0

CORONA & ICT DIGITALISERING KRIJGT BOOST 16 STIKSTOFSATELLIET VANUIT DE RUIMTE DE UITSTOOT METEN 30 FORUM IN DE STATEN DE BALANS NA 1 JAAR MEEBESTUREN 33 17 april 2020 | week 16 | jaargang 41 8 2020 BINNENLANDS BESTUUR GEMEENTEN WILLEN ONDANKS CORONA VAART HOUDEN IN PROJECTEN ONLINE DOOR MET BURGERINSPRAAK Kom het verschil maken bij BMC, in een van onze uitdagende functies. www.bmc.nl/vacatures ONAFHANKELIJK MAGAZINE VOOR BETROKKEN AMBTENAREN EN BESTUURDERS

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 02COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Ton Bestebreur, Brian van der Bol, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Simon Trommel, Michiel S. de Vries, Joost Zonneveld. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN sales@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. ‘Ook zonder virus was 1 januari 2021 onhaalbaar’ OPNIEUW UITSTEL INVOERING CORONA EN DE OMGEVINGSWET Je zag het maanden aankomen, toch kwam het onverwacht. Tijdens de piek van het aantal corona-opnames in de ziekenhuizen werd de invoering van de Omgevingswet weer eens uitgesteld. ‘De combinatie van een stevige implementatieopgave en de maatregelen rond het coronavirus heeft grote impact op alle partijen die werken aan de Omgevingswet’, schreef minister Van Veldhoven (Binnenlandse Zaken) op 1 april aan de Tweede Kamer. Daardoor kost invoering van de wet meer tijd dan verwacht. Onverwacht nieuws, omdat het oordeel van het Bureau ICT-Toetsing (BIT) bij het bepalen van de invoeringsdatum doorslaggevend leek. Dat rapporteert pas later dit voorjaar over het voornaamste obstakel voor de invoering: het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Dat oordeel heeft Van Veldhoven niet willen afwachten. Een kritisch gateway review was genoeg. De timing kon niet beter: in alle corona-commotie viel het nieuws buiten de vakspecialisten nauwelijks iemand op. Zo blijft de politieke schade beperkt. Maar die is er natuurlijk wel degelijk. Wie voor de derde keer een wet uitstelt, maakt zich er als ministerie niet betrouwbaarder op. Hoe hard zijn toekomstige deadlines nog? Na het vorige uitstel besloten enkele gemeenten hun voorbereidingen op de wet tijdelijk terug te schroeven. Dat zal gegeven de vele corona-uitdagingen nu niet anders zijn. Toch zal niemand betwisten dat het uitstel verstandig is. Met een gebrekkig functionerend digitaal loket is de Omgevingswet tot mislukken gedoemd: je kunt geen winkel openen als de kassa niet werkt. Het wetgevingsspoor en de aansluiting van gemeenten op het digitale stelsel blijven eveneens achter bij de planning. Zelfs zonder virus was invoering per 1 januari 2021 onhaalbaar. MARTIN HENDRIKSMA REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR Hopelijk kan het uitstel ook worden aangewend voor meer principiële discussies. Een groep juristen trok vorig jaar aan de bel over de door hen gevreesde explosie van gerechtelijke procedures als gevolg van de flexibeler regels van de Omgevingswet. En past die laissez-faire wetgeving überhaupt nog wel, nu van de overheid meer regie op de schaarse vrije ruimte wordt gevraagd? Tijd voor bredere bezinning. ADVERTENTIE JONG & ambtenaar 2020 Bestel nu gratis een exemplaar van het jaarboek JONG & ambtenaar 2020 via sales@binnenlandsbestuur.nl ALLES OVER WERKEN BIJ DE OVERHEID

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 INHOUD 03 18 COVERSTORY ONLINE PARTICIPATIE Nieuwbouwwijk De Groote Wielen moet de Bossche woningnood verlichten. De coronacrisis zette een dikke streep door de geplande inspraakavonden. De gemeente ging op zoek naar een digitaal alternatief. 6 JASPERT VERPLANKE COMMANDANT CORONA De veiligheidsregio’s gaan bij de bestrijding van het coronavirus over de openbare orde. De Commandant bevolkingszorg in Zaanstreek-Waterland voelt zich daar senang bij. ‘Je neemt een besluit en het wordt uitgevoerd.’ 33 ‘HEBBEN WE ONS DAAR ZO DRUK OM GEMAAKT’ 26 SERIE OORLOG RIJKSAANPAK WERKLOOSHEID De arbeidsbemiddeling werd in de Tweede Wereldoorlog centraal georganiseerd. Dit met het oog op de uitzending van arbeiders naar Duitsland. Dat zou na de oorlog zo blijven. Na de monsterzege van Forum voor Democratie bij de Statenverkiezingen van 2019 was de grote wens van partijleider Thierry Baudet: meebesturen. Op Limburg (en waarschijnlijk Brabant) na bleek dit overal onmogelijk. Hoe verging het de FvD-Statenleden? EEN JAAR FORUM IN DE PROVINCIALE STATEN NIEUWS Corona biedt kansen voor bouwsector ‘Één overheid’ komt nog niet van de grond Bij ontslag compenseert UWV niet altijd ACHTERGROND Digitalisering krijgt boost ESSAY ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. Gedrag sturen in crisistijd ACHTERGROND Vanuit de ruimte jagen op stikstof Nieuwe energie dankzij trainees Plan voor meer jonge EU-ambtenaren 22 30 36 40 4 5 11 16 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK KORT 5 GEERTEN BOOGAARD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK OPINIE PERSONALIA 12 15 25 43 44 45 48

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 04 NIEUWS RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS Om de bouwsector in de coronacrisis aan het werk te houden, proberen decentrale overheden vertraging in ruimtelijke projecten zoveel mogelijk te voorkomen. Bij sommige werkzaamheden wordt zelfs geprobeerd om die eerder uit te voeren OVERHEDEN PROBEREN PROJECTEN TE VERSNELLEN CORONA BIEDT KANSEN VOOR BOUWSECTOR Het waren alarmerende cijfers die het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) begin deze maand publiceerde: de coronacrisis zal volgens de voorspellingen van het EIB een zware wissel trekken op de bouwsector met een verwacht verlies van zo’n 40.000 banen. De bouwcrisis dreigt zo die van 2008 te gaan overtreffen. Toen kostte het de bouwwereld jaren om uit de crisis te komen. Het was dan ook niet vreemd dat bouwsector en overheden al aan het begin van de ‘intelligente lockdown’ de koppen bij elkaar staken. Ze maakten afspraken over veilig doorwerken in de bouw. Grote opdrachtgevers als Rijkswaterstaat en Prorail beloofden hun projecten gewoon door te laten gaan en waar mogelijk zelfs werkzaamheden, zoals het spoorwerk in de Schipholtunnel, eerder uit te voeren. Zoals het er nu naar uitziet, houden de overheden woord. Vooralsnog is er geen groot ruimtelijk project van een publieke opdrachtgever ‘on hold’ gezet. Provinciekoepel IPO inventariseert op dit moment hoe het staat met de provinciale projecten, en in hoeverre die sneller kunnen worden uitgevoerd. Door de afname van het verkeer heeft een wegafsluiting nu minder negatieve gevolgen. ‘De lege weg biedt mogelijkheden,’ zegt een woordvoerder van de provincie Zuid-Holland. ‘Dus wordt er nu gekeken hoe projecten naar voren kunnen worden geschoven. Veel plannen lopen nog wel even door, maar het is moeilijk om in te Onderhoud aan scholen en lege wegen versneld schatten hoe lang deze situatie aanhoudt.’ Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) raadt haar leden aan om werk te versnellen nu het rustig is op de weg. In de gemeente Groningen wordt daar wel naar gekeken, maar volgens woordvoerder Manon Hoiting is het verschuiven van de planning minder makkelijk dan het lijkt. ‘Vaak heeft werk aan de straat een planning die al heel lang vastligt. Die is niet zo makkelijk te wijzigen. Wat we wel zien is dat straatwerk sneller gaat. Bij een groot herbestratingsproject op de universiteitscampus ligt de aannemer flink voor op schema, doordat het werk veel minder stil komt te liggen.’ TOEKOMSTIGE PROJECTEN Het grootste probleem voor de bouw is ook niet of de huidige projecten doorgaan, maar of toekomstige projecten nu al in gang zullen worden gezet. Woningcorporaties zullen in elk geval geen projecten stopzetten of annuleren vanwege de coronacrisis. Volgens Arthur van den Noord van corporatiekoepel Aedes lopen projecten nauwelijks vertraging op. ‘We horen wel dat onderhoudswerk bij huurders thuis wat lastiger is, maar daar worden meestal goede afspraken over gemaakt. Bijvoorbeeld door alleen het buitenwerk te doen, en het werk in de woningen uit te stellen.’ De corporaties zien wel dat toekomstige projecten vertraging dreigen op te lopen. ‘Het bouwtraject stokt bij gemeenten. Als het gaat om het aanwijzen van bouwgronden, de kosten van grond of het verlenen van vergunningen. Maar daar was voor de corona ook al sprake van.’ De VNG erkent dat het werken buiten het gemeentehuis wennen is. In een advies aan gemeenten stelt ze dat zowel gemeenten als bouwsector een nieuwe routine vinden moeten voor het afhandelen van en de besluitvorming over vergunningen, nu fysiek overleg niet meer mogelijk is. De bouwsector is het daarmee eens. ‘De intentie is goed, maar we zien dat gemeenten veel moeite hebben met werken op afstand,’ zegt Niels Wensing van Bouwend Nederland. ‘Eigenlijk is het nu de tijd om achterstanden in de bouwopgave in te lopen, maar het gaat nog te langzaam. Toch zien we dat gemeenten en bouwers bespreken hoe ze dit probleem aan kunnen pakken; hoe het onderhoud van lege wegen en schoolgebouwen kan worden vervroegd. Alleen samen kunnen we de bouw aan de gang houden.’

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 DOOR: YOLANDA DE KOSTER BESTUUR NIEUWS 05 De diverse overheidslagen werken onvoldoende samen bij grote opgaven als de energie- en warmte transitie, de woningbouw en de ambulantisering van de GGZ. Bij iedere opgave moet een op maat gesneden interbestuurlijke aanpak worden opgezet. BIJ AANPAK VAN GROTE TRANSITIE-OPGAVEN ‘ÉÉN OVERHEID’ KOMT NOG NIET VAN DE GROND Dat stelt de studiegroep Interbestuurlijke en Financiële Verhoudingen in zijn recent verschenen discussierapport ‘Nederland heeft 1 overheid nodig’. De studiegroep is een gezamenlijk initiatief van gemeenten, provincies, waterschappen en het rijk, met als doel overheden in staat te stellen om maatschappelijke opgaven beter op te pakken. De studiegroep heeft drie grote opgaven CARTOON BEREND VONK onder de loep genomen en constateert nogal wat knelpunten. Er is ten eerste ‘weinig gezamenlijkheid in de visie van overheden op de aard van opgaven.’ Dat komt deels door verkokering, maar ook door uiteenlopende belangen, rollen en ambities van de verschillende overheden. Vooral gemeenten ervaren een gebrek aan kennis en capaciteit bij de aanpak van complexe opgaven. De democratische legitimiteit van het overheidshandelen verzandt ‘in de complexiteit van de uitvoering.’ Als decentrale beleidsvrijheid wordt ingeperkt zonder dat daar de financiële verhoudingen zich op aanpassen, komen de financiële risico’s bij gemeenten te liggen, ‘omdat zij steeds beperktere mogelijkheden hebben om te sturen op hun uitgaven’. De studiegroep ziet spanning ontstaan tussen de (veronderstelde) beleidsvrijheid en de bekostigingssystematiek van taken. ‘Er lijkt sprake van een tegengestelde beweging door de beleidsvrijheid steeds verder in te perken, maar wel te streven naar bekostiging via vrij besteedbare middelen via het gemeente- en provinciefonds.’ Een overkoepelende visie, het betrekken van de juiste partijen en steviger regie zijn nodig om een effectieve aanpak van de grond te krijgen, concludeert de studiegroep. Daarnaast vragen veranderende bestuurlijke verhoudingen om een mogelijk ingrijpende update van de financiële verhoudingen.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 06 INTERVIEW JASPERT VERPLANKE DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: SAKE RIJPKEMA De veiligheidsregio’s zwaaien bij de bestrijding van het coronavirus de scepter over de openbare orde. Commandant bevolkingszorg in Zaanstreek-Waterland Jaspert Verplanke voelt zich daar senang bij. ‘Je neemt een besluit en het wordt uitgevoerd. Al die uren opleiding betalen zich uit.’ GRIP 4 LIJKT OP MILITAIRE OPERATIE ‘EEN OPDRACHT VOER JE UIT’ Het is Grip 4, maar dat is de natuur kennelijk ontgaan. De lente jubelt het uit. Geen wolkje of vliegtuigstreep aan de lucht. Zaandam fietst en wandelt zich suf. Het is nog de hele maand mooi weer. Alleen Tweede Paasdag schijnt wat kouder te worden. ‘Het zou nóg mooier zijn als het ook ging stormen en regenen, en dan lekker lang’, becommentarieert Jaspert Verplanke de weersgesteldheid in de Zaanstreek. Want ja, dan blijven we thuis omdat we niet naar buiten willen; nu moeten we thuisblijven, maar willen we naar buiten. ‘En daarom maak ik mij wel wat zorgen over het Paasweekeinde’, zegt de commandant bevolkingszorg van de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Verplanke. Jaspert Verplanke (53) is programmamanager duurzaamheid bij de gemeente Purmerend, maar met het oog op de coronacrisis dezer dagen commandant bevolkingszorg bij de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland. Hij gaat over alle gemeenteambtenaren die zich bezighouden met de coronacrisis. De veiligheidsregio omvat de Noord-Hollandse gemeenten Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland en Zaanstad, de politie, brandweer en de geneeskundige hulpverlening. Juist vandaag zijn alle ziekenauto’s van de ambulancepost Zaandam op het Prins Bernhardplein van de veiligheidsregio in Zaandam ontsmet omdat een aantal ambulancemedewerkers besmet bleek met het coronavirus. Het is op deze Goede Vrijdag druk in het gebouw van de veiligheidsregio in Zaandam. Ambulancepersoneel ploft even neer tussen de diensten in. Nuchterheid voert de boventoon. Niemand draagt een mondkapje of (blauwe) handschoentjes. De buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) in de regio doen dat ook niet. ‘Schijnveiligheid heet dat. Verkeerd gebruik kan zelfs een infectie veroorzaken’, aldus Verplanke. In Oostenrijk denken ze daar anders over. Iedereen die er een supermarkt binnenstapt, moet er een op. De helft van de Amerikanen gaat kennelijk met een mondkapje over straat. Hoofd infectiebestrijding van het RIVM Jaap van Dissel zei eerder deze maand dat het geen enkele zin heeft om mondkapjes te dragen als je op anderhalve meter van elkaar blijft. ‘Daar baseer ik mij op. Ik ben blij dat het kabinet luistert naar de experts van het RIVM’, zegt Verplanke. GETRAIND En dus doen wij het met een intelligente lockdown. Toch zou je je kunnen voorstellen dat een noodtoestand en totale lockdown voor de veiligheidsregio gemakkelijker werken is. U schept zomaar een luchtje? Geen gezever, hup, een enorme boete. Zo pakken ze dat in Spanje aan. ‘Zo’n lockdown zou in Nederland niet werken’, reageert Verplanke. ‘Wij handhaven vanuit de crisisbeheerorganisatie een intelligente lockdown. Mensen worden geacht hun eigen verantwoordelijkheid te nemen. Dat past bij ons. Wij realiseren ons dat er nog steeds grijstinten zijn. En onze boa’s kunnen prima beoordelen of het niet tóch zwart of wit is.’ Hij is het roerend eens met de Bredase wethouder Greetje Bos, die vorige maand in Binnenlands Bestuur zei dat boa’s geprofessionaliseerd zijn. Verplanke: ‘Boa’s kunnen dit werk aan. Natuurlijk maken ze fouten. De politie ‘We zijn nu meer van lik op stuk’ maakt ze ook, ik maak ze. Het boeiende is dat een fout van een boa breed wordt uitgemeten. “Zie je wel, ze kunnen er niets van”. Dat is onzin. Ze zijn goed opgeleid en getraind in sociale vaardigheden.’ De 85 boa’s die in de acht gemeenten van Zaanstreek-Waterland rondlopen, staan in de frontlinie van de strijd tegen het coronavirus. De avond voor we elkaar treffen, is een boa in Roosendaal gemolesteerd. Hij had met zijn collega’s op een voetbalveldje jongeren aangesproken. ‘Wij hebben zoiets in onze regio nog niet meegemaakt’, zegt Verplanke. ‘Daar ben ik erg blij mee. Boa’s proberen de opdrachten die ze krijgen zo goed en zo kwaad mogelijk uit te voeren. Onze boa’s kunnen nu bestuursrechtelijk én strafrechtelijk handhaven.’ Dat doen ze in twee grotere gemeenten en in zes kleinere. ‘We kunnen de boa’s overal in de regio inzetten en we krijgen hulp. Tussen Oostzaan en Landsmeer ligt het natuurgebied ‘t Twiske van het recreatieschap Noord-Holland. Zij zetten hun boa’s nu in dat natuurgebied in. De parkeerplaatsen zijn er tot nader order ook gesloten.’ De boa’s in Zaanstreek-Waterland gaan inmiddels met een tien pagina’s dikke noodverordening op pad. Bootjes op het water, motorrijders, voetbalkooien, skateveldjes. ‘Jongeren vallen dan op. Je ziet ze zitten, ze staan bij elkaar. Maar vlak de ouderen niet uit. Wat ons opvalt: in iedere laag van

r BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 INTERVIEW 07 CV JASPERT VERPLANKE (Axel, Zeeuws-Vlaanderen, 1967) zat op de mavo, havo en vwo en studeerde bestuurskunde in Tilburg. In 1987 ging hij in militaire dienst en 1993 keerde hij terug bij de landmacht als tweede luitenant bij het Korps Commandotroepen. In februari 1995 liep hij in Srebrenica op een landmijn. Verplanke werkt sinds juli 2009 bij de gemeente Purmerend. Hij is programmamanager duurzaamheid bij de gemeente Purmerend en thans algemeen commandant team bevolkingszorg bij de veiligheidsregio ZaanstreekWaterland.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 08 INTERVIEW JASPERT VERPLANKE de bevolking is groepsvorming. Jong én oud.’ De tijd van uitleggen en begrip tonen is wel zo’n beetje voorbij. Verplanke: ‘De hoofdlijn is: we gaan niet meer zeggen: “Mijnheer, mevrouw, u mag niet zo dicht bij elkaar lopen”. We hoeven niemand meer te vertellen dat er maatregelen zijn genomen. Nu is het: “U wist het, u bent gewaarschuwd, u houdt zich niet aan de regels, dus bats een boete.” We zijn nu meer van lik op stuk.’ CHEMIE Dat betekent niét dat boa’s altijd rücksichtloos bonnen uitdelen en dat een gesprek onmogelijk is, aldus Verplanke. ‘We begrijpen bij de veiligheidsregio goed dat ondernemers zwaar worden getroffen door de coronamaatregelen en dat ze op allerlei manieren proberen hun werk voort te zetten. Gelijk hebben ze. Toen de eerste coronamaatregelen werden geïntroduceerd, werden we overspoeld met oproepen van mensen om restaurants te beboeten die aan huis wilden bezorgen. Want hoe konden ze dat nou veilig doen? Dat hebben we niet gedaan. We zijn in gesprek gegaan en we hebben ze geadviseerd over hoe ze hun toko aan de praat konden houden. Maar soms gaat een ondernemer te ver. We spreken hem eerst vermanend toe. Als hij doorgaat, dan treden we op. Onlangs hebben we met bestuursdwang een sportschool gesloten. Je kunt wel een boete van 4.300 euro geven, maar dat kun je in deze tijd eigenlijk niet maken.’ Omdat ons landje in de greep is van een ‘gecoördineerde regionale incidentenbestrijdingsprocedure’ (Grip 4 – een crisis waarbij meerdere gemeenten betrokken zijn), ligt de macht bij de handhaving van de openbare orde bij de voorzitters van ‘s lands 25 veiligheidsregio, en dat zijn de burgemeester van de grootste gemeenten. In Zaanstreek-Waterland is dat burgemeester Jan Hamming van Zaanstad. De burgemeesters van de andere gemeenten ondersteunen hem in een regionaal beleidsteam. Maar ‘discussies over maatregelen moeten nooit dat hoogste echelon halen’, zegt Verplanke. ‘Commandanten en de operationeel leider moeten ervoor zorgen dat problemen op een lager echelon worden opgelost. Conflicten mogen de chemie tussen de burgemeesters in de regio niet verpesten. Als er gedoe is over de beslissing van de voorzitter van de veiligheidsregio over een dorp of stad, dan betekent dat wij er op een lager niveau met dat dorp of die stad niet zijn uitgekomen. Bij Grip 4 kun je een gemeente dan een opdracht geven, maar Grip 4 gaat een keer voorbij en ik weet: bestuurders hebben het geheugen van een olifant.’ ‘Bestuurders hebben het geheugen van een olifant’ De lijnen met de ministeries zijn bij Grip 4 kort en de gezagsverhoudingen zijn duidelijk, waardoor ook snelheid is verzekerd, ervaart commandant bevolkingszorg Verplanke. Een mooi voorbeeld is de rappe organisatie van twee huisartsenposten in Purmerend en Koog aan de Zaan. Verplanke: ‘De voorzitter van de huisartsengroep in de regio vroeg om twee posten om de coronapatiënten af te kunnen zonderen van de andere patiënten. Zijn aanvraag kwam op dinsdagavond binnen. De hoofden opvang, de huisartsen, het Rode Kruis en Defensie gingen aan de slag en op vrijdag waren de posten in twee sporthallen klaar. Dat lukt alleen als je met Grip 4 gecoördineerd werkt.’ Heel goed dat Defensie haar verantwoordelijk neemt en meedoet, vindt Verplanke. ‘De inrichting van die huisartsenposten is een logistieke onderneming. Als je dat aan de genie van Defensie en het Rode Kruis vraagt, dan is het: geen probleem, gaan we regelen! Daar hoef je je geen zorgen over te maken. Huisartsen zijn niet van de logistiek, zij zijn van de zorg.’ De militaire aanpak ligt Verplanke wel. ‘Ik voel mij er niet bezwaard onder, laat ik het zo zeggen. Je neemt als veiligheidsregio een besluit over de sluiting van een toko of een gebiedsverbod en dat wordt uitgevoerd. Het is niet zo dat een besluit zomaar een beetje ronddwarrelt.’ LANDMIJN Gemeenteambtenaar en bestuurskundige Verplanke, hij studeerde af bij Paul Frissen in Tilburg, weet hoe een besluit bij een gemeente kan ronddwarrelen zonder ergens te landen. De oud-beroepsmilitair weet ook waar een besluit een besluit is – punt uit. Verplanke was in de jaren 90 beroepsmilitair bij het Korps Commandotroepen in Roosendaal. Zijn militaire carrière eindigde met een knal in februari 1995, toen hij als 28-jarige luitenant bij het verkenningspeloton 108 Commandotroepencompagnie in Srebrenica op een landmijn liep en het grootste deel van zijn linkeronderbeen verloor. ‘Je weet niet wat er zou zijn gebeurd, maar ik zag wel een verdere carrière voor mij bij Defensie’, zegt Verplanke, die juist nu in deze crisistijd vanwege een infectie in zijn stomp weer in een rolstoel zit. Grip 4 lijkt onmiskenbaar op militaire leest geschoeid. ‘Ik geef toe dat het nu prettig is dat ik een militaire achtergrond heb’, zegt Verplanke. ‘We werken in een vrij strakke hiërarchie.’ In Grip 4 is een regionaal operationeel team ingericht om de crisis te bestrijden. Dit team bestaat uit commandanten van de politie, de geneeskundige hulpverleningsorganisatie en de brandweer, uit een vertegenwoordiger van Defensie, een medewerker communicatie, een informatiemanager en de commandant bevolkingszorg. In Zaanstreek-Waterland is dit team aangevuld met een juriste. Zij worden aangestuurd door de operationeel leider. Jaspert Verplanke: ‘Natuurlijk moet je zelfstandig nadenken, maar een opdracht voer je uit. We hebben bij onze stafsectie bevolkingszorg dagelijks contact met de ambtenaren crisisbeheersing/openbare orde en veiligheid in onze regio. Wij kunnen weinig tot niets als zij ons niet voeden met informatie. Dat betekent dat je serieus luistert, maar het is niet zo dat we alles ter discussie stellen. Binnen een crisisorganisatie moet je kunnen zeggen: “Leuk, maar we gaat het zó doen”. Dat wordt geaccepteerd. Het is fijn om te zien dat die drill erin zit. Al die uren opleiding en training betalen zich uit.’ Na Pasen even gebeld. Hoe ging het in Zaanstreek-Waterland? Jaspert Verplanke: ‘We hebben sinds Goede Vrijdag zo’n 75 boetes uitgedeeld. Doordat we parkeerplaatsen en voetbalveldjes hadden gesloten en motorverkeer op de dijk in Waterland was verboden, viel de drukte mee en waren er niet zoveel samenscholingen. Zaterdagavond maakten de boa’s en de politie zich wel zorgen over het samenscholen van jeugd bij Twiske, Zaandam en Purmerend. De sfeer was soms gespannen, maar het liep niet uit de hand.’

Hans Oostendorp In memoriam 28 december 1978 - 8 april 2020 Hans was een fantastische collega en een geweldige directeur, adviseur en onderzoeker. Iemand met een enorm hart voor het openbaar bestuur. In die omgeving heeft hij echt zijn stempel gedrukt, en had hij invloed op de loopbaan van velen. ‘Is een burgemeesterschap niet iets voor jou?’, heeft hij tegen velen gezegd, alsook het tegenovergestelde. Naast een geliefde collega, was Hans de grote liefde van Marleen en een geweldige papa voor Stan, Anna en pas heel kort voor Gijs. Meer op onze website Necker.nl. Een laatste groet van je collega’s: Roel, Aafke, Lauryan, Marijke, Nicolette, Wouter, Anke, Anne, Babiche, Bas, Bert, Bianca, Bregje, Chris, Christine, Daan, Dick, Elsemiek, Emilie, Fleur, Frank, Gideon, Hans, Hans, Harmen, Herman, Inge, Irene, Jantine, Johan, Jordy, Jules, Kelsey, Laura, Lisette, Lotte, Lyke, Machteld, Mandy, Marieke, Marit, Maurits, Mieke, Nathalie, Niels, Nienke, Renée, Robert, Ruby, Sabine, Sander, Sander, Sjoerd, Stef, Stefanie, Tjarda, Vera, Willem en Wouter. Herinnering delen? Wij missen Hans immens en koesteren al onze herinneringen aan hem. Wil je jouw herinnering aan Hans delen, mail ons dan op herinnering@necker.nl. We bundelen al die herinneringen tot een betekenisvol aandenken aan Hans, dat zal blijven bestaan voor zijn vrouw, kinderen en familie. We verzamelen tot 1 juni 2020.

Je loopbaan zelf in de hand houden? Dat kan bij POSG. Plotselinge veranderingen in de maatschappij zorgen voor veranderingen op de arbeidsmarkt. De nieuwe werkelijkheid is uitdagend. Door zelf het heft in handen te nemen, houd je de regie over je loopbaan. POSG biedt je de zekerheid van een dienstverband waarbinnen je kunt ontdekken waar je affi niteit en je toekomst ligt. Zo vergroot je jouw ‘werkneembaarheid’ zoals wij het noemen en kom je met veerkracht uit deze tijd. En juist door die veerkracht, weten werkgevers je te vinden. Ontdek zelf hoe we je verder kunnen brengen op posg.nl Mobiliteitsadvies | Loopbaancoaching Interim | Werving & Selectie

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 DOOR: MICHEL KNAPEN JURIDISCH NIEUWS 11 Vanaf 1 april 2020 kunnen werkgevers, dus ook overheidswerkgevers, een compensatie krijgen voor de transitievergoeding die zij moeten betalen als zij een langdurig zieke werknemer ontslaan. Maar daar moeten ze niet altijd op rekenen. TRANSITIEVERGOEDING VOOR ONTSLAGEN ZIEKE AMBTENAREN BIJ ONTSLAG COMPENSEERT UWV NIET ALTIJD Sinds de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) in werking is getreden, kunnen ook overheidswerkgevers een transitievergoeding verschuldigd zijn als zij afscheid willen nemen van hun ambtenaren. Goed nieuws is dat vanaf 1 april die vergoeding door het UWV kan worden gecompenseerd bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met langdurig zieke werknemers. Maar die compensatie zullen ze niet in alle gevallen krijgen, zegt advocaat arbeids- en ambtenarenrecht Bob de Bruijn van Ten Holter Noordam Advocaten (Rotterdam). Vanaf 1 januari 2020 werken alle ambtenaren die onder de Wnra vallen met een arbeidsovereenkomst en hebben in bepaalde gevallen dus bij ontslag ook recht op een transitievergoeding. Ook ambtenaren die langdurig ziek zijn (langer dan twee jaar, 104 weken) kunnen bij ontslag zo’n vergoeding krijgen. In het bedrijfsleven is de transitievergoeding met ingang van 1 juli 2015 ingevoerd. Indien het einde van de periode van 104 weken ziekte na 1 juli 2015 lag en de arbeidsovereenkomst is beëindigd met betaling van de transitievergoeding, dan wordt de betaalde transitievergoeding in principe door het UWV gecompenseerd. Die datum is ‘de knip’, zoals De Bruijn het omschrijft: op die dag werd de Wet werk en zekerheid ingevoerd, samen met de transitievergoeding. Ambtenaren hebben te maken met een veel recentere ‘knip’: 1 januari 2020 – Ambtenaren hebben te maken met een recentere ‘knip’ vanaf die dag kunnen zij aanspraak maken op een transitievergoeding. LOONSANCTIE Als overheidswerkgevers bij ontslag van langdurige zieke werknemers zo’n vergoeding moeten betalen, worden zij dan ook gecompenseerd? ‘Dat kan, maar hoeft toch niet altijd het geval te zijn’, zegt De Bruijn, ‘hoewel ze er misschien wel op rekenen. De compensatie door het UWV is namelijk maximaal de transitievergoeding die is opgebouwd vanaf het begin van het dienstverband tot het moment dat de ambtenaar twee jaar ziek is. Als de periode van 104 weken ziekte al is verstreken vóór 1 januari 2020 en de arbeidsovereenkomst pas ná die datum wordt beëindigd, dan wordt de transitievergoeding niet door het UWV gecompenseerd. Vóór 1 januari 2020 bestond voor de ambtenaar namelijk nog geen recht op een transitievergoeding. Ambtenaren vielen toen nog niet onder het ‘normale’ arbeidsrecht.’ Eindigt de periode van 104 weken ziekte ná 1 januari 2020, dan kan een transitievergoeding wel worden gecompenseerd. Wordt het dienstverband nog voortgezet – de ambtenaar blijft na die 104 weken nog in dienst, bijvoorbeeld als gevolg van een door het UWV opgelegde loonsanctie – dan zal de hoogte van de transitievergoeding overigens oplopen. Zo’n loonsanctie kan door het UWV aan de werkgever worden opgelegd indien deze onvoldoende aan haar re-integratieverplichtingen heeft voldaan. De sanctie houdt in dat de werkgever verplicht is het loon van de werknemer een jaar langer door te betalen. Wil de overheidswerkgever na het ontslag een compensatie van de transitievergoeding, dan wordt deze alleen vergoed tot het bedrag aan transitievergoeding berekend naar de datum waarop de periode van 104 weken ziekte is verstreken – de rest van de transitievergoeding (opgebouwd tijdens de periode na 104 weken) is dan voor rekening van de werkgever. De Bruijn: ‘Het is goed dat overheidswerkgevers dit in het achterhoofd houden en er dus niet zondermeer van uitgaan dat de aan de arbeidsongeschikte ambtenaar betaalde transitievergoeding door het UWV in alle gevallen (geheel) zal worden gecompenseerd. Zeker niet in de situatie dat de periode van 104 weken ziekte al vóór 1 januari 2020 is verstreken.’

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 12 KORT BESTUUR EN ORGANISATIE KORTE METTEN MET VIRAAL NEPNIEUWS THUISWERKEN TECHNISCH VRIJ PROBLEEMLOOS VAKGEBIEDEN DIGITAAL RUIMTE EN MILIEU NOORDELIJK ENERGIENET UITGEBREID ‘Sinds een aantal jaar is het overduidelijk dat de ‘disruptie’ die digitale technologie met zich meebrengt ook van invloed is op de democratische rechtsstaat. Maar deze ontwikkeling stuit op een eigenaardige paradox; aan de ene kant worden digitale innovaties zoals internet als democratiserend gezien, door toegang tot informatie en tot bestaande instituten uit te bereiden, terwijl aan de andere kant het verlies van vertrouwen in democratieën wordt toegeschreven aan de verstorende werking van veranderende digitale informatiestromen.’ Dat schrijft Haye Hazenberg in de onlangs verschenen essaybundel Doen, durven of de waarheid? Democratie in digitale tijden. Waarheidsvinding kan door digitalisering worden verstoord, betoogt Hazenberg. ‘Digitale platformen vertekenen de democratie doordat ze interactie en vrijheid van meningsuiting versterken, maar tegelijk ook reflectie moeilijker maken. Vertekeningen van democratische waarheidsvinding richting populisme, technocratie of entertainment-democratie kunnen zo worden versterkt door digitalisering.’ Hazenberg, gepromoveerd aan de KU Leuven en senior beleidsmedewerker bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, is een van de jonge wetenschappers die in het essay verslag doet van hoe de vlag erbij hangt als het gaat om waarheidsvinding in onze democratie. De essaybundel is een initiatief van de Raad voor het Openbaar Bestuur en De Jonge Akademie van de KNAW. De bundel is te koop in de betere boekwinkel of te bestellen via de website van Amsterdam University Press (AUP). De bundel kost 19,99 euro en is ook verkrijgbaar als e-book. De toegenomen afhankelijkheid van de techniek zorgt ervoor dat tekortkomingen makkelijker aan het licht komen. In een enquête van Binnenlands Bestuur waar ruim zesduizend lezers aan meewerkten, geven bijna zes op de tien aan in ieder geval soms problemen te ervaren met het gebruik van de technieken. Een van de respondenten die niet tevreden is met de techniek, geeft aan waarom meer thuiswerken na de crisis niet hoeft: ‘Ict-voorzieningen te matig, geen groot scherm, traag internet.’ Wat betreft internetverbinding is dat een uitzondering, want negen op de tien respondenten menen dat de internetverbinding prima het vele thuiswerken aankan. Mensen gaven aan wélke technieken ze gebruiken: vrijwel iedereen gebruikt e-mail en gangbare communicatieprogramma’s zoals Whatsapp en Messenger, en net iets minder dan de helft gebruikt chat met videobeeld op een computer. Enkele programma’s die genoemd worden: GT Connect, Skype, Microsoft Teams, Facetime en Zoom. Tegelijkertijd wordt er veel aan gedaan om het thuiswerken mogelijk te maken. Negen op de tien geven aan dat er bij hun organisatie maatregelen genomen zijn om thuiswerken te faciliteren en zeven op de tien geven aan dat er voldoende ondersteuning is vanuit de werkgever bij technische problemen. Maar de meest gehoorde klacht blijft, zoals Binnenlands Bestuur al eerder berichtte en wat misschien ook de reden is dat zelfs goed werkende technieken niet the real thing zijn: het missen van collega’s. ‘Ik zou wel vaker via Skype vergaderen’, schrijft een respondent. Tegelijkertijd: ‘Ik mis contact met collega's.’ Er komt binnenkort meer ruimte voor duurzame energieprojecten in de noordelijke provincies. TenneT, de beheerder van het hoogspanningsnet, mag van de Autoriteit Financiële Markten (ACM) een deel van de capaciteit die nu moet worden gereserveerd voor storingen, gebruiken voor het transport van duurzame energie. Dat is goed nieuws voor gemeenten en energieregio’s. Die liepen nu aan tegen de beperkte ruimte op het electriciteitsnet, vooral in regio’s waar traditioneel weinig elektriciteit werd gebruikt en opgewekt. Plannen voor de aanleg van zonneparken en – in beperkte mate – windmolens waren daardoor moeilijk uitvoerbaar. Voor het transport van de stroom was geen plek in de beperkte infrastructuur van de regionale netbeheerders en TenneT. EXTRA CAPACITEIT TenneT verwacht dat met de maatregel voor de noordelijke provincies een extra transportcapaciteit van 500 MW beschikbaar komt. Dat is al op korte termijn: om de maatregel uit te voeren hoeft de beheerder geen fysieke infrastructuur aan te leggen. Volgens een woordvoerder van TenneT is de netbeheerder wel druk bezig om het hoogspanningsnet robuuster te maken, maar een daadwerkelijke fysieke uitbreiding is een langdurig proces. De maatregel geeft de noordelijke regio’s wat ruimte om lokale initiatieven, zoals de aanleg van zonnedaken op boerderijen en bedrijven en andere gezamenlijke burgerinitiatieven te steunen. De beschikbaarheid van duurzame stroom is voor veel regio’s en gemeenten van het grootste belang om de doelstellingen uit het Klimaatakkoord te halen.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 KORT 13 IN CIJFERS THUISWERKEN VÓÓR CORONA THUISWERKERS, WERKZAME BEROEPSBEVOLKING 2019 SOCIAAL JEUGDZORG BLIJFT TOCH TIJDSCHRIJVEN AMBTENAAR EN CARRIÈRE 3,5 JAAR CEL VOOR WITWASAMBTENAAR Thuiswerken Werkt niet thuis Werkt incidenteel thuis Werkt incidenteel thuis Werkt gewoonlijk thuis Werkt gewoonlijk thuis Klasse Geen vaste dag Op vaste dagen Vanuit eigen woning In eigen woning 0,5 0,9 0,4 Werkenden mln) 5,5 1,8 In 2019 werkte 39 procent van alle werkenden thuis. Het merendeel deed dat incidenteel en vaak niet op een vaste dag. De hoogste percentages thuiswerkers waren te vinden onder overheidsbestuurders, ict-managers en beleidsadviseurs. In 2019 faciliteerden 8 op de 10 grotere bedrijven telewerken.. Bron: CBS Het leek allemaal goed te gaan: speciaal adviseur Rita Verdonk stond tevreden op het podium van een zaaltje van voormalig cruiseschip ss Rotterdam, met aan haar weerszijden de driehoek van werkgevers, werknemers en de overheid. De jeugdzorg zou ‘ontregeld’ worden, hadden alle partijen net toegezegd, te beginnen bij het tijdschrijven, een administratieve bezigheid die veel jeugdzorgprofessionals de neus uit kwam. Verdonk kondigde aan dat 4 maart de ‘heldere deadline’ zou worden voor een akkoord. Op die zogenaamde schrapdag tijdens de Landelijke Schrapweek Jeugd moesten – de naam zegt het al – regels geschrapt worden. De consensus was dat tijdschrijven de eerste regel was die van boord gegooid moest worden. Want administratieve lasten vormen vertrekreden nummer één voor zorgpersoneel, vertelde FNV-bestuurder Maaike van der Aar. En de zorg zit al met personeelstekorten. ‘Professionals zijn veel uren per week kwijt aan papierwerk en dit is niet acceptabel. Er moet een einde komen aan het “gestolde wantrouwen” in de sector’, stond in het convenant dat naar aanleiding van die dag werd opgesteld. Maar die schijnbare consensus blijkt nu toch fragieler dan gedacht. Begin april melden de vakbonden dat de onderhandelingen over het afschaffen van het tijdschrijven zijn stukgelopen. Jeugdzorgprofessionals willen wel, schrijven FNV en CNV, ‘maar helaas is de achterban van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten nog niet zo ver.’ Sterker nog: ‘de meeste regio’s staan kritisch tot zeer kritisch tegen over afschaffen van tijdschrijven.’ Welke regio’s dat zijn, wil de FNV nog niet zeggen. In ieder geval is het tijdschrijven voorlopig nog geen verleden tijd. Een 45-jarige met strafontslag gestuurde ambtenaar krijgt 43 onvoorwaardelijke celstraf. Als wagenparkbeheerder van de gemeente Amsterdam drukte hij ruim 3 miljoen euro achterover en waste die vervolgens wit. Zijn vrouw werkte met haar man samen en kreeg 32 maanden cel. De rechtbank Overijssel constateerde dat de man zich ruim zeven jaar stelselmatig en op geraffineerde wijze schuldig maakte aan het medeplegen van oplichting en valsheid in geschrifte door het opmaken van valse facturen en van het geld van de betalingen van de gemeente Amsterdam een luxe leventje te leiden. Op kosten van de gemeente werden vliegreisjes gemaakt en juwelen, Porsches en drie snelle motorboten aangeschaft. Bijzonder kwalijk neemt de rechtbank het de verdachte dat hij oplichting en valsheid in geschrifte heeft gepleegd als ambtenaar en zo jarenlang structureel op omvangrijke schaal ernstig misbruik heeft gemaakt van gemeenschapsgelden. De praktijken van de man kwamen pas naar boven in een onderzoek naar zogenoemde ‘patserboten’. De raadslieden van de man voerden nog aan dat het gemeentebestuur laakbaar handelde door niet eerder in te grijpen. Dat veegde de rechtbank echter van tafel. ‘Dat er gebrekkige controle was bij de gemeente Amsterdam maakt het handelen van verdachte niet minder strafbaar.’ De rechtbank wijst erop dat de verdachte de oplichting en valsheid in geschrifte ontkent en daarmee geen blijk van inzicht in de kwalijkheid van zijn handelen geeft en er geen verantwoordelijkheid voor heeft genomen. De enige passende reactie is dan ook een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf.

Vraagstuk Jeugd Goedemiddag, Schulinck helpdes Hoe moet een gemeente de hoogte van het persoonsgebonden budget bepalen als een jeugdige de hulp bij een andere jeugdhulpaanbieder wil inkopen? Gemeenten moeten in een verordening regelen hoe ze de hoogte van het pgb bepalen. Daarbij geldt als ondergrens dat de jeugdige de noodzakelijke hulp ergens bij een aanbieder moet kunnen inkopen. Dit mag ook een door de gemeente gecontracteerde aanbieder zijn. Dit volgt uit een Wmo-uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) die ook voor de Jeugdwet zal gelden (ECLI:NL:CRVB:2020:456)  Een voorbeeld: Binnen 48 uur krijgt u antwoord. SCHULINCK HELPDESK JEUGD De helpdesk is onderdeel van het abonnement Grip op Jeugd. Stel de gemeente heeft in de verordening geregeld dat de hoogte van het pgb gelijk is aan het tarief dat zij gecontracteerde jeugdhulpaanbieders betalen voor gelijksoortige hulp. In dit voorbeeld kunnen we uitgaan van bijvoorbeeld € 45,per uur. De jeugdige wil de jeugdhulp echter inkopen bij een andere aanbieder die € 55,- per uur vraagt. De gemeente mag dan vasthouden aan de hoogte van het pgb van € 45,- per uur. Ook als dat betekent dat de jeugdige voor dat tarief eigenlijk alleen bij de door de gemeente gecontracteerde aanbieder terecht kan. De meerkosten van € 10,- per uur komen dan voor eigen rekening van de jeugdige. Lieke GEMEENTE ‘Grip op Jeugd’ is de online kennisbank van Schulinck. Specifiek ontwikkeld voor gemeenten en andere organisaties die met de Jeugdwet te maken hebben. Voor al uw complexe vragen Met uitstekende zoekfunctie Juridische helpdesk Binnen 48 uur antwoord Meer informatie: Schulinck.nl/gripopjeugd Bent u al bekend met onze opleidingen Jeugd? Schulinck.nl/opleidingen

sk GEERTEN BOOGAARD COLUMN15 CRISISCOMMUNICATIE Crisiscommunicatie komt in het staatsrecht in verschillende vormen voor. Toespraken vanuit het Torentje of Huis ten Bosch, brieven van burgemeesters aan de kleuters in hun gemeente en departementale roadshows met een doventolk. Daarbij gaat natuurlijk wel eens wat mis. Maar in tijden van democratische schraalheid, is klagen over onduidelijke crisiscommunicatie een van de weinige democratische waarden die we nog kunnen waarmaken. Klagen over crisiscommunicatie kan namelijk alleen als de overheid niet uit één machtsblok bestaat en de overheid in het algemeen liever medewerking van burgers vraagt dan onderdanen rond commandeert. Klagen over crisiscommunicatie gebeurt ook alleen door een samenleving die zich door de overheid kennelijk op zijn eigen verantwoordelijkheid voelt aangesproken. In een politiestaat had ik mij niet afgevraagd of gastouders vallen onder de kinderopvang die moet worden gesloten. Ik was daar uit angst voor de overheid dan zekerheidshalve maar vanuit gegaan. Kortom: open crisiscommunicatie suggereert een functionerende democratie. Want in een dictatuur valt overal over te klagen, maar niet over de helderheid van de communicatie. Een aparte categorie crisiscommunicatie betreft de boodschappen die instituties over hun eigen functioneren afgeven. Ook op dat punt ontstaan veel vormen. Bijna ontroerend was bijvoorbeeld het persbericht van de gezamenlijke Hoge Colleges van Staat waarin zij verklaarden dat de democratie gewoon zou blijven functioneren. Welke angst zou daarmee moeten worden bezworen? Dat de Rekenkamer de macht gaat grijpen? De Ombudsman op het pluche? Ondanks de ferme boodschap over het voortbestaan van de democratie gaf de Eerste Kamer echter ook nog een andere boodschap af. Die was niet ontroerend, maar zorgwekkend. Begin april vroeg de Eerste Kamer zogenaamde voorlichting aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Was het mogelijk om commissies digitaal te laten vergaderen, wilde de Senaat weten. En: telt een virtueel quorum ook? Konden we het woordje ‘vergadering’ in de Grondwet niet gewoon gaan lezen als een begrip dat ook een groepsgesprek op Skype omvat? Het zorgwekkende aan dit verzoek om voorlichting is niet de impliciete boodschap die dit afgeeft. Want hoewel de Senatoren het zelf ongetwijfeld allemaal als voorzorgsmaatregel bedoelden, de Telegraaf kopte toch: ‘Eerste Kamer loopt vooruit op lockdown’. Voor een chambre de reflexion een paniekerige boodschap. En voor de Rijksvoorlichtingsdienst een onhandige ‘Wat als een vergadering na 200 jaar opeens net zo goed een groepsapp kan zijn?’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN dissonant. Maar dissonanten horen bij een democratie. Het zorgwekkende aan dit verzoek om voorlichting is zelfs niet, dat de Eerste Kamer kennelijk een vorm van grondwetsinterpretatie overweegt die op zijn best cynisch kan worden genoemd. Want als een vergadering na 200 jaar opeens net zo goed een groepsapp kan zijn, wat betekenen de andere woorden dan nog? In het decentralisatierecht dook dit soort verwoestende crisisinterpretatie eind maart ook heel even op. Maar gelukkig is daar komen vast te staan dat er expliciete wettelijke grondslag nodig is om tijdelijk digitaal te kunnen besluiten. Te verwachten valt, dat de Raad van State ook niet zal meegaan met dit soort grondwetsinterpretatie. Het zorgwekkende aan dit verzoek om voorlichting is toch vooral dat de Eerste Kamer zo onzeker is geworden dat ze hier voorlichting over vraagt. Vanouds zitten de beide Kamers der Staten-Generaal zelf op de eerste hand als het om de interpretatie van de regels voor hun eigen interne orde gaat. Zolang de handtekening van de Voorzitter op het wetsvoorstel maar wordt onder geplaatst onder de conclusie die de Kamer had willen bereiken, is het verder vooral aan de Kamer zelf om de interne besluitvorming te organiseren en de regels daarover gewetensvol te interpreteren. Een trotse, zelfbewuste Kamer had deze voorlichting niet gevraagd. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020

16 ACHTERGROND CORONA DOOR: ALEXANDER LEEUW FOTO: SHUTTERSTOCK De corona-crisis zorgt voor een stroomversnelling in de digitalisering van gemeenten. Wat merken vier grote dienstverleners na de eerste paar weken? ‘Een van de positieve ontwikkelingen in deze crisis is de grotere bereidheid om online te leren.’ NIET ALLEEN WIL, MAAR OOK NOODZAAK VIRUS VERSNELT DIGITALISERING

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 ACHTERGROND 17 houden aan de geijkte manier van werken, ze zitten immers redelijk op slot in verband met de AVG, maar ze zijn genoodzaakt om iets breder te denken. Iedereen ziet meer mogelijkheden dan beperkingen. Wat we hieraan kunnen overhouden is dat de maatschappij heel veel flexibiliteit vereist en organisaties hebben geleerd dat dat mogelijk is. Het zou zonde zijn de vele voordelen van die flexibiliteit te verliezen.’ ‘Grappig is dat het voorheen vaak moeilijk was om iedereen op hetzelfde tijdstip te laten starten, vanwege files of meetings, maar dat is nu helemaal weg. En er zit humor in, we zien mensen spelen met virtuele achtergronden’, zegt Taalman. ‘Af en toe komt er een kind in beeld, of er loopt een kat door het scherm. Laten we alle blooDe schroom valt weg. Waar gemeenten voorheen af en toe eens keken naar wat digitalisering te bieden had, is de bereidheid tot vernieuwing nu veel groter. Aan de digitale kant zijn er enorme kansen, aan de fysieke kant vallen onderdelen weg. Het valt programmamanager Alain Mahieu van Centric op dat wat al een aantal jaren speelt, de digitalisering van de overheid en het niet meer naar de balie hoeven, nu een enorme versnelling krijgt. ‘Centric is betrokken bij de nieuwe regeling om zzp’ers in deze crisistijd te ondersteunen. De aanvraag voor deze ondersteuning verloopt nu volledig digitaal.’ Centric krijgt volgens Mahieu ook veel aanvragen voor de mogelijkheid om gemeentelijke incasso’s uit te stellen. ‘Wij leveren software voor de back office en daarin kunnen we de optie aanzetten dat gemeenten zelf kunnen bepalen of ze de belasting opschorten voor een geselecteerde groep, zoals burgers of zelfstandigen. We verwachten dat zo’n 175 gemeenten dit gaan gebruiken.’ ‘Ook heel belangrijk zijn de diensten om de ict heen. Wij verwachten dat ambtenaren niet ongevoelig zijn voor het virus en dat er dus een uitval van uitvoerende professionals kan zijn. Binnen Centric hebben we een samenwerking opgezet zodat gemeenten op een plek terechtkunnen als essentiële dienstverlening wegvalt.’ De versnelling gaat volgens Mahieu niet meer stoppen na de crisis. OMDENKEN ‘Iedereen is maximaal aan het omdenken geslagen’, zegt directeur Bas Taalman van Decos, leverancier van zaaksystemen en klantcontactsystemen. Taalman ziet bij gemeenten dat, waar het mogelijk is, op afstand werken nu de standaard is geworden. ‘Het is misschien voor gemeenten heel spannend om niet vast te pers welkom heten.’ ‘We hebben natuurlijk alle fysieke bijeenkomsten moeten annuleren’, zegt directeur Nico van Dijk van opleider Segment. ‘We bedienen alle gemeenten, dat wil zeggen tienduizend cursisten op jaarbasis, en we zijn stap voor stap aan het bekijken of we de bijeenkomsten kunnen omzetten naar digitale bijeenkomsten, bijvoorbeeld door een inhaalsessie via een soort Summer school. Van onze klanten wil 30 tot 40 procent doorgaan met online leren. Zo’n 60 tot 70 procent wil verplaatsing, dus geen digitale bijeenkomsten. We hebben een hele batterij aan klanten die een tweeof driejarig traject doen. Dan zitten er mensen bij die examen moeten doen. Die kunnen geen vertraging hebben.’ Het is de visie die Segment volgens de directeur heeft die de fysieke bijeenkomsten noodzakelijk maakt. ‘We hebben te maken met volwassenen die in de praktijk werken. Ervarend leren is dan belangrijk en daar richt je vervolgens je concept op in. Ons concept bestaat uit een online voorbereiding in de eerste fase, daarna een virtueel klaslokaal waarin een trainer live lesgeeft en een derde fase met praktijksessies.’ Die praktijksessies, groepsbijeenkomsten om met elkaar het gesprek aan te gaan, moeten volgens Van Dijk fysiek blijven gebeuren. Hij denkt dat dat zo blijft. ‘Een van de positieve ontwikkelingen in deze crisis is de grotere bereidheid om online te leren, waardoor we werken met het virtuele klaslokaal, maar de fysieke bijeenkomsten blijven.’ Van Dijk wil een zijstapje maken. ‘Er is betrokkenheid. Wij geven cursussen bedrijfsvoering in het sociaal domein, over hoe de situatie is op te pakken en zorgkwaliteit toch is te leveren. Voor de coronacrisis waren er enorme tekorten en in deze fase is er ineens nog veel meer druk vanwege gebrek aan contact. Dat zal alleen maar sterker worden. Mensen die last hebben van psychoses en huiselijk geweld krijgen het moeilijker. Maar ik zie bij iedereen enorme ambitie en gemotiveerdheid om met elkaar hierdoorheen te komen. Ik heb net het boek van Rutger Bregman gelezen, De meeste mensen deugen, maar als ik het niet gelezen had dan had ik op basis van de ervaringen in deze tijd de titel als motto kunnen bedenken.’ TIJD OVER Een belangrijk strategisch aspect is volgens Van Dijk de samenwerking met SkillsTown. ‘Wij zijn de partij die altijd stond voor fysieke bijeenkomsten en zij zijn 100 procent digitaal. Deelnemers bereiden zich voor aan de hand van ‘essentials’.’ Die micro-cursussen maakt SkillsTown voor Segment. Directeur Hans Schuurmans van SkillsTown merkt dat gemeenten als klant nu heel snel groter worden. ‘Het is heel raar’, zegt Schuurmans. ‘Het was altijd een probleem dat iedereen wel wilde en toch werd het niet gedaan. Waarom niet? De factor tijd. En die tijd is er nu wel, dus moet je je nu als organisatie afvragen hoe je kunt investeren in de toekomst.’ SkillsTown biedt bijvoorbeeld de cursus basiskennis voor ambtenaren, cursussen over de WNRA en speciale cursussen over de Omgevingswet. Schuurmans noemt een samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken voor nieuwe raads- of Statenleden. ‘Die hebben voor een uitdaging gekozen, maar ineens ben je dan raadslid of Statenlid en dan komt er heel veel op je af. Daar hebben wij een onboarding-programma voor.’ Populair zijn volgens Schuurmans de essentials, korte krachtige instructies waarmee cursisten de kennis up-to-date kunnen houden. Schuurmans ziet verder dat organisaties de tweede fase van de crisis ingaan, waarin ze de cursussen steeds meer gebruiken voor professionele ontwikkeling. ‘Geen tijd verliezen, maar investeren. Wat is er mooier als er tijd over is?’ ‘Het was altijd een probleem dat iedereen wel wilde en toch werd het niet gedaan’

18 ACHTERGROND CORONA DOOR: MARTIN HENDRIKSMA Nieuwbouwwijk De Groote Wielen moet de Bossche woningnood verlichten. In april en mei waren inspraakavonden gepland met ondernemers, belangenorganisaties en omwonenden. Daar zet de coronacrisis een dikke streep door. Is er een digitaal alternatief? PARTICIPATIE IN CORONATIJD ‘UITSTEL IS NIET TE VERKOPEN’ De weilanden ten noordoosten van Den Bosch raakten de afgelopen vijftien jaar stilaan bebouwd. Gemiddeld verrezen er in nieuwbouwwijk De Groote Wielen zo’n tweehonderd woningen per jaar, vertelt gemeentelijk projectleider Cees van de Kreeke. ‘We kwamen uit de vorige crisis. Dan duurt het eerst weer een tijdje voordat je op tempo bent. Je loopt achter in de vergunningverlening. Je mist mensen, materiaal.’ Circa drieduizend huizen staan er nu tussen het dorp Rosmalen en de zuidoever van de Maas, op een steenworp van de A2. Aan het winkelcentrum van De Groote Wielen en de laatste zeshonderd woningen wordt nog gewerkt. Negenduizend inwoners telt de wijk inmiddels. Toch is het volgens Van de Kreeke lang niet genoeg om het woningtekort in de regio op te lossen. ‘De behoefte blijft groot. En De Groote Wielen is de enige plek voor grootschalige nieuwbouw binnen de gemeente Den Bosch. De raad vroeg zich af of we het project niet wilden versnellen. Konden we de tweede fase naar voren halen?’ Die tweede fase – een kleine tweeduizend woningen in de noordoosthoek van De Groote Wielen – was eigenlijk pas na de invoering van de Omgevingswet gepland. ‘Met stoom en kokend water proberen we dat project in de huidige systematiek voor elkaar te krijgen’, geeft Van de Kreeke aan. ‘Dus op basis van een bestemmingsplan, maar wel met de experimentele status van de verbrede reikwijdte die de Crisis en Herstelwet biedt. Het moet allemaal net kunnen, maar we zetten onszelf behoorlijk klem.’ WIJK IN AABOUW De Groote Wielen van boven. Linksboven het deel van de wijk dat nog moet worden ontwikkeld BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 FOTO: MARCEL VAN DEN BERGH/H.H. ACHTERGROND 19 ‘Je moet bij digitale participatie meer energie steken in de voorbereiding’ Alles leek goed te gaan. Ook de in een ‘nota van uitgangspunten’ vastgelegde participatie kreeg vorm. ‘We hadden vier omgevingsdialogen gepland’, vertelt projectleider Claudia Swart van ingenieursadviesbureau Sweco dat de gemeente bij de ontwikkeling van De Groote Wielen adviseert. ‘Een bijeenkomst met marktpartijen die de wijk zullen realiseren, eentje met professionele belangenorganisaties en eentje met omwonenden.’ In de vierde en laatste bijeenkomst zouden al die partijen en de toekomstige bewoners samenkomen en aan het eind het glas heffen. Swart: ‘Een mooie afsluiter van de omgevingsdialoog.’ Toen zette de coronacrisis een dikke streep door het plan. Dergelijke bijeenkomsten zijn voorlopig niet meer mogelijk. VERTRAGING Hoe moest Den Bosch verder? ‘Je kunt natuurlijk de corona-ontwikkelingen afwachten en tijdelijk niets doen’, zegt Van de Kreeke. ‘Maar dat zal geheid tot verdere vertraging leiden en niemand weet voor hoe lang.’ De kans lijkt groot dat de werkwijze die de gemeente nu met een beroep op de Crisis- en Herstelwet hanteert, straks niet meer mogelijk is. Dan zou een deel van de planvorming opnieuw moeten gebeuren. Bovendien: ‘Er bestaat hier serieuze woningnood. Zo’n verhaal van uitstel is aan de Bosschenaren eigenlijk niet te verkopen.’ Swart is het met haar opdrachtgever eens. ‘Over de hele linie zie je dat gemeenten en andere overheden hun verantwoordelijkheid nemen. Juist in deze crisistijd willen zij actief doorgaan. En die woningnood is straks na de crisis echt niet ineens opgelost. Stoppen was ook voor ons geen optie.’ Maar wat dan wel? Vanuit de gemeente kreeg Sweco het verzoek de voor de omgevingsdialoog vastgelegde data te handhaven. Alleen moesten dat nu geen fysieke bijeenkomsten in een zaaltje worden, maar drie digitale, interactieve sessies. Over de invulling van de vierde bijeenkomst – die met alle bij de wijkontwikkeling betrokken partijen – wordt gezien het grote aantal te verwachten deelnemers later een besluit genomen. Projectleider Swart zag de video-calls wel zitten, al stelde ze ook een paar uitdagingen vast. Hoe bereik je de juiste deelnemers? En: hoe hou je de interactie en spontane dynamiek van een zaaltje overeind in een steriel computergesprek? De bijeenkomsten met marktpartijen en belangenorganisaties laten zich volgens haar via de webtool Zoom vrij makkelijk regelen. ‘Er zijn al lijstjes met deelnemers voorhanden. Per video-vergadering kunnen zich maximaal vijftien à twintig mensen aansluiten.’ Lastiger lijkt de sessie met omwonenden. De deelnemers zijn diverser van samenstelling, er kunnen botsende belangen optreden. ‘Het gevaar is dat iedereen de eigen stokpaardjes gaat berijden en je niet veel ophaalt’, zegt Van de Kreeke. ‘Of dat twee deelnemers hoofdzakelijk aan het woord zijn en de achttien andere slechts luisteren. Vooral wat schuchter aangelegde mensen zullen niet snel aan hun inbreng toekomen. Terwijl die inhoudelijk net zo relevant kan zijn.’ MAPTIONNAIRE Dat probleem voorzagen ze bij Sweco ook. Vandaar, zegt Claudia Swart, dat alle omwonenden die straks aan de video-call deelnemen eerst een maptionnaire, een email-enquête over de nieuwbouw, zullen invullen. ‘Je moet bij digitale participatie meer energie steken in de voorbereiding. Daar al veel informatie ophalen bij alle betrokken partijen. Zo heb je als VEEL WATER Het vele water in De Groote Wielen maakt de wijk klimaatbestendig moderator van de bijeenkomst de belangrijkste standpunten in beeld. Als de deelnemers er vervolgens tijdens de bijeenkomst niet zelf over beginnen, kan de moderator daarop terugkomen.’ Om de bijeenkomst inhoudelijk beter te sturen, kun je volgens Swart met een word cloud werken. Daar kunnen alle deelnemers, ook degene die niet aan het woord zijn, de begrippen intypen die voor hen bij de ontwikkeling van De Groote Wielen het meest relevant zijn. De meest ingetypte woorden verschijnen het grootst en op een centrale plek in de ‘wolk’, waarna de moderator die eruit kan pikken. Zo voorkom je dat een discussie door een paar sprekers wordt gekaapt. Om meer structuur in de sessies met omwonenden te krijgen, wil ze met slots van een uur gaan werken en met maximaal twintig deelnemers per sessie. ‘Melden zich meer dan twintig mensen aan, dan organiseer je meerdere bijeenkomsten.’ Zullen de emoties vanachter al die computers hoog oplopen? Van de Kreeke denkt dat het wel mee zal vallen. ‘We zitten nu in de fase van: kom maar op met je ideeën. Dit is de eerste ronde van participatie die we doen. In de tweede ronde wordt het anders. Dan verwachten wij een reactie op de door ons uitgewerkte plannen. Dan wordt het concreter. Dan ben je als omwonende voor of tegen het plan.’ Swart: ‘Uiteindelijk gaat het maar om het

Kom het verschil maken bij BMC Al meer dan 34 jaar leveren de (senior) adviseurs van BMC een bijdrage met impact aan het oplossen van vraagstukken binnen de complexe context van de publieke sector. Oplossingen die ertoe doen voor inwoners, leerlingen en cliënten. We zetten onze expertise en innovatiekracht in voor een maximaal maatschappelijk resultaat en om van toegevoegde waarde te zijn, in ideeën én uitvoeringskracht. We zijn op zoek naar nieuwe, betrokken collega’s die mee willen werken aan een effectieve en betrouwbare overheid. Als BMC’er ben je de energieke spil in het krachtenveld tussen de overheid en inwoners, leerlingen en cliënten. Je hebt een ondernemende mentaliteit, een nuchtere aanpak en wilt elke dag beter worden. Voor en met elkaar en onze opdrachtgevers. Kijk of jouw volgende baan ertussen zit op www.bmc.nl/vacatures of neem direct contact op met een van onze senior recruiters. Erika Alting senior recruiter erika.alting@bmc.nl +31 (0)6 57 93 32 48 Karin Helmers senior recruiter karin.helmers@bmc.nl M +31 (0)6 13 97 29 01 Helen Schrooten senior recruiter helen.schrooten@bmc.nl +31 (0)6 10 80 63 38 Partners in verbetering www.bmc.nl/vacatures

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 ACHTERGROND 21 ‘Zo bereik je als gemeente ook de unusual suspects’ afronden van een woonwijk in een weiland. Heel wat minder omstreden bijvoorbeeld dan een binnenstedelijke ontwikkeling. Als je met sloop voor nieuwbouw bezig bent, krijg je ook met het sociale aspect te maken. En met de overlast die je er als omwonende bij krijgt.’ Van de Kreeke: ‘We moeten tijdens de sessies met z’n allen vooral proberen het enthousiasme voor een nieuwe woonwijk te etaleren.’ CONTROVERSIEEL In De Groote Wielen wonen vooral jonge gezinnen, digitaal vaardig. Het is volgens Swart zaak om goed in de gaten te houden of ook de minderheid van ouderen in de wijk voldoende is vertegenwoordigd. Zo niet, dan moet daar via offline vormen van communicatie extra werk van worden gemaakt. Van alle video-bijeenkomsten worden verslagen gemaakt die via de wijkwebsite met alle geinteresseerden worden gedeeld. Zo lijkt de digitale participatie een handige tool die dankzij de coronacrisis ineens een vlucht kan nemen. Al is het de vraag of video-vergaderingen ook toepasbaar zijn bij meer controversiële onderwerpen, zoals de aanleg van een windmolenpark. ‘Het kan bij het langer aanhouden van de coronacrisis wel’, zegt gemeentelijk projectleider Van de Kreeke na enige aarzeling. ‘Je moet nu eenmaal roeien met de riemen die je hebt. Maar het is dan wel van belang dat het tweerichtingsverkeer is. Je moet als gemeente in zo’n bijeenkomst duidelijk de door de raad gestelde randvoorwaarden naar voren brengen.’ Volgens Swart zal video-conferencing nooit het hele participatieproces kunnen ondervangen. ‘Het blijft fijn als mensen elkaar echt zien en makkelijk van gedachten kunnen wisselen. Wel leren we nu in razend tempo hoe we die ouderwetse informatieavonden efficiënter kunnen laten verlopen. Door maptionnaires en andere enquêtes vooraf weet je hoe de opinies ongeveer liggen en kun je op zo’n avond de meningsvorming beter trechteren.’ Eén ding is zeker: de beruchte urenlange en alle kanten opwaaiende inspraakavond heeft dankzij de corona zijn langste tijd gehad. NIEUWE VORMEN VAN DIGITALE PARTICIPATIE BURGER OP STOEL WETHOUDER De gemeente Utrecht wilde bewoners betrekken bij haar transitievisie warmte. Daarom liet ze onderzoekers van de TU Delft en de VU Amsterdam een Participatieve Waarde Evaluatie (PWE) uitvoeren. Daarbij mocht de Utrechtse burger op de stoel van de wethouder zitten. Deelnemers kregen vier scenario’s voorgeschoteld waarmee de gemeente 22.000 woningen van het gas zou kunnen halen, met bijbehorende consequenties. Ruim zeshonderd Utrechters deden mee. ‘Normaal worden burgerbijeenkomsten gedomineerd door ouderen, veelal hoogopgeleid en blank’ vertelt Niek Mouter die het proces begeleidde. ‘Zeg maar de gepensioneerd hoogleraar die het zijn medeburgers nog één keer komt uitleggen. Daardoor duren ze vaak lang.’ Invullen van het PWE kost twintig minuten. Deelnemers kregen anderhalve euro beloning. ‘Je zag een veel diverser publiek. Belangrijk is wel dat je je als wethouder aan het onderzoek committeert en helder uitlegt wat je ermee hebt gedaan.’ SNEL HELDERHEID MET FLITSPEILING Wat denkt een wijk van het opgestelde energieplan, hoe staat een dorp tegenover de voorgestelde omgevingsvisie? De flitspeiling van onderzoeksbureau Citisens brengt de meningen in kaart via een online vragenlijst van zo’n tien tot twaalf vragen. Via Facebook, advertenties op Nu.nl of een envelop in de brievenbus worden deelnemers geworven. Omdat Citisens op postcodeniveau het betrokkenheidsprofielen kent van de Nederlandse burger, weet men of de deelnemers representatief zijn. ‘Op onze manier bereik je ook unusual suspects’, zegt Nicolette Ouwerling van Citisens. Een flitspeiling kan desgewenst snel worden gerealiseerd. ‘Tussen de aanvraag van de gemeente en de presentatie van de uitkomsten zit vaak maar twee weken.’ ONLIE VERDIEPING MET BURGERPANELS ‘Veel gemeenten hebben een burgerpanel, wij beheren er zo’n 25’, zegt Mireille Koomen van I&O Research. ‘Via een online enquête bevragen we de bewoners over actuele onderwerpen. Je kunt er voor een verdiepingsslag meer open vragen aan toe voegen. Ook kun je respondenten in een burgerpanel vragen deel te nemen aan een online community. Dat is een digitaal platform in de huisstijl van de gemeente, waarop een groep deelnemers onder leiding van een moderator enige dagen op zelf gekozen tijdstippen vragen beantwoordt en op elkaar reageert.’ Verder ziet Koomen bij een online focusgroep mogelijkheden voor Qandr: een tool waarmee je deelnemers via hun smartphone kunt laten reageren op afbeeldingen van (bijvoorbeeld) een nieuw wijkontwerp. ‘Iin een stippenwolk zie je dan op het hoofdscherm de meest genoemde antwoorden terug. Het werkt goed bij dilemma’s en stellingen, die een prettige structuur bieden voor de discussie.’ KIES DE JUISTE MIX Met één digitale tool kom je er als gemeente vaak niet, benadrukt Rosa Goossens van Over Morgen. ‘Zoek naar de juiste middelenmix. Je kunt tools als Zoom, clickmeeting en de mentimeter inschakelen en via een chat tijdens een presentatie vragen ophalen. Of via een online platform meningen en vragen van burgers verzamelen en met hen informatie delen op een website. Maar hoe bereik je als gemeente ouderen of anderen die minder digitaal vaardig zijn? Zet ook wijkkrantje in of stuur bewoners een ansichtkaart met informatie. Of plaats een informatiezuil vlak voor een populaire supermarkt. Ook in deze coronatijd komen daar veel mensen langs.’

22 ESSAY CORONA FOTO: SHUTTERSTOCK FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY GEDRAG STUREN IN CRISISTIJD Gedragswetenschappelijke inzichten kunnen van nut zijn in de gemeentelijke praktijk gedurende de coronacrisis. In Rotterdam wordt daar waar het kan mee gewerkt. Inge Merkelbach, Lieve van den Boogaard en Mariska Zegveld-Steur* geven enige concrete handelingsperspectieven voor in de grootstedelijke omgeving. ‘Maak gedrag Easy, Attractive, Social en Timely.’ De coronacrisis heeft grote invloed op het dagelijks leven van alle Nederlanders. De overheid heeft in korte tijd verregaande maatregelen geïntroduceerd, waardoor vrijwel iedereen zijn of haar gedrag aan moet passen: vaker handen wassen, anderhalve meter afstand houden, en voor velen van ons vanuit huis werken. Voorkomen van verspreiding van het virus is van levensbelang zolang er geen medicatie is. Gedrag van de bevolking is juist nu cruciaal. Voor veel overheidsmedewerkers is niet alleen de werkomgeving tijdelijk veranderd, de maatregelen hebben ook invloed op de inhoud van het werk: nieuwe initiatieven worden opgestart om corona te bestrijden, lopende zaken komen ‘on hold’ te staan, gezondheid en preventie nemen een centralere rol in. De coronamaatregelen brengen zo voor vrijwel iedereen nieuwe uitdagingen met zich mee. De gemeente Rotterdam heeft ruime ervaring met toepassen van gedragsinzichten door de overheid. Onder de noemers Behavioural Insights Group Rotterdam en Healthy’R werken beleidsadviseurs en onderzoekers van de gemeente samen met gedragsexperts van de Erasmus Universiteit. Die gemeentelijke samenwerking is uniek in Nederland. Wel zijn ook bij diverse ministeries gedragsteams opgericht. Zij zijn verbonden door het Behavioural Insights Network NL (BIN NL). Het belang van gedragskennis bij het opstellen en uitvoeren van effectief beleid blijkt ook uit po sitieve ervaringen met dergelijke samenwerkingen in onder andere Groot-Brittannië, Singapore en Australië. ANDERHALVE METER In een grootstedelijke context, zoals in Rotterdam, werpen zich extra moeilijkheden op door de nieuwe maatregelen: over het algemeen wonen mensen in de stad kleiner, wat binnen blijven extra lastig en onprettig maakt. Ook is anderhalve meter afstand houden moeilijker in een dichtbevolkt gebied. Daarnaast is het voor de overheid belangrijk rekening te houden met diverse doelgroepen in het communiceren van de maatregelen. Voor mensen met een andere moedertaal dan Nederlands of voor laaggeletterden kan (geschreven) taal bijvoorbeeld een barrière zijn waardoor maatregelen niet begrepen worden. Om menselijk gedrag te veranderen is allereerst heldere communicatie nodig. Maar ook wanneer maatregelen begrepen worden, blijkt gedragsverandering lastig. Daniel Kahneman geeft in zijn boek Thinking, fast and slow een model voor de werking van ons brein. Hij onderscheidt hierbij twee systemen waarmee we beslissingen nemen: systeem één stuurt onze snelle, intuïtieve beslissingen, terwijl systeem twee betrokken is bij het maken van rationele, goed doordachte besluiten. Beide systemen werken samen, maar de meeste beslissingen komen voort uit systeem één. Dat is ook nodig, omdat we anders veel te lang zouden doen over het maken van simpele, alledaagse keuzes. Systeem één is snel omdat het gebruik maakt van vuistregels. Deze zijn echter gevoelig voor systematische denkfouten: zo zijn mensen over het algemeen geneigd om wat op dit moment gebeurt belangrijker te vinden dan gebeurtenissen in de toekomst. Het is bijvoorbeeld moeilijk om nu af te zien van een wandeling in de zon, ten behoeve van grotere gezondheidseffecten van dat gedrag later. Het gebruik van vuistregels wordt getriggerd door bepaalde omgevingscues, zoals bijvoorbeeld de zon die ons naar buiten trekt. Kennis van de invloed van deze cues op ons gedrag kan worden ingezet om aanpassingen in de omgeving te ontwikkelen die gewenst gedrag stimuleren (nudging). Nudges zijn kleine omgevingsveranderingen die een duwtje in de richting van het gewenste gedrag geven. Ze maken vaak gebruik van vuistregels en gedragsautomatismen. BIG’R en Healthy’R ontwerpen nudges onder andere met gebruik van het zogeheten EAST-model dat is ontwikkeld door het gedragsteam in het Verenigde Koningrijk. Met dit model wordt beschreven dat geBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 ESSAY 23 wenst gedrag makkelijker wordt vertoond wanneer de (sociale of fysieke) omgeving het Easy (gemakkelijk), Attractive (aantrekkelijk), Social (sociaal), en Timely (op tijd) maakt. Voorbeelden van elk van deze termen zijn het instellen van een optie als standaardoptie (gemakkelijk), zoals bij het donorregister; het gebruik van felgekleurde vuilnisbakken zorgt dat er minder afval op straat wordt gegooid (aantrekkelijk); het stellen van een sociale norm, zoals met het statement ‘80 procent van de mensen in dit hotel hergebruikt de handdoek’, zorgt ervoor dat mensen dat voorbeeld volgen (sociaal); en het aanspreken op gedrag op het moment dat mensen daadwerkelijk een keuze maken (op tijd), door bijvoorbeeld een boodschap af te spelen over het belang van gezond eten in de supermarkt. VUILCONTAINERS Door gedrag in dat licht te zien, kunnen we makkelijker het hoofd bieden aan gedragsuitdagingen die de huidige coronacrisis met zich meebrengt. Ter illustratie duiden we hier drie gedragsvraagstukken uit de praktijk van de gemeente Rotterdam en hoe dat vanuit behavioural insights kan worden begrepen. Het eerste voorbeeld betreft de manier waarop we de stad schoon proberen te houden door het voorkomen van naastplaatsingen nu meer mensen thuis zijn en huisafval toeneemt. Rotterdammers bieden meer huisvuil aan. De afvalcontainers zijn zo’n 10 procent sneller vol dan gewoonlijk en worden vaker geleegd. Afval past niet altijd in de container en moet dan naar de volgende container worden gebracht. Wat kun je als gemeente nu doen om het aantal naastplaatsingen – afval dat naast de container wordt geplaatst – te verkleinen? Het eerste, gemakkelijke handelingsperspectief is om een vervangende gedragsoptie aan te ‘ Afvalcontainers zijn zo’n 10 procent sneller vol dan gewoonlijk’

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 24 ESSAY CORONA ‘ Vaste zitplaatsen op banken kun je ‘onbruikbaar’ maken’ MARISKA ZEGVELD PROJECTMANAGER BIG’R GEMEENTE ROTTERDAM LIEVE VAN DEN BOOGAARD PROJECTLEIDER HEALTHY’R GEMEENTE ROTTERDAM INGE MERKELBACH POST-DOC ONDERZOEKER ERASMUS UNIVERSITEIT (BETROKKEN BIJ BIG’R EN HEALTHY’R) bieden, door bijvoorbeeld te laten zien waar andere containers staan. Uit de categorie ‘aantrekkelijk’ kiezen we ervoor te zorgen dat borden met informatie over regels aantrekkelijk zijn en de aandacht trekken. Dat kan door bijvoorbeeld foto’s of duidelijke tekeningen te gebruiken die gewenst gedrag laten zien. Een sociaal handelingsperspectief is te laten zien wie de mensen zijn die hard werken om de stad tijdens de crisis schoon te houden. Die boodschap is te versterken door foto’s toe te voegen van medewerkers die in de wijk werkzaam zijn. Daarmee benadruk je de gemeenschapszin en dat samen zorgen voor de buurt de norm is. Dit werkt vooral in buurten met grote sociale cohesie. Uit de categorie ‘tijdig’ kiezen we ervoor met een routekaart op de container te laten zien waar de volgende afvalbak is te vinden en tegelijk nabij de container ook de regels te tonen wat betreft naastplaatsingen. GEMEENTELOKET Een tweede Rotterdams praktijkvoorbeeld gaat over het ‘corona-veilig’ houden van publiekslocaties voor de mensen die langskomen en voor medewerkers. Het is belangrijk dat de bezoekers aan publiekslocaties, zoals het gemeenteloket, tenminste anderhalve meter afstand houden van elkaar en medewerkers. Iedereen doet zijn best, maar soms gaat het toch mis. Zo gaan bezoekers bij elkaar staan; lopen zij naast de medewerker mee naar de spreekkamer; en lopen ze te dicht langs elkaar. Wat kunnen we doen om te zorgen dat anderhalve meter afstand wordt bewaard? Als eerste, uit de categorie gemakkelijk: markeer bij de entree met tape op de vloer welke kant voor binnenkomen en welke voor vertrekken is, gebruik pijlen die richting aangeven en houdt de stromen ver genoeg van elkaar. Bezoekers hoeven niet zelf te bedenken hoe ze voldoende afstand kunnen houden en hoeven minder rekening te houden met onvoorspelbaar gedrag van anderen. En laat de toegangsdeur open staan, zodat bezoekers niet in de verleiding komen de deur voor elkaar open te houden. Als de zitgelegenheden dicht op elkaar staan, kan een deel van de stoelen worden verwijderd. Vaste zitplaatsen op banken kunnen “onbruikbaar” worden gemaakt door er een kruis of tekst op te plaatsen. Ten tweede, uit de categorie aantrekkelijk, moet je ervoor zorgen dat de aanwijzingen op de vloer opvallen door bijvoorbeeld tape met een felle of contrasterende kleur te gebruiken. En maak posters en instructies aantrekkelijk door het gebruik van kleuren en foto’s. Een sociaal handelingsperspectief is om gastheren en gastvrouwen hesjes te laten dragen met de tekst: ‘Wij houden afstand, samen zorgen we voor elkaar.’ De tekst doet een beroep op de sociale norm en gemeenschapszin. Beschrijven dat de gemeente extra schoonmaakt en de balies vaker ontsmet, helpt ook. Zo kan een beroep op wederkerigheid worden gedaan, wanneer afstand houden van burgers wordt gevraagd. Benadruk ook dat de meeste bezoekers het gewenste gedrag vertonen. Verder kan de sociale norm duidelijk worden gemaakt met teksten als ‘Houd anderhalve meter afstand van elkaar. De meeste mensen weten hoe belangrijk dit is.’ En tot slot, als voorbeeld van een tijdig handelingsperspectief, kun je ervoor zorgen dat wie een afspraak maakt, dan direct leest of hoort dat het de bedoeling is om alleen te komen. EENZAAMHEID Als derde en laatste praktijkvoorbeeld, geven we tips hoe je er als gemeente voor kan zorgen dat oudere inwoners hulp zoeken. Ouderen zijn een zeer kwetsbare groep tijdens de coronacrisis. Zij hebben vaak een zwakkere gezondheid maar worden door de quarantainemaatregelen ook beperkt in hun sociale contacten en zelfredzaamheid. Eenzaamheid is al een belangrijk thema en wordt dat door de crisis nog meer. Er zijn manieren om eenzaamheid tegen te gaan, zoals een gemeentelijk nummer dat kan worden gebeld wanneer er behoefte is aan een praatje of hulp. Hoe zorg je dat ouderen ook daadwerkelijk hulp of contact zoeken? Dat kan door het voor hen makkelijk te maken en ervoor te zorgen dat er één contactlijn met een makkelijk telefoonnummer is. In Rotterdam is dit 14010. Maak duidelijk waarvoor precies kan worden gebeld. Ouderen zijn vaker minder digitaal vaardig, probeer ouderen daarom bovendien ook via de post – en met een gemakkelijk leesbare boodschap – te bereiken. Wat helpt is om mensen op een persoonlijke en positieve manier aan te spreken. In Rotterdam is door welzijnspartijen een kaartenactie opgezet. Op de gepersonaliseerde kaart wordt gevraagd hoe het met iemand gaat en staat tevens het hulpnummer vermeld. Op die kaart kan een oproep worden benadrukt als ‘Tips gezocht: Wat doe jij in quarantainetijd? Alleen samen helpen we elkaar de quarantaineperiode door.’ Dat draagt bij aan het gevoel van betekenis te kunnen zijn, in plaats van hulpbehoevend. Als tijdig handelingsperspectief kun je ouderen herinneren aan de mogelijkheid hulp te zoeken op relevante momenten, bijvoorbeeld bij de supermarkt: “Voor hulp bij boodschappen bel …, alleen samen komen we de quarantaineperiode door”. Het naleven van coronamaatregelen is noodzakelijk om de verspreiding van het coronavirus te kunnen controleren, kwetsbare groepen te beschermen en ervoor te zorgen dat zorgverleners en ziekenhuizen de druk aankunnen. De preventieve maatregelen raken ons allemaal. De genoemde vraagstukken zijn slechts enkele voorbeelden van waar we als samenleving voor staan. Omdat we weten dat zowel gedrag aanpassen als volhouden lastig kan zijn, is de inzet van gedragsinzichten, waarbij gedragsteams een rol kunnen spelen, essentieel. Zowel nu om de bevolking te stimuleren zich volgens de coronamaatregelen te gedragen, als ook bij de andere maatschappelijke opgaven waar we als samenleving voor blijven staan. Het EAST-model biedt hiervoor een onderbouwd handvat. *Aan het essay werkten ook Mark Kooijman (vertegenwoordiger stadsontwikkeling BIG’R) en EUR-promovendus Malte Dewies mee.

- r BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 16 | 2020 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 25 Na twee jaar arbeidsongeschiktheid werd IN DE CLINCH een rijksambtenaar verzocht een WIA-uitkering aan te vragen. Dat weigerde hij, want hij zou snel weer aan de slag kunnen. Wie bepaalt nu wanneer een zieke ambtenaar weer aan het werk kan? TOESTEMMING NODIG NA HERVATTING WERK Als Vincent Westerveer* in november 2016 ziek wordt, heeft hij er al een ambtelijke carrière van 22 jaar bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat op zitten. De laatste jaren is hij daar coördinerend beleidsmedewerker, schaal 14. Zijn arbeidsongeschiktheid duurt zo lang dat het ministerie hem na bijna twee jaar aanspoort om een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) aan te vragen. Daarover ontvangt hij in de zomer en nazomer van 2018 maar liefst vijf brieven. Doet hij dat niet, dan zijn de consequenties voor hem: stopzetting van de bezoldiging en ontslag. Maar Westerveer vraagt die WIA-uitkering niet aan. In oktober besluit de minister dat hij geen aanspraak meer heeft op doorbetaling van zijn bezoldiging, en als hij persisteert in het weigeren een formele WIA-aanvraag in te dienen, wordt hij met ingang van november 2018 ontslagen. De departementale Bezwarencommissie personele aangelegenheden vindt dat er voor Westerveer geen deugdelijke grond was om geen WIA-aanvraag in te dienen. Het was in zijn eigen belang: anders zat hij na twee jaar arbeidsongeschiktheid zonder inkomsten. Westerveer ziet dat anders. Omdat hij al in de zomer van 2018 zijn leidinggevende en bedrijfsarts had laten weten dat hij op relatief korte termijn zijn werk dacht te kunnen hervatten, voelde de WIA-aanvraag als ‘uitkeringsfraude’. Maar zo werkt dat niet: het gaat niet om wat Westerveer zelf inschat De minister had de ambtenaar niet mogen ontslaan maar wat het oordeel is van de bedrijfsarts – die vond dat Westerveer wegens medische beperkingen nog niet in staat was tot re-integreren. En wat die uitkeringsfraude betreft: het gaat slechts om een aanvraag, die door het UWV nog moet worden beoordeeld. Bovendien gaat Westerveer niet eens over de wenselijkheid van een WIA-aanvraag. Nu hij dat niet heeft gedaan, heeft de minister terecht de bezoldiging stopgezet. De commissie vindt wel dat de minister Westerveer niet had mogen ontslaan. Het belang van Westerveer bij handhaving van ADVERTENTIE Thuishuisproject succesvol tegen eenzaamheid 1.000.000 ouderen ernstig eenzaam Thuisbezoek Meer weten? Laat niemand in eenzaamheid leven! Thuishuis zijn dienstbetrekking had zwaarder moeten wegen dan het belang van de minister bij beëindiging daarvan. De minister beschikte immers over voldoende signalen dat werkhervatting door Westerveer een reële optie was: ontslag is dan niet proportioneel. Dat wordt later dan ook door de minister teruggedraaid. Tegen het stopzetten van zijn salaris tekent Westerveer beroep aan bij de bestuursrechter van de rechtbank Den Haag. Daarnaast eist hij ook vergoeding van de wettelijke rente over de misgelopen bezoldiging. Verder wil hij een vergoeding voor immateriële en materiële schade die hij, zijn vrouw en zijn jongste dochter hebben geleden door het besluit zijn salaris te stoppen, het ontslagbesluit en de ‘dreigementen’ die zijn geuit in de vijf brieven. De immateriële schade betreft het afgenomen levensgeluk, de advocaatkosten vormen de materiële schade. De rechtbank oordeelt anders in zijn uitspraak van 3 maart 2020. Toen het besluit werd genomen om het salaris stop te zetten was Westerveer niet in staat het werk te hervatten. En áls dat al kon, dat had de minister daarvoor toestemming moeten geven – wat zij niet had gedaan. Het ‘geen-salaris-besluit’ is te danken aan Westerveer zelf, aldus de rechtbank. En nu dat besluit niet onrechtmatig is, is er geen ruimte voor een schadevergoeding. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:RBDHA:2020:1595

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 26 SERIE AMBTENAAR IN OORLOGSTIJD DOOR: LENNERT SAVENIJE FOTO’S: SPAARNESTAD De arbeidsbemiddeling werd in de Tweede Wereldoorlog naar Duits voorbeeld gereorganiseerd. Dit met het oog op de uitzending van werkloze arbeiders naar Duitsland. Achteraf gaat voor de werkloosheidsbestrijding hetzelfde op als voor andere beleidsterreinen: de bezetting leidde hier tot centralisatie en planmatige aansturing binnen het openbaar bestuur. OPRICHTING RIJKSARBEIDSBUREAU AFGEKEKEN VAN NAZI’S CENTRALE AANPAK WERKLOOSHEID Tijdens de jaren dertig van de twintigste eeuw groeide het aantal werklozen in Nederland naar recordhoogten. Hoewel bepaalde sectoren van de Nederlandse economie al langer onder druk stonden, bracht de Beurskrach van 1929 een kettingreactie van economische problemen op gang. De crisis dwong tot het nemen van nieuwe maatregelen om werklozen te ondersteunen, al dan niet door werkverschaffingsprojecten te initiëren. Na het begin van de Duitse bezetting drong de vraag ‘hoe nu verder?’ zich als vanzelfsprekend ook binnen de gelederen van dit beleidsterrein op. Niet in de laatste plaats omdat de nationaal-socialistische bezetter zich uit eigen belang met de arbeidsbemiddeling in Nederland ging bemoeien. ‘Wie helpt mij aan werk, onverschillig wat’. Met deze leus, geschreven op een zelfgemaakt reclamebord, vroeg een inwoner van Deventer om hulp in 1937. Johannes Gerards werd gefotografeerd terwijl hij over de lokale Brink liep, niet vermoedend dat zijn foto daardoor zou uitgroeien tot een iconische afbeelding van de crisistijd. Sinds het begin van de jaren dertig telde Nederland honderdduizenden personen met hetzelfde probleem als Johannes. In 1936 golden zo’n 414.500 van de circa 8,5 miljoen Nederlanders als werkloos of werkzoekend. Een ongekend maatschappelijk probleem, want de overwegend mannelijke werkzoekenden fungeerden destijds vaak ook als kostwinner voor hun gezin. AFWACHTEND Hoewel de ernst van de situatie werd onderkend, ging de Nederlandse regering onder aanvoering van ARP-politicus Hendrikus Colijn aanvankelijk afAMBTENAAR IN OORLOGSTIJD De serie ‘Ambtenaar in oorlogstijd’ laat zien dat de Duitse bezetting kansen bood aan Nederlandse ambtenaren om beleidsterreinen naar hun hand te zetten. Deel 7: arbeidsbemiddeling. legenheid en teren op de hulp die hen werd geboren. De werklozensteun werd in Nederland aan het begin van de jaren dertig verzorgd door een vrij ingewikkeld geheel van werkloosheidsverzekeringen, een landelijke steunregeling en een sterk decentraal georganiseerde en verzuilde armenzorg. Dit traditionele en verhoudingsgewijs vrij omvangrijke sociale vangnet kon de toename van werklozen niet zomaar bolwerken. Om een verdere ontwrichting van het sociale stelsel – met alle neveneffecten van dien – te voorkomen, was een betere organisatie van de werklozenhulp gewenst. De druk moest van de ketel, zo bleek bijvoorbeeld toen er in 1934, in reactie op een verlaging van de steunuitkering, rellen uitbraken in de Jordaan in Amsterdam. wachtend met de economische crisis om. Een zo ‘natuurlijk’ mogelijk herstel van de nationale economie, die ondanks alle problemen zeker niet geheel was ingestort, gold als leidraad voor het crisisbeleid. ‘Wanneer geld wordt ingepompt en ge houdt met pompen op, dan stijgt onmiddellijk uw werkloosheid’, liet Colijn zich nog in 1938 ontvallen tijdens een Tweede Kamerdebat. Geduld was een schone zaak: de broekriem moest door de hele samenleving worden aangehaald terwijl gepoogd werd om het economisch herstel te bevorderen. Voor werklozen betekende dit wachten op het aantrekken van de werkgeSOCIALE DIENSTEN Op initiatief en in dialoog met volksvertegenwoordigers, vakbonden en ambtelijke commissies werd de werklozenhulp stapsgewijs gereorganiseerd in de jaren dertig. Lokale armenbesturen hervormden zich – voor zover dat niet al was gebeurd – in gemeentelijke sociale of maatschappelijke diensten met een bredere taakopvatting. Op rijksniveau werden de werklozenzorg, werkverschaffing en steunverlening overgeheveld naar een nieuw ministerie van Sociale Zaken. Meer ambtenaren dan ooit tevoren hielden zich zodoende vanaf midden jaren dertig bezig met het werklozenvraagstuk dat als maatschappelijk thema hoog op de agenda van de volksvertegenwoordigende organen bleef staan. Het ontvangen van steungeld was niet vrijblijvend en bedoeld als noodoplossing. Werklozen konden gesommeerd worden om in het kader van de steun werkzaam

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 SERIE 27 heden uit te voeren. Binnen de werkverschaffing droegen ze dan met de schop in de hand bij aan de aanleg van landbouwgrond, parken en infrastructuur. Hoewel er niet eerder zo veel projecten van de grond kwamen, bleef de schaal en organisatie van de werkverschaffing in Nederland beperkt van omvang in vergelijking met het buitenland. Het halfslachtige beleid had behoefte aan nieuwe impulsen en initiatief, want de werkloosheid daalde minder snel dan gehoopt. De invloedrijke KVP-politicus Carl Romme nam als minister van Sociale Zaken een organisatorische vlucht naar voren door de afdeling ‘werkverschaffing en steunverlening’ van zijn ministerie in 1939 om te laten vormen in een rijksdienst voor de werkverruiming. Ambtenaren drongen al langer aan op meer sturing op het vlak van de werkloosheidssteun, werkverschaffing en arbeidsbemiddeling. Geïnspireerd door de praktijk in Duitsland werd er gezinspeeld op de invoering van een gecentraliseerd Rijksarbeidsbureau als alternatief voor de bestaande arbeidsbemiddelings organen en een mogelijke arbeidsdienst voor jeugdige werklozen. Aan deze beoogde beleidshervormingen zat een prijskaartje, wat tot een politieke discussie leidde die bijdroeg aan de val van het vierde kabinet-Colijn in 1939. Economisch gezien leek de crisis op dat moment juist over haar hoogtepunt heen. Aan het einde van de jaren dertig telde Nederland zo’n 243.700 werklozen. Nog altijd een aanzienlijk aantal, maar ruimschoots minder dan in 1936. Het regeringsbeleid had, nadat de gulden was gedevalueerd, eindelijk de wind in de rug gekregen, ook al tekenden zich nu andersoortige donkere wolken af. Dat het aantal werklozen in de tweede helft van 1939 snel verder daalde was het gevolg van het begin van de Tweede Wereldoorlog en de mobilisatie van het Nederlandse leger. Onder andere Johannes Gerards werd opgeroepen om zijn dienstplicht te vervullen en voor hem eindigde de oorlog nog voordat hij voor andere Nederlanders goed en wel was begonnen. De Deventernaar, van gezicht de bekendste werkloze Nederlander uit de jaren dertig, sneuvelde op 11 mei 1940 in de duinen bij Wassenaar, waar hij zijn vaderland verdedigde tegen het binnenvallende en vier dagen later zegevierende Duitse leger. ARRANGEMENT Nadat de Duitse bezetting van Nederland een feit was, werd er een ‘bestuurlijk arrangement’ aangegaan tussen de bezetter en het Nederlandse bestuur. Het devies was, kortgezegd, voorlopig doorwerken waar mogelijk, in de eerste plaats om te voorkomen dat de Nederlandse samenleving tot stilstand zou komen en nog meer van haar zelfstandigheid zou verliezen. In de weken na de capitulatie keerde de regelmaat zoveel als mogelijk terug in de maatschappij. De werklozensteun werd als vanouds uitgekeerd en de werkverschaffing hervat, zij het onder spanning. Bij uitstek zag de bezetter op het vlak van de werklozenpolitiek mogelijkheden om het nationaal-socialistische systeem in Nederland te laten wortelen. Door in te spelen op de behoefte aan doortastend crisisbeleid en eensgezindheid, kregen initiatieven en hervormingen onder de ‘gewijzigde omstandigheden’ ruimte. Zo werd de arbeidsbemiddeling naar Duits voorbeeld gereorganiseerd, ook met het oog op een efficiënte uitzending van werkloze arbeiders naar Duitsland. Voor gedemobiliseerde militairen kwam in 1940 de Opbouwdienst (OD) tot stand als werkverschaffingsorgaan. Het bleek de opmaat naar de oprichting van een Nederlandsche Arbeidsdienst (NAD) in het voorjaar van 1941. Deze sterk op Duitse leest geschoeide hervormingen van de arbeidsbemiddeling en werkverruiming initieerde niet de nationaal-socialistische doorbraak waar de bezetter op hoopte. De Nederlandse economie bleef aanvanke

Beste lezer, Hopelijk gaat het goed met u. Het zijn bijzondere tijden waarin wij, de onderzoekers bij I&O Research, zo goed mogelijk de vinger aan de pols van de Nederlandse samenleving blijven houden. Onderzoek waarbij fysiek contact nodig is, staat grotendeels stil. Logisch. Maar het zou jammer zijn als u hierdoor besluitvorming moet uitstellen of keuzes moet maken met minder volledige informatie. We doen nog steeds onderzoek, zowel kwalitatief als kwantitatief. Er zijn ook genoeg redenen om juist nu onderzoek uit te voeren. Of: het is niet per se nodig (al) het onderzoek uit te stellen. We merken aan de respons en reacties dat respondenten juist nu bereid zijn vragen te beantwoorden. Niet alleen over alles rondom corona, maar ook over de mogelijke situatie ná corona. De coronacrisis kleurt mogelijk antwoorden, maar aan de andere kant is dit misschien wel ‘het nieuwe normaal’. De vraag is of het over een aantal maanden (of ooit) weer wordt zoals het was. Kwalitatief onderzoek doen we met online tools. Om ook kwantitatief (landelijk representatief) ontwikkelingen te kunnen volgen, introduceren we het Corona Continu Onderzoek. Tegen overzichtelijke kosten lopen uw vragen mee in het I&O Research Panel. Zie de planning en voorwaarden op onze website. We hopen u – ook in tijden van corona – van dienst te kunnen zijn. Gerben Huijgen Algemeen directeur I&O Research www.ioresearch.nl

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 ACHTERGROND 29 lijk overeind in oorlogstijd, maar die omstandigheden zorgden niet voor een groeiende geestdrift voor het nationaal-socialisme. Het enthousiasme om in Duitsland te werken of toe te treden tot de Nederlandsche Arbeidsdienst kelderde in samenhang met het oorlogsverloop. Het dreef de bezetter tot dwangmaatregelen, zoals het invoeren van een arbeidsdienstplicht voor jongeren en het aansturen op een verplichte arbeidsinzet voor Nederlandse mannen. GRENS Er zat een grens aan de bereidheid van Nederlandse ambtenaren om binnen de bijzondere omstandigheden zonder meer door te werken. Het vooruitzicht van een verplichte Arbeidsinzet van Nederlanders in het Duitse rijk stuitte op weerstand, net als de benoeming van pro-Duitse leidinggevenden. Steeds vaker zocht het Nederlandse ambtelijke personeel naar mogelijkheden om het bezettingsbeleid te ondermijnen. Keuringsartsen en ambtenaren saboteerden de uitzending van Nederlandse arbeidskrachten door te frauderen met keuringsgegevens, passen en lijsten. Ze deden dat met het besef dat er inmiddels een clandestien sociaal vangnet was ontstaan in Nederland voor onderduikers. Hoewel onzeker en niet ongevaarlijk, gaf een toenemend aantal Nederlanders de voorkeur aan ondergrondse steun in oorlogstijd. Het herstel van de oorlogsschade had na de bevrijding de hoogste prioriteit – tezamen met het herstel van het koloniaal gezag in Nederlands-Indië. Van laissez-faire was voorlopig geen sprake meer. De wederopbouw werd, zeker in vergelijking met de crisis van de jaren dertig, planmatig voorbereid en uitgevoerd, waarbij ervaringen en beleidsmaatregelen uit bezettingstijd als referentiekader dienden. Het bestrijden van de woningnood loste de werkloosheid in veel opzichten af als maatschappelijk probleem, want de werkloosheidsdaling zette door, zeker nadat de Marshallhulp Nederland bereikte. De Nederlandse Arbeidsdienst ging met de bezetter ten onder, maar de gecentraliseerde arbeidsbemiddeling en werkverruiming bleven ook na 1945 in bedrijf, zij het gedeeltelijk onder een andere naam en organisaties. Zo werd de Rijksdienst voor de werkverruiming voortgezet als Rijksdienst Uitvoering Werken (D.U.W.). Tot in het midden van de jaren vijftig speelde de DUW een rol bij het verwezenlijken van de wederopbouw en het economisch herstel van Nederland. De aanhoudende behoefte aan een betere organisatie van het werkloosheidsbeleid en de steunverlening resulteerde in 1949 in een volwaardige werkloosheidswet die tot de dag van vandaag geldt als basis voor het werkloosheidsbeleid in Nederland. Achteraf gaat voor de werkloosheidsbestrijding in Nederland hetzelfde op als voor andere beleidsterreinen: de bezettingssituatie was van invloed op de centralisatie en planmatige aansturing binnen het Nederlandse openbaar bestuur. Hoe dit precies in alle nuances en details voltrok dient nog uitgebreider te worden onderzocht. Daarbij moet het perspectief van de ambtenaar als mens niet worden vergeten. Zelfs al lag hun werk in het directe verlengde van de vooroorlogse situatie en uitgangspunten, dan nog konden ambtenaren zich na mei 1940 niet onttrekken aan de gewijzigde omstandigheden waarin zij werkten en dat heeft onvermijdelijk zijn persoonlijke beslag gehad. Het merendeel van de ambtenaren in oorlogstijd was gevormd in de crisistijd en handelde met die ervaring in gedachten. Wie de Tweede Wereldoorlog wil begrijpen, moet dan ook eerst de crisis van de jaren dertig bestuderen. Lennert Savenije is verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Als postdoctoraal onderzoeker werkt hij aan een onderzoek naar de geschiedenis van de Nederlandsche Heidemaatschappij in de periode 1929-1954. MEER LEZEN Hein Klemann, Nederland 1938-1948. Economie en samenleving in jaren van oorlog en bezetting (Amsterdam, 2002) Piet de Rooy, Werklozenzorg en werkloosheidsbestrijding, 1917-1940. Landelijk en Amsterdams beleid (Amsterdam,1978) Benjamin Sijes, De Arbeidsinzet. De gedwongen arbeid van Nederlanders in Duitsland, 1940-1945 (Den Haag, 1966)

30 ACHTERGROND MILIEU DOOR: RENÉ DIDDE FOTO: RAMON VAN FLYMEN / H.H. Het RIVM berekent de uitstoot en neerslag van stikstof in Nederland met modellen en metingen. Om provincies beter van dienst te zijn, pleit TNO voor satellietwaarnemingen. Welke voordelen biedt een ruimtepolitie? TNO WIL VIA SATELLIETEN VERVUILING METEN VANUIT DE RUIMTE JAGEN OP STIKSTOF Het is al jaren bekend dat de Nederlandse stikstofuitstoot per vierkante kilometer de hoogste is van Europa, bijna vier keer het gemiddelde binnen de EU. Dat is inherent aan de dichtheid van mensen, dieren, verkeer en industrie. Het RIVM meet de ammoniakconcentratie in het nationale luchtmeetnet continu op zes representatieve locaties en maandelijks in 89 natuurgebieden. Dit landelijk meetnet moet zonder meer blijven bestaan, maar al het meet- en rekenwerk op gebieds niveau kan eenvoudiger, vooral in het geval van ammoniak, betoogt TNO. ‘Wij hebben de kennis in huis om met de huidige Europese en Amerikaanse satellieten de concentratie van ammoniak in de lucht in kaart te brengen. En dan niet één keer per maand, maar dagelijks. En niet op 95 meetpunten in Nederland, maar op duizenden punten. De satelliet meet de concentratie ammoniak in de hele luchtkolom en daarmee kunnen we bepalen hoeveel stikstof er neerdaalt’, zegt satellietspecialist Anton Leemhuis van TNO. ‘We kunnen met een gebiedsdekkend plaatje van de concentratie van ammoniak iedere onbewolkte dag checken of de modellen kloppen’, vult stikstofdeskundige Martijn Schaap aan. De huidige resolutie van de satellietbeelden verschaft de onderzoekers inzicht in de stikstofconcentraties in gebieden van vijftien bij vijftien kilometer. Dat is tamelijk grof, maar levert toch nieuwe inzichten op. Leemhuis laat een kaart zien van de ammoniakconcentratie in Duitsland. TNO verricht onderzoek voor de Duitse federale overheden. Op basis van de emisLANDBOUW GROOTSTE BRON Voor wat betreft de uitstoot oftewel emissies van stikstof komt 60 procent voor rekening van ammoniak en 40 procent op conto van de stikstofoxiden, aldus recente cijfers van het RIVM. De landbouw is met 61 procent de grootste bron: 52 procent door ammoniak uit de mest en 9 procent komt van kunstmest, kassen, landbouwwerktuigen. Voor de gemiddelde neerslag oftewel depositie van stikstof in Nederland is de landbouw voor 45 procent verantwoordelijk. Het Mesdag Zuivelfonds, dat het RIVM sterk bekritiseerde, komt tot vergelijkbare cijfers. Ongeveer 35 procent komt uit het buitenland en het wegverkeer zorgt voor 6 procent van de schade. Daar komt nog bij dat ammoniak en stikstofoxiden in de lucht met elkaar kunnen reageren en dan stikstofhoudend fijnstof en ook ozon (smog) vormen. Dat kan gezondheidsschade voor de mens opleveren. sies en modelberekeningen toont hij een kaart die op de grens met Nederland helemaal rood kleurt, deels doordat er ammoniak ‘overwaait’ van het oosten van Nederland naar Duitsland. Voor de rest is er weinig aan de hand in Duitsland. MEST Dat verandert als de onderzoeker een kaart uit dezelfde periode laat zien met de ammoniakconcentraties zoals die door een satelliet zijn geregistreerd. ‘Je ziet op de grens met Nederland dezelfde verhoogde concentraties’, wijst Leemhuis. ‘Maar kijk, daar in Midden-Duitsland, richting Oost-Duitsland zie je een verhoging die je niet op de emissiemodelkaart ziet.’ Navraag leert dat het hier om een belangrijk akkergebouwgebied gaat. ‘Door de relatief hoge temperaturen op de dagen waarop mest wordt uitgereden, ontsnapt uit de weinig zure bodem relatief veel ammoniak naar de lucht, maar dat kan niet alles verklaren’, zeggen Leemhuis en Schaap. ‘Nadere studie door onderzoekers leerde dat er die periode veel mesttransporten plaatsvonden die misschien niet meteen onder de grond zijn gewerkt maar een paar dagen later pas zijn ondergeploegd.’ Met andere woorden, zelfs op deze wat grote schaal lijkt de satelliet een toegevoegde waarde te bieden om Sherlock Holmes-achtig speurwerk te verrichten. ‘Satellieten zijn goede instrumenten waarBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020

ACHTERGROND 31 De Nederlandse uitstoot is de hoogste van Europa mee provincies gedurende het hele jaar een beeld kunnen krijgen van hun ammoniakuitstoot.’ Bij het RIVM denkt Addo van Pul, projectleider van het monitoringprogramma, dat satellieten wel een aanvulling kunnen vormen op het bestaande meetnet en de modellen van het RIVM. ‘Zaligmakend is de satellietmethode echter niet’, denkt hij. ‘Soms zijn er dagen dat het bewolkt is en dan kan het zicht en dus de monitoring behoorlijk verstoord zijn. En vergeet niet dat een satelliet op tientallen kilometers hoogte vliegt en de hele luchtkolom tot het aardoppervlak meet. Daardoor kan ook behoorlijk wat ruis optreden’, geeft Van Pul aan. ‘Je ziet de laatste jaren een trend om juist burgers en maatschappelijke organisaties meer in te schakelen door metingen in hun leefomgeving te verrichten. Dat lijkt me een krachtiger beeld opleveren van complexe stoffen zoals ammoniak.’ NUCHTERE FEITEN Rijk en provincies weten van het bestaan van de aanvullende optie van satellietbeelden. Tijdens de ‘stikstofcrisis’ na het rapport van de commissie-Remkes in september praatten TNO-onderzoekers en RIVM-onderzoekers zich de blaren op hun tong om de zaak uit te leggen aan landbouworganisaties, politici en ambtenaren. Het feit dat de landbouw de onbetwiste nummer één is in de stikstofuitstoot viel door de modellen niet langer te ontkennen, en met de satellietgegevens erbij al helemaal niet. Politiek, bestuurders en landbouworganisaties hebben waarschijnlijk meer tijd nodig om de nuchtere feiten om te zetten in beleid, zeggen de onderzoekers. Aan de kosten van de satellietmetingen kan het niet liggen. ‘Voor enkele tonnen tot een paar miljoen euro zijn er op basis van dagelijkse metingen depositiekaarten te maken waarin de onzekerheden door de satellietdata sterk zijn teruggebracht.’ En er ligt nog meer op de tekentafel, meldt Anton Leemhuis. ‘We kunnen detectie-apparatuur leveren waarmee een nieuwe satelliet de lucht in kan die beelden kan maken in gebiedjes van driehonderd bij driehonderd meter.’ Dat is haast LUCHTMETER Meter van luchtkwaliteit in De Rijp (Noord-Holland) JE HEBT STIKSTOF EN STIKSTOF Bij stikstof zijn twee verschillende groepen van stikstofverbindingen in het geding, die een verschillend reactiepatroon volgen. Ammoniak, een gas dat vooral door de mest van de koe (en varken en kip) wordt uitgestoten, reageert snel en slaat gemakkelijk neer. Stikstofoxiden, die vrijkomen bij alle verbrandingsprocessen, slaan minder gemakkelijk neer en kunnen verder van hun bron op de bodem terechtkomen. Industrie, scheepvaart en vooral het wegverkeer gelden als de grootste bronnen van stikstofoxiden. De atmosfeer bestaat voor het overgrote deel uit stikstof, dus bij alle verbrandingsprocessen wordt stikstof automatisch mee verbrand. Door de neerslag van al dat stikstof, zowel met neerslag als in droge vorm, raakt de bodem ‘vermest’. Dat betekent dat brutale planten zoals brandnetel, harig wilgenroosje en tal van grassen de overhand krijgen en de beoogde verbetering van de biodiversiteit in de Nederlandse natuurgebieden wordt tegengegaan. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 32 ACHTERGROND MILIEU ‘Met satellieten krijgen provincies een goed beeld van hun ammoniakuitstoot’ het niveau van de vingerafdrukken waarmee de Sherlock Holmes van de landbouwinspectie de boerenbedrijven en stallen op gebiedsniveau kan volgen op emissies. Leemhuis: ‘Hiermee kunnen we onverwachte verhogingen – of verlagingen – in een gebied zien in vergelijking met wat de RIVM-kaarten tonen.’ Uiteraard hangt er aan dit soort techniek een prijskaartje, enkele tientallen miljoenen euro’s. Toch reppen de TNO’ers van een uitgelezen kans voor Nederland. ‘Kijk, die satelliet vliegt over de hele wereld. Hij kan ook beelden leveren van de ammoniakuitstoot in vee-intensieve gebieden in Azië, Zuid-Amerika en de Verenigde Staten’, zegt Leemhuis. Die waarnemingen zou Nederland kunnen verkopen of als service ter beschikking kunnen stellen aan internationale landbouworganisaties zoals de FAO om handhavende taken te verrichten of ‘rampen’ op het spoor te komen. GEEN REACTIE Uit het kaartmateriaal dat TNO en RIVM nu al leveren, blijkt zonneklaar dat de stikstofdepositie in Overijssel, Gelderland, Utrecht, NoordBrabant en Limburg het hoogst is in Nederland. Waarom wordt daar niet geïnvesteerd in uitbreiding van de stikstofdata met satellietgegevens? ‘Provincies maken gebruik van data van het RIVM’, zegt Derk Moor, woordvoerder van de koepel van provincies IPO. ‘Dat is het best beschikbare model op dit ADVERTENTIE moment. Vanuit hun rol als vergunningverlener en bevoegd gezag vinden de provincies het belangrijk dat er in heel Nederland eenduidige modellen worden gebruikt. Daarnaast vinden wij het van groot belang dat de berekeningen van de stikstofdepositie de werkelijkheid zo dicht mogelijk benaderen. Als metingen, methodes en technieken van andere aanbieders daarbij behulpzaam kunnen zijn, zijn wij daar altijd in geïnteresseerd’, aldus het IPO. Branche-organisatie LTO wil ‘voor dit moment’ geen reactie geven op de mogelijkheid om stikstofneerslag per satelliet te volgen. VVD-landbouwwoordvoerder Mark Harbers wil na inzage in dit artikel evenmin een reactie geven ‘omdat de discussie over stikstofmetingen nog loopt’ en hij daar buiten wil blijven.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 DOOR: KEMAL RIJKEN FOTO: HOLLANDSE HOOGTE BESTUUR ACHTERGROND 33 Na de monsterzege van Forum voor Democratie bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2019 was de grote wens van partijleider Thierry Baudet: meebesturen. Op Limburg (en waarschijnlijk Brabant) na bleek dit overal onmogelijk. Wat bereikten de 86 FvD-Statenleden? Binnenlands Bestuur maakt na één jaar een balans op aan de hand van drie provincies: Noord-Holland, Overijssel en Limburg. EÉN JAAR FVD IN DE PROVINCIALE STATEN ‘HEBBEN WE ONS DAAR ZO DRUK OM GEMAAKT?’ Voor een debutant als FvD is het niet altijd even gemakkelijk geweest om in de Staten zijn draai te vinden, zo blijkt uit een rondje langs de velden. Niet alle FvD-fracties werden even hartelijk ontvangen door andere Statenleden, onder meer vanwege de rechts-nationalistische retoriek van leider Baudet. Toch draaien alle fracties na een jaar redelijk tot goed mee. In de provincie Noord-Holland wist FvD uit het niets negen zetels te halen. Partijkopstuk Annabel Nanninga is een van de fractieleden. Zij herinnert zich de eerste weken nog. ‘De ontvangst vanuit het ondersteunend personeel was warm, professioneel, daar hebben we veel aan gehad. De ontvangst van de andere Statenleden was uiteraard op links niet echt vriendelijk.’

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 34 ACHTERGROND BESTUUR ‘Ik ben aangenaam verrast hoe we door de andere fracties zijn ontvangen’ Ze doelt op PvdA-gedeputeerde Adnan Tekin. ‘Hij ging bij de installatie van de nieuwe Staten, waar familieleden op de tribune zaten, raar los. Het was alsof de antichrist was gesignaleerd. Voor ons, zeker voor de FvD’ers die nieuw waren, was dit een koude douche en niet constructief.’ Tekin zei dat FvD de sociaaldemocratische waarden uitsloot en dat daarom samenwerking met zijn partij uitgesloten was. Hij kan zich nu voorstellen dat dit voor Nanninga en de familieleden rauw op hun dak viel. ‘De microfoon stond ook erg hard’, vertelt Tekin. ‘Als je dat terugkijkt, dan schreeuw ik een beetje en dat was helemaal niet de bedoeling.’ Later kwam de gedeputeerde de FvD’ers regelmatig tegen. ‘Het maakt dan niet uit van welke partij je bent. Na de zomer heb ik ook een open en transparant gesprek met de FvD-fractievoorzitter gehad. Ik zei: “Luister, ik sta open voor wat jullie indienen.”’ Nanninga: ‘We waren nieuw, maar we zijn wel overal meteen bovenop gaan zitten. Inhoudelijk zitten we goed in elkaar. Uiteindelijk zagen andere partijen toch dat er met ons te praten valt.’ FvD kwam niet in het college, onder andere omdat de VVD weigerde af te zien van meer windmolens en zonnepanelen. De FvD-fractie voert nu oppositie. Vaker komen partijen bij de fractie langs om te praten over moties, zegt Nanninga. ‘Ook linkse partijen. Maar het blijft natuurlijk aftasten en onze eigen moties worden sporadisch aangenomen.’ ‘INEFFECTIEF’ Publicist Chris Aalberts werkt momenteel aan een boek over de partij en volgt die al jaren op de voet. Hij herkent zich in het beeld dat Nanninga schetst. ‘Wat zij vooral doet, is dingen de wereld in slingeren. Daar krijg je niet snel meerderheden voor. Tegelijkertijd provoceert zij ook mensen, waardoor ze dingen niet voor elkaar krijgt.’ Volgens Aalberts is het logisch dat het mettertijd beter is gegaan. ‘Het kan best zijn dat er een keer een motie is aangenomen, maar als je kijkt naar de resultaten in Noord-Holland dan zijn die er niet naar.’ Volgens hem is er sprake van ineffectieve oppositie. ‘Als je als inzet hebt om een vliegveld in zee te willen, dan zet je jezelf in de Noord-Hollandse Staten buitenspel.’ Limburg is de enige provincie waar het Forum lukte om mee te besturen. Sinds juni zit daar een extraparlementair college MOTIES EN AMENDEMENTEN VAN FVD (EERSTE INDIENER) Provincie Moties Noord-Holland Zuid-Holland Utrecht Noord-Brabant Gelderland Limburg Friesland Overijssel Groningen Drenthe Flevoland Zeeland TOTAAL (N) 6 19 10 28 8 18 25 7 36 2 8 8 175 Aangenomen 2 3 2 1 0 2 5 5 1 0 4 1 26 * twee moties in Z-H, N-H en Limburg zijn aangehouden Verworpen Inge trokken 0 11 5 18 6 2 13 2 27 2 1 2 89 0 * 0 * 3 7 2 0 * 7 0 8 0 3 5 35 Amendementen 0 2 2 0 3 1 3 0 2 0 0 1 14 Aangenomen 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 1 2 Verworpen Inge trokken 0 2 2 0 0 0 3 0 1 0 0 0 8 0 0 0 0 3 0 0 0 0 0 0 0 3

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 ACHTERGROND 35 ‘Het was alsof de antichrist waarvoor de partij één bestuurder levert. CDA-voorman en gedeputeerde Ger Koopmans is een van de architecten. Veel partijen zeiden niets van Forum te weten, aldus de CDA’er, die gesprekken organiseerde onder het motto: leer elkaar eens kennen. ‘We kwamen tot de conclusie dat op de inhoud alle coalities mogelijk zouden zijn. Niemand bleek een andere partij uit te sluiten. Dat hebben we tot drie keer toe opgeschreven en in een debat in de Staten is dat bevestigd.’ Er kwamen acht uitgangspunten die alle partijen, op de SP na, onderschreven. Koopmans: ‘De uitdaging kwam toen we vroegen of de oude coalitiepartijen een combinatie met GroenLinks, PVV en FvD aan wilden gaan. Een ingewikkelde tweet van Baudet zorgde er echter voor dat de PvdA, D66 en GroenLinks ineens toch niet wilden. Toen werd het speelveld lastiger.’ Het collegeprogramma, dat bestaat uit de programma’s van alle partijen, werd geschreven door ambtenaren. Uiteindelijk werden zeven gedeputeerden aangetrokken, waaronder een van FvD, een van PVV en een van GroenLinks. De FvD-fractie functioneert volgens Koopmans goed. ‘In de eerste vergaderingen stelden ze zich kwetsbaar op door te zeggen dat ze niet precies wisten hoe het zat. Zij vertelden open en eerlijk hoe ze erin zaten.’ GEEN POLARISATIE Simone Kerseboom is fractievoorzitter van FvD. ‘We wilden niet binnenkomen met een soort van arrogantie. We zijn in gesprek gegaan met alle ambtenaren en hebben hulp gekregen.’ FvD is kritisch op de energietransitie en probeert dit proces ook in Limburg een halt toe te roepen. Kerseboom: ‘Onze motie “Geen biomassacentrales” is aangenomen. In de regionale energiestrategie zullen die centrales, die genereren op grootschalige houtkap, niet worden gebouwd. Een tweede motie is aangenomen om onderzoek te doen naar andere alternatieve energievormen zoals kernenergie.’ Verder is de fractie van plan een Limburgs referendum over de regionale energiestrategie te organiseren. In Limburg is alles heel gemoedelijk, benadrukt Kerseboom. ‘Ik moet zeggen: ik ben gewoon goed opgevangen. Ook ben ik gaan lunchen met de nieuwe fractievoorzitter van GroenLinks, die in dezelfde situatie zat als ik. De polarisatie merk je niet, zeker niet in de omgang met elkaar. Ik ben aangenaam verrast hoe we door de was gesignaleerd; voor ons was dit een koude douche’ andere fracties zijn ontvangen.’ Deskundige Aalberts is minder lovend over de Limburgse situatie. ‘FvD heeft in Limburg vrijwel niks gekregen. Dat referendum was al beloofd en er komen zonnepanelen op daken in plaats van in het landschap. Meer niet.’ Volgens Aalberts is het college in Limburg ‘een totale sof’ voor de partij ‘omdat ze zich met een kluitje in het riet hebben laten sturen’. Hij wijst erop dat mede daarom ruzie is ontstaan tussen Cees van de Sande – een van de Limburgse FvD’ers van het eerste uur – en de rest van de fractie. ‘Van de Sande was Statenlid. Hij heeft snel doorgehad dat er voor FvD aan dit college geen eer te behalen viel en mede daarom is er een conflict ontstaan.’ Van de Sande en de fractie kwamen er niet uit. Kerseboom heeft een andere mening. ‘Wij wilden leren lopen voordat we gingen rennen en Cees zag dat anders. Dat creëerde te veel frictie binnen de fractie. Het was meer een verschil van mening dan een persoonlijk conflict.’ Van de Sande is bij twee Statenvergaderingen niet aanwezig geweest. ‘Hij heeft de zetel aan de partij gegeven en daar zijn we hem zeer dankbaar voor.’ ‘KRACHTEN VAN BUITEN’ In de provincie Overijssel kwam FvD binnen met zes zetels. Leider Johan Almekinders blikt terug op de formatie. ‘Krachten van buiten onze provincie hebben bepaald dat we niet in het bestuur mochten komen,’ zegt hij. ‘We zaten aan tafel om mee te besturen, CDA en VVD waren open, met PvdA en ChristenUnie hebben we nog aparte gesprekken gevoerd voordat we ons committeerden. Ze wilden dat landelijke FvD-krachten geen invloed zouden hebben op de provinciale zaken. Dat heb ik beloofd.’ Toch ketste de formatie af door krachten buiten de provincie. Mogelijk heeft dat te maken met de Europese verkiezingen, meent Almekinders. ‘Timmermans had wel baat bij reuring. Zijn partijgenoten in de Staten hadden geen problemen met ons, maar konden de druk van boven niet aan.’ FvD belandde in de oppositie. Almekinders vindt het jammer dat hij zich niet heeft kunnen waarmaken in het bestuur. ‘Achteraf denk ik weleens: maak ons nou eens verantwoordelijk om ons te bewijzen. Ik neem Leefbaar Rotterdam als voorbeeld.’ Hij schuwt en schuwde de media niet. ‘Ik stond en sta iedereen te woord, en ben ook verkiezingsdebatten aangegaan, dus daar lag het niet aan.’ Wapenfeiten zijn er inmiddels. ‘We hebben een motie ingediend voor een wildtunnel die ook de verkeersveiligheid regelt. Die tunnel kost veel geld, maar we kregen daar wel unanieme steun voor.’ Na de begrotingsvergadering werd een FvD-motie inzake fietssnelwegen aangenomen, waarbij armere gemeenten worden tegemoetgekomen bij de aanleg van zo’n fietspad over hun grondgebied. Later werd er een motie voor de bescherming van het carbidschieten aangenomen. ‘In die motie staat dat het carbidschieten behoort tot het immaterieel erfgoed van de provincie. Door deze beschermde status krijgt het niet te lijden onder de vuurwerkverboden die er nog komen.’ GEEN PROBLEMEN Aalberts snapt dat Almekinders met iedereen door één deur kan. ‘Hij heeft gezegd: we hadden best mee kunnen doen. Ik denk dat hij daar gelijk in heeft. Ze hadden ook een capabele wethouder uit Staphorst klaar staan. De PvdA wilde echter geen gedoe met hun landelijke club en daarom moest Almekinders publiekelijk afstand nemen van de dingen die Baudet gezegd heeft.’ Volgens Aalberts zijn er geen problemen in Overijssel. ‘De fractie functioneert keurig en draait mee.’ Vooraf was er veel rumoer over de komst van FvD in de Provinciale Staten. Volgens Aalberts is dat onterecht. ‘Die mensen van FvD in de Staten zijn meestal gewoon ontzettend saai. De grote klimaatoppositie is er niet gekomen en de FvD-oppositie in zijn algemeen is toch wel erg vlak.’ Het had niet anders gekund, omdat er veel verschillende partijen zijn en de kans daarom sowieso klein was dat FvD iets zou bereiken. Aalberts: ‘Als we van tevoren hadden geweten dat dit zo zou zijn, dan zouden we ons veel minder druk hebben gemaakt over FvD in de Provinciale Staten.’

36 ACHTERGROND OPLEIDING DOOR ADRIAAN DE JONGE FOTO: SAKE ELZINGA Zo’n tien jaar geleden stonden werkloze jongeren in de rij om bij de overheid aan de slag te gaan. Anno 2020 hebben de publieke werkgevers juist moeite om de vacatures gevuld te krijgen. De Gemeenschappelijke Opleidingsactiviteit (GOA) voor de publieke sector in Noord-Nederland weet met beide opdrachten raad. SUCCESVOL OPLEIDINGSTRAJECT GRONINGEN NIEUWE ENERGIE DANKZIJ TRAINEES GRONINGEN Gert-Jan Rodenboog op de Grote Markt, zijn werkplaats

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 ACHTERGROND 37 ‘Ik moest wel even opzoeken wat de provincie allemaal doet’ ‘Toen heeft de publieke sector gezegd: wij moeten het goede voorbeeld geven’, vertelt Maas verder. Want het aantal bbl’ers dat de Aan de duizend jaar oude Grote Markt in Groningen gaat de komende jaren flink worden gesleuteld. Gert-Jan Rodenboog (26) werkt enthousiast mee aan die grootschalige herinrichting. ‘Ik ben geboren en getogen in Groningen. Om dan aan de binnenstad van mijn eigen stad te kunnen werken, dat is super.’ Hij studeerde vorig jaar af aan de Rijksuniversiteit Groningen als sociaal planoloog en begon een paar maanden later aan een traineeship bij de gemeente Groningen. Inmiddels is hij aangenomen als assistent-projectleider bij de afdeling Stadsontwikkeling. Het is een van de succesverhalen van Stichting GOA Publiek, die het traineeprogramma in opdracht van – en in nauwe samenwerking met – de gemeente Groningen ontwikkelde. GOA staat voor Gemeenschappelijke Opleidingsactiviteit, een fenomeen dat bijvoorbeeld in de bouw of in het groenbeheer al bekend is, maar in de publieke sector in het geheel nog niet. Dat vertelt Jeroen Maas, de directeur van de stichting die er al vanaf de oprichting bij betrokken is geweest. De raison d’être was bij de oprichting van de stichting in 2010 een heel andere dan anno 2020. Ook bestonden de traineeships toen nog niet. Er was in die tijd sprake van grote jeugdwerkloosheid. Actie was nodig ‘omdat er een verloren generatie dreigde te ontstaan’, vertelt Maas. Extra aandacht was nodig voor jongeren in bbl-trajecten – de beroepsbegeleidende leerweg, een leerwerktraject op mboniveau. Dat soort gecombineerde leerwerkplekken wordt in een crisis als eerste wegbezuinigd, waardoor veel jongeren hun diploma niet zouden kunnen halen. ‘De maatschappelijke impact is dubbel’, aldus Maas. ‘Je hebt én geen werk én je kunt je opleiding niet afmaken.’ provincies en gemeenten in Noord-Nederland destijds in dienst had, ‘daar raakte je niet van onder de indruk, zeg maar’. Terwijl er allerlei mbo-functies in het openbaar bestuur bestaan: van administratieve en juridische medewerkers tot hoveniers, vuilnismannen of -vrouwen en kantonniers (die wegbermen onderhouden). Zo ontstond het idee voor een GOA voor de publieke sector, die zich constant zou inspannen om bbl-trajecten op de agenda van publieke partijen te houden. TIEN JAAR LATER Een tweede taak is het ‘ontzorgen’ van publieke organisaties doordat de GOA als werkgever optreedt. In die zin is de GOA eigenlijk een uitzendbureau, dat ook de risico’s van het werkgeverschap op zich neemt. Maar de belangrijkste bestaansgrond voor de GOA ligt volgens Maas in de begeleiding die alle bbl’ers en trainees krijgen. ‘Met vier leerlingbegeleiders houden we continu een vinger aan de pols. Daardoor maximaliseren we de kans dat ze succesvol uitstromen.’ Op verzoek van de gemeente Groningen is het traineeprogramma voor starters uit het hbo en wo er een paar jaar later, in 2013, bijgekomen. Waar de GOA in eerste instantie jongeren aan werk hielp, is de taak nu verschoven naar: de publieke sector aan personeel helpen. De arbeidsmarkt is immers flink aangetrokken. Bijna tien jaar na de oprichting zijn er zo’n vierhonderd bbl’ers geplaatst bij ongeveer veertig verschillende publieke en semipublieke organisaties. Meer dan 85 procent van hen behaalt het diploma en 80 procent vindt binnen drie maanden na afloop van het traject een betaalde baan. Aan het traineeprogramma hebben meer dan 160 jongeren meegedaan bij zeven gemeenten en een woningcorporatie. ZELFVERZEKERD ‘Ik moest eerst wel even opzoeken wat de provincie eigenlijk allemaal doet,’ vertelt Esther Maliepaard (34), die bijna klaar is met haar bbl-traject als managementassistent bij de provincie Drenthe. Ook wist ze niet zeker of het wel wat voor haar zou zijn – ze had in de kinderopvang gewerkt en veel van de taken en verantwoordelijkheden waren nieuw voor haar. Maar inmiddels voelt ze zich op haar plek en is ze zelfverzekerder geworden. Charles Hussels begeleidt Esther op haar leerwerkplek en is blij met het bbl-programma bij de provincie. ‘Als ik om me heen kijk zie ik hier vooral mannen van boven de vijftig – net als ik. Jonge bbl’ers brengen nieuwe energie met zich mee.’ En niet alleen dat: er komt ook nieuwe kennis binnen. De bbl’ers krijgen van het GOA trainingen, bijvoorbeeld in Excel of Sharepoint. Dat komt Hussels wel goed uit: ‘Dan leer ik het weer van hen.’ Als moeder van drie kinderen op zoek naar een carrièreswitch was een bbl-traject ideaal voor Esther Maliepaard: ze kan leren terwijl ze ook betaald werk doet, en de uren zijn flexibel. Dat profiel komt Jeroen Maas vaker tegen. Hoewel er steeds minder jongeren vanuit de bijstand naar een bbl-traject solliciteren (‘in het begin kwam wel 80 procent vanuit een uitkering’), zijn het wel vaak jongeren ‘die in een situatie zitten waar ze uit willen’. Soms moeten bbl-plekken letterlijk gecreeerd worden. Directeur Jeroen Maas noemt dat job carving. ‘Toon mij uw afdeling, dan toon ik u een bbl-plek’ is zijn motto. Het idee: je schraapt een aantal taken uit functies voor hoogopgeleiden weg, taken die niet per se vragen om een hbo- of universitair diploma, en stopt ze bij elkaar in een mbo-functie. Vooral in tijden van digitalisering, waarin vooral banen in het middensegment dreigen te verdwijnen, kan dat een veelbelovende strategie zijn om de arbeidsmarkt iets dichter naar mbo’ers toe te trekken. Mireille Stuart, Programmamanager Arbeidsmarkt bij A&O fonds Gemeenten, kent het fenomeen job carving vooral als middel om mensen met een arbeidsbeperking aan een baan te helpen. Maar ook voor reguliere mbo’ers ziet ze het nut er wel van in, want ze weet dat gemeenten kampen met een mismatch tussen de openstaande vacatures en het arbeidsaanbod. Ook ziet ze dat de gemiddelde salarisschaal van ambtenaren stijgt, wat er inderdaad op zou kunnen wijzen dat mbo-functies verdwijnen – of dat mbobanen vaker worden geoutsourcet.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 ACHTERGROND 39 Wel verwacht ze dat het carven van bbl-plekken arbeidsintensief is. ‘Je moet goed snappen hoe functies zijn opgebouwd. Dat behoort niet tot het standaard takenpakket van een HRM’er.’ Dat beaamt Jeroen Maas: ‘Je moet gaan inventariseren hoeveel tijd iedereen aan welke taken besteedt. Daar heeft niet elke manager zin in.’ Toch lijkt het bij de GOA te werken. Maas schat dat 80 procent van de bblplekken er niet was geweest zonder de inzet van de GOA. BLIKSEMSE BOEL Als de GOA Publiek in het hoge noorden zo succesvol is, waarom is het recept dat nog niet overgenomen in de rest van het land? ‘Als je het hebt draaien, dan heb je wat staan. Maar voordat het zover is, moet je wel serieus investeren’, verklaart Jeroen Maas. ‘Je moet met z’n allen toch formeel een stichting opzetten. Dat betekent ook dat je een stichtingsbestuur moet hebben en oprichtingsstatuten en de hele bliksemse boel.’ Op dit moment draait de GOA Publiek overigens bijna zonder subsidies, op een bijdrage van de provincie Groningen na. Uiteindelijk ligt de kracht van de GOA in de warme relaties met de publieke werkgevers en onderwijsinstellingen die in de loop der jaren zijn opgebouwd, denkt Maas. Ook dat kost tijd en energie. Daarom wil hij vooral bij de regio NoordNederland blijven, ook als er in andere gebieden wellicht vraag is naar soortgelijke diensten. ‘Het netwerk en de persoonlijke aandacht is zo belangrijk, dat moeten we niet laten verwateren.’ Ook in de organisaties waarmee de GOA samenwerkt, moeten keuzes wortden gemaakt. Maas heeft bijvoorbeeld geprobeerd om ook bbl-plekken in de zorg te gaan regelen, maar die sector bleek te ver van de bestaande expertise af te liggen. Zoals gezegd verschoof de focus van de GOA de afgelopen negen jaar vanwege de aantrekkende arbeidsmarkt. Waar voorheen gemeenten en provincies overtuigd moesten worden om leerwerkplekken te creëren, moeten nu ook jongeren worden geënthousiasmeerd voor een baan in het openbaar bestuur. De veranderde arbeidsmarkt vormt voor gemeenten een uitdaging, weet Mireille Stuart van het A&O fonds: ‘Jongeren zijn best geïnteresseerd in een baan bij de gemeente. Maar gemeenten TIEN JAAR GOA PUBLIEK IN CIJFERS BEROEPSBEGELEIDENDE LEERWEG (BBL) 380 bbl’ers in dienst (gehad) Bij 55 organisaties geplaatst 79 procent haalt diploma 69 procent heeft binnen drie maanden betaalde baan, grotendeels bij de inleners 14 procent gestopt TRAINEES 130 trainees in dienst (gehad) Bij 15 organisaties geplaatst 96 procent heeft na afloop een baan, waarvan circa 70 procent bij de inlener ‘Gemeenten hebben moeite om potentiële nieuwe medewerkers te bereiken’ hebben wel moeite om die potentiële nieuwe medewerker te bereiken. Toen de arbeidsmarkt weer aantrok, zat er bij wijze van spreken een hele generatie HRM’ers die zich niet kon herinneren dat er ooit een krappe arbeidsmarkt was geweest. Die inhaalslag wordt nu heel snel gemaakt.’ Jongeren zijn vandaag de dag op zoek naar een baan met ontwikkelingsmogelijkheden, een goede werk-privébalans, mogelijkheden om flexibel te werken, en kansen om impact te hebben, blijkt uit het onderzoek Jong@Gemeenten van het A&O fonds. ‘Dat zijn dingen die het werk bij gemeenten allemaal te bieden heeft. It ticks all the boxes’, aldus Mireille Stuart. De uitdaging is meer: hoe houd je jonge ambtenaren vast? Want: ‘Ze willen door. Ze willen zich blijven ontwikkelen.’ Als ze die mogelijkheden niet zien, dan loopt de gemeente het risico ze te verliezen. Gebrek aan doorgroeikansen vormt, samen met de bureaucratie die het realiseren van impact in de weg zit, de belangrijkste reden voor jonge ambtenaren om een andere baan te zoeken. POSITIEVE KANTEN Gert-Jan Rodenboog, de jonge assistent-projectleider die aan de Groningse Grote Markt werkt, heeft die bureaucratie inmiddels ook leren kennen. ‘Werken binnen de overheid, daar moet je best even aan wennen.’ Toch benadrukt hij juist de positieve kanten van zijn baan. Het beeld van de gemeente als een saaie en stoffige organisatie klopt volgens hem niet. ‘Bij de gemeente Groningen krijg je de ruimte krijgt om mee te denken aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Ik leer hier het vak door samen te werken met zeer ervaren mensen.’ Via het traineeprogramma heeft Rodenboog ook contact met jonge collega’s bij andere afdelingen. Sterker nog: hij zit sinds kort in het bestuur van JANN, het netwerk voor Jonge Ambtenaren in Noord-Nederland. Zijn interesse daarvoor is bij de trainingen van de GOA gewekt, vertelt hij. Hoewel traineeprogramma’s bij gemeenten inmiddels niet uitzonderlijk meer zijn, heeft het GOA dus wel iets extra’s toegevoegd. Uit het Jong@Gemeenten-onderzoek blijkt dat informeel contact met leeftijdsgenoten een belangrijke blijffactor is voor jonge ambtenaren. Rodenboog lijkt zijn weg in de gemeentelijke bureaucratie te hebben gevonden. en is tevreden met zijn baan. Over een jaar of drie zal blijken of hij de positieve invloed die hij graag op zijn eigen stad wil hebben inderdaad heeft kunnen realiseren: dan wordt, als alles goed gaat, de nieuwe Grote Markt opgeleverd.

40 ACHTERGROND CARRIÈRE DOOR: HANS BEKKERS FOTO: MARCEL VAN DEN BERGHT/H.H. Ze zijn oud en met te weinig: de Nederlandse ambtenaren bij instellingen van de Europese Unie. Buitenlandse Zaken zet daarom in op meer detacheringen van rijksambtenaren. En minister Blok meldt de Kamer dat hij steviger gaat lobbyen voor het binnenhalen van ambtelijke topposities. NEDERLAND ONDERVERTEGENWOORDIGD IN BRUSSEL PLAN VOOR MEER JONGERE EU-AMBTENAREN Uit een rapport van de Europese Commissie over de geografische balans van haar personeelsbestand blijkt dat Nederland is ondervertegenwoordigd binnen die instelling. Het streefcijfer van de Europese Commissie voor Nederlandse personele vertegenwoordiging is 3,9 procent van het gehele personeelsbestand. Nederland komt echter niet verder dan 1,9 procent. Als de vertegenwoordiging niet op korte termijn stijgt, zal ons land zijn evenredige vertegenwoordiging in de hogere rangen niet kunnen vasthouden. Door pensionering verslechtert de vertegenwoordiging daar namelijk snel: van de vaste Nederlandse EU-ambtenaren is 22 procent 58 jaar of ouder. Daarmee is Nederland na Luxemburg, Ierland, Griekenland en Portugal de lidstaat met de meest vergrijsde vertegenwoordiging in de EU. Van alle EU-ambtenaren is 14 procent 58 jaar of ouder. Het aantal Nederlandse ambtenaren bij de Europese Commissie laat al sinds 2008 een dalende trend zien. De ondervertegenwoordiging is volgens minister Blok van Buitenlandse Zaken onwenselijk voor zowel de Europese instellingen als voor Nederland. ‘De legitimiteit van de instellingen stijgt naarmate zij herkenbaarder functioneren voor de burgers. Landgenoten helpen hierbij. Mensen die vanuit een Nederlands denk raam en een Nederlandse stijl van werken opereren in de EU, zorgen voor betere aansluiting bij de Nederlandse realiteit. Voor Nederland zelf vormen de Nederlanders een informeel laagdrempelig netwerk BRUSSEL Het gebouw van de Europese Commissie BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 ACHTERGROND 41 Voor benoemingen op het allerhoogste ambtelijke niveau zet het kabinet in op ‘een goede lobby’ tussen het rijk en de EU-instellingen. Dit bevordert de informatie-uitwisseling in alle fases van de EU-besluitvorming, wat essentieel is in de huidige Unie om de Nederlandse inzet te kunnen realiseren.’ Tevens vormen de Nederlandse EU-ambtenaren volgens Blok ‘een peilstok’ voor wat er op EU-niveau speelt en hebben zij vaak goed zicht op vrijkomende posities. ZWAAR EXAMEN Er zijn meerdere oorzaken voor de ondervertegenwoordiging van Nederland bij de EU. Het betreft onder meer het goede leefklimaat en de carrièremogelijkheden in Nederland, partnerproblematiek, het niet altijd positieve imago van de EU als werkgever en de werkcultuur binnen de EU, die op nogal wat punten afwijkt van die in Nederland. Daarnaast blijken ook de lange Europese selectieprocedures (EPSO), met een zwaar entree-examen – het zogeheten ‘concours’ – als toegangspoortje, een belangrijke horde voor Nederlanders. De selectieprocedures rusten op een andere, meer Franse bestuurscultuur en sluiten slecht aan op ons onderwijssysteem. Samen met lidstaten als Denemarken, Ierland en Zweden, die met soortgelijke problemen kampen, lobbyt Nederland bij de Europese Unie voor selectieprocedures die beter aansluiten op de praktijk in lidstaten. Toch geeft het kabinet prioriteit aan de vertegenwoordiging van Nederlandse ambtenaren in vaste dienst bij de Europese instellingen via een concours. Dat wordt als de beste manier gezien om een goede vertegenwoordiging van Nederlanders op de langere termijn en in de hogere functies te bevorderen. ‘Ambtenaren in vaste dienst hebben immers de meeste kans om door te stromen naar management- en andere topfuncties’, aldus Blok. Dat neemt niet weg dat het kabinet zich ook inzet voor manieren om Nederlanders te ondersteunen bij een tijdelijke positie bij de Europese instellingen. Zij zorgen ervoor dat Nederland op ambtelijk niveau is vertegenwoordigd. Bovendien blijkt dat deelnemers met eerdere EU-ervaring een hogere slagingskans hebben voor de EU-selectieprocedures. Ook wordt de drempel om te solliciteren bij de EU lager. Het kabinet meent dan ook dat werken bij de EU een normaal onderdeel moet zijn van een carrière binnen het Nederlandse openbare bestuur. ‘Naarmate meer Nederlandse ambtenaren een deel van hun carrière in het Europees werkveld doorbrengen, bouwt de rijksdienst als geheel expertise en ervaring met EU-besluitvorming op. Dit is essentieel gezien de invloed van de Europese Unie op vrijwel alle terreinen van het Nederlandse openbare bestuur.’ De ondersteuning die de overheid daarbij kan bieden, varieert van het begeleiden van Nederlanders die een vaste baan bij de EU ambiëren, het opdoen van EU-ervaring aan het begin van een carrière in het Nederlandse openbare bestuur tot het detacheren van Nederlandse ambtenaren vanuit de rijksoverheid – of een ander onderdeel van de Nederlandse overheid – en het bevorderen van benoemingen op hoog ambtelijk niveau. HERINTRODUCTIE BEURS Wat betreft het begeleiden van Nederlanders die een vaste baan bij de EU ambiëren, zal Werken bij de EU – een onderdeel van Buitenlandse Zaken – meer inzetten op kansrijke Nederlandse ambtenaren. Voor de beginnersfuncties wordt een promotiecampagne gericht op jonge ambtenaren. Voor de iets hogere functies gaat het ministerie gericht zoeken naar kansrijke kandidaten. Het kabinet onderzoekt verder hoe de rijksoverheid de ‘alumni’ van de EU-selectieprocedures kan begeleiden tot zij daadwerkelijk een EU-baan vinden. Intensievere begeleiding van die groep kan relatief eenvoudig en snel de instroom BEZETTINGSGRAAD De gewenste bezettingsgraad voor de Europese Commissie, het SecretariaatGeneraal van de Raad en het Comité van de Regio’s is 3,9 procent. In de berekening daarvoor worden het aandeel in de EU-bevolking, de leden van het Europees Parlement en stemmen in de Raad meegenomen. Volgens de Commissie zijn er de volgende aantallen Nederlandse ambtenaren (cijfers uit 2018): Europees Parlement: 63 (2,5 procent) Secretariaat-Generaal van de Raad: 32 (2,4 procent) EDEO: 32 (3,4 procent) Europees Economisch Sociaal Comité: 10 (3,1 procent) Comité van de Regio’s: 6 (2,1 procent).

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 ACHTERGROND43 in de EU-instellingen bevorderen. Daarnaast is Werken bij de EU bezig om met een nieuwe communicatiestrategie de EU beter te positioneren op de Nederlandse arbeidsmarkt onder studenten, bijna-afgestudeerden en young professionals. Het kabinet wil met name de instroom binnen de kleinere en minder bekende EU-traineeships bevorderen, zoals de traineeships van de Raad van de Europese Unie, de Europese Rekenkamer en het Europees Hof van Justitie. Verder overweegt het kabinet opnieuw beurzen te geven om te studeren aan het Europacollege in Brugge en Warschau. Die beurzen waren afgeschaft. Het kabinet wil meer aandacht voor werken bij de EU en voor het EU-concours voor medewerkers in het beginstadium van hun carrière. Trainees bij het rijk worden nu al aangemoedigd een van hun plaatsingen in te zetten als gedetacheerde bij de Permanente Vertegenwoordiging, of onder het National Experts in Professional Training-programma bij een EU-instelling, waarmee zij de EU leren kennen. Hoewel die rijkstrainees op moment van detacheren niet noodzakelijkerwijs een EU-carrière nastreven, nemen zij die EU-ervaring mee naar Nederland en wordt de drempel om COLUMN JAN VERHAGEN DE VOLGENDE EPIDEMIE Vaak wordt een ziekte overgebracht door mensen, maar soms door dieren. Vooral ratten en muizen zijn berucht. Het vervelende is dat die beesten bijna overal zitten. In steden, waar veel afval op straat ligt. Op boerderijen. Op plekken waar eten wordt bewaard, zoals in de horeca. En omdat een rat kilometers ver van zijn nest nog eten zoekt, en muizen door piepkleine gaatjes kunnen, komen die knaagdieren bijna overal. En kunnen ze dus bijna overal ziekten overbrengen. Niet alleen de pest, maar ook salmonellose, leptospirose, de ziekte van Weil, rattenbeetkoorts, de kattenkrabziekte. Het hantavirus, het seoulvirus. En wie weet welke nieuwe ziekten de komende jaren nog meer. U raakt besmet door het inademen van besmet opdwarrelend stof, bijvoorbeeld als u de schuur veegt. Of door te zwemmen in water waarin eerder een rat of een muis heeft gezwommen. Of op een andere manier – het kan iedereen overkomen. Het is een taak van de gemeenten om ratten en muizen, en ander ongedierte, in de openbare ruimte te bestrijden. Het RIVM – Jaap en zijn mensen – heeft onlangs onderzocht of het rijk en de provincies daarbij de gemeenten helpen. Dat blijkt vies tegen te vallen, zelfs als u er niet veel van had verwacht. Ik geef enkele voorbeelden. De bouwvoorschriften van minister Van Veldhoven van wonen staan kieren en openingen van 10 millimeter toe, al heeft een muis aan 5 millimeter genoeg om binnen te komen. Van staatssecretaris Keijzer van economische zaken mogen bedrijven in hun panden knaagdieren zelf bestrijden, en hoeven ze geen professionele bestrijding in te roepen – zelfs niet de horeca. Minister Van Engelshoven van onderwijs vindt ‘ Rattenbeetkoorts en kattenkrabziekte’ een officiële opleiding voor ‘rattenvanger’ niet nodig. De eisen van minister Van Nieuwenhuizen van infrastructuur voor waterberging zijn een feestje voor ratten. En de provincies mogen de gemeenten toestemming geven om gif te gebruiken zonder eerst vallen te zetten, maar de procedures daarvoor duren erg lang. Het is belangrijk dat we ratten en muizen, en ander ongedierte, beter gaan bestrijden. De gemeenten moeten dat doen. Maar die kunnen dat niet alleen. Ze hebben meer hulp, betere regels, en extra geld nodig van de ministeries en de provincies. Dat krijgen ze nu niet. Daar gaan we vreselijk spijt van krijgen. Bij de volgende epidemie. deel te nemen aan een EU-selectieprocedure lager. Ook het Junior Professional in Delegation-programma (JPD) biedt mogelijkheden EU-ervaring op te doen. Voor dit tweejarig programma, waarvoor lidstaten vrij zijn om boven op de twee vaste plaatsen extra plaatsen te financieren, geldt dat deelnemers vol meedraaien op een EU-delegatie. Het kabinet gaat onderzoeken in hoeverre het carrièreperspectief binnen de EU van JPD-deelnemers verbetert. Als dat significant is, beoogt het ook voor de volgende ronde in 2021 extra plaatsen te financieren. STRATEGISCH BELANG De instroom via de EU-selectieprocedures van het EPSO blijft voor de langere termijn de effectiefste manier om een goede personele vertegenwoordiging binnen de Europese instellingen te garanderen. Invloed op de uitkomsten van die EPSO-procedures heeft Nederland niet. Wel zou het contingent Nederlanders kunnen worden aangevuld met detacheringen. De grootste groep gedetacheerde Nederlanders wordt gevormd door de uitgezonden nationale experts, de zogeheten END’ers. Dat zijn er zo’n tachtig tot negentig. Het kabinet streeft ernaar dat END’ers op plaatsen werken die voor Nederland van strategisch belang zijn. Verder wordt onderzocht hoe strategische detacheringen steviger kunnen worden verankerd in het rijksbrede HR-beleid. Ook de begeleiding van gedetacheerde ambtenaren en hun terugkeer naar Nederland krijgt meer aandacht. Blok: ‘Het carrièreperspectief na een detachering bepaalt immers ook het succes van een detachering, en de bereidheid van kandidaten om te worden gedetacheerd.’ Voor benoemingen op het allerhoogste ambtelijke niveau zet het kabinet in op ‘een goede lobby’. Daarvoor is het volgens Blok essentieel via het informele circuit zicht te hebben op functies die vrijkomen, naast de reguliere vacatures die worden gepubliceerd. Vervolgens dient een keuze te worden gemaakt voor de functies waar Nederland op wil inzetten, gebaseerd op onder andere de zwaarte ervan en op de prioriteiten van het kabinet. Op basis daarvan kunnen potentiële kandidaten worden geïdentificeerd en kan de lobby beginnen. Om op termijn tot een grotere pool van potentiële kandidaten voor topposities te komen, wijst Blok er op hoe essentieel het is om stappen te zetten in de instroom en doorstroom op lagere niveaus.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 44 RECENSIE BOEK DOOR: TON BESTEBREUR INKTZWART BOEK OVER AMBTENARIJ IN WOII WEINIG LICHT IN HET DUISTER Het ijzingwekkende boek over Nederlandse ambtenaren tijdens en na de Tweede Wereldoorlog van Rob Bakker telt drie hoofdbestanddelen; registratie, isolatie en deportatie. Uit deze welbewust gekozen indeling spruit al geen greintje troost. De titel van het boek biedt ook al weinig perspectief. Weinig wit, weinig grijs, heel veel zwart. Lees maar mee. De week na het vertrek van de regering mei 1940 blijken de secretarissen-generaal al bereid tot een ‘loyalster Zusammennarbeit mit den Deutschen Besatzungsbehörden’. Binnen enkele maanden tekenen vrijwel alle ambtenaren de Ariërverklaring, tot en met de Hoge Raad toe en verliezen Joodse ambtenaren eerst hun rechten en daarna hun baan. Zelfs de leden van de Hoge Raad stemmen 12 mei in voor deelname hieraan, nota bene een Raad die een Joodse President kent. De protesten in onder meer academische kringen zijn krachtig maar schaars. De leiding van onder meer de Amsterdamse bevolkingsboekhouding werkt voortvarend mee met de registratie van Joodse burgers. Gemeenten verwerven onroerend De hele Trias Politica zakt door het ijs goed en economische eigendommen van Joodse inwoners tegen vaak sterk verlaagde of zelfs spotprijzen. De Nederlandse politie spoort systematisch Joodse inwoners op om hem op transport te zetten, verzet van enkelen ten spijt. De Nederlandse Spoorwegen organiseren het vervoer vanuit het hele land naar Westerbork. Kamp Westerbork wordt door de regering in gebruik genomen voor de opvang van Joodse vluchtelingen uit het buitenland, die daar verblijven op kosten van de Nederlandse-Joodse gemeenschap. De uitbreiding van het kamp en wordt betaald uit Joodse tegoeden van de Liro bank. De regering in Londen doet niets, weinig of in ieder geval te weinig om op te komen voor de belangen van de Joodse Nederlanders. De hele Trias Politica zakt door het ijs. Na de oorlog is er lange tijd geen of nauwelijks sprake van rechtsherstel, integendeel. De weinige teruggekeerden blijven berooid achter en hen rest een lange weg tot rechtsherstel, compensatie, eerherstel of excuses, zo die er komen. Hoewel daarin enige vorderingen zijn gemaakt in de laatste decennia, laat Bakker haarscherp zien dat er nog heel veel niet is recht gezet, nu 75 jaar na de bevrijding van Nederland. ‘Boekhouder van de Holocaust’ is daarmee met ruim 700 blz. een inktzwart boek geworden, de weinige lichtpuntjes kunnen dat niet verhelen, maar het is een verhaal dat systematisch verteld en bekend moet worden. De Holocaust is een zwart hoofdstuk in onze geschiedenis waarin de Nederlandse ambtenarij een alles behalve verheffende rol heeft gespeeld in het beperken, bestrijden of verijdelen van deze machinerie van de waanzin tegen de mensheid. CITAAT UIT HET BOEK ‘Joodse burgers die uit de kampen of onderduik waren teruggekeerd, kregen boetes voor niet betaalde erfpachtcanon over de oorlogsjaren’. BOEKHOUDERS VAN DE HOLOCAUST. NEDERLANDSE AMBTENAREN EN DE COLLABORATIE. Rob Bakker Uitgeverij Verbum 2020 29,50 euro ADVERTENTIE Steun jonge talenten in ontwikkelingslanden! Maak uw donatie over op IBAN NL47ABNA0441782043 t.n.v. Talent for Governance of online op onze website! TALENTFORGOVERNANCE.NL

OPINIE 45 HULP DOOR CORONA EXTRA HARD NODIG BLIJF OP HUISBEZOEK GAAN BIJ KWETSBARE GEZINNEN De kloof tussen arm en rijk wordt door de coronacrisis steeds groter. Daarom moeten gemeenten juist nu extra zorg besteden aan kwetsbare multiprobleemgezinnen. ANNE VRIEZE Vraag aan gezinnen die uitvallen wat zij nodig hebben FOTO: LEX VAN LIESHOUT / ANP Afgelopen weken hebben zowel landelijke als lokale overheden veel daadkracht getoond om de verspreiding van het coronavirus te beteugelen. Overheden zouden diezelfde daadkracht aan moeten blijven wenden zodat kwetsbare kinderen – met name uit multiprobleemgezinnen – niet buiten de boot vallen. In het onderwijs zien we dat er in Nederland tijdens deze coronacrisis al zevenduizend leerlingen van de radar zijn verdwenen. Vanuit onze praktijk zien we dat kwetsbare, multiprobleemgezinnen extra getroffen worden door deze coronacrisis. Veel ouders, maar ook hun kinderen, hebben lichte verstandelijke beperkingen. Juist zij hebben te maken met lage inkomens, verlies van werk en dus financiën. Sommigen hebben geen laptops of tablets, noch internet. Dat maakt voor hen nu de toegang tot onderwijs onmogelijk. Tijdens mijn werk bij MEE (onafhankelijke cliëntondersteuning voor met name mensen met beperkingen) zag ik dat veel van hen digibeet zijn, waardoor ze moeilijk aan een uitkering kunnen komen. De kloof tussen arm en rijk wordt door deze coronacrisis steeds groter. Wie een huis met een tuin heeft, heeft al een flinke voorsprong op gezinnen die driehoog achter wonen. Bij hen liggen veel stress, misbruik en huiselijk geweld op de loer. Kinderen weten geen uitweg en kunnen zich niet ontspannen met hun schoolvrienden. Gemeenten, doe daarom nu wat nodig is en toon dezelfde daadkracht als in de afgelopen weken! Vraag aan de gezinnen die uitvallen wat zij nodig hebben. U zult dan tot de ontdekking komen dat ouders bijvoorbeeld geen financiële middelen hebben. Of in een rouwproces zitten na het verlies van werk. Of u ziet dat hun kinderen niet goed thuis kunnen leren in een overvol, te klein huis of – nog erger – u verneemt dat zij te maken hebben met huiselijk geweld. Juist in die gevallen is het nodig er persoonlijk op af te gaan en intensieve begeleiding te bieden. Het RIVM verbiedt namelijk niet om op huisbezoek te gaan, als er maar anderhalve meter afstand wordt gehouden. Gebruik het bekende gezond verstand en doe wat nodig is, afhankelijk van de situatie, in goede samenspraak met de mensen om wie het gaat. In mijn eigen gemeente Zaanstad zie ik al goede initiatieven, zoals de leerplichtambtenaar die samen met de jeugdboa de wijk ingaat en daar veel signaleert en oppakt. Zij ziet UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. kansen om deze werkwijze ook na de coronacrisis voort te zetten. Ik hoop dat de gemeente haar hiervoor de kans geeft, want het blijkt zeer effectief te zijn. Laat daarnaast harde eisen voor diploma’s en werkervaring los en neem mensen aan die wel geschikt blijken te zijn voor dit werk. In mijn onderwijspraktijk met veel omscholers heb ik vaak gezien dat mensen die niet de juiste werkervaring kunnen laten zien op hun cv, maar wel met een frisse blik en creatief van buiten naar binnen kunnen kijken, heel goed kunnen functioneren in het sociale domein. Juist zij kunnen voor de toenemende vraag naar ondersteuning veel betekenen. En daarmee de multiprobleemgezinnen helpen om de coronatijd fysiek en financieel gezond door te komen. Anne Vrieze, eigenaar WWZ Academie BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020

ZEELAND PRESENTEERT ALS EERSTE RES 1.0 INFORMATIEBEVEILIGINGS­ EN PRIVACYVRAAGSTUKKEN NOODHULP AAN ZELFSTANDIG ONDERNEMERS Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ OverMorgen Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/BMC Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/Centric

CONTINU VINGER AAN DE POLS BEHEER EN EXPLOITATIE VASTGOEDPORTEFEUILLE ZANDVOORT Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ IenOResearch OMGEVINGSWET UITGESTELD, WAT BETEKENT DAT VOOR JOU? Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ SwecoNederland Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/SRO

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 48 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Voor het burgemeesterschap van Zoeterwoude hebben 26 kandidaten hun belangstelling kenbaar gemaak, onder wie 7 vrouwen. De sollicitanten zijn tussen de 31 tot 63 jaar. Van de 26 sollicitanten hebben er 11 ervaring in het openbaar bestuur. JUDITH MICHELDE JONG Judith Michel-de Jong is benoemd tot burgemeester van de gemeente Wormerland. De benoeming gaat in op 14 april 2020. Michel-de Jong (45) is lid van de PvdA. Zij is momenteel manager en afdelingshoofd bij de provincie Flevoland. Michel-de Jong volgt Peter Tange (GroenLinks, 67) op, die tot 15 maart 2020 burgemeester van Wormerland was. Tange ging met pensioen. JON HERMANS Met ingang van 1 april is Jon Hermans-Vloedbeld (VVD, 66) benoemd tot waarnemend burgemeester van Terschelling. Hermans is op Terschelling de opvolger van Bert Wassink (GroenLinks), die wethouder wordt in Leeuwarden. Eerder was Hermans waarnemend burgemeester in Oud-Beijerland en Noordwijk, burgemeester in Ouderkerk, Ridderkerk en Almelo en wethouder in Losser. STEVEN STEGEN In Coevorden is Steven Stegen benoemd tot wethouder. Hij is lid van de politieke partij Belangen Buitengebied Coevorden (BBC2014). Stegen werkte de afgelopen 19 jaar voor RTV Drenthe. Hij volgt wethouder Jan Zwiers op. Zwiers was vanaf 2014 wethouder. Hij wordt algemeen directeur van FC Emmen. DANNY DINGEMANS In Moerdijk is Danny Dingemans (VVD) benoemd tot wethouder. Hij volgt Thomas Zwiers op, die na zes jaar wethouderschap verder gaat als zelfstandig ondernemer. Dingemans is docent sociale wetenschappen en blijft één dagdeel per week college geven aan de Fontys Lerarenopleiding in Tilburg. JAN-WILLEM VAN DEN BEUKEL In Lansingerland is Jan-Willem van den Beukel (CDA) benoemd tot wethouder. De nieuwe wethouder neemt de portefeuille van voorganger Albert Abee over die wethouder in Westland is geworden. Van den Beukel was voor zijn wethouderschap senior manager bij PriceWaterhouseCoopers. WILLY BRINK In Druten is Willy Brink benoemd tot wethouder. Brink volgt Michel Lepoutre op. Al eerder verving hij Lepoutre tijdens zijn ziekteverlof. Brink was eerder wethouder in Wijchen. Hij is van oorsprong jurist. In zijn werkzame leven was hij lange tijd advocaat en mediator en laatstelijk manager en projectadviseur van een drietal grote bedrijventerreinen. KOMEN & GAAN CORNIEL VAN LEEUWEN In Tholen volgt Corniel van Leeuwen wethouder Jan Harmsen op. Harmsen had bij de laatste collegevorming al aangegeven dat hij niet de hele rit wilde uitzitten. Van Leeuwen was raadslid voor de ChristenUnie in Tholen en werkte als bestuurskundige. ERIK VAN DER LAAN Erik van der Laan, gemeentesecretaris van Achtkarspelen en directeur van de werkmaatschappij 8KTD, is per 1 april 2020 vertrokken. Van der Laan startte in 2013 in Achtkarspelen. Jaap Wijma zal Van der Laan tijdelijk opvolgen.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 PERSONALIA 49 INCIDENTEEL THUISWERKEN 71,4% 67,6% 66,2% 63,9% 52,7% THEO LEMMEN In Grave is Theo Lemmen (VVD) voorgedragen als wethouder. Lemmen volgt daarmee Ben Peters (CDA) op die moest opstappen na onenigheid binnen de coalitie LPGCDA. De VVD wordt in de coalitie de nieuwe partner van de LPG. Lemmen is onder andere oud-directeur bij een afval- en reinigingsbedrijf. JOSINE SPIER Met ingang van 1 april is Josine Spier de nieuwe griffier van de gemeente Groningen. Spier was tot voor kort griffier in Haarlem, , daarvoor was ze griffier bij de Amsterdamse stadsdeelraad Zuid. Ze volgt Toon Dashorst op, die met pensioen gaat. Dashorst was vanaf augustus 2011 griffier in Groningen. OVERLEDEN Hans Horlings, wethouder in Midden-Delfland, is op 58-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van het coronavirus. Horlings was 40 jaar actief voor het CDA. Twee oud-wethouders van Mook en Middelaar zijn overleden. Piet Thijssen (VVD) en Piet Martens (CDA). Thijssen (81) was gemeenteraadslid in de periode 1994-2002 en 20112014 en wethouder in de periode 19941995. Martens (78) was gemeenteraadslid in de periode 1994-2002 en wethouder in de periode 2002-2010. BIANCA ESPELDOORN Bianca Espeldoorn-Bloemendal begint in mei als nieuwe griffier van Stichtse Vecht. Ze volgt Jelle Hekman op, die met pensioen is gegaan. Espeldoorn is nu nog raadsgriffier in Heerde. Eerder werkte ze in Wijk bij Duurstede, als beleidsadviseur, waarnemend teamleider en plaatsvervangend en waarnemend griffier. BURGEMEESTERS VACATURE KANDIDATEN TWENTERAND 36 personen hebben hun interesse kenbaar gemaakt voor het burgemeestersambt van Twenterand. Het betreft 5 vrouwen en 31 mannen. 30 kandidaten hebben of hadden een hoofdfunctie in het openbaar bestuur, 6 sollicitanten hebben een andere professionele achtergrond. Het burgemeestersambt in Twenterand is sinds 18 mei 2017 vacant door het vertrek van burgemeester Cornelis Visser (CDA). Sindsdien neemt Annelies van der Kolk (ChristenUnie) het ambt waar. managers ICT docenten hoger onderwijs en hoogleraren overheidsbestuurders beleidsadviseurs managers onderwijs THUISWERKEN IN 2019 Het aandeel thuiswerkers in 2019 was het grootst in beroepen als overheidsbestuurder, manager ICT en beleidsadviseur. In deze beroepen werkte minstens 87 procent (soms) thuis. Bron: CBS ZOETERMEER Voor het burgemeesterschap van Zoetermeer hebben 11 kandidaten hun belangstelling kenbaar gemaakt. De sollicitanten, onder wie één vrouw, variëren in de leeftijd van 35 tot 60 jaar. Van de 11 sollicitanten hebben 7 ervaring in het openbaar bestuur, de anderen komen uit het bedrijfsleven of anderszins. UITGEEST Naar het ambt van burgemeester van Uitgeest hebben 17 personen gesolliciteerd, van wie 4 vrouwen. Van hen hebben 11 personen een (fulltime) functie in het openbaar bestuur en 6 personen hebben een functie daarbuiten. In verband met de coronacrisis wordt het vervolg van de procedure voor de vervulling van de burgemeestersvacature opgeschort. Waarnemend burgemeester Gerrit Goedhart blijft in functie totdat de vacature is vervuld.

VAN ONZE KENNISPARTNER MOVISIE

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 Foto: Maarten Kools PERSONALIA 51 MIRJAM VAN BERGEN ERY KOOI In Moerdijk is Ery Kooi benoemd tot griffier. Hij was eerder wethouder in Geertruidenberg en griffier in Aalburg, de gemeente die opgegaan is in de nieuwe gemeente Altena. Kooi volgt Ricus Tiekstra op. THEA DE VRIES Thea de Vries is de nieuwe secretaris-directeur bij de Vervoerregio Amsterdam. Zij volgt Anne Joustra op, die met pensioen is gegaan. De Vries was tot voor kort werkzaam bij Drinkwaterbedrijf Noord-Holland als sectordirecteur drinkwater. Eerder werkte ze bij de directie openbaar vervoer en spoor van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Mirjam van Bergen is Sietze van Hemmen per 1 maart opgevolgd als griffier van Loppersum. Van Bergen zal griffier van Loppersum zijn tot 1 januari 2021. Vanaf dan gaan de gemeenten Loppersum, Delfzijl en Appingedam op in de nieuwe gemeente Eemsdelta. Ze was sinds oktober 2012 griffier in Ooststellingwerf. Zij is daar opgevolgd door haar voorganger in Loppersum, Sietze van Hemmen. MARCEL VAN DAM In Haarlem is Marcel van Dam beëdigd als interim-griffier. Hij is de opvolger van Josine Spier, die griffier in Groningen is geworden. Van Dam is zelfstandig politiek-bestuurlijk adviseur en was eerder onder meer interim-griffier in Rotterdam, Zoetermeer en Drechtsteden. OLAF ANDERSEN Olaf Andersen is de nieuwe hoofdinspecteur en tevens plaatsvervangend directeur Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed. Andersen is afkomstig van het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) waar hij ruime ervaring heeft opgedaan bij de directie informatiseringsbeleid van het Rijk. Hij was ook projectleider digitaal erfgoed en programmamanager Omgevingswet. GERDINE KEIJZER Gerdine KeijzerBaldé wordt plaatsvervangend secretaris-generaal bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EKZ). Ze was algemeen directeur van de Dienst ICT Uitvoering (DICTU) bij het ministerie van EZK. Daarvoor was zij directeur van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties. HENK VAN ESSEN Met ingang van 1 mei is Henk van Essen benoemd tot korpschef van de Nationale Politie. Van Essen is sinds 2016 plaatsvervangend korpschef van de Nationale Politie. ISABELLE DIKS Isabelle Diks (GroenLinks) wordt wethouder in Groningen. Ze is nu nog lid van de Tweede Kamer. Diks was eerder wethouder in Leeuwarden. Zij treedt in Groningen aan als opvolger van Mattias Gijsbertsen. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia JACK VAN DER HOEK Jack van der Hoek is voorgedragen als nieuwe burgemeester vam Schouwen-Duiveland. Hij is gedeputeerde in Noord-Holland. Van der Hoek volgt in Schouwen-Duiveland Gerard Rabelink op, die met pensioen gaat. MARK VAN TWIST Mark van Twist heeft besloten de Algemene Rekenkamer per 1 mei 2020 te verlaten. Hij is op 17 augustus 2004 beëdigd als lid van het college van de Algemene Rekenkamer in buitengewone dienst. Van Twist is naast collegelid in buitengewone dienst hoogleraar Bestuurskunde, in het bijzonder bestuurs- en beleidsadvisering in publiek-private context aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Ook is hij bestuurder en decaan aan de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur. FRANS MENCKE Gemeentesecretaris Frans Mencke van Hoorn neemt rond de zomer afscheid na een dienstverband van meer dan vier decennia in de publieke sector. De laatste elf jaar als gemeentesecretaris van Hoorn. Hij was vicevoorzitter van de Vereniging van Gemeentesecretarissen en vicevoorzitter van de International City Managers Association, ICMA. JASPER WESSELING Jasper Wesseling wordt directeur-generaal Fiscale Zaken bij het ministerie van Financiën. Hij is nu nog directeur Algemene Fiscale Politiek tevens plaatsvervangend directeur-generaal Fiscale Zaken bij het ministerie van Financiën.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 52 PERSONALIA CARRIÈRE BRIEVEN GASKLEVERS? KOM OP, ZEG! De gemeente Purmerend kreeg 89 woningen van het aardgas. “Wat zijn de lessen uit Purmerend voor andere gemeenten?” Dit was de centrale vraag in het artikel in BB07. Oud wethouder van Amsterdam, van Poelgeest dient als wegwijzer. Een interessante casus. Ondanks de boeiende antwoorden op die vraag, ontbrak wat mij betreft de belangrijkste les in het artikel. Die is om als overheid minder hooghartig te zijn in je aanpak. In het artikel komt namelijk een nogal aanmatigend zinnetje voor. Ik citeer: “Voor zes hardleerse huiseigenaren (‘gasklevers’) moest alsnog een gasnet light a 150.000 euro worden aangelegd.” Het is wel een beetje in lijn met hoe er in het artikel over ‘de burger’ wordt gesproken. En ook hoe er nog altijd vaak binnen de overheid over ‘de burger’ wordt gedacht. Wat is dat toch? Kom op, overheid: ‘de burger’ dat ben je zelf. ‘Mensen’, zoals u en ik, zoals ook iedere ambtenaar mens is. Mensen met vragen, onzekerheden, twijfels, mensen met behoeften en mensen met een lang niet altijd even positieve ervaring met de overheid. Dat je niet honderd procent scoort hoort erbij. De conclusie in het artikel, dat de zes huiseigenaren die niet van het gas af willen, een smet zijn op het project vind ik daarom ook veel te kort door de bocht. Daarmee doet van Poelgeest zichzelf en het project tekort. Als het gaat om draagvlak, om gedragsbeïnvloeding dan schuilt juist in deze groep misschien ook wel grote winst. Want wat kun je van hen leren? Wat hield deze mensen tegen? Mensen die je niet meekrijgt – hoe kwalijk en frustrerend je dat ook mag vinden – afschilderen als ‘hardleers’ en wegzetten als ‘gasklevers’ vind ik niet kunnen. Als je mensen niet meekrijgt is er vaak weerstand. Die weerstand kan zich op allerlei manieren uiten. En als overheid moet je je dan daarin verdiepen. Die kennis kun je goed gebruiken voor het vervolg. Het is de realiteit. Het kost tijd. Het kost overtuigingskracht. Dat hoort bij het proces. Verleiden is daarin slechts één manier. Technisch gezien kunnen we alles. Maar om mensen mee te krijgen moet je nu als gemeente alle registers op het gebied van communicatie en gedragsverandering opentrekken. Niet schijterig zijn is één ding, je verdiepen in mensen die je niet overtuigt is iets anders. De mééste Nederlanders zien de noodzaak in, niet iedereen. Het hoort erbij. Die groep neem je niet serieus door ze, zoals in dit artikel, narrig in de hoek te zetten. Daar, bij die groep moet je vooral nu je werk doen met je oren. Nico Jan van Hemel ADVERTENTIE Loopbaanbegeleiding én APPA- specialist www.transitiumgroep.nl | info@transitiumgroep.nl | 033 30 30 630 ADVERTENTIE

INDEX 53 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Belastingdienst Gasseling Search / De Koninklijke Nvrd Gemeente Tiel Gemeente Veenendaal Gemeente Venlo JS Consultancy / Gemeente Dordrecht Leeuwendaal / Waterschap Brabantse Delta Public Spirit / Gemeente Roermond Public Spirit / Gemeente Roermond Veiligheidsregio Utrecht Waterschap Hollandse Delta Zeelenberg / Gemeente Maassluis Zeelenberg / Gemeente Tholen BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN Gemeente Ede Sociale Dienst Drechtsteden Zeelenberg / Gemeente De Fryske Marren FINANCIËN EN ECONOMIE De Connectie Gemeente Brielle Gemeente Nijmegen Gemeente Westland JS Consultancy JS Consultancy / Drents Overijsselse Delta Public Spirit Publiek Netwerk / Svb ICT EN AUTOMATISERING BMC BMC JURIDISCH Gemeente Nissewaard Gemeente Nissewaard Gemeente Steenwijkerland Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard jurist omgevingsrecht beleidsmedewerker apv/bijzondere wetten senior jurist omgevingsplan medewerker privaatrechtelijke handhaving OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIES Gemeente Nijmegen is op zoek naar een Teamleider belastingen Meer informatie op www.binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl teamleider directie grote ondernemingen directeur nvrd teammanager beleidsmedewerker leefbaarheid teamleider grondbedrijf en vastgoed stadsstrateeg manager organisatie clustermanager concernmanager opgaven teamleider informatievoorziening secretaris-directeur clustermanager inwoners en veiligheid gemeentesecretaris / algemeen directeur gemeentearchivaris medewerker implementatie teammanager klanten contact centrum teamleider belastingen consulent financiële planning & control teamleider belastingen financieel beleidsadviseur senior controller 2 (senior) financieel adviseurs voorzitter raad van commissarissen met financieel profiel ontwikkelingsbedrijf noord-holland noord senior business controller it en cio office Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 55 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl adviseur informatiebeveiliging business analist Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020

54 INDEX MILIEU Provincie Zuid-Holland Provincie Zuid-Holland Waterschap Scheldestromen OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Gemeente Westland Politie Nederland Publiek Netwerk / Overgemeenten PERSONEEL EN ORGANISATIE BMC BMC Gemeente Westland RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Gemeente Eindhoven Gemeente Medemblik Gemeente Sliedrecht Gemeente Tiel Gemeente Venlo Gemeente Westland Gemeente Westland Gemeente Westland Rijkswaterstaat Zeelenberg / Gemeente De Fryske Marren SOCIAAL BMC BMC Gemeente Almelo Gemeente Den Haag Gemeente Schouwen-Duiveland JS Consultancy / Gemeente Midden-Drenthe Serviceorganisatie Jeugd Zhz Zeelenberg / Gemeente De Fryske Marren Zeelenberg / Gemeente De Fryske Marren VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Schagen OVERIGE VNG Realisatie Zeelenberg / Gemeente De Fryske Marren relatiemanager gemeenten teammanager dienstenbeheer ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl pagina 55 senior-beleidsmedewerker energietransitie/warmte transitiemanager kunststoffen circulair zuid-holland strategisch beleidsmedewerker afvalwaterketen Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl strategisch regisseur veiligheid strategisch interceptiespecialist (5g) beleidsadviseur openbare orde en veiligheid Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl beleidsadviseur arbeidsvoorwaarden hr business partner senior recruiter Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl beleidsontwikkelaar gebiedsgericht werken beleidsmedewerker bovv adviseur ruimtelijke ordening senior beleidsadviseur stedenbouw teamleider grondbedrijf en vastgoed ontwikkelaar ontwikkelopgaven cluster ruimte programmamanager ruimte senior adviseur ruimte afdelingshoofd operationele taken wegverkeersmanagement teammanager realisatie ruimtelijk en ruimtelijk beheer consulent werk consulent jeugd senior adviseur welzijn en zorg/coördinator subsidieverstrekking accounthouder gr ggd-vth beleidsmedewerker jeugd beleidsadviseur sociaal domein beleidsadviseur jeugdhulp teammanager backoffice sociaal domein teammanager sociaal wijkteam werk & inkomen communicatieadviseur Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 55 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl pagina 55 pagina 55 Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020

De Fryske Marren: ruimte om te ondernemen, wonen en te werken, in een landschap dat barst van de diversiteit. Een gemeente met maar liefst 50 karakteristieke dorpen. Hier houdt men van dóen. De gemeente De Fryske Marren is een ambitieuze organisatie met een plezierige sfeer van betrokkenheid en collegialiteit. De gemeente zet zich in voor een leefbare en veilige samenleving, kijkt naar wat allemaal kán. Met oog voor de mensen om zich heen. Omdat écht iedereen mee moet kunnen doen. Zó maken we samen De Fryske Marren tot wat ze is: kleurrijk, levendig en noflik! TEAMMANAGER BACKOFFICE SOCIAAL DOMEIN Ben jij die verbindende manager met oog voor effi ciënt samenwerken bij de aanpak van sociale vraagstukken? TEAMMANAGER DIENSTENBEHEER Heb jij een leidinggevend hart voor technische uitvoering en beheer, het aansturen van mensen die het gezicht van de gemeente zijn? TEAMMANAGER KLANTEN CONTACT CENTRUM 32 visitekaartjes voor de gemeente, fysiek en digitaal; jij laat hen blijvend excelleren! Ben jij dit? TEAMMANAGER REALISATIE RUIMTELIJK EN RUIMTELIJK BEHEER Hou jij je graag bezig met de ruimtelijke omgeving en heb je zin in de invoering van de nieuwe omgevingswet? Zie je dat fysiek en sociaal domein elkaar kunnen versterken? TEAMMANAGER SOCIAAL WIJKTEAM WERK EN INKOMEN Zorg, ondersteuning en welzijn van inwoners zit je in het bloed. Specifi ek ga jij voor een goede verdeling van ondersteuning in het levensonderhoud en participatie op de arbeidsmarkt. Past dit bij jou? Verdere informatie en mogelijkheid om te reageren vind je via zeelenberg.nl/vacatures-uitgebreid/ Zeelenberg Koningsweg 9 5211BD ’s-Hertogenbosch 073 6120655 www.zeelenberg.nl

Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsStadsstrateeg 36 uur | schaal 14 max. € 96.300,- bruto per jaar Ervaring in grotere organisaties met complexe strategische context en politiek bestuurlijke dynamiek. Ontwikkelen, sturen en bijdragen aan strategische opgaven. Vanuit ander perspectief op creatieve, frisse wijze kijken naar oplossingen. Durf en lef waar nodig. Kritisch en daadkrachtig toe werken naar concrete resultaten. Flair, pragmatisch. Slimme netwerker en strategisch adviseur naar concern en bestuur. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Beleidsadviseur Sociaal Domein 36 uur | schaal 11 max. € 71.888,- bruto per jaar (incl. IKB) Adviseur met strategische denkkracht en pragmatische aanpak die verantwoordelijk is voor beleidsontwikkeling in het sociaal domein, met de nadruk op WMO en de jeugdwet. Stimuleert het integraal werken en legt verbindingen tussen beleidsvelden. Stevige gesprekspartner voor portefeuillehouder en in regionale samenwerkingen. Is politiek sensitief, vernieuwend en heeft een vlotte pen. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. 2 (Senior) Financieel Adviseurs 36 uur | schaal 12 max. € 83.000,- bruto per jaar (incl. IKB) Sparringpartner van management, directie en bestuur. Adviseert op strategisch en tactisch niveau over (complexe) financiële vraagstukken. Heeft coördinerende rol bij het opstellen van P&C-documenten. Levert actieve bijdrage aan digitalisering en goede informatievoorziening. Is aanspreekpunt voor de accountant. Laat cijfers leven. Is adviesvaardig, sterke teamspeler en vernieuwend. Flexibel en bestuurlijk sensitief. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Senior Controller 32 - 36 uur | max. € 79.192,- bruto per jaar (incl. IKB) Vooruitstrevende controller met ervaring binnen de overheid die streeft naar continue verbetering. Werkveld van zowel going concern activiteiten als sterk ICT-gerelateerde projecten. In staat om op meerdere borden en niveaus tegelijk te schaken. Energiek in optreden. Weet de inhoud te verbinden met financiën en is creatief in aanpak. Pro-actief. Resultaatgericht. Politiek sensitief. Interesse? Bel Ellen Koster 06 - 101 625 64 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
Home


You need flash player to view this online publication