0

Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Koersvast voor een toekomstbestendig landschap

“Samen maken we Noord-Holland mooier!” ONZE MISSIE

3 Landschap Noord-Holland Inhoud Voorwoord Terugblik op de afgelopen vier jaar Onze ambities voor de komende vijf jaar Ambitie 1: Oppervlakte natuur vergroten Ambitie 2: Behoud en groei van de biodiversiteit Ambitie 3: Landschap klimaatbestendig maken Ambitie 4: Cultuurhistorisch erfgoed toekomst bestendig maken Ambitie 5: Mensen betrekken bij natuur en landschap Natuurbeheer doen we samen Landschap Noord-Holland in cijfers Organisatie en financiën 5 6 13 15 23 33 41 51 62 66 68

Voorwoord Een nieuw meerjarenbeleidsplan. Altijd een goed moment om met een frisse blik voor- én achteruit te kijken. Wat ging er goed, wat ging er minder goed? En natuurlijk: wat kunnen we daarvan leren voor de komende vijf jaar? En laten we vooral niet vergeten om in kaart te brengen hoe de wereld letterlijk en figuurlijk is veranderd in die vijf jaar! H et resultaat? Nou, ik zal je vertellen: we kwamen erachter dat de ambities die we onszelf vijf jaar geleden hadden gesteld nog verrassend actueel bleken. Niet omdat we in de afgelopen periode niets hebben bereikt – integendeel. Maar helaas ook omdat de biodiversiteit en het areaal beschermde natuur meer dan ooit onder druk staan. Neem de gigantische maatschappelijke opgaven waar ons land, en zeker onze dichtbevolkte provincie, voor staan: de stikstofuitstoot, energie- en landbouwtransitie, klimaatverandering, waterkwaliteit en achteruit hollende biodiversiteit. Stuk voor stuk issues die hun weerslag (gaan) hebben op het Noord-Hollandse landschap en waar veel geld en regelgeving mee is gemoeid. In dat opzicht constateerden we ook dat we natuurbescherming meer dan ooit mét elkaar, met partners, overheden en burgers moeten doen. Natuurlijk met de ruim 33.000 Noord-Hollanders die via ons hun groene leefomgeving een warm hart toedragen als donateur, en met de vele vrijwilligers en initiatiefnemers voor groene buurtprojecten. Maar ook in brede coalities als Amsterdam Wetlands, waarin we samenwerken met collegaterreinbeheerorganisaties, recreatie schappen en ook steeds meer met waterschap en gemeenten. En met samen werkings verbanden als het Veen Innovatie Programma Nederland (VIP NL), waarin we

5 Landschap Noord-Holland onderzoek doen met onder meer Wageningen Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. Of met nieuwe samen werkingen met ondernemers om ons culturele erfgoed toekomst bestendig te kunnen beheren. En daarin zijn we als organisatie in die afgelopen vijf jaar gegroeid, volwassener geworden. We hebben onze kennis en onze slagkracht vergroot. We wéten waar we over praten als het gaat om de waarde van veengebieden voor CO2- opslag. We kúnnen gemeenten gericht en onderbouwd adviseren over en ontzorgen in hun ecologisch groenbeheer. En we gáán met open vizier de gesprekken over natuurinclusieve landbouw aan met onze agrarische partners. Die kennis en dat vertrouwen nemen we mee op weg naar de volgende vijf jaar. En we zullen dat hard nodig hebben om effectief door de veranderende wereld te laveren. Als altijd met de blik op de doelstelling die de founding fathers Jac. P. Thijsse, P.G. van Tienhoven en J. Drijver ruim 85 jaar geleden opstelden bij de oprichting van onze organisatie – en die nog niets aan waarde hebben ingeboet: natuurgebieden veiligstellen voor de toekomst. Kortom, met de opgebouwde kennis uit de afgelopen vijf jaar en de continuïteit in onze focus en werk, zetten we wat mij betreft vol vertrouwen koers naar de toekomst. Want een groene, leefbare wereld van vandaag en morgen heeft onze kennis en inzet meer dan ooit nodig. Ernest Briët Directeur Landschap Noord-Holland “Wij hebben onze koers gericht op een toekomstbestendig landschap!”

6 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Terugblik op de afgelopen vier jaar Toen we in 2017 ons meerjarenbeleidsplan vaststelden, konden we niet vermoeden dat die koers anno 2022 zo waardevol en waardevast zou blijken. Het gaf ons richting in ons dagelijkse werk door de hoofdlijnen te schetsen, zonder knellend te zijn. Het zorgde voor uniformiteit en kaders, zonder star en dwingend te zijn. En het gaf leidinggevenden een handvat voor sturing, door samen uitgangspunten en doelen te analyseren en prioriteiten te bepalen. Natuurlijk is het goed om na vijf jaar terug te blikken en te kijken wat er goed en minder goed ging, en – wellicht het belangrijkste: te kijken wat we kunnen leren voor de komende vijf jaar. En dan blijkt dat veel ambities hun waarde hebben bewezen én behouden. AMBITIE 1 Oppervlakte natuur vergroten Doel 250 hectare extra natuur (eigendom) in 2021. We verbinden natuurgebieden, zodat we op een slimme manier leefgebieden van dieren en planten vergroten. En waar mogelijk kopen we gronden aan die we omvormen tot natuurgebieden. De afgelopen vijf jaar hebben we hard ons best gedaan om mankracht en budget hiervoor te organiseren, maar de doelstelling van 250 hectare aankoop hebben we niet gehaald. Grondaankoop vergt nou eenmaal een hele, hele lange adem, zo merkten we ook bij de aankoop van het landje van Geijssel – waar aankoop wel lukte. Grond kopen is een zeer complex proces waar allerlei factoren meespelen: emotie, de wachtstand bij boeren op uitkomsten van provin ciale gebiedsprocessen die gaan starten. Een belangrijke conclusie is, dat we Intern duidelijke afspraken en kaders nodig hebben. Daarom gaan we aankoopkansen verankeren in onze nieuwe gebiedsplannen. De komende vijf jaar blijven we op grondaankoop inzetten. Niet in de laatste plaats omdat natuuroppervlakte vergroten natuurlijk één van onze belangrijkste statutaire doelstellingen is!

7 Landschap Noord-Holland AMBITIE 2 Groei van de Biodiversiteit Doel we zetten ons maximaal in om de teruglopende biodiversiteit te keren. In onze 96 terreinen en ook daarbuiten. Biodiversiteit raakt aan het hart van onze doelstellingen en inzet. De resultaten laten zich echter vaak lastig meten. Bij de Vogelrots bij Amstelmeer is het resultaat duidelijk: predatoren komen niet bij de vogels en we zien groei in soorten en populatie. En in de Noordduinen zit de tapuit in de lift dankzij onze beschermings inspanningen, maar hebben we het doel van 100 broedparen nog niet bereikt. We hebben de afname van aantallen boerenlandvogels niet kunnen ombuigen in groei. Bescherming van essentiële leefgebieden van boerenlandvogels, samen met agrarische collectieven, boeren en vrijwilligers, is deels gelukt. We hadden het plan om consumenten bewust te maken van het belang van weidevogelvriendelijke landbouw, zodat weidevogelboeren een eerlijke prijs voor hun product krijgen. Maar vanuit het motto ‘schoenmaker blijf bij je leest’, hebben we dit plan laten varen. We hebben ons ingespannen voor het Groen Goud Masterplan bio diversiteit, maar de provincie heeft dit slechts ten dele overgenomen in beleid. We hebben ook een kompas op natuurvriendelijke landbouw ontwikkeld en dat helpt ons in onze keuzes in het veld. Uiteraard houden we onze focus ook de komende jaren op deze ambitie - met hoge prioriteit. We ver talen deze doelstelling naar een aantal concrete projecten. Een doelstelling per doelsoort is soms lastig uitvoerbaar en ook niet altijd goed verdedigbaar. Neem insectenbeheer; voor ons is de variatie aan insecten en aantallen insecten relevant, niet de aanwezigheid van die ene soort kever of nachtvlinder. We zetten ons juist in voor het grotere geheel. Biodiversiteit raakt ook direct aan onderwerpen als stikstof, beschikbaarheid van (schoon) water en verduurzaming van de landbouw. Die (maatschappelijke) doelstellingen willen we slim combineren, waarbij we wel steeds duidelijk maken wat de impact van onze inspanning is op de groei van biodiversiteit. En uiteraard bepalen we op hoofdlijnen wat de doelstellingen zijn in onze eigen terreinen.

8 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Terugblik op de afgelopen vier jaar AMBITIE 3 Meer openbaar groen bij gemeenten Doel 10% omzetgroei in advies- en beheer trajecten bij gemeenten, meer gemeenten als opdrachtgever. “Groei van biodiversiteit is steeds het speerpunt.” Deze ambitie richt zich op een doelgroep en omzet (in tegenstelling tot de andere ambities die op inhoud zijn gericht) en we hebben hem ruimschoots gehaald! In de afgelopen jaren merkten we wel dat deze ambitie overlapt met onze ambities op biodiversiteit. Ons werk bij de gemeenten is namelijk gericht op kwaliteits verhoging van het groen door ecologisch beheer, en op monitoring en advisering op het gebied van terreininrichting. Steeds met groei van biodiversiteit als speerpunt. Die doelstellingen sluiten zo nauw op elkaar aan, dat we hebben besloten om onze doelstellingen voor openbaar groen voortaan onder onze ambitie voor biodiversiteit te scharen. Dat maakt het meteen ook mogelijk om een duide lijke(re) link te leggen tussen de activiteiten van Natuurlijke Zaken en de ambities van de organisatie.

9 Landschap Noord-Holland AMBITIE 4 Landschap klimaatbestendig maken Doel participeren in drie klimaatcoalities die bijdragen aan het klimaatbestendig maken van het landschap. Deze doelstelling is ruimschoots gehaald. We nemen deel aan de Regionale energietransitie met andere terrein beheerders, de Amsterdam Wetlands coalitie, innovatie programma Veen (wordt opgeschaald naar Veen Innovatie Programma NL), Groene Combinatie tegen A8A9 (gebiedsvisie en transitie naar duurzame mobiliteit). Het is helaas (nog) niet gelukt om klimaatbestendige natuur te creëren in de duinen (Schoonwatervallei), als gevolg van politieke ontwikkelingen. We hebben gemerkt dat optrekken in coalities een krachtig middel is om onze doelstellingen te realiseren. Dus we blijven samenwerking zoeken en smeden. Bovendien worden de thema’s stikstof, Kaderrichtlijn Water en droogte heel belangrijke thema’s de komende vijf jaar. Daar willen we zeker op inspelen. En natuurlijk blijven we actief in netwerken tot aan de klimaattafel toe, en blijven we een belangrijke rol spelen in de verbinding en uitvoering van projecten.

10 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Terugblik op de afgelopen vier jaar AMBITIE 5 Cultuurhistorisch erfgoed in topconditie brengen Doel door herstel van eigen buitenplaatsen, liniedijken en forten en via advies aan derden maken we het cultuurhistorisch erfgoed toekomstbestendig. We verkennen nieuwe manieren van exploitatie, die bovendien midden in de maatschappij staan. In de afgelopen jaren hebben we fort Krommeniedijk, Zuidwijkermeer, Juffershuis en Gasterij Leyduin hersteld en er een nieuwe bestemming aan gegeven, met nieuwe samenwerkingsverbanden. Dat pakte goed uit; met name Gasterij Leyduin is populair onder bezoekers. We hebben onderzoek en lobby gedaan voor het herstel van de liniedijken van de Stelling van Amsterdam. Ook hebben we streekeigen erven in ere hersteld. Het cultuurhistorisch erfgoed houdt onverminderd onze aandacht. Daar voegen we aan toe dat we ons richten op verduurzamen en toekomstbestendig maken (zowel financieel gezond als ook klimaat bestendig) van het vastgoed, herstel en onderhoud van de liniedijken, ontwikkeling van een bunkervisie voor de Noordkop. En we werken aan een visie op eendenkooien; de instandhouding van de kooien, en van het vakmanschap en ambacht van kooiker. “Het cultuurhistorisch erfgoed houdt onverminderd onze aandacht.”

11 Landschap Noord-Holland AMBITIE 6 Mensen betrekken bij Groen Doel groei van 14.000 naar 16.000 vrijwilligers, betrekken van mensen en vrijwilligers (binnen en buiten onze organisatie) bij natuur. De groei die we voor ogen hadden, hebben we helaas niet gehaald. We hebben de doelen tussentijds bijgesteld naar behoud van de 12.000 vrijwilligers. Wel hebben we via stages, werkdagen en excursies jeugd geïnteresseerd voor en gekoppeld aan natuur. En onze vrijwilligers opereren steeds zelfstandiger, dat was ook een uitdrukkelijke wens. We merkten dat het exact tellen van het aantal vrij willigers om meerdere redenen een probleem is. Het blijkt daarom een lastig sturingsmiddel en als doelstelling heeft het ons niet geholpen. Daarom formu leren we voor de komende vijf jaar een ander soort ambitie. Om bewoners meer te betrekken denken we na over een andere manier van verbinden; er zijn altijd mensen die willen helpen maar niet in het vaste stramien van de huidige vrijwilligersinzet. En naast het betrekken van mensen als vrijwilliger, is er ook de achterban die we betrekken bij lobby en zijn er de vele vragen van bezorgde burgers die binnen komen. AMBITIE 7 Een natuurervaring binnen 15 km Doel mensen op zo veel mogelijk plekken de gelegenheid bieden om kennis te maken met de natuur en zich er verbonden mee te voelen. Deze ambitie verrijkten we met een onderzoek naar de wensen van recreanten, in samenwerking met de andere Noord-Hollandse terreinbeheerders en de provincie Noord-Holland. Met de uitkomsten in onze achterzak hebben we aanpassingen en voorzieningen getroffen in de vier onderzochte natuurgebieden. Doordat we onze prioriteiten verlegden sneuvelde een plan om een toegankelijke menukaart voor Noord-Hollanders rond Amsterdam te maken. Wel hebben we veel wandel- fietsroutes verspreid onder natuurliefhebbers. Bovendien maakten we ons hard voor het behoud van de Groene Long; dit Oer-IJ gebied tussen de verstedelijkte Zaanstreek en Uitgeest-Heemskerk-Beverwijk wordt bedreigd door snelwegplannen van de provincie. De ervaring heeft geleerd dat de ambitie om mensen een natuurervaring te geven in de praktijk overlapt met de ambitie om mensen te betrekken bij groen. In het nieuwe meerjarenbeleidsplan voegen we deze ambities dan ook samen. We maken duidelijk dat we mensen ook willen verbinden met ons werk. Ook als het gaat om mensen die zich zorgen maken over ontwikkelingen met negatieve impact op natuur en landschap.

13 Landschap Noord-Holland Onze ambities 1 3 voor de komende 5 jaar Oppervlakte natuur vergroten 2 4 5 Behoud en groei van de biodiversiteit Landschap klimaatbestendig maken Cultuurhistorisch erfgoed toekomst bestendig maken Mensen betrekken bij natuur en landschap

“De druk op grond is groot.”

15 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Landschap Noord-Holland a m b i t i e 1 natuur vergroten Oppervlakte Wat er speelt Het zal niemand verbazen: de weerbaarheid van de natuur in Noord-Holland staat, net als in de rest van Nederland, zwaar onder druk. De oorzaak? Te hoge stikstofuitstoot door landbouw, industrie, verkeer en vervoer. En versnippering van leefgebieden door woningbouw, nieuwe bedrijventerreinen, distributiecentra, datacenters en extra infrastructuur. Het kabinet wil de stikstofuitstoot in 2030 met 50 procent hebben gereduceerd via een ‘gebiedsgerichte aanpak’, en heeft daarvoor een flink budget beschikbaar gesteld. Maar wij kijken verder. Samen met collega-natuurorganisaties willen we ook de totale oppervlakte natuur vergroten. Omdat robuustere, verbonden natuurgebieden een essentiële bijdrage leveren aan de veerkracht en biodiversiteit van de NoordHollandse natuur. Wij zetten daarom in op het Natuurnetwerk Nederland (NNN), het samenhangende netwerk van bestaande en toekomstige natuurgebieden in Nederland. Het NNN is een belangrijk onderdeel van het landelijke natuurbeleid en had eigenlijk al in 2022 afgerond moeten zijn. De datum is nu verschoven naar 2027, maar er zijn nog flink wat issues te tackelen. Grondaankoop is een langdurig en ingewikkeld proces; een emotionele gevoelskwestie, waar bovendien belangen en stakeholders elkaar soms flink in de weg zitten. Vandaar ook dat de moeilijkste grondaankopen nog moeten plaatsvinden. Bovendien laat de aanstaande omgevingsvisie het ‘nee, tenzij’-principe voor NNN-natuur los, waardoor overheden straks toch ontwikkelingen in het NNN kunnen toestaan. En dan zijn er nog mondiale politiek-economische ontwikkelingen die, naar het zich laat aanzien, een steeds grotere stempel kunnen gaan drukken op grond gebruik. Reden voor de Noord-Hollandse natuurorganisaties om extra druk te zetten op de provincie om serieus werk te maken van de voltooiing van het NNN - met alle mogelijke beleidsmiddelen. De provincie wil de resterende 4.700 hectare NNN verwerven (peildatum maart 2022) voor het einde van 2027; daar gaan wij bij helpen. De meeste aankooptrajecten vergen een lange adem.

16 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Ambitie: De komende vijf jaar 250 hectare grond aankopen die we op het oog hebben. Dat doen we door: • Grond aankopen binnen het Natuur Netwerk Nederland • Herbegrenzing van het Natuur Netwerk Nederland • Duurzaam alternatief eigendom Wat wij willen Landschap Noord-Holland wil meer natuurgebieden duurzaam veiligstellen voor de toekomst; we zetten in op minimaal 100 hectare, maar houden daarbij onze wens voor uiteindelijk 250 hectare scherp in het vizier. Natuurnetwerk Nederland (NNN) is daarbij onze belangrijkste leidraad. Dat lukt het beste als we gebieden in eigendom hebben of in langjarige erfpacht. We kopen grond aan om nieuwe natuurgebieden in te richten of bestaande gebieden uit te breiden, of we gaan een langjarig (erfpacht)contract aan. Zo kunnen we onze natuurterreinen robuuster maken en vergroten we leefgebieden van dieren en planten. Dat is nog best een lastige opgave, want de druk op grondgebruik is groot en de maatschappelijke belangen zijn soms tegenstrijdig. Maar wij varen daarin onze eigen koers: kansrijke gebieden aankopen, landbouwgronden omvormen tot nieuwe natuur en biodiversiteit vergroten. We voelen ons daarin gesteund door zo’n 32.500 beschermers, duizenden vrijwilligers en sponsors. We houden onze ogen open voor aankoopkansen, houden vinger aan de pols bij de herbegrenzing van het Natuurnetwerk in Noord-Holland en kijken buiten de vastgestelde grenzen als we daarmee de Noord-Hollandse natuur kunnen helpen en zeker kunnen stellen voor de toekomst.

17 Hoe gaan wij dat doen De meest voor de hand liggende manier om de oppervlakte aan natuur te vergroten, is natuurlijk aankoop van gebieden binnen de NNN. Wij weten welke terreinen grote kansen bieden voor nieuwe natuur - onze focusgebieden. Daarbij kijken we in eerste instantie of we onze eigen gebieden kunnen versterken met de aankoop van in- en aanliggende gebieden. Maar we kijken ook kritisch naar de huidige vastgestelde grenzen van het NNN. Als we belangrijke ecologische kansen zien in gebieden buiten de NNN, maken we ons hard voor een NNN-status van deze terreinen. Dat is bijvoorbeeld het geval in de binnenduinrand van Castricum tot aan Den Helder. Waar we cruciale gebieden niet in eigendom hebben, of in langdurige pacht hebben uitgegeven, proberen we met de eigenaren en pachters – veelal agrarische bedrijven – tot natuurvriendelijk(er) beheer te komen. Wat daarvoor nodig is Elk gebiedsteam ontwikkelt een nieuw gebiedsplan met per focusgebied een omschrijving van de maatschappelijke uitdagingen, een omgevingsanalyse, kansenkaart en aanpak voor de komende vijf jaar. En natuurlijk bieden we ook de mogelijkheid aan betrokken Noord-Hollanders om zelf bij te dragen aan een groene leefomgeving. In 2021 konden we met crowdfunding via ons Noord-Hollands Natuurfonds ruim 4,2 hectare landbouwgrond aankopen bij natuurgebied De Mosselwiel. Daar krijgt de natuur straks alle ruimte. Ook de komende vijf jaar zetten we het Natuurfonds in om nieuwe aankopen mogelijk te maken. Uiteraard houden we continu in de gaten hoe de grondmarkt zich ontwikkelt en houden we nauw contact met grondeigenaren van de percelen die we op het oog hebben. Kansen krijg je soms maar één keer, en die willen wij verzilveren.

VOORBEELD Natuur kopen, hoe doe je dat? Op het juiste moment de juiste kansen zien. Snel kunnen reageren én een lange adem hebben. Eindeloos praten maar ook kunnen zwijgen. Als het op het aankopen van nieuwe natuurgebieden aankomt, kan Do van Dijck, gebiedsmanager Wad den en Duinen, het allemaal. ‘De druk op de grond in Noord-Holland is groot. Als er een kans is moet je er snel bij zijn’, vertelt Do. Hij houdt dan ook goed de vinger aan de pols, praat doorlopend met boeren, gemeentes, waterschappen en de provincie. ‘Landschap Noord-Holland probeert een laagdrempelige organisatie te zijn, midden in de maatschappij. Als mensen je kennen en weten wat je doelen zijn, is de kans groter dat iemand met een mooi aanbod naar je toe komt.’ Koffie en kansen De meeste aankooptrajecten vergen een lange adem. ‘Dat betekent eindeloos praten, veel koffiedrinken en het eens worden over de prijs. Een ongelooflijk leuk en spannend spel. De natuurgebieden die nog over zijn in Noord-Holland behouden, vergroten en aan elkaar koppelen en verdwenen natuur terugbrengen, dat geeft me enorm veel voldoening.’ Komt er onverwacht interessante grond vrij, dan is het zaak snel te reageren, weet Do. ‘Als ik pas na een halfjaar kom aanzetten bij een boer die stopt, is de kans groot dat de buurman zijn weilanden al gekocht heeft. Doet zo’n kans zich voor, dan is het ook belangrijk dat we geld hebben liggen om toe te slaan.’ Gelukkig kan Landschap Noord-Holland rekenen op ruim 33.000 donateurs en giftgevers. Do houdt het ook de komende vijf jaar druk, want Landschap Noord-Holland blijft inzetten op strategische grondaankopen - met hulp van donateurs en provincie, natuurlijk.

19 Landschap Noord-Holland Drie manieren om natuuroppervlakte te vergroten 1. Grond aankopen binnen het Natuur Netwerk Nederland Natuurterreinen die al in ons eigendom zijn en in het Natuur Netwerk Nederland (NNN) liggen, robuuster maken. Dát is waar het bij deze aankopen om draait. Voor in- en aanliggende gebieden ontwikkelen we daarom gebiedsvisiekaarten, inclusief aankoopkansen en prioritering. Uitgerust met deze informatie gaan de gebiedsmanagers het gesprek aan met eigenaren over mogelijke verkoop. Verder zetten we de komende jaren de eigen percelen met oude pachtcontracten – die nu nog geen natuurpercelen zijn – om in natuur. Dit doen we onder meer met subsidie vanuit de provincie om pachters schadeloos te stellen. 2. Herbegrenzing van het Natuur Netwerk Nederland De grenzen van het NNN mogen dan jaren geleden zijn vastgesteld, het denken over ecologische kansen en noodzaken stond in de tussentijd niet stil! We zien een aantal kansrijke gebieden waar de NNN-status zeer wenselijk is. De binnenduinrand van Castricum tot aan Den Helder bijvoorbeeld, waarvoor we twee gebiedsvisies ontwikkelden: 1. Natuurontwikkeling tussen de noordzijde van het dorp Bergen en de kern van Schoorl 2. De Schoonwatervallei bij Castricum Op dit moment werken we samen met Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en PWN aan een gezamenlijk perspectief voor dit gebied. 3. Duurzaam alternatief eigendom Natuur stopt niet bij de grens van een gebied. Dus als eigenaren van aangrenzende terreinen aan natuurvriendelijk beheer doen, dan worden ook onze natuurgebieden daar beter van. Zo creëren we samen bufferzones rond onze natuurgebieden, waar extensiever agrarisch beheerd wordt. Vanwege het stikstofbeleid onderzoeken we of we ook bufferzones rondom Natura 2000gebieden kunnen inrichten waarin natuurinclusief geboerd moet worden. Voor de financiering zijn de forse bedragen die kabinet Rutte 4 reserveert voor stikstofuitstoot-reductie een optie. In het toekomstige natuurbeheer werken we waar mogelijk graag samen met agrarische natuur verenigingen.

VOORBEELD Meer natuur vlakbij huis Geef de natuur méér ruimte. Elke meter telt. Vanuit die gedachte werd het Noord-Hollands Natuurfonds opgericht, waarin bewoners en bedrijven vierkante meters grond kunnen kopen om er natuur van te maken. Ruim 5.000 natuurliefhebbers investeerden in de natuur. Dankzij hun donaties kochten we in 2021 42.000 m2 agrarische grond bij ’t Zand, in de kop van de provincie. Daarmee ontstaat een groot aaneengesloten natuurgebied met De Mosselwiel. Alie Kraaij woont in ’t Zand en investeerde kort voor de aankoop in een paar m2 natuur, niet wetende waar deze vierkante meters precies zouden komen. Tot haar grote plezier bleek de aankoop op slechts een steenworp van haar huis te liggen, vlak bij de monumentale eendenkooi. Alie’s woorden: ‘Meer natuur vlakbij huis, dat motiveert om aan acties mee te doen. Je ziet direct resultaat!’. Natuur keert terug De natuur grijpt, met een beetje hulp, vanzelf kansen op nieuwe grond. Door oude greppels terug te brengen en de grond op het weiland te leggen, kan bijvoorbeeld weer karakteristiek kadetjesland ontstaan: bol oplopende weilanden tussen greppels en sloten. Door daarna niet te bemesten en het maaisel af te voeren, ontstaat een steeds structuurrijkere vegetatie, waar vanzelf vogels, vlinders en insecten op afkomen. Over zo’n vijf jaar zijn de nieuwe vier hectares niet meer van de rest van De Mosselwiel te onderscheiden. En dit is nog maar het begin. We hopen via het fonds nog veel meer gebieden aan te kopen om de natuurlijke verbindingen in onze provincie te versterken.

Dankzij het Natuurfonds hebben we ruim 4 hectare grond bij De Mosselwiel kunnen kopen - een gebied wat we al jaren in het vizier hadden.

“Een grote bedreiging voor biodiversiteit.”

23 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Landschap Noord-Holland a m b i t i e 2 van de biodiversiteit Wat er speelt Behoud en groei Noord-Holland kent veel verschillende, natuurrijke landschappen zoals de duinen, wadden en open polders. Bijzondere natuur die rijk is aan plantenen diersoorten. Of liever: rijk kán zijn, want de biodiversiteit is de afgelopen eeuw drastisch afgenomen - zowel in kwantiteit als kwaliteit. Dat komt door intensivering van de landbouw, toenemend verkeer en vervoer, vervuilende industrieën, maar ook verstedelijking en nieuwe infrastructuur. En door uitstoot van stikstofverbindingen zoals ammoniak is de lucht-, water- en bodemkwaliteit ernstig verslechterd. Ook in onze natuurgebieden zien we deze achteruitgang. Stikstofminnende soorten zoals grassen, brandnetel en braamstruiken rukken op en verdringen bijzondere, inheemse planten en dieren. En de slechte kwaliteit van het oppervlaktewater gaat ten koste van (onder)waternatuur. Dat is niet alleen schadelijk voor de natuur, maar ook voor onze eigen gezondheid. Dat moeten we niet willen; we moeten goed zorgen voor onze natuur. En dat is zelfs op Europees niveau vastgelegd. In Natura2000-wetgeving en voor waterkwaliteit in de zogenaamde Kaderrichtlijn Water (KRW). Nederland haalt voor beide bij lange na de norm niet. Er zijn dus flinke stappen te zetten. Dat vereist moedige politieke keuzes én natuurorganisaties als Landschap Noord-Holland om de overheid bij de les te houden. De stikstofuitstoot structureel en ingrijpend verlagen lukt alleen door die uitstoot bij de bron aan te pakken.

24 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Ambitie: Behoud en groei van de biodiversiteit. Dat doen we door: • Ontwikkeling van een substantieel biodiversiteitsprogramma met ten minste drie grootschalige initiatieven. • Maximale inspanning om in onze eigen terreinen de aanwezige soortenrijkdom te vergroten. • Buiten onze terreinen zorgen voor groei van het ecologisch areaal in de openbare ruimte. Wat wij willen Biodiversiteit vergroten, dat is iets wat we samen moeten doen. Met overheden, collega-natuurorganisaties, landeigenaren en natuurlijk met onze beschermers, vrij willigers en sponsors. In onze eigen gebieden én daarbuiten. We zetten in op optimale inrichting en beheer van onze eigen terreinen, en waar mogelijk adviseren en helpen we, via onze afdeling Natuurlijke Zaken, anderen om hun terreinen beter in te richten en te beheren. We laten ons ook horen in de politiek-bestuurlijke arena om natuur een luide(re) stem te geven. En samen met andere organisaties en partners werken we aan veerkrachtige ecosystemen.

25 Hoe gaan wij dat doen Optimaal inrichten en beheren van onze eigen terreinen In onze 98 natuurterreinen (peildatum februari 2022) monitoren we soorten en ecosystemen. We passen de inrichting en het beheer aan als dat de natuur ten goede komt. Vooral in stikstofgevoelige gebieden, zoals de duinen en veengebieden, vereist dat intensief beheer. De afgelopen jaren zijn in dat verband drie grote natuurherstelprojecten uitgevoerd in Ilperveld, Noordduinen en de buitenplaats Leyduin. We houden daar de komende jaren nauwlettend in de gaten of de soortenrijkdom toeneemt. Die monitoringsgegevens vormen meteen ook de input voor onze plannen voor 2023, als er voor NoordHolland € 80 miljoen beschikbaar komt voor de tweede fase van het landelijke Programma Natuur (voor natuurontwikkeling en herstelmaatregelen). Zo kunnen we ons ecologisch beheer nog gerichter verbeteren. Een ding staat al wel vast: natuur en biodiversiteit kunnen zich alleen écht herstellen als de stikstofkraan dicht gaat. Daarom blijven we bij de provincie en via LandschappenNL bij de landelijke politiek onze boodschap herhalen dat de stikstofuitstoot omlaag moet. Drie grootschalige initiatieven voor biodiversiteit Om effectief impact te creëren voor biodiversiteit in onze gebieden, richten we ons de komende jaren op drie grootschalige initiatieven: 1. Veen- en weidevogelgebieden Met klimaatgelden vernatten we veen. Dat wil zeggen: we passen het grondwaterpeil en beheer in laagveengebieden aan, zodat de bodem niet verder daalt, veenmos weer kan aangroeien en daarmee CO2 en andere klimaatgassen vasthoudt. Dat draagt tegelijk ook bij aan meer verscheidenheid in plantenen vogelsoorten in onze weidevogelgebieden. Zo gaan we in het Ilperveld onze inzichten uit een kleinschalige pilot opschalen naar een grotere testomgeving. Dankzij het project Groeiend veen Ilperveld onderzoeken we hoe we het beheer in botanische terreinen kunnen verbeteren. Die kennis delen we (inter)nationaal. Samen met partners werken we aan het initiatief Amsterdam Wetlands: de ontwikkeling van 10.000 hectare topnatuur direct ten noorden van Amsterdam. We vergroten en verbinden onze natuurgebieden, stemmen het beheer op elkaar af en nemen passende (beheer)maatregelen waardoor de soortenrijkdom toeneemt. 2. Binnendijks wadsysteem We zijn er trots op dat wij een deel mogen beheren van het belangrijkste natuurgebied van Nederland: de Wadden. ‘Ons’ Balgzand is van onschatbare waarde voor vogels in het westelijk deel van dit UNESCOwerelderfgoed. De inzet van natuurorganisaties is in dit bijzondere gebied absoluut noodzakelijk, want de economische, maatschappelijke en recreatieve belangen (visserij, gas, recreatie en nautische bedrijvigheid) leggen een grote druk op de natuur.

26 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Wij geven, samen met partners en namens onze betrokken achterban van vrijwilligers, donateurs en natuurliefhebbers, de natuur een stem. Met name de wadvogels en hun leefgebied, binnen de beperkte ruimtelijke mogelijkheden die er nu zijn. Zo willen we een tweede ‘broedrots’ bij de Balgzandpolder aanleggen en maken we de komende jaren binnen het programma Wij & Wadvogels nieuwe broedeilanden in het Amstelmeer. Samen met partners, stakeholders en de provincie zoeken we hier naar een toekomstbestendige gebiedsinrichting voor verschillende functies (water, natuur, recreatie en landbouw), waar natuur veel beter uitkomt. 3. Binnenduinrand In het kader van de herbegrenzing van het Natuurnetwerk in Noord-Holland hebben we samen met PWN, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten een visie ontwikkeld voor dit gebied. Natuurlijke Zaken zorgt voor biodiversiteit in terreinen van derden We denken natuurlijk ook graag mee over natuurbeheer buiten onze terreinen. We ondersteunen gemeenten en provincie, natuurorganisaties, boeren en particuliere eigenaren bij het natuurvriendelijk beheren van hun terreinen. Zo vragen steeds meer gemeenten ons om hun natuurrijke gebiedjes te onderzoeken en ecologisch te beheren. Ze zoeken inzicht in biodiversiteit, monitoring en beheer om trends te kunnen signaleren. Onze experts leveren informatie op basis van gedegen onderzoek, uitgebreide kennis van en ervaring met natuurbeheer en biodiversiteit, en in samenwerking met onze partners en vele vrijwilligers. Voor de groenploeg van Natuurlijke Zaken zijn dit mooie meerjarige opdrachten. We verwachten de komende jaren meer van dit soort aanvragen vanuit gemeenten. Wat daarvoor nodig is Om de biodiversiteit vooruit te helpen, in het ingewikkelde en multidisciplinaire speelveld waar we mee te maken hebben, is het van groot belang dat we intern elkaar goed weten te vinden. Daarom richten we een ontwikkeltraject in om elkaars belangen en werkwijzen beter te begrijpen en zo gemakkelijker samen te werken in projecten, programma’s en processen. We willen natuurlijk onze inspanningen en resultaten goed monitoren – om van te leren en om bij te kunnen sturen. Daarom definiëren we ijksoorten en -processen en houden we deze nauwlettend in de gaten. Want: meten is weten! We investeren bovendien in een goede inrichting, kennis en ontwikkeling van het CMSi (het planningssysteem voor ons natuurbeheer) zodat we onze inspanningen goed kunnen volgen, vergelijken en aanscherpen. De huidige vergoedingen voor natuurbeheer schieten tekort. Op dit moment dekken ze slechts 84% van de kosten. Zeker non-cyclische kosten, zoals vervanging van landhekken, kunnen we hierdoor onvoldoende financieren. We zijn op zoek naar een oplossing voor deze tekorten en zijn hierover in gesprek met de overheid. Een nieuwe projectleider gaat bovendien beheer- en ontwikkelgelden verwerven uit de subsidier egelingen voor klimaat en stikstof. Investeer nu écht in de natuur.

We monitoren de komende vijf jaar grutto’s en hun kuikens, visdiefjes, sterns en andere kustbroeders, tapuiten en insecten als bijen, libellen en zweefvliegen.

VOORBEELD Biodiversiteit voorbij de grens We staan er niet altijd bij stil, maar Nederland is voor miljoenen vogels van levensbelang. De Wadden, zuidwestelijke delta en het IJsselmeer zijn essentiële rustplaatsen voor trekvogels op hun tweejaarlijkse tocht langs de Oost-Atlantische trekroute. En onze kust is een pleisterplaats voor kustbroeders als sterns, kluten en plevieren. Dat schept een grote, internationale verantwoordelijkheid voor deze vogels; een biodiversiteitsopgave van formaat! ‘Juist omdat wij een belangrijk deel van de Waddenzee en het Amstelmeer onder onze hoede hebben, doen we er bij Landschap Noord-Holland alles aan om deze vogels een goede rust- en broedplek te bieden’, vertelt boswachter Jordi Frowijn. Rust en ruimte Geen overbodige luxe, want het gaat niet goed met de kustbroeders. Tellingen door boswachters, ecologen en vrijwilligers laat al jaren een achteruitgang zien in broedsucces. ‘Dat heeft voor een groot deel te maken met predatoren; vossen, ratten die de eieren en kuikens opeten,’ legt Jordi uit. ‘Dus het helpt enorm als we veilige broedplaatsen kunnen creëren voor scholeksters, bontbekplevieren en dwergsterns.’ En dat is precies wat Jordi en zijn collega’s doen in het Amstelmeer; broedeilanden aanleggen waar de vogels in alle rust hun eieren uit kunnen broeden en hun pullen groot kunnen brengen. ‘Dat doen we onder meer in een gebied dat De Verzakking heet’, vertelt Jordi. ‘De ironie is dat deze plek per ongeluk is ontstaan. Bij de aanleg van de Amsteldiepdijk werd verkeerd materiaal gebruikt, waardoor een deel van de dijk wegzakte en zo De Verzakking vormde. Dat gaf een uniek brakwatersysteem.’ Broedfort Daarop legde Landschap Noord-Holland enkele jaren geleden meer eilanden aan om rietmoeras te ontwikkelen voor rietvogels. Helaas spoelden deze

29 Landschap Noord-Holland eilandjes grotendeels weg door een verraderlijke stroming. ‘Dat was natuurlijk teleurstellend, maar we hebben er veel van geleerd,’ vervolgt Jordi. ‘We zagen bijvoorbeeld dat wadvogels prima hun weg vonden naar de kale eilandjes. Zo ontstond het plan om meer van die eilanden aan te leggen voor kustbroeders.’ Dit keer met een paar strategische dammen onder water, zodat de eilandjes niet wegspoelen. En met één groot broed eiland met damwanden die een meter boven water uitkomen. ‘Dat wordt dus eigenlijk meer een broedfort!’, grapt Jordi. En het mooie is: het materiaal voor de eilandjes komt uit zand en slib dat vrijkomt bij het uitbaggeren van de vaarroutes in het Amstelmeer. ‘Ja, dat is een mooie samenwerking met Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Lekker lokaal en duurzaam, dus!’, zegt Jordi. ‘Het zand gebruiken we voor de kern van het eiland en met het organische materiaal uit het slib creëren we voedselrijke slikoevers.’ Vossenraster Ook op Balgzand, een vogelrijk waddengebied nabij Den Helder, komt er extra broedgelegenheid voor wadvogels. ‘Daar maken we schelpenstranden, met een vossenraster er omheen,’ vertelt Joeri. ‘Het mooie is: hoe meer veilige eilandjes en broedgelegenheden, hoe meer risicospreiding. Want bij een handjevol dichtbevolkte broedplaatsen zijn de vogels kwetsbaar voor verstoring en ziektes. En dat zet het broedsucces nog meer onder druk.’ Als het meezit, zijn de broedeilanden in het Amstelmeer voor het broedseizoen van 2024 klaar. De projecten passen perfect in de (inter)nationale aandacht voor kustvogels. Daarom trekt Landschap Noord-Holland samen op met Vogelbescherming, Waddenvereniging en andere terreinbeheerders rond de Wadden. Als onderdeel van het programma Wij & Wadvogels en met steun van de provincie Noord-Holland. ‘Juist samen kunnen we de Wadden als vogelhotspot behouden en uitbreiden,’ besluit Jordi. ‘En daarmee leveren we niet alleen een belangrijke bijdrage aan de biodiversiteit in Nederland, maar ook ver daarbuiten!’

VOORBEELD Biodiversiteit in soort Insecten Kustbroeders Visdief, noordse stern, kokmeeuw, kluut, bontbekplevier, strandplevier; ooit huisvestten we in onze gebieden wel 9.000 broedparen van deze soorten. Door predatie, verruiging van kwelders en verzoeting van schorren zijn dit er nog slechts een paar honderd. Het broedsucces is zo laag, dat populaties in de knel komen. De komende jaren richten we daarom speciaal voor deze kustbroeders nieuwe, veilige broedlocaties in. We monitoren het aantal broedparen en het uiteindelijke broedsucces en proberen aan de hand van deze gegevens het beheer van deze broedplekken verder te optimaliseren. Bloemrijk biotoop laten toenemen en daarmee ook het aantal soorten insecten, dat is onze ambitie. Bij de insectenpopulatie in een gebied gaat het namelijk om de samenhang, het geheel. Van zweefvliegen, bijen en libellen tot sprinkhanen, dag- en nachtvlinders: een gezonde, diverse insectenpopulatie betekent ook een gezond gebied. We doen in vier gebieden nulmetingen van aantallen en diversiteit aan insecten. In de jaren daarna monitoren we en stellen per gebied een beheerplan op om de insectenpopulatie te verbeteren., waarbij we in vijf jaar tijd 50% groei willen realiseren voor gebieden die nu nog internsief grasland of bollenland zijn en 20% groei voor gebieden die al natuurlijk beheerd worden Doel 2.500 broedparen in 2027 Doel 20% tot 50% groei aan soortenrijkdom insecten

ten en maten Tapuit Ieder voorjaar zijn de verwachtingen hooggespannen: is de tapuitenpopulatie van de Noord- en Grafelijkheids duinen gegroeid? LNH zette afgelopen jaren actief nestbescherming in tegen predatie door vossen en marters. Maar het zijn vooral natuurherstel maatregelen zoals maaien, chopperen en begrazen die nu effect hebben. Boswachter Tim Zutt: ‘Grote grazers maakten in de Grafelijkheidsduinen de weg vrij voor de konijnen. En de afgelopen jaren zagen we het resultaat, er broeden weer meerdere tapuiten paartjes in de konijnenholen!’ Grutto Sinds 1970 zijn we maar liefst 75% van onze grutto’s kwijtgeraakt: er vliegen te weinig jongen uit om de oude vogels te vervangen. We willen in onze weidevogelreservaten ervoor zorgen dat het aantal gruttogezinnen dat minstens één jong groot krijgt (het ‘bruto territoriaal succes’) stijgt naar minimaal 65%. Het nationale Aanvalsplan Grutto wil het aantal broed- en leefgebieden vergroten. Wij willen onze reservaten optimaal inrichten en weten steeds beter wat daarvoor nodig is. Maar het resultaat blijft afhankelijk van de beperkte omvang en kwetsbaarheid van de gebieden, weersomstandigheden en predatie. Doel minstens 100 broedparen in 2027 Doel bruto territoriaal succes minimaal 65%

“Klimaatverandering vraagt veel van ons landschap.”

33 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Landschap Noord-Holland a m b i t i e 3 Landschap klimaatbestendig maken Wat er speelt Het klimaat verandert, dat staat vast. We moeten ons in Nederland deltaland voorbereiden op hoge waterstanden en extreme droogte. En we moeten alle zeilen bijzetten om de temperatuurstijging te beperken, zoals afgesproken in het Klimaatakkoord van Parijs en het nationale Klimaatakkoord. Dat heeft grote gevolgen voor natuur en landschap. Denk bijvoorbeeld aan de transitie naar duurzame energie. In 2021 is de RES (Regionale Energietransitie) 1.0 vastgesteld door gemeenten en provincie Noord-Holland, na overleg met maatschappelijke partners, bedrijfsleven, overheden en inwoners. De ‘energieregio’s’ binnen de provincie hebben zoekgebieden voor zonnevelden en locaties voor windmolens vastgesteld. In 2022 worden nog meer zoekgebieden aangewezen (RES 2.0). Dat gaan we uiteraard terugzien in het landschap. In het nationale Klimaatakkoord is ook vastgelegd dat de uitstoot van klimaatgassen vanuit de veenweidegebieden met 1 megaton per jaar moet worden verminderd. Een van de oplossing hiervoor? Veen vernatten. En dat juichen we ook vanuit het oogpunt van biodiversiteit toe. Kortom, de natuur kan bijdragen aan een klimaatbestendig landschap. Klimaatmaatregelen vragen een sterke regierol van provincie Noord-Holland.

34 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Ambitie: Landschap klimaatbestendig maken. Daarvoor zetten we in op: • Kennis ontwikkelen en delen om veen en ook natte teelt op grotere schaal te laten groeien en daarmee broeikasgassen vast te leggen. • Ontwikkeling van zonneparken kritisch volgen, (on)gevraagd gemeenten, projectontwikkelaars en omwonenden adviseren, zodat zonneparken landschaps- en natuur-inclusief worden ingepast. • Klimaatvoetafdruk van onze organisatie verkleinen. Wat wij willen Klimaatverandering biedt kansen voor natuurontwikkeling en -beheer; die willen we verzilveren. Onder andere door (natuur) doelstellingen efficiënt te combineren. Zo willen we de natuurontwikkeling in de binnenduinrand stimuleren én tegelijkertijd de wateroverlast voor inwoners en boeren verminderen. Ook het tekort aan water in de zomer, wat tot verzilting leidt, is op te lossen met ander grondgebruik. De impact van zeespiegelstijging voor wadvogels in de Waddenzee pakken we aan met Wadgerelateerde natuurontwikkeling aan de binnenzijde van de Waddendijk. En met veenvernatting helpen we de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. De bodem vernatten helpt ook tegen droogteperiodes. Samen met andere natuurorganisaties hebben we een inventarisatie gemaakt van natuurgebieden waar we op korte termijn klimaatwinst kunnen boeken door verregaand te vernatten. Dat wil zeggen de waterstand omhoog brengen. Met onze partner organisaties zoeken we naar financiering om deze kansen te kunnen verzilveren. In onze terreinen is de Ronde Hoep een kansrijk gebied hiervoor. Met voorbeelden en kennis willen we inspireren, adviseren en ondersteunen bij overheden, bedrijven en waterschappen om datzelfde te doen. Wij willen dat windmolens en zonneparken verantwoord worden ingepast in ons landschap, daar waar de natuur en het landschap er de minste schade van ondervinden. En dus niet op locaties die we niet verantwoord vinden, vanwege het bijzondere landschap, natuur of vogeltrekroutes. En natuurlijk willen we onze klimaatvoetafdruk verlagen door ons wagenpark te verduurzamen en waar mogelijk zonnepanelen aan te leggen.

35 Hoe gaan wij dat doen Uitstoot van broeikasgassen in veenweidegebieden verminderen en stoppen We krijgen steeds meer inzicht in de relatie tussen beheer en de uitstoot van broeikasgassen in veenweide gebieden. Het project Omhoog met het Veen (2017) leverde waardevolle inzichten op die we de komende tijd met aanvullende metingen gaan verifiëren. En de afgelopen jaren werkten we met Agrarische Natuurvereniging Water Land en Dijken samen in het Innovatieprogramma Veen (IPV). Vanaf 2022 gaat IPV op in een landelijk programma: VIP NL (Veen Innovatie Programma Nederland). Onze organisatie heeft hierin een centrale positie. Zo onderbouwen we met (wetenschappelijk gevalideerd) praktijkonderzoek en pilots onze overtuiging dat we met natuur de klimaatproblematiek in veengebieden kunnen oplossen, en blijven we onze kennis delen. Inspelen op klimaatverandering Droogteperiodes, extreme regenbuien en stijging van de zeespiegelstijging; het zijn stuk voor stuk bedreigingen van formaat. De komende jaren voeren we in een aantal natuurterreinen waar dit lijkt te spelen gebiedsanalyses uit om scherp te krijgen waar welk probleem speelt, en komen we met oplossingsrichtingen waar de natuur wel bij vaart. Door slim te koppelen, kunnen we meerdere ambities realiseren, bijvoorbeeld voor klimaat en biodiversiteit. Zo hebben we in Balgzand een vogelbroedrots gemaakt, als oplossing voor het tekort aan hoogwatervluchtplaatsen en om landpredatie tegen te gaan. In het Amstelmeer leggen we binnendijks hoogwatervluchtplaatsen en broedeilanden aan. Deze plekken bieden bij zeespiegelstijging ook een oplossing voor het verdwijnen van buitendijkse hoogwatervlucht- en broedplaatsen voor wadvogels. Door de natuur ruimte te geven om mee te bewegen en zich aan te passen aan klimaatveranderingen (adaptief) bereiken we op lange termijn resultaat. Liefst door natuurlijke processen, zoals de aangroei van kwelders door overstroming en afzetting van slib. En via ingrepen waar we meteen mogelijkheden voor de natuur inbouwen om mee te bewegen. Meer over Innovatieprogramma Veen We wegen steeds zorgvuldig af wanneer we vasthouden aan bestaande waarden en natuurdoelen en wanneer we die doelen en waarden bij moeten stellen aan nieuwe situaties. Daarvoor houden we onze oren en ogen open voor (beleids)ontwikkelingen en klimaatdoelen bij de provincie en de waterschappen. En via beleidsvorming en -beïnvloeding dragen we ook bij aan klimaatbestendige natuurgebieden en landschappen buiten onze eigen terreinen.

36 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Zorgen dat zonneparken zorgvuldig worden ingepast We volgen de komst van zonneparken kritisch en geven daarover (on)gevraagd advies aan gemeenten, projectontwikkelaars en omwonenden. Bij de vraag of we externe partijen kunnen adviseren over de inpassing van zon/windenergiewinning in het landschap, hanteren we ons interne kompas op duurzame energie. Is een adviestraject passend, dan volgen we onze ontwerpprincipes om externen te adviseren. Daarnaast volgen we het politieke proces en gebruiken we onze bestuurlijke invloed om zon/windenergieinstallaties op ongewenste locaties tegen te houden. Én geven we aan waar we zon/windenergiewinning juist graag zouden zien (van zoekgebied naar specifieke locatie). Wat daarvoor nodig is Door slim verbinden kunnen we maatregelen en budgetten voor klimaatverandering en -adaptatie koppelen aan biodiversiteitsopgaven. Zo onderzoeken we hoe we binnen onze terreinen weidevogelgebieden zó kunnen aanpassen dat we deze tijdens droogte kunnen vernatten. We werven inrichtingssubsidie vanuit de Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL) en Urgenda-gelden voor veenbehoud door vernattingsprojecten te combineren met weidevogelbescherming. Binnen onze organisatie maken we capaciteit vrij voor afstemming met onze natuur- en milieupartners en lobbywerk om invloed uit te oefenen op de keuze voor zoekgebieden en -locaties en de aanleg van zonne- en windenergie. Ook gaan we flink aan de slag met verduurzaming van onze eigen organisatie. Onze bedrijfsvoering moet in 2030 zoveel mogelijk klimaatneutraal ingericht zijn. Daartoe inventariseren we de huidige situatie en bepalen we de ambities voor de komende jaren. Denk aan zonnepanelen op onze daken en bij vervanging van bedrijfswagens en machine omschakelen naar elektrische voertuigen. En waar passend informeren we onze achterban over verduurzaming van hun eigen groene omgeving. Ook onze organisatie verduurzaamt.

Door slim verbinden kunnen we maatregelen en budgetten voor klimaatverandering en -adaptatie koppelen aan biodiversiteitsopgaven.

VOORBEELD Veld van de toekomst Hollandser krijg je het niet; het polderlandschap Ilperveld, onder de rook van Amsterdam, is een fraaie lappendeken van honderden eilandjes met veenmosrietlanden en rietkragen. Hier lees je de geschiedenis van turfwinning. Maar ook de toekomst van klimaatbestendig landschap. Het Ilperveld is de nationale proeftuin voor onderzoek naar CO2 -opslag door veen. Op een fraaie zomerdag wemelt het er van de fluisterbootjes, kano’s en roeibootjes van bezoekers die de groene ommelanden van Amsterdam vanaf het water willen verkennen. De brede sloten, eindeloze wolkenluchten van het Ilperveld vormen een welkom contrast met de hectiek van de stad. Weinigen zullen zich echter realiseren dat achter de ruisende rietkragen belangrijke stappen worden gezet in de aanpak van klimaatverandering. Van de CO2 problematiek, om precies te zijn. - Veen en bos ‘Als het gaat om CO2 -uitstoot en -opslag denken we vaak vooral aan bomen planten, maar veen is onder de streep veel effectiever dan bos,’ vertelt Onno Steendam, gebiedsmanager van het Ilperveld bij Landschap Noord-Holland. ‘Het punt is dat de bodem in de veenpolders daalt als gevolg van ontwatering voor onder meer landbouw. Bij dat inklinken “verbrandt” het veen door zuurstoftoevoer, waarbij veel CO2 houdt, voorkom je niet alleen CO2 vrijkomt. Als je het grondwater dus op peil -uitstoot, maar zorg

39 Landschap Noord-Holland je er ook voor dat veenmos en moerasplanten weer kunnen groeien en op hun beurt CO2 kunnen opslaan. En omdat de vertering van plantenmateriaal, waarbij CO2 vrijkomt, onder water veel trager gaat dan in een bos, slaat veen uiteindelijk per saldo meer CO2 hectare dan bos.’ Geen wonder dat de (inter)nationale belangstelling voor veen als CO2 -opslagmethode groot is. Alleen is er nog verrassend weinig bekend over de relatie tussen veen en klimaat. Onno legt uit: ‘We weten dat laagveen ontstaat uit plantenresten die in natte, zuurstofarme omstandigheden niet volledig worden afgebroken. En we weten ook dat op een natte ondergrond het kieskeurige veenmosplantje goed gedijt en zo veengroei ontstaat. Maar hoe we deze situaties optimaal kunnen creëren voor CO2 -opslag, dat is onderwerp van onderzoek.’ En dat is nou precies wat er op het Ilperveld gebeurt. Pionieren met veen Niet voor niets hier, want in dit 660 hectare grote veengebied sloeg ecoloog en oud-collega van Onno, Bas van de Riet, zes jaar geleden kleinschalig aan het pionieren met veenontwikkeling. Hij haalde een voedselrijke bovenste grondlaag weg en plantte er veenmos. ‘Dat bleek succesvol; het veenmos vermeerderde zich zelfstandig onder de juiste omstandigheden,’ vertelt Onno. ‘Tot de droge zomers van 2018-2020; daar bleek het veenmos niet tegen bestand. Maar zo leerden we wél hoeveel water, welke waterkwaliteit en zuurgraad er nodig zijn om veenmos te laten groeien!’ Die resultaten smaakten naar meer. Het onderzoek werd uitgebreid naar andere manieren om veen te laten groeien; laagveen op basis van plantenresten van riet in een natte omgeving, bijvoorbeeld. ‘Deze vorm van veengroei gaat een stuk sneller dan het langzaam groeiende en gevoelige veenmos,’ legt Onno uit. ‘Maar het heeft als nadeel dat er relatief veel uitstoot van het broeikasgas methaan bij komt kijken. Des te belangrijker dat we alle mogelijkheden onderzoeken en afwegen.’ op per VIP NL Geen wonder dat inmiddels ook kennisinstellingen als Wageningen University & Research, Universiteit van Amsterdam, Alterra en B-Ware zijn aangehaakt. Waar het waterbeheer betreft zijn natuurlijk het hoogheemraadschap en omliggende gemeenten onmisbare partners. En omdat veel veenweidegebied agrarisch verpacht is, doen ook Agrarische Natuur Vereniging Water, Land & Dijken en boeren mee. Zo wordt er met hen gekeken welke vormen van natte teelt (zogenaamde ‘paludicultuur’) mogelijk en rendabel zijn in drassige omstandigheden. En ook veengebieden elders in Nederland zijn aangesloten, zodat kennis en resultaten direct een groter bereik hebben. Onder de vlaggen van het Veen Innovatie Programma Nederland (VIP NL), Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland (IBP VP) en het programma Amsterdam Wetlands worden de komende jaren onderzoeksprojecten, business cases en beheerplannen opgesteld en gedeeld. Met als doel om veenweidegebieden multifunctioneel in te zetten en met als gemeenschappelijke deler: CO2 -opslag in veen. Opschalen ‘Eigenlijk harstikke mooi dat het projectje destijds van collega Bas is uitgegroeid tot zo’n groots, landelijk programma,’ vervolgt Onno. ‘Het is wel even wennen dat er opeens groepen onderzoekers door het veld lopen en dat er links en rechts snuffelpalen en watermeters opduiken. Ook lopen beslissingen en beheer nu langs veel meer schijven. Maar het is enorm leerzaam allemaal.’ En de komende jaren verschijnen er nog meer proefvelden in het Ilperveld; het onderzoeksterrein wordt opgeschaald naar 50 tot 100 hectare. ‘Ik ben er trots op dat we met een relatief kleine organisatie zo’n grote beweging in gang hebben gezet en dat we een concrete bijdrage kunnen leveren aan het tegengaan van klimaatverandering. Een mooi voorbeeld van werken mét de natuur.’

“Cultuurhistorisch erfgoed verbindt.”

41 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Landschap Noord-Holland a m b i t i e 4 Cultuurhistorisch erfgoed toekomstbestendig maken Wat er speelt Noord-Holland is rijk aan cultuurhistorische landschappen en erfgoed. Zo staan onder andere de Beemster en de Stelling van Amsterdam op de UNESCOWerelderfgoedlijst en is de Stelling van Amsterdam sinds 2021 onderdeel van de Hollandse Waterlinies. Deze cultuurlandschappen zijn onlosmakelijk verbonden met het Noord-Hollandse landschap, de geschiedenis en onze identiteit. Als terreinbeheerder zijn wij verantwoordelijk voor cultureel erfgoed en cultuurhistorisch waardevolle landschappen in onze terreinen. De bedreigingen zijn echter legio: woningbouw, infrastructurele plannen (wegen, spoorlijnen maar ook kabels en leidingen) en energietransitie. Zo krijgen we de komende tijd onder meer te maken met de oprukkende bebouwing en plannen voor een snelweg in een groengebied tussen A8 en A9, dat tot de Stelling van Amsterdam behoort. Wij komen op voor de cultuurhistorische landschappen en inspireren anderen die te (her)waarderen. Behoud van cultureel erfgoed (bijzondere bebouwingen) is een zaak van lange adem, waar forse investeringen mee gemoeid zijn vanwege het vakmanschap dat er bij restauratie en herstel komt kijken – zeker bij monumentale gebouwen. Ook het vakmanschap van het kooikersambacht bij eendenkooien dreigt te verdwijnen. Dat is een zorgwekkende ontwikkeling die om een passend antwoord vraagt.

42 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Ambitie: Eigen erfgoed toekomstbestendig maken. Wat wij willen De komende vijf jaar blijven we ons richten op het toekomstbestendig maken van ons eigen vastgoed; zowel om het financieel gezond als bouwtechnisch toekomstbestendig maken en houden daarvan. Dat doen we onder meer voor Buitenplaats Leyduin, de forten Zuidwijkermeer en Veldhuis en het kruitmagazijn. We hebben geen ambitie om nieuw vastgoed aan te kopen, maar mocht zich onverwachts een unieke aankoopkans aandienen, dan beschouwen we het als onze plicht om dat nauwkeurig te overwegen. Bij het herstel van het cultuurhistorisch erfgoed en adviezen aan derden staan de streekidentiteit en het behoud van natuur voorop. Behalve vastgoed willen we ook één kilometer liniedijk herstellen en andere kansen voor natuur en landschap verzilveren in de Groene Long. We verzetten ons tegen de snelweg A8/A9 door UNESCOwerelderfgoedgebied en willen tegelijk de erfgoedkwaliteiten van de Stelling van Amsterdam verbeteren.

43 Landschap Noord-Holland Hoe gaan wij dat doen We voltooien de komende jaren de renovatie en herbestemming van fort Zuidwijkermeer en zetten renovatie van fort Veldhuis in gang. Ook starten we met het verduurzamen van Huis Leyduin. Waar het kan maken we liniedijken in het gebied weer zichtbaar en beleefbaar. We realiseren ons dat cultureel erfgoed een mooie kans biedt om mensen die niet direct interesse hebben in natuur bij onze inzet voor het landschap te betrekken. We maken een visie voor de bunkers in de Noordduinen bij Den Helder. Ook werken we verder aan een visie op de eendenkooien met als doel: het in stand houden van de kooien, van het vakmanschap en het ambacht van kooiker. We gaan, samen met onze collega’s van LandschappenNL, aan de slag met meetnetlandschapselementen, waarin we in beeld brengen hoe het landschap ervoor staat en zetten daarbij citizen science in (wetenschappelijk onderzoek door vrijwilligers). Hiermee maken we voor Noord-Holland/ Nederland inzichtelijk hoe het landschap zich ontwikkelt en of er reden is tot zorg of optimisme. Met die inzichten gaan we ‘de boer op’. Daar waar zich kansen voordoen (in de zin van beschikbare middelen bij overheden en medewerking van terreineigenaren) maken we plannen om de betreffende cultuurhistorische elementen weer zichtbaar te maken, zoals bij de liniedijken. Bij gebiedsontwikkelingsprocessen nemen we de cultuurhistorie van het landschap mee in onze inzet. Vanuit onze rol als ervenconsulent werken we samen met MOOI Noord-Holland om erven in het buitengebied streekeigen in te richten met oog voor de natuur. En we adviseren gemeenten hoe om te gaan met groen erfgoed in hun gemeente. Omdat het kennisniveau bij gemeenten en particulieren over groen (natuur) en rood (bebouwing) erfgoed vaak beperkt is, helpen we het bewustzijn over erfgoed te vergroten. We tonen ons kennisaanbod, zodat zij ons in kunnen schakelen als adviseur bij cultuurhistorische vraagstukken in het buitengebied.

44 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Cultuurhistorie voor later vraagt om investeringen nú. Wat daarvoor nodig is We maken ons sterk voor herontwikkeling en -positionering van vastgoed. We kijken daarbij naar een goede maatschappelijke inpassing, naar de bijdrage aan natuurwaarden én naar een gezond financieel rendement. Natuur en cultuurhistorisch erfgoed zijn nauw met elkaar verbonden, maar staan soms ook op gespannen voet met elkaar. Daarom stellen we een intern kompas voor cultuurhistorisch erfgoed op. Daarin maken we duidelijk wat we verstaan onder duurzaam rood en groen erfgoed en hoe we daarmee zorgvuldig, duurzaam en toekomstbestendig om willen gaan – zowel binnen onze eigen terreinen als bij derden. We nemen Buitenplaats Leyduin (landschap), kruitmagazijn (stenen) en eendenkooien (ambacht) als voorbeeldprojecten die we over vijf jaar uitgevoerd willen hebben. We beschrijven hoe we te werk gaan en wat deze projecten nodig hebben om te verduurzamen met oog voor natuur, landschap en cultuurhistorie – denk onder meer aan het omgevingsproces, een exploitant, energieneutraliteit, et cetera. De komende vijf jaar investeren we ook flink in onze interne kennis en inzichten als het gaat om cultuurhistorisch erfgoed. We doen een nulmeting naar het huidige kennisniveau en bepalen daarmee waar en hoe we onze kennis kunnen optimaliseren en delen met anderen. En we spannen ons in om extra geld vanuit externe subsidies/fondsen aan te trekken voor het onderhouden van gebouwen.

We kijken naar een goede maatschappelijke inpassing, naar de bijdrage aan natuurwaarde én naar een gezond financieel rendement van ons vastgoed.

46 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 VOORBEELD Buitenplaats Leyduin Zo’n 100 jaar geleden was het een pronkstuk in de binnenduinrand bij Vogelenzang: Buitenplaats Leyduin, met zijn statige landhuis en bloeiende siertuin met terrassen en rozen, overlopend in een weelderig bos. Juist die tuin heeft veel van zijn glans en samenhang met de omgeving verloren. Die glorie zijn we volop aan het herstellen. Zo hebben we de Belvédère opnieuw toegankelijk gemaakt, het Koetshuis, Juffershuis en Leybeek met z’n watervalletje gerestaureerd. En we hebben en een nieuwe padenstructuur en stapstenenpad aangelegd. Ook hebben we zo’n negen hectare weiland vóór het huis afgeplagd. Een pittig project, vertelt boswachter Kees Perquin: ‘Van intensief beweid, strakgetrokken grasland hebben we het weer omgevormd naar vochtig hooiland, zoals het ooit was. Er groeien nu ongeveer 150 plantensoorten waar vogels, insecten en vlinders op afkomen. Er rennen hazen, reeën brengen hun kalfjes tussen het hoge gras ter wereld.’ De komende jaren gaan we - onder meer met financiering uit crowdfunding - nieuwe bomen, bloeiende borders planten en een verhoogd groen terras aanleggen. We herstellen de samenhang in dit glorieuze cultuurhistorische erfgoed, want ook dát is landschapsbeheer. Kees: ‘Straks kunnen gebruikers en bezoekers vanaf de verhoogde siertuin rond het Huis van dit uitzicht genieten, zoals het ooit was. En daar profiteren mens én natuur van.’ En natuurlijk is dit dé kans om ook het statige Rijksmonument zelf duurzaam toekomstbestendig te maken. Dat is een flinke uitdaging, want zulke oude gebouwen gebruiken veel energie; in de zomer is het binnen te warm, in de winter niet warm te stoken. We gaan de uitdaging aan om met isolatie of door aanpassing van de installaties het energieverbruik en verblijfscomfort te optimaliseren. Huis Leyduin wordt dan een voorbeeldproject voor nieuwe vastgoedprojecten. En daarbij nemen we vanzelfsprekend voortaan als uitgangspunt mee dat we ze klimaatbestendig ontwikkelen.

47 Landschap Noord-Holland VOORBEELD Liniedijken Liniedijken, ze zijn een beetje de ondergeschoven kindjes van de Stelling van Amsterdam; waar de forten in de afgelopen jaren volop zijn gerestaureerd en (nieuwe) bestemmingen kregen, zijn de tussenliggende liniedijken wat verwaarloosd, en soms zelfs verdwenen. Daar komt verandering in, nu provincie Noord-Holland geld beschikbaar heeft gesteld voor herstel van deze historische landschapselementen. En daar gaan wij invulling aan geven. Natuurlijke Zaken, onze adviesafdeling, heeft met archief- en veldonderzoek en inventarisaties gekeken welke plekken in aanmerking komen voor herstel: tien locaties tussen fort Krommeniedijk en fort Nigtevecht. Nicky Schuurman, als cultuurhistorisch expert betrokken bij het onderzoek: ‘Onze insteek was: kansrijke gebieden inventariseren voor de versterking van de landschappelijke, recreatieve en educatieve waarde van de liniedijken. Daarbij hebben we ook de wensen meegenomen van beheerders en eigenaren - boeren, pachters, gemeentes en waterschappen.’ De komende jaren pakt Landschap Noord-Holland de uitvoering op. We zoeken samenwerking met ondernemers die, binnen onze kaders, kunnen bijdragen aan duurzaam herstel en gebruik van deze bijzondere bouwwerken. Nicky: ‘Ooit zijn deze dijken aangelegd met een militair doel, nu dragen ze bij aan het landschapsschoon.’ Wij gaan ervoor zorgen dat deze karakteristieke landschapselementen in ere worden hersteld.’ Doel Tenminste 1 km liniedijk herstellen

48 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 VOORBEELD Kruitmagazijn Heel bijzondere, maar onbekende onderdelen van de Stelling van Amsterdam vormen de kruitmagazijnen. Dat waren bomvrije opslagplekken langs de liniedijken die de forten snel van munitie konden voorzien. ‘Helaas zijn veel van deze kruitmagazijnen verloren gegaan,’ vertelt Frits Bekker, Gebiedsmanager Buitenplaatsen & Forten bij Landschap Noord-Holland. ‘Maar wij hebben een nog redelijk goed bewaard exemplaar in eigendom: Kruitmagazijn bij de Dam.’ Lange tijd was dit ‘kruithuis’ in beheer bij een pachter en werd het magazijn als opslag gebruikt. Maar een fikse brand in 2020 noopte tot heroverweging; hoe kan dit verborgen onderdeel van de liniedijken niet alleen gerestaureerd worden, maar ook weer een plek krijgen in het verhaal van UNESCO-Werelderfgoed Hollandse Waterlinies? En hoe kan dat op een duurzame manier - dat wil zeggen: voor de langere termijn en financieel verantwoord?

49 Landschap Noord-Holland ‘Het eerste wat we doen in zulke situaties: een herbestemming vinden en bijvoorbeeld samenwerken met een ondernemer. Dan kun je gebruik en beheer duurzaam vastleggen,’ legt Frits uit. ‘Maar dit is een heel specifiek object; geen daglicht en geen water, gas en elektra. Dat vraagt creatief denken voor bestem mings mogelijkheden. Die kennis hebben we niet zelf in huis, dus daar schakelen we – in dit geval – het provinciale Stellingbureau van Amsterdam voor in. Samen kijken we hoe we dit zoekproces in kunnen richten, binnen de kaders die wij als terreinbeheerder vaststellen.’ En daar zit wat Frits betreft ook de meerwaarde: ‘We kunnen hier meerdere ambities koppelen. Cultureel erfgoed toekomstbestendig maken, maar ook mensen betrekken bij het verhaal van de Stelling door kaders voor beleving te definiëren. En met behoud van de groenwaarde voor biodiversiteit. Zo maken we werk met werk én schakelen we de expertise en creativiteit van de markt in. Die integrale kijk op ons culturele en groene erfgoed, dat is wat mij betreft de richting voor de komende vijf jaar.’

“Van belangstelling naar betrokkenheid.”

51 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Landschap Noord-Holland a m b i t i e 5 Mensen betrekken bij natuur en landschap Wat er speelt Het Noord-Hollandse landschap is grotendeels door mensenhanden gemaakt. De toekomst ervan is dan ook onlosmakelijk verbonden met de aandacht die wij daar als mensen aan willen geven. En wat dat betreft zit het gelukkig goed; duizenden vrijwilligers zetten zich met hart en ziel in voor het landschap en de natuur in onze provincie. De lockdownperiodes tijdens de coronacrisis lieten nadrukkelijk zien hoe waardevol het groene erfgoed is: veel mensen zochten ontspanning in de natuur. Sommige natuurgebieden liepen vol en de beheerders moesten geregeld optreden tegen de massa’s bezoekers. Online zagen we dat de belangstelling voor de wandel- en fietsroutes van ons en onze collega-natuurorganisaties grofweg verdubbelde. Maar ook in de directe woonomgeving maakten mensen vaker een ommetje – te voet, per fiets of boot. En anderen meldden zich aan om de handen uit te mouwen te steken bij een vrijwilligersgroep. De belangstelling is er; het is aan ons als natuurorganisatie om die interesse om te zetten in betrokkenheid. Mensen waarderen hun groene leefomgeving.

52 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Ambitie: Met vele duizenden natuurliefhebbers de positieve impact op de natuur vergroten en mensen (meer) bij natuur en landschap betrekken. We spannen ons in om de werkzaamheden van groene vrijwilligers optimaal te laten aansluiten bij de natuurpotentie van het gebied. Wat wij willen Mensen betrekken bij natuur en verbinden met ons werk, dat is wat we willen. Of het nu om actieve vrijwilligers gaat of om wandel- en fietsliefhebbers. Vrijwilligers ondersteunen we met kennis, materialen en een uitgebreid netwerk. Niet alleen in onze eigen gebieden, maar ook daarbuiten. We helpen natuurbeheerders om vrijwilligers op te leiden en te begeleiden. En we brengen mensen via werkdagen en excursies in contact met natuur. Natuurliefhebbers die niet direct zelf aan de slag willen, houden we betrokken via nieuwsbrieven en sociale media. We nodigen hen uit voor recreatieve activiteiten en bieden routes aan. Daar waar nodig brengen we zonering in drukbezochte terreinen aan om voldoende rust te bieden voor dieren en om planten te beschermen. En om bezoekers bewust te maken dat zij op bezoek zijn bij Landschap NoordHolland vergroten we onze zichtbaarheid in het veld. Steun van natuurliefhebbers die de natuur een extra warm hart toedragen, is onmisbaar voor ons werk. Zij kunnen via donaties hun betrokkenheid bij ons werk tonen. Als dank houden wij hen op de hoogte over wat er leeft in onze natuurgebieden, bieden we excursies aan en af en toe iets extra’s. Daar waar het kan, spelen we in op de trend dat mensen zich meer en meer uitspreken over ontwikkelingen in het landschap met impact op natuur en landschap. Bijvoorbeeld wanneer overheden mensen betrekken bij ruimtelijke plannen die effect hebben op onze natuurgebieden, kunnen we onze achterban daarop attenderen.

53 Hoe gaan wij dat doen Natuurliefhebbers zijn op verschillende manieren betrokken bij natuur en vragen om een eigen benadering. Wij onderscheiden grofweg twee groepen: Betrokken natuurliefhebbers Dit zijn de mensen die actief betrokken zijn bij ons werk. Vrijwilligers die de handen uit de mouwen steken in het veld (‘herstellers’), cursussen en rondleidingen geven (‘vertellers’) en vrijwilligers die helpen bij monitoring en inventarisaties van soorten (‘tellers’) ondersteunen we met cursussen, netwerkbijeenkomsten, gereedschappen en materiaal. Beschermers en donateurs houden we online en offline op de hoogte met het LNH Magazine, natuurpas, filmpjes, routes en excursies), met kennisbijeenkomsten en nieuwsbrieven. Deze activiteiten komen voort uit het communicatie- en marketingplan van onze organisatie. De komende vijf jaar zetten we ons in om nog gerichter aan te sluiten bij de behoeften van deze natuurliefhebbers. Stap voor stap naar meer betrokkenheid Mensen nauw(er) betrekken bij natuur en ons werk doen we stapsgewijs: 1. Informeren via (sociale) media en nieuwsbrieven over ons werk. 2. Mogelijkheden bieden om contact te maken met de natuur via excursies en routes. 3. Meedoen met eenmalige activiteiten (Natuurwerkdag, etc.). 4. Meedoen met een bestaande vrijwilligersgroep. 5. Initiatief nemen om eigen omgeving te vergroenen. 6. Stuk groen of natuur adopteren.

54 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Kansen en ontwikkelingen De maatschappij is volop in beweging, en dat biedt uitdagingen én kansen voor ons om de groep natuurenthousiastelingen verder te betrekken bij ons werk. Zo is de gemiddelde leeftijd van onze vrijwilligers hoog. Dat is een maatschappelijke trend en in die zin niet verontrustend, maar het maakt wel dat we onze ogen openhouden voor manieren om jongeren te betrekken bij natuur. En het stelt ons ook in staat om de eenzijdige samenstelling van onze vrijwilligersgroepen te agenderen; inclusiviteit en werven buiten de eigen kring maken we nadrukkelijk thema’s voor de vrijwilligersgroepen. In de terreinen naast onze gebieden zijn verschillende zelfstandige groepen actief in natuurbeheer. Het zou mooi zijn als we samen met hen kunnen optrekken, zodat we elkaars gebieden en de natuurpotentie versterken. Door contact, kennis uitwisselen en slim beheer helpen we elkaar én de natuur. Een niet te onderschatten onderdeel van vrijwilligerswerk is het sociale netwerk. Dat gaan we verder faciliteren met een meerjarenaanpak, onder meer via het programma Betrekken bij Groen. We brengen groepen van onszelf én andere terreinbeheerders met elkaar in contact om kennis uit te wisselen en van elkaars netwerk gebruik te maken. Dat kan op regio-, thema- en op netwerkniveau. En we maken het groene vrijwilligersnetwerk in de provincie zichtbaar, zodat mensen elkaar gaan vinden, bijvoorbeeld via een initiatievenkaart. Ook zoeken we nadrukkelijker direct contact met vrijwilligers bijvoorbeeld met de vrijwilligersnieuwsbrief. Met het onlangs geïntroduceerde vrijwilligersregistratiesysteem ligt hier een goede basis voor. Dat vergroot het bereik van onze communicatie, onze naamsbekendheid en het draagvlak voor ons werk. Het biedt ook meerwaarde voor onze financiers en stimuleert ‘ambassadeurschap’. De communicatiestrategie hiervoor is in de maak. En natuurlijk houden we vinger aan de pols bij de groep betrokken natuurliefhebbers: wat zijn hun interesses en zorgen, en wat hebben zij van ons nodig om hun betrokkenheid vorm te geven. Daarvoor zetten we een tevredenheidsonderzoek en een enquête in. Zoals we dat bijvoorbeeld in 2015 deden met het Noord-Hollands Natuuronderzoek, in samenwerking met het Noord-Hollands Dagblad.

55 Geïnteresseerde natuurliefhebbers Belangstelling voor natuur, maar niet direct groene vingers of actief bijdragen aan natuurbeheer; zo kun je deze groep het beste omschrijven. Hen betrekken we vooral via online contact – de website, sociale mediakanalen, waar we prachtige natuurfilmpjes aanbieden – maar ook via laagdrempelige activiteiten als een wandel- fiets- of vaarexcursie. We betrekken hen stap voor stap meer bij ons werk. Van zichtbaarheid en naamsbekendheid via contact maken en het aangaan van een verbinding, naar het blijven betrekken van natuurliefhebbers en donateurs en de band warm houden. Kansen en ontwikkelingen De recreatiedruk in de afgelopen jaren laat goed zien wat de impact is van de vele nieuwe bezoekers in onze gebieden en waar we winst kunnen behalen. Nieuwe bezoekers weten vaak onvoldoende wat natuur is, waarom deze kwetsbaar is, wat de noodzaak is van beschermen tegen huisdieren en wandelaars. Goede informatievoorziening in onze (drukbezochte) gebieden met grote natuurwaarden is daarom van groot belang. Ook onze zichtbaarheid kan beter: daarom investeren we de komende jaren in terreinbebording en gestylde bedrijfsauto’s. Omwonenden van onze natuurgebieden informeren we over onze natuurprojecten die bij hen in de buurt spelen. Ook houden we hen op de hoogte van de voortgang. We handhaven en bewaken de rust in onze natuurgebieden. Voor nieuwe bezoekers werken we aan nieuw aanbod met natuurbeleving. Denk aan GPS-routes, podwalks (wandeling met verhalen via je mobieltje), een natuurexpeditie voor kinderen of zoekkaarten en instructies om bijvoorbeeld zelf een insectenhotel te bouwen. Maar ook willen we deze ‘lichtgroene’ doelgroep verleiden de handen uit de mouwen te steken, met bijvoorbeeld een pilot Nature Impact Day (ontwikkeld in Zuid-Holland); met hippe termen en tools jongeren en jongvolwassenen verleiden om zich in te zetten voor de natuur, met impactlocaties, een uitdaging (challenge) en wellicht ook een met inzet van bedrijven. Ook schoolgaande jeugd brengen we in contact met natuur: met schoolexcursies in onder andere het Ilperveld en wellicht gastlessen van de boswachter of vrijwilliger op scholen die nabij onze natuurgebieden liggen. Beide met als insteek: de kinderen vertellen over (het belang van) de natuur in hun achtertuin met het oog op de toekomst.

56 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Wat daarvoor nodig is We laten zien hoe leuk en belangrijk natuur is. Nieuwe terreinbebording rollen we de komende jaren verder uit in onze meest belangrijke natuurterreinen. Onze boswachters laten we nadrukkelijker het gezicht zijn van onze gebieden, als zijnde de gastheren en gastvrouwen. Onze visie op natuurbeleving maken we concreet. Ook hebben we onderling frequent contact over wat leeft in de natuur – bepalen we seizoenthema’s en welke excursies en uitjes daarbij passend zijn. En we zoeken naar een brede afspiegeling van de maatschappij in onze organisatie en vrijwilligers groepen. Daarvoor stellen we een Plan inclusiviteit op.

Jaarlijks ontvangen onze vrijwillige gidsen en schippers vele duizenden mensen en schoolklassen in onze natuurgebieden.

58 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Het strand kent een dynamisch ecosysteem. Strand; het is zoveel meer dan die strook zand tussen de duinen en de zee. Sterker nog, het is een belangrijke schakel tussen de ecosystemen van land en zee. Daarom vraagt het project Het Groene Strand publieke aandacht en hulp om natuur weer een plek te geven in de strandbeleving. ‘Het mooie is dat we dit echt samen doen met burgers, ondernemers en gemeenten.’ Het is duidelijk nog geen strandweer, zo vroeg in het voorjaar; voor badgasten, strandlakens en surfplanken is het nog te koud. Niets verraadt dat het op en in het strand wemelt van het leven. Of liever: zou kunnen wemelen, want dát is juist het probleem. ‘Doordat we in Nederland veel stranden machinaal schoon “zeven” in het badseizoen, maken we veel leven stuk,’ legt Marijke van Langen, projectleider bij Landschap Noord-Holland, uit. ‘We halen blikjes en peuken weg, maar ook de aanspoelsels als wieren en mosdiertjes, schelpen en kwallen. En dat is zonde, want zij zijn onderdeel van een prachtig, dynamisch ecosysteem. Als we ze weghalen, verliezen we langs de kust zo’n 360kilometer aan natuur en biodiversiteit in ons land.’ Doel Minimaal 20 kilometer groen strand en tenminste twee broedstranden langs de Noord-Hollandse kust realiseren.

VOORBEELD De wereld onder je strandlaken Springstaarten en strandvlooien Strand en natuur, dat klinkt nou niet direct voor de hand liggend. Maar Marijke laat zien dat zelfs op de meest onverwachte plekken complete voedselsystemen bestaan. ‘Kijk,’ Marijke beweegt met haar hand door een hoopje aangespoeld wier. Springstaarten schieten weg, wiervliegen omhoog de lucht in. ‘Dieper in het zand vind je de strandvlooien, die zijn ‘s nachts actief. Het lijken onbeduidende beestjes, maar ze zijn heel belangrijk voor de biodiversiteit van onze stranden. Ze verteren plantaardig materiaal en vormen weer voedsel voor kevertjes en spinnetjes. En die zijn op hun beurt voedsel voor vogels als strandlopers en plevieren. Al dat strandleven heeft dus echt natuurwaarde!’ Strandcommunities Dat is precies waarom ze het hier in Camperduin anders doen. Dit strand bij Bergen voert sinds 2021 een Groene Strand Wimpel, het keurmerk van het programma Het Groene Strand, een samenwerking tussen LandschappenNL en de provinciale Landschapsorganisaties, Stichting Duinbehoud, IVN Natuureducatie, Vogelbescherming Nederland en Stichting Anemoon, en met financiële steun van de Nationale Postcode Loterij. ‘Doel van het project is om natuur en natuurbeleving weer een plek te geven op het strand,’ vertelt Marijke. ‘Dat doen we door strandcommunities op te richten: een samenwerking van gemeenten, vrijwilligers en ondernemers die handmatig de stranden opruimen en voorlichting aan strandbezoekers geven over het belang van natuur op het strand.’ Rust en ruimte Marijke draait zich om richting de duinrand. ‘Zie je daar die afrastering? Die zetten we daar in het broedseizoen neer, zodat strandbroeders als de bontbekplevier ongestoord kunnen broeden. Ook dát is onderdeel van Het Groene Strand.’ Hondenbezitters kunnen Vrienden van het Groene Strand worden en helpen mee door hun viervoeter op die Groene Stranden in het broedseizoen aan de lijn te houden. De strandpaviljoens serveren hun eten en drinken op de terrassen liefst plasticvrij. Die maatregelen moeten ervoor zorgen dat de natuur op het strand weer de rust en ruimte krijgt. Marijke is blij met het initiatief: ‘In de ene gemeente komt het gemakkelijker van de grond dan in de andere, maar je merkt dat mensen enthousiast worden als ze zich realiseren hoe waardevol die onbekende wereld onder onze strandlakens eigenlijk is! En het mooie is dat we het echt samen doen met burgers, vrijwilligers, ondernemers en gemeenten. Dát is nog eens mensen betrekken bij natuur!’

VOORBEELD Samen voor boerenlandvogels Vrijwilligers, ze zijn onmisbaar voor natuur- en landschapsbeheer. Ze zijn de oren, ogen en rechterhand in het veld, en ze zijn de vertellers die natuur en landschap dichter bij de bezoekers van onze gebieden brengen. Neem de boerenlandvogels – grutto, kievit, patrijs, veldleeuwerik en al die soorten die zo kenmerkend zijn voor het Noord-Hollandse polderland; hun populaties zijn nog steeds kwetsbaar. En de initiatieven en programma’s om hun aantallen te stabiliseren en vooruit te helpen, zijn intensief. Tellingen, maatregelen voor nestbescherming en -markering, monitoring, aangepast maaibeheer, samenwerking met boeren; zonder vrijwilligers een onmogelijke opgave voor boswachters en ecologen. Daarom zijn we zo blij met onze boerenlandvogelvrijwilligers. We zorgen ervoor dat ze goed voorbereid en met de juiste kennis en materiaal hun werk kunnen doen. Bijvoorbeeld met een cursus “Omgaan met een een-assige maaimachine”, zoals vrijwilliger Martin van de Pavert in 2021 deed. Martin: ‘Zo’n machine is een goed hulpmiddel om in kwetsbare gebieden de begroeiing kort te houden. Wij mogen zo’n maaimachine lenen van Landschap Noord-Holland, maar de bedieners van de machine moeten wel opgeleid zijn.’ Kees Groeneweg van Landschap Noord-Holland verzorgde de cursus: een theorie- en praktijkgedeelte, met aan het einde een certificaat. Martin: ‘Precisiemaaien, onderhoud; best lastig allemaal. Maar we zijn geslaagd, we kunnen nu veilig aan de slag. Landschap Noord-Holland en Kees Groeneweg, bedankt voor de leerzame dag!’

61 Landschap Noord-Holland VOORBEELD Groen in de wijk Steeds meer mensen willen in hun eigen buurt aan de slag met natuur. Via het programma ‘Groen Kapitaal in de Buurt’ helpen we de bewoners om hun groene ideeën te realiseren. Op dit moment in samenwerking met de gemeenten Alkmaar, Hilversum en Zaanstad, maar natuurlijk willen we dat ook in andere gemeenten gaan doen. Robert te Beest, wethouder in Alkmaar, is erg tevreden over de recente groene bewonersinitiatieven in zijn stad. Van een groen kindertheater met eetbare beplanting aan de Blancefloorstraat, een oase voor insecten aan de Van der Veldelaan, tot vergroening van de Cabeljaustraat dankzij vergroting van boomspiegels en de aanleg van nieuwe groenstroken. Robert: ‘Groen in de wijk heeft veel voordelen: mensen genieten ervan, het is goed voor de gezondheid, het vangt water op bij regenval én het biedt ruimte voor planten en dieren.’ Aan de Van der Veldelaan zaaien bewoners bijvoorbeeld bloemen in en planten ze bloeiende struiken en bomen. Zo is er straks van het vroege voorjaar tot en met de herfst stuifmeel en nectar beschikbaar voor allerlei insecten die op hun beurt weer vogels aantrekken. Groen kapitaal zorgt voor meer biodiversiteit, gezondheid en gezelligheid in de buurt!

62 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Natuurbeheer doen we samen Natuur kent geen grenzen. Een natuurgebied of landschap houdt niet op bij de naam die we eraan geven, of de begrenzing die wij vaststellen. En ze houdt zich ook niet bezig met eigenaarschap en beheer. Natuur vraagt om samenwerking, om samen nadenken hoe we haar het beste in haar kracht kunnen zetten, haar ecosystemen kunnen versterken. Mét in het achterhoofd alle maatschappelijke opgaven en belangen die aan grond gebonden zijn. Voilà de uitgangspunten voor ons als natuur organisatie! Juist in een dichtbevolkt gebied als de provincie Noord-Holland zijn wij ons bewust van onze verbindende rol én onze verantwoordelijkheid om natuur en landschap een stem te geven in de wirwar van economische, bestuurlijke en maatschappelijke krachten. Daarom zoek we op alle niveaus samenwerking, afhankelijk van het lokale, regionale of nationale belang. Nationaal niveau LandschappenNL is meestal onze vertegenwoordiger op nationaal niveau. Bij LandschappenNL zijn de provinciale Landschappen en provinciale landschapsbeheerorganisaties aangesloten. LandschappenNL lobbyt in Den Haag voor beter natuur- en landschapsbeleid. Denk bijvoorbeeld aan de inzet van Nederland in het reduceren van de stikstofbelasting van onze natuurgebieden, maar bijvoorbeeld ook aan input voor het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). LandschappenNL trekt op nationaal niveau op met landelijke organisaties als Natuurmonumenten en de Vogelbescherming.

Landschap Noord-Holland Boven­provinciaal niveau Voor zaken die zich (net) buiten onze provincie afspelen, werken we samen in coalities. De belangrijkste zijn de Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk voor het IJsselmeergebied en de Coalitie Wadden Natuurlijk voor de Wadden. In deze coalities trekken we samen op met andere natuurorganisaties als Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, PWN, Waddenvereniging, Sportvisserij Nederland en collega Landschappen. Zo verbinden we onze inzet, zodat we beide waterrijke gebieden geheel bestrijken en we onze lobby-kracht bundelen; de ene organisatie weet in Den Haag deuren te openen, de andere kent de weg in het provinciehuis als geen ander. Samen hebben we een achterban van meer dan een miljoen Nederlanders. Vanuit de Coalitie Wadden Natuurlijk werken we al een aantal jaar samen in het programma Wij & Wadvogels. Vogelbescherming is hiervan initiatiefnemer. Deze programmatische aanpak maakt het mogelijk om grote projecten in Noord-Holland te realiseren, zoals herstel van (broed)eilanden in het Amstelmeer. In de Wadden werken we in het Beheerderscollectief Waddenzee ook samen met andere organisaties dan ngo’s. Naast de ‘Wadden-Landschappen’ en Natuurmonumenten nemen hierin o.a. ook de provincies, Rijkswaterstaat, het ministerie van LNV en Staatsbosbeheer plaats. Samen werken wij aan het opstellen van een Integraal beheerplan voor de Waddenzee. Doel is om de natuurkwaliteit van de Wadden op een veel hoger niveau te brengen. We pleiten voor meer financiële ruimte voor noodzakelijk natuurbeheer en bepalen gezamenlijke prioriteiten.

64 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Noord­Holland In Noord-Holland werken wij sinds jaar en dag samen met alle andere natuurorganisaties: Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, PWN, het Goois Natuurreservaat (GNR), Waternet, IVN en de Natuur- & Milieufederatie Noord-Holland. Sinds acht jaar doen ook recreatieorganisaties Recreatie Noord-Holland, het Amsterdamse Bos en Recreatieschap West-Friesland mee. Samen voeden wij met name het provinciale natuur- en recreatiebeleid. Samen met IVN trekken wij het Programma Betrekken bij Groen, gericht op het ondersteunen van vele duizenden natuurvrijwilligers. Dit programma stemmen wij af met de andere natuur- en recreatieorganisaties. Samenwerking met andere sectoren is onmisbaar voor effectief natuurbeheer. Bijvoorbeeld waar het gaat om onze doelstellingen voor de populatie boerenlandvogels werken we samen met boeren, agrarische collectieven en de provincie. Waar het gaat om het vinden van oplossingsrichtingen voor beperking van de stikstofuitstoot nemen wij deel aan de provinciale Regietafel Stikstof. Daarin zijn, naast natuurorganisaties, ook gemeenten, boeren, waterschappen, industrie, bouw, mobiliteitssector en werkgevers vertegenwoordigd. In het Innovatieprogramma Veen werkten wij nauw samen met Agrarische Natuurorganisatie Water, Land en Dijken, de provincie en het waterschap. Samen onderzochten we mogelijkheden om onder nattere condities agrarische producten te verbouwen (‘natte teelt’). Zo dragen we enerzijds bij aan de nationale klimaatdoelen en maken we anderzijds een nieuw verdienmodel voor boeren mogelijk. Deze lijn is nu opgeschaald naar nationaal niveau in het VIP NL (Veen Innovatie Programma Nederland).

Landschap Noord-Holland Regionale samenwerking Veel van ons werk speelt zich af op regionaal niveau. Op dit niveau werken we samen met andere natuurorganisaties aan de hand van gezamenlijke (ruimtelijke) visies. Samen met PWN, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten werken we aan een gezamenlijke visie op de binnenduinrand vanaf Castricum tot Den Helder. Zo bundelen we onze lobbykracht richting gemeenten en provincie. Voor heel veel van onze doelen is water(kwaliteit) een cruciale factor. Daarom zoeken we nadrukkelijk de verbinding met de waterschappen, met name het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Sinds een aantal jaren werken we met Recreatie Noord-Holland, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer samen aan ‘Amsterdam Wetlands’: één samenhangend natuurgebied met hoge landschappelijke en recreatieve waarden. We voeren gesprekken met boeren(organisaties), gemeenten, HHNK en provincie, met als doel om natuur(ontwikkeling) ook bij hen op de agenda te zetten en het beleid te beïnvloeden. Samen hebben we ondertussen veel budget weten te genereren voor natuurprojecten die nu worden uitgevoerd. De komende vijf jaar zal regionale samenwerking alleen maar aan belang winnen. ‘Gebiedsgericht werken’ is een sleutelwoord geworden voor rijk en provincie waar het gaat om doelen voor Natuur Netwerk Nederland, klimaat, stikstof en energietransitie. Wij denken en doen mee aan vele gebiedstafels en proberen samen uit te dokteren wat de meest effectieve manier van gebiedsgericht werken is.

66 Landschap Noord­Holland in cijfers Per 31 december 2021 In eigendom of langdurig beheer hectare 4.466 98 3 4 7 natuurgebieden, waarvan 4 Natura-2000 gebied: Noordduinen, Eilandspolder, Ilperveld, Buitenplaats Leyduin eendenkooien: Van de Eng, Stokman, ‘t Zand forten: Aagtendijk, Zuidwijkermeer, Veldhuis, K’IJK buitenplaatsen: Vinkenduin, Woestduin, Leyduin, Naaldenveld, Alverna, Bennerbroekbos, Overplaats Donateurs, bedrijfsvrienden en sponsors 32.699 Beschermers 39 Bedrijfsvrienden en sponsors 291 periodieke schenkers Vrijwilligers Op eigen terreinen: 290 landschapsonderhoud- of beheervrijwilligers 84 voorlichting /excursievrijwilligers 53 monitoringsvrijwilligers 21 organisatievrijwilligers 1.100 eenmalige vrijwilligers Zelfstandige vrijwilligersgroepen, op terreinen van derden actief: 139 beheer- en monitoringgroepen 805 boerenlandvogelvrijwilligers, waarvan 21 weidevogelgroepen en 3 akkervogelgroepen Paden en routes 117 kilometer wandelpad 83 km fietspad 38 routes online Medewerkers 98 medewerkers (83,5 fte) Publieksactiviteiten 24 privé/schoolexcursies 37 trainingen/workshops/cursussen/webinars 504 deelnemers 461 scholieren educatieve en/of natuur- en landschapsactivieiten Contact via sociale media Volgers en likes 17.292 Views 67.667

68 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Organisatie en financiën Missie en visie Van de immer bewegende Wadden tot het door mensenhanden gemaakte polderland. En van ruige duinen tot de historische buitenplaatsen en boerenerven. Noord-Holland heeft het allemaal. Dat is iets om trots op te zijn en om te koesteren. Wij willen ervoor zorgen dat natuur en mensen zich ook in de toekomst thuis blijven voelen in dit veelzijdige landschap. Dat is hard nodig, want de natuur en ook het landschap staan hier flink onder druk. De verscheidenheid aan planten- en diersoorten holt al decennialang achteruit en de maatschappelijke opgaven en klimaatverandering leggen grote claims op het landschap. Wij geven de natuur een stem. Met passie voor het landschap en oog voor zakelijkheid zetten we ons in voor een toekomstbestendige natuur die zichzelf kan blijven vernieuwen. Die de klimaatverandering kan doorstaan en bezoekers rust en inspiratie kan blijven bieden in het drukke bestaan. Dat doen we samen met vrijwilligers, bewoners, partners, overheden en bedrijven. Op basis van meer dan 80 jaar kennis en ervaring in ecologisch beheer én met het netwerk in de streek dat we in al die jaren hebben opgebouwd. Samen maken we Noord-Holland mooier, dat is onze missie! Dat doen we langs de lijnen van de ambities die we in dit meerjarenbeleidsplan hebben beschreven, en met gedreven, kundige medewerkers en een professionele organisatie. En natuurlijk volgens de richtlijnen voor goed bestuur en een transparante organisatie. Onze visie en strategische uitgangspunten sluiten aan bij de kernwaarden van onze organisatie: passievol, toegankelijk, vernieuwend, samenwerkend en ondernemend. • Betrekken bij Groen, ter ondersteuning van vrijwilligerswerk. En twee stafafdelingen: • Communicatie & Marketing; • Bedrijfsvoering. De functionaris voor Kwaliteit, Arbeidsomstandigheden en Milieu (KAM) en en het Managementsecretariaat vallen direct onder verantwoordelijkheid van de directeur-bestuurder. Raad van Toezicht De Raad van Toezicht houdt toezicht op en controleert het door de directeur gevoerde beleid. De leden vervullen hun toezichtstaak voor vier jaar met mogelijkheid tot verlenging van nog maximaal vier jaar. Er is een rooster van aftreden. De governance is vastgelegd in de statuten van de organisatie. Organisatiestructuur Onze organisatie kent drie inhoudelijke onderdelen: • Gebieden, voor het beheer van onze natuurgebieden; • Natuurlijke Zaken, met de afdeling Onderzoek & Advies en de afdeling Groenploeg, voor uitvoerende groenwerkzaamheden;

69 Landschap Noord-Holland Strategie en beleid Het meerjarenbeleidsplan geeft in grote lijnen aan waar we aan werken. Het is leidend voor de afdelings plannen die we maken: gebiedsplannen, een meerjarenprogramma Betrekken bij Groen, acquisitieplannen van Natuurlijke Zaken. Overstijgend baseren we onze communicatie, marketing en fondsenwerving op het Strategisch Communicatie & Marketingplan en het Jaarplan fondsenwerving. Met de gebiedsplannen en het programma Betrekken bij Groen geven we inzicht in de context van de programma’s en projecten en de samenhang met de doelstellingen binnen onze eigen gebieden en in de samenhang met andere gebieden en hun eigenaren en organisaties. Om onze beleidsinhoudelijke ambities waar te maken is een professionele bedrijfsvoering een noodzakelijke voorwaarde. Strategische uitgangspunten voor onze bedrijfsvoering zijn: personeelsbeleid afgestemd op het organisatiebeleid; financiële kengetallen binnen de organisatie bekend; een betrouwbaar, toegankelijk en veilig informatiesysteem; continuïteit op kennisborging in de organisatie; alert op nieuwe technologieën. We stellen jaarlijks een jaarplan voor de organisatie op en een begroting voor het opvolgende boekjaar met een toelichting over en analyse van deze cijfers. Hier staan ook onze inkomstenbronnen in beschreven, evenals risico’s en onzekerheden die we voorzien. Deze begroting is gekoppeld aan het meerjarenbeleidsplan. We leggen verantwoording af via het jaarverslag en de jaarrekening van de stichting. Jaarlijks nemen we binnen het directieverslag en de toelichting bij de jaarrekening een evaluatie op van wat wel en niet is bereikt in het licht van het (meerjarig) beleid. Ook belichten we risico’s en onzekerheden in de directierapportage binnen het jaarverslag. Via een publieksvriendelijkjaaroverzicht zetten we enkele behaalde resultaten extra in de schijnwerper. Personeelsbeleid De ambities voor de komende jaren én de snel veranderende maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan, vragen om een wendbare, lerende organisatie. Daarom investeren we blijvend in de ontwikkeling, kennis en het welzijn van onze medewerkers en richten we ons op kennisdeling en -borging in de organisatie. Onze mensen hebben vakkennis en hart voor de zaak, zijn gericht op samenwerking, met een proactieve houding en resultaatgericht. We willen de talenten van medewerkers optimaal benutten, competenties op sleutelposities scherp bewaken en aantrekkelijk zijn als werkgever. We trainen medewerkers om planmatig te werken en prettig en effectief samen te werken. Op die manier zorgen we ervoor dat de verschillende kennisgroepen binnen de organisatie elkaar weten te vinden en optimaal kunnen samenwerken. Leidinggevenden helpen we bij het ontwikkelen van hun managementvaardigheden. Ook kijken we met een strategische blik hoe we medewerkers optimaal in kunnen blijven zetten. Daarbij houden we oog voor de juiste afstemming tussen werkaanbod en beschikbaarheid van mensen, zodat we bij seizoenswerk alle werkzaamheden goed kunnen uitvoeren. En vanuit de maatschappelijke context waarin we opereren, investeren we bewust in een brede weerspiegeling van de maatschappij in onze personele bezetting.

70 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Duurzaamheid Het hoofdkantoor in Heiloo (waar we ‘samenwonen’ met eigenaar Woningbouwvereniging Kennemer Wonen), is enkele jaren geleden volledig verduurzaamd; met zonnepanelen op het dak, warmtepompen en laadpalen voor elektrische wagens. Maar we gaan verder. We willen onze bedrijfsvoering in 2030 zo veel mogelijk klimaatneutraal hebben. Te beginnen bij ons wagenpark; ons streven is om in 2027 100% op elektrische voertuigen over te zijn gestapt. We stimuleren medewerkers zo duurzaam mogelijk te reizen; met een online tool geven we inzicht in het reisgedrag en belonen we ritten die per fiets, wandelend, via OV of met elektrische voertuigen zijn afgelegd met een hogere kilometervergoeding voor woon-werk met deze middelen. Voor het monumentale Huis Leyduin op Buitenplaats Leyduin onderzoeken we de mogelijkheden om het energieverbruik te verminderen, denk aan isolatie, aanpassen van installaties, overschakelen naar duurzame energie en verbeteren van comfort en binnenklimaat voor de gebruikers van het Huis. De Rijksmonumentenstatus en het vinden van de hiervoor beschikbare financiële middelen, vormen een extra uitdaging in het realiseren van deze ambitie. Bij nieuwe vastgoedprojecten is het uitgangspunt om ze klimaatbestendig te ontwikkelen. Een voorbeeld daarvan is het kruitmagazijn aan de Ham. Arbo en Veiligheid De arbeidsvoorwaarden zijn vastgelegd in de CAO Bos en Natuur, onderdeel De Landschappen. Door de coronalockdowns hebben we ontdekt dat thuiswerken zo zijn voordelen heeft: gefocust kunnen werken. De kantoorlocaties zijn nu meer en meer bedoeld voor medewerkers om samen ideeën, plannen en concepten uit te denken, en als ontmoetingsplek voor sociaal contact. We groeien kortom richting een hybride organisatie. Dat vraagt ook om investeren in een goede thuiswerkplek; we ondersteunen medewerkers met kantoormeubilair om een arbo-technisch verantwoorde werkplek in te richten. De werkplekken op de buitenlocaties zijn deels verouderd en gaan we moderniseren, zodat ze weer goed geëquipeerd zijn voor de komende jaren. Deeltijdwerken is bij onze organisatie een normale gang van zaken. De werkplekken op de hoofdlocatie in Heiloo zijn daar flexibel voor ingericht. Onder de medewerkers houden we elke drie jaar een medewerkerstevredenheidonderzoek. Medewerkers die in het veld werken informeren we met regelmaat over bijvoorbeeld de risico’s van tekenbeten. Voor hen stellen we beschermende kleding beschikbaar.

71 Landschap Noord-Holland ICT Onze ICT is ter ondersteuning van het primaire proces in de organisatie, gericht op onze ambities zo adequaat mogelijk verwezenlijken. We werken hierbij strategisch samen met andere provinciale Landschappen, zodat we afgewogen en adequaat kunnen inspelen op nieuwe ICT-ontwikkelingen en innovaties. We focussen op service en risicobeperking. We werken met Office365 software en faciliteren zo de medewerkers met een integrale en plaatsonafhankelijke werkplek. Doordat updates automatisch worden uitgevoerd, ontwikkelen we automatisch mee. We maken een bewuste keuze voor de ICT-partners met wie wij willen samenwerken. Wij kiezen voor applicatieleveranciers die in staat zijn ons op langere termijn (toekomst)bestendige, veilige en flexibele oplossingen te bieden die aansluiten bij onze strategische wensen. Hierbij willen wij niet vooroplopen, maar wel goed aangehaakt blijven bij relevante ontwikkelingen die zich voordoen op de markt. Zo kunnen wij tijdig bepalen of en hoe wij willen meeliften op deze ontwikkeling. Dit maakt ons minder kwetsbaar. Keuzes voor hardware maken we op basis energiegebruik en duurzaamheid. We werken met energiezuinige laptops en aanverwante apparatuur. Voor de afvoer van oude apparatuur werken we met leveranciers die dit op een verantwoorde manier doen (uitgaande van het principe van recycling). De keuze voor hardware systemen en softwareapplicaties baseren we ook op de mate van gebruiksvriendelijkheid voor de gebruikers. We vinden het van belang dat zij op een effectieve en efficiënte wijze de functionaliteiten van een systeem of applicatie eenvoudig kunnen inzetten om hun doelen te bereiken. We stellen data beschikbaar op een veilige, toegankelijke- en transparante manier. Uitgangspunt is dat voor iedere betrokken partij die data beschikbaar zijn, zowel intern als extern. Dit kan door te werken met Office 365, dat gericht is op kennis deling en transparantie, samenwerken, delen en borging van data. Kennisdeling dient altijd te voldoen aan de eisen van veiligheid en interne en externe compliance. Inrichting van diverse bedrijfsprocessen binnen Exact Synergy is hier een treffend voorbeeld van. Onze ICT faciliteert en ondersteunt ook het zo adequaat mogelijk samenwerken, zowel intern als extern. Vanuit huis samenwerken wordt nu door alle applicaties geborgd; we kunnen tegelijkertijd in documenten werken, vergaderen en afspraken maken, zonder oponthoud.

72 Meerjarenbeleidsplan 2022-2026 Financiën Wij zijn een financieel gezonde organisatie. Onze inzet en sturing is erop gericht dit zo te houden. Uitgangspunt voor de jaarlijkse begroting is dat de kosten en de baten in balans zijn (op nul uitkomen). Voor de afdeling Gebieden is op operationeel niveau de begroting op orde, maar is ook behoefte aan investeringen op lange termijn onderdelen; met name non-cyclische werkzaamheden. We doen hier planmatig adequate reserveringen voor om deze werkzaamheden voor de toekomst veilig te stellen. Binnen onze afdelingen van Natuurlijke Zaken (Onderzoek & Advies en Groenploeg) vraagt de marktomzet om continu inzicht en sturing. De inrichting van deze afdelingen en de organisatorische eenheden kunnen adequaat meebewegen met tegenvallende resultaten. Als stichting houden we grip op de uitgaven door een planning- en controlcyclus. Die draagt eraan bij dat we adequaat kunnen sturen op toekenning van de middelen in lijn met de vastgestelde begroting en projectplannen. De nettoinkomsten die we via deze afdelingen realiseren komen ten goede aan de natuurdoelstelling van onze stichting. Het team Betrekken bij Groen ontvangt van de provincie Noord-Holland structurele bijdragen vanuit het gelijknamige programma. Deze subsidie vormt, samen met de bijdrage uit de Nationale Postcode Loterij, het vaste financiële bestaansrecht van deze afdeling. Naast deze structurele inkomstenbronnen is er sprake van meer incidentele inkomsten dankzij projecten. De afdeling Marketing en Communicatie zet in op stabilisatie en waar mogelijk groei van donateurs, zowel particulier als zakelijk. Een nieuwe fondsenwervende strategie die gestart is in 2020 laat op dit moment al een lichte groei zien. Structurele inkomsten ontvangen we van de provincie Noord-Holland, in de vorm van de SNL-subsidie. De samenwerking met de Nationale Postcode Loterij is per 2021 verlengd voor een periode van vijf jaar. De loterij steunt ons jaarlijks met een substantiële financiële bijdrage. Andere structurele inkomsten komen uit de verhuur van vastgoed en verpachting van grond. Naast deze meer structurele inkomsten ontvangen wij ook projectbijdragen vanuit subsidies en fondsen. Vanuit extra giften, schenkingen en legaten/nalatenschappen ontvangen wij gelden om onze lange termijn ambities vorm te geven. De giften en schenkingen zijn van vermogensfondsen en vele duizenden enthousiaste Beschermers en donateurs. Ook tientallen bedrijven steunen ons jaarlijks met een financiële bijdrage. Regelmatig komen daar projectbijdragen van overheden bij; ook zij zijn daarom onmisbaar voor ons.

73 Landschap Noord-Holland Keurmerken en ANBI-status De afdelingen Onderzoek & Advies en Groenploeg, die samen Natuurlijke Zaken vormen, de zakelijke dienstverlening van Landschap Noord-Holland, werken ISO 9001 gecertificeerd. Zij zijn ook Groenkeur BRL en Kleurkeur gecertificeerd De Groenploeg is daarnaast ook VCA* gecertificeerd. Als goede doelen organisatie laten we graag zien dat we zorgvuldig omgaan met donaties en andere inkomsten. Daarom zijn wij aangesloten bij de branchevereniging Goede Doelen Nederland en volgen wij de Erkenningsregeling Goede Doelen 2016. We mogen ook het CBF-keurmerk voeren. Dit keurmerk is een waardering voor de professionele manier waarop we als organisatie opereren. Alleen organisaties die betrouwbaar en transparant zijn ontvangen dit keurmerk voor goede doelen. SBF Code voor Goed Bestuur Deze code belichaamt de ambitie van de Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (SBF) om een nieuwe, uniforme standaard voor goed bestuur bij filantropische instellingen te creëren. Landschap Noord-Holland onderschrijft de principes van de SBF Code voor Goed Bestuur. Richtlijn 650 Onze jaarrekening is opgesteld conform de Richtlijn 650 (onderdeel van richtlijnen voor de jaarverslaggeving van de Raad voor de jaarverslaggeving). Een Register Accountant controleert de jaarrekening. Publicatie gebeurt via onze website. ANBI­status Wij zijn een Algemeen Nut Beogende Instelling, kortweg ANBI, wat betekent dat we ons voor minstens 90% inzetten voor het algemeen nut. De Belastingdienst stelt de voorwaarden bij dit keurmerk. Een ANBI-status is aantrekkelijk voor donateurs omdat giften aan een ANBI belastingvoordeel kunnen opleveren. Dit geldt zowel voor losse giften via de giftenaftrek als ook via periodieke giften. En als ANBI betaalt Landschap Noord-Holland geen erf- of schenkbelasting.

Samen maken we Noord-Holland mooier. Stichting Landschap Noord-Holland Postbus 222 1850 AE Heiloo Tel. 088-00 64 400 info@landschapnoordholland.nl www.landschapnoord holland.nl Publicatiedatum Juni 2022 Projectcoördinatie Ilse Miedema Teksten Maja Nijessen, Judith van Oudheusden, Ilse Miedema Beeldselectie Yorinde Diepstraten Fotografie Jan Tuijp, Dutchphoto, Pauline Kupis, Hans Brinks, Willem van Kruijsbergen, Sonja Goed, Stijn van Belleghem, Luuk Vermeer, Arno Stoute, Eric van Poppel, Cees de Jonge, Jeroen Determan, Jan Zijp, Jan van Mossel, Dennis de Wildt, Els Branderhorst, M Frowijn, Gerard Bos, MNH, Aerovista, Ronald van Wijk, Jos Teeuwisse, BB-Mark Schuurman, BB-Rob Kuiper, BB-Gejo Wassink, Yorinde Diepstraten, Martijn Struijf, BB-Els Branderhorst, Menno Schaefer, Wil Doorn-Meijne, Koos Leek, Tom Kisjes, Bas van de Riet, HVC Groep, Henk van Bruggen, Arthur Schaafsma, De Wildt, Johan Stuart, LandschappenNL, Floris Scheplitz, Nature in stock Vormgeving Opzet, Santpoort-Zuid

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
Home


You need flash player to view this online publication