0

SAMEN MET CHRISTUS André Piet Stichting GoedBericht

Colofon Titel: Samen met Christus © 2023 André Piet, goedbericht.nl Verschijningsdatum: juni 2023 Uitgever: Stichting GoedBericht, Rijnsburg Alle rechten voorbehouden Samenvatting: Anita Godschalk Vormgeving & technische realisatie: Evangelie Om Niet, evangelieomniet.nl Foto cover © by_Nicholas via Canva ISSN 2772 7939 NUR 707

INHOUD INLEIDING 7 1. Hij nam ons mee 11-16 Plaatsvervangend gestorven? 12-13 We hebben een update nodig 13-14 Voor God zijn we nu al volmaakt 14 De ander niet meer naar het vlees kennen 15 2. Eén plant geworden 17-28 God rekent jou niet meer als zondaar 18-19 Ondergedompeld in Hem 19-20 Hij nam ons mee 20-21 Christus werd opgewekt 21-22 Nieuwheid van leven 22 God is klaar met de oude mens, nu jij nog 22-23 Ben ik nu wel of geen zondaar? 24 Je leeft voor Hem onder Zijn genade 25-26 Opgestaan als Eersteling om nooit meer te sterven 26-27 Reken zoals God rekent 27 Omkeren 28 3. Compleet in Hem 29-40 Tradities van mensen 29-30 De ware besnijdenis is innerlijk 30-31 Geloof is rekenen met de feiten 31-32 De wet is buiten werking gesteld 32-33 Uitgekleed 33 Laat je niet imponeren 33

Wij zijn het onderwerp van de schaduwen 34 Gewilde nederigheid 35-36 Er is nu niets te zien 36 Contacten en banden 37 Laat je geen dogma opleggen 38-39 Nog even een terugblik 39 4. Dé Christus is een gezelschap 41-50 Zoekt de dingen die boven zijn 42-43 Verborgen en nog niet zichtbaar 43 Zoeken onder de oppervlakte 44 Etaleer wat God jou geschonken heeft 44-45 De verborgenheid van de Christus 45-47 Openbaar gemaakt worden in heerlijkheid 47-48 Versterven 48-49 5. Eerstelingen 51-58 Gekozen met een doel 52-53 Geloof is een geschenk 53-54 Vijanden worden vrienden 54-55 Onbezorgd 55-56 Tot slot 56-57 APPENDIX 59 Zijn geloof, niet mijn geloof 59-60 NOTEN 61 Bijbelteksten: werkvertaling op basis van Interlinear Scripture Analyzer, Scripture4all.org

INLEIDING Een poosje geleden kreeg ik op mijn site goedbericht.nl de volgende vraag: Zeer geachte heer, “Met Christus ben ik mee-gekruisigd.” Toen Jezus gekruisigd werd bestond ik nog niet. Hoe kan ik dan met Christus mee-gekruisigd zijn? Ik kan dit niet uitspreken. Of slaat het niet op ons die nu leven? Dat Paulus dat van zichzelf zegt, is voor mij al totaal onbegrijpelijk, maar hij leefde toen. Onder andere om deze tekst twijfel ik vaak aan Paulus. Als u mij op betere gedachten kunt brengen, dan graag, want ik begrijp Paulus absoluut niet terwijl ik hem al 65 jaar lang lees, ik heb nu de moed voor hem opgegeven.” K. Een logisch verhaal van deze meneer K. Met dit soort vragen lopen veel mensen rond. Hoezo mee-gekruisigd? Toen Christus ongeveer 2000 jaar geleden gekruisigd werd, bestond ik toch nog niet? Was Paulus enigszins de weg kwijt toen hij dit opschreef in de Galatenbrief? Gal 2:20 Het is vaak een reden dat we deze moeilijke stukken van de apostel Paulus maar liever overslaan in de Bijbel. Want je kunt er flink over struikelen. Maar… waar gaat dit dan wél over? Christus stierf. Geen twijfel mogelijk: Letterlijk, concreet en historisch. Dat staat vast. Alleen 7

dat Paulus schrijft dat wij met Hem gekruisigd zijn is niet letterlijk waar; het is een beeldspraak. Paulus is ook de enige apostel die dit thema op deze manier verwoordt. Dat is natuurlijk fijn om te weten, maar dan nog, waarom doet Paulus dit? Daarvoor moeten we helemaal terug naar het begin van de mensheid. Naar Adam, de eerste mens op aarde. Regelmatig maakt Paulus een vergelijking tussen Adam en Christus. En daar heeft hij een reden voor. Zowel Adam als Christus zijn twee grote sleutelfiguren in de geschiedenis die een grote impact hebben (gehad) op de mensheid. Ze zijn als het ware elkaars spiegelbeeld. Het paradijsverhaal liep niet goed af, dat weten we allemaal. Adam nam de hele mensheid mee in de dood en daardoor zijn we stervelingen geworden. De dood is onder ons, daar kan niemand wat aan veranderen, hoezeer we nu ook pogingen doen om met technische hoogstandjes ‘onsterfelijk’ te worden. Maar God zou God niet zijn als er niet een goed einde aan het verhaal zou komen… De laatste Adam kwam op het toneel; Christus, Die heel de mensheid meeneemt in Zijn opstanding en onvergankelijk leven. Je leest dat in 1 Korinthe 15:22,23. “Want evenals in Adam allen sterven, zó zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. Ieder echter in de eigen rangorde. Als Eersteling Christus…” De parallel met Adam is van groot belang om de beeldspraak van Paulus te kunnen begrijpen. Zoals Adam heel de mensheid meenam in de dood Rom.5:12, zó neemt Christus heel de mensheid mee in Zijn opstanding Rom.5:18. Iedereen dus! Maar om met Christus te kunnen opstaan, moet je logischerwijs eerst met Hem 8

zijn gestorven. In die context moet je de woorden van Paulus plaatsen. En er is nog meer. Er zijn in totaal zeven historische feiten, waaronder Zijn sterven en levendmaking, waarin Christus ons meeneemt in de gebeurtenissen waarin Hij de hoofdrol speelt. Dat doet Hij samen met ons. Wij zijn daarin innig met Hem verbonden. Om welke feiten gaat het? We zijn: 1. met Hem gekruisigd (Rom.6; Gal.2,6); 2. met Hem gestorven (Rom.6,7; 2Kor.5; Gal.2; Kol.2,3); 3. met Hem begraven (Rom.6; Kol.2); 4. met Hem opgewekt en levendgemaakt (Rom.6,7; Gal.2; Ef.2; Kol.2,3); 5. met Hem gezeten (Ef.2) 6. met Hem verborgen (Kol.3); 7. met Hem geopenbaard in heerlijkheid (Kol.3). Zeven historische feiten. Daarover gaat deze studie. Sommige hebben al plaatsgevonden of zijn nu van toepassing. De laatste, nummer zeven, is een historisch feit wat nog toekomst is. Toch noem ik dat ook historisch omdat het His Story is! Deze gebeurtenissen, waarin wij samen met Christus verbonden zijn, gelden voor de hele mensheid, maar voor nu is het besef er al bij degenen die geloven en Hem vandaag al mogen kennen. Bij deze zeven gebeurtenissen draait het maar om één Persoon; Jezus Christus. Hij speelt de hoofdrol. Maar het bijzondere is dat Hij ons meeneemt. Al deze momenten staan beschreven in de brieven van Paulus. Hij was de enige die dat zo kon belichten. Je vindt dit thema niet bij Petrus, niet bij Johannes en ook niet bij Jacobus. Alleen Paulus, als apostel van de natiën, mocht dit zo verwoorden. Daarin is hij volstrekt uniek. 9

De impact van deze zeven feiten is overweldigend, alleen kost het tijd om te begrijpen wat het allemaal inhoudt. De woorden van Paulus zijn geen licht verteerbare kost. Je moet soms flink kauwen, maar dan krijg je ook krachtvoeding binnen met een ongekende vitale impact! Eerst moeten we de bodem leggen. Daarna kunnen we dieper ingaan op de zeven gebeurtenissen. Deze brochure is een samenvatting van vijf Bijbelstudies met de titel: SAMEN MET CHRISTUS, die ik in 2019 in Maarn gegeven heb. Ik ben gewend om de interlineair te gebruiken als ik teksten aanhaal. Dit is een woord voor woord weergave vanuit het origineel, waarop mijn werkvertaling is gebaseerd. Het is een nogal letterlijke vertaling. 10

1. Hij nam ons mee 2 Korinthe 5 14 Want de liefde van Christus dringt ons, oordelende dat één ten behoeve van allen stierf, dus stierven allen. We leggen de bodem met een aantal verzen uit 2 Korinthe 5. Een groot thema in Paulus’ brieven is dat Christus stierf om ons mee te nemen in Zijn dood én opstanding. “Want de liefde van Christus dringt ons…”. Het gaat hier om de liefde van Christus. Dus niet onze liefde voor Hem. Dat is een groot verschil. Zijn liefde is onbaatzuchtig en is er altijd, zonder dat we er iets voor hoeven doen. ‘Agapē-liefde’ heet dat. Die liefde dringt ons, zegt Paulus. Dringen is een druk van binnenuit. Het moet eruit. Het kan niet wachten, het is te belangrijk om verzwegen te worden. “Oordelende…”, dat is een juridische term met de argumenten erbij. Het zijn feiten die helemaal los van het gevoel staan. Wat was de conclusie die Paulus trok? “Dat één ten behoeve van allen stierf...”. Allen! Ja, je leest het goed. De hele mensheid is inbegrepen, ongeacht hoe men zich gedraagt. God heeft een onvoorwaardelijke liefde voor de schepping. Waarom? Omdat het Zijn schepping, Zijn creatie is. Hij houdt van datgene wat Hij gemaakt heeft. 11

Plaatsvervangend gestorven? Dan volgt er een zin die veel moeilijker te begrijpen is “…dus stierven allen.” Hoe zit dat? Hij stierf toch ‘plaatsvervangend’ voor ons? Hij stierf toch zodat wij niet zouden hoeven sterven? Die denkwijze is je meestal bijgebracht als je een christelijke opvoeding hebt gehad. Het lijkt een vrome gedachte, maar het is niet wat er staat. Het bijzondere is dat die plaatsvervanging nergens in de grondteksten terug te vinden is. Als Hij plaatsvervangend voor ons stierf, zouden wij niet hoeven sterven. Nee, het is precies andersom. Hij stierf zodat wij ook stierven! Christus stierf om allen mee te nemen in Zijn dood. Wij stierven met Hem! Iedereen, de hele mensheid, niemand uitgezonderd. Maar dat is de helft van het verhaal. Paulus gaat namelijk verder: 15 En ten behoeve van allen stierf Hij opdat degenen die leven niet meer voor zichzelf zouden leven maar voor Hem die ten behoeve van hen stierf en werd opgewekt. Christus stierf met een wereldomvattend oogmerk. Hij stierf voor de hele mensheid, voor al die miljarden mensen. Arm, rijk, niemand uitgezonderd. Hij stierf om op te staan en aan alle mensen het leven te geven! Maar dan ook echt Leven met een hoofdletter: Opstandingsleven. Hij stierf om “de dood teniet te doen en onvergankelijk leven aan het licht te brengen” 2Tim1:10 Hij was de Eerste, Die opstond uit de dood om nooit meer te sterven. Om werkelijk leven te ontvangen, moet je eerst gestorven zijn. 12

“Die leven”, in vers 15, staat in de tegenwoordige tijd. Het gaat om degenen die nu al het opstandingsleven ontvangen hebben. Dat zijn degenen die nu al geloven in de opgewekte Heer en voor Hem mogen leven. Dat is nu nog een selecte groep, de eerstelingen, maar zal straks de hele mensheid omvatten. We hebben een update nodig 16 Zodat wij vanaf nu niemand kennen naar het vlees. Indien wij ook Christus naar het vlees hebben gekend, niettemin, nu kennen we Hem niet meer zo. Dat uiterlijke, hoe mensen zich voordoen, is niet meer wat telt, zegt Paulus. Dat is tijdelijk en gaat voorbij. We mogen nu al een ander zien hoe God hem/haar ziet. Als je zo kijkt gaat er een nieuwe wereld voor je open. Maar Paulus gaat zelfs nog een stapje verder. Hij heeft het over “Christus naar het vlees kennen”. Hij suggereert hiermee dat hij Jezus gekend heeft toen Hij nog op aarde was. Hand 22:3 Paulus zegt eigenlijk: Als je je alleen vasthoudt aan de Jezus die 2000 jaar geleden op aarde rondwandelde, dan heb je echt een update nodig. God heeft Hem na Zijn opstanding verhoogd en Hem de naam Christus gegeven, de Opgewekte, de Verheerlijkte. De vleselijke Jezus, zoals wij Hem uit de evangeliën kennen, is in een totaal andere positie terecht gekomen. En dat niet alleen. Hij zal straks in een compleet andere gedaante, in een verheerlijkt en onsterfelijk lichaam, naar de aarde terugkeren. Hij heeft een mega upgrade gekregen om het maar eens populair te zeggen. Paulus spreekt daarom bijna nooit over Jezus, maar over 13

Christus Jezus. Op weg naar Damascus werd Paulus geroepen door de opgestane Christus uit de hemel in een oogverblindende heerlijkheid. Zo heftig dat Paulus op de grond viel en drie dagen niet kon zien. Voor God zijn we nu al volmaakt 17 Zodat indien iemand in Christus is, dan is hij een nieuwe schepping, de oorspronkelijke dingen zijn voorbij, zie het nieuwe is gekomen! Christus is uit de doden opgewekt. En verhoogd. Dat is Zijn hedendaagse positie. Als je één bent gemaakt met de opgewekte Christus, dan leef jij, net als Hem, aan de andere kant van het graf. In Hem ben je nu al een nieuwe schepping. De oorspronkelijke dingen zijn voorbij. In het Grieks staat bij ‘oorspronkelijke dingen’ ‘archaios’. Dat betekent: archaïsch, verouderd, achterhaald. God ziet jou in Christus. De nieuwe schepping is geen droombeeld wat je alleen kan bereiken als je goed je best doet. Nee, het is de positie waarin we nu al geplaatst zijn en van waaruit we mogen leven. Zo rekent God. Alle dingen waar wij mee tobben, of zelfs naar God toe, schuldgevoelens over hebben, rekent Hij niet meer. God kijkt anders. God ziet geen verleden meer, alleen maar toekomst. Voor Hem zijn we nu al volmaakt. Ja écht! Hij ziet ons nu al hoe we straks zullen zijn in de nieuwe schepping. 14

De ander niet meer naar het vlees kennen God ziet nu al hoe we straks zullen zijn. Als wij naar een ander kijken gebeurt dat nooit blanco. We nemen bewust of onbewust altijd het verleden mee. Je neemt automatisch alle blokkades, verwijderingen, et cetera, mee. Maar dat hoeft niet meer. We kennen de ander niet meer naar het vlees, zei Paulus in vers 16. Elk mensenkind is bestemd voor de heerlijkheid die God in petto heeft. En God zegt: “Zo gaat het worden en zo zie Ik het nu al.” Daarmee wordt alles wat wij nu nog naar het vlees zien, onze gevoelens, onze boosheid, onze frustraties en dergelijke, enorm gerelativeerd. Wat wij zo opblazen telt niet meer, of beter, mogen we bij een ander in een véél groter perspectief plaatsen. Het nieuwe is gekomen. Dat is niet een streven, maar een startpunt. 15

2. Eén plant geworden Romeinen 6 1 Wat zullen wij dan uitspreken? Zouden we doorgaan in de zonde, opdat de genade zou toenemen? 2 Volstrekt niet! Hoe zullen wij die stierven aan de zonde, daarin nog leven? De bodem is gelegd. We gaan een stapje verder. Romeinen 6 is een belangrijk hoofdstuk voor ons thema. Daarin lezen we dat we samen met Christus zijn gekruisigd, gestorven, begraven en zijn opgewekt. Romeinen 6 sluit naadloos aan op Romeinen 5. Eigenlijk kun je die twee hoofdstukken niet los van elkaar zien. In hoofdstuk 6 komt Paulus nogal eens terug op het voorgaande hoofdstuk. In het laatste gedeelte van hoofdstuk 5 gaat het over Adam en Christus. Daar hadden we het in de inleiding ook al over. Adam staat voor de oude mensheid. In Adam is iedereen een zondaar, een doelmisser geworden. Daar kunnen we niets aan doen. We lopen met de dood in onze schoenen. Maar dan komt, helemaal volgens plan, die andere Mens op het toneel: Christus Jezus. Hij overtreft Adam in alle opzichten. En dat is een understatement. Door één daad van gerechtigheid, door Zijn kruisdood, is over de hele mensheid genade gekomen, rechtvaardiging voor iedereen, niemand uitgezonderd. Hij luidt als Eersteling de nieuwe schepping in, met nieuwe mensen. Daar komt geen kunstmatige intelligentie aan te pas, alleen Gods wijsheid. Mens 2.0, maar dan alleen in Christus! 17

De eerste verzen van hoofdstuk 6 zijn een antwoord op hoofdstuk 5. In Romeinen 5:20 doet Paulus een intrigerende uitspraak over de zonde. ‘Waar de zonde toeneemt, overstroomt de genade’, zegt hij. ‘Oké… je moedigt dus mensen aan om te zondigen’, zullen zijn kritische toehoorders gedacht of gezegd hebben. En ja, geef ze eens ongelijk, het is een logische gedachte: hoe meer zonde, hoe meer genade. Maar… het is de halve waarheid. Paulus stelt aan zijn kritische toehoorders een tegenvraag: “Hoe zullen wij die stierven aan de zonde daarin nog leven?” Rom 6:2 We zijn gestorven aan de zonde. Hoe kun je leven in de zonde als je eraan gestorven bent? Dat is met elkaar in tegenspraak. God ziet ons aan in Christus. We zijn één organisme, één lichaam samen met Hem. Toen Hij stierf, stierf jij óók aan de zonde. Christus stierf en wij stierven met Hem. Je bent in al je vezels verbonden met Hem. Daar ligt je identiteit. God rekent jou niet meer als zondaar In Romeinen 5:8 staat: “…toen wij nog zondaren waren…”. We waren zondaren, maar dat is verleden tijd. Je bent dood voor de zonde. God rekent jou niet meer als zondaar. Laat dat goed op je inwerken, want het is zeer essentieel voor hoe je tegen jezelf aankijkt. Het klinkt heel psychologisch, maar je zelfbeeld is het meest sturende element in je gedrag. Dat beeld kan behoorlijke schade hebben opgelopen. Als bijvoorbeeld je ouders je lieten weten, dat je goede cijfers moest halen, omdat je anders niet goed genoeg was, dan is de kans groot dat je deep down nog steeds denkt, dat je niet deugt en niet goed genoeg bent. Je kunt jezelf dan in je latere leven allerlei voorwaarden opleggen om wél te deugen: ‘er kan alleen maar van mij gehouden worden als ik dit of 18

dat doe’. Juist in religie draait het om gedrag in datgene wat je wel of niet doet. Wie ben ik, waar ontleen ik mijn identiteit aan? Er is eigenlijk maar één antwoord mogelijk: ik ben Gods creatie. Ik ben geen vergissing of een ongelukje, nee ik ben door Hem bedacht. Door Hem grenzeloos geliefd. En Hij ziet mij nu al hoe ik straks zal zijn: volmaakt! Dat beeld van jou heeft Hij nu al voor ogen. Dat is misschien niet zoals je je voelt, maar dit is wel zoals God je ziet. Dáár ligt je identiteit. Het geheim is dat je gaat rekenen zoals God rekent. Zodra je zó gaat kijken wordt alles radicaal anders. Ondergedompeld in Hem 3 Of zijn jullie onwetend dat zovelen als tot in Christus worden gedoopt, tot in Zijn dood worden gedoopt? 4 Wij werden dan met Hem begraven door de doop, tot in de dood… Paulus zegt: “Zijn jullie onwetend?” Je moet eerst iets weten, en daarna ga je het pas beseffen. Besef heeft te maken met inzicht. Je kijkt naar binnen. Er gaat iets resoneren. En dan pas volgt je gevoel en je gedrag. Van iets weten tot het je gedrag beïnvloedt, is vaak een heel proces, daar is tijd voor nodig. Paulus heeft het over “gedoopt worden in Christus”. Je bent snel geneigd om hier aan de waterdoop te denken. ‘In Christus gedoopt’ is iets anders dan ‘in water gedoopt’. Er is wel een connectie, maar het is niet hetzelfde. De doop in water is slechts 19

een beeld van de doop in Christus, het is niet de echte doop. Je leest dat bij Johannes de Doper. Hij was de persoon die doopte met water (uit de Jordaan). “Ik doop jullie met water”, zei Johannes “maar Hij, Die na mij komt, zal jullie dopen in heilige geest.” Joh 1:33 Met de waterdoop gaf hij alleen een beeld weer van de echte doop. De echte christelijke doop is geen doop in water, maar de doop waarmee Christus zélf doopte, namelijk een geestelijke doop. Met deze doop word je ondergedompeld in Hem. Je wordt één met Hem. Je kunt op dat moment het één niet meer van het ander scheiden. Als je wordt ondergedompeld in Hem dan word je óók in Zijn dood ondergedompeld. De verbinding van de doop met de dood is door Jezus Zelf verwoord in Lucas 12, waar Hij Zijn eigen dood een doop noemde: “Ik nu heb een doop om gedoopt te worden en hoe drukt het Mij tot het ook volbracht is” Luc12:50 Hij nam ons mee Jezus moest eerst ondergedompeld worden in het lijden, voordat de dood daar op volgde. Dat drukte zwaar op Hem. In die gebeurtenis, hoe vreemd het misschien ook klinkt, zijn wij meegegaan. Zijn doop is Zijn dood. En aangezien wij gedoopt, ondergedompeld, zijn in Hem, delen wij in Zijn dood. Paulus zegt in vers 4: “…Wij werden dan met Hem begraven door de doop, tot in de dood…”. Onze doop in Hem is de verklaring voor het feit dat wij samen met Hem begraven zijn en delen in Zijn dood. Alles wat Hem overkwam - al de zeven historische heilsfeiten waar we het in de inleiding over hadden - overkomen ons. In die gebeurtenissen zijn we samen met Hem verbonden. Hij stierf, wij 20

stierven met Hem. Hij was in het graf, wij waren daar met Hem in het graf. Sterker nog… daarom stierf Hij. Hij stierf om ons daarin mee te nemen. 4 …opdat net zoals Christus vanuit de doden werd opgewekt door de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in nieuwheid van leven zouden wandelen. Maar daar blijft het niet bij. Gelukkig niet. Het gaat niet om de dood; het gaat om Leven! En dan met een hoofdletter. Dat Leven waar we het over hebben, moet eerst worden voorafgegaan met opstanding uit de dood. De dood is hiervoor noodzakelijk. En dan nog wat anders. Paulus schrijft dat Christus ‘vanuit de doden’ werd opgewekt. Doden? Moet daar niet staan dood? Paulus doelt hier op de doden, die in nu nog het graf liggen. Christus werd als Eerste levend gemaakt met een onvergankelijk nieuw lichaam, terwijl de doden achterbleven in hun graf. De hele mensheid gaat volgen in onvergankelijk leven maar ieder op zijn eigen tijd en in zijn eigen rangorde. Lees 1 Korinthe 15, een magistraal hoofdstuk dat hierover gaat. Christus werd opgewekt Christus werd opgewekt door de heerlijkheid van de Vader. Een bekend paaslied zegt: “Hij steeg uit ’t graf door eigen kracht, want Hij is God, bekleed met macht”, maar dat is niet wat er staat. Met dit lied zou je denken dat Jezus uit eigen kracht opstond omdat Hij God is. Dat roept nogal wat vragen op. Is God toen gestorven? 21

Hoezo? Is Hij dan drie dagen van de wereld geweest? En draaide de schepping toen door zonder God? Dat zou niet best zijn. We hebben met de zogenaamde Drie-eenheid die we bedacht hebben iets heel ingewikkelds van God en Christus gemaakt. Christus werd opgewekt. Dat deed Hij niet Zelf, maar dat gebeurde door de heerlijkheid van de Vader, zoals Romeinen 6:4 aangeeft. Was dat niet gebeurd, dan lag Hij nu nog in het graf. Dit is fundamenteel. Nieuwheid van leven Hij stierf. Wij stierven met Hem. Hij werd begraven. Wij werden begraven. Hij stond op. Wij stonden met Hem op in nieuwheid van leven. Waarom? Omdat we in alles met Hem verbonden zijn. Wat Hem overkwam, overkomt ook ons. We zijn in geloof met Hem verenigd in een heel nieuw leven. Het zondaar zijn ligt ver achter ons. Dagelijks gewekt worden en opstaan is een perfecte illustratie van wat ons in het evangelie wordt verteld. De nacht ligt achter je en een nieuwe dag breekt aan, in een nieuwe schepping. God is klaar met de oude mens, nu jij nog 5 Want indien wij samen één plant zijn geworden in de gelijkenis van Zijn dood, dan zullen wij het ook zijn van Zijn opstanding, 6 dit wetende, dat onze oude mens werd mee-gekruisigd, opdat het lichaam van de zonde teniet gedaan zou worden 22

en wij geen slaaf meer aan de zonde zouden zijn. Paulus gebruikt het beeld van een plant. We zijn samen met Hem vergroeid tot een organisme. En daar waar we ons onderschikken aan het Hoofd, gebeuren de dingen organisch. Daarom hoeven we er ook geen organisatie van te maken. Daar kan het nogal eens mis gaan binnen een kerk. Hij is het Hoofd. En het Hoofd stuurt. Alles, net als in je eigen lichaam, hangt met elkaar samen. Wat Hem is overkomen is ook ons lot. Vers 6 gaat over een ‘weten’. Het gaat om feiten. Het draait hier niet om of we dat voelen of niet. Wat zijn dan de feiten? Dat aan de oude mens een einde is gekomen. Hij werd mee-gekruisigd. De oude bestaanswijze is voorbij. Definitief. Met de oude mens kun je geen zaken meer doen. Je kunt wel gaan zitten tobben wat er nog allemaal aan je mankeert, of wat er in het verleden gebeurd is waar je ontevreden over bent, maar dat is zonde van de tijd. God rekent niet meer met de oude mens. Dat spoor loopt dood. God nam er afscheid van, nu wordt het tijd dat jij er ook afscheid van neemt. Dus stop met wroeten in jezelf om te kijken of je nog zonden kan bespeuren. Delete het. Maar wacht even; hoe zit het dan met het vlees? Daar heeft Paulus het toch vaak over? Met vlees worden de begeerten (impulsen, driften) bedoeld die ons lichaam ons ingeeft. Het vlees is er nog wel, maar voor zover we nog in het vlees wonen is dat niet meer relevant. Het lichaam wordt niet meer beheerst door de zonde. Het is teniet gedaan. Dit zijn geen ervaringen of gevoelens, maar feiten. Onze oude mens werd mee-gekruisigd. Het komt erop aan dat we dit zouden weten. Want alleen wanneer we dit weten, hoeft ons lichaam niet langer beheerst te worden door de zonde. 23

Ben ik nu wel of geen zondaar? Het gaat bij zonde niet of je moreel een slechterik bent. Zonde betekent letterlijk: je doel missen. We zijn per definitie zondaren. Daar kunnen we niets aan doen. We zijn stervelingen en daarmee doelmissers. We missen allemaal de heerlijkheid van God Rom3:23, ondanks goede bedoelingen. We zijn zondaren, maar…. God rekent niet meer zo. Wat wij op aarde zo bepalend vinden is maar een héél klein dingetje in het grote bestemmingsplan. God kijkt al veel verder naar onze definitieve bestemming, volmaakt, met een nieuw onvergankelijk lichaam wat nooit meer zal eindigen. Dáár ligt onze ware identiteit! Wie ik ben en wat ik nog ga worden wordt niet bepaald door mijn prestaties of onvermogen, maar door GODS belofte en door Zijn vermogen! Hij rekent nu al hoe je straks gaat worden. Deze tijd op aarde is alleen maar oefentijd en slechts een schaduw van wat komen gaat. Meer is het niet. Het is geen leven, maar het is sterven in slow motion. Het echte leven moet nog komen. Daarom zijn we ook geen slaaf meer van de zonde. We leven onder genade. Dat is het sleutelwoord. Daar draait het om. Dat staat verderop in Romeinen 6 vers 14: “Immers, zonde zal geen heer van jullie zijn, want jullie zijn niet onder wet maar onder genade.” 24

Je leeft voor Hem onder Zijn genade Wij denken altijd dat de zonde pas stopt als we ons netjes aan de wet houden. Het is precies andersom. Juist als je onder de wet bent word je beheerst door de zonde. Over dat hele mechanisme schrijft Paulus in hoofdstuk 7. Als je niet mag begeren, word je juist beheerst door de gedachte dat je niet mag begeren. Zo werkt dat nou eenmaal. Je bent dan voortdurend bezig in je hoofd om de zonde te vermijden. Juist de strijd tegen de zonde, maakt dat je erdoor beheerst wordt en slaaf wordt van de zonde. “Het draait niet meer om de wet, het draait om genade”, zegt Paulus. Je leeft voor Hem! Dat is de essentie. En alle dingen zijn geoorloofd. Je leeft voor God onder Zijn genade. Dat zou je elke dag tegen jezelf mogen zeggen. Dat klinkt wel erg goedkoop. Nee, het is nog erger… Het is niet goedkoop, het is gratis. 7 Want die sterft is gerechtvaardigd van de zonde. 8 Maar indien wij samen met Christus stierven, geloven wij, dat wij ook samen met Hem zullen leven… De gedachte bij vers 7 is niet dat wie sterft, vrijgesproken wordt van schuld. Dat zou raar zijn. Sterven maakt geen einde aan iemands schuld. Het gaat hier over zonde. Dat is iets anders. Als je sterft met Hem zit je niet meer in het domein van de zonde. De dood maakt een einde aan de macht van de zonde. Die draad is doorgeknipt. Een dode kan niet zondigen. Vers 8 benadrukt nog een keer dat we in alles samen met Christus verbonden zijn. 25

Lotgenoten. Zijn positie is onze positie. Hij neemt ons mee en in de nabije toekomst zullen wij ook lichamelijk met Hem leven. Paulus doelt hier nog niet op de toekomst, maar op het feit dat we nú al in nieuwheid van leven met Hem mogen wandelen. Het woordje zullen gaat hier om de vergelijking tussen sterven en leven. Gebeurt het één, dan gebeurt ook het andere. Opgestaan als Eersteling om nooit meer te sterven 9 …daar wij weten dat Christus, opgewekt wordend vanuit de doden, niet meer sterft. De dood is geen heer meer van Hem. 10 Want wat betreft dat Hij stierf aan de zonde, stierf Hij eens voor altijd. Maar wat Zijn leven betreft, leeft Hij voor de God. In de Bijbel zijn diverse mensen uit de dood opgestaan. Lazarus, het dochtertje van Jaïrus en de jongeling van Naïn stonden op, maar gingen daarna ook weer dood. Christus heeft als Enige in de mensheid de dood definitief achter Zich gelaten. Hij is daarin volstrekt uniek. Dat is nog niemand overkomen. Dat onvergankelijke leven wat Hij toen al aan het licht bracht als Eersteling, gaat uiteindelijk de hele mensheid overkomen. Wij mogen nu al wandelen in die nieuwe schepping. Nu in geest, en straks met een heel nieuw lichaam. Christus stierf aan de zonde en leeft nu voor de God. Dat is pas het echte LEVEN!!! met dikke vette hoofdletters. Realiseer je dat. 26

Wij leven niet, maar zijn bezig om in slow motion te sterven. We kunnen wel proberen met de meest slimme technologieën de dood op een afstand te houden en onszelf onsterfelijk te maken, maar dat is een dwaze hoogmoedige gedachte. Het gras verdort, de bloem valt af. Jes 40:6-8 De dood zit in onze genen. En daar kan geen intelligente gentherapie tegenop. We zijn in dit leven allemaal bestemd om te sterven. Niemand uitgezonderd. Reken zoals God rekent 11 Zo ook jullie, reken jezelf inderdaad doden te zijn voor de zonde, levenden echter voor de God, in Christus Jezus. Reken zoals God rekent. Doe dat! Zo staat het er ook, in de gebiedende wijs. Dat staat er niet voor niets. Ook in je geloof ga je soms af op je eigen gevoel of de opinie van een ander. Als je niet rekent zoals God rekent is dat een miscalculatie. Leven in geloof is geen kwestie van zien of voelen maar van rekenen. Hij stierf… en wij met Hem. Hij werd opgewekt uit de doden… en wij met Hem. De zonde ligt achter ons. Dat is geen ervaring maar het ligt besloten in een historisch feit. 27

Omkeren Doden te zijn voor de zonde. Wat betekent dat? In de praktijk betekent dat niet dat je de zonde gaat bestrijden, maar juist negeert. Je besteedt er geen aandacht aan. Als je strijdt tegen de zonde en het probeert te vermijden, ben je voortdurend bezig met… de zonde. Zonde wordt pas ontkracht als je het negeert. Maar hoe kun je iets negeren zonder er voortdurend mee bezig te zijn? Dat kun je alleen als je je blik ergens anders op richt. Een mooi voorbeeld is een anti slipcursus in de auto. Als je de controle kwijtraakt over het stuur en je gaat in de slip richting de sloot, dan stuur je automatisch in de richting die je opkijkt. Bij de cursus leer je mentaal anders te kijken. Niet richting de sloot waar je niet in terecht wilt komen, maar juist de andere kant op. Voor je leven gaat hetzelfde principe op. De kunst is om niet te denken waar je niet heen wilt (de zonde), maar juist waar je wel heen wilt. Je hebt een alternatief nodig anders wordt negeren een obsessie. Het geheim van negeren is… omkeren, de andere kant op kijken. Richt je blik naar boven. Daar ligt het alternatief. Leef voor God in Christus Jezus. We hebben dat leven nu al ontvangen. Leef daarin, wandel in nieuwheid van leven, onbezorgd, onbekommerd. Niet ik leef, maar Hij leeft in mij. Gal 2:20 Je hoeft niet te strijden tegen de duisternis. Er is maar één remedie tegen de duisternis… het Licht aan doen. Dat is het leven wat God voor je heeft weggelegd. 28

3. Compleet in Hem We zijn één gemaakt met Christus en delen in Zijn positie. En dat niet alleen. We zijn ook compleet in Hem. Kunnen mooie filosofieën en tradities van mensen hier nog iets aan toe voegen? Het antwoord is klip en klaar: nee! Het is zelfs misleidend. We gaan naar Kolossenzen 2, waar dit thema uitgebreid besproken wordt. Tradities van mensen 8 Kijkt uit, dat niemand jullie als buit meevoere door de filosofie en lege verleiding, overeenkomstig de traditie van de mensen, overeenkomstig de elementen van de wereld en niet overeenkomstig Christus. 9 Want in Hem woont al de volheid van de Godheid lichamelijk, 10 en jullie zijn compleet in Hem, Die het Hoofd is van alle overheid en autoriteit. Je kan heel makkelijk meegevoerd worden door allerlei mooie godsdienstige filosofieën en overleveringen. Dat is nu zo en dat was destijds ook zo. In Paulus’ dagen stond het bol van het Joodse en Griekse denken. Paulus schrijft deze brief notabene aan gelovige mensen. Dus zo snel kan dat gaan. De gelovigen hadden gehoord van het Goede Bericht, maar het gevaar dat op de loer lag 29

was dat ze wel Christus hadden leren kennen, maar ook elders nog een graantje wilden meepikken. Waarom zou je niet nog wat interessante filosofieën toevoegen aan het geloof? Tenslotte waren die Griekse filosofen geen domme jongens. Of een mooie religieuze traditie? Hoe meer het geloof versierd en verrijkt wordt met zichtbare rituelen hoe beter, zou je denken. Maar Paulus zegt: “Kijk uit wat je doet, laat je niet meevoeren”. Je bent namelijk al compleet in Hem. “…want in Hem woont al de volheid van de Godheid lichamelijk…”, “Die het Hoofd is van alle overheid en autoriteit” (vs. 9-10). Dat is nu nog verborgen maar in de volgende aeon1 zal deze toppositie van Christus voor iedereen zichtbaar zijn. Als je nu ergens anders ‘wijsheid’ gaat halen, geef je te kennen dat je niet genoeg hebt aan Hem. Christus is algenoegzaam. Dat is een ouderwets woord maar het drukt precies uit waar het om gaat. In Hem is genoeg. Meer dan genoeg en al genoeg. Al wat aan ons ontbreekt is aangevuld door Hem. Buiten Hem is er niets van wezenlijke waarde. Alle schatten van wijsheid en kennis liggen in Hem verborgen. Kol 2:3. De ware besnijdenis is innerlijk 11 In Hem werden jullie ook besneden, in een besnijdenis die niet met mensenhanden werd gedaan, in het uitkleden van het lichaam van het vlees, in de besnijdenis van Christus… Besnijdenis was een goed en legitiem gebruik voor de Joden. Paulus was daar niet op tegen. Hij brengt alleen, voor degenen die in Christus zijn, de besnijdenis op een hoger niveau. Het gaat hier 30

om een besnijdenis in Hem waar geen mensenhand aan te pas komt. De ware besnijdenis is innerlijk en is Gods werk. De rituele besnijdenis is ten diepste een beeld van iets veel groters. Het gaat om de typologie, de geestelijke waarheid erachter. Tijdens een besnijdenis wordt de eikel blootgelegd en wordt het mes in het vlees gezet. Het vlees duidt hier op de uiterlijke mens. Onze eigen menselijke inspanning, wordt weggesneden. De eikel die blootligt is niet alleen dood aan het vlees, maar ook het glanzende embleem van vruchtbaarheid en opstanding. Besnijdenis in Christus drukt de verbondenheid uit met Zijn dood en opstanding. Geloof is rekenen met de feiten 12 …samen met Hem begraven wordend in de doop, waarin jullie ook werden opgewekt door het geloof van de inwerking van God, Die Hem opwekte uit de doden. 13 Ook jullie, doden zijnde voor de misstappen en de voorhuid van jullie vlees, maakt Hij samen met Hem levend, genade bewijzend aan ons met alle misstappen… We zijn gedompeld in Hem en daarmee innerlijk verbonden met Hem door geloof. Dat geloof komt niet uit onszelf. Dat hebben we gekregen. Ef 2:8 God wekte Christus op uit de doden. Door geloof zijn wij samen met Hem opgewekt. Nu al in geest, en straks zal ook ons lichaam veranderd worden. Nu al gewekt in geest maakt je 31

bewust, maakt je wakker van Zijn woord. De Bijbel is niet zomaar wat letters op papier, maar het zijn levende woorden. Het verandert je denken en daarmee ook je leven. We mogen rekenen zoals God rekent. Geloof is niet primair een gevoel, maar rekenen met de feiten, met de uitspraken van God in Zijn woord. We zijn dood voor de misstappen. Zo ziet God ons. Volmaakt. Hij rekent ons niet meer als zondaren. Er is werkelijk niets meer wat ons kan beschuldigen. Nooit meer. De hele mensheid, of je nou Jood bent of iemand van de voorhuid, van de natiën. (De mensen in Kolosse hoorden bij de natiën). Iedereen is aan het kruis meegenomen. Genade is geschonken voor alle misstappen van ons. Je leest het goed; alle misstappen! De wet is buiten werking gesteld 14 …uitwissend het handschrift tegen ons, met de officiële besluiten, dat tegen ons was. En Hij heeft het uit het midden weggenomen, vastnagelend aan het kruis. 15 Hij kleedt de overheden en de autoriteiten uit, en stelt hen in vrijmoedigheid ten toon, daarin over hen triomferend. Het handschrift wat hier genoemd wordt gaat over de wet. De Thora. Israël had plechtig beloofd de wet na te zullen leven. Dat gebeurde niet. En ja… als je iets belooft en je doet het niet dan gaat het je achtervolgen. Belofte maakt schuld. Daarmee werd de wet een vloek en begon zich tegen hun te keren. Paulus zegt: De wet, 32

die tegen ons was, is uitgewist en buiten werking gesteld. Alles wat mij te verwijten viel, ook de vloek van de wet, is vastgenageld aan het kruis. Het ligt achter mij. Uitgekleed Er is een uniek moment in de geschiedenis waarbij God de overheden en autoriteiten heeft uitgekleed (vers 15) en ze letterlijk ‘in hun hemd’ stonden. Jezus was dood en lag in het graf. Met veel bombarie had de keizer het graf verzegeld. Niemand mocht het graf openen om het lichaam weg te halen. Daar stond de doodsstraf op. Men dacht het zaakje hiermee op orde te hebben. En wat gebeurde er? Het zegel werd verbroken, de steen werd weggerold, en daarmee werd de dood juist overwonnen. Er gebeurde precies het tegenovergestelde. Alle bedenksels van de autoriteiten vielen in diggelen. Wat een triomf! Christus werd daarmee boven alle autoriteiten en machten geplaatst. En Zijn positie is de onze. Laat je niet imponeren 16 Laat dan niemand jullie oordelen, in eten en drinken, of op het stuk van een feestdag, nieuwe maan of sabbatten, 17 dingen, die een schaduw zijn van het komende, maar het lichaam is van Christus. 33

Paulus wordt hier weer heel concreet. Binnen de ekklesia waren er stromingen die leerden dat de wet en allerlei rituelen uit het OT de genade nog rijker en completer maakten. We hadden het er al even over in Romeinen. Rom 6:8 Die stroming heet judaïseren en is niets anders dan verjoodsen. Men ging elkaar beoordelen op eten, drinken, het houden van de sabbat, et cetera. Later kwamen hier binnen het christendom varianten op het zgn. ‘christianiseren’. De kerk werd het nieuwe Israël en daarmee kregen de voorschriften uit het OT een nieuwe ‘christelijke look’. Doop kwam in plaats van de besnijdenis en voor de sabbat kwam de zondag. Eten en drinken werd vasten. Pesach werd Pasen enzovoort. Of wat dacht je van een kerkgebouw met een altaar, offers, wierook, priesterschap of voorgangers met gewaden? Joodse gebruiken werden in een christelijke mal gegoten. Maar de boodschap is ook hier weer hetzelfde: Je bent compleet in Christus! Laat niemand je oordelen of imponeren dat je niet volledig bent zonder al die kerkelijke gebruiken en rituelen. Je bent al gedoopt, je bent al besneden. Ja zeker… In Hem! In Hem heb je alles. Laat dat nooit van je afpakken. Wij zijn het onderwerp van de schaduwen Al die rituelen zijn een schaduw van wat komen gaat. Een schaduw zelf is duister, maar de contouren ervan verraden het licht. Een nieuwe werkelijkheid staat klaar achter de coulissen. En dan zegt Paulus in vers 17 iets opmerkelijks: “maar het lichaam is van Christus”. Wij zijn als ekklesia niet onderworpen aan de schaduwen, maar juist het onderwerp van de schaduwen! Al die schaduwen uit het OT, bedoeld voor Israël, verwijzen naar de Christus, maar de Christus is… Hoofd én lichaam! Het gevolg is dat wij als ekklesia onderdeel van die schaduwen zijn. We hebben half 34

niet door wat voor een geweldig plan God heeft voor Zijn ekklesia, die Hij verzamelt in onze dagen. Gewilde nederigheid 18 Laat niemand jullie diskwalificeren, in gewilde nederigheid en ritualisme van de boodschappers, in welke dingen hij intredend zogenaamd heeft gezien, terwijl hij opgeblazen wordt door het denken van zijn vlees, 19 en zich niet houdt aan het Hoofd, van waaruit het gehele lichaam door contacten en banden wordt voorzien en verenigd wordend, groeiend in de groei van God. In de grondtekst van vers 18 staat het woord ‘boodschappers’. In veel gangbare vertalingen zijn de ‘boodschappers’ vertaald met ‘engelen’. Het gaat hier niet om engelen verering, zoals vaak vertaald wordt, maar om boodschappers die propaganda maakten voor godsdienstige rituelen. Zij wilden de toehoorders ritualiseren. Onderwierp je je niet aan een bepaald ritueel dan werd je gediskwalificeerd en deed je niet meer mee. Maar Paulus is scherp over deze ‘gewilde nederigheid’. Je onderwerpen, je nederig maken aan een godsdienstig ritueel maakt dat je je niet bewust bent van je hoge positie. Welke positie? Dat je compleet bent in Hem, Die het Hoofd is van alle overheid en autoriteit. Kol 2:10 Je bent in Hem, Die nu boven is en daarmee sta je hier volledig 35

boven! In geest ben je nu al deel van de nieuwe schepping. Daar horen geen voorschriften of rituelen meer bij uit de oude schepping. Er is nu niets te zien Wat gebeurt er bij rituelen? Allereerst worden je zintuigen geprikkeld. Neem een kerkdienst. Er is altijd veel te zien. Een voorganger met een toga, vaak met een gekleurde stola om. Kleden op tafel die passen bij de liturgische kleur van het jaar, een paaskaars, gebrandschilderde ramen, et cetera. En bij een katholieke setting natuurlijk heel veel beelden en afbeeldingen. Maar het bijzondere van deze tijd is dat er in het geloof niets te zien is. Er valt wat dat betreft niks te beleven. Christus is verborgen. Dus geen manifestaties met indrukwekkende genezingen en of wonderen. Er zal heus nog wel eens een wonder gebeuren, maar het is niet kenmerkend voor deze tijd, deze huishouding2. Allemaal niet. Christus is nu verborgen in de hemel, in het heiligdom. Je ziet Hem niet, maar je hoort Hem wel! Een prachtig (schaduw)beeld hiervan is de Hogepriester uit het OT, die belletjes aan de zoom van zijn gewaad had. Als hij in de tabernakel was zag je hem niet, maar je hoorde hem wel. Christus is nu onze Hogepriester. Hij is verborgen achter het voorhangsel en dienaar in de ware tabernakel in de hemel (Hebreeën 8 en 9). Niet zichtbaar, maar Hij laat wel van Zich horen in Zijn woord! Dat typeert onze tijd. De verleiding van rituelen met een religieus karakter is heel begrijpelijk. Je wilt wat zien, je wilt wat voelen, je wilt graag tastbaar iets meemaken. Op dat moment wordt het zielse aangesproken. Maar waar het ten diepste hier over gaat is de geest, het geestelijke. 36

Contacten en banden De boodschappers in Kolosse waren opgeblazen, verheerlijkten zichzelf en waren niet meer met het Hoofd bezig. En daar zit precies de angel. Het Hoofd is Christus. De ekklesia is Zijn lichaam. Ze zijn samen één organisme. Zijn positie is onze positie. Waar het Hoofd is, daar is het lichaam. Het Hoofd staat centraal en voorziet het hele lichaam door contacten en banden. Contacten komt uit het Griekse ‘haphe’ (vgl. haptonomie). ‘Hapto’ betekent aanraken. We zijn als lichaam een geestelijke eenheid. Niet het lidmaatschap van een kerk telt. We zijn gedoopt in Hem en Hij, Christus ons Hoofd, zorgt voor het lichaam. Hij voorziet het lichaam. Hoe doet Hij dat? Door contacten en banden. Precies zoals het er staat. Gelovigen zoeken elkaar op. Waarom? Ze horen bij elkaar. Ze vormen een eenheid. En al zijn het er maar twee of drie, dan heet dat al een ekklesia. Matt 18:20 Mensen hebben contact met elkaar en geven elkaar het woord door. Via internet kun je contact met elkaar hebben, dat is natuurlijk een prachtig middel om het woord te verspreiden; alleen de wezenlijke waarde van fysiek bij elkaar komen is de ontmoeting. The meet and greet! Als je de contacten en banden loslaat dan ga je de connectie met het lichaam missen en dan gaan ze ook jouw bijdrage missen. Contact is niet eenzijdig; het komt van twee kanten. Jij geeft wat aan de ander en die ander geeft wat aan jou. God laat ons groeien als we bij elkaar zijn. Je groeit niet alleen in kennis, maar ook in besef dat je bij elkaar hoort en elkaar nodig hebt. 37

Laat je geen dogma opleggen 20 Indien jullie samen met Christus stierven aan de elementen van de wereld, waarom worden jullie dan, alsof jullie in de wereld leven, gedogmatiseerd? 21 “Dat zou je niet aanraken, ook dat zou je niet proeven en ook daarmee zou je niet in aanraking komen.” 22 dat zijn allemaal dingen die door verbruik vergaan, in overeenstemming met de instructies en leringen van mensen. We mogen leren rekenen zoals God rekent. Voor zover we nog in de wereld leven is dat voor spek en bonen. God ziet ons al boven met Hem. Als je dat beseft ga je totaal anders kijken, denken en ook anders leven. Waarom doen we nog alsof we in de wereld leven en laten we ons dogma’s opleggen? Een dogma is een officieel opgelegd besluit. Raak niet aan, proef niet, roer niet aan. In de godsdienst van die tijd nam men dit soort besluiten omdat men bang was voor besmettingen. We kunnen ons daar inmiddels veel bij voorstellen na de anderhalve meter samenleving en de verplichte mondkapjes (!), maar realiseer je wel dat het opgelegde angst van bovenaf is. Blijf nuchter. Gebruik je gezonde verstand wat je gekregen hebt, laat anderen niet voor jou denken. En Paulus voegt er ook een nuchtere opmerking aan toe: “dat zijn allemaal dingen die door verbruik vergaan”. Regeltjes komen op en vaak loopt alles weer met een sisser af. Het zijn vaak vluchtige 38

bedenksels die door de tijd worden ingehaald. Relativeer menselijke wijsheid en leringen. Waarom? Omdat je niet meer in deze wereld leeft. Wees je bewust van je positie. Je leeft niet meer in de wereld, maar je leven is verborgen met Christus in God. Nog even een terugblik We blikken nog even terug naar het begin. Waar ging het ook alweer over? We hadden het over zeven historische feiten (His story!) waarin Christus de absolute hoofdrol speelt. Hij is gekruisigd, gestorven, begraven en opgewekt. Deze vier feiten speelden zich ongeveer 2000 jaar geleden af. Hij deed dat niet in plaats voor ons, maar nam ons erin mee. Hij stierf en wij stierven met Hem om uiteindelijk meegenomen te worden in Zijn opstanding van onvergankelijk leven. Na de eerste Adam, waarin we onvermijdelijk stervelingen werden, moest er een laatste Adam komen om onvergankelijk leven te ontvangen. Paulus spreekt in bijna al zijn brieven over deze bijzondere zaken. Dat vind je bij geen enkele andere apostel. Wij stierven met Hem, werden met Hem begraven en stonden met Hem op. We stierven niet letterlijk maar God ziet dat nu al zo. Wij zijn daarin met Hem gerekend. Dat woord “gerekend” is een belangrijk woord om te onthouden. We zijn niet alleen gestorven, maar waar het uiteindelijk om gaat… opgewekt en levend gemaakt! Leven wat achter het graf ligt. Onvergankelijk leven dus. Zo kijkt God naar Zijn schepselen. Heel de mensheid zal straks het echte leven gaan ontvangen. Of je het nou gelooft of niet. Dat is een ultiem goed bericht waar jij en ik niets aan af kunnen doen en niets aan kunnen toevoegen. God rekent nu al met de nieuwe schepping die straks in volle glorie geopenbaard zal worden. 39

4. Dé Christus is een gezelschap We hebben stilgestaan bij de eerste vier feiten waarin Christus ons meeneemt. Nu focussen we op de laatste drie gebeurtenissen. Ten eerste: We zijn met Hem gezeten in de hemel. Ten tweede: we zijn met Hem verborgen. Ten derde: we zullen straks met Hem geopenbaard worden. Deze drie feiten komen alléén voor in de brief aan Efeze en Kolosse. Paulus schreef deze brieven vanuit de gevangenis. Deze feiten zijn geen verleden tijd maar gelden nu. Behalve het laatste feit waarin we met Hem geopenbaard zullen worden. Dat is niet nu, maar gaat in de nabije toekomst plaatsvinden. Deze drie gebeurtenissen zijn exclusief bestemd voor het lichaam van Christus: de ekklesia. Dit uitroepsel (letterlijk) is een gezelschap van mensen die nu geloven en die nu verzameld worden tussen de eerste en de tweede komst van Christus. We vormen Zijn lichaam. Hoofd en lichaam trekken samen op. Je kunt ze niet scheiden. Dat zou een rare toestand worden. Alles wat het Hoofd overkomt, overkomt tevens het lichaam. Dat betekent dat je overal in meegaat. De Efeze-brief staat er bol van. Dat heet het ‘geheim van de Christus’. Ef 3:4 “De Christus” is niet één Persoon, maar een gezelschap van mensen. Hoofd en lichaam samen. Het lot van Christus is ook ons lot. Dat is duizelingwekkend. Christus zit in deze tijd -tot Zijn wederkomst- in de hemel aan de rechterhand van de Vader. En wij zijn daar met Hem verborgen. Hij is boven… en wij zijn (nu in geest) ook boven. In de hemel ligt ons burgerschap. Fil 3:20 Dat is ongekend hoog. Daar ligt onze bestemming. Dat zijn diepe waarheden waarover Paulus alleen kon schrijven op het hoogtepunt van zijn bediening. 41

Zoekt de dingen die boven zijn Kolosse 3 1 Indien jullie dan samen werden opgewekt met de Christus, zoekt de dingen omhoog, waar de Christus is, gezeten aan de rechterkant van God. Je bent opgewekt samen met de Christus. Dat is nu gesneden koek zegt Paulus. Opgewekt in nieuw leven. Als er een reden is om opgewekt te zijn, dan is dat het wel! Een nieuwe dag is aangebroken. Christus heeft als Eersteling een nieuw en onvergankelijke lichaam ontvangen. De rest gaat volgen. Maar God, Die over de tijd heen kijkt, ziet ons nu al in die positie. “Kijk omhoog, kijk naar boven!”, zegt Paulus. In het Bijbels wereldbeeld is ‘boven’ de plaats waar God Zijn woning heeft en waar Christus is, gezeten aan de rechterhand van God. Dáárom wordt een mens geacht omhoog te kijken. Het Griekse woord voor mens is ‘anthropos’ en heeft de betekenis van een naar omhoog gekeerde kijker. Dat is niet voor niets. Daar komt je hulp vandaan. Alleen… waar vinden we “de dingen omhoog”? Misschien denk je nu dat je moet visualiseren over hoe het in de hemel zal zijn. Maar het is veel concreter. De dingen ‘omhoog’ vind je in Zijn woord, in de Schriften. Ze zijn voor ons al gevisualiseerd. De Bijbel, die hele bibliotheek van 70 (!)3 boeken, is door God ingeblazen en daardoor levend en krachtig. Het OT en het NT zitten vol met (schaduw) beelden. De tabernakel in het OT is een schaduw van hoe het heiligdom van God er in de hemel uitziet. Wat een hogepriester in de tabernakel deed in het OT is niets anders dan 42

een beschrijving van de huidige tijd. Neem de Hebreeën-brief. Daarin wordt een prachtige uitleg gegeven van de betekenis van de tabernakel. De brief beschrijft de positie van Christus, Die nu in de ‘ware tent’ in de hemel is. Verborgen en nog niet zichtbaar We kijken naar Hebreeën 8: 1 De hoofdsom nu van de dingen die gezegd worden is: wij hebben zulk een Hogepriester Die is gaan zitten aan de rechterzijde van de troon van de majesteit in de hemelen, 2 een bedienaar van de heilige dingen en van de ware tent… Let op de details. We hebben een Hogepriester Die is gaan zitten aan de rechterzijde van de troon in de hemelen. Hij is gaan zitten: dat is een beeld van rust. Aan de rechterzijde: een positie van eer en voorrang. Gaan zitten, de rechterzijde, de troon, de majesteit… Dat zijn allemaal beelden van triomf en overwinning. Christus is nu in de hemel, in de ware tabernakel. Hij is verborgen en niet zichtbaar, daar hadden we het al eerder over. Maar Hij gaat zichtbaar worden en zal gaan regeren op aarde, waarbij Hij Zijn vijanden zal stellen als een voetbank onder Zijn voeten. Dat is nog toekomst, maar het gaat wel gebeuren. Nu moeten we het doen met geloof. Dat is het. Er valt in deze periode nog niets te zien. 43

Zoeken onder de oppervlakte Terug naar Kolosse 3: 1 …zoekt de dingen omhoog, waar de Christus is, gezeten aan de rechterkant van God. Zoeken heeft te maken met ‘onder’ zoeken. De schatten en rijkdommen uit de Schrift liggen niet voor het oprapen. Je zult er wel moeite voor moeten doen. De parels vind je door te zoeken onder de oppervlakte. Goud ligt ook niet voor het oprapen. Als je de Bijbel gaat openen zie je in eerste instantie alleen maar zwarte lettertjes. Maar hoe meer je zoekt, hoe meer je ziet dat de letters in feite allemaal kleurrijke plaatjes zijn. Alles in de Bijbel, elke letter heeft een bedoeling en wijst naar iets. Door typen, beelden te herkennen, krijgen de Schriften, die hele bibliotheek van boeken, een wonderlijke, onderlinge samenhang. Je gaat steeds meer zien. Etaleer wat God jou geschonken heeft 2 Bedenkt de dingen omhoog, niet de dingen op de aarde… Bedenken is meer iets van binnenuit. Het duidt op een houding. Je bent gericht op de dingen van boven terwijl je nu nog op aarde bent. In alle aardse verhoudingen en situaties (zie vervolg Kolosse 3) kun je je richten op de dingen die boven zijn. God heeft ons in een bepaalde positie geplaatst. Als man, als vrouw, echtgenoot, 44

vriend, vriendin, werkgever, werknemer, et cetera. Daarin mag je illustreren wat genade allemaal in een mensenleven kan doen. Stel dat je een grief hebt tegen een ander omdat je onrecht is aangedaan. Zoals God jou genade bewijst, en alles heeft weggedaan ondanks het feit dat jou alles te verwijten viel, zo mag je ook die genade etaleren aan de ander. “Elkaar verdragend en wederzijds genade schenkend”, staat er letterlijk. Kol3:13 Dan heb je het bijvoorbeeld over mededogen, mildheid, geduld en dergelijke. Kol 3:12 Je mag genade versieren en laten zien hoe geweldig die genade is en wat dat doet met je leven. Bedenken is niet alleen je verheugen in de rijkdom van de Schriften, maar ook heel concreet etaleren wat God jou geschonken heeft. Het is dus niet iets wat je wordt opgelegd, maar een voorrecht dat je elke dag mag laten zien wat genade uitwerkt in je leven. Elke dag is een uitdaging om dat te tonen. Dan krijgt zelfs het leven op aarde, wat in feite voor spek en bonen is, een geweldige betekenis. En in alles wat je zegt en wat je doet, mag je Hem danken. Kol 3:17 Dankzegging is in het Grieks ‘eucharistia’. Vreugde om niet, dat is genade! “Niet de dingen op aarde…”. De dingen op aarde zijn alle filosofieën en godsdienstige tradities, maar ook de praktijken op aarde; toorn, woede, kwaadaardigheid, lastering, liegen, et cetera. Kol 3:8-9 Dat is niet je gerichtheid, niet je oriëntatie. De verborgenheid van de Christus 3 Want jullie stierven en het leven van jullie is verborgen, samen met de Christus in God. 45

Wat wezenlijk telt is het leven met Hem. Hij is boven en is daar verborgen. Wij zijn daar óók verborgen. Er zijn mensen die denken dat we vandaag het koninkrijk van God openbaar moeten maken en er hard aan moeten werken om dat gestalte te geven. ‘Want als wij het niet doen, wie doet het dan wel?’ Is het motto. De verborgenheid en het feit dat we het koninkrijk nog niet zien is geen foutje, maar is deel van het grote plan van God. Alles in de huidige ‘huishouding’ is verborgen. Er zijn talloze voorbeelden in de Bijbel te vinden waarin we de verborgenheid van de Christus kunnen terugvinden. Denk bijvoorbeeld aan Jozef in de gevangenis. Verworpen door zijn broers, moest hij lange tijd in ‘de verborgenheid’ -de gevangenisblijven, totdat hij (onder)koning van Egypte werd en zich openbaarde aan zijn broers. In de gevangenis sprak hij over verborgenheden en legde die uit. En schreef Paulus juist niet in de gevangenis brieven over verborgenheden? Het spannende verhaal van Jozef bevat veel meer plaatjes, typologieën, dan je in eerste instantie denkt. David is ook een prachtig beeld van Christus. Hij werd geboren in Bethlehem en groeide op als schaapherder, die zijn leven inzette voor z’n schapen. Hij werd gezalfd om koning over Israël te worden, maar werd vervolgd door koning Saul. David hield zich schuil met een groep ‘ongeregelden’ in de spelonk van Adullam; dat betekent ‘verborgenheid’. 1Sam 22 En David werd hun aanvoerder. Het koninkrijk (van David) moest nog komen, maar het ‘zooitje ongeregeld’ geloofde in hun aanvoerder, bleef ondergronds, en voelde zich veilig bij hem. Wij zijn de groep die verborgen is met Hem. Toen David koning werd kreeg deze groep, dit uitschot, zeer hoge posities in zijn koninkrijk en mocht met 46

hem gaan heersen. Dat is onze toekomst… Kijk, en dan is het niet verkeerd om bij ‘dat gajes’ te horen! Het is karakteristiek voor deze tijd dat de Christus verborgen is. Het is onderdeel van Gods plan. Er valt nu niets te zien. Het is buitengewoon belangrijk om dit te weten. Het voorkomt een hoop frustratie als je hoopt op een opwekking of op meer genezingen dan nu het geval is. Dit is niet de tijd daarvoor. Als je denkt nu al wel wat te kunnen zien, raak je gefrustreerd. Openbaar gemaakt worden in heerlijkheid 4 Wanneer dan ook de Christus openbaar gemaakt zal worden, jullie leven, dan zullen ook jullie samen met Hem openbaar gemaakt worden in heerlijkheid. Samen uit, samen thuis. Als Christus openbaar wordt gemaakt in de toekomst, dan kan het niet anders, dan dat wij meegaan in deze gebeurtenis. Israël staat in deze tussentijd op een zijspoor, maar daar gaat verandering in komen. De Heer gaat aan Israël verschijnen. Dat is voorzegd; Israël zou na twee dagen herleven en op de derde dag opgericht worden, zegt de profeet Hosea. Hos 6:2 Het unieke van deze profetie is dat hier vermeld wordt wanneer dat zal gebeuren. Petrus zegt dat het ons niet mag ontgaan dat bij de Heer één dag is als duizend jaar en duizend jaar als één dag. 2Petr 3:8 47

Het is nu bijna 2000 jaar geleden, dat de Heer het aardse toneel verliet om Zich in de hemel te zetten. Als je rekent dat Christus rond 30 AD naar de hemel ging, dan is rond 2030 deze termijn van ‘twee dagen’ verstreken. Dat duurt niet lang meer… We worden samen met Hem openbaar gemaakt in heerlijkheid. Wat een bijzondere gebeurtenis zal dat zijn! Een tekst die daar prachtig bij aansluit is Zacharia 14. Hij zal verschijnen op de Olijfberg en alle heiligen met Hem. Zach14:4-5 Wie zijn die heiligen? In het OT was de uitleg hiervan nog verborgen. Maar sinds Paulus op het toneel is, die verborgenheden mocht uitleggen, is het niet meer zo moeilijk om te raden over welk gezelschap hier gesproken wordt… Versterven 5 Versterf dan de leden die op de aarde zijn: hoererij, onreinheid, hartstocht, kwade begeerte en de oplichting, dat is afgodendienst. Versterf dan de leden…? Er moet toch staan: dood dan de leden…? Het is toch de bedoeling dat we actief strijden tegen de zonde? Zo is het ons althans geleerd. Maar dat is niet wat er staat. Het gaat hier om versterven. Wat is het verschil? Iets ‘doden’ roept op dat je actief moet strijden tegen de zonde. Daar voortdurend mee bezig zijn, maakt dat je onder de heerschappij van de zonde leeft. Het gaat je leven beheersen. En dat niet alleen; een actieve strijd tegen de zonde is kansloos en heel vermoeiend. Hoezeer je ook je best doet, het gaat je niet lukken. 48

‘Versterven’ is iets heel anders. De definitie van versterven is: “Overlijden als gevolg van het niet toedienen van vocht en voedsel.” Versterven in dit verband betekent dat je geen voeding geeft aan hoererij, onreinheid, hartstocht, enzovoort. Geen aandacht of geen voeding geven betekent dat het versterft. Het verdwijnt steeds meer naar de achtergrond. Maar hoe kun je de aardse dingen negeren waar Paulus het over heeft? Dat kan alleen maar als je aandacht naar iets anders gaat. Kijk omhoog! “Bedenk de dingen die boven zijn”, zegt Paulus. Richt daar je aandacht op. Daarboven ligt een leven wat solide is en waar je van op aan kunt. Hoe meer je je aandacht daarop richt, hoe minder je bezig bent met de ‘leden op aarde’ die uiteindelijk niet gelukkig maken. 49

5. Eerstelingen Efeze 2 4 Maar God, rijk zijnde in ontferming vanwege Zijn grote liefde waarmee Hij ons liefheeft, 5 ook ons, doden zijnde voor de misstappen, maakte Hij ons levend, samen met de Christus (in genade zijn jullie geredden), 6 en Hij wekte ons samen op en deed ons samen zitten te midden van de hemelsen in Christus Jezus… God heeft een grenzeloze liefde voor deze wereld. De hele schepping is doortrokken van Zijn liefde. Waar we ook zijn, waar we ons ook bewegen, alles gebeurt in Hem. Hand17:28 In het hemelse heeft Christus de hoogste plaats gekregen. Hij zit aan Gods rechterhand. Niet alleen, maar samen met ons! Wij worden daar al met Hem gerekend. Datgene wat God voor Christus bestemd heeft is eveneens voor ons bestemd. Wij krijgen de hoogste positie. Waarom? Omdat we eerstelingen zijn van de grote oogst die gaat volgen. De eerstelingen krijgen altijd de hoogste plaats. Hebben we het verdiend? Of zijn we zulke bijzondere mensen? Helemaal niet. Zo werkt God nu eenmaal. In de Bijbel kregen de eerstelingen en eerstgeborenen per definitie de hoogste bestemming. Het eerstgeboorterecht, de eerste vruchten van de oogst waren voor God en werden aan Hem 51

geofferd (Exodus 23:19) en van het eerstgeborene zegt God: het is van Mij (Exodus13:2). Zij die buiten stonden, de natiën, krijgen de hoogste positie. Dat is vreemd! We stonden buiten, maar we krijgen in feite een positie boven Israël. Een positie zo hoog als Christus Zelf. Dat is bijna niet te geloven. Maar zo werkt God. De Messias, waar Israël naar uitkijkt, is niet zomaar één Persoon, het is een heel gezelschap. Dus als je leest in het OT dat het gaat over “de Christus Die de aarde gaat herstellen” dan gaat het niet over één persoon maar ook over Zijn lichaam, de ekklesia. Deze is al verborgen in het OT. Gekozen met een doel 7 …om te betonen in de komende aeonen de overtreffende rijkdom van Zijn genade in goedgunstigheid over ons in Christus Jezus. Waarom zijn we gekozen als eerstelingen? Een uitverkiezing bij God heeft altijd een doel. Het is nooit zomaar. Je bent gekozen voor een bepaalde taak en bestemming ten dienste van anderen. Dat is puur genade en heeft niets te maken met of je ‘een lieverdje’ bent of niet. Waarschijnlijk heb je ooit geleerd dat er na dit leven een eindeloze eeuwigheid volgt die goed of niet goed uitpakt. De Bijbel spreekt niet over ‘een eindeloze eeuwigheid’ maar over aeonen. Als je dat 52

begrijpt vallen er meer dingen op hun plaats. God heeft een fantastisch plan, wat Hij uitwerkt in wereldtijdperken, die elkaar opvolgen en die een begin en een einde hebben. Het is Gods alomvattend voornemen om elke creatie van Hem, in hemel en op aarde, dus in -de hele kosmos-, tot Zijn bestemming te brengen. Uiteindelijk zal God alles in allen zijn.1Kor15:28 En om dat universele doel te bereiken kiest Hij sommigen uit als instrumenten… uitverkiezing is een exclusief middel om een universeel doel te bereiken. Dat plan van God lag al klaar voor ‘de geboorte’ van de wereld. Ef 1:4 Christus zal in de komende wereldtijdperken Zijn koninkrijk gaan vestigen. Dat doet Hij niet alleen, maar met een gezelschap, een uitroepsel dat Zijn lichaam is. Deze ekklesia deelt in de positie van Christus. We krijgen dus nog een flinke klus te klaren, voor zover je denkt dat we alleen maar gaan zingen in de hemel. Wij zullen in de komende aeonen op het hoogste niveau (in de hemelse gewesten) de overweldigende rijkdom van Gods genade gaan tonen. Overtreffend. De rijkdom van Zijn genade stijgt boven alles uit. Geloof is een geschenk 8 Want in genade zijn jullie geredden, door geloof en dat niet vanuit jullie zelf: Gods naderingsgeschenk is het… In genade zijn wij gered. Dat is de sfeer. Daar draait het om. Uitgerekend wij uit de natiën, die nergens aanspraak op kunnen maken en voor het merendeel niet tot Israël behoren, krijgen de hoogste taak. Dat valt ons ten deel. “Door geloof en dan niet uit 53

jullie zelf…”. Je wordt gered, dat doet Hij, maar dat geldt ook voor geloof! Met geloof vertrouw je God op Zijn woord. Hij spreekt en wij luisteren en als dat woord tot je doordringt is daar gemeenschap. God nadert tot ons en wij tot Hem. Maar hoe komt het dat je gelooft? Dat komt omdat je het van God gekregen hebt. Het is een geschenk. Je wordt overtuigd en dat is de verdienste van Degene, Die overtuigt. Wij zijn daarin lijdend voorwerp. Je kunt niet ‘op commando’ gaan geloven. Het overkomt je. Je bent niet tot geloof gekomen, maar geloof kwam naar jou, precies andersom. Het is geen prestatie van jezelf. Dan zou het een reden kunnen zijn om jezelf op de borst te kloppen. Vergeet het maar. Geloof is, evenals redding, Gods prestatie. Geloof is het middel waardoor een mens wordt gered. Het is allemaal genade. Hij opent oren, ogen en harten. Hij overtuigt, dat is Zijn verdienste. Niet van onszelf. Alles wat we hebben en wat we zijn is een prestatie van God. Vijanden worden vrienden Het geloof hebben wij nu al gekregen. Dat geschenk zal straks iedereen ontvangen. God is de Redder van alle mensen. Allinclusive! Niemand uitgezonderd. Hij maakt van vijanden vrienden, dat is Zijn werk. De hele schepping wordt verzoend tot Hem. Kol 1:20 Dat is de kracht van het kruis van Christus. Hij zal iedereen tot die overtuiging brengen. Iedereen in zijn eigen rangorde. Dat gebeurt niet allemaal tegelijk. God werkt in fases. En de eerstelingen mogen dat nu al zien. Als je hart en je ogen daarvoor zijn geopend is dat een groot voorrecht. Je mag Hem daarvoor danken op je blote knieën en dat niet alleen; je mag Hem ook danken dat Hij dat met iedereen zal doen! In de hemel, op de aarde en onder de aarde. De hele kosmos. In Filippenzen staat dat 54

elke tong zal belijden dat Christus Heer is. Geen lippendienst, maar iedereen zal van binnenuit aangeraakt worden. Fil 2:10-11 en tot die hartelijke erkenning komen. Onbezorgd Iedereen gaat het geschenk ontvangen wat jij nu al gekregen hebt. Het is een boodschap waar je je niet voor hoeft te schamen. We hebben een mededeling, een goed bericht, dat is alles. En een goed bericht wil doorgegeven worden. Dat gaat automatisch omdat het een goed bericht is! Je deelt simpelweg wat God heeft gedaan. En het kwartje valt, of niet. Maar dat is niet van ons afhankelijk. Je kunt geloof niet forceren bij een ander. God geeft dat op Zijn tijd. Ontspan daarin. 9 …niet vanuit werken, opdat niemand zich zou beroemen. 10 Want wij zijn maaksel van Hem, die geschapen worden in Christus Jezus [met het oog] op goede werken die de God van tevoren gereedmaakt, opdat we daarin zouden wandelen. Geloof is geen prestatie, het is een geschenk. Jazeker, we mogen goede werken verrichten, maar het is Zijn prestatie. Als je iets mag doorgeven, of mag danken in woord en werk in je leven, dan heeft Hij dat in jou neergelegd. Zowel het willen als het werken komt van Hem. Filip2:13 Dus ook de dingen die je hart je ingeeft. God doet het. Daarmee krijgt het zin en inhoud. Je mag een instrument zijn in Zijn hand. Het is een eer om door Hem gebruikt te worden. Als 55

je ogen geopend zijn en het Licht is gaan schijnen, dan gebeurt er iets waar je geen invloed op hebt. Dan ga je stralen. Het licht ontvang je als een reflex. Als het woord je blij maakt, dan gaat dat zijn werk doen in je hart, in je leven. Dat is Zijn werk door jou heen. De goede werken liggen klaar en je mag daarin wandelen. Niet rennen tot je buiten adem bent. Alles gebeurt op Zijn tijd. Dat is heel rustgevend, heel relaxed. Tot slot Christus is verborgen in de hemel. Hij is daar en wij zijn daar ook. Dáár is ons ware LEVEN, met allemaal hoofdletters. Daar worden we gerekend en dat is wat telt. Niet wat hier op aarde is. Ons bestaan in dit lichaam in deze wereld is (min of meer) ‘voor spek en bonen’. Dit ‘omdenken’ is een heel proces. Het is een metamorfose van je denken en dat gaat niet van de ene op de andere dag. Paulus schrijft: “En wordt niet gelijkvormig aan deze aeon, maar onderga een metamorfose in de vernieuwing van het denken.” Rom 12:2 “Gelijkvormig worden aan deze aeon” betekent dat je een levensinstelling aanneemt waarbij je jezelf laat vormen door de ‘mal’ van deze wereld. Je verschuilt je ware identiteit achter populaire kreten die in de wereld gangbaar zijn. Onderga een metamorfose! Wees je bewust van je hoge positie in Hem! Ons denken wordt vernieuwd doordat we dingen vernemen waarvan we eerder niet wisten. Dat is de enorme waarde van het 56

onderzoeken van de Schrift. Het woord doet zijn werk in jou. Het is een proces wat je ondergaat dat veel dieper doorwerkt dan het vergaren van informatie. Natuurlijk, het begint met kennis nemen van. En met denken. Maar daar blijft het niet bij. Ware kennis raakt je hart en verandert je leven, je keuzes, je gedrag, et cetera. Dat gebeurt gewoon. Het werkt van binnen naar buiten. Hij doet dat in jou. Langzaam ondergaan we een metamorfose, zoals een rups een vlinder wordt. 57

APPENDIX Zijn geloof, niet mijn geloof Galaten 2 20 Met Christus ben ik mee-gekruisigd, maar ik leef, niet meer ik, maar Christus leeft in mij. Wat ik nu echter leef in het vlees, leef ik in geloof van de Zoon van God Die mij liefheeft en Zichzelf overgeeft voor mij. Hij leeft! Niet meer ik, niet meer mijn ego, maar Hij leeft in mij. Zo rekent God. Dit is het echte LEVEN voorbij het graf. Volmaakt! Het ‘oude’ ik telt niet meer. Christus leeft… in mij! En voor zover ik nog leef in het vlees hier op aarde… leef ik in geloof van de Zoon van God. Let op de woorden ‘in geloof van de Zoon’. Het gaat niet om mijn prestatie, mijn geloof in Hem. Dat is zwak en grillig en kan zo weer weg zijn. Nee, we houden het vol en putten kracht uit Zijn geloof. Dat is solide en kan niet stuk. Als ik moedeloos ben en even niet meer kan geloven dan is daar nog altijd Zijn geloof. De Zoon van God heeft mij lief en geeft Zichzelf over voor mij. Zijn liefde is van alle tijden, maar “Zichzelf overgeeft voor mij” staat in de grondtekst in de tegenwoordige tijd. Wat betekent dat? Christus is nu in de hemel en vergadert Zich een volk, dat Zijn lichaam is. Hij wijdt Zich volledig om het apart te stellen (straks 59

voor de grote taak!) en te reinigen. Ef 5:26 Hij reinigt ons elke dag. En hoe doet Hij dat? Hij baadt Zijn lichaam door Zijn woord. Wat Hij uitspreekt is “geest en leven” Joh.6:63 en daarin zit alles wat wij als ekklesia in deze tijd nodig hebben. Daar kunnen we op bouwen! 60

NOTEN 1 Aeon, Grieks: aiōn = een (wereld)tijdperk. Net zoals een uur of een dag een bepaalde periode van tijd is, zo is in de Bijbel ook een ‘aeon’ een periode van tijd. Bij ‘aeonen’ gaat het dan om de langste tijdsperiodes die bekend zijn. 2 ‘Huishouding’ is de vertaling van het Griekse woord Oikonomia (Strong 3622*). Het woord ‘economie’ is hier ongetwijfeld in te herkennen. De letterlijke betekenis hiervan bestaat uit een tweeledig woord: HUISWET. Een representatieve vertaling van dit woord is ‘huishouding’. Dit is een situatie (binnen een periode) waarin een bepaald regime van regels geldt, dat daadwerkelijk ook functioneert, terwijl regels binnen een andere huishouding dan niet gelden en dus ook niet functioneren. Binnen een huishouding zijn er vaak meerdere bedelingen (= uitdelingen) van geestelijke goederen die van toepassing zijn in één of meerdere huishoudingen. Deze bedelingen worden aan (groepen van) mensen gegeven en dus ook daadwerkelijk door (groepen van) mensen ervaren! Tevens is voor elke huishouding een beheerder aangesteld. Dat is iemand die vaak bij aanvang van een huishouding aanwezig is en min of meer model staat voor het karakter van die huishouding. Voor meer informatie zie “Gods huishoudingen en bedelingen nader bekeken”. Bron: Meye, P. http://revago.net/Articles/PM-Art20%20%20Gods%20huishoudingen%20nader%20bekeken%2005.pdf 3 70 boeken: Omdat het boek van de Psalmen officieel vijf boeken telt, en niet slechts uit één boek bestaat, tellen we in totaal 70 boeken in de Schrift. In verschillende bijbelvertalingen (zoals de NBG-vertaling) staat het boek boven deze psalmen (1-42-73-90-107) vermeld. __________________________________ * Het betreft hier de concordantie van James Strong. Aan elk woord dat in de grondtekst van de Schrift voorkomt is een uniek nummer toegekend waardoor men in staat is de teksten in de vertaling met elkaar te vergelijken. 61

goedbericht.nl GoedBericht wijst op de ene GOD, Die alles beschikt en bij Wie nooit iets mis gaat. Zij wijst op Jezus Christus als Redder der wereld. Jazeker, van alle mensen. Omdat GOD nooit laat varen de werken van Zijn handen! Uitgangspunt is de Bijbelse boodschap zoals Paulus dit als “apostel en leermeester van de natiën” heeft mogen bekendmaken. GoedBericht wil uitsluitend wijzen op wat “er staat geschreven”. Want “de Schrift” bewijst én verklaart zichzelf. goedbericht.nl In samenwerking met: Stichting Evangelie Om Niet Het Evangelie spreekt van de ene God, Die OM NIET alle mensen redt, verzoent, levend maakt en rechtvaardigt! Gratis online boeken lezen, delen en downloaden (publicaties zijn ook OM NIET als uitgave op papier verkrijgbaar) evangelieomniet.nl 62

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
Home


You need flash player to view this online publication