlening vanwege Europese regels zien. Daarnaast worden de territoriale impact assessments versterkt, zodat met de behoeften van regio’s beter rekening kan worden gehouden. Met die assessments wordt de impact van regelgeving op regio’s ingeschat. Het Comité van de Regio’s (CvdR) is verheugd met de voorstellen om het lokale niveau op deze manier beter aan te sluiten op Brussel. Liever hadden officials overigens gezien dat de verslagen van de wetgevende onderhandelingen tussen EC, Europees Parlement en de lidstaten ook openbaar zouden worden. Maar dat is niet gehonoreerd. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) noemt de samenwerking van de Europese Commissie met het CvdR veelbelovend. Tot op heden werden gemeenten vaak als stakeholders gezien, terwijl gemeenten in Brussel juist al lang pleiten voor interbestuurlijke samenwerking, zo laat een VNG-woordvoerder weten. Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. GEMEENTELIJKE BUREAUCRATIE Architect Bastiaan van de Kraats van het Amsterdamse restauratie-architectenbureau 1meter98 hoopt dat vermindering van regeldruk zich vanuit Brussel uitbreidt over Nederlandse gemeenten. Zijn bureau ontwerpt en restaureert monumentale gebouwen, met aandacht voor verduurzaming. Werkzaamheden waarvan je nu zou zeggen dat ze onder de renovation wave van eurocommissaris Frans Timmermans vallen. In het gemeentelijk vergunningsproces mag wat hem betreft de administratieve last flink omlaag en de processnelheid omhoog. ‘Wij hebben te maken met enorme vertragingen door bureaucratie. Het zijn complexe projecten met vele ac - to ren, maar we hebben bij twee projecten in de vergunningprocedure nu circa een jaar extra vertraging opgelopen – ongekend. In Amsterdam is verlenging van de beslistermijn van de reguliere procedure standaard. Als vanuit Europa vereenvoudiging en bespoediging doorgevoerd kan worden, is dat een enorme vooruitgang.’

36 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: MARTINE SPRANGERS Boeren en natuurbeheerders hielden elkaar rond het Drentse Bargerveen in de houdgreep. Intussen dreigde het unieke hoogveengebied te verdrogen. Herverkaveling lost het probleem op. Verbetering voor landbouw én natuur. HERVERKAVELING BOEREN EN NATUURBEHEERDERS BUFFER REDT BARGERVEEN Het fietspad oogt vers. Zand van de aanleg stuift op over het beton. De blanco paddenstoel aan het begin wacht op plaatsnamen, kilometers. Nu lijkt de fietsroute slechts te voeren naar de Duitse windmolens in de verte. Toch belichaamt dit ogenschijnlijk naar niets leidende beton een markante scheiding. Links ervan glimmen de natte plassen van het Bargerveen in de lentezon. Rechts draait een boer op een tractor zijn rondjes over de akkers. Twee werelden op amper vijftig meter van elkaar, die elkaar tot voor kort vooral via de rechter spraken. Het Bargerveen geldt als een van de laatste hoogveengebieden in West-Europa. Het ontsnapte in de vorige eeuwen aan winning van het bruine goud: turf. Er leven op de ruim tweeduizend hectare zompig veen honderden soorten vogels en vlinders en allerhande slangen en hagedissen. ‘Een luilekkerland voor natuurliefhebbers’, jubelt eigenaar Staatsbosbeheer. Maar: een verdrogend luilekkerland. Door de hoge ligging van het veen gutst het water eruit. Je ziet het aan de horizontale pijpen die de omliggende beek klaterend bevoorraden. Het droogvallend veen stoot veel CO2 uit. En daar blijft het niet bij. Want het water dat uit het veen verdwijnt, belandt op de akkers van de nabijgelegen boeren en belemmert hun bedrijfsvoering. Een tussenliggend scherm van klei dat het veen meer water moest bezorgen en de boeren minder overlast, bood geen uitkomst. Zo kwam een nieuwe, duurzame oplossing in beeld. Een vochtige bufferzone van vijfhonderd meter breed die het leeglopende veen, Natura2000-gebied, van tegendruk moet voorzien. Maar wel aan te leggen op 220 hectare van de direct aangrenzende boerengrond. Opstand in zuidoost-Drenthe! Zeker tien boeren vochten in 2009 het inrichtingsplan aan bij de rechter. Ze wilden voorkomen dat er een groot stuk van hun smalle, langgerekte huiskavels werd geknipt. En dan ook nog voor een betwiste ‘oplossing’. De boeren vreesden een kletsnat nieuw reservoir van waaruit het water nog steeds naar hun gekortwiekte akkers kon doorsijpelen. Ze procedeerden tot aan de Raad van State – tevergeefs. In die roerige tijd begon de bestuurscommissie BargerveenSchoonebeek met als opdracht de verbeten verhoudingen in het gebied door middel van herverkaveling vlot te trekken. GROOT OFFER ‘We waren er allemaal van overtuigd dat er iets moest gebeuren in het Bargerveen’, blikt Nynke Houwing terug. Als toenmalig wethouder van de gemeente

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 ACHTERGROND 37 Emmen (landinrichting, VVD) werd ze in 2013 voorzitter van de bestuurscommissie en is dat sindsdien altijd gebleven. ‘Iedereen, ook de boeren, erkende dat het Bargerveen een waardevol gebied is. Maar als je dat moet beschermen ten koste van jouw boterham, wordt het een ander verhaal. We wisten dat we vooral van de boeren aan de zuidkant van het veen, bij het dorp Nieuw-Schoonebeek, een groot offer zouden vragen. Maar tegelijk was het gebied slecht ontwaterd en zaten ze van oudsher hutjemutje op elkaar.’ Landinrichting door middel van herverkavelen dient van oudsher vooral de boeren. Sinds 1985 kan het middel ook worden ingezet voor andere functies in het landelijk gebied, zoals natuurontwikkeling en klimaatadaptatie. De provincies zijn hiervoor na de decentralisatie via de Wet inrichting landelijk gebied (Wilg) in 2007 aan zet, maar passen herverkaveling slechts mondjesmaat toe. Het is arbeidsintensief, vrezen ze, het neemt vele jaren in beslag en de door de rechter afdwingbare ruil kan de toch al vaak lastige verhoudingen tussen boeren en natuur beheerders in een gebied verder op scherp zetten. De bestuurscommissie BargerveenSchoonebeek begon in 2013 wijselijk aan de noordkant van het natuurgebied. Daar was in het verleden al veel boerengrond aangekocht door Prolander, de uitvoeringsorganisatie van de provincies Groningen en Drenthe. De nieuwe bufferzone moest in de ogen van de commissie niet alleen het water vasthouden, maar ook een verbinding leggen tussen het Bargerveen en de dorpen Zwartemeer en Klazienaveen. Niet zozeer de boeren lagen er dwars, maar Staatsbosbeheer. ‘Ze wilden zo weinig mogelijk mensen toelaten in het gebied’, vertelt Houwing. ‘Die verstoren immers de natuur. Daardoor leefden de dorpen met hun rug naar het Bargerveen. Je kwam er vrijwel nooit en had er vooral last van vliegen.’ Dat veranderde door de nieuwe bufferzone. ‘De invulling is in samenspraak met de dorpsbewoners tot stand gekomen. Aan de noordkant kwam een oude pastorieboerderij terug in de vorm van een kunstwerk. Het is nu een populaire trouwlocatie. ‘ Je had er vooral last van vliegen’ En er zijn veel meer fietspaden aangelegd, in en rond het Bargerveen. Daarin hebben we Staatsbosbeheer echt een beweging zien maken.’ Hoogtepunt vormde in 2018 de opening van de nieuwe schaapskooi, de grootste van Nederland, door WillemAlexander. Houwing: ‘Na afloop greep een dorpeling me bij de arm: de koning is bij ons geweest! Je zag de trots in de dorpen groeien.’ WENSZITTING Toen begon de echte klus, die aan de zuidkant van het Bargerveen. Het gebied waar 220 hectare grond in bezit van boeren voor de buffer moest wijken. ‘We hebben een wenszitting gedaan waar alle grondeigenaren hun wensen konden uitbrengen’, vertelt Gerjan Meijer, senior projectleider bij het Kadaster, dat als onafhankelijke organisatie gebiedsontwikkelingsprocessen begeleidt. Een lastige NIEUWE NATUURZONE Op voormalige boerengrond wordt een natte buffer gecreëerd die het Bargerveen (bovenste helft van de kaart) voor leeglopen moet behoeden. Bron: Royal HaskoningDHV

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 38 ACHTERGROND RUIMTE ‘ Boeren gaven aan: wij blijven liggen waar wij liggen’ puzzel omdat volgens de Wilg een boer er bij herverkaveling per saldo niet op achteruit mag gaan. Dat bleek hier alleen mogelijk door de smalle kavels te verbreden. Zo kon het aan de buffer verloren eindstuk in de breedte worden gecompenseerd. Om aan die extra grond te komen, dienden vijf boeren hun bedrijf naar elders te verplaatsen. Meijer: ‘Veel boeren gaven aan: wij blijven liggen waar wij liggen.’ ‘Je hebt altijd mensen die specifiek opkomen voor hun eigen belang en die weinig oog hebben voor dat van de buren’, zegt medewerker gebiedsontwikkeling Dirk-Jan Leeuwerik van Prolander. ‘Dat moeten wij steeds zelf in de gaten houden.’ Toen de herverkaveling stilviel, stak de provincie er extra geld in. Onder meer om verhuizende boeren te kunnen laten begeleiden door een adviseur. ‘Je tovert kaarten tevoorschijn waarop staat dat de boeren de grond toch echt kwijt zullen raken’, zegt Meijer. ‘Een van de boeren had op een andere locatie al wat gebouwen staan en wilde daar uiteindelijk wel uitbreiden. Een andere boer kon naar een plek met betere grond worden verplaatst. Vergeet niet: het is hier kleinschalige landbouw. Daardoor dachten veel boeren: we moeten wat, willen we dit gebied nog een agrarische toekomst geven.’ ‘Alle landbouwbedrijven zijn er door de herverkaveling op vooruit gegaan’, stelt projectmanager Jacomijn Pluimers van Prolander. ‘En door dit proces hebben we niet alleen de bufferzone, maar het hele gebied verbeterd. De schaapskooi trekt veel bezoekers. De nieuwe fietspaden worden goed gebruikt. Dit was altijd een uithoek van het land. Deze herverkaveling geeft een impuls aan het zuidoosten van Drenthe.’ Het wordt beaamd door Emmens wethouder Robert Kleine (recreatie, CDA). ‘Ik heb vorig jaar zomer een rondje gedaan langs de kleine campings rondom het Bargerveen. Die zijn van hobbyisten uitgegroeid tot ondernemers. In de feedback die zij krijgen van bezoekers zie je een groot verschil met tien jaar geleden.’ PIJN De Drentse aanpak, waarbij naast de genoemde organisaties ook de provincie en waterschap Vechtstromen waren betrokken, lijkt een manier om de tegenstelling tussen boeren en natuurbeheer op te lossen. Is die ook naar andere delen van Nederland te kopiëren? ‘Misschien niet een op een’, denkt commissievoorzitter Nynke Houwing. ‘Maar wel in de basis. Ga met alle partijen praten en zoek wat je deelt. Zorg dat je als commissie in het gebied voortdurend zichtbaar bent. En luister naar de mensen. Van een van de verplaatste boeren zat de familie al generaties lang op die plek. Hou rekening met de pijn. En als er voor miljoenen in een gebied wordt geïnvesteerd, is het rechtvaardig dat de mensen er ook zelf wat aan hebben. Dat het meer is dan alleen natuurontwikkeling.’ ‘Het gaat ook over het vergroten van leefbaarheid’, beaamt Kleine. ‘Over het aanhaken van dorpen op het gebied van recreatie en toerisme. Meer reuring, meer economisch perspectief. Het succes van de schaapskooi maakte verdere discussies overbodig.’ Volgens Gerjan Meijer van het Kadaster is herverkaveling een ‘heel goed middel’ om de stikstofdiscussie vlot te trekken. Hij ziet dat inmiddels meer provincies hun reserves laten varen. ‘In Friesland wordt aan twee, drie projecten gewerkt, in Zuid-Holland ken ik er ook eentje.’ Niet gek, vindt hij. ‘Als je de boeren had onteigend, was de hele landbouw in het gebied NieuwSchoonebeek om zeep geholpen. Dat zijn kostbare processen die zomaar tien jaar lopen. Hier zaten de boeren binnen drie jaar op hun nieuwe grond.’ Voorwaarde is volgens hem dat je als overheid wat beschikbare ruilgrond nodig hebt én de bereidheid bij een enkele boer om te verhuizen. Hij ziet het niet als grote obstakels. ‘Zo’n 60 procent van de boeren ouder dan 55 jaar heeft geen opvolger. Als je dat proces allemaal maar z’n gang laat gaan, raken de boeren hun grond straks aan de straatstenen niet kwijt. Je kunt herverkaveling ook gebruiken om de landbouw in Nederland een betere positie te geven.’ ‘ VOOR EEN BOER IS DIE GROND WEG’ Jan Horring schoof in 2013 bij de bestuurscommissie aan als afgevaardigde van LTO. ‘Het was lastig om iemand te vinden die namens de boeren wilde optreden. Het kost veel tijd. En commissieleden wordt weleens nagedragen dat je er vooral voor je eigen voordeel zit.’ Dat speelde bij Horring geen rol. ‘Ik was gestopt als akkerbouwer en woonde niet in het gebied. Dan kun je afstand nemen.’ Toen Horring als commissielid begon, was de omstreden buffer al ingepland. Tijdens wenszittingen moesten boeren kenbaar maken hoe ze hun toekomst zagen. ‘We werden kritisch gevolgd. Een aantal boeren gaf aan: we zien elkaar voor de rechter.’ Horring kon zich er iets bij voorstellen. ‘Het is voor een boer niet niks om in een gebied van 1.500 hectare landbouwgrond zo’n 220 op te geven voor natuur. Voor een boer is die grond weg.’ Ook bestond er scepsis over de werking van de buffer. ‘In 1998 stroomde het hele gebied vanuit het Bargerveen bijna onder. Moesten we het dan nóg natter maken? Vanuit mijn achterban is geregeld gezegd: wij stoppen ermee. Maar dan wordt er alleen over je gesproken en heb je niks in de melk te brokken.’ Een paar maanden na de wenszittingen werd duidelijk dat nog eens een drietal boeren bedrijven moest worden uitgeplaatst om de rest een kansrijkere toekomst te bieden. ‘Het proces heeft een jaar stilgelegen tot er extra geld kwam van de provincie.’ Twee boeren kozen eieren voor hun geld en verkasten. ‘Uiteindelijk gaat het om de toekomst van je bedrijf. Waar het precies ligt, maakt niet zo veel uit.’ Nog steeds geeft volgens Horring een aantal boeren aan dat de herverkaveling nooit had mogen gebeuren. ‘Ze maken zich zorgen over de buffer en kunnen zich moeilijk voorstellen hoe het gebied er straks uit komt te zien. Ik hoop dat de boeren na de aanleg zullen zeggen: dit had jaren eerder moeten gebeuren.’ Zelf is Horring positiever over het proces. ‘Dat we als boeren veel grond hebben moeten inleveren is spijtig, maar gezien het nieuwe natuurbeleid een gegeven. Daar moet je niet in blijven hangen. Ik ben best een beetje trots op wat we als commissie in dit gebied tot stand hebben gebracht.’

OPINIE 39 PLEIDOOI VOOR MEER BARMHARTIGHEID INZAKE VERANTWOORDING RIJK ZET GEMEENTEN KLEM IN SOCIAAL DOMEIN Terwijl alle gemeenten druk bezig zijn om hun jaarrekeningen over 2020 af te ronden, blijft het rijk in de eerste maanden van dit jaar een stroom aan regels, handleidingen en aanbevelingen sturen waaraan de gemeenten nog moeten voldoen. Een soepelere opstelling zou meer recht doen aan de ingewikkelde situatie waarin gemeenten zitten. GEA WIELINGA MARK DE MAN ‘ Gemeenten zouden de harde lijn van SZW ook wel eens andersom willen toepassen’ Begin februari eerst de hardheidsclausule Tozo 1, vervolgens een handreiking over de speciale coronaparagraaf en in de laatste week van februari een actualisatie van de juni-notitie over de rechtmatigheid van de betaalde omzetgaranties aan aanbieders in het sociaal domein. Het rijk gaat daarbij volledig voorbij aan het feit dat de meeste gemeenten de boeken al lang gesloten hebben en het regelingen betreft die in juni 2020 al zijn afgerond. Terwijl – inmiddels demissionair – minister Koolmees de gemeenten al ruim een jaar maant tot spoed en ruimhartige uitvoering van de regelingen bij de uitvoering van tijdelijke ondersteuningsmaatregelen voor zelfstandig ondernemers (Tozo 1,2,3 en 4), meldt hij in officiële stukken heel wat anders. Gemeenten en de Tweede Kamer worden er vooral op gewezen dat fouten worden afgestraft. De letterlijke tekst van de toelichting bij de beleidsregel over de hardheidsclausule luidt: “De hardheidsclausule wordt niet toegepast voor kosten die als fout of onzeker verantwoord zijn vanwege fundamentele rechtmatigheidseisen. Die kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.” Dat is nogal wat voor een ondersteuningsmaatregel die in maart 2020 met stoom en kokend water moest worden opgetuigd en uitgevoerd door de gemeenten. Tijdens het jaar werden de gemeenten voortdurend geconfronteerd met strengere uitvoeringsregels en strakkere richtlijnen. Niet voor niets telt de handreiking Tozo van Stimulansz van medio 2020 maar liefst 154 bladzijden. Het devies van de minister: vooral ruimhartig en zeer snel uitvoeren en bij fouten of onzekerheden UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. FOTO: SHUTTERSTOCK korten op het budget. De gemeenten zouden deze harde lijn van het ministerie ook wel eens andersom willen toepassen. De rijksdienst Sociale verzekeringsbank (SVB) voert bijvoorbeeld de administratie van de persoonsgebonden budgetten (pgb’s) uit. Als er bij de SVB sprake is van fouten of onzekerheden bij de uitvoering, dan komen de kosten niet voor vergoeding in aanmerking door de gemeenten. Naar wij hebben begrepen zal de SVB over het boekjaar 2022 hoogstwaarschijnlijk voor het eerst sinds zeven jaar een goedkeurende accountantsverklaring ontvangen. Voor de jaren 2015 tot en met 2020 liggen er geen goedkeurende verklaringen van de accountant vanwege fouten en onzekerheden. Daarom zal de VNG de totale gemeentelijke kosten van de pgb’s over die jaren bij het rijk terugvorderen. Dat er fouten en onzekerheden kunnen optreden in de uitvoering van regelingen is nu eenmaal niet te vermijden. De praktijk is dat bij het vaststellen van de jaarrekening niet alle feiten op tafel kunnen liggen, bijvoorbeeld doordat er nog onderzoek loopt. Een jaarrekening zonder onzekerheden is dus echt een unicum. Een gemeente hierop afrekenen (zonder naar de achtergrond te kijken) is onterecht. Het ministerie van SZW moet beter weten en zich niet zo onwrikbaar opstellen. Daarom: bij ruimhartige en snelle steunmaatregelen hoort het rijk ook centraal de strenge en knellende landelijke regels buiten werking te stellen. Bij een barmhartige gemeente hoort ook een barmhartige opstelling van het rijk. De gemeenten moeten door het rijk niet worden gedwongen om knellende landelijke regels strak uit te voeren en daarvan burgers en bedrijven de dupe te laten worden. Gea Wielinga en Mark de Man, wethouders van Súdwest-Fryslân, respectievelijk portefeuillehouder Wmo/arbeidsparticipatie en Jeugdzorg. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021

APPA. EEN NIEUWE STAP BIJ EEN WISSELING VAN DE WACHT FINANCIËLE BIJDRAGEN IN DE OMGEVINGSWET GEBIEDSGERICHT WERKEN OPLOSSING VOOR STIKSTOFPROBLEEM Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/POSG Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ NEPROM Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ OverMorgen

VERDUURZAMEN VASTGOED ONTSLAG OP STAANDE VOET: ONVERWIJLD IS OOK ÉCHT ONVERWIJLD Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ bbnadviseurs VERGOEDEN SCHADE GASWINNING SNELLER AFHANDELEN Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ Kadaster Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/Capra

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 42 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Garrelt de Graaf is begonnen als beoogd griffier voor de nieuwe gemeente Maashorst en als griffier van Uden. De Graaf is nu nog raadsgriffier in Heerhugowaard, daarvoor was hij dat in Langedijk en (waarnemend) in Bloemendaal. JANNY VLIETSTRA Janny Vlietstra (PvdA, 73) is benoemd tot waarnemend burgemeester van De Wolden. Vlietstra was ook in 2011 en 2012 waarnemend burgemeester van De Wolden. Ze neemt waar vanwege de benoeming van Roger de Groot (CDA) als burgemeester van Noordoostpolder. Eerder was Vlietstra waarnemer in Marum en Haren, lid van de Eerste Kamer, gedeputeerde in Drenthe, burgemeester van Winschoten en wethouder in Leeuwarden. GERARD VAN DEN HENGEL Gerard van den Hengel (VVD, 57) is voorgedragen als burgemeester van Opmeer. Hij was van april 2019 tot januari 2020 waarnemend burgemeester in Borne, na het vertrek van Rob Welten, die burgemeester werd in Haaksbergen. Daarvoor was hij wethouder in Barneveld. In Opmeer wordt hij de opvolger van GertJan Nijpels (VVD), die vorig jaar overleed. Op dit moment is Wim Groeneweg (CDA) waarnemend burgemeester. AART-JAN MOERKERKE Aart-Jan Moerkerke is door de gemeenteraad van Moerdijk voorgedragen als burgemeester. Moerkerke (VVD, 56) is nu nog burgemeester in Papendrecht, waar hij in 2016 begon. Daarvoor was hij vier jaar burgemeester in Strijen. Tussen 2002 en 2010 was hij wethouder in Capelle aan den IJssel, namens Leefbaar Capelle. ANTOINETTE LAAN In Schiedam is Antoinette Laan (VVD) benoemd tot wethouder. Ze volgt Fahid Minhas (VVD) op, die Tweede Kamerlid is geworden. Laan was tot de verkiezing lid van de Tweede Kamer voor de VVD. Laan was eerder wethouder in Rotterdam en lid van het dagelijks bestuur van deelgemeente Kralingen-Crooswijk. FRANS BASTIAENS In Maastricht is Frans Bastiaens (SPM, 60) benoemd tot wethouder. Hij was eerder raadslid en fractievoorzitter van de PvdA; en sinds 2018 (bestuurs)lid van de Seniorenpartij Maastricht. Hij volgt Jim Janssen op. Janssen besloot op te stappen als wethouder vanwege de rekening die de gemeente ontving van een interim-directeur die verbeteringen in het Sociaal Domein (Wmo en Jeugdzorg) moest zien te bewerkstelligen. ERIK STRUIJLAART Wethouder Erik Struijlaart van Enkhuizen heeft zijn functie neergelegd. De commotie rondom de nieuwe geitenhouderij aan de buitenrand van een woonwijk heeft er mede voor gezorgd dat de wethouder heeft besloten om zijn functie aan een ander over te dragen. Struijlaart was sinds april 2017 wethouder. Er wordt geen opvolger benoemd, de beide nog zittende wethouder verdelen de taken. KOMEN & GAAN LENY VAN LEERSUM Leny van Leersum is interim-griffier van Landerd. Zij vervangt daar Elsa Weijenberg die raadsgriffier wordt in Buren. Van Leersum was eerder onder andere (plaatsvervangend) griffier in Zaltbommel en Bergeijk. FEMKE KOEKOEK Femke Koekoek stopt als griffier van Meppel. Zij gaat verder als adviseur en interim-griffier. Koekoek is bijna twee jaar griffier in Meppel geweest. Daarvoor werkte zij in verschillende functies bij de gemeenten BodegravenReeuwijk, Neder-Betuwe en Baarn. Ook was zij gemeenteraadslid in Amersfoort.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 Foto: Bibi Veth PERSONALIA 43 BNG CIS APELDOORN Cis Apeldoorn wordt de nieuwe secretaris-directeur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. De nieuwe secretaris-directeur gaat vanaf 16 augustus 2021 aan de slag. Apeldoorn was eerder onder andere stedelijk directeur Ruimte en Economie in Amsterdam en is nu gemeentesecretaris in Zaanstad. ERIK JANSONIUS In Renswoude start Erik Jansonius per 1 juni 2021 als nieuwe gemeentesecretaris. Hij is tot die tijd nog werkzaam in West Betuwe. Jansonius wordt in Renswoude de opvolger van Jan van Dijk. Sinds 1 januari 2020 is Ineke Lissenberg interim-gemeentesecretaris. VANESSA GOSSELINK Vanessa Gosselink is interim-gemeentesecretaris in De Wolden. Ze werkte eerder in diverse gemeenten als interim-secretaris, waarvan recent bij Dronten en Hardenberg. Gosselink voert samen met Jan Scholten, interimsecretaris in Hoogeveen, de directie van de Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen. ELSA WEIJENBERG Elsa Weijenberg is benoemd tot griffier van Buren. Zij volgt Gerard van Droffelaar op, die in septem ber 2020 afscheid nam. Sindsdien werd de functie waargenomen door Peter-Paul Moors. Weijenberg was sinds juni 2017 raadsgriffier in Landerd en daarvoor controller bij de gemeente Uden. Bij BNG Bank zijn Karin Bergstein, Leonard Geluk en Femke de Vries benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen (RvC). Marjanne Sint treedt af als voorzitter van de RvC en Jantine Kriens treedt af als lid. Huub Arendse, lid van de RvC sinds april 2019, wordt de nieuwe voorzitter. Bergstein heeft verschillende functies vervuld bij ING. Geluk was eerder onder andere wethouder in Rotterdam. Vanaf 1 april 2020 is hij algemeen directeur bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De Vries is werkzaam geweest in verschillende functies bij DNB. CEES VOS Cees Vos is interim-raadsgriffier in Borger-Odoorn. Hij vervangt Henriëtte van Olst. Vos was het afgelopen jaar interim raadsgriffier van Noordenveld en daarvoor wethouder in Leeuwarderadeel en (interim)-raadsgriffier bij verschillende gemeenten. JAN SCHOLTEN In Hoogeveen Jan Scholten benoemd tot interim-secretaris.Hij was de eerste twintig jaar van zijn carrière werkzaam bij het ministerie van BZK en daarna in directiefuncties bij de gemeente Haarlem en Dordrecht. RIEN SCHALKX Rien Schalkx legt zijn werkzaamheden als gemeentesecretaris van Son en Breugel per 1 augustus 2021 neer. Dit vanwege een onoverbrugbaar verschil van inzicht binnen de leiding van de organisatie. Schalkx werkt al ruim 19 jaar in Son en Breugel. ADVERTENTIE Eric Meurs is de nieuwe griffier van Gemeente Zwolle. Proficiat! Werving en selectie door: Experts in decentraal bestuur RUUD KLEIJNEN Ruud Kleijnen is per 1 mei 2021 gemeentesecretaris van De Ronde Venen. Hij was hiervoor gemeentesecretaris van Montfoort, Veghel, Roosendaal en, sinds 1 februari 2019, Maastricht. In De Ronde Venen volgt hij Lilian Schreurs op. WIL RUTTEN Wil Rutten is benoemd tot interim-gemeentesecretaris van Maastricht. Hij vervangt daar Ruud Kleijnen. Rutten heeft eerder in Maastricht gewerkt: hij was er van 1986 tot 2003 eerst adjunct- en later gemeentesecretaris. Daarna was hij provinciesecretaris in Noord-Brabant, algemeen directeur bij de provincie Drenthe, gemeentesecretaris a.i. van Amsterdam en waarnemend burgemeester van Beesel. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia BURGEMEESTERS VACATURE PIJNACKERNOOTDORP Het burgemeesterschap van Pijnacker-Nootdorp is vacant per 17 januari 2022. De gemeente heeft circa 55.400 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 9.345,69 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 5 juni 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 14 mei 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/Staatscourant.

en presenteren: Congres ICT en Overheid 2021 Samen werken aan beta gegevensuitwisseling online online livestream Binnenlands Bestuur en iBestuur organiseren deze driedaagse livestream in samenwerking met: Kies zelf het aantal deelnamedagen aanmelden via ictenoverheid.nl Gezocht: collega’s voor onze fysieke leefomgeving! en 27 mei 2021 25, 26 7 De Rekenkamer gemeente Groningen zoekt een Secretaris / onderzoeker Loop jij warm voor het tot stand brengen en uitvoeren van het onderzoeksprogramma van de Rekenkamer van de gemeente Groningen? Dan zijn we op zoek naar jou! Meer weten? Bekijk de vacature op noorderlink.nl. Meer informatie over de Rekenkamer gemeente Groningen is te vinden op de website gemeenteraad.groningen.nl/rekenkamer

INDEX 45 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Bestman / Gemeente Stede Broec Gemeente Groningen Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Noordwijk Gemeente Rijssen-Holten JS Consultancy / Gemeente Krimpenerwaard JS Consultancy / Waterschap Zuiderzeeland Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken Provincie Zuid-Holland Vrije Universiteit Amsterdam Werkorganisatie Langedijk en Heerhugowaard BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN Gemeente Rijssen-Holten FINANCIËN EN ECONOMIE Gemeente De Bilt Gemeente Gorinchem Gemeente Waadhoeke JS Consultancy / Provincie Noord-Holland ICT EN AUTOMATISERING JS Consultancy / Regionaal Historisch Centrum Eindhoven strategisch adviseur informatiemanagement JS Consultancy / Regionaal Historisch Centrum Eindhoven teamcoördinator informatiemanagement Veiligheidsregio / Brandweer Amsterdam-Amstelland chief information security officer (ciso) JURIDISCH Gemeente Altena Gemeente Medemblik MILIEU Platform 31 RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep / Gemeente West Betuwe Certus Groep / Gemeente West Betuwe Gemeente Altena Gemeente Altena Gemeente Altena Gemeente Altena Gemeente Altena Gemeente Utrecht JS Consultancy / Gemeente Midden-Drenthe JS Consultancy / Provincie Noord-Holland JS Consultancy / Provincie Noord-Holland JS Consultancy / Provincie Noord-Holland JS Consultancy / Provincie Noord-Holland Platform 31 Platform 31 SOCIAAL BMC BMC Certus Groep / Sociale Dienst Drechtsteden Gemeente Purmerend Gemeente Utrecht Gemeente Zeewolde VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Haarlem senior en medior projectleider duurzame ontwikkeling beleidsmedewerker infrastructuur medewerker beleid en beheer openbare ruimte beleidsmedewerker verkeer, vervoer en infrastructuur projectleider gebiedsontwikkeling beleidsmedewerker omgeving beleidsmedewerker groen en water programmamanager wonen directeur vergunningen, toezicht en handhaving beleidsadviseur ruimtelijke projecten senior projectmanager infra omgevingsmanager (medior/senior) omgevingsmanager bodem & groen beleidsadviseur leefbaarheid JS Consultancy / Regionaal Historisch Centrum Eindhoven teamcoördinator advies en toezicht JS Consultancy / Regionaal Historisch Centrum Eindhoven adviseur toezicht en inspectie senior projectleider leefbare wijken projectleider toekomstbestendige woningmarkt partner jeugd werkconsulent beleidsmedewerker sociaal domein (bestaanszekerheid) programmamanager onderwijshuisvesting pagina 47 pagina 46 pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 pagina 48 pagina 48 pagina 48 pagina 48 pagina 48 pagina 47 pagina 47 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl senior beleidsadviseur maatschappelijke ontwikkeling met focus op onderwijs Binnenlandsbestuur.nl adviseur sociaal domein Binnenlandsbestuur.nl communicatieadviseur gemeenteraad haarlem Binnenlandsbestuur.nl senior juridisch adviseur vergunningen juridisch specialist vergunningen pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl griffier secretaris / onderzoeker raadsadviseur secretaris rekenkamercommissie haarlem raadscommunicatieadviseur brp specialist burgerzaken strategisch beleidsadviseur adjunct-directeur directeur bureau nvvb senior adviseur opdrachtgeverschap senior programmaleider strategische samenwerking vu-ut hoofd stadsbedrijf medewerker burgerzaken concerncontroller senior beleidsadviseur economie manager afdeling financiën senior inkoopadviseurs Binnenlandsbestuur.nl pagina 44 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021

Senior Communicatieadviseur Creatief • Netwerker • Veelzijdig • Bestuurlijk sensitief Senior Beleidsmedewerker Wmo Energieke strateeg • Integrale visie • Inspirerende coach Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl Beleidsmedewerker Infrastructuur 36 uur | Schaal 10 Medewerker Beleid en Beheer Openbare Ruimte 36 uur | Schaal 9 • Beleid & Beheer openbare verlichting en civiele kunstwerken • Stelt beleids- en beheersplannen op • Verantwoordelijk voor het assetmanagement • Is actief in de regio • Focus op riolering • Bereidt programma’s voor en werkt eisen uit • Bezig met het opstellen van de Wegenlegger • Adviseert over leefbaarheidsinitiatieven Beleidsmedewerker Sociaal Domein (Bestaanszekerheid) 32-36 uur | Schaal 10 • Ontwikkeling en vormgeving van beleid • Focus op Bestaanszekerheid • In staat transitie vorm te geven • Samenwerking met zeven gemeenten in de regio Bas Auckel | 06-14826889 basauckel@certusgroep.nl Bas Auckel | 06-14826889 basauckel@certusgroep.nl www.certusgroep.nl ALTIJD DE JUISTE KANDIDAAT! Binnenlands Bestuur is het grootste wervingskanaal voor de actieve en latente banenzoeker. Recreatie Noord-Holland zoekt een Manager Uitvoering Recreatiegebieden Meer informatie op www.binnenlandsbestuur.nl Larissa Plantinga | 06-24863093 larissaplantinga@certusgroep.nl

Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsAdjunct-Directeur 36 uur | schaal 16 max. € 126.832,- bruto per jaar (incl. IKB) Stevig en inspirerend leidinggevende en sparringpartner die samen met de secretaris-directeur de directie vormt. Richt zich primair op de aansturing van de organisatie. Vertaalt de strategische ambities naar organisatiedoelen en -resultaten. Stuurt de afdelingsmanagers aan en versterkt hun strategische positie. Stimuleert integraliteit en is opdrachtgever voor afdelingsoverstijgende programma’s. Is daadkrachtig, bestuurlijk sensitief en verbindend. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Strategisch Beleidsadviseur 36 uur | schaal 12 max. € 82.476,- bruto per jaar (toelage mogelijk) Verbindende op samenwerking gerichte strategisch adviseur als spin in het web. Signaleren en analyseren van trends, ontwikkelingen en vraagstukken en de gevolgen hiervan voor de gemeente. Scenariodenker die breed en integraal adviseert over strategische onderwerpen aan directie als ook college. Relatie onderhouden met belangrijkste partners in de regio. Functioneel aansturen in veranderende omgeving. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Beleidsadviseur Ruimtelijke Projecten 32 – 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Adviseur die complexe ruimtelijke projecten begeleidt en de inhoudelijke vraagbaak is voor collega’s. Is als projectleider omgevingswet verantwoordelijk voor een goede en tijdige implementatie van de omgevingswet. Coacht de collega’s en steekt zelf ook graag de handen uit de mouwen. Echte verbinder, die projectmatig sterk is, in mogelijkheden denkt en creatief en politiek sensitief is. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Voor Regionaal Historisch Centrum Eindhoven zijn wij op zoek naar: • Strategisch Adviseur Informatiemanagement • Teamcoördinator Informatiemanagement • Teamcoördinator Advies en Toezicht 36 uur | max. schaal 11 max. € 78.800,- bruto per jaar Adviseur Toezicht en Inspectie 36 uur | max. schaal 10 max. € 68.500,- bruto per jaar Interesse in een van bovenstaande functies van RHCe? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Voor de Provincie Noord-Holland zijn wij op zoek naar: Senior Projectmanager Infra Stevige projectmanager voor complexe infra projecten (schaal 14) Senior Inkoopadviseurs Ervaren inkoopadviseur voor uiteenlopende inkoopprojecten (schaal 11) Omgevingsmanagers (medior/senior) Omgevingsmanager voor infrastructurele projecten (schaal 11/12) Omgevingsmanager Bodem & Groen Omgevingsmanager binnen politiek-bestuurlijk krachtenveld (schaal 12) Beleidsadviseur Leefbaarheid Adviseur en projectleider voor een gezondere leefomgeving (schaal 12) Interesse in een van bovenstaande functies van Provincie Noord-Holland? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
Home


You need flash player to view this online publication