0

ESSAY REGIEMODEL SPELREGELS VOOR DOE-DEMOCRATIE 24 WAAROM KLEINER VAAK BETER IS 28 ZWERFJONGEREN BASISINKOMEN GEEFT RUST 31 31 juli 2020 | week 31 | jaargang 41 15 2020 BINNENLANDS BESTUUR GEMEENTEN SLAAN MASSAAL AAN HET LENEN OP DE POF VOOR € 50.000.000.000 Trainees voor gemeenten Samen leiden we trainees op tot vakspecialisten die integraal werken en klaarstaan voor de uitdagingen van de toekomst. www.certusgroep.nl/trainees ONAFHANKELIJK MAGAZINE VOOR BETROKKEN AMBTENAREN EN BESTUURDERS

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 02COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Tom van Limpt / H.H. VASTE MEDEWERKERS Ton Bestebreur, Brian van der Bol, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Simon Trommel, Michiel S. de Vries, Joost Zonneveld. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN sales@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. Bij een kop koffie waren dealtjes te sluiten ALTERNATIEF VOOR MASSATOERISME ZOMERS IN ZEELAND Voor een boek dat ik aan het schrijven ben over onze kust was ik een paar dagen in Zeeland. Het coronavirus had er bepaald niet geleid tot een terugloop van het aantal toeristen. Zo’n beetje de enige Nederlandse files stonden op de Zeeuwse provinciale wegen – een paradijs voor de liefhebber van rotondes. Ik had er afgesproken met een eilandbewoner die op SchouwenDuiveland buiten de kustdrukte op een boerderij resideerde. Jarenlang had hij voor Het Zeeuwse Landschap gewerkt en gestreden tegen projectontwikkelaars die het schitterende duingebied op Schouwen liefst veranderden in één groot bungalowpark. Een zware strijd. Boeren die schrale grond beheerden, ontdekten dat ontwikkelaars bedragen betaalden die je met landbouw nooit kon verdienen. Zeeuwse wethouders blonken volgens hem niet uit in regelvastheid. Bij een kop koffie waren dealtjes te sluiten. Het was dankzij het in 2017 afgesloten nationale Kustpact dat er eind kwam aan de ongebreidelde bungalowbouw. De kustprovincies zien er sindsdien scherp op toe. Dat is winst voor de natuur en het aanzien van de kust, maar een gevoelig verlies voor Zeeuwse (krimp-)gemeenten die grotendeels van het toerisme leven. Van de acht gemeenten die onder financieel toezicht van een provincie staan, bevindt de helft zich in Zeeland (zie pagina 6). Sinds aan de groei van het toerisme restricties zijn opgelegd, hebben die gemeenten het nog moeilijker. Daar kwam de te elfder ure afgeblazen verhuizing van de mariniers overheen. Wat nu? Zeeuws-Vlaanderen wendt zich in arren moede tot België, valt in dit nummer te lezen. De Zeeuwse eilandgemeenten zijn gebaat bij eco-toerisme, duurzame energieopwek en – vooral – bij betere verbindingen met de Randstad, bedacht ik me bij een volgend oponthoud. Dit keer geen rotonde, maar de smalle, gevaarlijke Zee landbrug. Je hebt er een geweldig uitzicht over de Oosterschelde maar als dagelijkse werkforens zou je er vast stevig willen doorrijden. Dus rijk, kom eens met een serieuze investerings agenda voor die arme, van het toerisme afhankelijke Zeeuwen over de brug. ADVERTENTIE MARTIN HENDRIKSMA REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 INHOUD 03 8 COVERSTORY MASSAAL LENEN Gemeenten hebben grote tekorten en de rente stelt niets voor. Wat is er dan makkelijker dan geld te lenen? De totale schuld van gemeenten loopt inmiddels op naar 50 miljard euro. Financiële experts maken zich grote zorgen. 12 ROEL WEVER ALSNOG BAAS IN HEERLEN Roel Wever was eerder nummer twee bij een uitgelekte burgemee stersprocedure in Heerlen. Nu wordt hij het alsnog. ‘Het leven is in Limburg fantastisch.’ 21 AANPAK ENERGIEBELEID 16 CORONACRISIS SAMEN STERKER Na de intelligente lockdown waren gemeenten en corporaties bevreesd over de postie van kwetsbare bewoners. Nauwe samenwerking bracht de oplossing dichterbij. Het volgende nummer van binnenlands bestuur verschijnt op vrijdag 21 augustus. ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. De gemeente Súdwest-Fryslân werd de aanleg van een windmolenpark door de strot geduwd. Hoe kreeg je de inwoners ooit nog betrokken bij de regionale energiestrategie? De gemeente gaf ze – in afwijking van het provinciale beleid – carte blanche. GALLIË LIGT EVEN IN SÚDWEST-FRYSLÂN NIEUWS Shared space bij gemeenten onder vuur Noord-Holland moet integraler gaan werken ACHTERGROND Bureaucratie frustreert aanpak corona ESSAY Inzet burgers vereist balans ACHTERGROND Meer sturing, minder kopzorgen Broodnodig basisinkomen België trekt aan Zeeuws krimpgebied 28 31 34 24 4 5 18 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK NIEUWS IN BEELD GEERTEN BOOGAARD JAN VERHAGEN IN DE CLINCH OPINIE BOEK PERSONALIA 5 6 11 33 37 38 39 42

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 04 NIEUWS RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS Shared Space werd de afgelopen jaren door gemeenten omarmd als oplossing voor het gezamenlijk gebruik van de openbare ruimte in drukke binnensteden. Maar een aantal wil er nu alweer van af. VEILIGHEID WEGGEBRUIKERS IN HET GEDING SHARED SPACE BIJ GEMEENTEN ONDER VUUR Directeur Adrie Hellings van basisschool de Regenboog in het Brabantse Wijbosch was het in januari helemaal zat. Het drukke dorpsplein voor de school, met doorgaande weg er dwars doorheen, was in 2016 veranderd in shared space waar ook een deel van het schoolplein onderdeel van werd. Na een aanrijding op het plein met een van zijn leerlingen als betrokkene, verbood hij de kinderen langer buiten te spelen. ‘Het is echt té gevaarlijk’, zei Hellings tegen het Brabants Dagblad. Inmiddels hebben school en dorpsraad een oplossing gevonden: een fysieke afscheiding van het schoolplein van de rest van de ruimte. Wijbosch (gemeente Meijerijstad) is niet de enige plek in Nederland waar shared space onder vuur ligt. De gemeente Amsterdam kreeg forse kritiek op haar shared space achter het centraal station, waar fietsers, voetgangers en wachtenden op de IJ-pont de ruimte delen. ‘Levensgevaarlijk’, vonden critici, die een petitie starten. Voorlopig blijft Amsterdam achter het plan staan, maar in Den Haag trekt wethouder Robert van Asten (mobiliteit, D66) na zes jaar zijn conclusies: ‘Veel bezoekers, vooral van buiten, hebben niet door dat er ook fietsers door de winkelstraten rijden. Fietsers en voetgangers kunnen na al die jaren nog steeds niet aan elkaar wennen.’ Dat sluit deels juist aan bij het principe van shared space. Door verschillende verkeersstromen niet te scheiden, maar be‘ Het is misschien veiliger, maar het voelt onveiliger’ wust door elkaar te laten lopen vermindert de kans op ongelukken – is het idee. Snellere verkeersdeelnemers nemen gas terug als ze op langzamere stuiten. Voor gemeenten heeft het als voordeel dat de krappe openbare ruimte in de binnenstad niet hoeft te worden opgedeeld in aparte verkeersstromen voor fietsers, voetgangers en gemotoriseerd verkeer. CHAOS ‘Om het grof te zeggen: shared space creëert een soort chaos van verschillende verkeersdeelnemers,’ zegt Maarten van der Leck, adviseur duurzame mobiliteit bij ingenieursadviesbureau Sweco. ‘Dat maakt dat we alerter moeten zijn en onze zintuigen beter gebruiken. En dat zorgt voor meer veiligheid.’ Tegenstanders wijzen op de gevolgen voor ouderen, kinderen en gehandicapten, voor wie de wirwar aan verkeer beangstigend kan zijn en een onveilig gevoel oproept. Al komt dat niet tot uiting in meer ongelukken. Van der Leck. ‘Het is een dilemma: het is misschien veiliger, maar het voelt onveiliger.’ Shared Space moet niet worden gezien als chaos, vindt hij. ‘Het draait om het aanmoedigen van ontmoeting. De verkeersdeelnemers moeten alert zijn en contact maken met andere deelnemers. Elkaar aankijken bijvoorbeeld.’ Dat is een principe dat heel goed bij Nederlanders past, denkt hij. ‘In tegenstelling tot het buitenland zijn we hier al gewend aan het delen van de weg. Automobilisten hebben dagelijks te maken met fietsers en voetgangers. Ook zijn we vertrouwd met andere vormen van het delen van de weg, zoals fietsstraten waar de auto te gast is.’ Volgens Van der Leck heeft het succes van shared space sterk te maken met de locatie waar het wordt toegepast. ‘Ik ken de Haagse situatie niet, maar het is moeilijker om shared space toe te passen op plekken waar één type verkeersdeelnemer, zoals voetgangers, sterk overheerst. Maar ik zie dat het op het Domplein in Utrecht wel succesvol wordt toegepast.’ Veel gemeenten willen dat hun stadscentrum aantrekkelijker wordt, stelt hij. ‘De afwezigheid van gescheiden verkeersstromen maakt een plein of straat levendiger. Maar ik denk dat we tegelijk moeten blijven nadenken over de toepassing van shared space. Zeker in het licht van de vergrijzing en de toename van kwetsbare verkeersdeelnemers. En hoe pakken we de komst van e-bikes aan? Dat zijn zaken waar je rekening mee moet houden.’

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 DOOR: YOLANDA DE KOSTER BESTUUR NIEUWS 05 De provincie Noord-Holland heeft sinds 2017 flinke verbeterslagen gemaakt, maar er blijft nog huiswerk over. Op het lijstje waar volgens ‘de buitenwacht’ blijvend aan moet worden gewerkt staan verkokering, transparantie en risicomijdend gedrag. OMGEVINGSSCAN PROVINCIE 2020 NOORD-HOLLAND MOET INTEGRALER GAAN WERKEN Dat komt naar voren uit de Omgevingsscan 2020 waarin 54 partijen, waarmee de provincie Noord-Holland een relatie heeft, hun mening hebben gegeven over het functioneren van de provincie. Drie jaar geleden liet de provincie Noord-Holland zich ook een spiegel voorhouden. Uit die Omgevingsscan kwam onder meer naar voren dat de provincie meer lef moest tonen. De ambtelijke en CARTOON BEREND VONK bestuurlijke organisatie toonde – te vaak – risicomijdend gedrag. De provincie heeft op dat punt haar leven gebeterd, vindt een derde van de deelnemende relaties, waaronder gemeenten. Een op de acht partijen vindt dat sprake is van een verslechtering. Een kwart van de geïnterviewden vindt de provincie te voorzichtig en risicomijdend. Eenzelfde percentage stelt juist dat de provincie innovatief en vooruitstrevend is. Ook op het punt van verkokering zijn verbeteringen te zien, stelt 29 procent van de geïnterviewden. Elf procent vindt van dat de provincie op dit punt juist slechter presteert. Drie jaar geleden was de kritiek dat er onvoldoende integraal werd gewerkt. Hoewel er verbeteringen zichtbaar zijn, moet het hoog op de agenda blijven staan, vinden de geïnterviewden. ‘De huidige tijd vraagt (...) nóg meer dan in het verleden om integraal werken en ontkokering, zowel intern als extern.’ Vooral op duurzaamheid, wonen en mobiliteit is integraal werken van groot belang. ‘Ook door de Omgevingsvisie en Omgevingswet wordt integraal werken steeds belangrijker.’ De provincie heeft een flinke verbeterslag gemaakt als het gaat om transparantie. Drie jaar geleden zag de omgeving de provincie vaak als een ‘black box’. 54 procent geeft nu aan dat de provincie transparanter is geworden. Tien procent vindt van niet. Ondanks die verbeteringen moet transparantie niet van het ’lijstje’ af.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 06 NIEUWS IN BEELD FINANCIËN DOOR: HANS BEKKERS FINANCIËLE POSITIES VEEL EN WEINIG SCHULDEN Uit het overzicht van de financiële ken getallen blijkt dat de provincies Utrecht, Zuid-Holland en Zeeland er ten opzichte van de andere provincies relatief het minst goed voorstaan. Deze drie provincies hebben relatief gezien hogere schulden en daardoor ook een lagere solvabiliteit dan de andere provincies. Het meest solvabel zijn Gelderland en Overijssel, provincies die veel eigen vermogen hebben na de verkoop van energiebedrijven waarvan ze grootaandeelhouder waren. NOORD ZUID ZEELAND KLEURT ROOD De financiële positie van de meeste Zeeuwse gemeenten is in rap tempo dramatisch aan het verslechteren vanwege de tekorten in het sociaal domein. Reden waarom de Vereniging van Zeeuwse Gemeenten vorig jaar namens de Zeeuwse gemeenten een ‘brandbrief tekorten sociaal domein Zeeuwse gemeenten’ aan de Tweede Kamer stuurde, waarin wordt gepleit voor een extra structureel budget van 45 miljoen euro voor de Zeeuwse gemeenten gezamenlijk. Vier van de dertien Zeeuwse gemeenten zijn onder preventief begrotingstoezicht geplaatst als gevolg van tekorten in het sociaal domein – het hoogste aantal van alle provincies. Het gaat om Vlissingen, Middelburg, Borsele en Schouwen-Duiveland. NOORD

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 BINNENL NDS BE NIEUWS IN BEELD 07 Jaarlijks doet het ministerie van Binnenlandse Zaken verslag van het uitgeoefende toezicht op de provinciale en gemeentelijke financiën. Dat toezicht is primair gebaseerd op de beoordeling van de begrotingen, die reëel en structureel in evenwicht dienen te zijn. Bij alle provincies is dat dit jaar het geval. Bij de gemeenten echter niet: meer en meer komen er knijp te zitten. HOGE EN LAGE BELASTINGDRUK GRONINGEN De belastingdruk in de provincies Drenthe, Friesland, Gelderland, Groningen, Zeeland en Zuid-Holland ligt boven het landelijke gemiddelde. Deze provincies hebben naar verhouding hoge opcenten op de motorrijtuigenbelasting. D onbenutte belastingcapaciteit is hierdoor lager dan die van de andere provincies. De provincies Utrecht en De dan vooral Noord-Holland hebben relatief de meeste ruimte om hun opcenten op de motorrijtuigenbelasting te verhogen. VAN DRIE NAAR ACHT Op dit moment staan acht gemeenten onder verscherpt (preventief) toezicht van de provincie vanwege hun financiële positie. Buiten de vier Zeeuwse gemeenten Borsele, Schouwen-Duiveland, Middelburg en Vlissingen zijn dat Haaksbergen, Assen, Zwijndrecht en Vlaardingen. In 2019 waren dat er slechts drie van de in totaal 355 gemeenten. De provinciale toezichthouders constateren dat gemeenten als gevolg van de tekorten ‘flink interen op de kwaliteit van maatschappelijke dienstverlening’. De afgelopen 20 jaar overziend, was 2005 financieel het moeilijkste jaar. Liefst 30 gemeenten stonden toen onder verscherpt toezicht omdat ze hun begroting niet sluitend konden krijgen. Kanttekening: toen waren er ook veel meer gemeenten: 467. De gemeenten zijn aangegeven via een rode stip.

08 ACHTERGROND FINANCIËN -DOOR: WILMA VAN HOEFLAKEN BEELD: SHUTTERSTOCK In 2018 hadden 208 van de 355 gemeenten een exploitatietekort. Sindsdien ging de situatie verder achteruit. De rente is extreem laag. Wat is er makkelijker dan, zoals tientallen gemeenten doen, geld lenen om de tekorten aan te vullen? Inmiddels loopt de leensom op tot 50 miljard euro. GEMEENTEN LENEN VOOR TIENTALLEN MILJARDEN BIJNA GRATIS GELD VOOR HET GRIJPEN BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 BINNENL NDS BESTUUR - WEEK 3 20

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 ACHTERGROND 09 ‘Je moet je inkomsten De financiële positie van gemeenten zag er al niet rooskleurig uit. Met de coronacrisis daar nog eens bovenop is het voor veel gemeenten moeilijk om hun begroting sluitend te krijgen. Hun inkomsten dalen, hun uitgaven – onder andere door de ondersteuningsmaatregelen voor ondernemers – stijgen. Tientallen gemeenten leenden samen miljoenen euro’s om salarissen, uitkeringen en subsidies te betalen, bleek medio juni uit een onderzoek van het AD. Tijdens en na de kredietcrisis was er al een forse stijging van het aantal gemeenten met financiële tekorten. In de vette economische jaren daarna nam het aantal gemeenten met tekorten af, maar de laatste twee jaar stijgt het weer, blijkt uit cijfers van het ministerie van Binnenlands Zaken (BZK). Bij de vermogenspositie van gemeenten zit nog geen probleem, schrijft minister Ollongren (BZK, D66) aan de Tweede Kamer, maar de exploitatie staat wel onder druk. ‘Het is wel van belang dat exploitatietekorten niet van structurele aard worden. Niet alleen vanuit het oogpunt van de financiële positie van gemeenten, maar ook vanwege de doorwerking die dit kan hebben op belastingdruk en bezuinigingen op voorzieningen.’ De minister wijst erop dat gemeenten zelf verantwoordelijk zijn voor een sluitende begroting, maar erkent dat ze in grote mate afhankelijk zijn van inkomsten van het rijk. Begin juli, net voor het zomerreces, deed de minister aan de Tweede Kamer de toezegging dat ‘reële coronakosten’ volledig worden vergoed. Zo krijgen gemeenten compensatie voor lokale culturele voorzieningen en voor inkomstenderving, bijvoorbeeld voor weggevallen inkomsten uit toeristen- en parkeerbelasting. De eerste tranche is in beeld gebracht. Het rijk maakte het geld hiervoor begin juli over naar de gemeenten. KORTE TERMIJN Veel gemeenten leenden, omdat ze vanaf half maart als gevolg van corona meer uitgaven hadden en minder inkomsten. ‘Als het rijk zijn toezeggingen nakomt en alle coronakosten compenseert, is dit een tijdelijke leenbehoefte’, zegt Jan van der Lei, beleidsmedewerker bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Ook Ricardo Kok van Exilo, een verhogen. Of je lasten verlagen’ adviesbureau voor gemeenten op het gebied van control, finance en bedrijfsvoering, ziet dat gemeenten nu als gevolg van de coronacrisis met extra uitgaven geconfronteerd worden. ‘De Tozo-regeling [Tijdelijke overbrugginsregeling zelfstandig ondernemers, red.] kost gemeenten veel geld en ze zijn afhankelijk van de bevoorschotting van het rijk. Het kan zijn dat je even leent om de betalingsproblemen op korte termijn op te lossen. Vervolgens gebruik je het geld van het rijk om de lening terug te betalen.’ Van der Lei: ‘Maar daar doorheen loopt een ander probleem; los van corona hebben gemeenten grote structurele tekorten.’ De rente is laag. Helpt lenen om je begroting sluitend te krijgen? ‘Als een gemeente meer uitgeeft dan dat er binnenkomt is lenen onvermijdelijk. Het lenen op zich is geen groot risico, zeker bij een laag rentetarief, maar het feit dat gemeenten moeten lenen om hun lopende uitgaven te financieren is indicatie dat over het jaar 2020 tekorten gaan ontstaan’, zegt Eric Derksen, manager interbestuurlijk toezicht bij de provincie Gelderland. ONWENSELIJK ‘Je moet je baten en lasten sluitend houden. Dat betekent dat je eigenlijk niet mag lenen voor consumptieve uitgaven’, zegt Van der Lei. ‘Als je gaat lenen om de stroomrekening van de straatverlichting te betalen, zorg je ervoor dat toekomstige inwoners betalen voor kosten uit het verleden.’ Een begrotingstekort betekent dat de schuld van de gemeente oploopt. Van der Lei: ‘Het gevolg is dat het bezit wordt belast met schulden. Als de schulden groter zijn dan de waarde van het bezit, staat het huis onder water.’ Rob Timmers, werkzaam bij de provincie Noord-Holland en voorzitter van het landelijke Vakberaad Gemeentefinanciën, waarvan alle provincies, provinciekoepel IPO, BZK en VNG deel uitmaken, stelt: ‘Je kunt niet lenen om je begroting sluitend te krijgen. Dat zou zeer onwenselijk zijn. Je leent om te investeren, niet om je exploitatie te dekken.’ ‘Een lening is geld dat je later terug moet betalen’, stelt Rogier Schumer van Exilo. ‘Daarmee los je een financieringstekort op, dus geld dat je nodig hebt om te investeren. Maar een begrotingstekort los je er niet mee op.’ Hij legt uit: als een gemeente een begrotingstekort heeft van 10 miljoen euro en om dat tekort te dichten 10 miljoen euro leent, is het tekort niet weg. ‘Het begrotingstekort blijft 10 miljoen. En volgend jaar is het zelfs iets groter, omdat je ook rente moet betalen over de lening.’ In die zin is de boekhouding van de gemeente niet zo heel anders dan die van burgers. Stel dat je maand in maand uit geld tekortkomt om de hypotheek te betalen en boodschappen te doen. Als je een persoonlijke lening afsluit, heb je opeens een zak geld tot je beschikking. Je maandlasten worden wat hoger, want je betaalt elke maand rente en aflossing over de lening. Maar ondertussen kun je die zak met geld gebruiken om je maandelijkse inkomen aan te vullen, zodat je voortaan probleemloos de hypotheek en de boodschappen kunt betalen. Totdat de zak met geld leeg is. Waarschijnlijk ben je de lening dan nog aan het aflossen. Wat doe je dan? De volgende lening afsluiten? ‘Het klinkt altijd een beetje flauw, maar er zijn maar twee opties’, zegt Timmers. ‘Je moet je inkomsten verhogen. Of je lasten verlagen.’ GEEN KEUZE Bijna elke gemeente leent. Volgens Van der Lei hebben alle gemeenten samen meer dan 50 miljard euro geleend. ‘Voor een financieringstekort hebben gemeenten niet snel een andere keuze’, aldus Kok. ‘Ze hebben geld nodig, bijvoorbeeld voor grondexploitaties. Dat geld kun je ook krijgen door meer belastingen te innen bij de burgers, maar dat is voor de lange termijn. Om te investeren moet je doorgaans lenen.’ Gemeenten kunnen voor leningen bij elke kredietwaardige bank terecht. Ook kunnen ze lenen bij de Waterschapsbank en de provincie. In de praktijk lenen gemeenten vooral bij BNG Bank waarvan zij aandeelhouder zijn. Omdat gemeenten een laag risicoprofiel hebben, betalen ze heel weinig rente over hun leningen. ‘Een bank loopt niet het risico dat een gemeente de lening niet terugbetaalt, want als het met de gemeente slecht gaat, grijpt de provincie in’, zegt Schumer. Waar een burger die zijn hypotheek tien jaar vastzet zo’n 1,5 procent rente betaalt, betalen gemeenten voor een rentevaste lening van tien jaar hooguit een half procent rente. De provincie houdt toezicht op het financiële wel en wee van een gemeente. Volgens de Gemeentewet moet er een evenwicht zijn in de begroting; er mogen geen

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 10 ACHTERGROND FINANCIËN ANC tekorten zijn. Als dat in een jaar niet lukt, moet uit de meerjarenbegroting blijken dat de gemeente erin slaagt dit evenwicht te realiseren. Dan moet de gemeente bijvoorbeeld laten zien dat met bezuinigingen het tekort wordt weggewerkt. ‘Er is een gemeenschappelijk toezichtskader, een meetlat waarlangs provincies de gemeenten leggen’, zegt Timmers. Kijkt elke provincie op dezelfde manier? ‘De oordeelsvorming ligt vast in het toezichtskader, de uitgangspunten zijn overal hetzelfde. Er zijn ongetwijfeld verschillen in de uitvoering, maar dat zit dan in de manier waarop een provincie communiceert met een gemeente.’ GEEN MAXIMUM Voor de bedragen die een gemeente leent geldt geen maximum. ‘Als een gemeente leent om te investeren, moet die investering betaald en afgeschreven worden. De afschrijvingslasten lopen via de exploitatie. En dáár zit een rem’, zegt Van der Lei. ‘Je mag geen exploitatietekort hebben. Als je te veel leent, worden je afschrijvingslasten te hoog. Dat drukt op je lopende uitgaven. Als die druk te groot wordt, voldoe je niet aan de eis van een sluitende begroting.’ Voor de hoogte van de schuld gelden wel signaleringswaarden. De hoogte van de schuld maakt geen deel uit van de toezichtsnorm, maar bij het toezicht op gemeenten kijkt de provincie ook naar de netto schuldquote. De schuldquote laat het niveau van de schuldenlast zien ten opzichte van de eigen middelen van de gemeente. Dit geeft inzicht in de mate waarop rentebetalingen en aflossingen drukken op de begroting. Een netto schuldquote tussen de 90 en 130 procent geldt als ‘opletten’. Gemeenten die onder de 90 procent zitten, lopen wat schulden betreft geen risico. Gemeenten die boven de 130 procent uitkomen misschien wel. ‘Boven de 130 procent kom je in een soort gevarenzone’, zegt Timmers. ‘Het blijft een lastig verhaal. Sommige gemeenten zeggen dat ze moeten financieren en de rente en aflossingen kunnen blijven betalen.’ Zo’n twintig gemeenten zitten met hun schuldquote boven de 130 procent, soms aanzienlijk. ‘Vaak doordat ze grond hebben gekocht. Als ze die verkocht hebben, daalt de schuld weer’, zegt Van der Lei. Cijfers van gemeenten laten zien hoe sterk ‘Je kunt niet lenen om je begroting sluitend te krijgen’ de schuldquote van jaar tot jaar kan variëren. Zo was Hendrik-Ido-Ambacht in 2018 met een schuldquote van 206 procent topscorer. In 2019 was de schuldquote gedaald naar 193 procent en de prognose is dat de gemeente in 2023 een schuldquote van 116 procent heeft. ‘Vóór 2007 hadden gemeenten vaak hogere schuldquotes. Nu hebben ze de norm in hun achterhoofd, ze sturen meer’, zegt Van der Lei. LAMPJE Andere belangrijke financiële kengetallen zijn bijvoorbeeld de belastingen die een gemeente int, grondexploitaties en of een gemeente aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. ‘Over de schuldquote als zodanig kun je niet zomaar een oordeel vellen’, stelt Kok. Schumer: ‘Er zijn geen harde normen. Het is de bedoeling dat de gemeenteraad en Provinciale Staten kijken naar de samenhang van de kengetallen. Vind je het, gelet op alle investeringen en de financiële positie van de gemeente, wel of niet verstandig als de schuldquote boven de 130 procent ligt? De schuldquote is één lampje. Het kan gevaarlijk worden als er meer lampjes branden.’ Bij het afsluiten van leningen moeten gemeenten rekening houden met een renterisiconorm. Die ziet toe op spreiding. Als de rentevaste periode van alle leningen van een gemeente in hetzelfde jaar afloopt en de rente is intussen flink gestegen, gaat de gemeente over al die leningen opeens veel meer rente betalen. Dat kan grote consequenties hebben voor de begroting. Daarom geldt dat het aandeel langlopende leningen dat in een jaar wordt geherfinancierd niet boven de 20 procent van het begrotingstotaal mag uitkomen. In 2018 hadden 208 van de 355 gemeenten een exploitatietekort, volgens Van der Lei. ‘En meer dan vijftig gemeenten hebben dat drie jaar achtereen. Dat kan niet eeuwig duren. Dat is gewoon een heel slecht teken.’ Derksen zegt: ‘Wij zien steeds minder gemeenten die incidentele tekorten kunnen opvangen vanuit hun reserves. Zeker nu veel gemeenten binnen het sociaal domein ook al worden geconfronteerd met structurele tekorten.’ Timmers: ‘Ik weet van al mijn collega’s dat zij zich grote zorgen maken over de ontwikkelingen. Het is voor gemeenten een behoorlijke last om elk jaar hun begroting in evenwicht te krijgen. Niet eenmalig vanwege corona, maar structureel. Met lenen los je het niet op.’

GEERTEN BOOGAARD COLUMN11 JONG & ambtenaar 2021 De overheid is voortdurend op zoek naar jong talent, ook in deze veranderende tijden. Maar waarom zou de keus vallen op een baan als ambtenaar? Wat de overheid als werkgever te bieden heeft, is bij veel jonge mensen niet bekend. Terwijl werk bijna nergens zo divers en maatschappelijk waardevol is als bij de overheid en er bovendien prima loopbaanmogelijkheden zijn. Met een presentatie in JONG & ambtenaar 2021 laat u zien wat uw gemeente, provincie, waterschap, ministerie of ZBO te bieden heeft aan de ambtenaar van de toekomst. EN VERLOS ONS VAN HET DUALISME Uw organisatie presenteren aan jong talent? Wilt u uw organisatie presenteren in deze full colour glossy? Neem dan contact op met Sandra de Vries via T: 020 – 573 3656 M: 06 462 851 31 of E: sales@binnenlandsbestuur.nl Iedereen die zijn brood verdient met onderzoek naar het binnenlands bestuur had hem in de smiezen: de motie van vorig jaar waarin de Tweede Kamer aandrong op ‘brede evaluatie’ van de dualisering van het gemeenten en de provincies. De Kamer constateerde dat bestuur en samenleving niet dichter tot elkaar waren gebracht en dat daarom eens goed naar het recept uit 2002 moest worden gekeken, ‘mede in het licht van de ontwikkelingen in de samenleving’. Dat beloofde een serieuze klus te worden. Maar uit een recente Kamerbrief blijkt de minister van BZK niet van plan zo’n ‘brede evaluatie’ te entameren. In plaats daarvan beschreef zij de ‘meta-evaluatie’ die ze had laten uitvoeren op bestaande rapporten. Eén rapport zal de minister daarbij in het bijzonder bekend zijn voorgekomen. Van de VNG-denktank die Maatwerkdemocratie opleverde, was Ollongren destijds zelf voorzitter. Van dit rapport is het meest herkenbaar. Op basis van de ‘meta-evaluatie’ wordt in de Kamerbrief geconcludeerd dat ‘het dualisme op hoofdlijnen functioneert zoals bedoeld, maar dat er ruimte is voor verbetering’. Daarbij wijst de minister de indieners van de motie er subtiel op dat het bij elkaar brengen van bestuur en samenleving geen doel van de dualisering was. In 2002 ging het in de kern om het versterken van de positie van de raad. En daarmee wil de minister graag verder. Wat mij betreft illustreren de motie en de brief het grote probleem van het dualisme: niemand weet nog waar dat precies over gaat. Het begrip is failliet, omdat het vooral verwarring wekt. Toen het ooit ging over dorpspolitiek waarin wethouders veel te machtig waren en elke fatsoenlijke politieke discussie lam legden, begreep iedereen voor welk probleem de dualisering een oplossing zou kunnen zijn. In die zin wil niemand terug naar het monisme. Maar inmiddels is dualisme een vaag bestuurskundig concept geworden over hoe lokale politiek moet functioneren. Gehandhaafd door een bonte verzameling figuren die ‘het dualisme’ – overgoten met een sausje van staatsrechtelijke zuiverheid – gebruiken om willekeurig welke hond mee te slaan. Raadsakkoorden, bijvoorbeeld, worden vaak beleefd als een toppunt van dualisme. De raad staat dan immers als collectief sterker tegenover het college. Een hardnekkig misverstand, oordeelde nota bene Elzinga in 2009 op deze plek. Raadsprogramma’s mas keren politieke verschillen en zijn de dood in de dualistische pot. Zijn Staatscommissie ging het in 2002 om het politiseren van het lokaal bestuur en dus niet om het opheffen van het verschil tussen coalitie en oppositie. Raadsakkoorden worden beleefd als het toppunt van dualisme GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN Of de zogenaamde ‘kaderstellende rol’ waar het bij de dualisering zo vaak over gaat. In de praktijk wordt het links en rechts gebruikt om gezonde ombudspolitiek de maat te nemen of raadsleden te diskwalificeren die zich ergens tussentijds mee willen bemoeien. De raad moet ‘heel goed moeten weten waar ze wel én waar ze niet over gaat’. Maar waarom mag een raad alleen vooraf algemene kaders stellen? Halverwege bijsturen is misschien wel veel effectiever. En vooral: sinds wanneer bepalen raadsleden niet meer zélf waar ze over gaan? Juist dat brede karakter van de beoogde evaluatie had er waarschijnlijk weer een nieuwe ronde verwarring van gemaakt. Daarom is het terecht dat de minister de discussie verlegt naar het versterken van de positie van de volksvertegenwoordiging. Daarvoor bestaat niet alleen een grondwettelijk aanknopingspunt, het is ook een heldere keuze in een discussie die wel relevant is: de verhouding tussen de vertegenwoordigende democratie en de participatieve. Tegelijkertijd vind ik het een gemiste kans dat de Kamerbrief zichzelf toch probeert te verkopen als ‘doorontwikkeling van de dualisering’. Het zou goed zijn als we daar mee ophielden. Dat er niet ‘een brede evaluatie’ naar de dualisering kwam, maar een nieuwe Staatscommissie Lokale Democratie. Om het tijdperk van de dualisering, onder beleefde dankzegging voor de resultaten, verder af te sluiten. Zodat er ruimte ontstaat voor nieuwe normatieve idealen om de komende twintig jaar de gemeentepolitiek en de lokale democratie op elkaar te laten aansluiten. Iedereen die geïnteresseerd is in onderzoek naar het binnenlands bestuur zal daar blij mee zijn. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020

12 INTERVIEW ROEL WEVER DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: LORAINE BODEWES Roel Wever probeerde het gewoon nog een keer, en nu werd hij het wel: burgemeester van Heerlen. De Amsterdammer gedijt in Limburg en begrijpt niet waarom er zo weinig animo voor het burgemeesterschap van zijn woonplaats was. ‘Het leven is hier fantastisch.’ HERKANSER ROEL WEVER BURGEMEESTER VAN HEERLEN ‘SCHOP ME TEGEN M’N SCHENEN!’ Negenenzestig enthousiastelingen verdrongen elkaar om burgemeester van Schiermonnikoog (947 inwoners) te mogen worden; voor Heerlen (88.832 inwoners) stonden zeven gegadigden in de rij. Dat vonden de gemeenteraad en de gouverneur er veel te weinig, en daarom organiseerden ze een tweede sollicitatieronde. Daarop kwamen eerder dit jaar 21 sollicitaties binnen. Zo van: vooruit dan maar. ‘Ik zat al bij de eerste groep kandidaten. Ik solliciteerde meteen en wilde weer winnen’, geeft burgemeester in spe van Heerlen Roel Wever (58) grif toe. De directeur van onderzoeks- en adviesbureau Public Spirit/BMC heeft geen sollicitatiegeheimen. Iedereen weet dat hij in 2010 ook al dong naar het burgemeesterschap van de stad in de oostelijke mijnstreek. En dat hij de eerste voorkeur had van de vertrouwenscommissie, maar dat de gemeenteraad uiteindelijk voor de nummer 2, wethouder Paul Depla uit Nijmegen, koos. ‘Alles belandde op straat’, reageert Wever nuchter. ‘Ik heb er zelf niets over gezegd. Ik ben er ook nooit door De Limburger of Radio1 naar gevraagd. Het klopte wel hoor. Ik had mijn best gedaan, maar ik werd het niet. Dat is de politiek en zo kan het lopen. Het had nooit mogen uitlekken natuurlijk, maar last heb ik er niet van gehad. Maar het heeft mij er ook niet van weerhouden om tien jaar later weer te solliciteren.’ Toen Paul Depla in 2015 naar Breda vertrok, had Wever wederom een gooi kunnen doen, maar de financiële situatie bij BMC, waarvan hij eerder voor veel geld aandelen had ingekocht, stond dat niet toe. Toen werd Ralf Krewinkel (PvdA) burgemeester. Na diens opmerkelijke ontslag vorig jaar, werd Emile Roemer (SP) waarnemend burgemeester. Dit jaar sloeg Roel Wever (VVD) wel toe. ‘Ik begrijp eigenlijk niet dat er in eerste instantie maar zeven mensen hebben gesolliciteerd. Misschien maakt onbekend hier inderdaad onbemind. Als je je in Heerlen verdiept en haar een beetje leert kennen, dan wil je er toch burgemeester worden? Het leven is hier fantastisch. Ik woon hier sinds 1995, mijn kinderen zijn grotendeels in Heerlen opgegroeid. Als ik eruit wil, dan kan ik kiezen uit Düsseldorf, Keulen, Brussel of Luik. Alles is om de hoek. Het culturele niveau is extreem hoog. Natuurlijk is hier veel aan de hand en Heerlen heeft de problemen van een grote stad, maar dat is toch een uitdaging? Je wilt toch geen burgemeester worden om stil te blijven zitten?’ GEWOON DOEN Nu lekte niets uit en Roel Wever werd nu ook door de gemeenteraad voorgedragen voor het burgemeesterschap. Het had anders kunnen aflopen. Weer een deuk, weer reputatieschade. Roel Wever in ‘Er wordt in Limburg anders geleefd en gewerkt’ de brasserie van de Twee Gezusters: ‘Het is waar dat ik wel even heel goed moest nadenken. Het is niet leuk als je sollicitatie in de pers komt. Aan de andere kant: ik had het goed gedaan, want anders zet de vertrouwenscommissie je niet op 1, maar ik werd het niet. Daarmee loop je toch geen imagoschade op? Dat was nu ook mijn instelling: wat doe ik fout als ik mijn best doe? Als weer iemand beter is, dan heb ik weer pech gehad. Maar de uitdaging was er nog steeds en ik werkte inmiddels vijftien jaar bij BMC. Als je wat anders wilt, dan was nú het moment. Ik hou van die stad en ik woon er nog steeds. Gewoon doen.’ De gemeenteraad van Heerlen toonde zich op 24 juni unaniem ingenomen met de komst van Wever. De Limburger had het een dag later over de ‘onwaarschijnlijke comeback van Roel Wever’, die zelf vindt dat hij nooit is weggeweest uit Heerlen en wat was er nou onwaarschijnlijk aan zijn sollicitatie? Nou ja, een Amsterdammer in Heerlen? Niet getrouwd met een Limburgse, maar met een Rotterdamse. Pruimen ze BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020

INTERVIEW 13 CV ROEL WEVER (Amsterdam, 1962) studeerde van 1981 tot 1985 rechten aan de UvA. Daarna werkte hij bij de gemeenten Wijk bij Duurstede, Hillegom, Wijchen en Kerkrade. In 2001 trad hij in dienst van Parkstad Limburg, waar hij secretaris-directeur was. In 2005 begon Wever bij het adviesbureau Public Spirit/ BMC in Amersfoort, waarvan hij in 2009 directeur werd. Wever was van 2012 tot 2015 interim secretarisdirecteur van de Stadsregio Arnhem Nijmegen. Op 11 september 2018 werd hij geïnstalleerd als lid van de Eerste Kamer voor de VVD. Op 24 juni droeg de gemeenteraad van Heerlen Roel Wever voor als burgemeester. Hij wordt waarschijnlijk in de tweede helft van september geïnstalleerd. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020

14 INTERVIEW ROEL WEVER dat in het Limburgse land? ‘Geen probleem. Ik ben in 1995 naar het zuiden gekomen en in Kerkrade gaan werken. Dat is een forse stap, zei iedereen. Het dialect is wel even wat steviger dan dat van Heerlen. Ik moest er ook heel erg wennen. Er wordt in Limburg anders geleefd en gewerkt. Het heeft mij een paar maanden gekost om mij daartoe te verhouden. Maar als je respect hebt voor de cultuur van de regio en probeert te snappen waar de mensen vandaan komen en waar ze naartoe willen, dan krijg je daar waardering voor en is het hier fantastisch wonen en werken. Ik beweeg mij hier als Amsterdammer gemakkelijk.’ GROTE WAFFEL Van de politiek-culturele verschillen in ons landje en de bekende directheid in het westen moet Roel Wever ook weinig hebben. ‘Er zijn volop culturele verschillen, maar de grote verschillen zitten volgens mij in mensen. Ik heb de afgelopen vijftien jaar voor BMC in heel Nederland gewerkt en ik kan je vertellen dat bestuurders, ambtenaren en raadsleden op echt heel weinig plekken direct zijn. Het joa, joa is tot kunst verheven.’ In de Randstad toch niet? Wever: ‘Het klinkt allemaal heel direct en wij Amsterdammers zetten graag een grote waffel op en we vinden meteen ergens wat van, maar als we écht een probleem hebben, stappen dan op een medewerker af? Mijn ervaring is van niet. Directheid is een menselijke eigenschap, daar is niets regionaals aan.’ Heerlen krijgt een burgemeester voor wie het burgemeesterschap een primeur is en die nooit raadslid of wethouder is geweest, maar die wèl gepokt en gemazeld is in het lokaal bestuur. Die als onderzoeker, adviseur en begeleider van raden en colleges ook weet wanneer burgemeesters uit de bocht kunnen vliegen. ‘Dat gebeurt als er geen tegenspraak is’, zegt Roel Wever. ‘Je hebt niets aan alleen maar jaknikkers. Je moet mensen om je heen verzamelen die het lef hebben om je tot de orde te roepen. Schop tegen m’n schenen! De beste teams zijn de teams waarin mensen zitten die beter zijn dan jij.’ Juist dán kunnen bestuurders en ambtenaren volgens Wever het verschil maken. ‘Als je van buiten komt, dan zie je vrij snel waar het op dat terrein misgaat. In het eerste halve jaar zie je dat het scherpst. Hé, dat valt op. Daar moeten we wat mee doen.’ De Heerlense ambtenaren kunnen hun borst natmaken. Denk je het tien jaar aar‘Je moet niet iets verkopen dat er niet is’ dig gedaan te hebben, komt die wijsneus uit Amsterdam je vertellen dat het naadje was. Roel Wever: ‘Niet naadje natuurlijk, maar wel: waar kan het anders? Hoe kan het nog beter? Als ik voor BMC een advies uitbreng, dan kan ik ook niet zeggen: wat een rotzooi, pak een bezem en veeg maar schoon. Lekker makkelijk, denken ze dan terecht. Snel geld verdiend. Je moet aangeven waar je naartoe wilt en hoe je mensen daarin wilt meenemen. Je moet mensen energie geven door perspectief te bieden. Als je dat niet doet, werkt het niet.’ KWAAD Wat al jaren niet werkt is de promotie van Heerlen en Parkstad in de Randstad. Scheidend waarnemend burgemeester Emile Roemer was er twee jaar geleden in Binnenlands Bestuur kwaad over: ‘Limburg moet veel harder sleuren om de aandacht te krijgen dan de Randstad. De afstand met de Randstad is absurd groot.’ ‘Misschien dat mijn Amsterdamse achtergrond van pas kan komen’, lacht Roel Wever. ‘Ik ben opgevoed met het idee dat Amsterdam de grootste, de slimste en de mooiste is. Die trots neem ik mee. Je moet niet iets verkopen dat er niet is, Amsterdammers zijn daar goed in, maar laten we nou in Heerlen uitstralen dat we op zo veel terreinen uniek zijn. Het festival Cultura Nova, een prachtig nieuw station, het glaspaleis dat in 1935 is gebouwd en voorbeeld is van het nieuwe wonen en winkelen. Ik merk dat het voor Heerlenaren moeilijk is om daar trots op te zijn, laat staan trots uit te stralen, maar dat zou wel moeten.’ Roemer wilde dat Heerlen gedrevenheid en lef zou afkijken van Rotterdam. Voor trots moet Heerlen van Wever bij Amsterdam spieken. SP’er en VVD’er, ze roepen beiden om bravoure. ‘Heerlen komt anders echt niet verder, en dat heeft niets met je politieke kleur te maken’, zegt Wever. ‘Niemand heeft mij bij de sollicitatie gevraagd waarom ik VVD’er ben. Daar gaat het ook niet om.’ Nou ja, misschien niet als burgemeester, maar toch wel als lid van de Eerste Kamer? En dat is Wever al bijna twee jaar. ‘Ik zit niet in de Eerste Kamer voor het politieke spel en het is jammer dat we daar ook wel oppositie en coalitie spelen’, reageert Wever. MOET KUNNEN Zou het daarom niet beter zijn om uit de Eerste Kamer te stappen? Scheelt de burgemeester zomaar vijf uur reistijd. Roel Wever: ‘Daar moet ik goed met de raad en het college over praten. De combinatie moet kunnen en dat heeft ook wel mijn voorkeur, maar het is aantrekkelijker om in een tweede periode senator te zijn. Kijk, als senator kan ik mijn netwerk in Den Haag heel goed onderhouden. De raad vindt dat netwerk belangrijk, en dat is het ook voor Heerlen. Ik hoop echt meer bewindslieden en hoge ambtenaren naar Heerlen te kunnen halen. Een nadeel is: je bent in Den Haag een VVD-politicus en je bent een dag in de week weg. En dat terwijl je je in het begin helemaal op je stad wilt storten. Ik zou er daarom alle begrip voor hebben als de gemeente wil dat ik mij volledig op Heerlen richt.’ Kan hij zich onvoorwaardelijk op een komend coronadrama werpen: geen carnaval. De Winkbülle en de Vlavrèters zitten nu al in zak en as. ‘Dat is voor deze regio afschuwelijk’, zegt Wever, die als Amsterdammer door het leven moet zonder carnaval-gen. ‘Maar ik stond hier met de kinderen wel ieder jaar bij de optocht.’ De carnavalsverenigingen hebben hun hoop gevestigd op een kleinschalig volksfeest. Roel Wever heeft er een hard hoofd in. ‘Het wordt een hele kunst als er voor die tijd niets gebeurt met een vaccin. Carnaval op kleine schaal is net zo goed een risico. Bovendien vier je carnaval niet alleen met de buren, dat doe je groots. Je ziet dat de alertheid is verdwenen, en dat begrijp ik ook goed, maar je moet als overheid toch proberen om grote evenementen binnen de kaders van de coronaregels te organiseren. Met carnaval vraag je erom dat die regels worden overtreden.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 DOOR: MARJON VAN WEERSCH FOTO: ROBIN UTRECHT / ANP SOCIAAL ACHTERGROND 15 Na de intelligente lockdown waren gemeenten en maatschappelijke organisaties bezorgd over de gevolgen voor kwetsbare bewoners. Welke problemen ondervonden ze? Samenwerking tussen gemeenten en corporaties brengt de oplossingen eerder in beeld. GEMEENTE EN CORPORATIE ZOEKEN ELKAAR OP IN CORONATIJD ‘ WE GEBRUIKEN ELKAARS OGEN EN OREN’ In de eerste dagen van de lockdown maakten medewerkers van woningcorporatie Parteon in de gemeente Zaanstad zich vooral zorgen om hun oudere huurders. Zou de sociale isolatie voor hen extra zwaar zijn? Een team van medewerkers van verschillende afdelingen startte met het bellen van de 1.500 tachtigplussers. Al snel bleek dat het met de meesten eigenlijk heel goed ging. ‘Ze waardeerden de belangstellende telefoontjes ’, zegt Sylvia van Heuven, regisseur klanten bij Parteon. ‘Maar extra hulp hadden ze meestal niet nodig. Zorgzame familie of buren hielden hen goed in de gaten.’ Ondertussen hoorde Van Heuven wel zorgen over andere groepen. Monica Briefjes, wijkmanager van de gemeente Zaanstad, maakte zich ongerust over mensen die uit beeld dreigden te raken. Hoe zou het gaan met de grote gezinnen in kleine woningen met weinig buitenruimte? Met alleenstaande ouders die opeens ook juf of meester waren geworden? Briefjes hoorde signalen

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 16 ACHTERGROND SOCIAAL Niemand wordt vanwege huurschulden uit huis gezet van gezinnen waar twee of meer kinderen het digitale thuisonderwijs samen op één mobieltje probeerden te volgen. Terwijl er op school laptops klaar lagen. Briefjes: ‘In het stedelijk overleg met de onderwijskoepels bleek dat er die eerste weken veel op scholen afkwam. Het onderwijskundig en technisch organiseren van onderwijs op afstand was een klus. Scholen hadden geen tijd om ouders te bellen.’ Briefjes en Van Heuven kennen elkaar goed. Ze spreken elkaar bijna maandelijks in een overleg waar ook medewerkers van het sociaal wijkteam aanschuiven. Daarom konden ze nu snel schakelen. De corporatie gaat gezinnen in kwetsbare wijken bellen om de hulpvragen in beeld te krijgen. Briefjes: ‘De gemeente kan niet zomaar burgers opbellen met de vraag hoe het met ze gaat. Denk alleen al aan de beperkingen door de AVG. De corporatie heeft als verhuurder een legitieme reden om contact met haar huurders te zoeken en ze hebben de telefoonnummers.’ STAPELING Ze spreken af dat de corporatie begint bij flats in Wormerveer. Daar wonen de meest kwetsbare gezinnen. Sommigen hebben een stapeling van psychosociale problemen en krijgen ambulante begeleiding van een ggz-instelling. Een team van zes corporatiemedewerkers start met de eerste flat van negentig woningen. ‘Niet iedereen laat meteen het achterste van zijn tong zien’, zegt Van Heuven. ‘Soms is er eerst argwaan: waarom bel je? Vervolgens willen mensen een kwartier lang praten.’ De corporatiemedewerkers vragen door: hebben de kinderen toegang tot een geschikte computer? Is er internet? Spelen er andere zaken? De corporatie is natuurlijk geen hulpverleningsinstantie, benadrukt Van Heuven. ‘Wij hebben de toegang tot de bewoners, de gemeente heeft toegang tot hulpmiddelen, zoals laptops. Wij leggen de verbinding met de wijkmanager, met de sociale wijkteams of de wijkagent. Met een warme introductie.’ Uit die eerste flat zijn vijf gezinnen doorverwezen. Parteon is met de belactie doorgegaan in enkele andere flats. ‘Wij hebben gemerkt dat het zo mogelijk is om laagdrempelig contact te leggen met bewoners’, zegt Van Heuven. De laatste weken zijn de gesprekken minder gerelateerd aan de corona-maatregelen. Het gaat nu ook over de leefbaarheid in de wijk, ook omdat het aantal overlastmeldingen is toegenomen. Inmiddels hebben enkele bewoners zich al beschikbaar gesteld als ‘leefbaarheidsadviseur.’ Samen met medewerkers van de corporatie, de gemeente en de sociale wijkteams gaan zij de komende tijd kijken wat er nodig is om de buurt leefbaar te houden. ‘Voor de gemeente is de samenwerking met de maatschappelijke partners van wezensbelang’, zegt Briefjes. Behalve Parteon speelt onder meer ook de aanbieder van de ambulante ggz een belangrijke rol. ‘Samen hebben we ons de afgelopen periode steeds weer de vraag gesteld: welke groepen gaan de meeste last krijgen van de coronamaatregelen? Hoe krijgen we die hulpvragen snel in beeld? Welke partner heeft de beste ingang tot welke groep? Dat kon omdat onze lijntjes al kort waren en misschien zijn ze in coronatijd nog korter geworden.’ INITIATIEVEN Gemeenten, corporaties en andere maatschappelijke organisaties hebben bewoners in kwetsbare wijken de afgelopen periode niet in de steek gelaten. De tijdelijke Werkgroep Sociale Impact van de Coronacrisis – onder voorzitterschap van de burgemeester van Amsterdam – publiceerde eind mei tientallen sociale initiatieven. Van crisiswoningen voor mensen met acute huisvestingsproblemen, dagbesteding voor dementerende ouderen, laptopregelingen voor kinderen tot telefonische hulplijnen voor financiële problemen. ‘Nederland kent een hoge mate van organisatie en professionaliteit’, aldus de tijdelijke werkgroep. De crisis laat in ieder geval zien dat de lokale samenwerkingsverbanden functioneren, is een van de conclusies. Dat valt ook Binnenlands Bestuur op in een klein rondje langs een aantal gemeenten. Omdat de lokale samenwerking al stevig is, kunnen de partners nu extra stappen zetten, zegt Jolande Uringa, woordvoerder van de Utrechtse woningcorporatie Mitros. De technische vakmannen van de corporatie hadden in het begin van de coronacrisis opeens meer tijd – de eerste weken voerden ze bij bewoners in huis enkel spoedklussen uit. Op verzoek van de plaatselijke voedselbank gingen ze pakketten bezorgen bij mensen die de deur niet uit konden. Nu de buurtbeheerders niet lijfelijk achter de voordeur konden komen, belden ze huurders om te vragen hoe het ging. De signaalfunctie bij deze corporatie was al sterk en ‘corona heeft alles op scherp gezet’ aldus de woordvoerder. De gemeente Utrecht bevestigt de stevige samenwerking met de corporaties in de stad. Daarbij zijn ook de buurtteams van de gemeente en de hulpverleningsorganisaties betrokken. Vanaf het moment dat de maatregelen rond corona van kracht gingen, is de samenwerking geïntensiveerd, zegt een woordvoerder. De partijen stemmen wekelijks af wat de zorg- en knelpunten zijn en zoeken naar gezamenlijke oplossingen. Alle huurders van 70-plus zijn bijvoorbeeld actief benaderd met een hulpaanbod. Bij burenconflicten of andere meldingen is bemiddeling ingeschakeld. De vrijwillige bemiddelaars hebben inmiddels allemaal een ‘training online bemiddelen’ gevolgd. Uit Den Bosch klinkt een eensgezind geluid van Miriam Nienhuis, directeur maatschappelijke ontwikkeling van de gemeente, en Simone van Raak, projectleider maatschappelijke ontwikkeling bij corporatie Zayaz. Ook hier is jarenlang in de samenwerking tussen gemeente, corporaties en andere maatschappelijke partners geïnvesteerd. ‘Dat betaalt zich in deze crisis terug.’ Van Raak: ‘De wijkbeheerders en huis meesters van onze corporatie zijn gewend samen te werken met de gemeentelijke wijkteams, met de zorg- en welzijnsinstellingen. De professionals en de bestuurders kennen en ontmoeten elkaar. De gemeente coördineert die netwerken.’ HEEL PRAKTISCH De afgelopen tijd was ook in Den Bosch de centrale vraag: hebben we de kwetsbare mensen in beeld en wie kan hulpvragen het beste oppakken? De gemeente verzamelde signalen van de wijkprofessionals uit allerlei sectoren. ‘In het

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 FOTO: HANS VAN RHOON / A ACHTERGROND 17 ‘ Niet te ingewikkeld doen, maar actie ondernemen’ begin van de coronacrisis deden we dat structureel twee keer per week.’, zegt Nienhuis. ‘We gebruikten elkaars oren en ogen. Zijn er kinderen die niet meedoen met het thuisonderwijs? Hoe gaat het met de mensen die niet meer naar dagbesteding kunnen? Kunnen we alternatieve huisvesting regelen als blijkt dat mensen in de maatschappelijke opvang besmet raken? Dat ging allemaal heel praktisch: snel schakelen en kijken wie uitvoerbare oplossingen heeft.’ Zayaz heeft haar huurders via verschillende kanalen opgeroepen om vooral contact op te nemen als ze hulp nodig hebben. Bijvoorbeeld bij betalingsproblemen met de huur. De bestuurder van de corporatie en Nienhuis waren het er al snel over eens dat in coronatijd niemand vanwege huurschulden uit huis wordt gezet. Huurders die in financiële problemen kwamen, zijn door de corporatie zo nodig verwezen naar het gemeentelijke initiatief Eerste Hulp bij geldzaken. Van Raak: ‘Elke situatie is anders, daarom belden we sommige van hen ook regelmatig. Om even te horen hoe het gaat. Om te horen of andere hulp nodig is.’ In de eerste fase was het vooral een kwestie van snel besluiten nemen, zeggen Nienhuis en Van Raak. ‘Niet te ingewikkeld doen, maar actie ondernemen.’ Daarbij werd natuurlijk wel voor de noodzakelijke bestuurlijke dekking gezorgd. Bijzondere zaken werden met het gemeentebestuur gedeeld. Maar de samenwerking in het sociale domein is in wezen niet veel anders dan voor corona, vervolgen ze. ‘De basis is goed. En als een structuur werkt, hoef je er geen nieuwe dingen aan toe te voegen.’ Ook in Arnhem waren al in de eerste weken zorgen over de bewoners in kwetsbare wijken. Bijvoorbeeld over kinderen die hun huiswerk in de auto moesten maken. Omdat er binnen geen ruimte en rust was nu iedereen gedwongen thuis zat. Het is een van de vele voorbeelden die de gemeentelijke wijkmanager Bianca van der Weijden ter ore kwam. In overleg met de scholen heeft de gemeente huiswerklocaties voor deze kinderen gezocht. Het bestaande lokale samenwerkingsverband blijkt ook hier goed te werken. ‘De lijnen in ons overlast- en zorgoverleg zijn kort. Daarin zitten vertegenwoordigers van de gemeente, de drie grote corporaties uit de stad, een welzijnsorganisatie, de maatschappelijke opvang en de wijkagenten.’ POSITIEF Eigenlijk kan Van der Weijden er kort over zijn. In de coronatijd zijn er geen opvallende dingen veranderd in deze samenwerking. ‘Dat vind ik positief. We weten elkaar gewoon goed te vinden.’ Valt er dan niks te verbeteren in de samenwerking in het gemeentelijke sociale domein? De vraag rijst temeer omdat in juni een rapport verscheen van onderzoeksbureau Andersson Elffers Felix. In opdracht van de branchevereniging van woningcorporaties Aedes. De conclusies zijn niet mals. Gemeenten en hulpverleners moeten eerder problemen signaleren en steun bieden aan kwetsbare bewoners in corporatiewijken. Gemeentelijke wijkteams werken vaak te vraaggericht, terwijl mensen in een kwetsbare positie meestal niet of te laat zelf om hulp vragen. De waakvlamfunctie moet terug in kwetsbare wijken, luidt de aanbeveling. De data voor dit onderzoek zijn vóór de coronacrisis verzameld, zegt Marianne Molenaar, een van de onderzoekers. De afgelopen periode heeft ze geconstateerd dat corporaties creatief zijn in het leggen van contact met huurders. ‘Als de lijnen naar andere maatschappelijke partners goed zijn, kun je elkaar versterken.’ Ook onze gesprekspartners beweren niet dat er geen verbeterpunten zijn. ‘Van onze huurders heeft zeker 30 procent een bepaalde vorm van kwetsbaarheid’, zegt Van Heuven van Parteon. ‘In allerlei gradaties. Ouderen met beginnende dementie, mensen met psychische problemen, verslaafden, jongeren met weinig perspectief. In onze meest kwetsbare buurten kennen we het merendeel van deze mensen wel. Ook omdat kwetsbaarheid daar vaker gepaard gaat met een vorm van overlast. Maar in rustigere buurten kunnen mensen die kwetsbaar zijn lang uit beeld blijven. Bij ons en ook bij de sociale wijkteams. Daar maak ik me ook zorgen over.’ In Den Bosch realiseren ook Nienhuis en Van Raak zich dat de maatschappelijke partners nooit alle kwetsbare bewoners in beeld zullen hebben. ‘Die garantie is er gewoon niet.’ De coronacrisis treft inwoners van kwetsbare wijken zwaar. ‘Wat de sociale gevolgen precies zullen zijn, moet nog blijken’, zegt Van Raak. ‘Het hangt er ook van af hoe lang dit nog doorgaat. Hoe lang houden mensen dit nog vol?’ Er zijn zoveel schrijnende situaties rond bijvoorbeeld onderwijsachterstand, werkloosheid en financiële problemen, zegt de Arnhemse wijkmanager Van der Weijden. ‘We hebben lang niet alles gezien. Ik verwacht dat we nog een lange nasleep krijgen.’ Dat de sociale gevolgen voor kwetsbare bewoners groot zijn, constateerde recentelijk ook een groep burgemeesters, waar onder die van Zaanstad, in een gezamenlijk manifest. Zij vragen het kabinet om financiële hulp. Gelukkig lijkt de sociale infrastructuur lokaal stevig genoeg om verdere acties uit te zetten.

18 ACHTERGROND CORONACRISIS DOOR: CRISTINA BELLON FOTO: SEM VAN DER WAL / ANP Italië probeert te herrijzen uit de coronacrisis. Premier Conte presenteerde deze maand een indrukwekkende lijst met maatregelen. Maar corona legt de achilleshiel van de Italiaanse overheid bloot: de onmogelijkheid om de noodzakelijke voorstellen snel en soepel te implementeren. ERGSTE MOET IN ITALIË NOG KOMEN BUREAUCRATIE FRUSTREERT AANPAK CORONA LEGE TREVI Normaal een toeristische hotspot, nu is er bijna niemand bij de Trevifontein in Rome

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 ACHTERGROND 19 Volstaat voor burgers een kwitantie of heb je een officiële factuur nodig? met terugwerkende kracht: hij is geldig voor aankopen vanaf 4 mei tot heden. Heel veel burgers hebben, hopend op de bonus, sindsdien een fiets aangeschaft. Maar het verkrijgen van de bonus kostte een enorme inspanning. Reden: een hoog oplopend bureaucratisch conflict. Volstaat voor burgers een kwitantie of heb je een officiële factuur nodig? De vertraging die deze stimuleringsmaatregel, bedoeld om duurzame mobiliteit in tijden van het coronavirus aan te moedigen, nu oploopt wordt gênant. Het heeft misschien nog het meest weg van een tovenaarshoed: de lange besluitenlijst om de Italiaanse economie na de coronacrisis weer op gang te helpen. Voor 55 miljard euro aan rijksgeld wordt verdeeld over de verschillende regio’s. Parlementsleden probeerden in totaal achtduizend amendementen in te dienen, later tot ‘slechts’ 1.200 teruggebracht. Het resultaat is een bonte reeks bonussen en stimulansen. Van de speciale belastingaftrek voor de renovatie van gebouwen tot een vakantievoucher voor burgers om het toerisme in Italië nieuw leven in te blazen. Er zijn subsidies voor kinderopvang, financiële ondersteuning voor zzp-ers en tijdelijke werknemers. Maar ook premies voor de aankoop van fietsen, elektrische scooters en hybride of elektrische auto’s. Op de website van de Italiaanse regering staan in totaal 38 financiële steunmaatregelen vermeld. Ze zijn onderverdeeld in drie categorieën. Als eerste de steun voor bedrijfsleven en de economie. Als tweede maatregelen die werknemers beter moeten beschermen en het hen makkelijker maakt om werk en gezinsleven te combineren. En als laatste belastingvoordelen, stimulansen en fiscale maatregelen per sector. Een van de stimuleringsmaatregelen waar het meest naar werd uitgekeken, is de bonus van maximaal 500 euro voor de aanschaf van een fiets of scooter. Die kan worden uitgekeerd aan volwassenen in gemeenten van ten minste 50.000 inwoners of in stedelijk gebied. De fietsbonus geldt INGEWIKKELD Dan de vakantievoucher, geldig vanaf 1 juli. Daarvoor is een bedrag vrijgemaakt van in totaal 2,4 miljard euro. Het is een maatregel die bedoeld is om Italianen te helpen een deel van hun vakantiekosten voor dit jaar te dekken. De voucher kan worden uitgegeven in onder meer hotels, campings, kampeerboerderijen en bed & breakfasts, op voorwaarde dat die zich op Italiaans grondgebied bevindt en er geen tussenpersonen als Airbnb of Booking in het spel zijn. Voor een gezin van minstens drie personen is er een voucher van 500 euro, voor gezinnen van twee personen een van 300 euro en voor alleenstaanden eentje van 150 euro. Zo helder als het klinkt, zo werkt het helaas niet. Naast het feit dat de voucher alleen toegankelijk is voor minder draagkrachtige gezinnen die in het bezit moeten zijn van een speciaal certificaat zijn er nog andere problemen. Een test die het dagblad Corriere della Sera heeft gedaan bij het boeken van vakanties wees uit dat, vanwege de ingewikkelde afhandeling, slechts één op de vier hotels de vouchers accepteert. Om gezinnen uit de crisis te helpen is er een extra toeslag ingevoerd voor opvang van kinderen tot twaalf jaar. Gezinnen kunnen tot 1.200 euro gecompenseerd krijgen bij de inkoop van kinderopvang, als alternatief voor de sociaal-educatieve centra in de zomer of de kleuterscholen. Het geld kan ook worden gebruikt om oppassende grootouders, tantes en ooms van het kind te betalen, zolang zij tenminste niet in hetzelfde huis als het kind wonen. Ook dit klinkt simpel, maar de dagelijkse praktijk is anders. In de eerste versie van de toeslag was die onverenigbaar met de dertig dagen ouderschapsverlof die in Italië gelden. Een ouder kon ofwel vijftien verlofdagen ofwel 600 euro aan toeslag vragen, maar die twee instrumenten niet afwisselen. Dan de bureaucratische complicaties. De ouder die de toeslag aanvraagt, moet van het Nationaal Instituut voor Sociale Zekerheid (INPS) een persoonlijke pincode krijgen. Ook de oppas moet geregistreerd zijn op het webportaal van het instituut. Bij toekenning van de toeslag door het INPS ontvangt de ouder het bedrag in de vorm van een voucher die hij in zijn eigen ‘gezinsprofiel’ moet bijschrijven. Inschrijven kan tot 31 december, maar de diensten die via het INPS-portaal worden gemeld en betaald, moeten uiterlijk op 31 juli door de oppas zijn geleverd. DOORBETALING De moeilijkheden om toeslagen en vouchers te krijgen, is een. Er speelt daarnaast nog een ander probleem: de doorbetaling van salarissen van ontslagen werknemers. Ten minste twee miljoen werknemers wachten nog op een uitkering uit een ontslagfonds. De overgrote meerderheid van hen heeft nog geld over maart of april tegoed, of zelfs over beide maanden. Van deze twee miljoen zijn er anderhalf miljoen afhankelijk van het INPS; de rest is afhankelijk van een speciaal solidariteitsfonds voor ambachtslieden. Bij het INPS is er geen gebrek aan geld, maar de reserves van het andere fonds zijn een schim afgezet tegen wat er nodig is. Je kunt waardering hebben voor de wil van de Italiaanse regering om op te treden op dit moment van de coronacrisis. Maar de bureaucratie, het labyrint van regels, vermindert de slagkracht. Covid-19 heeft zo een chronische zwakte van Italië blootgelegd: de complexiteit van de procedures en de bureaucratische vertragingen. Je vraagt je af waarom Italië de afgelopen jaren niet in staat is gebleken om een administratief apparaat op te tuigen dat past bij dat van een geavanceerd land. Inmiddels staat vast dat een gezaghebbende, technisch goed voorbereide en efficiënte staat essentieel is, wil je de doelstellingen van het overheidsbeleid kunnen realiseren. ‘Alle hoop vervliegt, bij u die hier binnenkomt’, schrijft de dichter Dante Alighieri

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 20 ACHTERGROND CORONACRISIS over de inscriptie bij de ingang van de hel in zijn Goddelijke Komedie. Die hel is dus de Italiaanse overheid. Bedrijven en accountants ondervinden veel moeilijkheden, omdat ze regels en technische procedures moeten interpreteren die voortdurend weer veranderen. Het moeilijkst is het echter voor burgers, die zonder hulp bij het invullen en versturen van de formulieren hun vouchers en toeslagen moeten zien te krijgen. De ingewikkelde aanvraagformulieren zijn allemaal alleen online beschikbaar en vereisen een wetskennis die het opleidingsniveau van de gemiddelde Italiaanse burger ver te boven gaat. WAANZIN ‘Ik heb me afgevraagd of de regering zulke ingewikkelde procedures heeft gemaakt om het aantal verzoeken te beperken, omdat er misschien een methode in deze waanzin zit. Eerst kondigt u een programma van steun aan en dan maakt u de dingen zo ingewikkeld om mensen te ontmoedigen zich aan te melden’, zegt Carlo Cottarelli, een bekwaam econoom met een lange ervaring bij het Internationaal Monetair Fonds en nu aan het roer bij het Public Accounts Observatory, een instelling die onlangs een rapport heeft uitgebracht met een aantal voorstellen voor bureaucratische vereenvoudiging. De regelingen die de Italiaanse regering aankondigt, maken een overweldigende indruk. De kwantiteit ervan lijkt te moeten benadrukken dat er een heil zame revolutie door het land gaat, om zo de noodzakelijke transformatie van Italië tot stand te brengen. Maar het echte doel, niet eens al te versluierd, lijkt de Europese pelgrimage Aanvraagformulieren gaan opleidingsniveau van Italiaan ver te boven van premier Giuseppe Conte, om zo sceptici als Mark Rutte te over tuigen van financiële steun. ‘Het is een plan waarover ik kan opscheppen in de EU’, sprak Conte al trots op een pers conferentie. OPSCHEPPEN Maar veel Italianen denken dat er niets is om over op te scheppen. Uit een onderzoek dat Bankitalia in april en mei heeft uitgevoerd onder Italiaanse gezinnen rijst een dramatisch beeld. Meer dan de helft (55 procent) van de Italiaanse bevolking heeft nauwelijks enige financiële reserve opgebouwd en belandt na drie maanden zonder werk onder de armoedegrens. Een van de hoofdzonden van de Italiaanse economie is het slechte functioneren van LUIE AMBTENAAR De Italiaanse regering is begin deze maand akkoord gegaan met maatregelen die de ingewikkelde bureaucratie in het land moeten terugdringen. Het ‘versimpelingsbesluit’ wordt door premier Conte genoemd als “de moeder van alle hervormingen”, zo meldde de NOS. De hervormingen zijn volgens Conte nodig om de economie weer op gang te helpen na de coronacrisis. De meeste maatregelen zijn erop gericht om de complexe ambtelijke trajecten sneller te laten verlopen. Zo worden straffen ingesteld voor ambtenaren die te langzaam werken. Het omvangrijke pakket aan maatregelen moet nog door het parlement worden goedgekeurd. ADVERTENTIE het openbaar bestuur. Vooral omdat dit bestaat uit een groot aantal verschillende entiteiten, terwijl het tegelijkertijd zeer gecentraliseerd is. Bovendien krijgen de ambtenaren geen verantwoordelijkheid en zijn er geen (financiële) stimulansen voor degenen die hun werk goed doen. ‘Uw loon en uw carrière worden niet beïnvloed door uw prestaties. Waarom zou u dan proberen om het beter te doen? Wat ontbreekt is een prestatiecultuur. De cultuur om voor elk ministerie te bepalen wat de doelen zijn die volgend jaar moeten worden bereikt. Zonder deze cultuur gaan we nergens heen. Het openbaar bestuur moet gebaseerd zijn op prestaties en het personeel moet worden beoordeeld op wat het produceert’, aldus Cottarelli. Italië staat door de corona op de drempel van de hel, maar het ergste moet nog komen. De traagheid van de Italiaanse bureaucratie staat een snelle oplossing in de weg. ‘De regering probeert het probleem op te lossen met benoemingen van buitengewone commissarissen. Maar dit moet worden opgevat als een bekentenis dat het openbaar bestuur niet werkt. De landelijke overheid opereert traag’, besluit Cottarelli. ‘Op lokaal niveau gaat het beter: de burgemeester en de voorzitter van de regio’s staan dichter bij de bevolking en voelen zich daarom ook verantwoordelijker. Als het niet werkt in een gemeente, bekritiseren de burgers de burgemeester. De premiers worden niet gekozen, maar soms worden ze toevallig premier.’

DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: MARTINE SPRANGERS RUIMTE ACHTERGROND 21 De dorpen langs de Friese IJsselmeerkust keerden zich tegen windmolenpark Nij Hiddum-Houw. De provincie zette door. Hoe krijg je de gefrustreerde bewoners nu nog betrokken bij de regionale energiestrategie? Súdwest-Fryslân geeft ze carte blanche. SÚDWEST-FRYSLÂN HERSTELT VAN WINDMOLENDEBACLE DE MIENSKIP VOERT REGIE OVER ENERGIE Moet dat nou, de foto op die omstreden plek? In het gemeentehuis te Sneek was er wel een tijdje met de communicatiestaf over gesproken. Toch poseert wethouder Erik Faber (duurzaamheid, GroenLinks) van Súdwest-Fryslân deze zomerochtend bereidwillig bij Kornwerderzand op de Afsluitdijk – juist bij Kornwerderzand. Op de achtergrond prijkt de Friese zuidwestkust waar binnenkort windpark Nij Hiddum-Houw gestalte krijgt. Negen ‘ Loskomen uit de advieswereld. De experts zitten in de samenleving’ megawindmolens met een tiphoogte van 190 meter die de plaatselijke Friese gemeenschap, de mienskip, massaal in het verzet joegen. Allemaal tevergeefs. ‘Toen ik in 2018 wethouder werd, was de provinciale besluitvorming eigenlijk al rond’, vertelt Faber als we in een nabijgelegen wegrestaurant zijn neergestreken. ERIK FABER: ‘Onze burgers verwachten heel wat van ons.’ ‘De inwoners hebben dat proces als heel vervelend ervaren.’ Hij merkt het sindsdien bij zijn afspraken op het Friese platteland. ‘Ik ben contact-wethouder van BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 22 ACHTERGROND RUIMTE EXPERTISECENTRUM VOOR AQUATHERMIE De gemeente Súdwest-Fryslân wil werk maken van aquathermie. ‘zegt wethouder Faber. ‘Met al onze meren is er veel aanbod. In het dorp Heeg is al een pilot aquathermie gaande, waarvoor subsidie is aangevraagd bij het Programma Aardgasvrije Wijken. Die pilot is uit de mienskip boven komen drijven. De provincie, het Wetterskip en wij faciliteren.’ Ook voor de wijk Het Eiland in Sneek wordt aquathermie onderzocht als bron voor het warmtenet. ‘Aquathermie heeft weinig landschappelijke consequenties. Het bestaat uit een soort buis in het water en twee putten in de grond, waar je de warmte opslaat en later weer ophaalt.’ Er is wel externe energie nodig om het systeem te laten draaien. Faber: ‘Dus moet je onderzoeken hoeveel zonnevelden of windmolens daarvoor nodig zijn. Het kost elektriciteit, maar veel minder dan wanneer je bijvoorbeeld alles all-electric zou doen. Het is onze wens om in deze gemeente een landelijk expertisecentrum Aquathermie te beginnen.’ veel kernen en dorpen aan de IJsselmeerkust. Elk gesprek met elke dorpsvereniging gaat over de woede rond Nij Hiddum-Houw. Daar ben ik enorm van geschrokken Het zijn niet alleen emotionele burgers, hè. Ze hebben verstand van zaken, zijn allesbehalve wereldvreemd. En dan toch die verbitterdheid. Dat kon niet waar zijn.’ Zal het bij de negen wiekende reuzen blijven? Zeker niet. Dit jaar wordt een begin gemaakt met de bouw van Windpark Fryslân voor de Friese IJsselmeerkust. Er zullen nieuwe zonneparken moeten komen in het boerenland. Hoe krijgt Faber de bewoners nog mee in het proces van de regionale energiestrategie als ze nu al massaal in de verzetsstand staan? Want of je nou door de hond of de kat; de provincie of de gemeente wordt gebeten – uiteindelijk maakt dat de lokale gemeenschap niks uit. Hun vertrouwen in de overheid is weg. Faber, nuchter: ‘Dan moet je dus iets zoeken om het op een andere manier te doen.’ FRUSTRATIE Zijn ogen werden geopend door de film Onderstroom van Jeroen Hoogedoorn. De filmmaker woonde in het dorp Pingjum aan de Friese kust – windmolengebied. Hoogedoorn volgde het bestuurlijke traject; de mienskip die met overtuigende alternatieven voor het provinciale molenplan kwam. Plannen die net zoveel stroom opleverden, maar dan beter ingepast in het weidelandschap en met meer lokaal neergeslagen rendement. Allemaal te elfder ure door de provincie van tafel geveegd. ‘Hoogedoorn legt bloot hoeveel frustratie je als overheid creëert als je burgerparticipatie niet serieus neemt’, zegt Faber. ‘Of wanneer je doet alsof. Een investeerder wordt rijk van een windmolen en de omgeving wordt met een fooitje afgescheept. Dat leidt tot tweespalt. Op een gegeven moment vraagt iemand in de film zich af: “Wil je nou echt dat mijn kinderen niet meer met jouw kinderen gaan spelen?”’ Tegen zo veel verdeeldheid, wil hij maar zeggen, is zelfs de befaamde Friese mienskip niet bestand. De molens dreigden een splijtzwam te worden. Niet alleen tussen burger en politiek, ook tussen burgers onderling. Het in 2018 aangetreden college in het Sneker gemeentehuis wilde de bevolking bijeenbrengen en terugwinnen voor de lokale democratie. ‘Het aantal mensen dat stemt bij de lokale verkiezingen gaat al jaren omlaag. Omdat de bevolking steeds verder wegloopt van de politiek. Al kun je ook zeggen dat de politiek steeds verder wegloopt van de bevolking. Ik wil die twee dichter bij elkaar brengen.’ Ja, beaamt hij, dat zal elke nieuw aangetreden wethouder in Nederland zeggen. Lachend: ‘Maar ik wil het ook realiseren.’ Het begon met een ontmoeting met een inwoner die nauw betrokken was bij het verzet tegen Nij Hiddum-Houw, een emeritus-hoogleraar recht. ‘Hij zei dat hij niet meer wilde terugkijken maar vooruit: hoe je in de toekomst de lokale burgerparticipatie kon vormgeven. Dat vond ik een mooie gedachte.’ Faber kreeg door de oud-hoogleraar een opzet aangereikt van het Nederlands Platform Burgerparticipatie en Overheidsbeleid (NPBO) en de TU Delft. ‘Daar werd ik meteen warm van. Dat is ook de opzet die we nu hebben uitgewerkt. Loskomen uit de advieswereld. De experts zitten in de samenleving.’ ‘Een investeerder wordt rijk en de omgeving met een fooitje afgescheept’ ON HOLD In de nieuwe aanpak staat de planvorming door het gemeentebestuur een tijdje on hold. Plaatselijke bur gers nemen het voortouw. Het voordeel was, zegt Faber, dat hij in burgemeester Jannewietske de Vries meteen een medestander voor zijn wilde plannen had. ‘Zij is erg voor vernieuwing van de lokale democratie.’ Ook de gemeenteraad ging erin mee. ‘Via een klankbordgroep bleef de raad op de hoogte.’ De gemeente Súdwest-Fryslân (90.000 inwoners) wierf eerst een kleine vijftig burgers. Tijdens een hackathon werkten die een aantal scenario’s uit die als basis voor het energieonderzoek fungeerden. Dit allemaal onder begeleiding van experts van onder meer het NPBO, de TU Delft, de GGD en de Energiewerkplaats Fryslân. ‘Als gemeente hadden wij daar geen enkele invloed op. Ook de raad wilde uiteindelijk geen enkele beperking aan de burgers opleggen. Al was dat bijvoorbeeld voor partijen die sterk tegen nieuwe windmolens gekant zijn best moeilijk.’ De vijftig burgers kwamen tot zes verschillende waarden, die elk als vertrekpunt zouden kunnen dienen van de lokale energiestrategie. Moest de gemeente het voortouw nemen bij plannen voor nieuwe energie, of toch de mienskip, of de markt? Zouden de nieuwe energie-opwekkers het best op een beperkt aantal plaatsen in de gemeente kunnen worden geclusterd? Moest Súdwest-Fryslân zich vooral richten op opslag van energie (‘de batterij van Nederland’) of zelfs ‘energieleverancier van Nederland’ worden? Let wel: allemaal waarden die door de burgers zelf werden aangedragen. ‘Op die opslag van energie waren we zelf nooit gekomen’, zegt Faber. ’Maar als dat onder de burgers leeft, dan moet je daar in je onderzoek gehoor aan geven.’ Uiteindelijk vulden 1.376 inwoners van Súdwest-Fryslân de raadpleging in en gaven punten aan elke optie. Wat vindt de wethouder van die opkomst? ‘Je hoopt natuurlijk dat alle inwoners van veertien

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 FOTO: CATRINUS VAN DER VEEN / ANP ACHTERGROND 23 FRIES PROTEST Actievoerders protesteren in 2014 tegen de aanleg van een windpark in het IJsselmeer. jaar en ouder meedoen’, zegt hij. ‘Maar het belangrijkste is dat de uitkomsten representatief zijn.’ Trots vertelt Faber dat bij de presentatie, een avond eerder, door de onderzoekers niet alleen werd verteld dat die representativiteit buiten kijf staat, maar ook dat het procentueel de hoogste opkomst is die ooit bij dit type onderzoek werd bereikt. PREMIE Toch valt er een kanttekening bij te maken: jongeren en lager opgeleiden deden opmerkelijk minder vaak mee. ‘We hebben echt moeite gedaan om ze erbij te betrekken’, stelt Faber. Door de corona gingen geplande optredens van de wethouder op scholen niet door. ‘Om jongeren alsnog te bereiken hebben we online gastlessen laten maken. Jonge influencers hebben filmpjes gemaakt.’ De gemeente zette een extern bureau in om de doelgroep van lager opgeleiden tegen een kleine vergoeding alsnog te bewegen om mee te doen. ‘Ja, en dan moet je toch concluderen dat hun score achterblijft. Ik begrijp dat het bij vrijwel elke enquête zo is: alleen mensen die geïnteresseerd zijn, melden zich aan. Maar in het rekenmodel is daarop geanticipeerd. Ik heb begrepen dat het totale beeld voor alle categorieën kloppend is.’ Dan de uitkomsten. Het merendeel van de inwoners van Súdwest-Fryslân geeft aan dat het de gemeente is die bij energieplannen het initiatief moet nemen. In de markt hebben de Friese burgers het minste vertrouwen. ‘Grotendeels een bevestiging van wat je zelf al voelt’, erkent Faber. ‘Maar bij een paar onderdelen werd ik toch verrast. Bij de mienskip, bijvoorbeeld. Dat we daar als gemeente meer onderscheid in moeten aanbrengen. Elk dorp is anders. Als de ene kern A wil, en de andere kern wil B – ga daarin mee. En dat de bewoners dan ook aan mienskip-achtige energievoorzieningen denken. Liever geen clusters van energie-opwek voor heel Friesland, maar kleine coöperaties binnen de eigen kern of het eigen dorp. Moet je nagaan: aan het totale RES-bod van Friesland leveren wij als gemeente al een kleine 70 procent. En ondanks dat lees je in dit rapport de bereidheid van burgers om nóg meer te doen. Maar dan wel met de mensen samen en niet even top-down neergelegd.’ De belangrijkste les voor Faber: ‘Onze burgers verwachten heel wat van ons. We moeten als gemeente dus niet achteroverleunen in afwachting van wat de provincie of het rijk doet – we moeten lokaal meteen de regie nemen. Dat is mooi, man. We hebben het er altijd over dat de gemeente de eerste overheid is, nou, dan gaan we nu daadwerkelijk laten zien.’ GELIJKWAARDIGHEID Mooie ambities. Maar hoe lang blijven die overeind nu de provincie een stop afkondigde op nieuwe, losse windmolens in het buitengebied? Dan kunnen de dorpscoöperaties straks allemaal naar hun gewilde wieken fluiten. ‘Het is niet de provincie die met een bod bij het RES-programma komt’, reageert Faber. ‘We hebben bij de regionale energiestrategie afgesproken dat de achttien Friese gemeenten, de provincie en het waterschap sámen een bod doen. Op basis van gelijkwaardigheid. Dat betekent dat we op onderdelen onze eigen kaders moeten durven loslaten.’ Faber voelt zich daarbij sterker staan. ‘Er ligt nu een gedegen onderzoek. Het is niet alleen maar een wethouder uit een gemeente die wat roept.’ Eind september buigt de gemeenteraad van Súdwest-Fryslân zich over het burgeradvies. ‘Dan krijgen we de definitieve waarden mee om het RES-traject in te gaan. Dan zullen we als gemeenten praten over de onderlinge verdeling – wie levert wat – en de totale optelsom. In juni 2021 moet het totale Friese bod er liggen.’ Faber heeft na het onderzoek nog geen contact gehad met de andere Friese gemeenten. ‘Frieslandbreed is een meer algemene vragenlijst uitgezet. Totaal anders dan de door ons gebruikte methodiek. Ik ben als enige eigenwijs geweest. We hebben daar als gemeenten onderling flinke discussies over gehad. We waren als Friesland samen toch één, heette het dan. Ik voelde vanuit de gemeenten en de provincie een massieve druk. Maar soms moet je durven afwijken.’ Zijn aanpak heeft alvast een eerste, bescheiden resultaat. De actiegroep die zich keerde tegen windmolenpark Nij Hiddum-Houw is inmiddels weer bij het proces van de regionale energiestrategie aangehaakt. De frustratie lijkt (in elk geval voorlopig) verdampt. Faber: ‘Ze waren zeer wantrouwend, maar hebben me vooralsnog het voordeel van de twijfel gegeven. Dat mogen we als gemeente Súdwest-Fryslân nu gaan waarmaken. We zullen leiderschap moeten tonen. Maar leiderschap, weet ik nu, begint bij durven luisteren.’

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 24 ESSAY BESTUUR FOTOCREDIT: JOHN VAN HAMOND / ANP FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY INZET BURGERS VEREIST BALANS De afgelopen jaren ontstonden complexe samenwerkingen tussen burgers en gemeenten. Samen zoeken ze manieren om voor langere tijd meer zeggenschap, verantwoordelijkheid en zelfsturingscapaciteit te realiseren ten aanzien van de lokale leefbaarheid. Dit soort initiatieven is uniek en verschilt in dynamiek. Maar er is ook een aantal algemene succesfactoren en beperkingen aan te wijzen, weet Hiska Ubels. Door bevolkingsafname, vergrijzing en overheidsbezuinigingen staat het voorzieningenniveau en de leefbaarheid van veel plattelandsdorpen aan de rand van Nederland onder druk. Gemeenten zoeken naar oplossingen om de leefbaarheid van de regio op peil te houden. De afgelopen jaren hebben inwoners van krimpregio’s in beleid en praktijk meer ruimte en verantwoordelijkheid gekregen voor het in stand houden van de lokale leefbaarheid. Veelal is het uitgangspunt hierbij dat burgers de door de bezuinigingen ontstane leemtes in het voorzieningenniveau en de achteruitgang van de publieke ruimte effectiever en efficiënter kunnen oplossen dan gemeenten. Bijkomend voordeel zou zijn dat ze op deze manier bijdragen aan de lokale zelfredzaamheid en sociale cohesie van hun buurt of dorp. Meestal gaat het om relatief kleine, tijdelijke en afgebakende initiatieven om de leefbaarheid van hun buurt of dorp te verbeteren, zoals het organiseren van een nieuwe speeltuin of de groeninrichting van een braakliggend terrein. Er zijn de afgelopen jaren echter ook complexere experimentele initiatieven ontstaan waarbij inwoners en gemeenten gezamenlijk op zoek zijn naar hoe ze binnen dorpen voor langere tijd meer zeggenschap, verantwoordelijkheid en zelfsturingscapaciteit ten aanzien van de lokale leefbaarheid kunnen realiseren. Het ging bijvoorbeeld om dorpscoöperaties, het oprichten en beheren van een multifunctioneel centrum, het overnemen van gemeentetaken op basis van het ‘right to challenge’ of het verduurzamen van straten en wijken. Soms begint een gemeente een experimenteel samenwerkingsinitiatief, soms inwoners, maar initiatieven kunnen net zo goed vanuit een onderlinge wisselwerking ontstaan. Hoe het ook zij, iedere gemeente en ieder dorp binnen een gemeente heeft een eigen bestuurlijke en sociaal-historische achtergrond en context waar vanuit dit gebeurt. Dit maakt dat rolverschuivingstrajecten, waarbij inwoners meer publieke verantwoordelijkheid krijgen en nemen en gemeenten deze meer loslaten, zich in verloop van tijd verschillend ontwikkelen. Zo zijn er bijvoorbeeld binnen de muren van een gemeentehuis vanuit eigen historie bepaalde werkroutines en een eigen bestuurlijke en ambtelijke cultuur ontstaan, worden keuzes gemaakt en acties ondernomen op basis van reeds ingebed of nieuw beleid of andere (on)geschreven regels en is er meer of minder kennis en ervaring voor handen over hoe samen te werken met inwoners. De verhoudingen en wisselwerkingen tussen dit soort factoren zijn in iedere gemeente weer net anders en hebben daarmee op een verschillende manier hun weerslag. Zo is ook geen dorp gelijk. Er zijn in ieder dorp vanuit het verleden bijvoorbeeld verschillende sociaaleconomische structuren gegroeid en net als bij gemeenten verschilt het bestaande kennis- en ervaringsarsenaal. Daarnaast is geen initiatief hetzelfde. Het samenspel van de gemeenten, dorpen, bestuurders, ambtenaren en inwoners maakt de dynamiek van de zeggenschapsverdeling tussen gemeenten en inwoners in de loop van de tijd uniek. INWONERZEGGENSCHAP Als je kijkt naar de overheidsparticipatieladder van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) dan ligt het meer voor de hand dat zo’n rolverschuivingstraject heen en weer verloopt tussen de verschillende treden (reguleren, regisseren, stimuleren, f aciliteren, loslaten) dan dat ze rechtstreeks afstevent op volledige inwonerzeggenschap. Het verloop blijft zich ontwikkelen, is veelal onvoorspelbaar en soms kan zo’n traject zelfs onvoorzien ineens van richting veranderen. Zo kan de gemeente bijvoorbeeld tijdelijk praktische en financiële ondersteuning bieden bij de planvorming en uitvoering van een multifunctioneel centrum, waarna het − zoals in eerste instantie ook was bedoeld − uiteindelijk zelfstandig door inwoners kan worden gerund op basis van een financieel exploitatiemodel. Maar het

ESSAY 25 kan evengoed dat bij de dorpsontwikkelingsplannen van een gemeente inwoners een vrijere rol krijgen dan aanvankelijk beoogd, omdat door de onderlinge samenwerking er een sterke vertrouwensrelatie is ontstaan en inwoners meer ruimte krijgen. Het kan net zo goed zijn dat initiatieven imploderen door onenigheid binnen een initiatief of tussen verschillende groepen dorpsbewoners, moeizame samenwerking met de gemeente, politieke verandering of een mix van dit soort ingrediënten. En de gemeente dan ineens weer aan de lat staat in de regierol voor bepaalde leefbaarheidskwesties. MISSIEGEVOEL Direct betrokken inwoners en dorpen, maar ook gemeenten en andere institutionele spelers, hebben in hun onderlinge wisselwerking sterke invloed op de zelfsturingscapaciteit van initiatieven. In het algemeen zie je dat hoe effectiever het missiegevoel en de leiderschapskwaliteiten van de betrokken vrijwilligers zijn, hoe sterker de zelfsturingscapaciteit. Ook zijn de actieve steun vanuit het dorp, effectieve samenwerking met de gemeente en andere institutionele spelers en een goed businessmodel voor het bereiken van de gestelde doelen essentieel. En omdat het gaat om de collectieve leefbaarheid van dorpen kun je niet zonder het borgen van legitimiteit en representativiteit van besluitvorming en acties. Dit laatste dan ook niet alleen bij aanvang, maar ook gedurende de jaren erna. Zelfsturingscapaciteit varieert niet alleen tussen initiatieven, maar ook daarbinnen en in verloop van tijd. Op de langere termijn is de kans groot dat deze uiteindelijk afneemt, omdat vrijwilligers van het eerste uur afhaken en lang niet altijd opvolging vinden. Ook ebt de betrokkenheid vanuit het dorp vaak stilaan weg. Die kans is kleiner als er sprake is van directe en blijvende belangen, zoals wanneer betrokkenen tot hun eigen doelgroep horen (bijvoorbeeld vrijwilligersnetwerk van ouderen voor ouderen) of wanneer er sprake is van (gedeeltelijke) ‘ Initiatieven imploderen door onenigheid’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020

ESSAY 27 bestemmingsplannen, kwaliteit lokale democratie, verantwoording besteding publieke middelen) is ook een helder verwachtingsmanagement naar inwoners nodig over noodzakelijke procedures. Gerichte professionele ondersteuning van iemand die zowel de realiteit van het initiatief als het gemeentehuis kent, biedt hierbij uitkomst. HISKA UBELS IS ADVISEUR EN ONDERZOEKER BESTUURLIJKE SAMENWERKINGSVRAAGSTUKKEN EN -PROCESSEN professionalisering op basis van een financieel exploitatiemodel (bijvoorbeeld betaalde beheerder van een multifunctioneel centrum). Anders dan vaak wordt aangenomen ontwikkelt zelfsturingscapaciteit zich vooral bij kleine kerngroep(en) en niet bij een dorp als geheel. Met het terugtrekken van vrijwilligers verdwijnt ook vaak hun verworven kennis en inzichten voor het dorp. Verder is deze sterk afhankelijk van (publieke) subsidies, de mate en wijze van steun van institutionele partners (bijvoorbeeld gemeenten, provincies, woningcorporaties, zorgverzekeraars, banken) en de gestelde (verantwoordings-)voorwaarden. SUCCESFACTOREN Ondanks de uniekheid van elk initiatief is er wel degelijk een aantal algemenere succesfactoren aan te wijzen voor breed gewaardeerde resultaten. Hoe hoger de zelfsturingscapaciteit, hoe meer kans op succes. Er zijn enthousiaste en competente koplopers nodig die ook na verloop van tijd concrete resultaten blijven halen. Dit is geen sinecure; de meeste vrijwilligers zijn vooral bereid tot tijdelijke inzet voor projecten met een duidelijke kop en staart. De kans van slagen stijgt ook door brede steun en betrokkenheid vanuit het dorp, hetgeen op de langere termijn vooral lukt door regelmatige zichtbare resultaten. Anders dan vaak wordt verondersteld, lijkt sociale cohesie eerder een randvoorwaarde voor succes dan een uitkomst. Het helpt zeker als gemeenten investeren in een open en flexibele basishouding bij ambtenaren en bestuurders en een voor inwoners toegankelijke gemeentelijke organisatie(-structuur). Dit kan onder meer door het stimuleren van leerervaringen in de praktijk, het integraal oppakken van vraagstukken over de organisatiekolommen heen en de verankering van nieuwe werkroutines zowel in de organisatie als in beleid. Daar gemeenten ook wettelijke en publieke verantwoordelijkheden hebben (bijvoorbeeld BEPERKINGEN Vrijwilligers kunnen veel, maar er zijn zeker ook beperkingen. Ten eerste lijkt zelfredzaamheid op vrijwillige basis op dorpsniveau − zeker als het gaat over het overnemen van publieke taken op langere termijn − niet realistisch. Initiatieven leunen vooral op de schouders van kleine en daardoor vaak kwetsbare kerngroepen. Ook beschikken vrijwilligers niet altijd over de juiste competenties voor de (complexe) problemen waar ze voor komen te staan; er bestaat het risico van overbelasting, conflicten en afhaken. Verder kan de steun vanuit dorpen verdwijnen, bijvoorbeeld vanwege onbegrip over de activiteiten achter de schermen. Dit kan leiden tot misverstanden, spanningen, sociale tweedeling en aantasting van lokale leefbaarheid. Ten tweede berust de gemeentelijke roep tot meer inwonerbetrokkenheid met name op kostenbesparingen, terwijl in het beleidsdiscours de nadruk ligt op de (veronderstelde) materiële en sociale voordelen, zoals verbeterde leefbaarheid en toename van lokale samenwerking en burgerkracht. Meedoen vergt vaak jaren van intensieve vrijwillige inzet, waarbij vrijwilligers het aantal gewerkte uren niet financieel vertaald zien en wel tal van individuele en sociale risico’s lopen, zoals het ‘gevangen’ raken in ‘hun’ initiatief vanwege hun verantwoordelijkheidsgevoel of het risico van reputatieverlies. Ook blijkt dat het vooral de al actieve vrijwilligers zijn die in dit soort initiatieven het voortouw nemen en dat er nauwelijks sprake hoeft te zijn van verhoogde samenwerking in dorpen. Overheden gaan hier vaak in hun kosten-batenanalyse ten onrechte aan voorbij. Ten derde is het de vraag hoe dergelijke initiatieven voldoende democratisch kunnen worden georganiseerd en hoe hun legitimiteit op de lange termijn kan worden gewaarborgd. In de praktijk blijkt het lastig inwoners op dorpsniveau blijvend te betrekken; veel inwoners kunnen of willen domweg niet meedoen. Betrokken vrijwilligers zijn vaak ook slechts in beperkte mate representatief. Tevens ontbreken vaak de competenties en tijd om de vanuit democratisch oogpunt gewenste dialoog met het dorp te organiseren, zeker op langere termijn. Hierdoor krijgt een tegenmacht minder kans. ‘ Vrijwilligers kunnen veel, maar er zijn beperkingen’ Zowel vanuit fundamentele als politieke en praktische overwegingen verdient het aanbeveling de discussie rond de term ‘doe-democratie’ opnieuw aan te wakkeren. Deze normatieve term is vooral voortgekomen uit neo-liberalistische bezuinigingspolitiek en is misleidend. Iets op eigen houtje doen voor de samenleving om door overheidsbezuinigingen veroorzaakte gaten te vullen, hoe gewaardeerd de uitkomsten ook, hoeft an sich weinig met democratie te maken te hebben. Want aan het laatste ligt in principale verkiesbaarheid, representativiteit en verantwoording ten grondslag; die vind je terug bij de representatieve democratie. Het is daarom tijd voor een zorgvuldige en genuanceerde discussie over waar nu de balans hoort te liggen. In beginsel zijn gemeenten verantwoordelijk voor de lokale democratie, welzijn en leefbaarheid. GRENZEN Op grond waarvan mag en kan ze op democratische gronden iets verwachten van vrijwilligers en waar liggen enerzijds de fundamenteel democratische en ethische en anderzijds de praktische grenzen? En hoe moeten gemeenten die verantwoordelijk zijn voor het publieke welzijn zich verhouden tot verschil in participatiegraad en -competenties binnen, maar ook tussen wijken en dorpen? Veel inwoners hebben geen zin of andere redenen om niet mee te doen en dat is hun goed recht. Zij vinden wellicht dat de gemeente aan de lat staat en hebben hun stem uitgebracht via de representatieve democratie. Het is in deze tijd van complexe vraagstukken meer dan ooit ook belangrijk dat lokale bestuurders stevig in hun rol staan; als gekozen vertegenwoordiger en als bewaker van de lokale democratie. En garant staan voor een daadkrachtige en zelfbewuste lokale overheid die heldere kaders stelt. Niet alleen omdat uit de praktijk blijkt dat ze bij het ‘loslaten’ van verantwoordelijkheden naar inwoners vanuit een andere rol vaak juist meer betrokken raken dan ooit daarvoor. Maar ook omdat ze aan de vooravond staan van niet eerdere vertoonde en omvangrijke collectieve opgaven waarbij inwonerbetrokkenheid van cruciaal belang is, zoals vanuit de nieuwe Omgevingswet en het Klimaatakkoord. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020

28 ACHTERGROND BESTUUR DOOR: YOLANDA DE KOSTER BEELD: SHUTTERSTOCK Waarom doe je iets zelf als anderen het beter kunnen? Regiegemeente Arnhem trok geen ‘blik ambtenaren’ open om in coronatijd zzp’ers tijdig van inkomensondersteuning te voorzien. Amersfoort hanteert het regiemodel al jaren. ‘Je kunt beter f ocussen op je beleid.’ AMERSFOORT EN ARNHEM OVER GEMEENTELIJK REGIEMODEL MEER STURING, MINDER KOPZORGEN

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 ACHTERGROND 29 ‘ Het is een constante zoektocht naar hoe je iets het beste kunt doen’ de sociale wijkteams. Die zijn opgezet onder de vleugels van de gemeente, maar daarna in een stichting op afstand van de gemeente ondergebracht. ‘De wijkteammedewerkers komen bij de mensen thuis. Onze afweging was dat het goed was om die wijkteams niet te dicht bij de gemeente te hebben. Dat soort afwegingen maken we. We kijken naar effectiviteit, efficiency, draagvlak en deskundigheidsbevordering.’ Amersfoort is de pionier van het ‘fenomeen’ regiegemeente. ‘De achterliggende gedachte van toen geldt voor mij nog steeds. Waarom zou je iets zelf doen als iemand anders het beter kan’, vertelt Nico Kamphorst, directeur van de gemeente Amersfoort. ‘In het regiemodel denk je bewust na over wie het werk het beste kan doen.’ ‘Toen’ is 1 januari 1997, het moment waarop de gemeente Amersfoort overstapte op het zogeheten regiemodel. Directe aanleiding was de slechte financiële situatie waarin de gemeente vanwege een nieuwe herverdeling van het gemeenfonds in zou komen te verkeren. Er moest 25 miljoen (toen nog) gulden worden bezuinigd; 20 procent van de beïnvloedbare begrotingsruimte. De organisatie werd doorgelicht, er werd een kerntakendiscussie gevoerd en besloten werd dat Amersfoort zich vooral moest toeleggen op besturen. Het is al weer een kwart eeuw geleden en het werken als regiegemeente zit inmiddels dan ook in het dna, stelt Kamphorst. ‘We benoemen het niet meer als zodanig, maar we zijn het wel.’ Er werd veel ‘buiten de deur’ gezet. De stadsreiniging, het onderhoud van de openbare ruimte en het openbaar groen, het beheer van sportaccommodaties, recreatiegebieden, de drukkerij, de catering van het stadhuis en het ingenieursbureau werden onder meer verzelfstandigd. Vreemde eend in de bijt is het crematorium dat wel in handen van de gemeente bleef. ‘Het is een goed lopend bedrijf, het heeft een meerwaarde voor de stad en voor de burgers en wij denken dat we het zelf het beste kunnen.’ De laatste grote ‘uithuisplaatsing’ waren STROPERIG Ook Arnhem zette de afgelopen jaren veel ‘buiten de deur’. ‘Wij hebben het proces om regiegemeente te worden pas tweeënhalf jaar geleden afgerond, maar wel op basis van een visie waaraan tien jaar is gewerkt’, vertelt de Arnhemse gemeentesecretaris Rob van Wuijtswinkel. ‘We hebben stap voor stap afscheid genomen van heel veel uitvoerende taken in onze gemeentelijke overheid.’ Toen Van Wuijtswinkel in 2016 als gemeentesecretaris begon, waren alleen de cultuurinstellingen verzelfstandigd. Inmiddels zijn daar onder meer het parkeerbedrijf, het sportbedrijf, het natuurcentrum en de hele bedrijfsvoering bijgekomen. Bij de een liep dat wat makkelijker dan bij de ander. ‘Bij de bedrijfsvoering ging het heel stroperig en stonden we op een gegeven moment op het punt de stekker eruit te trekken.’ Dat is niet gebeurd en De Connectie is nu aan de slag voor Arnhem, Renkum en Rheden. Per verzelfstandiging zitten er verschillende doelstellingen achter, maar er is een gemene deler, vertelt Van Wuijtswinkel. ‘De gemeente trekt zich terug op regietaken – vaak advies en beleid – en is daar goed in. De uitvoering emancipeert zich op afstand en wordt krachtig. Als de uitvoering eigenstandig is en toegewijd wordt aangestuurd, mag je daar veel klantgerichtheid en zelfbewustheid van verwachten. Als gemeente moeten we veel sterker worden in onze regievoering. Je moet als opdrachtgevende gemeente goed worden in je opdrachtformulering.’ Gemeenten doen waar ze goed in zijn, en laten de uitvoering over aan anderen die daar op hun beurt beter in zijn, stelt ook Kamphorst. ‘Als gemeente kun je dan meer focussen op je beleid. Je moet wel heel bewust bezig zijn met de kaders die je wilt stellen.’ Het is af en toe wel lastig om te bepalen of iemand het beter kan dan de gemeente, erkent Kamphorst. ‘Het is een constante zoektocht naar hoe je dat het beste kunt doen.’ VERRIJKT Net zoals Van Wuijtswinkel is ook Kamphorst overwegend positief over de voordelen die het regiemodel met zich meebrengt. ‘Het verrijkt alleen maar. Andere mensen hebben altijd andere ideeën. Het is goed om andere inzichten te hebben. Daarnaast is het zo dat bepaalde andere partijen veel meer kennis van zaken hebben dan wij in huis hebben, zoals de vuilnisophaaldienst. Die kennis hebben ze opgebouwd omdat ze bij veel meer gemeenten werken. Dat kun je nooit zelf allemaal ontwikkelen. Kennis, deskundigheid; het heeft gewoon voordelen.’ Beiden erkennen ook dat het geen walhalla is. Het behoud van kennis in het gemeentehuis is een punt van aandacht. ‘Het paradijs breekt niet aan met de druk op de knop van verzelfstandiging. Je moet je ervoor blijven inspannen’, aldus Van Wuijtswinkel. ‘Als regiegemeente moet je je vragen goed articuleren en duidelijkheid geven, misschien wel op een intensievere manier dan in het geval je een taak binnen de organisatie zelf zou beleggen.’ Er is daarnaast een uitvoeringsorganisatie nodig die moet begrijpen dat het uitbestede werk zo efficiënt en klantgericht mogelijk moet worden uitgevoerd. ‘Er gaat heel veel werk zitten in de ontvlechting. Daar word je ook gewoon moe van. Als dat klaar is, breekt de tijd aan dat je aandacht kan hebben om waar het echt om ging. En dat is het proces beter te maken.’ ‘Als je iets overlaat aan een ander, dan gaat die ander daar voor een deel zelf inkleuring aan geven. Hoe ga je daarop sturen?’, noemt Kamphorst als nadeel. ‘Hoe hou je grip op externe partijen. En hoe zorg je ervoor dat de kennis die je nodig hebt om die uitvoering te kunnen beoordelen in huis blijft houden. Daar zit altijd spanning op. Ik ga ervan uit dat de partijen met wie je zakendoet de goede dingen doen, maar je wilt daar op gelijkwaardig niveau over kunnen doorpraten. Dat is ingewikkeld.’ Arnhem heeft de vruchten als regiegemeente geplukt tijdens de coronacrisis;

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 30 ACHTERGROND BESTUUR bij de afhandeling van de aanvragen van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). ‘Wij hebben ongeveer tienduizend zzp’ers in Arnhem en een klein bureau met een zeer beperkt aantal fte’s dat per jaar 75 aanvragen van zzp’ers behandelt’, vertelt Van Wuijtswinkel. Arnhem moest de afgelopen maanden vijfduizend Tozo-aanvragen (Tozo 1) afhandelen, waarvan ruim 3.900 voor Arnhem. De aanvragen voor de verlengde regeling lopen nog. ‘Dat gaat echt giga over de kop. Veel gemeenten hebben uit alle hoeken en gaten ambtenaren vandaan gehaald om Tozo-aanvragen te kunnen afhandelen. Wij hebben nagedacht of het een werkstroom is die we zelf zouden moeten opzetten of dat we dat met een onderaannemer zouden doen.’ Er werd snel voor dat laatste gekozen. ‘Wij hebben daarvoor EIFFEL ingeschakeld. Die ging eerst met twintig en daarna met zo’n vijftig man aan de slag om de aanvragen snel te kunnen afhandelen.’ ‘We kunnen snel op- en afschalen’, vertelt Michel te Riele, bij EIFFEL verantwoordelijk voor de dienstverlening binnen de lokale overheid. ‘De gemeente betaalt per afgehandelde aanvraag, dus hoeft ze zich geen zorgen te maken over de inzet van het aantal personeelsleden.’ Dus toen EIFFEL zag dat ze het met twintig mensen niet zouden redden, haalden ze er mensen bij. ‘Nu zijn we in een fase dat we gaan afschalen.’ KOPZORGEN Amersfoort koos er niet voor de Tozo-afhandeling buiten de deur te zetten. Op andere terreinen leverde het regiemodel de gemeente in coronatijd wel minder kopzorgen op. ‘Ik ben heel blij met de externe partij die voor ons de zwembaden exploiteert; die denkt dan zelf na over hoe het zwembad veilig kan worden geopend. Doordat je verschillende ‘ Het is goed om andere inzichten te hebben’ partijen hebt die uitvoerende taken doen, hoeven wij niet heel diep na te denken hoe het zwembad moet worden ingericht. Dat doen anderen voor ons. Wij hebben zoals heel veel gemeenten extra aanbod gehad van grofvuil. De Rova heeft dat allemaal geregeld. Je bent veel minder tijd kwijt met allerlei uitvoerende zaken. Ik zie dat heel veel partijen al die taken oppakken en daar word ik heel vrolijk van. Wij hoeven er hier niet over na te denken zodat we over andere dingen kunnen nadenken.’ Het personeelsbestand in beide gemeenten liep fors terug bij de invoering van het regiemodel. In Amersfoort halveerde het aantal ambtenaren. Nu telt de gemeente zo’n 1.000 fte aan ambtenaren en ruim 157.000 inwoners. In Arnhem (ruim 161.000 inwoners) bleef er van de 1.600 fte aan het begin van het traject 908 fte over. ‘Als je een kernorganisatie overhoudt, dan gebeurt er ook iets in de cultuur van de organisatie. Wij hebben de kernorganisatie betekenis gegeven door kern met kapitale letters te schrijven. Dat zijn ook kernwaarden geworden’, vertelt Van Wuijtswinkel. Te beginnen met de K van Ken je stad. ‘Als je zo veel buitenhuis neerzet, is het voor je beleidsontwikkeling van belang om van buiten naar binnen te redeneren, mét je verzelfstandigde partners. Je moet die verbinding, die vaak via de uitvoering tot stand kwam, blijven behouden met je stad. Anders weet je niet wat er speelt.’ En dan zijn er nog de E van eigenaarschap, de R van resultaten en de N van nabijheid. Daarmee wordt niet gedoeld op de nabijheid tussen inwoners en gemeente, maar ADVERTENTIE Congres ICT en Overheid 2020 De praktijk van Common Ground De Common Ground ontwikkelingen zijn in volle gang. Diverse gemeenten hebben cases lopen die met de Common Ground principes werken. Maar wat zijn nu de lessen uit de praktijk? Hoe komen we tot invoer van Common Ground? Waar staan we nu en welke weg moeten we nog gaan? Meer informatie op ictenoverheid.nl op de interne nabijheid. ‘Is het leuk werken binnen de kernorganisatie, heb je als medewerker wat aan je leidinggevende, heb je als collega’s intercollegiaal een goede cultuur, is er de bereidheid tot samenwerken’, verduidelijkt Van Wuijtswinkel. De kernwaarden van de gemeente Amersfoort zijn dichtbij, nieuwsgierig en aanspreekbaar (dna). ‘Volgens mij begint het daarmee. Het is belangrijk dat je altijd nieuwsgierig bent naar wat er nog buiten je organisatie is, wie wat doet en wie iets voor jou zou kunnen betekenen. En vervolgens is het zaak dichtbij de partners blijven; je moet zorgen dat je in de buurt blijft’, aldus Kamphorst. NIET ZALIGMAKEND Te Riele schat dat zo’n 25 tot 35 procent van de gemeenten een regiegemeente is. Het werkt goed voor Amersfoort, stelt Kamphorst, ‘maar het model is niet zaligmakend. De manier van werken is voor elke gemeente verschillend. Het hangt van je organisatie, je stad af.’ ‘Ik ben niet alleen van de school dat het alleen maar beter gaat als je taken verzelfstandigd’, stelt Van Wuijtswinkel. ‘Met een goede sturing en inrichting kun je je ook alle taken binnen je eigen gemeentelijk domein houden. Maar als je het doet, en het concept zoals in Arnhem principieel doorvoert, dan heb je geen reden meer om daarin iets half te doen. Het gaat er bij mij om dat het werk effectief en efficiënt gebeurt. En dat wil ook zeggen dat ik er, als we een taak buiten de deur plaatsen, niet belachelijk meer voor betaal dan als ik het met mijn eigen ambtenaren zou doen.’ 8 oktober 2020 kasteel De Schaff elaar Barneveld

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: ERIK VAN DER BURGT ACHTERGROND 31 Vijf voormalige dakloze jongeren kregen vanaf februari elke maand ruim 1.000 euro op hun rekening gestort. Stichting Zwerfjongeren Nederland wil onderzoeken wat financiële bestaanszekerheid met deze jongeren doet. ‘Dat inkomen heeft voor mij rust gegeven in mijn hoofd.’ PREVENTIE VAN JONGERENDAKLOOSHEID BROODNODIG BASISINKOMEN ‘Omdat het nu zoveel beter met mij gaat, merk ik dat ik ook echt op wil staan en iets wil gaan doen met mijn dag. Terwijl ik eerst mijn bed niet uit wilde omdat ik dacht: deze dag gaat wéér niks worden’, vertelt Kyra in een café in Eindhoven terwijl ze suiker roert door haar latte macchiato. Ze lijkt op het eerste gezicht een heel normale jonge vrouw van 21, die in een kledingwinkel werkt en met veel enthousiasme over haar katten vertelt. Maar ze werd een paar jaar geleden nog beschreven door haar begeleider in de maatschappelijke opvang als een ‘extreem kwetsbaar meisje met hele hoge muren om zich heen’. Gino − ook 21 jaar oud, ook een latte macchiato voor zich op tafel − zit naast haar. Hij is een fervent gamer en webdeveloper in opleiding. Gino herkent het gevoel. ‘Ik stond op om vier uur om mijn krantenwijk te doen, ging naar school en als ik thuiskwam wilde ik alleen maar slapen. Dat was heel mijn ritme, letterlijk als een ‘Ik maak spaghettisaus in een airfryer’

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 32 ACHTERGROND SOCIAAL ‘Ik wil echt wat doen met mijn dag’ zielloos wezen: opstaan, werken, school, eten, slapen.’ BOUWDEPOT Buitenshuis koffiedrinken is een van de dingen die de Eindhovense Gino en Kyra zich pas sinds kort kunnen veroorloven. Ze krijgen sinds februari een maandelijks inkomen van 1.050 euro. Geen voorwaarden, geen eisen, geen verplichte tegenprestatie. Dit inkomen, ter hoogte van een bijstandsuitkering, wordt een Bouwdepot genoemd: het biedt de jongeren een fundering om aan zichzelf en hun toekomst te bouwen. Met het project wil initiatiefnemer Stichting Zwerfjongeren Nederland aandacht vragen voor de kwetsbare positie van de 12.600 dakloze jongeren in Nederland. Die groep is sinds 2009 verdrievoudigd. Het Bouwdepot zet in op het voorkomen van dakloosheid door te zorgen voor een stabiele financiële basis. De bijstandsuitkering van 255 euro, waar sommige jongeren van 18 tot 21 jaar op aangewezen zijn, is namelijk lang niet genoeg om zelfstandig van te kunnen leven. In theorie geldt tot 21 jaar nog de onderhoudsplicht van ouders, en zouden die dus moeten voorzien in het levensonderhoud van hun (volwassen) kinderen. Maar als ouders uit beeld zijn, niet meer leven, of niet aan de onderhoudsplicht kunnen of willen voldoen, komen jongeren door een gebrek aan inkomen al snel in kwetsbare situaties terecht waarin ze schulden opbouwen en dakloos kunnen worden. BANKSLAPER ‘Als jongeren tot 21 jaar afhankelijk zijn van de bijstand en niet meer dan zo’n 255 euro per maand ontvangen, is de kans klein dat ze daarvan een woonplek kunnen betalen’, zegt Marleen van der Kolk, programmamanager bij Stichting Zwerfjongeren Nederland. ‘Financiële bestaanszekerheid zien wij als de basis voor alle jongvolwassenen om hun toekomst vorm te kunnen geven en om daken thuisloosheid te voorkomen.’ Het Bouwdepot is dan ook in de eerste plaats een vorm van preventie. Onderzoeksbureau DRIFT berekende dat een dakloze jongere de gemeenschap gemiddeld tussen 36.000 en 100.000 euro per jaar kost aan inzet van zorg, politie en justitie. De potentie van investeringen in preventieve maatregelen is dus groot, concluderen de onderzoekers. Bij Gino, die een tijdje ‘bankslaper’ was, ontstonden de problemen inderdaad vanuit een onzekere financiële situatie. ‘Ik werd achttien. Toen moest ik mijn moeder geld betalen omdat ik bij haar in huis woonde. Maar ik moest ook nog mijn verzekering betalen. Omdat ik ook nog naar school moest, had ik alleen een krantenwijk. Ik verdiende niet genoeg geld om allebei te betalen en raakte in de schulden.’ Kyra’s verhaal begint bij problemen in de huiselijke sfeer. Haar ouders, beiden alcoholist, waren al jaren in beeld bij jeugdzorg. Tussen haar veertiende en zestiende liep ze herhaaldelijk weg van huis. Tot haar achttiende kon ze terecht bij jeugdzorg, daarna verzorgde Neos, de regionale organisatie voor maatschappelijke opvang, een woning voor haar. Dat patroon komt vaker voor: 60 procent van de dak- en thuisloze jongeren heeft een achtergrond in de jeugdzorg. Elk jaar stromen zo’n twintigduizend jongeren op hun achttiende verjaardag uit de jeugdzorg. ‘WE WILLEN EEN ÉCHT EXPERIMENT’ Kyra en Gino zijn in februari met het Bouwdepot gestart. De financiering van hun maandelijkse toelage komt van drie fondsen: Stichting Doen, FNO en Fundatie Van den Santheuvel Sobbe. Een nieuwe ronde met vijf andere jongeren uit Eindhoven is begin juli van start gegaan. Hun Bouwdepots worden betaald door het Kansfonds en door het ministerie van VWS. Stichting Zwerfjongeren Nederland wil de ervaringen van de jongeren zo goed mogelijk met het rijk en gemeenten delen. Daarom worden in de betrokken gemeenten ‘Bouwdepot om tafel’-sessies georganiseerd. De eerste vond plaats in Eindhoven. Marleen van der Kolk, programmamanager bij Stichting Zwerfjongeren Nederland, is blij met de opbrengsten van het gesprek. ‘Het probleem van de bijstandsnorm van 255 euro is geland. Nu willen we met gemeenten samen zoeken hoe we dit kunnen doorzetten. We hebben nu tien jongeren, maar we willen een écht experiment, waar je een onderzoeker op zet, met vijftig − of idealiter honderd − jongeren.’ ‘We vinden het belangrijk dat gemeenten aangehaakt blijven’, vertelt social designer Manon van Hoeckel, die de ervaringen van jongeren optekent in een handreiking voor gemeenten. ‘We willen bijvoorbeeld onderzoeken wat vertrouwen doet. We hebben er in Nederland een handje van om steeds te controleren. Dat doen wij niet.’ Ook hoopt Van Hoeckel ambtenaren en bestuurders iets dichter bij de leefwereld van kwetsbare jongeren te brengen. Daarom wordt er een podcast gemaakt over de ervaringen van de vijf jongeren die via een Whatsapp-kanaal worden verspreid. SCHULDEN Kyra en Gino zijn nu, net als drie andere jongeren in Rotterdam en Den Haag, bijna halverwege het Bouwdepot-jaar. Hoewel er geen eisen zijn verbonden aan het ontvangen van de maandelijkse beurs, hebben alle jongeren wel doelen opgesteld voor het jaar: het Bouwplan. Voor Gino is een van de doelen het inrichten van zijn woning. Zijn appartement, dat Neos voor hem heeft geregeld, staat nu nog grotendeels leeg. Gino: ‘Er staat niet veel in, maar ik leef.’ Hij heeft hier en daar wel wat meubels kunnen krijgen, maar een vloer heeft hij nog niet, en ook geen fatsoenlijke keuken. Dat maakt hem wel creatief: ‘Ik maak bijvoorbeeld spaghettisaus in een airfryer.’ Maar zijn eerste doel is het afbetalen van zijn schulden. Dat was dan ook zijn eerste gedachte toen hij hoorde dat hij mee mocht doen aan het Bouwdepot. Ook Kyra wil van haar schulden af, en daarnaast wil ze sparen voor haar rijbewijs. Een ander belangrijk doel was dat ze op een ongedwongen manier kennis kon maken met werk. ‘Ik heb best wel veel shit meegemaakt, ook op de werkvloer, waardoor ik erg wantrouwend was.’ En inmiddels werkt Kyra, sinds een paar weken, in een kledingwinkel. ‘Ik vond het heel moeilijk om de stap weer te maken, maar ik voel me er nu wel echt veel beter bij.’ De rust die de financiële zekerheid van het Bouwdepot haar gaf, speelde daarin een belangrijke rol. ‘Ik kon rustig mijn tijd nemen, daar ben ik heel erg dankbaar voor.’ OPGEBLOEID Een ander doel dat Kyra heeft opgesteld is ‘erachter komen wie ik ben’. Door zelfreflectie wil ze haar psychische situatie beter begrijpen: ‘Wat is er aan de hand met mij, waarom voel ik me op

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 ACHTERGROND33 sommige momenten slecht?’ Ook daarin boekt ze vooruitgang, al is het met ‘babystapjes’. Kyra: ‘Dat inkomen heeft voor mij rust gegeven in mijn hoofd, dat ik echt kon gaan nadenken: wat zijn mijn doelen, wat zijn mijn plannen, wat wil ik gaan doen, hoe zie ik mezelf over vijf jaar, wat vind ik nodig om te bereiken en hoe ga ik dat bereiken?’ Gaby Barten, Kyra’s begeleider vanuit Neos, die haar een jaar of drie geleden nog een ‘extreem kwetsbaar meisje’ vond, beaamt dat Kyra grote sprongen heeft gemaakt. ‘Kyra had hele hoge muren om zich heen. Het is nu een wereld van verschil. Ze is helemaal opgebloeid en ze is vrolijker.’ De transformatie begon weliswaar al voordat het Bouwdepot startte, maar de financiële rust heeft het proces wel gestimuleerd. In een financieel onzekere situatie blijven jongeren in de overCOLUMN JAN VERHAGEN Een ander gevolg van het Bouwdepot is dat Kyra en Gino nu eindelijk weer leuke dingen kunnen doen − zoals latte macchiato drinken. Of, in Kyra’s geval, haar twee katten extra verwennen en voor het eerst in jaren haar eigen verjaardag vieren. Kyra: ‘Ik merk hoeveel verschil dat maakt. Als je jezelf continu afstraft, dan ga je jezelf ook minderwaardig voelen.’ Gino: ‘Doen wat je leuk vindt, is heel belangrijk en gewoon nodig.’ Hij weet dat sommige mensen het idee dat leuke dingen ook nodig zijn belachelijk zullen vinden. Voor die mensen heeft hij een uitdaging: ‘Probeer een maand lang alles wat je leuk vindt niet te doen. Kijken of je dat aankan.’ Kyra en Gino noemen nog een laatste effect van het Bouwdepot: de vijf jongeren die nu meedoen, vinden steun bij elkaar. levingsmodus, weet Barten. Een Bouwdepot kan er volgens haar voor zorgen dat jongeren sneller uit de maatschappelijke opvang kunnen uitstromen. ‘Je komt met jongeren bij elkaar die in hetzelfde schuitje zitten als jij. Dit is iets positiefs en je kunt die positiviteit met elkaar delen’, vertelt Kyra. Ze knikt richting Gino: ‘Ik vind het ook heel leuk om over zijn groei te horen.’ Gino beaamt dat. ‘En ik leer ook weer dingen van jou.’ OVERLAST Goed nieuws voor de mensen die bij een asielzoekerscentrum wonen. En voor winkeliers daar. Gemeenten kunnen nu 50.000 euro van het rijk krijgen voor de aanpak van de overlast van asielzoekers. Eenmalig. Staatssecretaris Broekers-Knol van Justitie en Veiligheid licht daarbij toe dat asielzoekers ‘overlast’ veroorzaken omdat ze zich schuldig maken aan onder meer mishandeling, bedreiging, inbraak, diefstal, heling, vernieling, openbaar dronkenschap, lokaalvredebreuk, belediging en zwartrijden. Een dappere opsomming, want de vorige staatssecretaris van Justitie en Veiligheid moest aftreden omdat hij de ergste misdaden niet noemde… Voor die 50.000 euro moeten de gemeenten alleen eventjes een plan van aanpak maken en zo snel mogelijk een aanvraagformulier invullen. Zo snel mogelijk, want de staatssecretaris heeft budget voor twintig gemeenten. En niet de twintig gemeenten met de meeste overlast van asielzoekers krijgen geld, niet de twintig gemeenten met de beste plannen, maar de twintig gemeenten die het snelst een aanvraag indienen. Maar snel aanvragen is onmogelijk. Want het ministerie heeft een aanvraagformulier opgesteld van vijfenveertig pagina’s. Vijfenveertig! Dat het ministerie de naam, de contactpersoon, het adres, e-mailadres, telefoonnummer en bankrekeningnummer van de gemeente wil weten, begrijp ik. Maar dat het een bankverklaring vraagt met een overzicht van alle gemeentelijke leningen? Zinloos. Dat de gemeente een plan van aanpak van de overlast moet maken, begrijp ik. Maar dat de gemeente van elke activiteit uit dat plan een ‘ De twintig snelste gemeenten krijgen geld’ aparte begroting moet maken, is zinloos. Nog zinlozer: in elke begroting moet de gemeente de personeelslasten uitsplitsen naar uren en uurloon. Moet ze alle overige kosten specificeren. Moet ze alle eigen bijdragen toelichten – al zijn die niet eens verplicht. En van alles moet de gemeente ook nog eens uitsplitsen wat ze in 2020 wil uitgeven en wat in 2021. Terwijl dit allemaal geen enkele invloed heeft op het bedrag dat de gemeente krijgt. Kunnen de gemeenten dicht bij een asielzoekerscentrum ook geld krijgen voor de aanpak van de overlast van zinloos nieuwsgierige rijksboekhoudertjes?

34 ACHTERGROND VER WEG IN EIGEN LAND DOOR: ADRIAAN DE JONGE Vanuit Nederland gezien is Zeeuws-Vlaanderen typisch krimpgebied. Wegtrekkende voorzieningen, slechte bereikbaarheid vanuit de Randstad. Vanuit Vlaams oogpunt wordt het een steeds aantrekkelijker uitloopterrein voor bruisende steden als Gent en Antwerpen. Is de regio aan het ‘vervlaamsen’? ZEEUWS-VLAANDEREN VREEST VERDERE VERVLAAMSING BELGIË TREKT AAN ZEEUWS KRIMPGEBIED ZO DICHTBIJ De skyline van Vlissingen bezien vanaf Breskens Vanaf het strand in Breskens, op het noordwestelijke puntje van ZeeuwsVlaanderen, lijkt de overkant van de Westerschelde vlakbij. Vlissingen, op het zuidwestelijke uitsteeksel van Walcheren, ligt hemelsbreed maar een paar kilometer van Breskens vandaan. Maar sinds 2003 is de afstand tussen die twee plaatsen, met de auto althans, flink vergroot. Met de komst van de Westerscheldetunnel, van Terneuzen naar Zuid-Beveland, is de veerdienst tussen Breskens en Vlissingen afgeschaald naar een dienst alleen voor fietsers en voetgangers. Ook andere veerdiensten tussen Zeeuws-Vlaanderen en ‘de overkant’, zoals de Zeeuws-Vlamingen de rest van Zeeland consequent noemen, zijn opgeheven. De tol die tunnelbezoekers betalen - 5 euro voor een personenauto - is al jaren onderwerp van discussie. Wie de tol niet wil of kan betalen, moet omrijden via Antwerpen. Het versterkt het gevoel van de regio de verbinding met de rest van Nederland te verliezen. In zekere zin is Zeeuws-Vlaanderen altijd al innig verbonden geweest met onze zuiderburen. Zo zijn er in de regio zowel katholieke als protestante dorpen te vinden - een resultaat van de lijnen die zijn getrokken toen de Spanjaarden tijdens de Tachtigjarige Oorlog in het gebied omhoog trokken. Die ‘Spaanse linie’ is in de 21e eeuw nog steeds zichtbaar, bijvoorbeeld in het feit dat sommige dorpen enthousiast carnaval vieren en andere dorpen helemaal niet. Ook vind je in een willekeurig café in Terneuzen een aanbod aan trappist- en abdijbieren dat nauwelijks op twee A4’tjes past. Toch doet de streek ook typisch Nederlands aan. Het landschap van dijken, molens en kreken is gevormd door een eeuwenlange strijd met het water. De grote, rechtlijnige percelen met uien, aardappels en tarwe, afgebakend door keurige rijen populieren, iepen of wilgen, waren zonder de traditionele Nederlandse ruilverkaveling niet mogelijk geweest. Eigenlijk is Zeeuws-Vlaanderen een ‘rare streep niemandsland’, schreef de Vlaamse schrijver Tom Lanoye onlangs in de Volkskrant. WINGEWEST Maar de balans lijkt om te slaan, waarschuwen sommige Zeeuws-Vlamingen. De streek ‘vervlaamst’, en niet in FOTO: SHUTTERRSTOCK

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 ACHTERGROND 35 Eigenlijk is Zeeuws-Vlaanderen een ‘rare streep niemandsland’ VER WEG IN EIGEN LAND Deze zomer brengt Binnenlands Bestuur vier reportages over het leven en welzijn aan de rand van Nederland. Deel 2: ZeeuwsVlaanderen. de laatste plaats omdat de Nederlandse rijksoverheid het gebied vergeten lijkt. Waar Den Haag de regio als perifeer krimpgebied aanmerkt, is het vanuit Vlaams perspectief een potentieel uitloopgebied voor de groeiende metropool van Gent (een kleine dertig kilometer van de grens vandaan). Laszlo van de Voorde, fractievoorzitter van de PvdA in de gemeente Terneuzen, vond een creatieve manier om dat gevoel te vertalen in een signaal richting Den Haag. Hij diende een motie in waarin hij voorstelde om de naam van de gemeente Terneuzen te veranderen in Hollands Wingewest. Dat moest duidelijk maken dat de regio geen volwaardig onderdeel meer is van het Koninkrijk Nederland, maar door de rijksoverheid wordt uitgebuit voor economisch gewin. ‘De Gemeentewet maakt het mogelijk om de naam van je eigen gemeente te veranderen. In de utopie dat de motie wordt aangenomen, hoef je het ministerie alleen maar in kennis te stellen van de naamsverandering’, zegt Van de Voorde met een ondeugende glimlach. De motie vond nauwelijks steun in de gemeenteraad, maar het was een duidelijk signaal. Het gevoel dat Zeeuws-Vlaanderen er niet meer bij hoort, komt voort uit een opstapeling van tegenslagen sinds de eeuwwisseling. De toltunnel, die in 2003 werd aangelegd, was daarvan slechts het begin. Sindsdien zijn er steeds meer voorzieningen uit Zeeuws-Vlaanderen gecentraliseerd richting steden als Goes, Vlissingen of Middelburg. Van de Voorde: ‘We hebben het UWV zien vertrekken. We hadden een volwaardig belastingkantoor. Weg. Douane. Weg. Marechaussee. Ook helemaal uitgekleed. Het CBR is hier weg. De geestelijke gezondheidszorg, het kantongerecht, ook weg. Zo kan ik nog wel even doorgaan.’ Met andere woorden: voor steeds meer zaken moeten de ZeeuwsVlamingen naar ‘de overkant’, waarvoor ze sinds 2003 ook nog tol moeten betalen. Floor Milikowski, die de tragiek van wegtrekkende voorzieningen aan de randen van Nederland beschreef in haar boek Een klein land met verre uithoeken, kent ook de situatie in Zeeuws-Vlaanderen. Ook Milikowski noemt de toltunnel als belangrijke boosdoener: ‘Het is natuurlijk heel vreemd dat iemand uit Zeeuws-Vlaanderen die werkloos is of die een boete wil aanvechten bij de rechtbank 10 euro moet betalen om met de auto door de tunnel te gaan om bij het UWV of de rechtbank aan te komen. Of dat er daar geen snelweg of trein komt. Dat zegt veel over de wijze waarop er vanuit Den Haag naar Zeeland wordt gekeken. Het hangt er een beetje bij.’ TOL WEG? De marinierskazerne in Vlissingen, die er uiteindelijk niet kwam, was in eerste instantie dan ook bedoeld als compensatie voor het verdwijnen van al die voorzieningen. ‘Dat was sowieso al een belachelijk idee’, vindt Cees Liefting, oud-wethouder in Terneuzen en nu voorzitter van Stichting Zeeland Tolvrij. Want de marinierskazerne zou misschien wel werkgelegenheid rond Vlissingen opleveren, maar wat heeft dat te maken met de voorzieningen in Zeeuws-Vlaanderen? Bovendien ligt ook daar weer de tolbarrière, legt Liefting uit. ‘De werkgever in Vlissingen betaalt geen vergoeding voor de tol. In Zeeuws-Vlaanderen doen ze dat wel, omdat ze anders de werknemers niet krijgen.’ De tunnel zorgt voor een gespleten arbeidsmarkt, aldus Liefting. Daarnaast dalen de huizenprijzen als gevolg van de tol. Liefting: ‘Daarom komen de Belgen nu hierheen. Voor hen geldt niet die barrière, zij kunnen gewoon de grens over.’ Die ontwikkeling speelt een belangrijke rol in de vermeende vervlaamsing. ‘Ja, op zich zijn die mensen welkom’, legt PvdA-fractievoorzitter Van de Voorde uit. ‘Alleen die hebben dus wel hun leven nog in België. En dat is echt funest voor onze voorzieningen.’ Deze effecten werden uitvoerig beschreven door onderzoeker Evert Meijer van de TU Delft. In zijn rapport ‘Tolweg of tol weg?’ becijfert hij dat het afschaffen van de tol zal zorgen voor een verkeerstoename van 25 tot 30 procent, niet alleen ten behoeve van werk en voor allerlei voorzieningen,

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 36 ACHTERGROND VER WEG IN EIGEN LAND maar ook voor winkelen, het onderhouden van sociale contacten, en vrijetijdsbesteding. Er is grote potentie voor regionale ontwikkeling in Zeeland, ziet Meijers, maar alleen een beter geïntegreerd Zeeland kan die potentie waarmaken. In 2003 zijn er weliswaar afspraken gemaakt om tot 2033 tol te heffen, maar tolheffing is nooit in steen gebeiteld, schrijft Meijers. Bovendien is de situatie nogal veranderd sinds 2003. Aan het begin van de eeuw waren Zeeuws-Vlamingen nog beduidend minder afhankelijk van ‘de overkant’ voor onmisbare voorzieningen. ‘Uiteindelijk is het een politieke keuze om wel of geen tol te heffen’, concludeert Meijers. APPELTJE EITJE Cees Liefting zag het beloofde compensatiepakket voor het uitblijven van de marinierskazerne als een herkansing om een goede deal voor ZeeuwsVlaanderen in de wacht te slepen. Hij ging in gesprek met Bernard Wientjes, die het pakket als speciaal adviseur samenstelde, en nodigde daarbij ook onderzoeker Evert Meijers uit. Het was een opmerkelijk gesprek, vertelt Liefting. Wientjes liet weten dat hij aan het begin van zijn opdracht verwachtte dat het ‘appeltje eitje’ zou zijn: een tolvrije tunnel leek de meest logische oplossing. Het is een onderwerp dat leeft bij de Zeeuwen, zag Wientjes. Maar gedurende zijn opdracht kreeg hij andere geluiden te horen, van ‘bestuurders die andere dromen hebben’, zoals Liefting het parafraseert. De ‘elite van Zeeland’, zoals de mensen van de Roosevelt Academy in Middelburg en de Economic Board Zeeland, wilde bijvoorbeeld liever een nieuw kenniscentrum. In het uiteindelijke plan werd inderdaad een Delta Kenniscentrum voor voedsel, water en energie opgenomen. PvdA-fractievoorzitter Van de Voorde: ‘Bestuurlijk Nederland vindt dit mooi, maar de burgers niet.’ Het pakket werd aangeprezen als een boost voor werkgelegenheid, maar dat is wat Liefting betreft de verkeerde insteek: ‘Wij hebben in Zeeland helemaal geen last van te weinig banen. We hebben last van te weinig mensen.’ Tot slot spelen ook een krimpend onderwijsaanbod en gebrekkig openbaar vervoer een sleutelrol in de vervlaamsing van Zeeuws-Vlaanderen. Terneuzens wethouder Sonja Suij (jeugd en onderwijs, VVD) weet er alles van en vertelt er graag over, zelfs als het eigenlijk de eerste dag van haar vakantie is. In heel Zeeuws-Vlaanderen – met zo’n honderdduizend inwoners en een breedte gelijk aan de afstand tussen Rotterdam en Amsterdam – zijn er nog maar drie middelbare scholen over. Suij ‘ De werkgever in Vlissingen betaalt geen vergoeding voor de tunnel geeft een voorbeeld: ‘Een leerling uit Cadzand is anderhalf uur onderweg met de bus naar Terneuzen.’ De schooltijden worden overigens gedicteerd door de trein uit Amsterdam, gaat Suij verder. De leerlingen zijn afhankelijk van de bus naar het treinstation in Goes, licht ze toe. En die bus is weer afgestemd op de trein van Amsterdam naar Goes. Hoe doen de Vlamingen dat? ‘Daar is het andersom: de buslijnen zijn afgestemd op de lestijden van de school.’ Een school in Zelzate bijvoorbeeld, net over de Vlaamse grens, heeft een eigen busdienst met een stopplaats binnen de Nederlandse grenzen. Suij: ‘Dan weet je als ouder: mijn kind stapt daar om tien voor acht op de bus en wordt ‘s avonds weer netjes afgeleverd.’ IN DE BRES Op die manier worden Vlaamse scholen dus steeds aantrekkelijker voor Nederlandse gezinnen. Van de ruim zesduizend jongeren tussen 12 en 18 jaar in Zeeuws-Vlaanderen gaan er al bijna zeshonderd over de grens naar school. En hoe minder leerlingen de Zeeuws-Vlaamse scholen overhouden, hoe minder financiering de scholen van het rijk ontvangen, hoe minder scholen er overblijven. Suij probeert het lokale onderwijs uit alle macht met gemeentelijke middelen overeind te houden, maar vindt dat eigenlijk haar taak niet. ‘Onderwijs is een kerntaak van de nationale overheid. Het kan niet zo zijn dat omdat je toevallig geboren wordt in Kloosterzande, dat je dan minder onderwijskansen zou hebben dan als je geboren wordt in Rotterdam of Amsterdam. Daar moet een gemeente toch niet voor in de bres hoeven te springen?’ Overigens vinden niet al haar collega’s haar betoog even geloofwaardig. Suij, die uit het grensplaatsje Koewacht komt, heeft namelijk zelf in Vlaanderen op school gezeten, heeft er gestudeerd en heeft er derKLEINERE PONT Alleen fietsers en voetgangers kunnen per pont de Westerschelde over tien jaar gewerkt als docent. Zelf vindt ze het jammer dat Vlaamse scholen door veel Zeeuws-Vlamingen als concurrentie worden gezien. ‘We moeten wat minder met die grens denken. We kunnen er juist profijt van hebben dat we elkaars buren zijn.’ Om dat in te zien, moet Zeeuws-Vlaanderen van het predicaat ‘krimpgebied’ af, vindt Suij. Zelf spreekt ze liever van een ‘regio met groeipotentie’. De hulp van de Nederlandse overheid is wel nodig om die potentie te realiseren. ‘Nu zouden we hier de piketpalen moeten slaan: waar gaan we in deze regio naartoe?’ Onderzoeker Evert Meijers waarschuwde in zijn rapport over de toltunnel in 2018 al voor een ‘Belgisch scenario’ in het geval dat de tol blijft bestaan. In een recentere publicatie bestudeert hij ook de fusie van de havenbedrijven van Vlissingen, Terneuzen en Gent tot de ‘North Sea Port’. Die samenwerking lijkt een verdergaande oriëntatie richting Vlaanderen nog aannemelijker te maken. Bovendien kondigde de Belgische federale overheid onlangs aan werk te willen maken van een treinverbinding van Gent naar Terneuzen. Dan wordt over de grens naar school gaan, studeren of werken wellicht nóg aantrekkelijker, en worden andersom de huizen in Zeeuws-Vlaanderen nóg interessanter voor de Vlamingen. Als de Nederlandse overheid ZeeuwsVlaanderen blijft zien als een krimpgebied dat het niet waard is om flink in te investeren, zou het zomaar kunnen dat de Belgische overheid in het gat springt. In plaats van Hollands Wingewest kan Terneuzen haar naam dan misschien beter veranderen in Gent aan de Westerschelde.

FOTO: TOM VAN LIMPT / H.H. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 37 Een Tilburgse ambtenaar gebruikte haar IN DE CLINCH gemeentelijke computer voor privédoeleinden – en niet zo’n beetje ook. Daarvoor wordt ze disciplinair gestraft. Maar waarom eigenlijk, nu er een ‘cultuur’ heerste in het persoonlijk gebruik van computers? DAT ANDEREN HET OOK DOEN IS GEEN EXCUUS Het was niet bepaald fraai waarvan deze Tilburgse ambtenaar werd verdacht. Corrie Reeshof* is ruim 25 jaar in dienst (salarisschaal 10) als de politie haar huis doorzoekt. Haar partner zou de Opiumwet hebben overtreden, er worden twee vuurwapens aangetroffen. De partner wordt gearresteerd. De politie heeft een ‘Bestuurlijke rapportage aantreffen vuurwapens’ opgesteld en deze naar de gemeente gestuurd. Corrie Reeshof zelf is geen verdachte, maar het wapen in de slaapkamer doet wel de wenkbrauwen fronsen. Omdat zij mogelijk schuldig is aan een integriteitsschending, wordt ze geschorst. Uit een nader integriteits onderzoek blijkt nog veel meer, genoeg voor vijfvoudig plichtsverzuim. Er volgt ongevraagd ontslag, wat Reeshof aanvecht tot aan de Centrale Raad van Beroep. Van plichtsverzuim is geen sprake, vindt zij. En als dat wel het geval is, dan kan haar dat niet (volledig) worden toegerekend. Ook vindt zij het ontslag onevenredig zwaar. Tot slot bekritiseert zij de rechtbank Zeeland-West-Brabant omdat die haar verzoek om rehabilitatie heeft afgewezen. De Raad tilt er zwaar aan, net als het college, dat Reeshof de huiszoeking niet tijdig aan haar leidinggevende heeft verteld, terwijl ze de meldplicht kende. Plichtsverzuim één. Ten tweede gebruikte zij gemeentelijke computerfaciliteiten ook voor een club – waarvan ze lid was – die gelieerd is aan een motorclub. Vanwege de publieke aandacht voor deze club kan de betrokkenheid van Het wapen in de slaapkamer doet wenk brauwen fronsen een ambtenaar hierbij gevoelig liggen. Maar Reeshof toonde geen begrip voor deze bedenkingen van het college. Het opslaan, op grote schaal, van bestanden van deze club op haar werkcomputer leidt wederom tot plichtsverzuim. Dat geldt ook voor het ‘buitensporig’ misbruik maken van gemeentelijke computerfaciliteiten en het raadplegen van de GBA – beide voor privédoeleinden. Dan is er nog een laatste kwestie. Aan haar partner was een naheffingsaanslag voor de parkeerbelasting opgelegd, waarvoor hij in een bezwaarprocedure tegen de gemeente zat. En juist Reeshof had – op haar werkcomputer – het bezwaarschrift geschreven, ADVERTENTIE Thuishuisproject succesvol tegen eenzaamheid 1.000.000 ouderen ernstig eenzaam Thuisbezoek Meer weten? Laat niemand in eenzaamheid leven! Thuishuis zoals ze ook andere familieleden had geholpen met juridische procedures. Dat levert plichtsverzuim op, zeker nu het bezwaarschrift was gericht tegen haar eigen werkgever. Maar als het al plichtsverzuim is, zo redeneert Reeshof, dan is dat niet toerekenbaar. De Raad wijst er fijntjes op dat het vaste rechtspraak is dat de ambtenaar aannemelijk moet maken dat het plichtsverzuim hem niet kan worden toegerekend, en niet andersom. In die opdracht slaagt Reeshof niet. Haar laatste troef: het ongevraagde ontslag is niet evenredig aan haar gedragingen. Er was in Tilburg, zo betoogt zij, sprake van een ‘losse’ cultuur in het privégebruik van computerfaciliteiten. Anderen deden het ook. Zelfs als dat waar is, dan kan dat haar handelen niet verontschuldigen, aldus de Raad in zijn uitspraak van 9 juli 2020. In het algemeen geldt dat een bepaalde cultuur binnen een organisatie of afdeling de betrokken ambtenaar niet ontslaat van zijn eigen verantwoordelijkheid – ook dat is v aste rechtspraak. Bij Reeshof gaat het bovendien om excessief privégebruik van de computer. Gelet op de aard en de ernst van de gedragingen en de terecht gestelde eisen van integriteit en onberispelijk gedrag van Reeshof als ambtenaar, is ongevraagd ontslag niet onevenredig aan het gepleegde plichtsverzuim – ook al functioneerde zij in het verleden wel goed. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2020:1444

38 OPINIE WONINGBOUW DREIGT OPNIEUW STIL TE VALLEN WET KWALITEITSBORGING MOET DIEPE BUREAULA IN Welk probleem lost de Wet kwaliteitsborging eigenlijk op? Dat is de vraag die het rijk zich zou moeten stellen voordat het gemeenten en aanvragers van een bouwvergunning opzadelt met grote financiële en personele gevolgen. JOA MAOUCHE Er is nagenoeg geen proefproject van de grond gekomen MARIËTTE CARSTENS / ANP Na de privatisering van het bouwtoezicht via de Wet kwaliteitsborging (Wkb) worden problemen pas zichtbaar als het bouwwerk is opgeleverd. En daar hebben gemeenten veelal geen toezichtprogramma en geen menskracht voor. De gemeente kan via het Omgevingsplan (deadline 2029) weliswaar maatwerkvoorschriften opleggen, maar die zullen vooral gaan over risico’s die te voorzien zijn. Daarom zijn nadere eisen uit het Omgevingsplan gewenst. Dan kunnen gemeenten pas aanvullend maatwerk leveren. Als dat niet geregeld wordt, kan ik alleen aan de achterkant van het bouwproces optreden. Een beoordeling door een particuliere kwaliteitsborger is voor de aanvrager duurder dan de leges. Bij leges is sprake van middelen van de kosten, dat is bij particuliere kwaliteitsborging niet het geval. Met de Wkb moet de opdrachtgever via een private kwaliteitsborger de risicobeoordeling laten uitvoeren. Vooral burgers met relatief kleine bouwinitiatieven worden straks geconfronteerd met een substantiële verhoging van de kosten, omdat de kruisfinanciering weg valt. Er is nog een ander probleem en dat is de beschikbaarheid van gecertificeerde kwaliteitsborgers. De beroepsvereniging schat dat er 850 nodig zijn, maar die zijn er niet. Het zijn bureaus of kleine zelfstandigen en zij zullen eerder kiezen voor de aantrekkelijke opdrachten (seriematige woningbouw) en laten de lastige bouwinitiatieven (kleine bouwinitiatieven en verbouw/restauratie binnenstedelijke omgeving) liggen. Een beperkt aanbod en een grote vraag creëren schaarste en dat heeft direct invloed op realiseren van de afgesproken bouwvolumes. Het zou weleens kunnen betekenen dat de woningbouw stil komt te liggen en dat de gevolgen groter zijn dan de stilstand vanwege stikstof. De Wkb geldt voor 80 tot 90 procent van alle aanvragen. Door de Wkb verandert de rol en positie van gemeenten fundamenteel. Impactanalyses laten zien dat er uitgaande van het huidige beschermingsniveau, bij de gemeenten werkzaamheden vervallen. Er wordt na invoering van de Wkb niet meer vooraf getoetst. Het is een hard gelag voor gemeenten. De lege-inkomsten voor het aanvragen van een deel van de omgevingsvergunningen vervallen, terwijl gemeenten wel aan de bouw gerelateerde werkzaamheden uit moeten voeren. De Wkb privatiseert alleen de technische aspecten van de bouw. En daar wringt de schoen pas echt. UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. Gemeenten blijven verantwoordelijk voor ruimtelijke ordening (bestemmingsplan, omgevingsvisie), handhaving, veiligheid, welstand, klachten en meldingen, maar daar staan op geen enkele manier vergoedingen tegenover. Als een wet geen oplossing is voor een echt bestaand probleem, dan verwacht ik dat de minister de Wkb stilletjes in een diepe bureaulade laat verdwijnen. Mocht de minister toch vasthouden aan de invoering van de Wkb, dan moet er echt meer informatie komen over de impact ervan. Onder meer door een ruimer aantal proefprojecten op te zetten. Ik wil weten hoe het vergunningenproces verloopt, wat de kosten en baten zijn en of er straks voldoende opgeleide kwaliteitsborgers zijn. Nu zijn dit drie vragen zonder antwoord. Er is nagenoeg geen proefproject van de grond gekomen en wat wel van de grond kwam, is niet representatief of er ontbraken spelregels. Dat is echt te weinig om deze ingrijpende wet in te voeren. Joa Maouche, wethouder voor GroenLinks in Renkum en bestuursvoorzitter van de Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 DOOR: MICHEL S. DE VRIES BOEK RECENSIE 39 NA ARTSEN NU BESTUUR AAN ZET CORONA VRAAGT NORMATIEF BELEID Bekende bestuurders en deskundigen geven in dit boek hun perspectief op de neveneffecten van beleid ten tijde van de coronacrisis. Het gaat over de bedreigingen die het coronavirus met zich meebrengt, vooral voor kwetsbare groepen. Volgens hoogleraar economie Rinnooy Kan is herbezinning nodig. Denker des Vaderlands Daan Roovers hoopt dat de crisis leidt tot een lokaler leven, waarin mensen af willen zien van bijvoorbeeld vakanties in al te verre oorden. Hoogleraar ethiek Beate Roessler wijst op de noodzaak basisprincipes van de democratie te behouden en te versterken. Ook lokale bestuurders komen aan bod. Brabants cdk Wim van de Donk gaat in op de uiteenlopende aspecten die aan de huidige crisis zijn verbonden en de muterende visie op wat het probleem daadwerkelijk is en wat het beleid moet zijn. Paul Depla wijst als burgemeester van Breda op de noodzaak van een slim, innovatief en verbindend lokaal bestuur en biedt het perspectief van de sociale verzorgingsstad. Hoogleraar besturen van veiligheid Ira Helsloot beschrijft de onbedoelde gevolgen van het beleid en vooral de economische crisis die onvermijdelijk zal volgen. Hij pleit voor een rationele afweging van kosten en baten en een bredere acceptatie van onveiligheid. Ook internist Marcel Coronacrisis is veel meer dan louter gezondheidsprobleem Levi wijst op de neveneffecten van beleid en de lessen die de coronacrisis ons leert, net als econonoom Jacobs. Die laatste concentreert zich op de door de crisis blootgelegde ongelijkheden in de samenleving, of het nu gaat om bijvoorbeeld toegang tot de zorg, de arbeidsmark of het onderwijs. Het slotwoord is voor burgemeester Femke Halsema van Amsterdam. Zij benoemt de neveneffecten van globalisering en de maatschappelijke ongelijkheden die adequaat overheidsbeleid vragen. Alle bijdragen wijzen erop dat de coronacrisis veel meer is dan louter een gezondheidsprobleem. De te maken keuzes vereisen normatieve en politieke waarderingen in plaats van de technisch ingestoken oplossingen van virologen. Cruciaal zijn de blootgelegde ongelijkheden in de samenleving. Wat alle bijdragen eveneens suggereren, is dat bestuurders die hun beleid alleen baseren op medische experts en virologen wel de fout in moeten gaan, gegeven de neveneffecten van zulk beleid. De crisis roept een veelheid op aan maatschappelijke en bestuurlijke vragen. Bestuurders zouden zich bewust moeten zijn van de onbedoelde neveneffecten die hun beleid altijd met zich meebrengt en veel beter moeten nadenken over de bredere vraagstukken. Een verstandige suggestie. CITAAT UIT HET BOEK ‘Er valt niet te ontsnappen aan een her bezinning op de uitgangspunten achter de wijze waarop wij onze samenleving nationaal en internationaal hebben georganiseerd’ ADVERTENTIE NA DE QUARANTAINE Alexander Rinnooy Kan, Paul Depla, Wim van de Donk, Ira Helsloot, Bas Jacobs, Marcel Levi, Beate Roessler & Daan Roovers. Uitgeverij Balans, 2020 9,95 euro

AANBESTEDING ONDERSTEUNING SOCIAAL DOMEIN HET BELANG VAN PROCESMANAGEMENT VOOR COMPLEXE BESLUITVORMING Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ ErasmusAcademie TOEKOMSTBESTENDIG WONEN IN ALPHEN AAN DEN RIJN Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/Stipter Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/Arcadis vindsubsidies Publieke sector

VOORUITKIJKEN IN CRISISTIJD EEN VOORSPRONG DOOR VERANDERVERMOGEN HOE WONEN WE IN 2040? Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/Total Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/BDO Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ Companen

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 foto: corine zijerveld fotografie(c)2020 42 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: YOLANDA DE KOSTER EN JOSÉ SALHI 41 mensen willen burgemeester van Terschelling worden. Het gaat om 13 vrouwen en 28 mannen tussen de 43 en 63 jaar. De meeste kandidaten zijn van de VVD (10) gevolgd door 8 partijlozen en 5 van het CDA. Ook D66, GL en ‘lokalo’s’ dingen mee. HANS TEUNISSEN Gennep krijgt een nieuwe burgemeester. De gemeenteraad heeft Hans Teunissen (D66, 57) voorgedragen. Teunissen volgt waarnemer Willibrord Verbeek (VVD) op, die dan bijna een jaar waarnemer is geweest. De nieuwe burgemeester is nu nog zelfstandig ondernemer met een adviesbureau op het gebied van de leefomgeving. Hij was eerder gedeputeerde in Limburg en wethouder in Venray. Voor de functie hadden zich 41 kandidaten gemeld. NELLY KALFS Nelly Kalfs (59) is door de gemeenteraad van Lingewaard voorgedragen als burgemeester. Ze volgt in september waarnemend burgemeester Josan Meijers op die na het vertrek van Marianne Schuurmans de honneurs waarnam. Kalfs is sinds maart 2016 hoofdingenieur-directeur bij RijkswaterstaatOost. Daarvoor werkte zij onder meer als hoofd verkeersonderzoek bij de gemeente Amsterdam. Kalfs is niet verbonden aan een politieke partij. FRED VAN TRIGT De gemeenteraad van Zoeterwoude heeft Fred van Trigt (CDA, 58) voorgedragen als nieuwe burgemeester. Van Trigt is nu nog wethouder in Hillegom. Hij volgt Liesbeth Bloemen op die met pensioen gaat. Er hadden 26 mensen op de functie ge solliciteerd. De installatie van Van Trigt is voorzien op 7 oktober. RICK NILLESEN In Beesel is Rick Nillesen (38) benoemd tot nieuwe gemeentesecretaris. Hij volgt Ellen Janssen op, die op 1 april afzwaaide. Nillisen nam sindsdien de functie van gemeentesecretaris/algemeen directeur al waar. Hij trad in april 2018 toe tot het managementteam van de gemeente Beesel en was hoofd Algemene Zaken. Voordat Nillesen in Beesel aan de slag ging, werkte hij ruim veertien jaar bij de gemeente Roermond, o.a. als strategisch projectleider. KOMEN & GAAN EVERT VOORN In Venray start op 1 september Evert Voorn (57) als nieuwe gemeentesecretaris/algemeen directeur. Hij werkt nu nog bij Capgemini Consulting. Vanuit die functie werkte hij onder meer voor het ministerie van Binnenlandse Zaken, het UWV en de Nationale Politie. BOUDEWIJN REVIS De Haase wethouder Boudewijn Revis (VVD) stapt op. Hij wordt per 1 oktober directeur terreinbeheer en ontwikkeling bij Staatsbosbeheer. Revis begon in 2008 als raadslid in Den Haag en werd in 2010 fractievoorzitter. Sinds 2012 is hij wethouder. CEES VERMEER De Bredase gemeentesecretaris Cees Vermeer wordt per 1 september de nieuwe directeur van de Dienst Gezondheid & Jeugd en directeur Publieke Gezondheid voor de regio Zuid-Holland Zuid. Hij volgt Karel van Hengel op. Vermeer was eerder onder meer gemeentesecretaris in Zaanstad, concerndirecteur in de gemeente Leiden, directeur van de Algemene Rekenkamer en directeur bij Rijkswaterstaat en het ministerie van VWS. MARNIX PHILIPS Op 1 oktober begin Marnix Philips (43) als griffier van de Haarlemse gemeenteraad. Hij is nu nog raadsgriffier in Amstelveen. Philips volgt Josine Spier op, die sinds 1 april 2020 raadsgriffier in Groningen is. Philips werkte eerder als griffier in de gemeente Hollands Kroon en daarvoor bij adviesbureau Necker van Naem.

foto: Martijn Beekma BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 foto: Guy Ackermans foto: corine zijerveld fotografie(c)2020 foto: Kees Winkelman PERSONALIA 43 BANEN IN PROVINCIES LIES SPRUIT De gemeenteraad van Lisse heeft burgemeester Lies Spruit (PvdA, 64) voorgedragen voor herbenoeming. Haar huidige ambtstermijn loopt in november af. Spruit wilde graag voor een tweede termijn bijtekenen. De nieuwe ambtstermijn gaat in op 5 november. ARIE VAN ERK De raad van Hillegom heeft burgemeester Arie van Erk (62) aanbevolen voor herbenoeming. ‘De komende 6 jaar ben ik weer graag uw kopman’, stelde Van Erk nadat de gemeenteraad tot herbenoeming had besloten. Zijn eerste termijn loopt af op 2 december. ASTEN Voor het burgemeestersambt van Asten zijn dertig gegadigden. Zestien mannen en veertien vrouwen hebben gesolliciteerd. 28 kandidaten waren of zijn burgemeester of wethouder. Twee sollicitanten zijn werkzaam in de particuliere sector of hebben een vrij beroep. Burgemeester Hubert Vos (CDA) stopt op 15 januari 2021 en gaat met pensioen. Vos werd in 2012 benoemd. JOCKO RENSEN Bunnik heeft een derde wethouder. Jocko Rensen (53) was door de fracties P21 en De Liberalen gezamenlijk voorgedragen. Rensen was eerder wethouder in Houten en Montfoort. Hij kent de provincie, de regio en de gemeente goed. 2019: 10.024,1 fte 2018: 9.645,4 fte LICHTE STIJGING Het aantal fte’s bij provincies is in 2019 iets gestegen ten opzichte van 2018. In alle provincies nam het aantal fte’s toe, behalve in Noord-Brabant. Daar daalde het aantal fte’s van 1.120,1 naar 1.080,6. LEO BOSLAND Leo Bosland is op 22 juli geïnstalleerd als de nieuwe wethouder voor GroenLinks in Wageningen. Bosland gaat zich bezighouden met gezondheid & welzijn, jeugd & onderwijs, voedsel en 4 en 5 mei. Hij volgt Lara de Brito op die om gezondheidsredenen is afgetreden. Bosland heeft 20 jaar bestuurlijke ervaring in diverse kleine en grote gemeenten en in het sociaal domein. MAARTEN OLTHUIS De nieuwe griffier van Reusel-De Mierden wordt Maarten Olthuis. Hij volgt Hans van Berkel op die met pensioen gaat. Olthuis werkt sinds 2011 voor de gemeente. Hij is momenteel veiligheidscoördinator en bestuursadviseur. OPROEP Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlands bestuur.nl/personalia BURGEMEESTERS VACATURE UTRECHT Het burgemeesterschap van Utrecht is vacant sinds 1 juli 2020. De gemeente heeft circa 357.600 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 11.431,71 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 11 september 2020. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 17 juli op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 foto: Aedes Simone-Michelle de Blouw 44 PERSONALIA CARRIÈRE OVERLEDEN Oud-burgemeester Peter Bannink (89) is overleden. Hij was van 1979 tot 1999 burgemeester van de Gelderse gemeente Hummelo en Keppel. PIETER MEEKELS De opvolger van Willemien Vreugdenhil (voormalig wethouder Ede) als voorzitter van de pijler Economie en Werk van het Stedennetwerk G40 is Pieter Meekels. Hij was al vice-voorzitter. Meekels is wethouder in Sittard-Geleen en coördinerend wethouder economie in Zuid-Limburg. JASPER VERSTAND De Renkumse wethouder Jasper Verstand (D66) vertrekt per 1 oktober. Hij vindt het tijd voor een andere balans werk-privé en voor een andere invulling van zijn werkzame leven. Verstand was veertien jaar actief in de Renkumse politiek, waarvan de laatste zes jaar als wethouder. Oud-burgemeester Bernhard van Haersma Buma (CDA) is op 88-jarige leeftijd overleden. In 1962 werd hij benoemd op zijn eerste burgemeesterspost Workum. Acht jaar later werd hij burgemeester van Sneek. Dat bleef hij 23 jaar. Odi Bouwmans (CDA), oud-burgemeester van o.a. Helvoirt en Boxmeer, is op 76-jarige leeftijd overleden. Hij was eerder wethouder en loco-burgemeester in Bakel en Milheeze. RENSKE HELMER In Nijmegen stopt wethouder Renske Helmer-Englebert (SP) per 1 september. Voor goed herstel na de behandeling van borstkanker is er ruimte nodig. Helmer kwam na een korte hersteltijd terug in het college, maar het herstel blijkt toch meer tijd te vragen. Helmer is sinds 2014 wethouder. ADVERTENTIE MARTIN VAN RIJN Martin van Rijn (1956) wordt per 1 september de nieuwe voorzitter van Aedes. Hij is benoemd voor een periode van vier jaar. Van Rijn (PvdA) was de afgelopen maanden minister voor Medische Zorg. In het vorige kabinet was hij staatssecretaris van VWS. MARIEKE SCHOUTEN De Nieuwegeinse wethouder Marieke Schouten is verkozen tot de nieuwe voorzitter van de bestuurlijke tafel van Netwerk Water & Klimaat. Binnen dit netwerk werken 14 gemeenten, het waterschap, de provincie en de veiligheidsregio samen om de regio Utrecht Zuidwest waterrobuust en klimaatbestendig in te richten. Certus Groep organiseert traineeprogramma’s die op uw organisatie worden afgestemd. Wij helpen gemeenten in het creëren van een evenwichtige leeftijdsopbouw in het personeelsbestand en het gericht opleiden en binden van talent. Traineeprogramma Certus Groep Ontdek onze vijf programma’s: • Traineeprogramma Verkeer • Traineeprogramma Ruimtelijke Ontwikkeling • Traineeprogramma Jeugd • Traineeprogramma Wmo • Traineeprogramma Informatiemanagement Binnen onze traineeprogramma’s worden talenten opgeleid tot vakspecialisten die integraal samenwerken en klaarstaan voor de uitdagingen van de toekomst. Wij helpen u in het werven, opleiden en begeleiden van overheidstalenten die direct van toegevoegde waarde zijn voor uw organisatie. Meer informatie? Onze adviseurs helpen u graag 088-0115000 advies@certusgroep.nl www.certusgroep.nl

INDEX 45 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Bestman / Gemeente Oldebroek Bestman / Gemeente Zandvoort Colourful People / Vrije Universiteit Geerts & Partners / Reinigingsdienst Westelijke Mijnstreek (Rwm) Gemeente Arnhem Gemeente Delft Gemeente Ede Gemeente Hoeksche Waard Gemeente Noordwijk Gemeente Utrecht JS Consultancy / Gemeente Zwolle JS Consultancy / SED Necker van Naem / Gemeente Heemskerk Zeelenberg / Gemeente Baarn BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN 8RHK Ambassadeurs Duo+ gemeentesecretaris / algemeen directeur gemeentesecretaris directeur bedrijfsvoering Djamilla van der Heijden / Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant regiomanager kredietbank limburg Geerts & Partners / Gemeente ‘s-Hertogenbosch senior-onderzoeker chef kabinet voorzitter en lid commissie voor de bezwaarschriften strategisch adviseur team strategie strategisch partner burgemeester directeur sociaal domein afdelingshoofd kwaliteit en bedrijfsvoering griffier gemeentesecretaris / algemeen directeur adviseur public affairs en lobby in den haag / doetinchem backoffice medewerker burgerzaken FINANCIËN EN ECONOMIE Djamilla van der Heijden / Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant afdelingshoofd financiën en control Gemeente Den Haag Gemeente Huizen Gemeente Scherpenzeel Justitiële Informatiedienst Meerinzicht Meerinzicht Openbaar Lichaam Bonaire Publiek Netwerk / Gemeente Almere Publiek Netwerk / Gemeente Vlaardingen Wageningen University & Research JURIDISCH Gemeente Stichtse Vecht Justitiële Informatiedienst breed inzetbare jurist met hart voor de klant privacy-adviseur Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl senior inkoopadviseur teamleider belastingen, woz en verzekeringen medewerker crediteuren administratie inkoopadviseur adviseur financiën vakgroep ruimte en economie coördinator cluster ao/ib afdelingshoofd financiën ad interim strategisch business controller ruimtelijk domein strategisch adviseur planning & control adviseur subsidies en contracten lo afdelingshoofd publieke dienstverlening directeur-bestuurder Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 47 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 47 pagina 46 pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 46 INDEX MILIEU Gemeente Den Haag JS Consultancy / Gemeente Westerkwartier JS Consultancy / Gemeente Westerkwartier Provincie Overijssel OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Gemeente Amstelveen HLT samen RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep Holding / Gemeente Bodegraven Reeuwijk Certus Groep Holding / Gemeente Bunnik Certus Groep Holding/ Gemeente Bunnik Gemeente Borsele Gemeente Den Haag Gemeente Hilversum Gemeente Houten Gemeente Nieuwegein Gemeente Papendrecht Gemeente Wageningen Gemeente Westland Hoogheemraadschap van Delfland Intermaris Waterschap Vechtstromen SOCIAAL BMC BMC Duo+ Gemeente Den Haag Gemeente Den Haag Gemeente Deurne Gemeente Houten Gemeente Utrechtse Heuvelrug Gemeente Veenendaal JS Consultancy Meerinzicht VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Geerts & Partners / Gemeente Heerlen VNG Realisatie m.e.r. coördinator team milieu en gebiedsgericht werken strategisch adviseur medewerker milieu communicatieadviseur stikstof Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl auditor veiligheid & handhaving beleidsadviseur openbare orde en veiligheid senior projectleider gebiedsontwikkeling strategisch beleidsadviseur fysiek domein toezichthouder fysieke leefomgeving senior medewerker geografische informatie programmamanager ruimte senior projectmanager gebiedsontwikkeling medewerker grondzaken programmaregisseur mobiliteit en verkeer adviseur bedrijfsbureau ruimte senior projectleider complexe plannen (aankomend) projectleider vastgoedonderhoud specialist civiele techniek (watersysteem) adviseur rechtmatigheid opleiding inkomensconsulent senior klantmanager jeugd inkoopadviseur manager jeugd en maatschappelijke ondersteuning beleidsonderzoeker maatschappelijke voorzieningen functioneel beheerder sociaal domein beleidsmedewerker sociaal domein strategische beleidsmedewerker sociaal domein adviseurs ambassadeur taskforce wonen en zorg consulent leerplicht / rmc communicatiestrateeg tijdelijke opdracht: strategisch adviseur marketing, branding en visualisatie OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 47 pagina 47 pagina 47 Binnenlandsbestuur.nl strategisch adivseur ontwikkeling en grondzaken / teamcoördinator Binnenlandsbestuur.nl secretaris commissie bezwaarschriften Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Strategisch Business Controller Ruimtelijk Domein Deskundig Adviseur • Spin in het web • Creatief & Oplossingsgericht Strategisch Adviseur Planning & Control Financiële schakel • Kritische verbeteraar • Energiek & Verbindend Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl

Certus Groep begeleidt u in uw overheidscarrière Senior Projectleider Gebiedsontwikkeling 32 tot 36 uur | Schaal 12 Strategisch Beleidsadviseur Fysiek Domein 32 tot 36 uur | Schaal 11 • Zelfsturende organisatie • Trekt In een integraal projectteam diverse, complexe gebiedsontwikkelingen • Strategische inbreng rondom gemeente-brede vraagstukken •    is een pre Koen Salet 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl • Begeleidt groeiopgave Bunnik • Verbindende schakel voor het team RO • Verantwoordelijk voor het strategisch beleid • Implementatie van de Omgevingswet Bas Auckel 06-14826889 basauckel@certusgroep.nl Toezichthouder Fysieke Leefomgeving 24 tot 36 uur | Schaal 8 • Verbindende schakel tussen buiten en binnen • Toezicht op verleende omgevingsvergunningen • Handelt klachten en meldingen af • Toezicht op handhavingsdossiers Bas Auckel 06-14826889 basauckel@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Afdelingshoofd Financiën Ad Interim   Breng samen met ons ‘De Achterhoek Dichtbij’ Deze tijd vraagt om de Achterhoek! Wij zijn 8RHK ambassadeurs: ondernemers, maatschappelijke organisaties en overheid, samenwerkend in een unieke smart governance. Wij bieden volop ruimte voor innovaties bij onze hightech maakbedrijven en slimme agrofoodsector in een prachtige, groene leef- en werkomgeving. Zet jij samen met ons de Achterhoek op de kaart in Nederland? Heb jij de juiste opleiding en werkervaring én klopt je hart voor onze regio? Solliciteer dan nog vandaag. Wij zoeken een         Den Haag / Doetinchem (27-36 uur, wo-niveau) Kijk voor meer informatie op www.werkeningelderland.nl VACATURE

Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? Directeur Sociaal Domein 36 uur | schaal 16 max. € 118.352,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren, daadkrachtig en inspirerend manager met kennis van en visie op het sociaal domein. Geeft vanuit een verbindende rol richting en sturing aan de hervorming van het sociaal domein. Is koersvast, onafhankelijk en is een stevige sparringpartner voor bestuur en management. Uitstekende samenwerkingspartner op alle niveaus. Is als MT-lid integraal verantwoordelijk voor organisatiesturing. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Strategisch Adviseur 36 uur | schaal 12 max. € 80.329,- bruto per jaar Ervaren strategisch adviseur die uitstekend gedijt in een nieuwe organisatie in ontwikkeling en die de gemeente Westerkwartier goed positioneert. Heeft affiniteit met het fysieke domein en heeft een basisplaats in het team duurzaamheid, maar werkt voor de hele organisatie. Netwerker die regionale samenwerking bevordert. Geeft advies over domeinoverstijgende vraagstukken. Visionair en verbinder met bestuurlijke sensitiviteit. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Afdelingshoofd Kwaliteit en Bedrijfsvoering 36 uur | schaal 12 | max. € 81.683,- bruto per jaar (incl. IKB) Op inspirerende en coachende wijze leidinggeven aan een divers team in een veranderende omgeving. Vertalen van strategische doelen in haalbare opdrachten. Versterken van integrale samenwerking in een complex krachtenveld. Focus op optimalisatie van (administratieve) processen. Bekend met domein Samenleving én control & compliance. Kennis en ervaring met bedrijfsvoering rondom decentralisaties. Strategisch denker. Helicopterview, besluitvaardig en analytisch. Interesse? Bel Ellen Koster 06 - 101 625 64 Medewerker Milieu 36 uur | schaal 9 max. € 55.377,- bruto per jaar Interessante rol met divers takenpakket bij een organisatie in ontwikkeling voor een kandidaat met kennis van milieuwetgeving. Beantwoordt vragen van inwoners en bedrijven en brengt advies uit over milieugerelateerde vraagstukken. Vertaalt milieubeleid naar uitvoering. Behandelt milieuaanvragen, meldingen en ontheffingen en bezwaar en beroep. Is communicatief sterk, klantgericht, collegiaal, adviesvaardig en politiek sensitief. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
Home


You need flash player to view this online publication