JAARCIJFERS CORONA GEEN STA-IN-DE-WEG 18 CYBERVEILIG ACHT PRANGENDE KWESTIES 22 SERIE MINISTERIES BESTUURSCULTUUR ONDER VUUR 36 9 juli 2021 | week 27 | jaargang 42 13 2021 BINNENLANDS BESTUUR ZOMERSERIE: TOERISME NA CORONA HERBEZINNING OP DE HOTSPOTS Het Publieke Domein VAN EN VOOR DE PUBLIEKE SECTOR Als het om arbeidsmobiliteit gaat hetpubliekedomein.nl | info@hetpubliekedomein.nl | 030 - 208 1153 Opleiding Planeconomie ONAFHANKELIJK MAGAZINE VOOR BETROKKEN AMBTENAREN EN BESTUURDERS
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 02 COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverfoto: Sake Rijpkema VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. De slag is gewonnen, maar de strijd nog niet gestreden Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. LEREN VAN ONZE FOUTEN VOORBIJ CORONA Het is voorbij. Het is over. We hebben ’t hem weer gelapt. We hadden er lockdowns, thuiswerk en mondkapjes voor over, maar met succes. Het virus is verslagen, de pandemie is voorbij. Ik zag het bij vrienden waar ik dit weekend op bezoek was. Er werden handen geschud en er werd gekust. Ik zag het in de rij bij de supermarkt, waar niet alleen iedereen in zijn blote mond rondloopt, maar ook de anderhalve meter afstand weer gereduceerd is tot maximaal een halve meter. Ik zie het op tv. Feestende mensen, volle terrassen. Het kan weer, het is over, het is voorbij. Toch? Maar hoe veilig zijn we als meer dan de helft van de Nederlanders nog niet volledig is ingeënt. Als de Delta-variant om zich heen grijpt en als in ons omringende landen de maatregelen weer worden aangescherpt. Als het virus, dat in zomerse omstandigheden minder goed gedijt dan in koudere seizoenen, straks weer meer kans krijgt. Net als vorig jaar. En hoe zeker weten we dat het bij deze pandemie blijft? Dat er geen volgende op de loer ligt. Ik wil geen doemdenker zijn, maar tussen alle feestende en juichende mensen vraag ik me toch af of we de tussenliggende periode niet zouden moeten gebruiken om te kijken hoe we Nederland in de herstartmodus zetten en of we daarbij kunnen leren van de fouten uit het verleden. Wie waren de grootste slachtoffers van de afgelopen coronatijd en hoe kunnen we dat vermijden bij een volgende pandemie? Welke sectoren van de samenleving leden het hardst en wat kunnen we eraan doen om dat een volgende keer te voorkomen? Hoe is de besluitvorming verlopen en hoe kunnen we er in de toekomst voor waken dat democratische principes niet in botsing komen met noodzakelijke maatregelen? De slag is gewonnen, maar de strijd niet gestreden. We bevinden ons in een interbellum. Hoe lang dat zal duren en wanneer de volgende golf dan wel pandemie zich aandient die de samenleving in al haar facetten zal raken – dat weet niemand. Maar dat die er komt, daar durf ik mijn geld wel op in te zetten. Laten we voorbereid zijn, deze keer. ERIC DE KLUIS HOOFDREDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR ADVERTENTIE 23 september Martijn Aslander Win kostbare tijd en vergroot je digitale fi theid Volg de gratis online masterclass Digitale Fitheid voor ambtenaren Ga naar BinnenlandsBestuur.nl/digitalefi theid
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 INHOUD 03 14 COVERSTORY TOERISME NA CORONA Amsterdammers werden in coronatijd verlost van rolkoffers en dronken Britten. Hoe moet het verder met de buitenlandse bezoekersstroom nu de stad heropent? Deel één van een zomerserie over toerisme na corona. 10 WIEL DREESSEN (79) DE OUDSTE WETHOUDER Wiel Dreessen uit Bemelen was in 1966 de jongste en is in 2021 de oudste wethouder van Nederland. O ja, hij was ook ‘s lands langstzittende raadslid. ‘Ik zit vijftig jaar in de lokale politiek en daar ben ik trots op.’ 27 EENZIJDIG AANBOD, LAGE BEZETTINGSGRAAD 24 GEZONDHEIDSBELEID BURGERS IN BEWEGING Goed gedrag helpt bij het indammen van het corona virus. Alleen: hoe krijg je burgers zo ver? Het RIVM en gemeenten slaan de handen ineen. Ook nuttig voor na de coronacrisis. De Nederlandse warenmarkten krimpen, zowel in aantal als in omvang. Het is het gevolg van veranderd consumentengedrag, maar ook van Europees en lokaal vergunningenbeleid. Een terugtrekkende gemeente biedt een markt ook nieuwe kansen. HET EINDE DREIGT VOOR DE MARKT NIEUWS Lokale norm windmolens snel te bepalen Minister besluit over contactambtenaren EU ondersteunt voedselbank ACHTERGROND Cijfers van coronajaar toch op tijd Als je pc het ineens begeeft BB IN DE ZOMER Het volgende nummer van Binnenlands Bestuur (BB14) verschijnt op vrijdag 30 juli. ‘Je wilt geen kloof tussen burger en boer’ Provincie als investeerder Serie ministeries: van regentesk tot menselijke maat 4 5 6 18 22 30 34 36 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 5 7 8 17 29 39 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 04 NIEUWS RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA Het aandeel windenergie staat in de pas opgeleverde regionale energiestrategieën 1.0 onder druk. Daar komt de Raad van State-uitspraak over ten onrechte niet meegewogen milieu-effecten van windturbines nog bij. Toch zien experts een uitweg. UITSPRAAK RAAD VAN STATE BIEDT MOGELIJKHEDEN LOKALE NORM WINDMOLENS SNEL TE BEPALEN Een half jaar vertraging kan het zomaar opleveren, schat directeur Olof van der Gaag van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE). Dat is de tijd die het rijk volgens hem minimaal nodig heeft om op last van de Raad van State een nieuwe landelijke norm vast te stellen voor de schadelijke gezondheidseffecten van windturbines. ‘Zonde’, vindt Van der Gaag. ‘We kunnen juist wel wat extra snelheid bij de energietransitie gebruiken.’ Tot nu toe konden gemeenten zich bij het vaststellen van bestemmingsplannen en de vergunningverlening aan windexploitanten beroepen op de algemene regels van het Activiteitenbesluit uit 2011. Van meet af aan waren er volgens advocaat Rachid Benhadi van Hekkelman Advocaten twijfels of het Europese Hof van Justitie daarmee akkoord zou gaan. Vorig jaar wees dat hof een vergunning voor een Belgisch windmolenpark af, vanwege het ontbreken van een milieubeoordeling waarin geluid, slagschaduw en lichtschittering separaat worden behandeld. De overwegingen uit die uitspraak gelden ook voor Nederland, oordeelde de Raad van State, eind juni. Volgens Ralph Frins, universitair docent omgevingsrecht aan de Radboud Universiteit, zal er nu eerst een milieu-effectrapportage (plan-MER) moeten worden opgesteld voor de windturbineregels uit het Activiteitenbesluit. Het hangt van de uitkomst van dat plan-MER af of de wind‘ In een paar weken kun je eigen regels vaststellen’ turbineregels ook daadwerkelijk zullen moeten worden aangepast. Als een aanpassing van het Activiteitenbesluit aan de orde is, moeten ook beide Kamers in de gelegenheid worden gesteld om daarover te kunnen meepraten. Op een tijdspad wil Frins zich niet vastpinnen, wel dat het traject zeker ‘de nodige tijd’ zal kosten. Benhadi: ’Je ziet aan de stikstofdiscussie dat zoiets makkelijk lang kan duren.’ Die loopt inmiddels al zo’n twee jaar en het einde is nog niet in zicht. IN EIGEN HAND Als alternatief voor die nationale route, zouden gemeenten het recht ook in eigen hand kunnen nemen door zélf normen vast te stellen waar nieuwe windturbines aan moeten voldoen. Een mogelijkheid die nadrukkelijk door de Raad van State wordt geopperd. ‘Maar die route is óók tijdrovend’, vreest Van der Gaag van de NVDE. ‘En gemeenten hebben het met alle maatschappelijke opgaven waarvoor ze moeten opdraaien al druk genoeg.’ Advocaat Benhadi is veel optimistischer over die lokale oplossing. Volgens hem kunnen gemeenten in principe ‘in een paar weken tijd’ eigen milieuregels voor windturbines vaststellen, mits ze daarvoor een gespecialiseerd adviesbureau inschakelen. Ook zouden gemeenten normen voor geluidshinder kunnen overnemen uit bijvoorbeeld lokale geluidregels die nu al gelden voor de industrie op een lokaal bedrijventerrein. Moet elke gemeente daarbij zelf het wiel uitvinden? ‘Juist niet’, adviseert Benhadi. ‘Trek samen op met buurgemeenten in de RES-regio, of met de provincie.’ DISCUSSIE Frins sluit zich bij Benhadi aan. ‘Met gezamenlijke normen die gelden voor meerdere gemeenten kunnen onnodige discussies worden voorkomen of beperkt. Als twee buurgemeenten afwijkende normen hanteren met betrekking tot geluidhinder door windturbines, kan daar discussie over ontstaan. Zeker als er geen goede onderbouwing voorhanden is.’ Bovendien voorkom je zo een ander probleem: dat bovenlokaal opererende windexploitanten kopschuw worden. Benhadi: ‘Als die te maken krijgen met uiteenlopende regels per gemeente, kan dat negatieve gevolgen hebben voor hun businesscase. En dan ben je als gemeente misschien nog verder van huis.’
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 DOOR: YOLANDA DE KOSTER BESTUUR NIEUWS 05 De Oekaze-Kok is sinds een paar maanden afgeschaft. Ambtenaren mogen rechtstreeks feitelijke informatie met Kamerleden bespreken. Maar de minister bepaalt welke ambtenaren dat zijn. Zijn de regels daarmee niet nog strikter dan voorheen? OPVOLGER VAN OEKAZE-KOK MINISTER BESLUIT OVER CONTACTAMBTENAREN Nee, de regels zijn niet strenger geworden, maar de nieuwe regels zijn nog niet bij iedereen bekend en de inhoud wordt soms verkeerd begrepen, schrijft Ollongren in antwoord op Kamervragen van de SP. In de zogeheten herziene Aanwijzingen staan de nieuwe regels, die er kort gezegd op neerkomen dat het contactverbod tussen rijksambtenaren en Kamerleden minder strikt wordt. Dat verbod CARTOON BEREND VONK stond bekend als de Oekaze-Kok die in 1998 in het leven werd geroepen. Het kabinet ‘doet er alles aan’ om ambtenaren bij te spijkeren, zodat zij weten welke contacten wanneer mogelijk zijn tussen ambtenaren en Kamerleden. Ook bewindslieden en Kamerleden krijgen een traject van bewustwording en kennisdeling, aldus Ollongren. Het kabinet heeft daarbij oog voor het ‘eventuele ongemak dat ambtenaren kunnen ervaren in een nieuwe rol waarin zij vaker rechtstreeks informatie verstrekken aan de Kamer.’ De SP vindt het vreemd dat de minister ambtenaren aanwijst met wie de Kamers contact kunnen leggen. Dat is echter bedoeld om hen te beschermen. Ambtenaren voelen zich wellicht ongemakkelijk ‘in een nieuwe rol waarin zij vaker rechtstreeks informatie verstrekken aan de Kamer’, aldus Ollongren. Het antwoord op de vraag van de SP waarom ambtenaren alleen feitelijke informatie mogen geven en geen persoonlijke beleidsinformatie is volgens de minister simpel: ambtenaren mogen geen politieke beslissingen nemen. Persoonlijke beleidsopvattingen die onderdeel zijn van het besluitvormingsproces, zullen te zijner tijd wel openbaar worden gemaakt. Dat is onderdeel van de op 1 juli in werking getreden beleidslijn actieve openbaarmaking. Daarmee wordt een einde gemaakt aan de zogeheten Rutte-doctrine, ingegeven door de toeslagenaffaire waarbij het kabinet de Kamer jarenlang onthield van cruciale informatie.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 06 NIEUWS EUROPA DOOR: SIMON TROMMEL FOTO: SANDER KONING / ANP-HH Na jaren onderhandelen gaat het eindelijk gebeuren: Voedselbanken Nederland krijgt een noodpotje. Bovenop de 4 miljoen euro van het rijk ontvangt de voedselbank voor het eerst nu ook 12 miljoen uit Brussel, uit het nieuwe ESF+. 12 MILJOEN EURO UIT BRUSSEL EU ONDERSTEUNT VOEDSELBANK Bestuurslid Tom Hillemans van Voedselbanken Nederland is blij met de Europese steun. De 16 miljoen euro wordt achter de hand gehouden voor als de nood aan de man komt. Want bij een eventuele economische crisis wordt een extra toeloop op de voedselbanken verwacht. Op dit moment krijgen de voedselbanken voor 1,4 miljoen euro per week aan voedsel van bedrijven en instellingen. ‘Als we niks meer krijgen, is het geld met een week of twaalf op. Deze steun is dus een appeltje voor de dorst.’ In het eerste jaar van de pandemie steeg het aantal hulpzoekers met 7 procent – en in Amsterdam en Rotterdam zelfs met meer dan 25 procent. Hoewel de economie sneller lijkt te herstellen dan gedacht, is Hillemans er niet gerust op dat dit voor iedereen geldt. Ook stijgt het aantal mensen dat langer dan drie jaar afhankelijk is van de voedselbank. Bovendien houden de voedselbanken rekening met minder voedselaanvoer omdat in Nederland – net als elders in de Europese Unie – de voedselverspilling steeds meer aan banden wordt gelegd. Zo verkopen supermarkten producten die bijna aan de ‘tenminste houdbaar tot’-datum zitten, nu zelf met kortingstickers. Die ontwikkelingen geven reden tot grote zorg, zegt Hillemans. ‘Of hulpvraag met 20, 50 of 80 procent groeit, weten we niet. Maar we willen sowieso niet achteroverleunen.’ GROTER BEROEP Ook de ministeries van Sociale Zaken en Landbouw zien dat er in de toekomst wellicht een groter beroep op de voedselbank wordt gedaan. Daarom is de Europese subsidie meer dan welkom. Tot op heden maakte Nederland daar amper gebruik van. Ons land hing met Malta en Luxemburg in de staart. Nu zegt het kabinet dat het de signalen van de voedselbanken serieus neemt. Het houdt de vinger aan de pols voor de verADVERTENTIE wachte toename, antwoordt minister Koolmees (Sociale Zaken) op vragen van D66-Kamerlid Hülya Kat. Het kabinet vindt het daarnaast belangrijk dat de voedselbanken hun cliënten vragen om aan hun financiële problemen te werken. Dit indachtig het credo ‘geen pakket zonder traject’. Volgens het kabinet ligt de verantwoordelijkheid voor het lokaal armoedebeleid bij de gemeenten. Sommige gemeenten zetten het geld dat ze van Den Haag krijgen in voor de huisvesting van voedselbanken. Ook zijn er voedselbanken die samen met de gemeente en maatschappelijke initiatieven hun dienstverlening inzetten. Mocht de nood aan de man komen, dan hebben de voedselbanken nu in elk geval een financiële buffer. En 2020 was al een goed jaar voor Voedselbanken Nederland. De organisatie slaagde er dankzij extra giften in coronatijd in om zo’n 7,5 miljoen toe te voegen aan de reserves, zo blijkt uit het jaarverslag. Het bestuur spreekt dan ook van een exceptioneel gunstig financieel jaar. Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN 07 DE VERBORGEN RAMP VAN DE CORONACRISIS Voor welke opleiding kiest u? Als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid, wet- en regelgeving kan zijn. Met onze opleidingen sluiten we daarom aan op de doelstellingen van de VNG en zetten de inhoud om tot heldere en praktische opleidingen. Zo verbinden wij mens en kennis. Kijkt u mee wat dat voor de volgende thema’s betekent? Ons aanbod Gemeentefinanciën 5-daagse masterclass: De strategische financial start 15 september 2-daagse Basiscursus Strategisch Risicomanagement & Scenario denken 21 en 23 september Fysieke leefomgeving Training De BAG de Baas start 8 september Incompany VNG Leergang ‘Het maken van een Omgevingsplan’ binnenkort.Professionele ontwikkeling 5-daagse Masterclass / Ontwikkel lab Bestuursadviseur start 16 september VNG Leergang Urban Communication start 20 september Kijk op vngconnect.nl/ academie Het hoort bij deze laatste fase van een crisis, vertelde de crisiswetenschapper des vaderlands Marco Zannoni, dat we nu even alleen nog maar goed nieuws verdragen. Dalende besmettingscijfers willen we zien en berichten over een Route du Soleil die weer opengaat. Nu even geen nieuwe beroepsgroepen die óók nog geld moeten krijgen of analyses over een mutatie van het virus die ons dit najaar weer terug bij af brengt. Op vakantie willen we eerst, en daarna moeten we snel door met al die andere opgaven die nog op de plank liggen: stikstof, klimaat, woningbouw, enzovoorts. Zelfs het nationale herstelplan dat een paar maanden geleden nog zo nodig leek om ons uit de afgrond te houden, is vergeten. De formatie voelt feitelijk overbodig. Een kwestie van wachten tot Rutte geen actieve herinnering meer heeft aan de verkiezingen, zodat het kabinet weer op de oude normale voet verder kan. Ook het wetenschappelijk onderzoek naar de impact van de coronabestrijding op het binnenlands bestuur ontsnapt niet helemaal aan dit sentiment. Dé vraag van dit moment is: wat nemen we mee uit deze crisistijd. De regio’s? Het digitale vergaderen? Een centraler georganiseerde GGD? Die vragen lijken meer aandacht te krijgen dan de dingen waar we vooral niet te lang mee door moeten gaan, zoals de dominantie van bestuurders en deskundigen waar elke democratie in een crisistijd onder lijdt. Daar wordt ook wel voor gewaarschuwd, maar dat komt bij het natafelen over de crisis dus allemaal wat minder over het voetlicht dan het goede nieuws waar we te lang op hebben moeten wachten. Wellicht is het deze zomerroes van desinteresse in slecht nieuws die veroorzaakt dat ik zo weinig teruglees van de verhalen die wethouders met jeugd en onderwijs in hun portefeuille mij vertellen. Zij hebben het over een verborgen ramp die zich tijdens de tweede lockdown in het lager onderwijs heeft voltrokken. Wat de verpleeghuizen in de eerste lockdown overkwam, gebeurde de basisscholen in de tweede: ze trokken aan een ongelooflijk kort eindje. We herinneren ons nog wel het absurde argument dat het sluiten van de scholen goed was voor het thuis houden van de ouders. Minder bekend is dat het maximaal opschalen van het bron- en contactonderzoek bij de GGD ten koste ging van, jawel, de jeugd gezondheidszorg. Dat heel wat kinderen na de lockdown überhaupt niet meer terug zijn gekomen op school terwijl de capaciteit ontbreekt om hen weer op te sporen. Dat kinderen naar school terugkomen die zo dik zijn geworden dat ze nauwelijks meer te herkennen KidsRights verwacht dat Nederland gaat zakken op de relevante indexen GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN zijn. Enzovoort. En dat natuurlijk allemaal zwaarder en heftiger waar de gezinnen kwetsbaarder en de scholen zwakker zijn. Anders dan bij de verpleeghuizen zullen de effecten van deze verborgen ramp in het lager onderwijs nog jaren na-ijlen. Want met een zak geld is dit niet af te kopen, als het al zou lukken het geld op de juiste scholen te laten landen. De internationale kinderrechtenorganisatie KidsRights verwacht dat Nederland de aankomende jaren gaat zakken op de relevante indexen, omdat andere landen hun kinderen niet als biologische enkelbanden hebben ingezet. Sinds het begin van de crisis is een groep wetenschappers bezig met onderzoek naar corona als stresstest voor het binnenlands bestuur. De resultaten van dit onderzoek verschenen het afgelopen jaar op coronapapers.nl, waar ook het slotgesprek met onder anderen Marco Zannoni zal verschijnen. En ondertussen dient zich een nieuwe uitdaging aan: corona als stresstest voor de lokale democratie. Zullen de gemeenteraadsverkiezingen gaan over wat wij het liefste willen horen of over wat er echt in het lager onderwijs is gebeurd?
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 08 NIEUWS IN BEELD WONINGMARKT DOOR: MARTIN HENDRIKSMA ONTTROKKEN KOOPHUIZEN Trend neemt weer toe 2012 WAS HET KANTELMOMENT In totaal zijn de afgelopen tien jaar zo’n 62.000 keep-to-let-woningen aan de koopwoningmarkt onttrokken. De hoogste scores ziet adviseur Hans Wisman van het Kadaster in de periode tot 2012, toen je door de crisis op de huizenmarkt je oude woning moeilijk verkocht kreeg. Maar de laatste jaren is er ook weer een lichte stijging merkbaar. ‘Spaargeld levert weinig op. Dan kan een woning die je achterlaat een interessante belegging zijn. Zeker nu de huizenprijzen zo sterk stijgen.’ 6.1%* 6,0% 6,3% 4,8% 3,9% 3,9% 4,0% 3,7% 3,7% 3,7% 4,2% *percentage keep-to-let als onderdeel van totaal aantal woningmarkttransacties 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 Rijwoning favoriet KLEINSTE HUIS VERHUURD 34% 23% rijwoning 43% De meeste mensen die een ‘keep-to-letwoning’ aanhouden, zijn stellen die gaan samenwonen. Ze trekken zelf in het grootste huis en verhuren het kleinste. Geen wonder dat het aandeel appartementen en rijwoningen onder ‘keep-to-let-woningen’ relatief sterk is vertegenwoordigd. Dat betekent dat de vaak toch al lastige positie van koopstarters in een gemeente zo nog eens extra wordt bemoeilijkt. appartement tweekappers of vrijstaand
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 NIEUWS IN BEELD 09 De woningmarkt is krap en het aanbod van koopwoningen is beperkt. Voor een deel komt dit doordat particulieren een nieuwe woning kopen en hun oude niet van de hand doen, maar behouden om mogelijk te verhuren. Deze zogenaamde ‘keep-to-letwoning’ dient vaak als beleggingsobject. Het Kadaster brengt die weer toenemende trend in beeld. VOORAL IN GROTE STEDEN Veruit de meeste keep-to-let-woningen bevinden zich in de grotere steden. Onder meer de regio Rotterdam, Den Haag en Utrecht springen eruit. Niet gek, vindt Hans Wisman. ‘In de steden bestaat grote schaarste aan woningen en er wonen relatief veel jonge mensen. Dat betekent dat er veel vraag is naar huurwoningen, met hoge huurprijzen voor de huishoudens en een gunstig rendement voor de verhuurder als gevolg.’ Amsterdam blijft bij de andere G4-steden achter. ‘Misschien liggen de prijzen daar al zo hoog dat het ondoenlijk is om twee huizen aan te houden.’ Utrecht en Rotterdam aan kop Utrecht Rotterdam Schiedam Den Haag Eindhoven 3,6%* 3,6% 3,1% 3,1% 3,0% *percentage keep-to-let als deel van de totale koopvoorraad Verhuurders honkvast 24% 59% 17% zelfde als nieuw gekochte woning andere gemeente, zelfde regio andere regio TWEEDE HUIS DICHTBIJ Bijna 60 procent van de mensen die hun tweede woning verhuurt, blijft in dezelfde gemeente wonen. Nederlanders zijn relatief honkvast. Ook zullen sommige verhuurders toezicht op het huis willen houden. Vaak is dan ook het prijspeil van de huizen vergelijkbaar. Wordt er verhuisd naar een dichtbij gelegen gemeente in dezelfde regio, dan ligt de waarde van het nieuw betrokken huis veelal hoger. Dat is in de helft van de gevallen aan de hand. Bij een verdere verhuizing komen de prijsklassen van beide huizen slechts in 20 procent van de gevallen overeen.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 10 INTERVIEW WIEL DREESSEN DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: LORAINE BODEWES Wiel Dreessen (79) uit Bemelen was in 1966 de jongste en is in 2021 de oudste wethouder van Nederland. Oh ja, hij was ook ‘s lands langstzittende raadslid. Een en al bezieling in Eijsden-Margraten. ‘Waarom bouwen we hier geen woonpark?’ WIEL DREESSEN, ‘S LANDS JONGSTE EN OUDSTE WETHOUDER ‘ELK AFSCHEID KOMT TE VROEG’ 1966. John Lennon roept dat The Beatles populairder zijn dan Jezus. Jo Cals is premier en LBJ president. De televisie is zwart-wit en vrouwen worden nog ontslagen als ze trouwen. En de 24-jarige Wiel Dreessen wordt raadslid en meteen wethouder in het 550 zielen tellende Zuid-Limburgse dorp Bemelen. ‘Bemelen was een groepje huizen met een gemeentehuis, maar zonder voorzieningen. De raad sprak voor die tijd vooral over veldwegen. Er was woningnood, we hadden geen aardgas en geen riolering, de harmonie had geen onderkomen en de school was verouderd. Ik grapte in die tijd weleens: “We zijn zo klein, we kunnen met z’n allen in een mooie flat gaan wonen”’, zegt wethouder in Eijsden-Margraten Wiel Dreessen (79) in Hotel Bergrust op de Bemelerberg. De vijftiger George Spauwen is in de jaren zestig burgemeester van het dorp op de helling van het Maasdal. Dat is hij al sinds 1946. Je denkt onwillekeurig aan de burgemeester uit Swiebertje. ‘Oh, zo’n burgemeester was hij niet hoor. Misschien wel een notabel maar geen aristocraat’, zegt Dreessen. ‘Hij kwam uit het dorp Amby, waarvan hij ook burgemeester was. Spauwen was ook advocaat. Eén keer in de week kwam de burgemeester naar Bemelen voor de vergadering met de twee wethouders. Je zou kunnen zeggen dat hij er twee burgemeesterschappen bij deed. Ik herinner mij dat Bemelen zijn hele salaris moest betalen nadat Amby in 1970 was ingelijfd door Maastricht. Dat was een derde van het gemeentebudget! Spauwen woonde toen al in Gulpen, waar hij zijn advocatenkantoor had. Dat vond Bemelen goed.’ Dreessen deed het wethouderschap in Bemelen er trouwens ook bij. Hij is tevens raadslid en werkt als adviseur en inspecteur bij de directie en inspectie volkshuisvesting provincie Limburg van het toenmalige ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). Niet verwonderlijk dus dat de jonge wethouder van de lokale partij zich op de woningbouw stort. Dreessen: ‘Dat was toen net zo’n probleem als nu. Maar hoe pakten we dat aan, in 1966 hè? We lieten ons oog vallen op bouwgronden van twee ongehuwde zussen en hun ongehuwde broer op leeftijd. Ze zaten in een bejaardencentrum in Meerssen. Wij in de auto ernaartoe: de burgemeester, de secretaris, de andere wethouder en ik. Geen adviesbureau, geen ambtenaren; we deden het allemaal zelf. We hadden er een goed gevoel bij. Op de terugweg namen we er daarom eentje in Amby. Een paar maanden later kregen we de grond. Het was een goede koop. All-in kostten die zes sociale woningen 17.000 gulden per stuk. Ik heb er ook nog een jaartje in gewoond.’ KLEINSTE GEMEENTE Als koningin Juliana zes jaar later op het Binnenhof haar 25-jarige jubileum viert, zijn Wiel en zijn vrouw Yvonne van de partij. De koningin heeft ook de grootste én de kleinste gemeente van het land uitgenodigd. De Dreessens zitten aan tafel met de koninklijke familie. Wiel stelt zich voor als ‘wethouder van de kleinste gemeente van Nederland’. ‘Zegt prinses ‘We deden het allemaal zelf’ Beatrix: “Nee hoor, Katwoude is de kleinste gemeente, maar die hebben geen gemeentehuis”.’ Dat heeft Bemelen wel, en een nieuwe school, een gemeenschapshuis en riolering en gas. Rijp voor annexatie door Maastricht, vond George Spauwen al eerder, maar dat werd niets. Wiel Dreessen blijft tot 1982 wethouder van Bemelen, als het dorp met vijf andere kleine gemeenten de nieuwe gemeente Margraten wordt, die op haar beurt in 2011 fuseert met Eijsden tot Eijsden-Margraten. De CDA’er Dieudonné Akkermans wordt in dat jaar burgemeester van de fusiegemeente; Wiel Dreessen wordt fractievoorzitter van het Samenwerkingsverband Margraten (SVM). Het CDA is in Eijsden-Margraten met acht raadszetels de grootste partij, SVM heeft drie zetels en zit niet in het college. Maar Dreessen, bijna 70 en gepensioneerd, peinst er niet over het bijltje erbij neer te leggen, ook niet als zijn partij in 2014 weer buiten de collegeboot valt. In de lokale krant Van Harte Eijsden-Margaten waarschuwt Dreessen in 2015 de gemeente: ‘Ze moeten ons niet onderschatten. Ze zijn nog niet van mij af!’ De oude meester begrijpt goed dat hij die stoere woorden alleen met de SVM niet kan waarmaken. ‘Je kunt wel je best doen, maar je moet ook kansen creëren.’ Dat doet hij door samen te gaan met de Partij Groot Eijsden, aangevoerd door Chris Piatek uit Mariadorp. En warempel: hun
INTERVIEW 11 CV WIEL DREESSEN (Bemelen, 1941) is sinds 2018 wethouder in de gemeente Eijsden- Margraten. Hij is de oudste wethouder van Nederland. Tot zijn benoeming in juni 2018 was hij sinds 1966 ononderbroken raadslid, eerst in Bemelen, waar hij meteen wethouder werd en dat tot 1982 bleef, later in Margraten en sinds 2011 in de fusiegemeente Eijsden-Margraten. Dat maakt Dreessen het langstzittende raadslid. In Eijsden-Margraten was hij van 2011 tot 2018 fractievoorzitter van Samenwerkingsverband Margraten (SVM). Hij werd in 2016 ereburger van Eijsden-Margraten. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021
VAN ONZE KENNISPARTNER
INTERVIEW 13 fusiepartij Eijsden Margraten Lokaal (EML) behaalt in 2018 zeven zetels, één minder dan het CDA. De twee gaan met elkaar in zee en Piatek en Dreessen belanden in het college. En dat op je 76ste. Waarom? ‘Alle belangrijke zaken komen uit het bestuur. De bestuurlijke passie had ik vijftig jaar geleden en die heb ik nog. Ik voel de drang om iets te bereiken voor de maatschappij.’ Dan is het maar goed dat waarnemend gouverneur Remkes niet bij de titelhouder uit Bemelen is langsgegaan in zijn zoektocht naar nieuwe deputés met Limburgse wortels. ‘Want misschien had ik op mijn 79ste nog ja gezegd ook, tot de Statenverkiezingen bijvoorbeeld. En ik kan hier niet worden gemist!’, schertst Dreessen. STEMPEL Als Dreessen op zijn 76ste weer wethouder wordt, is hij 52 jaar onafgebroken raadslid geweest. Dat doet niemand hem na. Zijn benoeming tot wethouder is trouwens ook uniek: hij is de oudste van het land. Dreessen had als wethouder in Bemelen volkshuisvesting en ruimtelijke ordening in zijn portefeuille en in Eijsden-Margraten pakt hij de draad op. ‘Ik heb gelukkig nog mijn stempel kunnen drukken op de woningvisie.’ Dat kan ook in een kleine gemeente (26.000 inwoners) waar het dualisme een relatief begrip is en de lijntjes kort zijn. ‘Het gebeurt wel dat ik als portefeuillehouder de afdeling op ga om te vragen hoe iets zit of waarom dit zus of zo is gedaan. Natuurlijk doe ik dat. Ambtenaren kunnen ook rechtstreeks op mij afstappen. Dat vind ik de gewoonste zaak van de wereld. Je toont daarmee ook je betrokkenheid’, zegt Dreessen. Burgemeester Akkermans stapt dit voorjaar in de nasleep van de affaire rond oud-directeur Vrehen van de Stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen (IKL) op. De oppositie in EijsdenMargraten (6 van de 21 zetels) ziet haar kans schoon en schrijft waarnemend gouverneur Remkes een boze brief, want de coalitie ‘isoleert en kleineert de oppositie’ en vindt zichzelf ‘superieur en onaantastbaar’. En, schrijven ze: ‘Wanneer u zich gaat verdiepen in dat college zult u ontdekken dat twee wethouders al ruim twintig jaar die positie bekleden en een derde al meer dan een halve eeuw meedraait in de lokale politiek van deze gemeente. (…) Zoveel dienstjaren op dezelfde post is niet gezond en een risico voor onfrisse politieke praktijken. Inmiddels hebben wij een hele lijst dossiers waarbij grote 'Leeftijdsdiscriminatie is onacceptabel’ twijfels over integer handelen bestaan.’ Krijg je dat op je 79ste. Wiel Dreessen verliest niets van zijn goede humeur. ‘Ik zit inderdaad vijftig jaar in de lokale politiek, en daar ben ik trots op. Ik heb veel gedaan en hard gewerkt voor de gemeenschap. Ik ben in 2016 niet voor niets tot ereburger van Eijsden-Margraten benoemd. Ik heb er al die decennia voor gepleit om alles zorgvuldig en netjes te laten verlopen en te regelen. Daar heb ik zelf ook altijd naar geleefd. Intussen is gebleken dat niets van de aantijgingen overblijft. Ik wil er overigens op wijzen dat het maken van onterechte verdachtmakingen allesbehalve integer is. Leeftijdsdiscriminatie is trouwens ook onacceptabel en strijdig met onze democratische rechtsorde.’ LEEFBAAR Het Heuvelland heeft internationale allure, weet de zoon van Bemelen. De regio moet zijn bijzondere landschappelijke identiteit behouden en versterken, maar moet óók ‘passende ontwikkelingen’ bieden. Daarbij vindt wethouder Dreessen zijn collega’s uit Gulpen-Wittem en Vaals aan zijn zijde. Ze wisselden daarover vorige week nog van gedachten met de Belgische buren uit de Voerstreek. Vooral de Belgen zien een grensoverschrijdend landschapspark (het ‘Groene Hart drielandenpark’ tussen Aken, Luik en Maastricht) helemaal zitten om de leefbaarheid in de dorpen te vergroten en de ‘landschappelijke identiteit te versterken’. Dreessen heeft wel oren naar het Belgische plan: ‘Het Limburgse Mergelland wil niet voor niets graag een Unesco Geopark-status. De Zuid-Limburgse heuvels, de natuur en de dorpen maken het mergelland uniek.’ Om de dorpen in dat unieke mergelland leefbaar te houden, wil Eijsden-Margraten een woonparadijs zijn. ‘We moeten ook in dit Natura 2000-gebied ruimte bieden aan gepaste ontwikkelingen’, vindt Dreessen. Zo’n ontwikkeling zou de komst van de Einstein Telescoop naar het Heuvelland zijn. De Einstein Telescoop is een observatiecentrum om het universum te besturen door middel van zwaartekrachtgolven. Eind juni meldde het European Strategy Forum on Research Infrastructures (ESFRI) dat de 1,9 miljard euro kostende telescoop er echt gaat komen. Het Heuvelland is samen met Sardinië in de race als vestigingsplek. De detector wordt op een paar honderd meter diepte gebouwd in een driehoekige vorm met tien kilometer lange armen. Gaat je mooie landschap, gaat je rust. Dreessen: ‘Onze kernkwaliteiten zoals landschap, rust en cultureel erfgoed komen door de Einstein Telescoop juist níét in de knel. We krijgen in samenhang met kenniskapitaal de ruimte om als landelijke kwaliteitsregio, samen met de stedelijke ontwikkelingen in Aken, Luik en Maastricht, mee te kunnen groeien naar een internationale kennisregio.’ Ook als de Einstein Telescoop in 2025 niet naar het Heuvelland komt maar in de Sardijnse bodem belandt, zal Eijsden-Margraten meer moeten doen om de woningvoorraad te vergroten met passende en betaalbare woningen, vooral voor senioren, starters en jonge gezinnen via doorstroming, vindt de wethouder. Dreessen: ‘Zonder woningbouw kwijnen we weg. Dat hoeven niet allemaal nieuwe woonwijken te zijn. Waarom zou je hier niet permanent in een park kunnen wonen? Nu willen mensen op een recreatiepark gaan wonen, maar dat mag nog niet van de provincie. De provincie leeft in een tijd zonder woningnood. Bouw voor mensen die in een woonpark willen wonen. Geen verkeer, geen auto’s voor de deur, je loopt naar je huis, het is rustig, de gezondheid blijft goed, geen vervuiling. Dat is toch paradijselijk wonen?’ Het Wiel Dreessen Woonpark? Dreessen zal het (‘helaas’, vindt-ie zelf) niet meemaken als bestuurder. ‘Het zou niet goed zijn om volgend jaar weer mee te doen aan de gemeenteraadsverkiezingen. Dan word ik 80, hè? Elk afscheid komt te vroeg, maar als je dat afscheid zelf in de hand hebt en ernaartoe leeft, moet het dragelijk zijn.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021
14 ZOMERSERIE TOERISME DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO’S: SAKE RIJPKEMA Amsterdammers werden in coronatijd verlost van ratelende rolkoffers en dronken Britten. Hoe moet het verder met de buitenlandse bezoekersstroom nu de stad heropent? Deel één van een zomerserie over toerisme na corona. ‘Leefbaarheid moet beslissend zijn.’ ZOMERSERIE BINNENLANDS BESTUUR STILTE VOOR AMSTERDAMSE ZOMERSTORM Het is grijs en mottig, deze vrijdagmiddag in Amsterdam. Een dag later zullen vrijwel alle resterende coronamaatregelen worden afgeschaft. De stad is nog stil. Geen rijen voor attracties als Madame Tussauds, Amsterdam Dungeon of het Anne Frank Huis. Het Leidseplein, ‘entertainment area’, is vernieuwd, maar nog onontdekt. Op De Wallen staan horecauitbaters buiten te roken, tevergeefs wachtend op klandizie. Een van hen verzucht in het Engels dat ze een lange dienst heeft. Ze verwacht de toeristen binnenkort wel terug, ‘al komen eerst de jongens uit België, Duitsland en Frankrijk langs’. Die waren er afgelopen zomer ook: wiet halen, snacken, rondjes rijden of hangen op de kades. Van een barman op het Leidseplein mag het wel een onsje minder met toeristen ten opzichte van voor corona, ook qua Airbnb-verhuur. Aan initiatieven om de Leidsebuurt leefbaar te houden, deden niet alle pand- en horecaeigenaren mee. De bestuursrechter keurde in maart het verbod op vakantieverhuur in drie centrumwijken af. De gemeente is in beroep gegaan. Vakantieverhuur mag met vergunning: jaarlijks maximaal dertig nachten aan hoogstens vier personen. Een ‘wetteloze jungle’ of ‘pretpark’ – benamingen van (oud-)centrumbewoners voor de Amsterdamse binnenstad die de afgelopen jaren ten prooi viel aan een niet aflatende stroom toeristen uit binnen- en buitenland. Elk jaar nam het met 7 procent toe, vertelt bewoner Jasper van Dijk, in juni 2020 een van de initiatiefnemers van een TOERISME NA CORONA Corona legde het internationaal toerisme lam. Maar bewoners van veel toeristenplaatsen haalden opgelucht adem. Binnenlands Bestuur belicht in een zomerserie de lokale bestuurlijke dilemma’s nu de grenzen weer openen. Deel 1: Amsterdam. kening om het thema op de raadsagenda te krijgen - waar 1200 handtekeningen al voldoende zouden zijn geweest. VERORDENING De raad ging ermee bezig en nu ligt er een verordening die stelt: kijk elk jaar drie jaar vooruit hoeveel toeristen naar de stad komen. Als het maximum wordt overschreden, moet het college een beleidsplan maken om de aantallen te verminderen. Idee was het aantal overnachtingen terug te brengen tot tussen de 10 en 14 miljoen. Het college vond dat het moest gaan over het totale aantal bezoekers, niet alleen over overnachtingen, en dat het aantal van 14 miljoen geen ‘harde grens’ moest zijn. ‘volksinitiatief’ om de binnenstad weer leefbaar te maken. De komende vijf jaar willen ze het aantal overnachtingen jaarlijks op ongeveer 12 miljoen houden. Het niveau van 2014, ‘toen het toerisme in Amsterdam nog beheersbaar was’. In 2019 werden het 22 miljoen overachtingen. ‘Die stijging is voorspelbaar. We waren verbaasd dat de gemeente er niet op anticipeerde.’ De petitie werd alleen via WhatsApp gedeeld. ‘Tot onze verrassing sloeg het heel snel aan.’ Ruim 30.000 mensen zetten hun handte‘Leefbaarheid’ moest beslissend zijn. Uiteindelijk komt de verordening uit op een bandbreedte tussen 10 en 20 miljoen overnachtingen per jaar met signaalwaarden tussen 12 en 18 miljoen. ‘Het liefst zien we minder overnachtingen, maar dit is een start’, aldus Van Dijk. Als het aantal overnachtingen buiten de signaalwaarden valt, het aantal dagbezoeken te hoog is of de toeristische draagkracht in een wijk onder druk staat, moet het college binnen zes maanden een nota aanbieden. Daarin zal het onder andere ingaan op regulering van vakantieverhuur in woningen en toeristenbelasting. Van Dijk noemt de verordening een belangrijke stap. ‘Eindelijk wordt toerisme op lange termijn bekeken, kijken wat de stad aankan. Dat gesprek is nooit gevoerd in Amsterdam.’ Wel krijgt het college op basis van de BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ZOMERSERIE 15 ‘ Het toerisme is niet meer bestuurbaar’ LEGE STRAAT Theater- en caféstraat de Nes zonder bezoekers verordening drie jaar de tijd om het aantal overnachtingen binnen de bandbreedte te krijgen. Op 8 juli stemt de raad erover. Volgens Van Dijk zal het ‘erom spannen’. De Amsterdamse toeristenindustrie zorgde vóór corona voor 10 procent van de werkgelegenheid, 70.000 directe banen. Wethouder Victor Everhardt (D66) kondigde onlangs een campagne aan om toeristen naar de stad te trekken. Niet de ‘zuip- en blowtoerist’ die alleen de Wallen bezoekt, maar toeristen die zich richten op ‘kunsten cultuur, culinair, verblijf, winkels en attracties’. Ook zeggen we geen toeristenindustrie meer, maar ‘bezoekerseconomie’. De gemeente investeert een ton, het bedrijfsleven en de culturele partners leggen 60.000 euro bij. Schamele bedragen die wenkbrauwen van critici doen fronsen. Die andere bezoeker komt ook niet morgen al, temperen Everhardt en Halsema alvast de verwachtingen van morrende binnenstadbewoners. Daar gaat enkele jaren overheen. Of, zoals Halsema het laatst in een commissievergadering zei: ‘Het gaat er niet om dat toeristen niet meer welkom zijn, maar dat ze komen voor de schoonheid van de stad en niet voor snelle consumptie, dat ze hier geen “morele vakantie” meer nemen. Dat zal tijd kosten.’ Op het terugdringen van het aantal toeristen richt de stad zich nu niet, zegt Halsema. ‘Wel op de aard van het toerisme dat naar de stad komt.’ DOVEMANSOREN Precies de reden waarom toerisme-expert Stephen Hodes zich terugtrok uit de toerismediscussie na tien jaar op de barricaden tegen ‘overtoerisme’ te hebben gestaan met zijn denktank ‘Amsterdam in Progress’. ‘Het was aan dovemansoren gericht. De gemeente wilde absoluut niet luisteren. Eberhard van der Laan was geïnteresseerd en betrokken bij het onderwerp, maar bij het huidige college en de ambtenaren is er geen wil om er iets aan te doen. Mijn grens is bereikt. De afgelopen tien jaar was een optelsom van incidentenpolitiek. Ze kijken niet naar de oorzaak, niet naar de lange termijn. Het zijn druppels op een gloeiende plaat. Ik doe dit uit liefde voor Amsterdam, maar bestuurlijk Amsterdam en de Metropoolregio willen niets doen.’ Door corona wordt het nog erger, vreest hij, ‘want de stad heeft economisch zo geleden, dus moeten we de horeca vol krijgen en de economie laten draaien. Ze zetten in op groei.’ Hodes vermoedt dat de huidige Passengers Terminal Amsterdam voor cruiseschepen niet verdwijnt en dat er in de haven een tweede terminal voor grotere cruiseschepen komt. ‘Denk ook aan lowcost carriers die naar Lelystad Airport moeten. Dat zijn heel onverstandige dingen die je niet moet stimuleren. Toeristen uit de terminal besteden het minst van iedere vorm van toerisme: gemiddeld 70 euro per bezoeker. Bij een hotel is dat gemiddeld 200 euro. Waarom zou je dat dure ding dan bouwen?’ Alle aandacht gaat nu naar blowende toeristen, maar crux van het probleem is de
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 16 ZOMERSERIE TOERISME vervreemding bij bewoners en tot ‘binnenstadmijders’. ‘Dat doet pijn, want Amsterdammers houden van hun stad.’ Amsterdammers vragen zich af wat de toekomst van de historische binnenstad nog is als deze niet meer als gemeenschappelijk centrum wordt gebruikt en vooral als pretpark functioneert, schrijft hij. In zijn werkkamer op Roeterseiland legt hij de oorzaak van de toerismegroei bij de smartphone. ‘Digitalisering heeft het toerismeverkeer zo aangewakkerd dat we moeten erkennen dat het niet meer bestuurbaar is.’ Hemel wijst op ‘de processie’ in de binnenstad van CS naar het Museumplein. ‘Dat is massatoerisme. Een massale middeleeuwse pelgrimage langs een aantal vaste attracties, waaronder het Red Light District. Dat kan in Amsterdam.’ Die route is in honderd jaar gevormd en bedacht door architect Pierre Cuypers die de eerste toeristen vanaf ‘zijn’ Centraal Station naar ‘zijn’ Rijksmuseum leidde. De stad wilde het hoofdstation in Zuid, maar toenmalig premier Thorbecke stond erop dat het in de havenmond kwam. ‘Je had anders door Berlage Zuid en langs de Academie van Beeldende Kunsten gelopen’, schetst Hemel. LOOPROUTE Over tien jaar verrijst in Zuid alsnog een van de grootste stations van Nederland. ‘Alle hsl’en stoppen op Zuid, niet meer op het CS. Je maakt een looproute van de Zuidas naar het Rijksmuseum, langs het Hilton. We kunnen de fout van toen herstellen, en er komt een bijzonder soort toerisme naar Amsterdam.’ Voor die tijd staat de stad wat te wachten. ANNE ZONDER RIJ Geen wachtenden voor het Anne Frankhuis scheve verhouding tussen aantal bewoners en aantal bezoekers, schreef Hodes in Het Parool. ‘Als we het volume niet aanpakken, zijn alle maatregelen dweilen met de kraan open. De aandacht moet naar beperking van toevoer en opvang van bezoekers. De rest is bijzaak.’ SP-fractievoorzitter Erik Flentge legde de maximering van aantallen toeristen voor aan Halsema. Het lijkt haar ingewikkeld, ‘omdat wij niet in staat zijn de stad ontoegankelijk te maken voor toeristen’. Tegelijk noemt ze de aantallen wel degelijk problematisch als de stijging doorzet. ‘Niet alleen omdat de stad dan overstroomt, maar ook omdat de afhankelijkheid van onze stedelijke economie ervan na corona niet even groot moet blijven als de afgelopen jaren.’ De Amsterdamse politiek is na corona wel doordrongen van de noodzaak van regulering van het toerisme. Onlangs introduceerde Halsema een drukteaanpak voor de zomer, in de breed gesteunde Aanpak Binnenstad staan 88 maatregelen en er ligt een ambitie om een erotisch centrum buiten de Wallen te ontwikkelen. BINNENSTADMIJDERS Planoloog Zef Hemel, hoogleraar grootstedelijke vraagstukken aan de Universiteit van Amsterdam, schreef in 2019 zijn ‘Visie op de binnenstad van Amsterdam 2040’ in opdracht van Halsema. Twee maanden lang sprak hij in de Oude Kerk met een rijk geschakeerd arsenaal (ex-)Amsterdammers. Hij constateerde dat de binnenstad steeds meer als economische ruimte functioneert en dat heeft geleid tot ‘De zakelijke reiziger blijft nog weg, dus KLM richt zich op de toeristenmarkt’, vreest Hemel. ‘Schiphol wordt “toeristenhub”. De bestuurbaarheid is gering. Je moet een langetermijnvisie hebben.’ Maar de raad kreeg Hemels visie niet eens. ‘Die kortademigheid is zorgelijk.’ Zijn visie wordt informeel wel omarmd. ‘Na de lancering reageerden veel ondernemers. Daar is animo, maar dan moet het wel mogelijk gemaakt worden.’ Eerst krijgt de binnenstadbewoner het zwaar, verwacht Hemel. ‘Ik schat dat 10 tot 15 procent van de winkels in de Kalverstraat en Nieuwendijk leegstaat en wellicht niet meer opent. De atmosfeer in de stad verandert: instortende kades en bruggen, winkelleegstand, leven in een bouwput en ongewenst toerisme.’ Intussen lopen later op de vrijdag de uitgaansstraten en terrassen vol. Om middernacht staan er lange rijen voor de clubs. De stad leeft weer. En de toeristen? Bij Madame Tussauds weten ze het zeker: die staan er over een paar weken weer.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 17 IN DE CLINCH Een ambtenaar rijdt met zijn veegmachine tegen een bloembak. De schade meldt hij niet. Zijn voorgeschiedenis is al niet brandschoon. Laat de hoogste ambtenarenrechter het strafontslag in stand? SCHADE ONDUIDELIJK NA AANRIJDING BLOEMBAK Op een dag in juni 2017 rijdt Dré Poeldijk*, sinds 2008 ambtenaar te Amsterdam, met zijn veegmachine tegen een bloembak. Hij gaat niet na of er schade is en hij meldt het incident niet aan zijn leidinggevende. Als het ter sprake komt, verklaart hij hierover wisselend. Ernstig plichtsverzuim, vindt het college. Hij wordt geschorst, zijn salaris wordt met een derde ingehouden, en omdat de verwachting is dat hij niet meer zal terugkeren: onvoorwaardelijk ontslag. Die zware sanctie staat niet op zichzelf. Eerder (2011) was Poeldijk al gewaarschuwd toen hij zich aan zijn werkzaamheden onttrok. In dat jaar werd voorwaardelijk strafontslag opgelegd toen hij drugs gebruikte onder werktijd. Een eerdere aanrijding met de veegmachine, waarschijnlijk onder invloed van drugs, leverde hem een schorsing op. Een keer (2016) met zijn veegmachine ongeoorloofd buiten zijn werkgebied: schriftelijke waarschuwing. Hij is vaker gewezen op mogelijke rechtspositionele gevolgen van zijn handelen. Dit ontslag vecht hij aan tot aan de Centrale Raad van Beroep. Er was, aldus de Raad, sprake van een concrete verdenking van ernstig plichtsverzuim. En gezien Poeldijks voorgeschiedenis heeft het college redelijkerwijs kunnen menen dat het niet aanvaardbaar was dat hij zijn werkzaamheden zou blijven verrichten. De schorsing was terecht. Dat geldt ook voor het inhouden van de bezoldiging: dat had Poeldijk niet eens aangevochten, zodat het salarisbesluit vaststaat. Poeldijk zei dat hij wel ‘iets’ had gevoeld gemeente. Een behoorlijke klap, vindt het college, waarbij het voertuig is beschadigd. Poeldijk ontkent dat: bij de dagelijkse schoonmaak is geen schade geconstateerd. De botsing krijgt hij pas vier weken later van zijn leidinggevende te horen. Het filmpje heeft Poeldijk, ook na meerdere verzoeken, nooit gezien. Of de veegmachine is beschadigd, kan de Raad niet vaststellen. Poeldijk zegt nee; het college zegt van wel, maar maakt dat niet hard. Waar het filmpje is, is onduidelijk. Onduidelijk is ook of Poeldijk het voorval had moeten melden – er zijn geen protocollen of werkinstructies over de meldingsplicht. Daarmee is de aanrijding én het niet melden daarvan geen plichtsverzuim. En die wisselende verklaringen? Poeldijk had niks gemerkt van de aanrijding maar toen hij hoorde van het filmpje zei hij dat hij Maar geldt dat ook voor het ontslagbesluit? Een maand voor de aanrijding was er wéér een akkefietje. Poeldijk bevond zich opnieuw buiten zijn werkgebied en heeft daar, met een collega – zo zag een teamleider – eendjes gevoerd. Wat er die dag precies gebeurde blijft onduidelijk, want Poeldijk legt verschillende verklaringen af. Dat is niet wat van een goed ambtenaar mag worden verwacht, en dat levert plichtsverzuim op. De aanrijding met de bloembak – de druppel die leidde tot het aangekondigde ontslag – is toevallig opgenomen door een burger, die het filmpje heeft opgestuurd naar de ADVERTENTIE ‘iets’ had gevoeld, maar dacht dat het weinig voorstelde. In tegenstelling tot het college en de rechtbank Amsterdam vindt de Raad (uitspraak 4 juni 2021) dit geen strafwaardig plichtsverzuim. Poeldijk werd er pas weken na de aanrijding op aangesproken, en dan is het denkbaar dat zoiets is vergeten. Poeldijk heeft dan wel een ‘verleden’, en was een maand voor de aanrijding ook niet brandschoon, maar onvoorwaardelijk ontslag is volgens de Raad te zwaar. Het college moet met een andere sanctie komen, Poeldijk heeft de gemeente al verlaten. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:1337
18 ACHTERGROND FINANCIËN DOOR: WILMA VAN HOEFLAKEN De verantwoording over 2020 in de jaarstukken is lastig, dat merkt elke gemeente. Bij de Tozo-regeling moest zonder dralen worden betaald. De meeste gemeenten liggen toch op koers. ‘We hebben een puik stukje werk geleverd.’ VOORTGANG JAARSTUKKEN 2020 CIJFERS VAN CORONAJAAR TOCH OP TIJD Het was begin dit jaar allerminst zeker dat gemeenten hun jaarstukken over 2020 op tijd zouden inleveren en het accountantsoordeel tijdig rond zouden krijgen. Gemeenten hebben sinds maart vorig jaar een grote bijdrage geleverd aan de maatregelen om de financiële gevolgen van de coronapandemie voor bedrijven en burgers te beperken. ‘Tijdige ondersteuning bij deze maatregelen stond voorop. Dit heeft gevolgen voor het verslagjaar 2020 en de verantwoording en de accountantscontrole bij gemeenten’, waarschuwde minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) vorig jaar december al. Afgelopen februari presenteerde de commissie Bado (Bedrijfsvoering auditing decentrale overheden) een notitie met de effecten en risico’s van corona voor de jaarrekening over 2020. ‘De controle van de jaarrekening 2020 is een bijzondere in de bejegening van burgers, bedrijven en instellingen coulance te betrachten. Zo hebben veel gemeenten in 2020 subsidies verstrekt aan gemeentelijke instellingen, zonder dat daar een prestatie tegenover stond. ‘Het is voor gemeenten een pittig verantwoordingsjaar’, stelt de woordvoerder van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Toch lijkt het erop dat de overgrote meerderheid van de gemeenten erin slaagt voor de vereiste datum van 15 juli de jaarstukken in te dienen. ‘Er zijn elk jaar wel wat gemeenten die het niet halen en uitstel aanvragen’, aldus VNG. Eind juni heeft VNG echter nog geen signalen dat het er dit jaar meer zullen zijn. controle omdat zowel de opstellers van de jaarrekening als de controleurs daarvan rekening moeten houden met de implicaties van Covid-19 op de realisatie 2020 en de financiële positie’, aldus de commissie. Corona heeft gezorgd voor een situatie waarin de reguliere normenkaders niet meer passen. Niet alleen omdat gemeenten de steunmaatregelen van het rijk moesten uitvoeren en te maken kregen met andere geldstromen, maar ook omdat de pandemie grote gevolgen had voor het leven van alledag. De commissie Bado wijst erop dat het rijk een beroep deed op gemeenten om ‘Het is voor veel gemeenten een spannend traject geweest, maar ik ken geen gemeenten die 15 juli niet halen of met grote onzekerheden kampen’, zegt Ricardo Kok van Exilo, een adviesbureau voor financien, control en bedrijfsvoering in de publieke sector. Dit is ook het beeld van Rein-Aart van Vugt van Deloitte, die als externe accountant betrokken is bij de jaarrekening van veel gemeenten. ‘Het lukt de meeste gemeenten prima om een jaarrekening te maken. Wel zie je vertraging ontstaan door het thuiswerken en de extra werkzaamheden, waardoor het bestuurlijke traject niet altijd wordt doorlopen zoals gepland’, zegt Van Vugt. ‘De definitieve controleverklaring volgt soms na de behandeling in de commissies van de raad. Maar uiteindelijk gaan de meeste gemeenten 15 juli halen.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ACHTERGROND 19 ‘ Ik ken geen gemeenten die 15 juli niet halen’ TOZO Het lastigste aspe jaarrekening ove schijnlijk Tozo, de T bruggingsregeling voor zelfstandig ondernemers. ‘We moesten snel van start en ruimhartig Tozo-uitkeringen verstrekken, en gedurende dat proces werden de spelregels opgesteld’, zegt Pieter Paans, CDAwethouder financiën in Papendrecht. Over de controle van de jaarrekening maakt Paans zich geen zorgen, maar eind juni is de gemeente nog in afwachting van de rechtmatigheid van de Tozo-uitkeringen. ‘Enerzijds moet je snel uitkeren en niet te moeilijk doen, anderzijds is het land te klein als er een bonnetje ontbreekt.’ Hij vertelt dat de regionale sociale dienst, die de Tozo-uitkeringen voor zijn rekening nam, hard aan het werk is om de verantwoording rond te krijgen, zodat de deelnemende gemeenten ook voor dit onderdeel een goedkeurende verklaring krijgen. Paans: ‘Ondernemers waren content met de snelle actie, maar als je ten onrechte hebt uitgekeerd of als de invordering niet lukt, ligt het risico bij de gemeente.’ Ook in Capelle aan den IJssel zit het werk erop – op Tozo na. Het Regionaal Bureau Zelfstandigen in Rotterdam voert de regeling feitelijk uit voor verschillende gemeenten, waaronder Capelle aan den IJssel. ‘Dat deel van onze jaarstukken is nog niet helemaal definitief’, zegt concerncontroller Arend Ruijmgaart. Sint Anthonis huurde extra externe mederkers in voor de cone van Tozo. ‘Aan de rkant hebben we Tozo-registratie ed op orde, dus de nterne controle verliep vlot’, aldus Lydia Verheijen, coördinator financiën. ‘We verwachtten dat het moeilijk zou worden, dus we stonden op scherp.’ Ook Utrecht heeft geen proen met de verantWe hebben veel n de interne controle op de rechtmatigheid van de uitkeringen die we hebben gedaan’, zegt concerncontroller Katie Zwetsloot. ‘Wel hebben we lang op scherpe richtlijnen moeten wachten’, vindt Edwin Westphal, concernmanager financiën, inkoop en juridische zaken in Utrecht. ‘Het normen kader was pas in maart bekend.’ ‘Tozo was een spannend traject’, zegt Kok. ‘Het uitgangspunt was dat ondernemers niet zouden omvallen. Daarna kom je pas toe aan de verantwoording en de handhaving. Hoe weet je dat je geld hebt gespendeerd aan de juiste mensen? Bovendien was het lange tijd onduidelijk hoe dat beoordeeld zou worden.’ MEERKOSTEN Corona heeft bij elke gemeente geleid tot andere inkomsten en uitgaven vergelijking met voorgaande jare Ook dat maakte de verantwoording c plexer. ‘We hadden meerkosten voor de afvalinzameling, denk maar aan al die wachtrijen vorig voorjaar’, zegt Alexander van Dijk, unithoofd beleid en advies van de afdeling financiën in Capelle aan den IJssel. ‘Maar aan Wmo, leerlingenvervoer en subsidies voor evenementen gaven we weer minder uit’, zegt Ruijmgaart. In Sint Anthonis viel het mee met de afwijkende geldstromen. ‘We hadden wel zorg die doorliep zonder dat er prestaties geleverd werden en we hebben een steunfonds ingericht voor verenigingen, maar onze gemeente kent geen parkeergelden en we hebben geen museum, dus dat scheelt’, zegt Verheijen. Katie Zwetsloot zegt: ‘We maakten in Utrecht extra kosten, bijvoorbeeld voor de zorg, de bewegwijzering in de openbare ruimte en de handhaving van de anderhalve meter. Tegelijkertijd hadden we minder opbrengsten, waar we geen invloed op hadden, zoals parkeergelden en toeristenbelasting.’ Ook het beoordelen van subsidies over 2020 was lastiger dan in andere jaren. ‘Normaal heb je een redelijk beeld van de manier waarop organisaties omgaan met de subsidie die ze hebben gekregen’, zegt Van Dijk. ‘Nu hebben we een versnelde toets gedaan bij het Isala-theater, de bibliotheek en de peuteropvang, onze grootste subsidierelaties. Daardoor konden we de juiste bedragen verantwoorden in onze jaarrekening.’ Die versnelde toets is goed bevallen. Van Dijk: ‘Dit soort dingen willen we blijven doen, dus de hele situatie heeft ons ook goede dingen gebracht.’ Maar zijn collega Ruijmgaart geeft toe dat hij zich weleens zorgen heeft gemaakt over de verantwoording. ‘Een van de lastigste vragen is: heb je zicht op de volledigheid? Hoe weet je dat je alle kosten in beeld hebt en dat je niet met terugwerkende kracht met declaraties en facturen te maken krijgt?’ Hoe kom je daarachter? ‘Je kunt al je relaties expliciet bevragen Zeg: we wil
Nederland staat voor grote opgaven Deze opgaven aanpakken kan niet zonder betrouwbaar onderzoek
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ACHTERGROND 21 ‘ Het land is te klein als er een bonnetje ontbreekt’ len geen verrassingen, laat weten wat we kunnen verwachten. We hebben geprobeerd 2020 nog scherper in beeld te krijgen dan andere jaren.’ SCENARIO’S In het voorjaar van 2020 maakte Utrecht al scenario’s. ‘Welke kosten moeten we maken, hoeveel inkomensderving kunnen we verwachten? Wat is de prognose? In het begin was dat onzeker, maar in de loop van het jaar werd het steeds duidelijker’, zegt Zwetsloot. ‘We brachten alles goed in beeld, waardoor we het in de jaarrekening ook konden verantwoorden. En je wilt alles natuurlijk ook in beeld brengen omdat je compensatie wilt van het rijk en wilt laten zien wat het allemaal kost.’ Ook in Sint Anthonis werden alle extra kosten van het begin af aan in kaart gebracht. ‘Die kosten hebben we gelabeld in onze administratie, zodat ze goed zichtbaar waren’, zegt Verheijen. ‘Al is het soms lastig om goed onderscheid te maken. Als je spatschermen koopt, weet je dat het vanwege corona is. Maar bij de inhuur van personeel is het lastiger om een precieze lijn te trekken.’ Sommige gemeenten namen een aparte coronaparagraaf op in de ja rekening. ‘Dat betekent extra we zegt Van Vugt. ‘Op bijna alle taa den van een gemeente is iets te m over corona. Al die informatie m op concernniveau verwerken. H veel aandacht om dat logisch op ri aar k’, ve jADVERTENTIE ven en een totaalbeeld te schetsen. Bovendien is er geen norm voor. Dat maakt het ook lastig.’ Capelle aan den IJssel is een van de gemeenten met een coronaparagraaf. ‘We informeerden de raad toch al steeds over de impact van corona, dus dan ben je die informatie vanzelf al aan het opbouwen’, zegt Van Dijk. Ook Utrecht schreef een coronaparagraaf. Daar geldt hetzelfde als in Capelle. ‘Omdat we de corona-effecten direct al rapporteerden, konden we daarop voortbouwen’, zegt Westphal. THUISWERKEN Niet alleen Tozo en de afwijkende geldstromen maakten de verantwoording lastig, het werken op afstand hielp ook niet mee. ‘De verantwoording over 2020 heeft veel energie gekost van de ambtelijke organisatie’, zegt Paans. ‘d rk hs, de acormaal aar binnen lijnen ‘Zeker bij complexe dossiers is dat ingewikkeld’, aldus Van Vugt. Volgens Van Dijk leidde het werken op afstand ertoe dat er strakkere afspraken werden gemaakt met de accountant. ‘Je moet zorgen dat je allemaal aangehaakt blijft.’ Hij plande twee keer per week een overleg met de medewerkers en de accountant om vragen te beantwoorden en prioriteiten te stellen. ‘Daardoor werkten we heel gestructureerd. Je zou kunnen zeggen dat werken op afstand heeft bijgedragen aan het controleproces’, vindt hij. Verheijen had weinig last van het werken op afstand. ‘Daar hadden we vorig jaar al ervaring mee opgedaan, dus we waren voorbereid.’ Wel begon ze eerder met de werkzaamheden, omdat ze opving dat de verantwoording een moeilijke klus zou worden. ‘Ingewikkelde dossiers hadden we al getackeld. In andere jaren wachtten we tot de accountant bezig was met de controle. Dan moet je soms in het heetst van de strijd nog een onderbouwing aanleveren. Omdat we de moeilijke vragen van tevoren hadden doorgenomen, verliep het proces heel soepel.’ Als Westphal hoort dat het de meeste gemeenten lukt hun jaarstukken or 15 juli in te dienen, is hij iet verbaasd. ‘Dat had ik wel erwacht. Er is een enorme drive om die wettelijke termijn te halen. Maar ik vind het wel een megaprestatie.’ Zo denkt de Papendrechtse wethouder Paans er ook over. ‘Gemeenten hebben een puik stukje werk geleverd onder moeilijke omstandigheden.’
22 ACHTERGROND DIGITAAL DOOR: ALEXANDER LEEUW BEELD: SHUTTERSTOCK Cybersecurity is complex. Wie het niet snapt, moet de juiste vragen stellen. Wie het wel denkt te snappen, baseert zich mogelijk op ontoereikende informatie, zoals het geval was bij de hack van Hof van Twente. Hier acht vragen om het te snappen (of om erachter te komen dat u het nog steeds niet snapt). ACHT VRAGEN OVER CYBERSECURITY ALS JE PC HET INEENS BEGEEFT Hoe is de gemeente eraan toe wat betreft cybersecurity? Het kan moeilijk zijn om grip op dit onderwerp te krijgen – ten eerste om de juiste vragen te stellen en vervolgens om de antwoorden op die vragen te snappen. Waar te beginnen? Wat kan er misgaan? Wat betekent SOC? Is er een ‘hertest’ nodig? 1 WELK RISICO LOPEN WE? ‘Eigenlijk moet je dagelijks of wekelijks jezelf de vraag stellen: welk risico lopen we?’ zegt Esther Apperloo, Chief Information Security Officer (CISO) van Hof van Twente. De gemeente werd eind vorig jaar getroffen door een schadelijke hack. ‘Er zal niet één antwoord op zijn, maar de top vijf is het interessantst om op door te gaan. Welke maatregelen moeten op basis daarvan worden genomen?’ ‘Er is bijvoorbeeld altijd het risico op menselijk falen. De mens is de zwakste schakel; als medewerkers niet digitaal vaardig genoeg zijn, maakt het misschien niets uit dat alles goed is geregeld. Zorg voor opleiding en bewustwording. Vraag wat medewerkers zelf kunnen doen om de informatie te waarborgen.’ 2 HAD DE HACKER DE VRIJHEID? De penetratietest, ook wel de pentest genoemd, raakt steeds meer ingeburgerd. Daarbij checkt een ethische hacker op verzoek van de gemeente de beveiliging. Maar welke grenzen stel je aan die test? ‘Als je een pentester de ruimte geeft om kwetsbaarheden daadwerkelijk te misbruiken, dan kun je de (gelaagde) beveiliging goed in de praktijk testen’, vertelt ethisch hacker Wouter van Dongen, die zulke tests onder andere voor gemeenten uitvoert (en eigenlijk altijd het computersysteem binnenkomt). ‘Je wilt namelijk niet alleen weten of de voordeur dichtzit, maar ook of er aanvullende maatregelen zijn en of deze naar behoren werken.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ACHTERGROND 23 ‘ Vraag je af wat onder de back-up valt’ Remco Groet van de InformatiebeveiliLet op de vrijheid en kwaliteit van de pentester, beperk de onderzoekstijd niet te veel en zorg voor begrijpelijke rapportage. ‘Daarnaast is het belangrijk de reikwijdte niet te ver beperken.’ Soms krijgt Van Dongen verzoeken om zich te beperken tot bijvoorbeeld de beveiliging van het sociaal domein. Maar zo’n beperking heeft een onethische hacker natuurlijk niet. Tot slot vindt Van Dongen het belangrijk om een fatsoenlijke ‘hertest’ uit te voeren. ‘Heel vaak blijken de genomen maatregelen niet afdoende te zijn.’ 3 MONITOREN WE ONZE SYSTEMEN? Het hebben van een firewall tegen inbraken is één ding, maar daarbovenop hoort monitoring. In het geval van Hof van Twente was er bijvoorbeeld sprake van een aanval met brute force, wat inhoudt dat er grote hoeveelheden aanvallen op de systemen worden uitgevoerd. Met aanvullende monitoring had dit kunnen worden voorkomen. Cyberveiligheidsbedrijf NFIR oordeelde in het forensisch rapport over de hack, dat de gemeente hier tekortschoot: ‘Deze situatie had voorkomen kunnen worden door SOC-dienstverlening te introduceren die monitoring op beveiligingsniveau toepast.’ Het acroniem SOC (Security Operations Center) wordt vaak gebruikt, maar inmiddels is Managed Detection & Response de veelgebruikte term, laat Apperloo weten. ‘Elke organisatie hoort de systemen te monitoren, maar dit wordt vaak niet gedaan.’ 4 WAT ALS MORGEN OM 9 UUR DE COMPUTERS NIET MEER AANGAAN? ‘Maatregelen als tweefactorauthenticatie zijn heel belangrijk, maar er is geen heilige graal’, zegt gingsdienst van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). ‘Daarom raad ik CISO’s aan om deze vraag te stellen, want dan kom je op maatregelen waarmee je zo’n scenario kunt voorkomen: je gaat nadenken over je bedrijfscontinuïteitsplan, over de volgorde waarin je processen moet opstarten. Dan heb je het automatisch over de vele dingen die je moet doen en over de technische beveiligingsmaatregelen die daarbij horen.’ Voor een uitgebreide lijst maatregelen heeft de VNG twee mindmaps opgesteld, die te vinden zijn op haar website. ‘Leg die voor aan je CISO – hoe staat het hiermee? Als we hierin keuzes maken, wat moeten we dan als eerste doen? Dat hoeft niet voor elke organisatie hetzelfde te zijn. Volgens mij is de kunst voor bestuurders en directeuren om in control te komen van de risico’s. Met zo’n vraag kun je die risico’s veel beter doordenken.’ 5 IN WELKE MATE ZIJN DE SERVERS GESEGMENTEERD? Apperloo vergelijkt het segmenteren van servers met het beveiligen van een huis: het wachtwoord is de sleutel en als er daarna geen verdere hindernissen zijn, komt de inbreker helemaal tot in de kluis. Is er wel segmentatie, dan staat de inbreker ook als die binnen is, voor afgesloten deuren. Het is iets waar Hof van Twente nu meer gebruik van maakt tijdens de wederopbouw. Er zijn verschillende niveaus van segmentatie. ‘We ontdekten laatst dat alles van een grote applicatie voor financiën op één plek stond. Bij een hack zou dat allemaal kwijt zijn, dus we zijn nu segmentatie binnen de applicatie aan het aanbrengen. Sommige gemeenten zullen bijvoorbeeld alles van ‘Vaak zijn genomen maatregelen niet afdoende’ het sociaal domein op een plek hebben. De vraag of je moet segmenteren, is een kwestie van afwegen van de risico’s, de kosten, en welke maatregelen je kunt nemen. Je moet het niet te ingewikkeld maken.’ WAT STAAT ER PRECIES 6 IN DE RAPPORTAGE? ‘De ENSIA-zelfevaluatie is een manier om te kijken naar informatiebeveiliging’, zegt Groet. ‘Het is geen garantie dat je niet wordt gehackt; ook een auto met apk-keuring kan een week later met een kapotte accu staan. Doe je genoeg om de risico’s te verminderen? ENSIA is bedoeld om inzage te geven in de mate waarin je voldoet aan de normen voor informatiebeveiliging. Als je de ENSIA-rapportage ziet als een verantwoording richting de raad, dan zou het goed zijn als iemand in een besloten setting toelicht wat de vragen en de bijbehorende antwoorden betekenen.’ 7 WAT VALT ONDER DE BACK-UP? Hof van Twente was ook de werkschijf kwijt na de hack. Apperloo: ‘De grote brongegevens zijn landelijk, dus die krijg je terug. De eigen aantekeningen waren we kwijt en dat is niet fijn, maar gelukkig hebben we de data terug kunnen halen voor een deel van de getroffen vakgebieden als financiën en werk en inkomen. De G-schijf, waar iedereen op werkt, waren we echter helemaal kwijt.’ Vraag je dus af wat er allemaal onder de back-up valt, en of bijvoorbeeld de G-schijf daar ook bij hoort. Het enige lichtpuntje bij deze affaire, zegt Apperloo, is dat ze die schijf net aan het opschonen waren. ‘Wat dat betreft waren we dus in één keer in lijn met de AVG.’ 8 WAT HOUDT JOU ’S NACHTS WAKKER? ‘Wat de grootste zorg is, kan voor elke CISO anders zijn. Maar stel dat die zegt dat het om netwerksegmentatie gaat, of dat de backups niet goed zijn, of dat er geen tweefactorauthenticatie is, dan weet je dat het moet worden opgepakt. Het is een goede vraag om te stellen als je wilt weten wat je volgende week zou kunnen doen.’
24 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: ERIK VAN DER BURGT Gedrag is medebepalend voor het indammen van het coronavirus. Het RIVM onderzoekt sinds maart vorig jaar welke factoren bijdragen aan het naleven en volhouden van coronamaatregelen. Die kennis kunnen wethouders, beleidsmakers en communicatiemedewerkers benutten. En de opgedane inzichten blijven ook na corona bruikbaar. RIVM-KIT HELPT GEMEENTEN BIJ GEZONDHEIDSBELEID FIT TIJDENS EN NA CORONA Een schatkist, noemt de Bossche wethouder Ufuk Kâhya (talentontwikkeling en welzijn, GroenLinks) de informatie die de Corona Gedragsunit van het RIVM sinds maart vorig jaar heeft verzameld en voor iedereen heeft ontsloten. ‘Met zijn allen kom je opeens in een onbekende situatie terecht. Als bestuurder wil je, en dat heb ik ook bij mijn collega’s gezien, alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat inwoners nog steeds mee kunnen doen. Ondanks de beperkingen door de geldende coronamaatregelen.’ Hoe je dat kunt doen en kunt leren wat werkt en wat niet werkt, hoe je daar beleid op voert en hoe je de communicatie met je inwoners daarop kunt afstemmen – de verrijkte informatie van het RIVM levert inzichten en inspiratie op, zo heeft Kâhya ervaren. ‘Dan ga je nadenken hoe je laagdrempelige activiteiten kunt organiseren, bijvoorbeeld sporten in de buitenlucht, waardoor je toch een gezonde zomer met elkaar kon hebben. En die inzichten zijn ook na corona bruikbaar.’ In maart 2020 heeft het RIVM zijn Corona Gedragsunit in het leven geroepen. ‘Het gaat namelijk niet alleen om het virus, maar ook om het gedrag. Met ons gedrag zorgen we ervoor dat het virus zich kan verspreiden. Omdat we bijvoorbeeld te dicht bij elkaar staan of omdat we de andere maat regelen onvoldoende opvolgen’, vertelt Mariken Leurs, die bij het RIVM verantwoordelijk is voor het team dat gedrags wetenschappelijk onderzoek uitvoert. ‘We wilden en willen met ons onderzoek actuele gedragsinzichten verzamelen voor beleidsmakers en beslissers als zij een volgende stap willen zetten. Wat kun je daarvan verwachten, waar moet je rekening mee houden, wat betekent dat voor je communicatieboodschap. We zetten gedragsexpertise in om de pandemie te bestrijden. Hoe kunnen we, door het gedrag dat we vertonen, helpen het virus zo snel mogelijk in te dammen.’ Dertien uitgebreide vragenlijsten zijn de afgelopen maanden door het RIVM in samenwerking met de GGD’en afgenomen. Daaraan namen 175.000 mensen deel. De vragen gaan over van alles; over de angst om ziek te worden of een ander te besmetten, over het al dan niet naleven van de dan geldende coronamaatregelen, over eenzaamheid, over het weer aangaan van sociale contacten. Maar ook over vertrouwen in de overheid, belemmeringen en motivatie om je al dan niet aan de maatregelen te houden. Per ‘ronde’ worden vervolgens zestig mensen uitgebreid geïnterviewd. ‘Al die gegevens hebben we naast elkaar gelegd en geanalyseerd. Het ging ons niet alleen om cijfers, maar ook om het verhaal erachter’, aldus Leurs. Die praktijkverhalen zijn dan ook een belangrijk onderdeel van het onderzoek. Daarin worden aan de hand van interviews met bijvoorbeeld medewerkers van dagbesteding, de zorg en het onderwijs vragen en dilemma’s in kaart gebracht. Ook wordt verteld hoe een werkbare oplossing tot stand is gebracht. DILEMMA’S Juist dat doorleven van een situatie is ontzettend waardevol, vindt Kâhya, die lid is van de expertgroep praktijkvoorbeelden, onderdeel van de Corona Gedragsunit. In die expertgroep zitten mensen van verschillende pluimage: wetenschappers, maar dus ook een lokale bestuurder. ‘Ik vind het belangrijk dat we vanuit verschillende perspectieven kunnen kijken naar wat er in de praktijk gebeurt. Als je alleen door een wetenschappelijke bril gaat kijken, mis je informatie’, verduidelijkt Leurs. ‘Voor mij als wethouder, maar ook voor beleidsmakers, is volgens mij niets belangrijkers dan de dilemma’s op de werkvloer te doorleven’, aldus Kâhya. Welke werkvloer dat ook is. ‘Wat betekenen de beperkingen voor de werkvloer, voor onze organisatie, voor bestuurders en voor de besluitvorming.’ Vorige zomer klopte een medewerker van de woningbouwcorporatie bij het Bossche college aan. ‘Hij vertelde 15.000 huurders te hebben die niet op vakantie kunnen en vroeg aan ons hoe zij in eigen stad op vakantie konden gaan. Uiteindelijk hebben we 400 activiteiten georganiseerd waar 15.000 mensen aan hebben deelgenomen. Binnen de regels, op een veilige ‘ Hoe kunnen we het virus snel indammen?’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021
ACHTERGROND 25 GELIJKE KANSENPLEIN Nieuw sportveld in Den Bosch manier, waar bijna elk plein en elk grasveldje is gebruikt.’ Een ander voorbeeld is het sporten in de buitenlucht, dat in coronatijd een flinke vlucht heeft genomen. Op veel plekken in ‘s-Hertogenbosch zijn door jongerenwerkers, maar ook spontaan door vrijwilligers, openlucht sportplekken ingericht. ‘Hoe hou je dat vast en wat betekent dat voor het vergroenen en het gezonder maken van de directe leefomgeving. Hoe te zorgen dat mensen sportief in beweging blijven komen; dat is een vraag die elke gemeente zich in verband met de Omgevingswet én lokaal gezondheidsbeleid moet stellen. Ik geef je op een briefje dat dit de komende jaren belangrijker dan ooit gaat worden’, aldus Kâhya. De wethouder wil maar zeggen dat de inzichten die nu door de Corona Gedragsunit worden verzameld, zeker ook voor de toekomst bruikbaar zijn. De dilemma’s vanuit zijn eigen werk, maar ook de dilemma’s van bestuurders uit de regio, heeft hij in de expertisegroep ingebracht. ‘Ook als we naar praktijkvoorbeelden keken, heb ik aangegeven welke vragen en dilemma’s er bij mij en mijn collega’ speelden. Op dit soort momenten ben je op zoek naar oplossingen, maar de gedragsunit wordt ook een beetje verliefd op een probleem. Net als bij een nieuwe liefde wil je er alles van weten, en het is belangrijk om daar aandacht aan te besteden.’ Het ‘probleem’ dat doorleefd moet worden, verschilt per periode. De ene keer is dat de kerstvakantie, dan de heropening van scholen en horeca, dan weer de komende zomervakantie. KENNIS DELEN De gedragskennis van het RIVM is bij veel gemeenten nog onbekend. Zodra de eerste onderzoeksgegevens bekend werden, heeft het RIVM de beschikbare kennis via zijn website gedeeld. ‘Er zijn maar weinig gemeenten die dit hebben opgepikt’, aldus Leurs. Gemeenten moesten heel veel ballen in de lucht houden, waardoor dit er mogelijk doorheen is geglipt, vermoedt ze. Daarnaast zit het benutten van gedragsexpertise niet standaard in de nationale crisisstructuur. ‘Dat betekent dat er ook geen gedragsdeskundigen worden uitgenodigd om mee te praten en informatie te geven.’ Sinds begin dit jaar is dat veranderd. Bij wijzigingen in de landelijke coronamaatregelen voert de Corona Gedragsunit tegenwoordig een gedragstoets uit. De uitkomst daarvan gaat rechtstreeks naar het Catshuis en de Tweede Kamer en is daarmee openbaar. Leurs heeft er geen zicht op of al die kennis met het Veiligheidsberaad is gedeeld, waarin de 25 burgemeesters zitten die elk voorzitter zijn van een veiligheidsregio. ‘Voor de communicatiemedewerkers van de gemeenten Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Rotterdam hebben we een training verzorgd.’ Daaruit zijn verschillende campagnes ontstaan, waarbij gebruik is gemaakt van de tips die de Corona Gedragsunit hen heeft meegegeven, zo constateert Leurs. In Amsterdam ontvingen inwoners stickers om bezoekers uit te nodigen hun handen te wassen bij binnenkomst. ‘Het is iets heel kleins, maar we zagen uit ons onderzoek dat voor handen wassen minder aan
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 26 ACHTERGROND SOCIAAL ‘ Weinig gemeenten hebben dit opgepikt’ dacht was.’ Een ander voorbeeld is een brief van de Utrechtse burgemeester aan alle inwoners. ‘Die was laagdrempelig met een paar leuke voorbeelden. Zo’n brief komt aan. We hebben ook brieven gezien van andere gemeenten die stijf staan van ambtelijk jargon, waarvan wij ons afvragen hoe zo’n brief bij de mensen binnenkomt. Toonzetting en vorm zijn van invloed op het overkomen van je boodschap. Uit onderzoek weten we wat wel en niet goed werkt en kennen we de drijfveren van mensen om zich aan een maatregel te houden of aan de laars te lappen. We weten steeds meer over wat je als gemeente kunt doen om de vaccinatiedeelname te verhogen in wijken met lager opgeleiden waar de vaccinaties achterblijven. Veel verschillende factoren spelen een rol bij het gedrag van mensen. Als je als overheid inzicht hebt in wat er allemaal een rol speelt, kun je dat ook op andere momenten, na corona gebruiken. Maak gebruik van de beschikbare kennis’, zegt Leurs. INSPIRATIE Daar sluit Kâhya zich volmondig bij aan. Hij gunt iedere bestuurder een greep uit de schatkist. ‘De nu opgedane gedragskennis is relevant voor alle gemeenten. Niet alleen voor bestuurders, maar ook voor beleidsmedewerkers en uitvoerders. De inzichten kunnen worden gebruikt als inspiratie, of als naslagwerk. Het helpt je om scherper te kijken, om te reflecteren.’ Maar ook, zo benadrukt de wethouder, bevordert het dat iedereen kan meedoen en helpt het bij het terugdringen van het na-ijleffect van corona op de mentale gezondheid. ‘Er zijn nog heel veel ADVERTENTIE actuele vragen waar deze gedragsinzichten een belangrijke rol spelen.’ En dan is er nog de kans op een mogelijke opleving na de zomer, waar het Outbreak Management Team (OMT) voor waarschuwt. ‘Je moet als gemeente waakzaam blijven, laten zien dat je er bent voor de mensen’, benadrukt Leurs. De verwachting is dat het lokale oplevingen kunnen zijn. ‘Gemeenten moeten een plan B voorbereiden’, adviseert Leurs. Dat moeten zij samen met stakeholders doen. ‘Zodat winkeliers en andere partijen weten waar ze aan toe zijn. En zodat je samen de afweging kunt maken welke maatregelen het beste in jouw gemeenschap passen. Zorg dat je als gemeente zichtbaar bent en uitstraalt dat je ieders gezondheid wilt ondersteunen. En dat je dat met de juiste inzichten doet, uiteraard.’ en presenteren: Masterclasses Succes met Europa! Subsidieprogramma’s voor decentrale overheden 20212027 In een spot-on masterclass krijgt u alle handvatten om te s een Europees traject voor een concreet plan of idee dat n uw provincie, gemeente of waterschap. Kies één of meerdere masterclasses: ● Energietransitie en circulaire economie 16 septembe ● Duurzame en slimme mobiliteit 23 september 2021 ● Klimaatadaptatie 30 september 2021 ● Digitalisering en Smart City 7 oktober 2021 ● Regionale arbeidsmarkt en economie 14 oktober 202 Deelname aan deze masterclassreeks kost € 375 excl. btw per sessie. informatie en aanmelden > succesmeteuropa.nl Meld u aan vóór 11 juli 2021 en profi teer van € 50 Early bird korting. livestream
DOOR: YVONNE JANSEN FOTO: KATRIEN MULDER / ANP-HH MARKTEN ACHTERGROND 27 De Nederlandse warenmarkten krimpen, zowel in aantal als in omvang. Het is het gevolg van veranderd consumentengedrag, maar ook van Europees en lokaal vergunningenbeleid. VERANDERD KOOPGEDRAG EN PROBLEMEN VERGUNNINGEN DE MARKT IN MINEUR En ineens was het begin vorig jaar over en uit met de markt op het Amsterdamse Bos en Lommerplein. Ondanks protesten van ondernemers en wijkbewoners ruimden kort voor de laatste jaarwisseling de resterende ambulante handelaren hun kramen voor de laatste keer uit. Vijf dagen per week vulde de markt gedeeltelijk het plein. Maar de bezettingsgraad was laag en het aanbod eenzijdig, vond de stadsdeelraad, die besloot de markt Markt Bos en Lommerplein redde het niet op te heffen, op deze locatie. De resterende ambulante ondernemers mochten nog een overgangsperiode blijven staan of ze kozen voor een financiële compensatie. Voor sommigen was er het vooruitzicht op verhuizing naar een standplaats elders. Oud-marktkoopman Henk Achterhuis zag het met pijn in het hart gebeuren. ‘Het stadsdeel en de eigenaar van het winkelcentrum wilden af van de markt op die plek. Ze lieten de markt gewoon verkommeren.’ De Twentenaar was jaren landelijk voorzitter van de Centrale Vereniging van de Ambulante Handel (CVAH). Daarnaast vertegenwoordigde hij de ambulante handel in onder andere het (inmiddels opgeheven) Hoofdbedrijfschap Detailhandel en bij MKB Nederland. Inmiddels is Achterhuis gepensioneerd, maar hij zit niet stil. Als zelfstandige adviseert hij over de ambulante handel, met als klanten onder andere gemeenten. En hij treedt hij op als lobbyist. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 28 ACHTERGROND MARKTEN WIND TEGEN Een haring happen op de markt of een lap stof kopen aan de kraam is minder vanzelfsprekend dan vroeger. Uitzonderingen daargelaten, gaat het slecht met de sector en de beroepsgroep; warenmarkten hebben de wind tegen. De piek in het aantal ondernemingen lag rond 2009, met meer dan twaalfduizend aparte bedrijven. Maar tijdens de financiële crisis kwam de klad erin. Discountwinkels, online aankopen en vergrijzend publiek brachten minder animo voor het kopen op de markt, vooral kleding en textiel. In de sector food daarentegen kwamen er ondernemers bij. De warenmarkt valt in het gemeentelijke detailhandelbeleid soms tussen wal en schip, vindt de CVAH. Dat bleef niet onopgemerkt. De Tweede Kamer droeg staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken, CDA) in 2018 op met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) te overleggen over ‘schaarse vergunningen’, in het bijzonder over een redelijke duur van standplaatsvergunningen. ‘Ondernemers die in verschillende gemeenten op de weekmarkten staan, krijgen telkens te maken met een ander regime’, aldus Achterhuis. Daarbij geldt volgens hem soms ‘volstrekte willekeur’ en gelden soms zelfs binnen één gemeente andere regels per standplaats. Het succes van markten wordt allereerst bepaald door de kooplieden die er staan en hun aanbod, aldus Achterhuis. Maar gemeenten speelden volgens hem een belangrijke rol bij de neerwaartse spiraal, onder meer door hun lokale marktverordeningen. Om nieuwkomers een kans te geven en mededinging te bevorderen, verplicht de Europese Dienstenrichtlijn gemeenten om een einddatum te stellen aan schaarse vergunningen. De vergunningsduur bepalen zij zelf. Dat kan vijftien jaar zijn, maar ook tien of twee. Voor marktkooplieden brengt dat volgens Achterhuis veel onzekerheid met zich mee. Welke markthandelaar investeert flink, als hij er niet van op aan kan, zijn geld op termijn terug te verdienen? Ook kredietverstrekkers maakt het kopschuw. Zeker bij grotere leningen letten die op continuïteit voor de langere termijn. En het gaat vaak om groot geld: gemiddeld kost een verkoopwagen zonder koeling bijna 110.000 euro. De prijs van een visverkoopwagen bedraagt al gauw 180.000 euro. TERUGVERDIENTIJD Inmiddels heeft Keijzer onderzoeksbureau SEO laten uitzoeken wat de gemiddelde terugverdientijd is. Om op basis daarvan gemeenten ‘een adequate termijn voor marktplaatsvergunningen’ te Drukte op de Woenselse markt in Eindhoven laten bepalen, aan de hand van een lokaal in te vullen stappenplan. Volgens het recente rapport bedraagt de gemiddelde return on investment van ambulante handelaren minimaal negen en maximaal twaalf jaar. SEO weegt mee dat de ambulante ondernemer niet de hele winst kan gebruiken om te investeren. Een deel gaat naar levensonderhoud. De hoogte van goodwill, een bedrag dat bij verkoop geldt als vergoeding voor klantenkring en imago, is niet berekend, omdat die volgens het onderzoeksbureau te branche- en bedrijfsspecifiek is. Maar juist goodwill speelt bij bedrijfsoverdracht een rol, weet Achterhuis. ‘Als je stopt met je bedrijf, moet je je vergunning inleveren.’ Nadelig, want ondernemers zien de waarde van hun onderneming als oudedagsvoorziening. Hij pleit ervoor vergunningen niet te hangen aan de ondernemer, maar aan de onderneming. Gebeurt dat niet, dan zal de sector als geheel verder vergrijzen, een stelling die SEO onderschrijft. Eindhoven heeft niet op het SEO-rapport gewacht en schreef een visie op de ambulante handel. Na het zomerreces wordt die door de gemeenteraad behandeld. Eindhoven telt negen markten, zegt Marco Karssemakers, beleidsadviseur detailhandel, horeca en vrijetijdseconomie. Vier daarvan betitelt hij als ‘echt vitaal’. Uitschieter is de levendige Woenselse weekmarkt op zaterdag, een echte trekpleister. Maar ook die gaat achteruit, aldus Karssemakers: ‘Van ver over de honderd naar 106 kooplieden in 2016, inmiddels gedaald tot 73. We zagen dat het minder werd, maar de cijfers bleken ernstiger dan we beseften’, zegt hij. De afwegingen rondom de gemeentelijke rol bij de markt zijn volgens Karssemakers niet altijd even gemakkelijk. ‘Eindhoven wilde altijd bij de markt betrokken blijven’, vertelt hij. ‘Twee keer per jaar is er overleg met de marktbeleidscommissie, voorgezeten door de wethouder, met een vertegenwoordiging van de detailhandel en de bin‘Thuiswerkers herontdekten de markt’ nenstadmanager. In die commissie spreken we over grotere beleidskeuzes. Daarnaast is er wekelijks overleg met een vertegenwoordiging van de kooplieden, de marktmeesters en het hoofd van de afdeling, om praktische zaken door te nemen.’ BELANGRIJK VOOR STAD De coronacrisis leerde volgens Karssemakers hoe belangrijk markten zijn voor de stad. ‘We zagen hoe ze hun plekje heroverden bij de consument.’ Iets wat ook Achterhuis bevestigt: ‘De foodondernemers hadden het nog nooit zo druk. Thuiswerkers herontdekten de markt. Nu moeten we dit vasthouden en zorgen dat ook de non-food wordt meegezogen.’ ‘Voorwaarde is dat markten meegaan met de tijd en waar mogelijk nog iets toevoegen, bijvoorbeeld in de vorm van horeca’, vindt Karssemakers. ‘Zo kunnen we ondernemers verleiden om mee te draaien.’ Zijn gemeente denkt aan een ‘markt light’ in de wijken: ‘Als sommige markten echt door een ondergrens zakken, moeten we het misschien anders organiseren. Door er minder bemoeienis bij te hebben en ondernemers zelf meer te laten regelen. Die optie moeten we nog uitwerken.’ De Eindhovense ambtenaar vindt het mooi dat inwoners zelf niet aan de kant blijven staan. Hij noemt een burgerinitiatief in de kern Acht, met ‘een sterke gemeenschapszin’. ‘Het winkelbestand in dit kerkdorp is gaandeweg onderuitgegaan.’ De dorpelingen namen zelf het voortouw voor het organiseren van een weekmarkt. ‘Dat sluit
Foto: Jos Lammers / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ACHTERGROND 29 goed aan op het markt light-concept. Er is in Acht iets neergezet dat de leefbaarheid en verzorging ten goede komt.’ Vergunningen zijn volgens Karssemakers in Eindhoven niet zo’n issue, zo lang er voldoende te vergeven zijn. ‘Dat vraagstuk is pas relevant zodra de vraag naar standplaatsen de beschikbare ruimte overtreft.’ Eindhoven dacht volgens hem aan een duur van vijftien jaar, ‘maar dan beginnen toch wat kooplieden ongemakkelijk op hun stoel te schuiven, want voor hen is dat een ingrijpende verandering. Stellen we daarbij een overgangs termijn van vijf jaar voor, dan kom je feitelijk uit op twintig jaar. Dat is voldoende tijd om een investering terug te verdienen. En wordt er opnieuw vergund, dan is het mogelijk het track record van zo’n ondernemer mee te nemen in de gunningscriteria.’ VERZELFSTANDIGING Complete verzelfstandiging van de markt in een aparte entiteit is een mogelijkheid die de CVAH nadrukkelijk bepleit. ‘Onder voorwaarden sturen ondernemers zelf de markt commercieel aan, onder leiding van een bedrijfsleider’, aldus Achterhuis. ‘Net als grote winkelcentra. COLUMN JAN VERHAGEN WEER EEN BEETJE De regels voor de gemeentefinanciën waren al erg ingewikkeld. Maar één regel was simpel. Gemeenten zijn financieel zelfstandig, behalve als ze tekorten hebben – dan houdt de provincie streng financieel toezicht. Maar helaas, ook deze regel is weer een beetje ingewikkelder geworden. Dit jaar houdt een provincie (Overijssel) namelijk voor het eerst streng toezicht op een gemeente die geen tekorten heeft (Haaksbergen). Dat is, zo zeggen de provincie en de gemeente, op vrijwillige basis. Het gaat me nu niet om dit concrete geval – ik ken de situatie in die gemeente niet. Het gaat me wel om het principe. Mag een provincie streng toezicht houden op een gemeente die geen tekorten heeft? Eind juni meldde minister Ollongren van Binnenlandse Zaken (D66) dat dit strenge toezicht volgens de Gemeentewet niet is toegestaan. Maar ze kon daar in dit geval toch wel begrip voor opbrengen. Want het zijn onzekere tijden. En vooral: want de gemeente vroeg er vrijwillig om. Dit is principieel heel erg fout. Sowieso al om juridische redenen. Als er in dit land iemand is die de Gemeentewet zou moeten handhaven, dan is het wel de minister van Binnenlandse Zaken. Maar niet deze minister. Haar boeit de Gemeentewet blijkbaar volstrekt niet. Ach, die Gemeentewet, dat is ook maar een mening, toch? Die wet geldt niet in onzekere tijden, toch? Maar het is ook om bestuurlijke redenen principieel heel erg fout. Want wat is vrijwillig? ‘Vrijwillig’ bestaat niet in het openbaar bestuur – een enkele uitzondering daargelaten. Veel bestuurders die zogenaamd vrijwillig aftreden, doen dat onder de dreiging gedwongen te moeten aftreden. Met vrijwillig aftreden is het gezichtsverlies minder. Daarom geldt ‘ Gemeentewet is ook maar een mening’ de wachtgeldregeling voor ex-bestuurders ook als die vrijwillig stoppen. Vrijwillig vragen om streng toezicht bestaat evenmin – opnieuw: een enkele uitzondering daargelaten. Toch hebben de provincies met de invoering van het ‘vrijwillig toezicht’ een nieuwe bevoegdheid gekregen. Deze winst aan autonomie van de provincies is het verlies aan autonomie van de gemeenten. Met deze nieuwe bevoegdheid voor de provincies hebben de gemeenten weer een beetje financiële zelfstandigheid verloren. Met haar laksheid heeft de minister weer een beetje gezag verloren. En met deze praktijk heeft de Gemeentewet weer een beetje belang verloren. Door de jaren heen hebben we toch al zo’n honderd markten op eigen benen gekregen.’ Een coöperatie of stichting krijgt de verantwoordelijkheid voor het management, adviseert over marktinschrijvingen en de indeling, int de marktgelden en regelt de marketing. De gemeente beperkt zich tot vergunningverlening, en mogelijk wat beheertaken. Op een zelfstandige markt kunnen volgens Achterhuis de overheadkosten sterk omlaag, met wel 25 tot 30 procent. ‘De kosten zitten vooral in schoonmaak en het feit dat ambtenaren iedere minuut die ze aan de markt besteden, moeten schrijven. Als je als ondernemers afspreekt dat de locatie tiptop wordt achterlaten en de gemeente er alleen nog met de stofzuiger overheen hoeft, kun je schoonmaakkosten halveren. Het bespaarde geld benut je om de marktgelden in de hand te houden, campagnes op te zetten en met andere binnenstadondernemers mee te doen aan citymarketing.’ Verzelfstandiging van de grote markten is volgens Karssemakers een brug te ver in zijn gemeente. ‘Markten leggen een behoorlijke claim op de openbare ruimte, ook op momenten dat ze er niet staan. Daar kun je geen andere dingen doen, bomen planten bijvoorbeeld. Daarom willen we er graag wat over te zeggen houden.’ Onder meer Arnhem heeft al een zelfstandige markt. De populaire vrijdag- en zaterdagmarkt hartje centrum valt onder een stichting die wordt bestuurd door marktmensen. De leiding is in handen van een manager ‘die met beide benen tussen de marktkooplieden staat’, volgens wethouder Jan van Dellen (VVD). De stichting is opdrachtgever van de marktmanager. Sommige kooplieden morren nog wat over standplaatstoewijzing en brancheverdeling en beweren dat de stichting onvoldoende transparant is, onder meer over de financien. Maar over de verzelfstandiging hoort de wethouder vooral tevredenheid. Volgens hem komt er weldra een evaluatie met de ondernemers over de verzelfstandiging. Zelf is hij in grote lijnen goed te spreken over de nieuwe structuur. ‘Het construct werkt’, zegt hij. ‘De communicatie met de gemeente is goed. Alleen op het gebied van veiligheid en bij vergunningverlening hebben wij nog het laatste woord. De ondernemers hebben zelf een grote verantwoordelijkheid, en nemen die.’
30 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: HARRY PERRÉE FOTO’S: ERIK VAN DER BURGT Burgerwetenschappers gingen fijnstof meten in het Brabantse Sint Anthonis (meeste varkens per inwoner van Nederland). Dat bracht de gemeente tot een eigen meetnetwerk. Dat onthulde geen fijnstofbronnen. Wel bracht het burger en boer dichter bij elkaar. SINT ANTHONIS BRENGT GEZONDHEIDSRISICO’S IN BEELD ‘ JE WILT GEEN KLOOF TUSSEN BURGER EN BOER’ ‘Hier heeft-ie gestaan’, gebaart Harrie Gerrits naar een rijkelijk gevulde plantenborder bij een sappig grasveld waarop een sproeier een regenbuitje nabootst. Gerrits is samen met zijn vrouw uitbater van De Boergondische Tuijn in het buitengebied van Sint Anthonis, een weelderige siertuin met on the side een paar provisorische kassen waarin hij 180 tomatensoorten kweekt. ‘Iemand die iets met een mooie locatie wil, kan bij ons terecht’, zo vat hij de bedrijfsvoering samen, staand tussen kistjes biologische tomatenplantjes van eigen kweek. Wát er heeft gestaan? Gerrits doelt op een fijnstofmeter, onderdeel van een pilot van de gemeente Sint Anthonis om op een gebiedje van pakweg een vierkante kilometer fijnstofconcentraties te meten. Nadat de gemeente in 2019 een voorlichtingsavond voor alle inwonenden van het pilotgebied had georganiseerd, had Gerrits zich aangemeld. ‘Ik wilde er hier wel eentje. Ik was wel benieuwd.’ Wethouder Wouter Bollen (buitengebied, VVD) van de gemeente Sint Anthonis, twee steenworpen ten westen van Boxmeer, was ook benieuwd naar het fijnstof in zijn gemeente. Daarom liet de gemeente in 2019 in een pilotgebied een meetnetwerk van acht fijnstofmeetpunten opzetten, op neushoogte en in de buurt van vermeende fijnstofbronnen ‘zoals veehouderijen, locaties waar hout gestookt wordt en de provinciale weg’, zoals het meetrapport vermeldt. Aanvankelijk was het de bedoeling ook geur en ammoniak te meten, maar dat bleek technisch niet haalbaar. Dat is niet bezwaarlijk, meent de wethouder. ‘Je wilt naar die gezondheidsrisico’s toe. Als je fijnstof meet, heb je een goede indicatie van waar die risico’s hoger zijn.’ Aanleiding voor de fijnstofmetingen is de kloof tussen burgers en boeren, die het Brabantse platteland in tweeën begint te splijten. Hoewel zowel de boeren, de burgers als de wethouder het vervelend vinden om die kloof in duidelijke bewoordingen te benoemen. Maar soms kan het niet anders. ‘Als je per inwoner bekijkt, hebben we de meeste varkens’, vertelt Bollen in de collegekamer van het gemeentehuis in Sint Anthonis. ‘De natuurlijke kloof... nou ja, natuurlijk’, verbetert hij zichzelf. ‘De kloof die er is tussen burger en boer, wil je niet hebben.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ACHTERGROND 31 ‘ De agrarische sector is hier compleet verweven in de maatschappij’ oorsprong hebben ze allemaal een agrarische achtergrond’, zo verklaart Bollen. ‘Dat betekent dat er soms boerderijen zijn ingegroeid, dan wel heel dicht tegen een kern aanliggen. Daar zie je klachten toenemen. En dat leidt dan tot handhavingsverzoeken en scherpere verhoudingen. Bij een vergunningaanvraag komen van zo’n boer heel veel dingen op tafel. Dat leidt er dus toe dat je elkaar met oud en nieuw geen hand geeft en de verjaardagsfeestjes ook over zijn. Ik heb van de week een boer gesproken die nog steeds last heeft van wat jaren geleden is gebeurd. Dat de buurvrouw op het schoolplein een ommetje liep als ze hem zag.’ VERWEVEN Hoe groot die kloof is? ‘Dat valt nog mee. Iedereen heeft wel vrienden of familie die afhankelijk zijn van de agrarische sector. De agrarische sector is hier compleet verweven in de maatschappij. En toch’, zucht hij, ‘wringt dat links en rechts wel eens. Door te meten heb je in ieder geval iets op tafel liggen waarover je kunt spreken.’ Klachten van bewoners gaan onder meer over stank. ‘De dorpen zijn gegroeid. Van ‘We hebben een pilotgebied aangewezen waar allerlei functies bij elkaar komen. Op die vierkante kilometer kom je eigenlijk alles tegen wat je kunt bedenken’, vervolgt hij. Alle inwoners kregen een uitnodiging voor een voorlichtingsavond en een inlogcode voor een website waar alle gegevens werden gedeeld. Om dan maar meteen de clou prijs te geven: ‘Wat opvalt is de deken die we hier hebben.’ De wethouder had gehoopt om duidelijke fijnstofbronnen te vinden, maar in plaats daarvan ligt er een min of meer egale deken van fijnstof over het pilotgebied. De metingen die de gemeente door adviesbureau Connecting Agri & Food (CA&F) heeft laten uitvoeren, zijn een gevolg van de metingen die zogeheten burgerwetenschappers (zie kader) hebben gedaan. ‘Vlak bij een veehouderij zou de de fijnstofconcentratie extreem hoog zijn. Ver boven de vergunde waarde. Er werden meteen conclusies getrokken. Dat is niet de goede discussie, want een vergunning heeft een gemiddelde waarde waarop die is afgegeven, en inderdaad zitten er pieken in. Hoe moet je daar nou mee omgaan? Toen hebben wij CA&F gevraagd: hoe moet je de meetgegevens duiden?’ Heeft u niet gedacht: we halen ons iets op de hals? Die metingen leveren allerlei informatie op die op verschillende manieren wordt geïnterpreteerd. ‘Dat is precies de reden dat we twee sporen gekozen hebben. Dus niet alleen het spoor van de burgerwetenschappers. Die begonnen in de buitenwereld hun metingen kenbaar te maken. Daar worden soms ongenuanceerd conclusies aan verbonden. Toen we CA&F erbij betrokken, waren ondernemers toch geïnteresseerd om mee te doen. Terwijl de boeren in het begin bang waren voor de burgerwetenschappers. Want ja, dan meten ze bij hun bedrijf en dan krijgen ze een piekmeting en is de boer het haasje. Juist bij déze metingen hebben ze zich aangemeld.’ HOBBYBOER Een van die ondernemers is varkensboer René Jansen. ‘Hier stond-ie’, zegt Jansen, terwijl hij de hak van zijn werkschoen in de zandgrond voor zijn huis stampt om de exacte plek aan te duiden waar de fijnstofmeter heeft gestaan. ‘Dat hadden ze blijkbaar zo berekend, met de wind en zo en de weg.’ Jansen heeft een varkenshouderij aan de provinciale weg tussen Boxmeer en Sint Anthonis. Op een van de varkensstallen lacht een mansgroot, felroze varken van hout de bezoekers toe. Met driehonderd zeugen ‘ben ik eigenlijk een hobbyboer’, grapt hij half serieus. Waarom heeft Jansen meegedaan met de pilot? ‘Ik had gehoopt dat ik me met deze gegevens had kunnen verdedigen’, antwoordt hij. ‘Eigenlijk kan ik dat nu. Ze kunnen niet aantonen dat het fijnstof van mij komt.’ Maar, vult hij direct zelf aan, hij kan ook niet aantonen dat het níét van zijn bedrijf komt. Eigenlijk is er helemaal niks over te zeggen, concludeert hij. En wat er wél gemeten is? ‘Wie zegt dat de lucht die ze hier meten van mij komt? Misschien komt het van de auto’s hier’, knikt hij naar de drukke provinciale weg, ‘of van het Roergebied. Maar het moet wel een keer klaar zijn’, gebaart hij met zijn kin naar boven, als een bokser in de ring. ‘Ik heb al tonnen geïnvesteerd in luchtwassers en het zo bouwen van stallen dat ik zo weinig mogelijk uitstoot.’ Dat de metingen geen aanknopingspunten bieden om gerichte maatregelen te nemen tegen het fijnstof, wil zeker niet zeggen dat het fijnstofonderzoek voor niks is geweest, vindt wethouder Bollen. ‘Als gemeente nemen wij geen eigen maatregelen op het gebied van milieu. De milieuvergunning is provinciaal. Wij geven input. We hebben een structuurvisie over ons buitengebied waarin we voor deelgebieden de primaire
Balanceren op het slappe koord 30 september 2021 Hoe halen we de overkant? De samenleving zit op slot, de economie draait op halve kracht en we besteden tientallen miljarden om de boel overeind te houden. Het einddoel is om met zoveel mogelijk mensen en met een minimum aan economische schade de overkant te halen. Het is als balanceren op een slap koord. Daar is moed, wendbaarheid en creativiteit voor nodig. Van u en van uw organisatie. En wat gaat u doen als we eenmaal de overkant hebben gehaald? Daarover gaan we met u en prominente bestuurders en experts in gesprek tijdens het Jaarcongres Public Finance. Mogen we een exclusieve toegangskaart voor u reserveren? Financieel eindverantwoordelijken, fi nancieel directeuren, fi nancieel managers, concern controllers en board members met een fi nanciële portefeuille werkzaam in het publieke domein melden zich gratis aan via PublicFinance.nl. Het jaarcongres Public Finance is de plek om uw netwerk, vaardigheden en kennis een boost te geven. Mis de masterclasses van de experts niet! Ontmoet topsprekers als: Donatello Piras Dagvoorzitter en debatleider Jaarcongres Public Finance Jeroen Dijsselbloem Voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid Mathijs Bouman Econoom, journalist en huiseconoom van Nieuwsuur Johan Hamster Wethouder en 1e locoburgemeester Stadskanaal Catharina Adriaans Expert Lead Agile Coaching bij ING Jan Verhagen Beleidsmedewerker fi nanciële verhouding gemeente Den Haag Albert Jan Kruiter Oprichter van het Instituut voor Publieke Waarden Henk Venema Partner bij Inspinity Basile Lemaire Partner bij Inspinity Menno Middeldorp Head of RaboResearch Volledige programma en reserveren via PublicFinance.nl
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ACHTERGROND 33 functie aanwijzen. Hoe meer informatie, hoe beter je kunt sturen.’ Bovendien is wel een ander doel bereikt. ‘Je ziet dat er gesprekken zijn gevoerd die anders niet hadden plaatsgevonden. Dat ze elkaar weer wat gemakkelijker opzoeken. Dat is een van de belangrijkste dingen die we wilden zien.’ Nu het CA&F-rapport geen duidelijke fijnstofbronnen aanwijst, heeft de gemeente besloten het onderzoek te verdiepen en in de hele gemeente te meten. ‘Het is nieuwe materie, hè’, zo verklaart Bollen de aanpak. ‘Zo zijn we nog nergens bezig. Als ik zie hoeveel aandacht we krijgen van de provincie en Den Haag. Overal wordt Sint Anthonis erbij gevraagd omdat wij beschikken over onderbouwde data waarop wij onze mening geven.’ Wat raadt u andere gemeenten aan die zo’n netwerk overwegen? ‘Ga in gesprek met zowel burgers als boeren. Als je het goed regisseert, heeft het voor beide kanten voordelen. Beide kanten voelen zich gehoord. In die metingen kom je ook tot de ontdekking dat niet altijd de boer de schuldige is. Dat zijn ze nu vaak wel. Maar de boer denkt dan ook: sodeju, was ik dat?! Dan moet ik toch echt iets ‘ Misschien komt het van de auto’s hier’ gaan veranderen.’ Voor Sint Anthonis past het monitoringproject in de transitie van het buitengebied, die volop aan de gang is. Bollen: ‘Wij hebben 35 varkens per inwoner, maar ook heel veel kippen. Dus hier ligt echt wel een opdracht.’ Techneuten zoeken oorzaken fijnstof Buiten op de patio van een jarentachtigwoning in Boxmeer hangt onder de prozaïsche naam lopyprototype201902222 een wit apparaat aan de muur. Met een beetje verbeelding gaat het door voor een albino petroleumlamp. Het apparaat is een van de zeventien sensorkits waarmee Stichting Burgerwetenschappers Land van Cuijk het fijnstofgehalte de lucht continu monitort. Het levert grillige grafiekjes op, voor iedereen toegankelijk. Binnen zitten voorzitter Wim Aben, penningmeester Harrie van de Wetering en bestuurslid Joan Marsman rond de salontafel in de woonkamer van de voorzitter klaar om toe te lichten wat de burgerwetenschappers bezielt zich in hun vrije tijd op fijnstofmetingen te werpen. Het clubje ‘gepensioneerde techneuten’, aldus Van de Wetering, is in 2018 gestart met metingen. ‘De aanleiding? Nieuwsgierigheid naar onze leefomgeving en een beetje bezorgdheid. Wij wilden het wel eens weten’, aldus de penningmeester. ‘Er werd zo veel geroepen. Er is zo veel polarisatie in onze gemeenschap’, vult voorzitter Aben aan. ‘Wij zeggen: wat we meten, dat is wat er is.’ Twee jaar fijnstof meten heeft de burgerwetenschappers geen nieuw inzicht gegeven. Het beeld dat de metingen oplevert, sluit aan bij de beelden die het onderzoek van Connecting Agri & Food heeft opgeleverd en dat ook het RIVM schetst: er ligt Zegt u dat er dieren weg moeten? ‘Hier mag je de balans wel opmaken. Ofwel je lost het met techniek op, ofwel je doet iets met je dierenaantallen. We zitten hier aan de grens van wat nog haalbaar is.’ een deken van fijnstof over ons hele land. Aben: ‘We zien wel een tendens: in het weekend zakt de fijnstofconcentratie in en op maandag komt die dan weer op. Dan moet je je afvragen: waar komt dat vandaan?’ Snelle conclusies zijn ongepast, benadrukken ze. Wel valt op dat er in het weekend amper scheepvaart over de Maas is en dat er veel minder vrachtauto’s rijden. Het diffuse beeld nodigt de wetenschappers uit tot verder onderzoek. Marsman wil graag uitzoeken wat er aan de rand van de gemeentegrenzen aan fijnstof het gebied binnen waait, wat voegt de gemeente daar zelf aan toe en wat waait er aan de andere kant weer uit? Om daar beter zicht op te krijgen, doen ze sinds kort met een drone oefenmetingen. De drone vliegt tweehonderd meter de lucht in met een meetapparaatje op de rug. Aan de drone hangt een touw met daaraan om de vijftig meter een meetapparaatje. Idealiter levert dat een dynamische fijnstofkaart op. Ook het RIVM is geïnteresseerd, vertelt Marsman trots. De wetenschappers realiseren zich dat alle geproduceerde getallen niet voor zichzelf spreken. Van de Wetering: ‘We hebben twee jaar gemeten. We hebben heel veel getallen. Daar moeten we iets mee. We zoeken een popie-jopieachtige manier om te laten zien wat we hebben gemeten. Maar die methode hebben we eigenlijk nog niet.’ Marsman denkt al aan het volgende kennishiaat: ‘Wat meten we nu eigenlijk als we fijnstof meten?’, vraagt hij zich af. Daarom is hij op zoek naar een collegawetenschapper die beschikt over een elektronenmicroscoop. Want als je weet uit welke moleculen dat fijnstof bestaat, kun je ook iets zeggen over de herkomst ervan.
34 ACHTERGROND FINANCIËN DOOR: HANS VAN DE VEEN De pilotfase van het Brabant Outcomes Fund (BOF) is nog niet afgerond, maar de provincie kondigt nu al een forse opschaling aan. Een nieuw fonds van 20 miljoen euro aan publiek én privaat geld moet bedrijven steunen die maatschappelijke doelen nastreven. De provincie neemt risicodragend deel. BRABANT VINDT NIEUWE WEGEN IN PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING PROVINCIE ALS INVESTEERDER HET FINANCIËLE PLAATJE De provincie streeft naar een fonds van 20 miljoen euro. Daarvan wordt 17 miljoen euro in de vorm van leningen beschikbaar gesteld aan circa 15 groeibedrijven. Daarnaast is 3 miljoen euro als werkkapitaal beschikbaar voor 5 jonge bedrijven. Het leningendeel is nieuw; het werkkapitaal is vergelijkbaar met de werkwijze in de eerste fase van het BOF. Noord-Brabant levert met 9,5 miljoen een flink deel van het benodigde kapitaal. Daarvan is 7 miljoen bestemd voor leningen en 2,5 miljoen voor resultaatbetalingen. De rest van het geld moet komen van vermogensfondsen en andere financiële instellingen. Lokale start-ups die bijdragen aan de energietransitie, een inclusieve arbeidsmarkt of de circulaire economie kloppen voor kredieten vaak vergeefs aan bij reguliere financiële instellingen. Omdat dergelijke ondernemingen bijdragen aan de gewenste duurzaamheidstransitie, zoekt Noord-Brabant naar manieren om hen te ondersteunen. In plaats van reguliere subsidieverlening kiest de provincie daarbij voor een constructie waarbij zij samen met de private sector in ondernemingen investeert. Beide partijen dragen daarbij gezamenlijk het financiële risico. Inspiratie voor deze aanpak haalt Brabant uit de social impact bonds, een uit het Verenigd Koninkrijk overgewaaid instrument van publiek-private samenwerking. Een tiental Nederlandse gemeenten doet hiermee inmiddels ervaring op, of bereidt dergelijke projecten voor. Ook het ministerie van Defensie ging vorig jaar in zee met particuliere investeerders in een project om langdurig zieke werknemers te begeleiden naar de arbeidsmarkt. Noord-Brabant is de eerste provincie die voor deze aanpak kiest. Bij een social impact bond is meestal 7 mln Totale omvang fonds 20 miljoen 10 mln 2,5 mln 0,5 mln bijdrage provincie 17 miljoen euro leningen voor 15 j groeibedrijven g werkkapitaal voor j 3 miljoen euro jonge bedrijven p BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ACHTERGROND 35 ‘ Een innovatieve aanpak leidt tot discussie’ sprake van minimaal drie deelnemende partijen: de uitvoerder, die een goede oplossing heeft voor een maatschappelijk probleem, investeerders die de uitvoerder van werkkapitaal voorzien, en een publieke partij (hier de provincie) die de investeerders hun inleg terugbetaalt – plus een van tevoren afgesproken rendement als de doelen zijn behaald. RESULTAATCONTRACT In 2019 startte de eerste ronde van het BOF. Vier ondernemers sloten resultaatcontracten af; na drie jaar zouden zij worden afgerekend op in hun businessplan vastgelegde financiële én maatschappelijke doelen. Zij ontvingen daarvoor voorfinanciering van 1 miljoen euro van drie sociale investeerders (Oranje Fonds, Stichting Doen en Rabo Foundation). De provincie beloofde hun inleg terug te betalen als de ondernemers de vastgelegde resultaten zouden behalen, en financierde dit vanuit een subsidiepot. Astrid Kaag, beleidsadviseur internationalisering bij de provincie en BOF-projectleider, erkent dat de eerste fase van het BOF daarmee nog maar in beperkte mate voldeed aan het ideaalplaatje van publiek-private resultaatfinanciering, waarbij investeerders, overheid én ondernemers samen aan het stuur zitten én samen risico’s dragen. ‘In deze fase wilden we vooral de samenwerking van de grond krijgen. En leren hoe dit werkt, en of je zo kunt bijdragen aan systeemverandering.’ Een van de vier deelnemende sociale ondernemingen was Ctalents, dat doven en slechthorenden, blinden en slechtzienden begeleidt bij het vinden van een eerste baan of een succesvolle verdere stap in hun loopbaan. Sandra Ballij, oprichter en CEO, roemt de provinciale benadering: ‘Onze doelgroep woont verspreid over heel Nederland. Voor een goede aanpak zijn gemeentes te klein. Maar als je de hele provincie neemt, zijn de aantallen wel relevant.’ Ctalents was tot voor kort vooral actief in de Randstad, maar kon met de steun van het BOF in Brabant aan de slag. Wat Kaagr ook beviel aan de Brabantse aanpak is dat besparingen niet de belangrijkste drijfveer zijn: ‘Veel mensen met een visuele of auditieve beperking komen niet aan de bak, en hebben een uitkering. Dus als zij in een reguliere baan kunnen instappen, bespaart dat de publieke overheid geld. Maar voor de provincie staat de maatschappelijke impact voorop.’ RISICOANALYSE Nu de eerste ronde van het BOF op z’n eind loopt, wordt de stap naar een echte fondsconstructie gezet. Daarbij is de provincie niet alleen meer resultaatbetaler, maar ook mede-investeerder. Ze neemt dus een deel van het financiële risico voor haar rekening. Een risicoanalyse leerde dat in het ongunstigste scenario de provincie maximaal 1,5 miljoen euro zou moeten afboeken op haar investering van 7 miljoen. De private investeringspartners kunnen als tegenprestatie voor hun investering een rendement van 4,5 procent incasseren – mits de vooraf bepaalde doelen worden gerealiseerd. Ook het Europees Investeringsfonds (EIF) zal naar verwachting als co-investeerder betrokken zijn, en een deel van het risico afdekken. Het EIF investeerde eerder al 10 miljoen euro in de social impact bond van het ministerie van Defensie. Kaag: ‘Men gelooft daar in onze benadering, ze zijn op zoek naar goede projecten om in te stappen.’ Voor de leningen van het BOF komen bedrijven in aanmerking die moeilijk aan risicokapitaal kunnen komen, en daardoor beknot worden in hun groei. ‘Banken of pensioenfondsen focussen op financiële indicatoren’, zegt Kaag. ‘Wij kijken ook naar wat deze bedrijven voor de samenleving doen. Zo wil de provincie bijdragen aan de gewenste duurzaamheidstransitie – onder de voorwaarde dat andere partijen ook over de brug komen. Publiek en privaat moeten samen de risico’s delen.’ Gesprekken met potentiële investeerders zijn volop gaande. Dat is geen kwestie van tekenen bij het kruisje. ‘We gaan echt het gesprek aan. Het is zo nieuw wat we doen, we moeten ook verkennen wat de trigger voor investeerders is om in te stappen.’ ‘Publiek en privaat moeten samen risico’s delen’ SCEPSIS De hoop is dat de financiering na de zomer rond is. In de tweede helft van het jaar kunnen dan de eerste investeringen plaatsvinden. Ook daarover zijn al gesprekken gaande. ‘Maar we gaan niet in één keer met alle bedrijven van start, zoals in de eerste fase. Zie het meer als een proces. Met een maximale looptijd van het fonds van zeven jaar hoeven we niet te overhaasten.’ Het nieuwe BOF-fonds moest eerst de nodige scepsis in de provincie overwinnen. Het besluit kon slechts op een krappe meerderheid rekenen in de Provinciale Staten. Ook vanuit het ambtenarencorps kwamen veel vragen. Kaag: ‘Het is een innovatieve aanpak, dus dat leidt tot discussie. Dat moet ook. Ik hoop dat deze aanpak uiteindelijk een brug kan slaan tussen een eenzijdige focus op financieel rendement en het uitsluitend kijken naar maatschappelijke impact. Het brengt twee verschillende visies bij elkaar.’ Een andere vraag is of deze aanpak wel thuishoort op het bordje van de provincie. Zijn er kritische geluiden vanuit de gemeenten? Het antwoord is ontkennend. Een van de redenen is dat de schaal waarop de provincie dit kan aanpakken het een stuk aantrekkelijker maakt. ‘Onze insteek is dat provincies naast hun reguliere taken ook een aanjagende en stimulerende rol hebben’, zegt Kaag. ‘We nemen geen taken van gemeenten over, we proberen iets uit waar we later met z’n allen in de provincie hopelijk profijt van hebben.’ Andere provincies volgen de innovatieve aanpak met interesse, maar nog wel op afstand. Het is van de redenen waarom Noord-Brabant deelneemt aan de City Deal Impact Ondernemen. ‘Dat is voor ons een manier om te vertellen wat we aan het doen zijn. Door dat te blijven uitdragen, hoop ik dat op termijn andere overheden ook deze kant op gaan.’
36 SERIE DE MINISTERIES DOOR: WIM VAN MEURS FOTO: BERT MAAT / ANP-HH In de slotaflevering van de serie over de ministeries staan we stil bij de bestuurscultuur. Hoe heeft die zich de afgelopen decennia ontwikkeld? Een historisch perspectief kan helpen om veranderingen en tegenstrijdigheden scherp te krijgen in wat wij verwachten van bestuurders, ambtenaren en overheden. WAT VERWACHTEN WIJ VAN ONZE BESTUURDERS? VAN REGENTESK TOT MENSELIJKE MAAT In zeven afleveringen hebben historici van de Radboud Universiteit Nijmegen biografische schetsen gegeven van verschillende ministeries en de bijbehorende beleidsterreinen. De inschatting dat ook de kabinetsformateur tegen het eind van deze reeks en voor de zomervakantie bij de vraag zou zijn aangekomen, welke bewindsman van welke partij bij welk departement hoort, bleek te optimistisch. Wel heeft de reeks laten zien dat elk ministerie als collectief met zijn talloze medewerkers een eigen cultuur heeft. De vroegere oververtegenwoordiging van militairen en adellijken onder de ambtenaren (en de bewindslieden) op Buitenlandse Zaken of Defensie is niet verrassend. Net zo vanzelfsprekend zijn de verschillen in rekrutering tussen bijvoorbeeld Justitie en Ontwikkelingssamenwerking. De cultuurverschillen zijn echter ook historisch bepaald, en alleen al daarom is het een gemis dat een nieuwbenoemde minister in het zogenoemde introductiedossier alleen over het organigram en de actuele beleidsdossiers bijgepraat wordt, maar niet over de geschiedenis en cultuur van zijn of haar ministerie. SCHELDWOORD Al een paar jaar staat de verhouding tussen politieke bewindslieden en ambtelijke medewerkers van overheidsinstellingen onder druk. In de publieke discussie over de Belastingdienst, het UWV en Justitie is de bestuurscultuur – en vooral de noodzaak om die te veranderen, op zoek naar ‘de menselijke maat’ – een scheldwoord geworden. Bestuurscultuur kent drie dimensies: ten eerste de houding van de overheid tegenover burgers, volksvertegenwoordigers en media; ten tweede de relatie van wederzijdse afhankelijkheid tussen minister en DE MINISTERIES Historici van de Radboud Universiteit staan in deze serie stil bij de geschiedenis van belangrijke ministeries. Wat moeten de bewindspersonen over hun ministerie weten? Deel 8, slot: De bestuurscultuur ministerie, tussen dienstheer en ambtenaren; en als derde de corporate identity van een overheidsinstantie (inclusief de spanningen tussen afde lingen). In de actuele discussie is de term bestuurscultuur al bijna synoniem geworden aan intransparant of regentesk. De menselijke maat als oplossing voor deze problemen is net zo alomtegenwoordig. Een historisch perspectief kan helpen om de veranderingen en tegenstrijdigheden in wat wij verwachten van bestuurders, ambtenaren en overheden, scherp te krijgen. Bijvoorbeeld door de vraag te stellen of de ontsporing van de bestuurscultuur volgens de critici begon op 14 oktober 2010, met het aantreden van het kabinet-Rutte III. En of het regenteske een natuurlijke neiging van elk bestuursapparaat is of vooral een recente aberratie. Kortom, verandert vooral de attitude van de overheid of veranderen in de eerste plaats de verwachtingen van de burgers? Regentesk blijft een prachtige term hiervoor, omdat het woord in het Nederlands alleen gebruikt kan worden voor een hautaine bestuurder, ongevoelig voor de maatschappelijke realiteit of individuele lotgevallen, die zijn ambt als een privilege beschouwt dat hem toekomt. Volgens Van Dale is een regent immers ‘een eigenmachtig optredende, autoritaire bestuurder’. Het mag dus ook niet verbazen dat deze diskwalificaties in de Nederlandse pers voor het eerst in de jaren zestig gebezigd werden: en meestal als synoniem voor autoritair, van een schooldirecteur ‘een geschikte man, maar bij plotseling conflicten erg regentesk’ tot de D66-fractie in de Groningse gemeenteraad die de regentenmentaliteit van de burgemeester hekelde. Of de buitenwacht, die het optreden van de PvdA in de Amsterdamse gemeenteraad kwalificeerde als ‘arrogant, regentesk zelfs’ – als overtreffende trap dus. De wat meer verborgen lading van de term verwijst naar bekwaamheid in het besturen en de beleidsvorming, maar dan wel met tekortkomingen in empathie en openheid, vervreemd van de burgerij. Niet verrassend dus gezien de verwachting van betrokkenheid en openheid van politici in onze tijd dat deze verwijten zich opstapelen, hoewel de term regentesk passé is. HOED De ministeriële verantwoordelijkheid als nieuwe verworvenheid gaat (samen met de onschendbaarheid van de koning) terug op de Grondwetsherziening van Thorbecke in 1848. In de moderne BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021
n BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 SERIE 37 Is het regenteske een natuurlijke neiging van elk bestuursapparaat? den om belangen of onvrede te articuleren? Manins toeschouwer-democratie wijst erop dat minstens een deel van de dynamiek tussen kiezer en gekozene noch het een noch het ander is. De burger is ook toeschouwer, gebiologeerd door het persoonlijke drama van de bewindspersoon die onder de wielen van sociale media en REALITY TV Geen aftreden meer zonder emoties tijd geldt het aftreden van de Britse minister van Buitenlandse Zaken Lord Carrington in 1982 als het schoolvoorbeeld van een minister die zijn hoed neemt, hoewel hem persoonlijk niets te verwijten valt. Een veelgeroemd voorbeeld dat zelden navolging vindt, of pas als de parlementaire en publieke verontwaardiging escaleert. De minister staat voor het handelen van zijn ministerie en ambtenaren en hij ziet het als zijn plicht om, hoe onmogelijk ook, van alles op de hoogte te zijn. Minister Wiebes formuleerde het bij het aftreden van het kabinet-Rutte III in januari net anders: hij voelde zich medeverantwoordelijk voor de toeslagenaffaire, ‘buitengewoon medeverantwoordelijk’ zelfs, maar gaf aan niet te weten wat hij redelijkerwijze had kunnen doen om dit te voorkomen. Het lijdt geen twijfel dat de frequentie van vallende bewindslieden in de Nederlandse politiek in de 21ste eeuw gestegen is. Wiebes, Hennis en de opeenvolgende bewindslieden op Justitie onderstrepen deze trend. De oorzaken zullen minder eenduidig zijn. De macht van sociale media en de maalstroom van geruchten, beschuldigingen en veroordelingen die voor crisismanagement, gedegen feitenonderzoek en damage control geen tijd of gelegenheid meer biedt. Terwijl zulke politieke crises vroeger nog weleens met een sisser afliepen, lijkt dat nu niet meer denkbaar en wordt ook de tijd korter die verstrijkt tussen het begin van de crisis en het laatste publieke statement van de bewindspersoon, meestal de avond voor het Kamerdebat. Ook zal de combinatie van een langzittende premier met een kwetsbare meerderheid het gevoel van machteloosheid bij de oppositie versterken, en dus het streven van de Kamer om zich als tegenmacht te profileren. KIEZER De Franse politicoloog en filosoof Bernard Manin heeft bovendien niet voor niets de term audience democracy geïntroduceerd. Ziet de burger zijn politieke rol in de eerste plaats als kiezer om langs die weg eens in de vier jaar af te rekenen met de representanten en nieuwe keuzes te maken? Of zijn inmiddels talloze andere kanalen van inspraak en publieke invloed ontstaan, die directere mogelijkheden biepartijpolitieke tactiek komt. Ook de politieke personages zijn deel geworden van deze vorm van reality tv. Geen aftreden meer zonder emoties van schuld, woede en vernedering. De Duitse socioloog Max Weber schetste een eeuw geleden het beeld van de ideale staatsdienaar die zonder aanzien des persoons en alleen op basis van het hem opgedragen regelwerk handelt. Voor Weber was dit een van de hoekstenen van een modern overheidsapparaat. De ambtenaar is loyaal aan in eerste instantie de staat als abstractie, als geheel van regels en wetten, rechten en plichten. Ook al heeft der Staat in het Duits een lading waar het Nederlandse ‘overheid’ niet aan kan tippen, toch geldt dit bestuurlijke ideaal van de 20ste eeuw ook in Den Haag. NEUTRALITEIT Deze aanname van neutraliteit is lang hooggehouden, niet alleen voor uitvoerende staatsdienaren, maar ook voor beleidsambtenaren. Sinds de jaren zestig is het voor kritische burgers en voor bestuurskundigen geen geheim dat topambtenaren een grote sturende invloed op beleid kunnen hebben, soms ter ondersteuning van ‘hun’ minister, soms in weerwil of buiten medeweten van de minister. De serie Yes minister uit de jaren tachtig markeerde dat inzicht. De actuele term ‘politiek-bestuurlijke sensitiviteit’ maskeert het probleem voor de onpartijdige ambtenaar. Terwijl deze topambtenaren zich
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 38 SERIE DE MINISTERIES volgens de conventies buiten de publiciteit hielden, waren ze nog wel met naam en toenaam te identificeren. De frustratie bij publiek en media bij de recente schandalen is dat in de burelen van de ministeries geen schuldige aan te wijzen viel. De eigen dynamiek van het besturen en administreren leek slachtoffers te maken, zonder dat iemand in deze burelen er aanwijsbaar op uit was om de burger het leven zuur te maken. Welke premier zijn naam ook aan het volgende kabinet zal geven, wat betreft de bestuurscultuur van de uitvoerende macht is de geest uit de fles. Gezien de snelle opeenvolging van schandalen in de afgelopen jaren is het alleszins begrijpelijk dat de Staten-Generaal zich als tegenmacht opwerpt en meer inzage in de beleidsvorming binnen ministeries, meer transparantie vordert. Tegelijk weten allen dat macht in een democratie om tegenmacht vraagt, maar dat macht ook een zekere mate van vertrouwelijkheid en ntransparantie nodig heeft. Gezien de rekrutering en opleiding van ambtenaren vandaag wordt niemand ambtenaar vanuit een regentesk verlangen om de burger te Het is een nieuwe dynamiek tussen burger en staatsdienaar schaden en te kleineren. Wel hebben grote instituties en complexe wettelijke regelingen hun eigen dynamiek. DYNAMIEK De geest van de politisering van ambtenaren en overheidsinstellingen is uit de fles. Juist omdat ze in media en publieke opinie in de hoek zitten waar de klappen vallen, spreken ambtenaren zich steeds vaker uit over de rondzingende beschuldigingen en oordelen. Het is een nieuwe dynamiek tussen burger en staatsdienaar, waar de minister maar moet zien dat hij of zij de teugels in handen houdt. De achterliggende vraag is, aan wie de ambtenaar loyaliteit verschuldigd is: aan de minister, aan het ministerie als abstractie, aan de burger of misschien zelfs aan nog grotere grondwettelijke principes van menselijkheid en rechtvaardigheid. Geen van deze loyaliteiten valt van de hand te wijzen, maar hoe ze in elkaar grijpen, is een nieuwe uitdaging voor ambtenaren, hun dienstheer, maar ook voor de burger. Kortom, zodra in de kabinetsformatie de contouren van een coalitie zich gaan aftekenen, wordt het tijd om de nummers 7 tot en met 12 van Binnenlands Bestuur erop na te slaan. Past het profiel van de beëdigde bewindspersoon bij het departement? Welke al dan niet stilzwijgende aanpassingen in de ruilverkaveling van de beleidsterreinen hebben er plaatsgevonden? En welke minister moet uiterst waakzaam zijn om niet binnen de kortste keren in de problemen te komen door de bestuurscultuur of het publieke imago van een overheidsinstelling waarvoor hij of zij de ministeriële verantwoordelijkheid draagt? BURGERPROTEST Demonstratie op het Binnenhof
Foto: Laurens van Putten / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 DOOR: MAURICE SWIRC BOEK RECENSIE 39 VERANDEREND OOG VAN STADSPLANNERS RUIM BAAN VOOR KLEINSCHALIGHEID De boodschap die journalist Jane Jacobs in 1961 uitdraagt, is vrij helder: stop het slopen, leg nieuwbouwprojecten stil en geef de stad terug aan de mensen. Van haar hand verscheen in dat jaar The Death of Life of Great American Cities. Daarin verzet zij zich tegen de bulldozer-stedenbouw, waarbij historische stadsdelen plaatsmaken voor enorme bouwblokken en brede snelwegen. Tot op vandaag is het boek wereldwijd van bepalende invloed op de stadsplanning. Jacobs is ook de heldin van Gert-Jan Hospers, bijzonder hoogleraar transitie in Stad en Regio. Samen met geograaf Piet Renooy voerde hij de redactie van De wereld van de stad met de ondertitel Theorie, praktijk, toekomst. Elf auteurs geven daarin hun visie op de stad. In het openingshoofdstuk beschrijft Hospers zelf de geschiedenis van de stadsplanning, van de Grieken met hun Akropolis tot de Deense stedenbouwer Jan Gehl die uitgaat van ‘de stad op ooghoogte’. In het tweede hoofdstuk geeft Renooy een historisch overzicht van theorieën van sociologen, eveneens met ruime aandacht voor Jacobs en haar hartstochtelijke pleidooi voor gemengde wijken. Deze eerste twee hoofdstukken vormen de basis van een bundel die een mooie blik biedt op de geschiedenis van de Mooie blik op geschiedenis stedenbouw stedenbouw en de bijbehorende veranderende blik van stadsplanners en sociologen. Tegelijkertijd tonen deze eerste twee hoofdstukken een gebrek dat kleeft aan de bundel als geheel. De achterflaptekst meldt: ‘Dit boek biedt kennis, inzicht en toekomstperspectieven’, om daarna te beloven dat de verschillende auteurs van de bundel ingaan op ‘toekomstgerichte opgaven waarmee steden worstelen’. Deze belofte wordt in beperkte mate waargemaakt. De meeste hoofdstukken bieden – telkens vanuit een ander perspectief – een uitgebreide beschrijving van de geschiedenis en de verschillende theorieën, maar het schetsen van scenario’s voor de toekomst is meestal beperkt tot een slotparagraaf. Een prettige uitzondering is het essay over de duurzame toekomst van steden, waarin ook uitgebreid wordt ingegaan op de Sustainable Development Goals van de VN. Hoe dan ook is het een lezenswaardige bundel die bijvoorbeeld ook een fascinerende blik biedt op de wisselwerking tussen verschillende vormen van vervoer en ruimtelijke ontwikkeling door de eeuwen heen. In zijn slotparagraaf stipt mobiliteitsexpert Arie Bleijenberg kort aan dat het cruciaal is dat financiën en bevoegdheden van het rijk overgaan naar lokale overheden die samenwerken, omdat binnen de grote steden de mobiliteitsproblematiek het grootst is. Verdere uitbreiding van de snelwegcapaciteit is zinloos en zelfs contraproductief. Ook in dit hoofdstuk klinkt de visie van Jane Jacobs door. Weg met megalomane plannen die altijd samengaan met meer asfalt. Ruim baan voor kleinschaligheid op straatniveau. CITAAT UIT HET BOEK DE WERELD VAN DE STAD. ‘Verdere uitbreiding van de snelwegcapaciteit is zinloos en zelfs contraproductief’ THEORIE, PRAKTIJK EN TOEKOMST Gert-Jan Hospes en Piet Renooy (red.) Berghauser Pont, 2021 Prijs: ¤ 29,90 ADVERTENTIE
LIFE-PROGRAMMA VOOR MILIEU, NATUUR EN KLIMAAT LANCERING VOORSPELMODEL AAN DE HAND VAN MACHINE LEARNING Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ Zorg-Lokaal SLIM LADEN GESTART IN ZEIST, HEERHUGOWAARD EN HAARLEM Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ Vindsubsidies Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ TotalEnergies
DE KORTSTE ROUTE NAAR EEN GROENER EUROPA DE NIEUWE OMGEVINGSWET: BEREID JE VOOR! ACHT OP DE TIEN GEMEENTEN WERKEN AAN ROOKVRIJE OMGEVING Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/Signify Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ Studytube Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ IenOResearch
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 42 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI In Achtkarspelen is Jellie van Hoppe gestopt als griffier van de gemeenteraad. Zij vervulde deze functie sinds 1 oktober 2015, daarvoor was zij griffier in Staphorst en in Littenseradiel. Van Hoppe gaat met pensioen. MASCHA TEN BRUGGENCATE Met ingang van 8 juli is Mascha ten Bruggencate benoemd tot burgemeester van Heiloo. Ten Bruggencate (48) is lid van D66. Zij is momenteel stadsdeelvoorzitter in Amsterdam. Op dit moment is Rob Opdam (VVD) waarnemend burgemeester van Heiloo. Hij neemt waar sinds het pensioen van Hans Romeijn (CDA). SACHA AUSEMS Sacha Ausems is benoemd tot burgemeester van Waalwijk. De benoeming gaat in op 8 juli 2021. Ausems (51) is geen lid van een politieke partij. Zij was tot voor kort directeur/bestuurder ad interim voor Stichting Sint Jozefoord. Op dit moment is Nol Kleijngeld (PvdA) burgemeester van Waalwijk. Kleijngeld gaat met pensioen. GERARD VAN DEN HENGEL Met ingang van 1 juli 2021 is Gerard van den Hengel benoemd tot burgemeester van Opmeer. Van den Hengel (57) is lid van de VVD. Hij was voorheen waarnemend burgemeester in Borne en wethouder in Barneveld. Op dit moment is Wim Groeneweg (CDA) waarnemend burgemeester van Opmeer. Hij neemt waar sinds het overlijden van burgemeester GertJan Nijpels (VVD). SANDER DE ROUWE De gemeenteraad van Kampen heeft Sander de Rouwe voorgedragen als burgemeester. De Rouwe (CDA, 40) is sinds 2015 gedeputeerde voor de provincie Fryslân. Daarvoor was hij Tweede Kamerlid. De Rouwe volgt Bort Koelewijn (ChristenUnie) op. LARS VOSKUIL De gemeenteraad van Bergen heeft Lars Voskuil voorgedragen als burgemeester. Voskuil (PvdA, 53) is momenteel Statenlid en fractievoorzitter in Noord-Holland. Hij volgt Hetty Hafkamp (GroenLinks) op als burgemeester van Bergen. Sinds haar vertrek in maart vorig jaar heeft waarnemend burgemeester Peter Rehwinkel (PvdA) de functie tijdelijk overgenomen. Hafkamp was twaalf jaar burgemeester van Bergen. RENZE BERGSMA In Coevorden heeft de gemeenteraad Renze Bergsma (CDA, 45) voorgedragen als burgemeester. Bergsma was onder meer tien jaar wethouder in de voormalige gemeente Woudrichem. Verder was hij gedeputeerde in Noord-Brabant en is hij momenteel Statenlid dezelfde provincie. Hij volgt Bert Bouwmeester (D66, 62) op, die in oktober na een periode van bijna achttien jaar stopt. KOMEN & GAAN MIRIAM NIENHUIS Miriam Nienhuis is benoemd tot provinciesecretaris in Gelderland. Ze werkt op dit moment als directeur maatschappelijke ontwikkeling in Den Bosch. Eerder werkte ze in Arnhem en was ze gemeentesecretaris in Ridderkerk. Nienhuis volgt Pieter Hilhorst op, die algemeen directeur werd bij het IPO. PIETER JAN MERSIE Pieter Jan Mersie, kabinetschef van de commissaris van de koning in Zeeland en tevens directeur Roosevelt Foundation, stopt per 1 juli aanstaande. Beide functies vervulde hij sinds 2012. Mersie gaat met pre-pensioen.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 foto: Daan Noordhuizen foto: Casper Rila PERSONALIA 43 PROVINCIES: INSTROOM, DOORSTROOM EN UITSTROOM De instroom is bij provincies in 2020 licht toegenomen. De instroom was in 2020 11,6 procent (2019: 11,2 procent). De uitstroom lag met 6,5 procent, juist lager dan in 2019 (7,3 procent). De uitstroom naar leeftijd laat een duidelijke verschuiving zien in 2020. In 2019 was nog 41 procent van de uitstromers 60 jaar of ouder, in 2020 stijgt dit percentage naar 52 procent. Instroom: 2019: 11,2 % 2020: 11,6% BERT WIJBENGA De gemeenteraad van Vlaardingen heeft Bert Wijbenga-van Nieuwenhuizen (VVD, 57) aanbevolen als nieuwe burgemeester. Hij volgt waarnemend burgemeester Bas Eenhoorn (VVD) op Eenhoorn neemt waar nadat Annemiek Jetten (PvdA) aftrad. Wijbenga-van Nieuwenhuizen is op dit moment wethouder in Rotterdam. JAAP PAANS Burgemeester Jaap Paans is per 1 juli 2021 herbenoemd als burgemeester van Alblasserdam voor een tweede termijn van zes jaar. Eerder was Paans griffier van de gemeenteraden van Dordrecht en Rotterdam. Naast het burgemeesterschap is Paans lid van de Economic Development Board Drechtsteden. RAAD VAN STATE Marion Soffers, JanJoost van Gastel, Onno van Veldhuizen en Jan van Breda worden staatsraad in de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Carla Sieburgh en Nastja van Strien worden staatsraad in buitengewone dienst in de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. JAN SETON Burgemeester Jan Seton van BorgerOdoorn is met ingang van 1 juni herbenoemd. Hij begint aan zijn tweede termijn. Hiervoor was Seton onder meer wethouder in Groningen. BURGEMEESTERS VACATURE VOORST Het burgemeesterschap van Voorst is vacant per 2 augustus 2021. De gemeente heeft circa 24.800 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 8.620,48 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 28 augustus 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 6 juli 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant. Doorstroom: 2019: 7,3 % 2020: 6,5 % CHRISTIAAN VAN DER KAMP Uitstroom (60 jaar of ouder): 2019: 41 % 2020: 52 % OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia Christiaan van der Kamp stopt na de zomer als burgemeester van Bodegraven-Reeuwijk. Hij begint op 1 september 2021 als directeur van de Omgevingsdienst Haaglanden. Van der Kamp (CDA) is sinds 1 juli 2011 burgemeester en was de eerste kroonbenoemde burgemeester van de fusiegemeente Bodegraven-Reeuwijk. Daarvoor was hij wethouder in Schipluiden en Midden-Delfland. FENNEKE VAN DER VEGTE De fractie van GroenLinks-PvdA in Leusden draagt Fenneke van der Vegte voor als wethouder. Van der Vegte neemt in september de dan vrijgekomen wethouderszetel over van Erik van Beurden. Van der Vegte, nu werkzaam als strategisch adviseur stad en ontwikkeling bij de gemeente Amersfoort, is sinds 2018 lid van de gemeenteraad voor de fractie van GroenLinks-PvdA. BURGEMEESTERS VACATURE KANDIDATEN DE WOLDEN 32 belangstellenden hebben gesolliciteerd naar de functie van burgemeester in De Wolden, onder wie elf vrouwen.De vacature is ontstaan door het vertrek van burgemeester Roger de Groot per 1 juni. Van de belangstellenden zijn er acht lid van de VVD, vijf van het CDA, acht van de ChristenUnie, drie van D’66, één van GroenLinks, en zeven van hen zijn partijloos of hebben geen politieke partij genoemd. EEMSDELTA Twaalf personen hebben gesolliciteerd naar het ambt van burgemeester van Eemsdelta. De gemeente Eemsdelta is op 1 januari 2021 ontstaan door de samenvoeging van Appingedam, Delfzijl en Loppersum. Op dit moment is Gerard Beukema (PvdA) waarnemend burgemeester.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 44 PERSONALIA CARRIÈRE HELEEN KROMKAMP Met ingang van 16 augustus 2021 is Heleen Kromkamp de nieuwe gemeentesecretaris van Gorinchem. Op dit moment is zij nog clustermanager Stad in Dordrecht. Kromkamp volgt Caroline Bos op als gemeentesecretaris. Bos is sinds 1 april 2021 gemeentesecretaris van Schiedam. BRAM BOUWMAN In Grave is Bram Bouwman benoemd tot gemeentesecretaris. Bouwman bekleedde de afgelopen jaren leidinggevende functies in de gemeenten Oldenzaal en Mook en Middelaar. Zijn laatste functie was teamleider Financiën en Manager Bedrijfsvoering bij de Werkorganisatie CGM, het ambtelijk samenwerkingsverband van Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert. OVERLEDEN Voormalig wethouder Fons van Elderen is op 76-jarige leeftijd overleden. Van Elderen was acht jaar wethouder in Boxtel. Voor die carrière was hij directeur van de Angelaschool. PATRICK VERSTOEP Patrick Verstoep is de nieuwe gemeentesecretaris van Maassluis. Hij begint op 27 augustus aan zijn nieuwe baan. Hij volgt interimgemeentesecretaris Wilma Atsma op. Atsma nam in januari de ambtelijke leiding in Maassluis over van Sander Duijmaer van Twist die gemeentesecretaris in Capelle aan den IJssel werd. Verstoep werkt al in Maassluis als clustermanager stad. JAN HERMAN DE BAAS Jan Herman de Baas is de interim gemeentesecretaris van Arnhem. De Baas was eerder ook (interim-)gemeentesecretaris bij diverse gemeenten en hij was interimprovinciesecretaris van Zuid-Holland en Utrecht. In Arnhem vervangt hij Rob van Wuijtswinkel die per 1 augustus 2021 aan de slag gaat bij adviesbureau Geerts en Partners. SJOUKJE DEELSTRA In Veenendaal is met ingang van 1 september Sjoukje Deelstra benoemd tot gemeentesecretaris. Ze volgt Astrid van de Klift op. Deelstra is op dit moment directeur bij het Openbaar Ministerie. Zij heeft deze functie ruim 5 jaar bekleed. Daarvoor is zij 25 jaar in diverse functies werkzaam geweest bij de politie. ADVERTENTIE Jeske Louer is de nieuwe griffier van gemeente Waalwijk. Peter Pels is de nieuwe griffier van gemeente Enkhuizen. Proficiat beiden! werving & selectie door www.necker.nl BRIEVEN DOOR DE STROT GEDUWD Met genoegen, maar ook met ongenoegen (irritatie) heb ik de bijdragen over de RES en het fossiele beleggen van ABP in BB12 gelezen. De irritatie zit in de rol van een minderheid die het constant bepaalt in dit land. Een energietransitie die de burgers door de strot wordt geduwd. Tradities die door een absolute minderheid de nek om worden gedraaid door geschiedvervalsing. En nu weer wordt ABP gedwongen tot een andere beleggingskoers of Shell die godbetert een andere koers moet inslaan van de rechtbank vanwege druk van de milieusubsidieclubs. Dezelfde mensen die zelf een benzine- of dieselauto hebben! Te idioot voor woorden en een (deug)politiek die dit van harte ondersteunt. S.R. Strikwerda
INDEX 45 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Aardoom & de Jong / Gemeente Utrecht BMC Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem JS Consultancy / Gemeente Venray OWO-Samenwerking Publiek Netwerk / Waterschap Drents Overijsselse Delta FINANCIËN EN ECONOMIE Belastingdienst Gemeente Haarlem Gemeente Tilburg JS Consultancy Aedes Provincie Noord-Holland ICT EN AUTOMATISERING Dienstverlening Drechtsteden JS Consultancy / rhc Provincie Noord-Holland Rijksoverheid JURIDISCH Ctgb Gemeente Haarlem Publiek Netwerk / Omgevingsdienst Midden-Holland MILIEU Certus Groep / Gemeente Maassluis Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Provincie Limburg Provincie Limburg Provincie Limburg OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Gemeente Epe Gemeente Lansingerland RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Bestman / Gemeente Almelo Gemeente Assen hoofd strategie en bedrijfsbureau ontwikkelprogramma van uitvoering naar beleid planner planbeoordelaar procesmanager afdelingsmanager bedrijfsvoering owo-directiesecretaris senior adviseur bedrijfsvoering en ontwikkeling fiscalist team verhuld vermogen planeconoom planeconoom senior belangenbehartiger / financieel specialist senior controller senior adviseur online dienstverlening adviseur informatiebeheer gemeenten beleidsadviseur innovatie en digitale economie informatiemanager / iv-regisseur lid adviescommissie bezwaarschriften jurist vergunningen, toezicht en handhaving ervaren jurist beleidsmedewerker milieu beleidsadviseur groen en ecologie strateeg groenbeleid en ecologie beleidsmedewerker natuur (0,8 fte) beleidsmedewerker water beleidsmedewerker natuur teamleider beheer realisatie openbare ruimte senior beleidsadviseur veiligheid adjunct-directeur programma’s en stadsontwikkeling adviseur ruimte en omgeving ADVERTENTIES Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl ALTIJD DE JUISTE KANDIDAAT! Binnenlands Bestuur is het grootste wervingskanaal voor de actieve en latente banenzoeker. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021
46 INDEX Gemeente Ede Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Leiden Gemeente Nissewaard Gemeente Schagen Gemeente Terneuzen JS Consultancy / Aedes JS Consultancy / Gemeente Westerkwartier Provincie Utrecht Rijksoverheid Samenwerking Kempengemeenten SOCIAAL BMC BMC BMC Certus Groep / Gemeente Hellevoetsluis VOORLICHTING EN COMMUNICATIE JS Consultancy / Gemeente Lansingerland Provincie Gelderland VNG Realisatie OVERIGE Rijksoverheid senior kennisadviseur portfoliomanager fysiek domein beleidsadviseur parkeren planningsadviseur gebiedsontwikkeling beleidsadviseur parkeren adviseur erfgoed beleidsadviseur kabels en leidingen beleidsadviseur mobiliteit ontwikkelstrateeg portfoliomanager fysiek domein planoloog juridisch adviseur vastgoed strategisch adviseur ruimtelijke ontwikkeling adviseur omgevingsvergunningen senior belangenbehartiger senior adviseur ruimtelijke projecten projectleiders wegen en fietspaden technisch adviseur buitenruimte / civiele techniek senior medewerker bag beheer medewerker expertiseteam jeugd klantmanager (nieuwe wet) inburgering jeugdconsulent senior beleidsadviseur sociaal domein strategisch communicatieadviseur / woordvoerder senior communicatieadviseur kabinet commissaris van de koning senior communicatieadviseur senior technisch beleidsmedewerker exportcontrole en strategische goederen OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl pagina 47 pagina 47 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Senior Beleidsadviseur Sociaal Domein 28-36 uur | schaal 11 Beleidsmedewerker Milieu 32-36 uur | schaal 10 • Focus op werkveld Wmo • Inhoudelijk vraagbaak voor collega’s • Adviseert en ontwikkelt (integraal) beleid • Neemt deel aan werkgroepen in aanloop naar fusie Larissa Plantinga | 06-24863093 | larissaplantinga@certusgroep.nl • A t/m z betrokken • Allrounder met veel verantwoordelijkheid • Milieukundige affiniteit • Innovatief vermogen Koen Salet | 06-42267005 | koensalet@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Ervaren Jurist Vaardig in bezwaar en beroepsprocedures • Zelfstandig • Overtuigend • Organisatiesensitief Senior Adviseur Bedrijfsvoering en Ontwikkeling Analytisch • Verbindend • Resultaatgericht • Sparringpartner Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021
De gemeenten Haarlem en Zandvoort staan voor ruimtelijke uitdagingen: de binnenstedelijke bouw van duizenden woningen, klimaatadaptatie, energietransitie en het werken met de Omgevingswet. Voor een succesvolle uitvoering is een sterke ambtelijke organisatie nodig. Daarom zijn wij op zoek naar jou! De organisatie van het Fysiek Domein is in beweging: naast beheer vinden we ontwikkeling ook steeds belangrijker. We willen meer focus aanbrengen en scherper prioriteren in het werk. Met als doel: meer fl exibiliteit, kortere doorlooptijden, minder werkdruk en meer werkplezier. Er zijn legio redenen te noemen waarom werken bij de gemeente aantrekkelijk is. Gemeenten zijn bijvoorbeeld direct betrokken bij heel urgente opgaven, zoals de klimaatadaptatie. Wil je echt het verschil maken? Kom dan werken bij Haarlem. We zijn groot genoeg voor serieuze uitdagingen en klein genoeg voor direct contact met bewoners en bestuurders. Er is geen centimeter in de stad waar wij als gemeente niet op een of andere manier bij betrokken zijn. We hebben hem ontwikkeld, vergund, vernieuwd of houden het schoon. Kortom: de ideale plek om je loopbaan te vervolgen! Portfoliomanager Fysiek Domein Beleidsadviseur Parkeren SCAN ME 36 uur | HBO| schaal 13 max € 6.365 per maand excl. IKB Ervaren portfoliomanager die in deze nieuwe functie binnen het fysiek domein, het portfoliomanagement van Haarlem en Zandvoort ontwikkelt en implementeert. Je hebt er plezier in om je analytische vaardigheden te gebruiken en om op het juiste moment goede vragen te stellen. Ook deel je graag jouw kennis van en ervaring met de collega’s waarmee je nauw samenwerkt. Je gaat gestructureerd en planmatig te werk en je weet met kernachtige en begrijpelijke adviezen en rapportages te komen. Je loopt graag voorop in de visie- en kennisontwikkeling van het vakgebied en weet dit om te zetten naar werkbare adviezen. Scan de QR code en lees de hele vacaturetekst. SCAN ME 36 uur | WO| schaal 11A max € 5.519 per maand excl. IKB Als ervaren beleidsadviseur ontwikkel je beleidstrajecten en ben je medeverantwoordelijk voor het opstellen en onderhouden van de gemeentelijke parkeervisie en strategie, waarbij je gebruik maakt van verschillende sturingsmiddelen om de openbare ruimte te reguleren via tarieven, parkeerzones en normen voor autodeelbeleid. Binnen je functie vertaal je de parkeervisie naar beleid en stel je regels en richtlijnen op voor de uitvoering. Ook denk je actief mee bij beleidstrajecten van andere afdelingen en programma’s, zoals het programma Duurzaamheid, de Omgevingsvisie en de ontwikkelvisies binnen de gebieden. De afdeling bestaat uit 60 personen en samen zijn we verantwoordelijk voor het opstellen én uitvoeren van onder andere het parkeerbeleid en regulering in Haarlem en Zandvoort. Scan de QR code en lees de hele vacaturetekst. www.werkenbijfysiekdomeingemeentehaarlem.nl
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsAfdelingsmanager Bedrijfsvoering 36 uur | schaal 14 max. € 98.238,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren manager met een moderne stijl van leidinggeven. Naast coachend leidinggeven sturen op het behalen van afgesproken resultaat. Brengt de basis verder op orde met visie naar de toekomst. Staat stevig in de schoenen, is een vernieuwer, innovator en weet anderen te enthousiasmeren. Zakelijk en beleid vertalen en verankeren in de organisatie. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Senior Belangenbehartiger / Financieel Specialist 36 uur | max. € 90.510,- bruto per jaar (excl. overige arb. voorw.) Bedrijfskundige of financieel economische opleidingsachtergrond op academisch niveau met gevoel voor gewenste vernieuwingen en politiek Den Haag in relatie tot de belangen van woningcorporaties. Ervaring in projectmatig werken. Thuis voelen in rol van projectmanager van inhoudelijke en strategische complexe projecten. Communicatief sterk, durf, verbinder, netwerker en van nature gericht op samenwerken. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Senior Belangenbehartiger 36 uur | max. € 90.510,- bruto per jaar (excl. overige arb. voorw.) Analytisch sterke academicus met economische affiniteit. Ervaring in (semi) publieke sector en met complexe strategische vraagstukken onder politieke druk. Oog voor de belangen van woningcorporaties op terrein van woningwet, woningmarkt binnen de driehoek van beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit van woningen. Initiatiefrijk, oplossings- en samenwerkingsgericht. Met flair overtuigen. Goede gesprekspartner, daadkrachtig en met helicopterview. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Senior Adviseur Ruimtelijke Projecten 32 - 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Mooie rol bij de snelst groeiende gemeente in het noorden voor een adviseur die de regie voert op uitdagende en complexe ruimtelijke projecten. Denkt actief mee met ondernemers en inwoners over de realisatie van dromen, initiatieven en plannen. Is een inspirerende sparringpartner die rust brengt en verbindend, collegiaal en politiek sensitief is. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Strategisch Communicatieadviseur / Woordvoerder 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Energiek, gedreven, creatief en ervaren strategisch adviseur. Adviseren op strategische communicatie vraagstukken en woordvoeder voor collegeleden. Inhoudelijk sterk en regie kunnen voeren op wat nodig is en hierin prioriteiten stellen. Verbinder met durf, lef en met open blik meebouwen aan de vernieuwing van de afdeling communicatie en collega’s hierin meenemen. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Adviseur Informatiebeheer Gemeenten 36 uur | schaal 10 max. € 63.123,- bruto per jaar (incl. IKB) Gedreven en ervaren adviseur met groot hart voor (digitale) archivering. In de rol van relatiemanager adviseren van klanten. Legt makkelijk contact met bestuurders, managers en medewerkers. Pro actieve houding, analytisch sterk en prioriteiten kunnen stellen. Initiëren van verbeteringen, optreden als vraagbaak en uitvoeren van inspecties en rapporteren aan klanten. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie
1 Online Touch