ESSAY SOCIAAL EN DUURZAAM INKOPEN 18 DIEDERIK SAMSOM MEER INHOUDELIJKE SAMENWERKING IN EU 26 BURGEMEESTER VAK VEREIST VOORAL EVENWICHTSKUNST 31 20 augustus 2021 | week 33 | jaargang 42 15 2021 BINNENLANDS BESTUUR GEMEENTEN VERDIEPEN ZICH IN HUN AANDEEL MEER OOG VOOR SLAVERNIJVERLEDEN Het Publieke Domein VAN EN VOOR DE PUBLIEKE SECTOR Ontdek de digitale leeromgeving op www.delerendeambternaar.nl Als het om arbeidsmobiliteit gaat hetpubliekedomein.nl | info@hetpubliekedomein.nl | 030 - 208 1153 ONAFHANKELIJK MAGAZINE VOOR BETROKKEN AMBTENAREN EN BESTUURDERS
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 02COLOFON REDACTIONEEL ‘ Mijn hoofd was waar ik zelf was’ Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Hans van Rhoon/ANP-HH VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. EINDE SABBATICAL HARDE LANDING Voor het eerst in mijn werkzame leven genoot ik de luxe van een mini-sabbatical: twee maanden eruit. En dat eruit nam ik heel erg letterlijk. Het land uit, mijn werkmail uit, geen krant, geen twitter, geen tv, geen radio. Just me, myself and my wife. Ongekend, wat een rust dat dit me gaf. Vooral het niet dag en nacht met nieuws bezig zijn en te worden geleefd door ontwikkelingen buiten mij om, waar ik onwillekeurig een mening over denk te moeten vormen. Dat was er dus twee maanden lang niet. Gevolg: mijn hoofd was waar ik zelf was. Collateral advantage was er ook in de vorm van een duidelijke betere nachtrust. En ik betrapte me ook op een beter humeur. Daarbij, dat moet gezegd, elke dag geholpen door een uitbundige zon. Dat zou en wou ik graag vasthouden, zo nam ik me voor. Ook in een regenachtig Nederland, en ja, ook als de outlook-envelopjes onder in het scherm weer zouden oppoppen, de krantenkoppen me weer tegemoet zouden schreeuwen en de diarree van ongezouten meningen zich weer via alle mogelijke kanalen zou opdringen. Als die twee maanden me iets hadden geleerd, was het de betrekkelijkheid van de eigen mening – en die van anderen. Met name over die dingen waar we als individu toch geen invloed op hebben. U raadt het al, dat is niet vol te houden. Eigenlijk ging het op mijn eerste werkdag, maandag 9 augustus, al mis. De dag waarop het IPCC naar buiten bracht dat de opwarming van de aarde nog sneller gaat dan eerder was berekend. Een gezelschap van honderden klimaatweten schappers uit de hele wereld concludeert dat we ons bij ongewijzigd beleid moeten voorbereiden op extreem weer. Omdat die uitkomst in de lijn lag, werd ik er eigenlijk warm noch koud van. Maar toen ik ambtshalve de krant van wakker Nederland opende, brak de oude reflex acuut weer door mijn in de vakantie opgetrokken muur. Terwijl ze in Duitsland de laatste overstromingsslachtoffers borgen en Limburg nog aan het dweilen was, kregen een paar klimaatwappies ruim baan op de voorpagina. Ach, natuurlijk niet meer dan een mening. Maar toch… ADVERTENTIE HANS BEKKERS CHEF REDACTIE BINNENLANDS BESTUUR EU-nieuwsbrief Ontvang 1x per maand het nieuws over de belangrijkste agendapunten van de Europese Unie en het Europees Parlement. Meld u nu aan binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 INHOUD 03 14 COVERSTORY SLAVERNIJ Het slavernijverleden is actueler dan ooit. Ook buiten de Randstad kijken steeds meer gemeenten naar hun eigen aandeel in de trans-Atlantische slavenhandel. Tijd voor zelfonderzoek, herdenking en een stadsbreed gesprek. 10 INTERVIEW GIDO OUDE KOTTE Gemeenten die niet uitkomen met hun budget voor jeugdzorg, moeten de belastingen verhogen of hun zorgambities bijstellen. ‘En niet meer geld vragen bij het rijk’, aldus burgemeester Gido Oude Kotte van Aalsmeer. 22 DE VELUWSE POSBANK DRUK OP DE NATUUR De lockdown dreef ons richting natuur. De drukte zorgde voor stress bij veiligheidsregio’s en beheerders, maar heeft ook tot nieuwe inzichten geleid over bezoekersmanagement. 34 PROGRAMMA BEREKENT BATEN BOOM GROEN RENDEMENT IN KOELE CIJFERS Dat bomen van alles bijdragen is inmiddels bekend. Maar hoe maak je daar als gemeente goed gebruik van? Het Amerikaanse programma i-Tree berekent allerlei cijfers over de baten van individuele bomen. Niet elke boom levert namelijk hetzelfde op. NIEUWS Ambtenaar mag half jaar vanuit buitenland werken 4 ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ESSAY Verplicht duurzaam ACHTERGROND Samsom bepleit zoeken samenwerking Hoe digitale trucs te vermijden Acrobatisch vermogen een pre 26 28 31 18 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN OPINIE BOEK PERSONALIA 5 7 8 17 30 37 39 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 04 NIEUWS ARBEIDSVOORWAARDEN DOOR: HANS BEKKERS Medewerkers van de gemeente Amsterdam kunnen, als hun leidinggevende er tenminste mee instemt, zes maanden achtereen hun werkzaamheden vanuit het buitenland verrichten. PROEF IN GEMEENTE AMSTERDAM AMBTENAAR MAG HALF JAAR VANUIT BUITENLAND WERKEN Het gaat volgens het werkgeversteam van de gemeente om een proef voor medewerkers die in de corona-periode hun werkzaamheden al bijna volledig vanuit huis deden. Veel Amsterdamse ambtenaren doen dat al sinds maart 2020. Aanvankelijk ging het om een periode van drie maanden, maar de duur is inmiddels verlengd naar maximaal een half jaar. De gemeente start met de proef vanuit ‘goed en modern werkgeverschap’ en noemt het ‘een mooi gebaar. ‘Corona zorgt voor veel ellende, maar het levert ook mooie nieuwe initiatieven en kansen op. Gelukkige werknemers zijn productieve werknemers en wie weet wat voor mooie ideeën er ontstaan in het buitenland’, aldus de gemeente. VEILIG INTERNET Het klinkt misschien als een betaalde vakantie, thuiswerken in het buitenland, maar dat is het volgens het werkgeversteam zeer zeker niet. Om daar geen misverstand over te laten ontstaan, gelden er voorwaarden. Zo is het de leidinggevende die bepaalt of een medewerker toestemming krijgt om thuis te werken in STRANDEN In een toelichting stelt de gemeente Amsterdam duidelijk dat de thuiswerkregeling vanuit het buitenland niet gaat over gevallen waarin medewerkers op vakantie zijn en vast komen te zitten, omdat er bijvoorbeeld een lockdown in dat land wordt ingesteld. In dat geval is sprake van een tijdelijke situatie en is het afhankelijk van de omstandigheden of gestrande medewerkers het reguliere werk kunnen blijven doen. In die gevallen is er overleg met de leidinggevende en de P&O-adviseur. ‘Gelukkige werknemers zijn productieve werknemers’ het buitenland. ‘Het is geen recht waar een medewerker zich op kan beroepen. Maar als het mogelijk is, dan adviseert het werkgeversteam aan leidinggevenden om toestemming te geven.’ In principe kan volgens het werkgeversteam iedereen die sinds de start van de coronacrisis grotendeels thuiswerkt, ook thuiswerken vanuit het buitenland. ‘Immers, het werk gebeurt nu ook vanuit huis en het zou niet moeten uitmaken waar dat huis staat’, aldus de toelichting. Wel moet de aard van het werk het toelaten om het werk in het buitenland te verrichten. Verder dient, als medewerkers met vertrouwelijke gegevens werken, vooraf goed onderzocht te worden of er in het buitenland een veilige internetverbinding mogelijk is en of er nog andere maatregelen nodig zijn. CARAVAN TABOE Medewerkers die willen thuiswerken vanuit het buitenland worden geacht dat te doen in een huis. Dat betekent dus dat een medewerker een (vakantie) huis huurt, van huis ruilt of in huis bij familie/vrienden logeert. Het is niet toegestaan om vanuit een hotel, caravan of tent te werken. Ook is de medewerker verantwoordelijk voor het arboconform inrichten van de thuiswerkplek en voor goed werkend en beveiligd internet. De te maken kosten daarvoor komen voor eigen rekening. Dat geldt ook voor de eventuele extra verzekeringskosten. Een thuiswerkperiode in het buitenland duurt maximaal zes maanden. Een medewerker die langer wil blijven, neemt dan vakantie of onbetaald verlof op. Vakantieperiodes waarin de medewerker met zijn of haar gezin op vakantie is, bijvoorbeeld twee weken met kerst of zes weken in de zomer, zijn uitdrukkelijk niet bedoeld om thuis te werken vanuit het buitenland en maken geen deel uit van de proef. De normale regels die in Nederland gelden, zijn ook van toepassing als de medewerker vanuit het buitenland werkt.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ARBEIDSVOORWAARDEN NIEUWS 05 ‘ Geen recht waar een medewerker zich op kan beroepen’ Daaronder vallen in ieder geval het goed bereikbaar zijn voor leidinggevenden en collega’s en de regels rond ziek- en hersteld melden. EU-LIDSTATEN Een andere beperkende voorwaarde is dat het thuiswerken vanuit het buitenland met toestemming van de leidinggevende alleen mag binnen de 27 lidstaten van de EU, en binnen het Caraïbisch deel van Nederland. Dat is zo omdat voor landen binnen de EU geen werkvergunning/werkvisum nodig is. Er zijn vier landen waar zonder werkvergunning gewerkt mag worden die geen onderdeel de EU uitmaken, namelijk Zwitserland, Liechtenstein, Noorwegen en IJsland. CARTOON BEREND VONK Buiten de EU mag een medewerker niet zomaar werken en dan wordt het verlenen van toestemming vanuit de werkgever dus juridisch gezien ingewikkeld, met mogelijk fiscale gevolgen. Medewerkers die van hun leidinggevende toestemming krijgen om aan de proef mee te doen, wordt gevraagd hun ervaringen bij te houden en te delen. Zij vullen voor vertrek, tijdens hun verblijf in het buitenland en na terugkeer een korte vragenlijst in die ze van P&O ontvangen. Hun leidinggevenden doen dat ook. Op die manier meet de gemeente de ervaringen. Die zijn onderdeel van de evaluatie, op basis waarvan de werkgever besluit of er beleid wordt opgesteld rond thuiswerken vanuit het buitenland. Door het negatief reis advies lag de proef een tijdje stil. De evaluatie vindt nu deze zomer plaats. TECHNISCHE ONDERSTEUNING De laptop/iPad en telefoon van het werk mogen mee naar het buitenland. Mochten er technische problemen zijn dan kan hulp worden gevraagd worden aan de Servicedesk van de gemeente Amsterdam. Mocht er een nieuwe laptop of telefoon nodig zijn, dan wordt deze vanuit Nederland opgestuurd. Omdat dat langer kan duren, is het advies een reserve privé- laptop en privé-telefoon mee te nemen, zodat er kan worden doorgewerkt. Als de medewerker niet kan werken, moet deze vrije dagen opnemen.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN07 VERLOREN WEDSTRIJD, BIJ VOORBAAT Voor welke opleiding kiest u? Als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid, wet- en regelgeving kan zijn. Met onze opleidingen sluiten we daarom aan op de doelstellingen van de VNG en zetten de inhoud om tot heldere en praktische opleidingen. Zo verbinden wij mens en kennis. Kijkt u mee wat dat voor het volgende thema betekent? Ons aanbod Fysieke leefomgeving Training: De BAG de Baas start 8 september Masterclass/Ontwikkel lab: Bestuursadviseur start 16 september Masterclass: Succesvol adviseren in een politiekbestuurlijke context start 17 september Masterclass: Effectief regisseren 30 september Incompany: VNG Leergang Het maken van een Omgevingsplan op aanvraag Incompany: Omgevingswet in Vogelvlucht op aanvraag Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl ‘Besturen is leed toebrengen’, schijnt Ad Geelhoed ooit te hebben gezegd. En voor wie daaraan twijfelt, is er op televisie het programma Opstandelingen. Sophie Hilbrand peurde afgelopen maanden weer als vanouds in lokale hoofdpijndossiers over windturbines, megastallen en volkswijken. Echte klappers in de categorie Bloemendaal (seizoen twee) of Bergen (seizoen een) zaten er dit jaar niet bij. Maar desondanks was het beeld ook nu weer weinig flatteus. Er deugde allemaal weinig van, constateerden de kijkers op sociale media en columnisten in regionale dagbladen. Gemeentevoorlichters, op hun beurt, ‘herkenden zich niet in het geschetste beeld’ of laakten ‘de eenzijdige informatie waar zij om privacyredenen helaas niet op konden ingaan’. Al sinds de eerste aflevering weet het lokaal bestuur maar moeilijk raad met het programma. Het is evident serieuzer en beter gemaakt dan het klassieke recept van Pieter Storms om onaangekondigd en met draaiende camera een verwilderde wethouder over tafel te trekken. Zo makkelijk kom je trouwens tegenwoordig ook een bestuursvleugel niet meer op. Anderzijds is het programma geen rijdende rechter of neutrale onderzoeksjournalistiek. Daarvoor is het frame veel te sterk en te eenzijdig. Het heet Opstandelingen, want het gaat over die opstandelingen. Elke horzel die een punt heeft, wordt geportretteerd als ware het Rosa Parks zelf. Kwestie van vakwerk. Een typische aflevering begint met dramatische beelden en dito muziek bij een paar stevige quotes van de opstandeling. ‘Waarom mag je in een land met zoveel woningnood niet wonen op een recreatiepark? Alleen omdat een of andere pipo op het stadhuis een regeltje niet wil aanpassen?’. En meteen daarna volgt de toon van het programma met een rocknummer uit de jaren 70: ‘No, you won’t fool the children of the revolution, no, no, no’. Dat is ook de eindtune van het programma. Ergens daartussen moet dan die pipo van het stadhuis het Bouwbesluit zien uit te leggen. Geen thuiswedstrijd dus. Burgemeester Hafkamp van Bergen, die het programma voor de eerste aflevering drie uur te woord had gestaan, trof zichzelf naar eigen zeggen terug als de harteloze capo van het Palermo van Noord-Holland. Ook andere gemeenten schrokken zich rot en weigerden in het tweede seizoen hun medewerking. Dat pakte in de vaardige handen van het programma echter zo mogelijk nog desastreuzer uit, zodat in het derde seizoen weer wel actieve bestuurders optraden. Terecht, wat mij betreft. Want juist bij een uitwedstrijd kun je respect verdienen. Wethouder Joost Reus van Culemborg fietste zelf naar de boze ‘ Elke horzel die een punt heeft, wordt geportretteerd als ware het Rosa Parks zelf’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN burgers om hen rechtstreeks onder ogen te komen. Toch kon hij de ‘children of the revolution’ natuurlijk niet voor de gek houden. Ze vraten hem niet meer. Wat is dan die revolutie uit het frame van het programma waar zoveel kijkers op aanslaan, maar waarin bestuurders zo slecht afsteken? En dan bedoel ik de wijze waarop het verhaal wordt verteld, de beelden die daarbij worden vertoond en de accenten die de muziek zet. Welk ideaal van lokaal bestuur wordt er uitgevent? Eigenlijk zou het programma systematisch moeten worden geanalyseerd door beeldwetenschappers met verstand van publieke verbeelding. Amateurs als ik kunnen niet meer doen dan alle afleveringen nog eens achter elkaar terugkijken. Maar dat levert al wel het vermoeden op dat het programma een democratisch ideaal uitdrukt waar een gemeenteraad als volksvertegenwoordiging eigenlijk nooit aan kán voldoen. Want we zijn er niet met minder netwerkcorruptie, ombudspolitiek en meer dualisme. De opstandeling uit het programma is de soevereine burger wiens individuele autonomie langzaamaan absoluut wordt. Nadeel dulden voor het algemeen belang is er dan niet meer bij. Absolute individuele autonomie klinkt als de ultieme democratie. Maar het is een revolutie die haar eigen kinderen opeet.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 08 NIEUWS IN BEELD SOCIAAL DOOR: YOLANDA DE KOSTER DATAGEBRUIK IN SOCIAAL DOMEIN HET BELANG VAN DATA Het werken met data is voor het werk van beleidsmedewerkers in het sociaal domein (jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning en werk en inkomen) van (groot) belang, stelt driekwart van de respondenten. Slechts acht procent ziet er het nut niet van in. In hun dagelijkse werkzaamheden maakt 55 procent van de respondenten daadwerkelijk gebruik van data. Een procentje minder (54 procent) heeft daar ook succesvolle ervaringen mee. ‘Het is opvallend dat zoveel ambtenaren positief reageren op het gebruik van data en daar ook het belang ervan inzien’, stelt Lisa Zeestraten, een van de onderzoekers van Kurtosis. ‘Ook opvallend is dat doeleinden van datagebruik vooral op interne verantwoording zitten en minder op inhoudelijke verbetering, zoals beleid en dienstverlening.’ Belangrijkste doel om data in te zetten? Het informeren van de gemeenteraad. Met welk doel worden data ingezet* Het informeren van de raad Zicht en grip krijgen op uitgaven Informeren van het college Monitoren van beleid erbeteren dienstverlening cliënt/inwoner Inhoudelijk bijstellen van beleid e Controleren/aansturen aanbieders Ter inschatting toekomstige zorgvraag Hoogte van het budget bijstellen 15,7% 13,4% 12,8% 12,3% 10,1% 10% 8,9% 8,5% 8,2% *meerdere antwoorden waren mogelijk Belangrijkste reden om met data aan de slag te gaan ONVOLDOENDE BENUT 9% 27% 14% 3% 2% 40% Het college van B&W wil het Financiële noodzaak Onze directie/MT wil het Fraudesignalen De gemeenteraad wil het Weet niet De mogelijkheden van data worden in het sociaal domein echter nog onvoldoende benut, ziet Zeestraten uit de onderzoeksresultaten. De doeleinden van het datagebruik zijn divers, maar met stip op één staat de financiële noodzaak. Opmerkelijk vindt Zeestraten dat heel veel ambtenaren eigenlijk niet weten waarom ze met data aan de slag moeten.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 NIEUWS IN BEELD 09 Nog lang niet alle gemeenten gebruiken data om grip te krijgen op het sociaal domein. De wil bij ambtenaren om met data te werken is er zeker wel, zo blijkt uit onderzoek van Binnenlands Bestuur en Kurtosis. ‘Er is gretigheid om meer te doen met data, maar er zijn te weinig mogelijkheden’, stelt onderzoeker Johan Posseth. 9,4% ONVOLDOENDE GESCHIKTE DATA 12,8% 10% 18% Belangrijkste obstakels bij gebruik data* Het koppelen van gegevens is moeilijk/ondoenlijk Privacyaspecten Analyseren gegevens tijdrovend Gegevens krijgen van aanbieders is lastig We kunnen beschikbare data niet ontsluiten We hebben onvoldoende data tot onze beschikking *meerdere antwoorden waren mogelijk Prima met data overweg Het werken met data is makkelijk 45% 24% 31% (helemaal)eens: neutraal (helemaal)oneens Ik kan het werken met data me makkelijk eigen maken 61% 26% 13% Het kost teveel tijd om het werken met dat me eigen te maken 19% 25% 57% VERANTWOORDING ONDERZOEK Binnenlands Bestuur en Kurtosis hebben in mei een online-onderzoek uitgevoerd naar het gebruik van en ervaringen met data in het sociaal domein. 282 ambtenaren die in het sociaal domein werken hebben de volledige vragenlijst ingevuld. STIMULEREN KAN BETER ‘De wil om met data te werken is er; grijp die kans’, stelt onderzoeker Johan Posseth. ‘Benut data voor zowel je beleid als de uitvoering.’ Je moet dan wel kort-cyclisch (wekelijks, maandelijks) monitoren en bijsturen. ‘Als je dat consequent doet, kun je sneller tot inzichten komen en dus meer resultaat hebben met het beleid.’ Het verhaal achter de cijfers is van belang, benadrukt Posseth. ‘Maar daarvoor heb je data nodig. Daar begint het mee.’ De organisatie kan haar medewerkers wel beter ondersteunen. Een kwart van de ambtenaren geeft namelijk aan dat er helemaal of vrijwel geen ondersteuning wordt geboden. Er is vooral behoefte aan extra tijd, training en inzicht in de mogelijkheden. Ook hulp van een data-analist is welkom, om onder meer de data te ontsluiten, te koppelen en te analyseren. 30,7% 19% Ambtenaren (35 procent) stellen dat er te weinig geschikte data voorhanden zijn om effectief beleid te kunnen voeren, zo blijkt uit het onderzoek. ‘Veel ambtenaren die in het sociaal domein werken, willen wel data gebruiken in hun dagelijkse werk, maar lopen daarbij wel tegen obstakels aan’, aldus Zeestraten. Het koppelen van gegevens blijkt een fikse kluif te zijn.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 10 INTERVIEW GIDO OUDE KOTTE DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: SAKE RIJPKEMA Stel dat gemeenten niet uitkomen met hun budget voor jeugdzorg. Dan moeten ze de lokale heffingen verhogen of hun zorgambities bijstellen. Wat ze vooral níét moeten doen, is om meer geld vragen bij het rijk. Aldus Gido Oude Kotte, burgemeester van Aalsmeer. AALSMEERS BURGEMEESTER GIDO OUDE KOTTE: ‘NIET BEDELEN BIJ HET RIJK’ Uitermate stellig en bij tijd en wijle fel is Gido Oude Kotte, burgemeester van Aalsmeer. Het rijk heeft niet oneindig diepe zakken en gemeenten hebben in zijn ogen voldoende ‘knoppen om aan te draaien’, aldus Oude Kotte, die tevens financiën in portefeuille heeft. Veel gemeenten doen dat niet en blijven in Den Haag maar op de deur bonken voor meer geld voor de jeugdzorg. ‘Hou daar toch eens mee op.’ Het is niet dat Aalsmeer bulkt van het geld en daarmee makkelijk praten heeft, zegt Oude Kotte. ‘Ook wij hebben een tekort en ook wij hebben uitdagingen.’ Op de jeugdhulp komt de gemeente structureel 1,5 tot 2 miljoen euro tekort. Aalsmeer kent een uitgebreid netwerk van wegen en bruggen, waar veel vrachtverkeer overheen dendert tussen de bloemenveiling en Schiphol. ‘Omdat er zoveel verkeer over gaat, vraagt dat serieus onderhoud en vervanging.’ Dan zijn er nog de tientallen jachthavens en het daarbij behorende grote recreatiegebied dat onderhoud behoeft en een bloeiend verenigingsleven dat ook gemeentelijke investeringen vergt. ‘Het zijn grote uitdagingen die in de gemeenteraad debat opleveren over waar je wel of niet geld aan uitgeeft.’ De begroting van Aalsmeer omvat 120 miljoen euro. Vanuit het gemeentefonds krijgt Aalsmeer jaarlijks 41 miljoen euro; 79 miljoen euro komt via lokale inkomsten de gemeentekas in. Aalsmeer krijgt per inwoner aanmerkelijk minder uit het gemeentefonds dan andere gemeenten. Dat landelijke gemiddelde ligt op 1.863 euro per inwoner. ‘Wij krijgen 1.147 euro per inwoner.’ Maar dat is eigen schuld, of, zoals Oude Kotte het liever zegt, eigen keuze. Want het zit ‘m met name in de lokale heffingen. ‘Het rijk zegt: u hebt veel mogelijkheden om lokaal te heffen. Dat doen wij niet. Wat betreft de ozb voor woningen zitten we op een gezond gemiddelde, maar wat betreft de ozb voor niet-woningen zitten we ontzettend laag. Als we dat zouden willen, zit daar dus heel veel ruimte in om structureel extra geld binnen te halen.’ KEUZES Het gaat om keuzes die een gemeente al dan niet maakt. Als keuzes niet worden gemaakt, moeten gemeenten zelf op de blaren zitten, vindt Oude Kotte. Ga als gemeente vooral niet bij het rijk uithuilen. Gemeenten kunnen zelf veel meer dan ze nu doen om de financiën op orde te krijgen. Als Aalsmeer de ozb voor niet-woningen bijvoorbeeld zou verhogen, levert dat meer eigen opbrengsten op. Aalsmeer kiest ervoor om dat niet te doen. ‘Het draait allemaal om de vraag hoe je je gemeente financieel op orde houdt.’ Keuzes maken dus, zoals Aalsmeer dat onder meer bij de jeugdzorg heeft gedaan. ‘We kunnen wel telkens naar het rijk wijzen vanwege de tekorten, maar wij geven op basis van de Jeugdwet en onze interpretatie daarvan ons beleid zo vorm dat we een enorme stijging zien in jeugdhulp. Wij kloppen daarvoor niet aan bij het rijk, maar plussen bij vanuit onze eigen middelen. Bij de decentralisaties in 2015 heeft het rijk gezegd dat we er als gemeenten grote verantwoordelijkheden bij kregen, maar ook dat we samen verantwoordelijk zijn voor de financiering ervan.’ De ozb-opbrengsten kunnen daarvoor worden ingezet, stelt Oude Kotte. ‘In gemeenteland wordt vaak gezegd dat de ozb die we lokaal heffen, lokaal kunnen uitgeven. Maar dat klopt niet. Ik vind dat echt ‘In de jeugdzorg durven veel gemeenten niet te kiezen’ een complete misvatting van veel bestuurders. Met de ozb-opbrengsten moeten ook taken worden gefinancierd die we vanuit het rijk hebben gekregen. Het gaat om cofinanciering, en daar valt ook jeugdhulp onder.’ Maar het rijk heeft de jeugdzorg toch in 2015 met forse budgetkorting naar gemeenten overgeheveld? ‘Misschien is het wel zo dat het rijk gemeenten te weinig geld voor de jeugdzorg heeft gegeven, maar ik denk dat we inmiddels meer aan jeugdhulp uitgeven dan voor 2015. We moeten ons achter de oren krabben waar hem dat in zit. De een zal zeggen dat het komt door de vormgeving van de Jeugdwet. Je kunt de wet zo lezen dat gemeenten de verantwoordelijkheid hebben om geen kind tussen wal en schip te laten vallen. Aan de andere kant zie ik ook de reflex dat we geen wachtlijsten accepteren. Als je op dat standpunt staat, vraagt dat nogal wat.’ ERG WIJD Gemeenten hebben de poorten tot de jeugdhulp wel heel erg wijd opengezet, vindt Oude Kotte. Dat mag, maar ook dan moet je als gemeente zelf de (financiële) consequenties dragen. ‘In mijn vorige gemeente Heerhugowaard [waar Oude Kotte wethouder financiën en jeugdhulp was, red.]
INTERVIEW 11 CV GIDO OUDE KOTTE (Apeldoorn, 1980) studeerde bestuurskunde aan de Thorbecke Academie en rechten aan de Rijksuniversiteit Groningen. Tijdens en na zijn studie werkte hij tien jaar als jurist en partner bij een adviesbureau gespecialiseerd in omgevingsrecht en bestuursschades. Van 2010 tot en met 2013 was hij senior docent staats- en bestuursrecht aan de Thorbecke Academie en leidde hij samen met zijn broer een familiebedrijf in de recreatiesector gevestigd in Nederland en Kroatië. Vanaf 2010 was hij raadslid en fractievoorzitter van het CDA in Heerhugowaard. Van 2013 tot 2019 was hij er wethouder. Oude Kotte is sinds april 2019 burgemeester van Aalsmeer. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021
INTERVIEW 13 moest ik een paar miljoen euro op de jeugdhulp bezuinigen. We zijn toen vol op preventie gaan inzetten, net zoals veel gemeenten dat doen. We dachten als we jongeren aan de poort ‘afvangen’, we toe zouden kunnen met kortdurende en lichte hulptrajecten. Dat is een complete misvatting. We zeggen dat we jongeren die zware hulp nodig hebben, ambulant kunnen helpen. Ook dat is een complete misvatting. We krijgen aan de poort veel jeugd te pakken – met dyslexie, met adhd – en dat is prachtig, maar we weten niet of dit op termijn zwaardere en duurdere zorgtrajecten voorkomt. Wat ik wel weet, is dat als je als gemeente de ambitie hebt om kinderen in zo’n vroeg mogelijk stadium te helpen, dat dan de kosten stijgen. Als je als gemeente vindt dat dit de juiste weg is, moet je niet je hand ophouden bij het rijk. Als je dit belangrijk vindt, moet je gewoon fatsoenlijk je ambities bijstellen en geld voor je jeugd erbij leggen. Want wij als gemeenten bepalen het ambitieniveau voor de jeugd: hoe snel ze in een jeugdhulp traject komen.’ De noodkreten van veel gemeenten die zeggen dat ze vanuit de jeugdhulpplicht die de Jeugdwet hen oplegt, niet anders kunnen, wuift hij weg. ‘De Jeugdwet wordt breed geïnterpreteerd.’ Hij pleit er niet voor dat gemeente de poorten tot de jeugdhulp smaller maken, benadrukt Oude Kotte. ‘Maar als we de poort zo breed houden, moeten we wel zo volwassen zijn om daar ook uit eigen middelen geld bij te leggen. En dat betekent dat je andere ambities misschien moet laten varen of temporiseren. Of je kunt, als je dat niet wilt, de wachtlijsten iets laten oplopen. Ja, oké, de wet zegt er wel wat over, maar die zegt ook wat over op de opgave om woningen van het gas te halen en de opgave om asielzoekers op te vangen. Maar als je het geld er niet voor hebt, kan het niet. Als het om jeugd gaat, durven gemeenten die keuzes niet te maken.’ ONDANKBARE TAAK Op andere gebieden maken gemeenten volgens Oude Kotte die keuzes wel. ‘We durven bij de Wmo en de Participatiewet wel aan de knoppen te draaien. Ook als het gaat om de duurzaamheidsambities en de woningbouw ambities, de ambities op onze wegen. Waarom dan niet op jeugd? We moeten dat wel doen. Die ondankbare taak hebben we, maar ook dat is besturen.’ Zijn verhaal geldt niet voor alle gemeenten, verzacht Oude Kotte zijn ferme boodschap. Bij de verdeling van het gemeente‘Ik heb mijn jeugd zo lief dat ik andere ambities uitstel’ fonds moet veel gedetailleerder naar de jeugdzorgproblematiek in een gemeente worden gekeken. Op basis daarvan kan het budget dat via het gemeentefonds bij een gemeente belandt veel reëler worden vastgesteld, vindt hij. Ook vindt hij dat de kortingen waarmee het jeugdgeld naar gemeenten is overgeheveld, moeten worden gecorrigeerd. Zodra de basisfinanciering daarmee op orde is gebracht, moet de (financierings)systematiek op de schop. Het rijk moet een minimumniveau van jeugdzorg bepalen, dat alle gemeenten moeten leveren. Daarvoor moet een basisbudget komen, mede gebaseerd op de daadwerkelijke jeugdproblematiek in een gemeente. Willen gemeenten meer, dan moeten ze daarvoor eigen middelen vrijmaken. Wat de financiering van dat minimumniveau betreft, voelt Oude Kotte wel wat voor een systematiek à la het BUIGbudget, waaruit gemeenten bijstandsuitkeringen betalen. Bij grote tekorten is er een vangnetregeling van het rijk, met een eigen risico, waar gemeenten een beroep op kunnen doen. DIKKE REKENING Dat is de oplossingsrichting waaraan je moet denken, aldus Oude Kotte. ‘Ik zeg dus niet alleen dat gemeenten moeten ophouden met bedelen. Maar als het nieuwe kabinet niet structureel met extra budget voor de jeugdzorg wil komen, ook prima. Nou ja, ik ben wel voor de gek gehouden en in mijn hemd gezet. Telkens komt het rijk met incidentele oplossingen voor de tekorten en houdt het zich niet aan de trapoptrapaf systematiek [waarbij het budget voor gemeenten meebeweegt met het rijksbudget, red.]. Het rijk presenteert een heel dikke rekening aan gemeenten. Maar ik zal je zeggen: ik heb mijn jeugd zo lief dat ik daarvoor andere ambities wil uitstellen, in overleg met de raad, om dit voor onze jeugd te doen.’ Binnen het college van Aalsmeer staan de neuzen dezelfde kant op, stelt de burgemeester. De raad zegt dat de Jeugdwet moet worden uitgevoerd, maar hikt wel aan tegen de hoge kosten. ‘We werken hier met veel verschillende aanbieders, waardoor we een waterhoofd aan contractmanagers hebben opgetuigd. We kunnen ervoor kiezen met een paar aanbieders te gaan werken. Dat scheelt hier al gauw een half miljoen. Aan de andere kant hebben we bedacht dat we ook kleine aanbieders een kans willen geven. Prima, maar dat kost iets. Dit is nu een keuze die we kunnen maken.’ TIJD Tijd is daarnaast een belangrijk sturings instrument, stelt Oude Kotte. ‘Je moet niet al je ambities tegelijkertijd willen realiseren. Kijk naar de klimaatambitie. Die hebben we als Aalsmeer wel degelijk, maar we gaan niet voor 2030, maar eerder voor 2050. Neem de verduurzaming van onze gemeentelijke gebouwen; dat gaat niet eerder gerealiseerd worden dan 2040. Dat kost miljoenen. We hebben een grote ambitie als het gaat om het onderhoud aan onze wegen. Maar moet je nu alles vervangen? Je kunt ook wat repareren en het in de tijd oplossen.’ Het loslaten of bijstellen van ambities doet gemeenten pijn, weet Oude Kotte. Niet alle gemeenten hebben de luxe om dat te doen, ‘omdat ze tot hun nek in de ellende zitten. Al is dat ook een resultaat van gemaakte keuzes. Sommige gemeenten zitten met een bepaalde erfenis die ze niet het hoofd kunnen bieden. Maar door de wijze waarop gemeenten de Jeugdwet interpreteren, geven ze zichzelf geen keuzeruimte. Veel gemeenten hebben geen keus, maar heel veel gemeenten hebben die wel. De meeste gemeenten kunnen aan voldoende knoppen draaien. Bij een gemeente hier uit de buurt klotst het geld tegen de plinten, maar ze klagen tegelijkertijd steen en been bij het rijk.’ Fel: ‘Hou op met zeuren. Stel dat geld beschikbaar voor jouw jeugd en ga niet lopen bedelen.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021
14 ACHTERGROND HERDENKEN DOOR: JEROEN VAN DER SPEK FOTO: NICO GARSTMAN / ANP-HH Het Nederlandse slavernijverleden is actueler dan ooit. Ook buiten de Randstad kijken steeds meer gemeenten naar hun eigen aandeel in de trans-Atlantische slavenhandel. Tijd voor zelfonderzoek, herdenking en een stadsbreed gesprek. TERUGBLIKKEN OP HET SLAVERNIJVERLEDEN: ‘ WE MOETEN NIET BESTRAFFEND MET EEN VINGERTJE WIJZEN’ HOORN Tumult rondom het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen
’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ACHTERGROND 15 ‘ De rellen rondom het standbeeld van Coen kwamen natuurlijk niet uit het niets’ het Vlissingse onderzoek bekend. De 1 juli 2021 was in meerdere opzichten een gedenkwaardige dag. Nooit stonden zo veel gemeenten en organisaties stil bij Keti Koti, de jaarlijkse herdenking van de afschaffing van de slavernij in Suriname en de Nederlandse Antillen. De Amsterdamse burgemeester Femke Halsema excuseerde zich zelfs voor de betrokkenheid van het stadsbestuur bij de Nederlandse slavenhandel en raakte daarmee een gevoelige snaar in stad en samenleving. Een snaar die ook buiten de Randstad volop trilt, want in steeds meer gemeenten staat het slavernijverleden prominent op de politieke agenda. Groningen en Haarlem kondigden onlangs een onderzoek aan naar hun eigen rol in het slavernijverleden, in Amersfoort vond een ‘verzoeningsoptocht’ plaats en tijdens de eerste officiële Arnhemse herdenking van de transAtlantische slavernij hield burgemeester Ahmed Marcouch een vlammend betoog tegen ‘de giftige erfenis van slavernij’: racisme. Ook Vlissingen kijkt met een kritische blik naar zijn slavernijverleden. Begin dit jaar besloot de gemeenteraad om zijn rol in de transAtlantische slavenhandel te onderzoeken. ‘Zeeland heeft een prominente rol gespeeld in het koloniale en slavernijverleden’, zegt initiatiefnemer en raadslid Angélique Duijndam (Lijst Duijndam). ‘Het is belangrijk dat we dat verleden goed in kaart brengen. Niet om bestraffend met een vingertje te wijzen, maar om kennis te verzamelen en te zorgen dat deze periode niet wordt vergeten.’ Inmiddels zijn de eerste resultaten van ‘historiografische verkenning’ van professor Henk den Heijer en Gerhard de Kok laat onder meer zien dat Vlissingen in de tweede helft van de achttiende eeuw de onbetwiste hoofdstad was van de Nederlandse slavenhandel. Tussen 1750 en 1780 vervoerden Vlissingse schepen maar liefst 60.000 tot slaaf gemaakte Afrikanen – zes keer zoveel als de toenmalige stadsbevolking. Duijndam: ‘Dat is een heel schokkend verhaal, dat duidelijk maakt dat onze stad een flink deel van haar rijkdom heeft vergaard door mensen als productiegoederen te gebruiken. Het is belangrijk dat we dat feit onder ogen zien én erkennen dat de inzet van tot slaaf gemaakte Afrikanen onmenselijk en mensonterend was.’ Voor Duijndam hebben de onderzoeken een persoonlijke dimensie. Net als veel andere Nederlanders vormt het slavernijverleden een belangrijk deel van haar familiegeschiedenis. ‘Mijn overgrootvader is honderd jaar geworden. Hij wilde nooit over zijn eigen ervaringen als tot slaaf gemaakte spreken, maar we hebben later precies kunnen achterhalen waar zijn plantage lag, wie zijn eigenaren waren en welke familieleden aan een andere plantage zijn uitgehuurd. Dat verzwegen verleden is nog in de levens van veel mensen aanwezig. We mogen dat niet meer doodzwijgen.’ RELLEN De onderzoeken in Vlissingen, Haarlem en Groningen illustreren de toenemende bereidheid tot zelfreflectie. Ook in Hoorn, vorig jaar prominent in het nieuws vanwege protesten en rellen rond het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen, is zelfreflectie een belangrijk doel. De gemeente startte dit voorjaar een reeks ‘brede stadsgesprekken’ over inclusie, het koloniale en slavernijverleden. ‘De rellen rondom het standbeeld van Coen kwamen natuurlijk niet uit het niets,’ zegt Jan Nieuwenburg, burgemeester van Hoorn. ‘Wereldwijd richtten mensen op veel plaatsen hun agressie af op beelden uit het koloniale verleden. In die context hebben we ons afgevraagd wat er in onze samenleving aan de hand is en hoe we met elkaar een gesprek kunnen voeren over de vraag: hoe voelt iedereen zich thuis in onze stad? Zo is het idee ontstaan voor brede stadsgesprekken met bewoners, belangenorganisaties en buurtorganisaties.’ Die stadsgesprekken hebben geleid tot een serie uitzendingen op de lokale tv. In de eerste ronde ging een interviewteam op straat met inwoners in gesprek, in ronde twee wisselden inwoners ideeën uit in talkshowgesprekken en tijdens een reeks toekomstgesprekken blikten inwoners, lokale instellingen en partijen vooruit op de vraag hoe Hoorn de komende jaren een inclusieve stad kan worden. Een belangrijk onderdeel van de stadsgesprekken is het VOCverleden, in Hoorn onlosmakelijk verbonden met het standbeeld van Coen. Jan Pieterszoon Coen, voormalig gouverneurgeneraal van de VOC, maar ook bekend als ‘de slachter van Banda’, was negen jaar geleden al het middelpunt van een ‘rechtszaak’ in het WestFries Museum, maar zijn standbeeld mocht van een meerderheid van de bezoekers blijven staan. De gemeenteraad van Hoorn denkt hier hetzelfde over. Nieuwenburg: ‘Ik begrijp heel goed dat het standbeeld van Coen voor sommige mensen een steen des aanstoots is, maar voor ons is het standbeeld juist een goede slijpsteen voor gedachtenvorming. Het beeld helpt ons bij het voeren van het noodzakelijke gesprek over het kolonialeen slavernijverleden.’ DISCRIMINATIE De burgemeester is blij dat de gesprekken niet beperkt zijn gebleven tot het koloniale -en slavernijverleden, maar ook actuele thema’s beslaan: discriminatie, racisme en inclusie. Nieuwenburg: ‘We hebben gezegd: alles mag aan tafel en óp tafel komen. Dus niet alleen Coen, maar ook vragen als: heeft iedereen in onze stad evenveel kansen en kan iedereen meedoen? Dat gaat net zo goed over de acceptatie van mensen op de werkvloer, als over de integratie van de 130 verschillende nationaliteiten die in Hoorn samenleven.’ Nieuwenburg hoopt dat de uitkomsten van de Hoornse stadsgesprekken een plaats krijgen in het onderwijs en dat de gesprekken de gemeente helpen bij het formuleren van een nieuwe bestuursopdracht. ‘Discriminatie en inclusie zijn natuurlijk al jaren een belangrijk thema, maar achteraf moeten we vaststellen dat
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 16 ACHTERGROND HERDENKEN het gesprek over deze thema’s enigszins dreigde te verzanden. De stadsgesprekken dwingen ons om opnieuw met alle betrokken organisaties te kijken hoe we vormgeven aan een inclusief Hoorn. En hoe we ervoor zorgen dat mensen zich niet terugtrekken op een eiland, maar met elkaar in gesprek gaan.’ PIJNLIJKE GESCHIEDENIS Waar Vlissingen en Hoorn zich richten op zelfonderzoek en -reflectie, kiest Tilburg een heel andere manier om stil te staan bij het slavernijverleden: herdenken. Vier jaar geleden kondigde burgemeester Theo Weterings de komst aan van een herdenkingsmonument voor ‘alle nazaten van slaaf gemaakten’. Het monument moet volgend jaar een plaats krijgen op het Johan Stekelenburgplein, aan de noordkant van het station. ‘Het slavernijverleden vormt een uiterst pijnlijke geschiedenis, die in Tilburg bij een grote gemeenschap leeft,’ zegt Early van der Geld, voorzitter van Gedeeld Verleden, Gezamenlijke Toekomst Tilburg. ‘We vinden het belangrijk dat daar meer ruchtbaarheid aan wordt gegeven. Dat er een zichtbare en herkenbare plek is waar je kan herdenken, samenkomen en elkaar ontmoeten.’ Dat Tilburg als eerste Brabantse stad een herdenkingsmonument krijgt, heeft volgens Van der Geld alles te maken met de fraters van Tilburg. ‘De fraters van Tilburg speelden een belangrijke rol in het koloniale en neokoloniale systeem op Curaçao en in Suriname, bijvoorbeeld door het stichten van scholen. Ook de bekendste pastoor van Tilburg, Peerke Donders, was actief in Batavia en Suriname. Hun aanwezigheid heeft ervoor gezorgd dat er in Tilburg relatief grote Antilliaanse en Surinaamse gemeenschappen zijn ontstaan, waar men zich steeds sterker bewust is van het slavernijverleden. Het is heel belangrijk dat we dat bewustzijn een plaats kunnen geven.’ Het Tilburgse gedenkteken wordt na Amsterdam, Rotterdam en Middelburg het vierde slavernijmonument in Nederland. Volgens Van der Geld voorzien de monumenten in een behoefte. ‘Ze vervullen een belangrijke rol bij herdenkingen als Keti Koti. Maar ze zijn ook waardevol voor toevallige voorbijgangers die een tekst op een gedenksteen lezen en zichzelf vragen beginnen te stellen over wat er in het verleden is gebeurd. Daarmee dragen de monumenten bij aan het verspreiden van kennis, bewustwording en wederzijds begrip.’ De verschillende initiatieven om stil te staan bij het slavernijverleden, laten zien dat steeds meer gemeenten van hun verleden willen leren. Dat ziet ook slavernij-onSURINAME De oude koffie- en cacaoplantage Frederiksdorp is tegenwoordig hotel/landgoed derzoeker Karwan Fatah-Black, universitair docent koloniale geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Fatah-Black: ‘Steeds meer gemeenten zijn bereid om hun eigen aandeel in de koloniale geschiedenis of de geschiedenis van de slavernij onder de loep te nemen. Ze gaan er terecht van uit dat je eerst gedegen empirisch onderzoek moet doen, voordat je het politieke besluit neemt om ruimte te maken voor herdenking of excuses. Als je niet goed scherp hebt wát je herdenkt, boet het herdenken zelf ook aan betekenis in.’ Volgens hem laten de onderzoeken duidelijk zien dat de slavenhandel niet alleen een overzeese aangelegenheid was, maar overal in Nederland zijn vertakkingen had. ‘De handel in en de inzet van tot slaaf gemaakten heeft overal sporen nagelaten. Van Harderwijk, waar de soldaten aanmonsterden voor de overtocht naar Suriname, tot Park Rusthoff in Sassenheim, een onderdeel van een voormalig landgoed dat is gefinancierd uit de opbrengsten van koffieplantages in Suriname en Guyana.’ VERRE VAN COMPLEET De onderzoeken die in verschillende gemeenten lopen, worden ondersteund door landelijke onderzoeksprojecten zoals Mapping Slavery, een publieksgeschiedenisproject dat zich richt op het Nederlandse slavernijverleden en het hieraan verbonden erfgoed. Dat neemt niet weg dat het beeld van de Nederlandse slavenhandel verre van compleet is. Fatah-Black: ‘Er is ontzettend veel dat we nog niet weten. In 2018 is er bij station Hoofddorp een herdenkingsstrook voor het slavernijverleden ingericht met de tekst: “Wat is gebeurd, is niet voorbij”. Zo’n gedenkplaats is natuurlijk heel waardevol, maar ik vind het jammer dat daar geen onderzoek aan vooraf is gegaan. In de Haarlemmermeer circuleert een verhaal dat de afschaffing van de slavernij destijds door Amsterdamse kooplieden is tegengehouden, met als argument dat ze het geld van de plantages nodig hadden voor de inpoldering van de Haarlemmermeer. Ik heb niet kunnen verifiëren of het waar is, maar het zou voor de gemeente Haarlemmermeer interessant zijn om te weten. En het zou zo’n herdenkingsplek ook een extra dimensie geven.’ Volgens Fatah-Black komt de toenemende aandacht voor het koloniale- en slavernijverleden niet uit de lucht vallen. De discussie over roofkunst en de excuses van koning Willem-Alexander voor het Nederlandse geweld in Indonesië lieten al zien dat er in Nederland een toenemende bereidheid is tot zelfreflectie op het koloniale verleden. De aandacht voor koloniale én hedendaagse misstanden werd vorig jaar bovendien stevig aangewakkerd door de Black Lives Matter-beweging. Toch moeten gemeenten er volgens Fatah-Black voor waken dat initiatieven die gericht zijn op het slavernijverleden, geen loos gebaar worden. ‘Je kunt als gemeente makkelijk zeggen: we huren een onderzoeksbureau in om ons slavernijverleden uit te zoeken. Dan toon je dat je bereid bent om naar het verleden te kijken, kun je bij wijze van spreken een jaar later je excuses maken en heb je aan je verplichtingen voldaan. Maar de grote vraag is natuurlijk: wat dóé je met de uitkomsten? Dan heb je het over het verband tussen geschiedenis en hedendaagse thema’s als raciale ongelijkheid en discriminatie in het dagelijks leven. Dáár moet je als stad het gesprek over voeren.’ ‘ Er is ontzettend veel dat we nog niet weten’
Foto: Frans Lemmens/ANP-HH] BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 33 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 17 Als er ruzie in een rekenkamercommissie IN DE CLINCH uitbreekt, trekken vier leden zich terug. Een vijfde lid wil blijven. Hoewel dit lid niet direct schuldig is aan het conflict, wil de gemeenteraad toch het lidmaatschap beëindigen. Kan dat? ONGESCHIKT ALS LID VAN REKENCOMMISSIE Als het conflict binnen een rekenkamercommissie (RKC) begint op te laaien, licht Manuel Solinge* – een van de vijf leden – de gemeenteraad in. Die zet een ‘verkenner’ aan het werk om de achtergronden, mogelijke oorzaken en oplossingsrichtingen te onderzoeken. De voorzitter van het presidium verklaart het rapport van de verkenner voor geheim – reden dat de gemeente waar dit speelde niet is bekendgemaakt. Op basis van de Verkenning nemen vier van de vijf leden van de RKC vrijwillig ontslag. Solinge niet – die wordt er vervolgens door de gemeenteraad uitgezet, wat hij aanvecht. Zo wil hij niet dat hij wordt ‘ontslagen’, maar dat desnoods zijn ‘lidmaatschap wordt beeindigd’. De rechtbank Midden-Nederland buigt zich over deze zaak die, ondanks de geheimhouding, niet achter gesloten deuren plaatsvindt, zoals de raad wilde. Solinge vindt dat hij niet ongeschikt is als lid van de RKC. Dat blijkt immers nergens uit de Verkenning. Het conflict binnen de RKC kan hem niet worden verweten, hij probeerde slechts misstanden aan de kaak te stellen die juist waren ontstaan door de ongeschiktheid van andere RKC-leden. Solinge probeerde de grote onderlinge verschillen van mening en inzicht op te lossen. Volgens de gemeenteraad, die zich ook baseert op het advies van de commissie bezwaarschriften, valt er op Solinges inhoudelijke inbreng in de RKC niets aan te merken. Maar hij kan niet goed in de RKC samenwerken en soortgelijke problemen gaan zich De commissie functioneerde in totaliteit niet mogelijk ook voordoen met Solinge in een (nieuwe) RKC. Kortom: hij is niet langer geschikt als lid van de RKC, ook al wees de verkenner Solinge nadrukkelijk niet aan als de schuldige achter het conflict. De RKC functioneerde in totaliteit niet en de verkenner adviseerde de gehele RKC te vervangen. Daarop besloot de raad alle leden te ontslaan. Vier ervan vertrokken vrijwillig, het lidmaatschap van Solinge is nu wegens ongeschiktheid beëindigd – conform de Verordening Rekenkamercommissie. De rechtbank ziet het toch anders: er ontADVERTENTIE Masterclasses Succes met Europa a! Subsidieprogramma’s voor decentrale overheden 2021-2027 30 september, 7 en 14 oktober, 4 en 11 november 2021 s informatie en aanmelden > succesmeteuropa.n n breekt in de ontslagmotivering een specifiek op Solinge toegesneden onderbouwing van zijn ongeschiktheid. De raad heeft immers betoogd dat Solinge slechts als lid van de toenmalige RKC ongeschikt is bevonden, maar niet als individu, los van de toenmalige RKC. Dan kan de Verordening niet worden ingeroepen om het lidmaatschap van Solinge te beëindigen. De rechtbank weegt het advies van de commissie bezwaarschriften wel zwaar. Daaruit blijkt dat Solinge vergaderingen van de RKC meermaals voortijdig verliet, dat hij tijdens vergaderingen en gesprekken een offensieve houding aannam en ondoordacht communiceerde. Daaruit mocht de raad concluderen dat Solinge niet (langer) geschikt is om lid van de RKC te zijn, zowel niet in de toenmalige als in een toekomstige. Met deze gedragingen beschikte Solinge niet over de noodzakelijke competenties (op het gebied van communicatie en samenwerking) die nodig zijn voor het lidmaatschap van een RKC. Dat hij het optreden van de RKC aan de kaak stelde, deed hij vast met de beste bedoelingen, maar dat gebeurde niet op een constructieve en passende manier. Zo had ook Solinge een aandeel in het disfunctioneren van de toenmalige RKC en daarvan moet hij de consequenties dragen, aldus de rechtbank (uitspraak 20 oktober 2020). Beëindiging van het lidmaatschap blijft in stand. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:RBMNE:2020:4461 livestream
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 18 ESSAY INKOOP FOTO: SHUTTERSTOCK FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY VERPLICHT DUURZAAM Sociaal en duurzaam inkopen is ook bij overheden nog lang geen staand beleid. Het wordt tijd de vrijblijvendheid te laten varen en te kiezen voor harde doelstellingen, vinden Mark Hillen, Fredo Schotanus en Jeroen Wegkamp. Alleen zo kunnen we de transitie naar een meer inclusieve en circulaire maatschappij een grote impuls geven. Nederland ligt niet op schema. Niet voor het behalen van de klimaatdoelen van Parijs, niet voor het realiseren van de sustainable development goals en niet voor het bereiken van een inclusieve en circulaire economie. Aan goede wil ontbreekt het niet. Organisaties, groot en klein, nemen maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) steeds meer op in hun strategie. Maar goede wil is niet voldoende. Voor de centrale en decentrale overheid ligt er een belangrijke taak om haar bijdrage aan het behalen van genoemde doelen te vergroten. Dat kan door een voor de private sector inspirerende voorbeeldpositie in te nemen en door randvoorwaarden te scheppen die bedrijven stimuleren om hun bedrijfsvoering te verduurzamen. Een impactvolle manier daarvoor is het aanpassen van de wijze waarop de overheid zelf inkoopt. Overheden kopen bij elkaar voor meer dan 300 miljard euro in gedurende een kabinetsperiode van vier jaar. Hoewel de mogelijkheden om duurzamer en socialer in te kopen ook binnen de politiek breed worden onderkend, getuige de programma’s voor maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI) van de afgelopen jaren en het Nationaal Plan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen 2021-2025, kan de 300 miljard euro duurzamer en socialer worden uitgegeven. Er zijn voldoende best practices die aantonen dat dit mogelijk is. Denk aan de inkoop van circulaire kleedgebouwen door de gemeente Utrecht en duurzame kleding door Defensie. Of aan een schoonmaakaanbesteding door de gemeente Leeuwarden, voorbehouden aan sociale ondernemingen. MINDER VRIJBLIJVEND Desondanks is sociaal en duurzaam inkopen nog niet de regel. De vraag is waarom maatschappelijk verantwoord inkopen zo langzaam voet aan de grond krijgt, en hoe beleidsmakers en politici duurzaam en sociaal inkopen in een stroomversnelling kunnen brengen. De Kamerbrief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat horend bij het Nationaal Plan geeft een belangrijke aanwijzing: ‘Daarnaast wil ik het plan minder vrijblijvend maken’. Minder vrijblijvendheid is precies de noodzakelijke voorwaarde om de vaart erin te krijgen. Voor we daar verder op ingaan, lichten we eerst kort toe waar de overheid nu staat met MVI. Onze overheid heeft al de stap gemaakt van inkopen op laagste prijs naar het – in de regel – inkopen op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding (BPKV). Ook heeft de huidige Aanbestedingswet een oplegger waarin ‘het doel’ van de wet wordt geformuleerd: het maximaliseren van maatschappelijke waarde. In de praktijk is het element maatschappelijke waarde meestal een randzaak die bijvoorbeeld wordt ingevuld via de uitvraag van keurmerken of een geringe social-return-verplichting. Het gunnen op basis van duurzame of sociale aspecten is impactvoller, maar duurzame gunningscriteria worden in Nederland niet consistent en in veel mindere mate gebruikt dan in landen als Frankrijk en Groot-Brittannië. Daarbij is de weging van deze criteria meestal laag. Het aanbieden van meer maatschappelijke waarde levert (sociale) ondernemers geen betere prijs of een grotere winkans op. De overheid kan de creatie van maatschappelijke waarde via inkopen dus meer en beter stimuleren. Binnen de rijksoverheid is een voorzichtig positieve trend zichtbaar, maar die stap zien we nog niet bij gemeenten. CAMPAGNES De afgelopen jaren is veel energie gestoken in inspiratie- en communicatiecampagnes gericht op de inkoopfunctie, zoals de rijksinkoopstrategie ‘Inkopen met impact’. Inkopers zijn inmiddels wel doordrongen van het belang van een inclusieve en circulaire economie. De verdere verspreiding van kennis en vaardigheden over MVI onder inkopers is een randvoorwaarde voor een brede adoptie. Inkopers zullen zich de nieuwe oriëntatie en methoden eigen moeten maken en we moeten voorkomen dat elke overheid het wiel gaat uitvinden. De grootste uitdaging zit niet in de inkoopkolom, maar bij het beleid en de doelen van de opdrachtgever, de interne ‘klant’ van de inkoper. De inkoper moet immers het beleid en de vraag van de business volgen, en daar komt nog beperkte aanmoediging van
ESSAY 19 ‘ Directies opereren binnen hun begroting’ budgethouder. Vaak vallen de baten namelijk in een ander beleidsgebied. Als bijvoorbeeld de milieudienst een bijdrage levert aan arbeidsparticipatie, vallen de baten bij sociale zaken en werkgelegenheid. daan. Alle inspiratieprogramma’s ten spijt; het blijft vaak bij mooie woorden en wensen die vrijblijvend zijn. Een grotere prioriteit voor maatschappelijke waarde botst met de basale mechanismes binnen de overheid. Directies moeten opereren binnen hun jaarlijkse begroting. Een iets hogere inkoopprijs valt in het huidige budgetjaar, de lagere kosten in de daaropvolgende jaren zijn weinig zichtbaar en zijn vaak, voor bijvoorbeeld wethouders, pas zichtbaar na de ambtsperiode. Voor maatschappelijke waarde geldt dat in nog grotere mate. Het beperken van de opwarming van de aarde of het realiseren van een betere luchtkwaliteit vertalen zich pas na decennia in lagere kosten voor de overheid. Een hogere prijs is heel zichtbaar en de impact ervan is eenvoudig financieel kwantificeerbaar, maar aanmerkelijk grotere baten zoals een bijdrage aan de sustainable development goals zijn dat vaak niet. En zelfs als de baten wel direct financieel zijn, geeft dat niet meteen een motivatie aan de AANGESPROKEN Om daadwerkelijk progressie te maken, zal de business hierop aangesproken moeten worden en deze verantwoordelijkheid op zich moeten nemen. De vrijblijvendheid moet af van duurzaam opdrachtgeverschap. Dan zal de inkoopfunctie flink meer ‘vraag’ krijgen vanuit de business. Veel is vandaag al mogelijk. Wij pleiten dan ook allereerst voor praktische toepassingen die meteen kunnen worden gerealiseerd, en die dus binnen de bestaande wet- en regelgeving mogelijk zijn. Laat elke overheid dit jaar nog vaststellen wat de komende jaren de aanbestedingen zijn waarmee de meeste maatschappelijke waarde kan worden gecreeerd. Het rijk heeft dit gedaan door voor bijvoorbeeld kantoormeubilair, bedrijfskleding en ict-hardware aan te geven dat deze uiterlijk in 2023 circulair moeten worden ingekocht. Beleg deze prioriteringstaak niet primair bij de inkoopafdeling. De prioritering moet komen vanuit de opdrachtgevers binnen de overheid. Deze duurzaamheidsagenda geeft aanleiding en ruimte om met de markt in dialoog te gaan over hoe maatschappelijke waarde meer en consistenter terug kan komen in overheidsopdrachten. Daarbij is een grote betrokkenheid van de opdrachtgevers, de beleidsdirecties, essentieel om samen met inkoop en opdrachtnemers grenzen te verleggen. CONCRETE DOELEN Onder deze duurzaamheidsagenda zijn concrete doelen op de korte termijn nodig om tot resultaten te komen. Bijvoorbeeld door te stellen dat elke overheid in BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021
Cursussen speciaal voor financials in de publieke sector Ontwikkel je vaardigheden bij Academie Publieke Sector. 3 praktische programma’s voor jou Sabine Mur Eva van Wijngaarden Fred Teeven Heb je vragen? Bel of mail ons, wij helpen je graag! 020 30 10 330 / info@nbaopleidingen.nl Bekijk het cursusaanbod op nbaopleidingen.nl/academie-publieke-sector
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ESSAY 21 ‘ Wij pleiten allereerst voor praktische toepassingen’ MARK HILLEN VOORZITTER SOCIAL ENTERPRISE NL FREDO SCHOTANUS BIJZONDER HOOGLERAAR PUBLIEKE INKOOP UNIVERSITEIT UTRECHT; PRINCIPAL CONSULTANT SIGNIFICANT SYNERGY JEROEN WEGKAMP DIRECTOR SUPPLY CHAIN & PROCUREMENT PWC 2022 (maar liefst dit jaar al) ten minste 10 procent van haar inkoopvolume volledig of grotendeels gunt op basis van het maximaliseren van maatschappelijke waarde. Met daarbij de ambitie om het percentage uit te bouwen naar ten minste 50 in 2025. De hoogte van het percentage kan verschillen per productgroep en per overheid en moet vastgesteld worden door het bestuur en openbaar worden gepubliceerd en gemonitord. Overheden moeten wat aanbestedingen betreft niet alleen worden beoordeeld op de naleving van rechtmatigheid, maar ook op duurzaamheid. Net als rechtmatig inkopen mag duurzaam inkopen niet iets vrijblijvends zijn. Duurzaam en sociaal inkopen kan onder andere worden gedaan door alleen offertes bij duurzame en sociale ondernemers uit te vragen. Ook kan substantieel meer gewicht aan maatschappelijke gunningscriteria worden toegekend dan de vaak gebruikelijke 5 of 10 procent. De ondernemer die inclusiviteit of circulariteit heeft opgenomen als integraal onderdeel van zijn businessmodel, kan het gemakkelijkst invulling geven aan de maatschappelijke elementen van de uitvraag. Dergelijke ondernemers hebben daarmee dus een grotere winkans en duurzaam en sociaal ondernemerschap wordt hiermee gestimuleerd. Het effect reikt verder dan de opdracht. Om de complexiteit te verlagen, kan de aanbesteder randzaken die niet leiden tot meer inclusiviteit of circulariteit, zoals het uitvragen van keurmerken, (tijdelijk) beperken. Alle begin is moeilijk en het is niet efficient als elke inkoopafdeling nieuwe methodes gaat uitvinden. Zet daarom een programmabureau op om opdrachtgevers en inkopers te trainen en te helpen om volgens de laatste inzichten en meetmethodes te werken. Daarmee creëer je – samen met onder andere RIVM, TNO, hogescholen en universiteiten – een grote set aan landelijke of Europese meetmethodes voor maatschappelijke waarde en werk je aan kennisontwikkeling in de breedte. Ook kunnen inkoopsamenwerkingsgroepen, zogeheten buyer groups, worden opgestart met overheden met soortgelijke uitdagingen. WETTELIJKE STOK Met de bovenbeschreven aanpak kan vandaag worden begonnen. Het zal een groot aantal ervaringen opleveren, veel successen en ongetwijfeld ook een aantal moeilijkere trajecten waar lering uit getrokken kan worden. Op basis van deze ervaringen kan in de periode 2023-2025 verder invulling worden gegeven aan onder andere de rijksinkoopstrategie ‘Inkopen met impact’: ‘Toevoegen van maatschappelijke waarde is geen secundair doel of bijzaak. Het is de kern van ons werk.’ De Aanbestedingswet biedt voldoende ruimte voor duurzaam en sociaal inkopen, maar de wet is tegelijkertijd vrijblijvend. De ervaring leert dat voor blijvende verandering een wettelijke stok achter de deur nodig is. Zo werd inkopen op basis van BPKV pas gemeengoed nadat het als norm in een wet was verankerd. Maar tijd is kostbaar. Daarom willen wij niet wachten op een wetswijziging, maar voor sociaal en duurzaam inkopen de route van de Gids Proportionaliteit bewandelen. Wij stellen voor dat de wetgever een commissie instelt – waarin aanbestedende diensten, (sociale) ondernemers en onafhankelijke experts zijn vertegenwoordigd – met als taak de Gids Duurzaam en Sociaal Inkopen te formuleren. De Gids kan allereerst als baken dienen en kan na twee jaar worden geëvalueerd, verbeterd en bij Algemeen Maatregel van Bestuur verplicht worden gesteld. Bijkomend voordeel van een Gids is dat er ruimte is voor meer tekst en toelichting, voorbeelden en diagrammen en figuren. Inkopen op prijs-kwaliteit-maatschappelijke waarde wordt zo binnen drie jaar verplicht voor álle aanbestedingen volgens dezelfde ‘pas toe of leg uit’-werkwijze als nu wordt gehanteerd voor BPKV. Bij elke aanbesteding waarbij geen of onvoldoende expliciete aandacht wordt gegeven aan het gestelde in de Gids Duurzaam en Sociaal Inkopen, moet in de aanbestedingsstukken worden gemotiveerd waarom dat het geval is. Als er bijvoorbeeld geen gunningscriteria zijn die gericht worden op maatschappelijke waarde, moet dit worden gemotiveerd. Geïnteresseerde leveranciers kunnen vragen stellen, klachten indienen, naar de Commissie van Aanbestedingsexperts gaan of naar de rechter als een overheid ongemotiveerd geen expliciete aandacht geeft aan maatschappelijke waarde. Maatschappelijk bevlogen ondernemers krijgen zo de gelegenheid om hun toegevoegde waarde zeer nadrukkelijk naar voren te brengen. Daarnaast kan steekproefsgewijs onderzoek worden gedaan door bijvoorbeeld een monitoringscommissie. MVI wordt de norm, niet-maatschappelijk verantwoord inkopen wordt een risico. MEETBARE DOELEN De overheid kan haar inkoopkracht beter benutten voor het versnellen van duurzame transities en het realiseren van inclusiviteit in de economie. De afgelopen jaren is veel aandacht gegeven aan MVI, maar om maximale maatschappelijke waarde te realiseren zullen we de vrijblijvendheid achter ons moeten laten. Dus kiezen voor duidelijke en meetbare beleidsdoelen op de korte termijn waarbij een bepaald inkoopvolume volgens het principe ‘maximaliseren van maatschappelijke waarde’ in de markt wordt gezet. Binnen drie jaar kan een volgende brede stap worden genomen. Maatschappelijke waarde wordt voorgeschreven door de Gids Duurzaam en Sociaal Inkopen en wordt overal opgenomen in gunningscriteria met een ‘pas toe of leg uit’-clausule. Inkopers kunnen en willen wel, beleidsmakers en opdrachtgevers zijn nu aan zet.
22 ZOMERSERIE TOERISME DOOR: MICHIEL MAAS FOTO’S: SAKE RIJPKEMA De sluiting van horeca, cultuurcentra en pretparken dreef de Nederlander tijdens de lockdown richting natuur. De drukte zorgde voor stress bij veiligheidsregio’s en beheerders, maar heeft ook tot nieuwe inzichten geleid over bezoekersmanagement. Bericht vanaf de Rhedense Posbank. NATUUR KAN DRUKTE NOG GOED AAN IN POLONAISE OVER DE POSBANK DRUK VERKEER E-choppers bij een uitzichtpunt op de Posbank Op een zonnige zomerdag is het levendig te noemen rondom de Posbank, de zuidelijke punt van het nationaal park De Veluwezoom. Racefietsers zoeven langs de Schietbergseweg de stuwwal af richting Rheden, anderen zwoegen omhoog. Boven, bij het paviljoen en uitkijkpunt, is de flinke parkeerplaats nog niet helemaal vol. Volgens de Gelderse Druktemonitor, waarop te zien is hoe druk specifieke natuurgebieden zijn, is het zelfs minder druk dan normaal op een doordeweekse dag. Maar overal op de heide, langs de bosranden en op de heuvels zijn wandelende en fietsende groepen mensen te zien. Op de stenen bank die in 1918 werd gebouwd ter ere van een van de oprichters van de ANWB, Gerard Pos, staat het opschrift: ‘Duizenden bracht hij in en tot de natuur.’ Honderd jaar later blijkt dat in dit deel van de Veluwe, dat inmiddels de naam van de bank heeft overgenomen, nog steeds waar. De Posbank is het zwaartepunt van de bezoekersstroom in de Veluwezoom. Al jaren stijgt het aantal bezoekers van dit bijzondere landschap met zijn grote hoogteverschillen, zandBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ZOMERSERIE 23 verstuivingen, heidevelden en bossen en zijn vergezichten over de IJsselvallei. Maar op sommige dagen kan de druk van bezoekers te groot worden. Dat was vooral merkbaar in de lente en het najaar van vorig jaar, toen de coronamaatregelen ervoor zorgden dat natuurgebieden zo ongeveer het enige weekendvertier konden bieden. Op de Posbank werd het zo druk dat afstand houden niet meer mogelijk was. Gemeenten en de veiligheidsregio moesten ingrijpen met verkeersmaatregelen en afsluitingen. ZO MOOI ‘Dat we hier zo veel bezoekers krijgen, is niet zo verwonderlijk’, zegt Jeroen de Koe, de beheerder van het nationaal park De Veluwezoom namens Natuurmonumenten. ‘Het is nergens op de Veluwe zo mooi als hier.’ Op het beheerkantoor laat hij een foto zien uit de jaren vijftig. Oude auto’s staan kriskras geparkeerd midden in de heidevelden. De aantrekkingskracht van de Posbank is altijd al groot geweest. Niet alleen vanwege het unieke landschap. De Posbank ligt op een steenworp van Arnhem en wordt doorsneden door een aantal kronkelende wegen die ook met de auto begaanbaar zijn. Het is voor de beheerders altijd een uitdaging geweest om de balans te vinden tussen het behouden van de natuur en mensen ervan te laten genieten, weet De Koe. ‘De Veluwezoom is een veel groter gebied, waarin we in sommige delen zo min mogelijk bezoekers willen hebben. We hoeven daar geen hekken neer te zetten: als we daar geen voorzieningen hebben, geen wandelroutes, parkeerplaatsen of en theehuis, dan komt er ook bijna niemand. Zo’n 85 procent van de bezoekers komt maar in 25 procent van het gebied. Maar juist deze strook mag drukker zijn.’ Maar waar ligt de grens van de drukte? Beter gezegd: wat kan de Posbank nog aan? Volgens De Koe, zelf opgegroeid en woonachtig in de regio, ligt het er maar aan hoe je ernaar kijkt. ‘Als ik het aan mijn buren vraag, dan zeggen ze dat het op de Posbank veel té druk is geworden. Maar die beleving kan totaal anders zijn voor dagjesmensen uit de Randstad.’ Op sommige momenten werd de grens vorig jaar wel bereikt, vindt De Koe. ‘Een jaar voor TOERISME NA CORONA Corona legde het internationaal toerisme lam. Maar bewoners van veel toeristenplaatsen haalden opgelucht adem. Binnenlands Bestuur belicht in een zomerserie de lokale bestuurlijke dilemma’s nu de grenzen weer openen. Deel 3: de Veluwe. corona hielden we er al rekening mee dat het aantal bezoekers in 2030 met 30 procent zou stijgen. Die toename hebben we vorig jaar al gehad. We hebben dus een voorproefje kunnen krijgen van de maatregelen die we straks nodig hebben.’ Natuurorganisaties en overheden maken zich zorgen over de gevolgen van de groeiende recreatiedruk voor de natuur en de biodiversiteit op de Veluwe. Het is een moeilijke afweging: bezoekers zijn ook belangrijk voor de lokale economie en moeten de natuur ook kunnen beleven. REGIODEAL Vorig jaar sloten provincies, gemeenten, beheerders, ondernemers en het rijk daarom de Regiodeal Veluwe, waarin 25 miljoen beschikbaar is voor maatregelen om het toerisme in goede banen te leiden en de natuurwaarden te versterken. Een deel daarvan gaat naar het aanpakken van de drukte in een aantal proefprojecten. De Posbank is daar één van. Bas Nijenhuis is provinciaal verbinder en probeert grondeigenaren, overheden, ondernemers en bewoners bij elkaar te brengen om de gebiedsplannen voor de Veluwe uit te voeren. De toename van het aantal bezoekers speelt niet alleen op de Posbank. Op de hele Veluwe is sprake van een grotere belangstelling. ‘Niet alleen van toeristen. Ook de bewoner trekt vaker naar de natuurgebieden vlakbij. En ook dat aantal zal toenemen: in de regio ten westen van de Veluwe en de regio Arnhem/Nijmegen komen er de komende jaren nog 250.000 inwoners bij. Tegelijkertijd is de Veluwe een belangrijk Natura 2000-gebied dat we in stand willen houden en blijven beschermen. Maar het is daarom ook belangrijk dat mensen het belang van die natuur kunnen beleven. Dat hoeft geen tegenstelling te zijn.’ Samen met de toerismebranche is de provincie daarom begonnen met een project om de drukte te meten in natuurgebieden en de bijna real-time gegevens, afkomstig uit mobiele telefoondata, te publiceren op de Druktemonitor. ‘Dat is in eerste instantie op corona gericht, maar het is een middel dat we ook daarna kunnen blijven inzetten.’ Eigenlijk hebben natuurgebieden als de Posbank op drukke momenten dezelfde regie nodig die wordt toegepast in een middelgrote stad op een zaterdag, vindt Nijenhuis. ‘In steden meten we alles, maar hier kunnen we niet zien hoeveel mensen er in het park zijn. Er zijn 250 ingangen in de Veluwezoom. Maar we willen een volgende ‘polonaise op de Posbank’ het liefst voorkomen. Dat kunnen we doen door mensen op een andere plek te laten beginnen, en te zorgen dat mensen zich sneller verspreiden. Dat kunnen overheden en natuurorganisaties niet alleen. Daar hebben we ook de medewerking van de ondernemers op de Veluwe voor nodig. En dat gebeurt ook steeds vaker. Iedereen ziet inmiddels het belang van gezamenlijk optrekken.’ ‘De waardering voor de Nederlandse natuur heeft een impuls gekregen’ STUREN Verschillende partijen maken daarom afspraken over onderwerpen die invloed kunnen hebben op het aantal bezoekers en de manier waarop ze bewegen. Nijenhuis: ‘Dan gaat het ook over communicatie en mensen een bepaalde richting op sturen, zonder dat ze zelf het gevoel hebben dat ze worden gestuurd.’ De Koe: ‘Je moet dingen soms anders doen dan je gewend bent, je soms wat meer verplaatsen in de bezoeker en ze proberen mee te nemen door routes op een
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 24 ZOMERSERIE TOERISME slimme manier te gebruiken.’ Nijenhuis: ‘Dat krijgen we steeds beter in de vingers.’ Zeker als afstand houden niet meer nodig is, is er volgens De Koe weinig bezwaar tegen veel meer bezoekers op de Posbank. Maar even buiten het bezoekerscentrum wijst hij op het grootste probleem van het gebied: veel bezoekers komen met de auto. ‘Dit weiland werd tot voor kort gebruikt om als overloop te dienen als de parkeerplaatsen vol zijn. Eigenlijk mocht het niet, maar met een tijdelijke vergunning kregen we toestemming om dat weiland een beperkt aantal dagen per jaar te gebruiken als parkeerplaats. Maar de vergunning is nu verlopen.’ Even verderop heeft Natuur monumenten een oude manege gekocht, die deels kan worden gebruikt als parkeervoorziening. Toch zal het nog wel even duren voor het zover is: de procedures moeten helemaal worden doorlopen voordat het houten gebouw mag worden gesloopt. Het liefst ziet De Koe dat bezoekers ook andere manieren vinden om het gebied te bereiken. ‘Hemelsbreed ligt het station Rheden hier nog geen vijfhonderd meter vandaan. Maar weinig mensen weten dat het zo dicht bij de Posbank ligt. We hopen de spoorwegen nog eens zover te krijgen dat het station Rheden/Posbank wordt genoemd. En dat er vaker een trein stopt. Op zondag is dat maar één keer per uur. Het zou mooi zijn als de trein vaker stopte, en bezoekers, zoals in de stad, vanaf het station met een huurfiets, e-bike of andere vervoermiddel naar boven kunnen rijden.’ Wat er in de natuurgebieden op de Veluwe gebeurt, is eigenlijk een landelijke trend, ziet Bastiaan Overeem, programmamanager Bestemmingsontwikkeling bij het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC). ‘Dat de aandacht voor de Nederlandse natuur in de lift zat, zagen we al een tijdje. Maar de coronamaatregelen hebben dat in een stroomversnelling gebracht. En in veel gevallen waren dat ook nog eens voornamelijk de eigen bewoners die de natuurgebieden in hun regio bezochten.’ Dat laatste maakte het voor het beheer ook moeilijker, denkt Overeem. ‘Toeristen van buiten laten zich vaak beter leiden. Ze zijn ergens voor het eerst en kiezen vrijwel altijd het pad dat voor ze is aangelegd. Maar bewoners zoeken vaker de haarvaten op: ze beschouwen een gebied vaker als hun achtertuin, en kennen de omgeving beter. Ze houden zich ook minder vaak aan de regels.’ Dat heeft beheerders flink wat werk opgeleverd. ‘Alle partijen zien inmiddels het belang van gezamenlijk optrekken’ BALANS De uiteindelijke balans van de plotselinge toename van bezoekers valt positief uit, denkt Overeem. ‘De waardering voor de Nederlandse natuur heeft een impuls gekregen. Er zijn mensen naar natuur gebieden gekomen die er voorheen nooit kwamen. Een deel daarvan komt weer terug, en wil meer weten over de plek die ze bezoeken. Je ziet bovendien dat daarop wordt ingespeeld door beheerorganisaties. Dat willen we voor de toekomst ook vasthouden: dat meer groepen te gast zijn in de natuur.’ De coronadrukte heeft beheerders en vooral overheden ook wakker geschud, denkt hij. ‘Het besef is nu wel gekomen dat je grote bezoekersstromen niet alleen in goede banen kunt leiden met bordjes en handhaving. Handhaving is eigenlijk het één na laatste middel dat je kunt inzetten
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ZOMERSERIE 25 Ook de bewoner trekt vaker naar de natuurgebieden vlakbij voordat je een gebied afsluit. Er moet vooraf al beter worden nagedacht over de doelen. Alle belanghebbenden in en rondom een natuurgebied moeten gezamenlijk optrekken. Wat doen we met het verkeer? Hoe voorkomen we overlast en onveiligheid? De regiodeal in de Veluwe is daar een mooi voorbeeld van, maar ook in het Limburgse heuvelland hebben ze dat goed opgepakt. Daar zagen ze dat de wegen volliepen met recreanten en hebben gemeenten samen met ondernemers en burgers, via participatietrajecten en digitale sessies, afspraken gemaakt over betere regulatie van het verkeer. Normaal een gevoelig onderwerp, maar daar is het snel gegaan.’ Zoals er op de Veluwe en in Limburg wordt samengewerkt, zo zou het ook op ADVERTENTIE andere plaatsen kunnen, denkt Overeem. ‘We moeten de inzichten die we het afgelopen jaar hebben gekregen zo goed mogelijk benutten. Vooral samenwerking is belangrijk, met name voor overheden. Als één enkele gemeente kun je niets.’
26 ACHTERGROND EUROPA DOOR: SIMON TROMMEL Voor gemeenten kan Brussel een bron van subsidies en kennisuitwisseling zijn. Niet elke gemeente maakt daar werk van. ‘Wat ik zo graag zou willen, is dat gemeenten zich interesseren voor wat er elders in Europa gebeurt’, zegt EU-kabinetschef Diederik Samsom. TE WEINIG MENSKRACHT KLEINE GEMEENTEN VOOR EU-PROJECTEN SAMSOM BEPLEIT ZOEKEN SAMENWERKING We hebben een gat in onze begroting, kunnen jullie helpen een subsidie aan te vragen? Vaak krijgt het team dat voor de gemeente Utrecht EU-projecten ontwikkelt, die vraag, zegt Roel Massink die met een team van negen mensen EU-subsidies voor de Domstad probeert binnen te halen. ‘Maar dat is nooit het juiste uitgangspunt. Europese projecten doe je om te leren, en met partners in je stad en daarbuiten om innovatieve aanpakken en ontwikkelingen mogelijk te maken’, vertelde Massink onlangs op het Binnenlands Bestuur-congres Succes met Europa (terug te zien op www.succesmeteuropa.nl.) Want gemeentelijke Europese projectplannen moeten een goede onderbouwing hebben en dat betekent veel werk. Je moet fijnmazig beschrijven wat het project over een tijdsverloop van een jaar of vijf, zes betekent. Daarbij zijn aanvragen zoals voor wetenschapsprogramma Horizon Europe, dat ook een pijler duurzame stad kent, competitief. Maar ook profijtelijk. Utrecht haalde met 44 partners in tien landen een bedrag van 18 miljoen euro binnen uit Horizon 2020, de voorganger van Horizon GEZAMENLIJKE AANPAK Diederik Samsom: ‘Andere landen kunnen leren van onze fietsenstallingen.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021
T BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ACHTERGROND 27 ‘ Nederland heeft te vaak een houding dat we het wel alleen kunnen’ Europe, op een projectbegroting van 21 miljoen euro om de stad duurzamer te maken. Zonnedaken, laadinfrastructuur, transitie van mobiliteit en 40.000 woningen van het gas af, daar draait het project om en daarbij leren de partners van elkaar. KENNIS ONTBREEKT Massink adviseert gemeenten die willen starten met Europa om vooral gebruik te maken van netwerken. Utrecht is bijvoorbeeld aangesloten bij Eurocities, een netwerk voor middelgrote steden. Er zijn ook andere organisaties zoals Eurotowns, vanaf 50.000 inwoners, en Energycities dat zich uitstrekt tot in Georgië en het Midden-Oosten. Maar vooral kleinere gemeenten hebben niet de menskracht om EU-subsidies aan te vragen, zo bleek tijdens het congres: ze hebben vaak geen subsidie-experts die projectplannen schrijven. Ook na het event kwam die boodschap uit het Huis der Nederlandse Provincies in Brussel. Volgens Ron Kervezee van de gemeente Alphen aan den Rijn moeten veel ambtenaren het aanvragen van EU-subsidie naast hun bestaande baan doen. Het gevolg: veel avonden en weekenden doorwerken om de programma-eisen te doorgronden en de aanvraag rond te maken en het project te managen. Het ontbreekt gemeenten, en wederom vooral de kleinere, niet alleen aan menskracht maar ook aan voldoende kennis. De ruim 500 deelnemers aan het digitale congres gaven hun eigen Europakennis vaak een drie en af en toe een zesje. ‘De samenvatting is: geen idee’, zegt Diederik Samsom, kabinetschef van vice- president Frans Timmermans van de Europese Commissie in een reactie daarop. Tegelijk zijn veel opdrachten gezamenlijke opgaves, ook voor decentrale overheden, benadrukt hij, die we alleen gezamenlijk kunnen oplossen. ‘Voorbeelden zijn migratie, energie, klimaat, natuur, aangeduwd door regels vanuit Europa en ook aangeduwd door fondsen. Maar Nederland heeft te vaak een houding dat we het wel alleen kunnen’, meent Samsom. Als voorbeeld noemt hij het Europees Herstelplan: er ligt 6 miljard euro klaar in Brussel als Nederland een coronaherstelplan inlevert. Maar het huidige demissionaire kabinet vond dat lang geleden al een zaak voor de nieuwe regering, waarvan de formatie op zijn zachtst gezegd niet erg vlot verloopt. Inmiddels heeft de Europese Commissie ons land hartelijk uitgenodigd om in 2022 wel een plan in te leveren. Samsom: ‘Wat ik zo graag zou willen, is dat gemeenten zich interesseren voor wat er elders in Europa gebeurt, op zoek gaan naar andere gemeenten om daar te kunnen leren, op het platteland van Bulgarije, of Kroatië, of Polen, of Spanje of Portugal. Daarvoor bieden we in Brussel de mogelijkheden. Op die bron van informatie zou je je moeten richten en daar wordt je gemeente beter van.’ Utrecht, dat al jaren de grachten gebruikt om de horeca te bevoorraden, kan dan leren van vervoer over water in andere landen. ‘En andere landen kunnen leren van die brisant gave fietsenstalling die onder het station is gebouwd’, zegt Samsom. Die stalling bij het Utrechtse Centraal Station is de grootste ter wereld. Er passen 12.500 fietsen in. ‘Dat is beter dan het binnenhalen van de snelste en goedkoopst mogelijke subsidiestroom.’ MASSA MAKEN Schaal is sowieso belangrijk om projectplannen te maken en subsidies binnen te halen, aldus Gert Jan Koopman, directeur-generaal Budget van de Europese Commissie. Hoewel de Europese Commissie er alles aan probeert te doen om de administratieve lasten te verlagen, kennen fondsen nog steeds een zware verantwoording. Met een grotere schaal kun je die lasten verdelen en dus de vaste kosten van een aanvraag verlagen, redeneert hij. En zijn advies is die schaal binnenlands eerst op te voeren door lokaal partners te zoeken. ‘Het heeft weinig zin in je eentje in Brussel te shoppen. Het beste kun je beginnen bij de ministeries en de zogeheten beheersautoriteiten in Nederland. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft veel kennis, evenals de Nederlandse leden van het Comité van de Regio’s (CvdR) – het EU adviesorgaan van lokale en regionale overheden.’ Ellen Nauta, burgemeester van de gemeente Hof van Twente en delegatieleider van de Nederlandse delegatie in het CvdR, herkent de problemen van kleinere gemeenten. Ze heeft een hele serie tips voor gemeenten waarvan de eerste een winstwaarschuwing is. Het betekent namelijk hard werken om subsidies binnen te halen. Het vereist doorzettingsvermogen. ‘Blijf volhouden’, zegt ze. En dat leidt tot de volgende tip: durf te investeren. En het is het verstandigst om dichtbij, in de eigen gemeente te beginnen. Soms bieden de duurzaamheidsdoelen van de Verenigde Naties een inhoudelijk aanknopingspunt, want de EU implementeert die doelen over gendergelijkheid, tegen armoede en voor schone energie, in al haar beleidsterreinen en nodigt ook andere overheden uit dat te doen. Ook kan een collegeprogramma aanknopingspunten bieden om over de grens te kijken en samen te werken. Daarnaast zijn de partners in de eigen regio’s van belang. Universiteiten en hogescholen hebben vaak al een trackrecord in internationale samenwerking en zijn dus belangrijk om ingangen te vinden in Brussel en bij Europese projectpartners. In Friesland gebeurt dat door de site europereadyfryslan.nl, waar ook kleinere partijen netwerkpartners kunnen zoeken om de weg naar andere lidstaten en Brussel te vinden. Het is belangrijk om massa te maken. ‘Ik heb niet de indruk dat ik in Brussel gezien word en daarom moet je massa maken’, zegt Nauta. Verder is het belangrijk te netwerken. Zo bieden de leden van het CvdR een aanknopingspunt, alsook de Europarlementariërs uit de eigen regio. Tom Berendsen (CDA) en Vera Tax (PvdA) zeggen wat dat betreft dat hun kantoren ook altijd gebeld of gemaild kunnen worden met vragen. De Europarlementariërs hebben overigens de Nederlandse decentrale overheden ook nodig. Als er wetsvoorstellen aan komen, is het voor hen belangrijk om voorbeelden te kennen uit de Nederlandse praktijk, zodat die wetsvoorstellen iets aangepast kunnen worden aan de Nederlandse situatie, waar Nederlandse decentrale overheden ook weer baat bij hebben. Tax verwijst naar de site europaomdehoek.nl voor een overzicht van projectideeën. In september en oktober heeft Binnenlands Bestuur een serie masterclasses gepland over subsidies. Het programma staat op succesmeteuropa.nl, waar ook het event van 24 juni is terug te zien. Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.
28 ACHTERGROND CYBERSECURITY DOOR: ALEXANDER LEEUW BEELD: SHUTTERSTOCK Het is moeilijk te zeggen wat sneller toeneemt: digitalisering of de criminaliteit die daarop inspeelt. Criminelen die op een digitale manier geld aftroggelen, hebben echter wel menselijke geldezels nodig. En hackers die Friese boeren terroriseren, zijn gebaat bij onwetende slachtoffers. Projecten door het land heen richten zich op wat telkens weer de zwakste schakel blijkt: de mens. TELKENS IS DE MENS DE ZWAKKE SCHAKEL HOE DIGITALE TRUCS TE VERMIJDEN ‘Breng me je pas of blijf blut.’ Naast die korte zin staan drie smileys met hun tong uit hun mond en dollartekens in plaats van ogen. De boodschap van dit bericht op sociale media is dat er makkelijk geld kan worden verdiend door even kort de pinpas uit te lenen. Het is misschien een vriend, familielid of kennis die het vraagt. Driehonderd jongeren klikten en kwamen op een webpagina die uitlegde waarom ‘money muling’, het dienen als geldezel, een vorm van witwassen is. Het was een online campagne van Haarlem die achtduizend jongeren bereikte. Veertien andere Noord-Hollandse gemeenten gaan verder met het geldezelproject, in samenwerking met zorg- en veiligheidspartners, onder de vlag van de City Deal Lokale Weerbaarheid Cybercrime. ‘We focussen ons op geldezels die worden ingezet door cybercriminelen en online fraudeurs’, zegt regionaal projectleider cybercrime Lynn van Meijgaard van de gemeente Haarlem. De campagne richt zich op jongeren, omdat uit onderzoek al was gebleken dat vooral jonge mannen van 15 tot 23 jaar, uit wijken met een sociaaleconomische achterstand, gevoelig waren voor de boodschap van snel geld verdienen. ‘De hiërarchie is dat het criminele netwerk bovenaan staat, daaronder de ronselaars en onderaan de geldezels.’ Het geld dat een crimineel van een slachtoffer heeft weten af te troggelen, bijvoorbeeld met phishing, gaat naar de rekening van de geldezel. Die pint het en zo wordt het fysiek vervoerd. ‘Een online fraudeur of cybercrimineel wil niet traceerbaar zijn. Die moet ervoor zorgen dat het geld niet te herleiden is. Daar zijn de geldezels voor.’ Criminelen zouden het geld ook kunnen steken in bitcoins of tegoedkaarten, maar dat zijn mindere oplossingen. ‘Met geldezels hebben criminelen gelijk cash in handen en ze zijn relatief betrouwbaar.’ Het is de geldezel die wordt aangepakt. Van Meijgaard: ‘Daar zijn grote gevolgen aan verbonden, zoals het sluiten van de bankrekening of vermelding op een zwarte lijst. Wie op een zwarte lijst komt, krijgt moeilijk een hypotheek. Daarnaast mogen banken nu ook de NAW-gegevens van de geldezels geven aan fraudeslachtoffers.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ACHTERGROND 29 SCHAAMTE ‘Het lijkt misschien heel leuk, even meewerken met de criminele wereld’, zegt burgemeester van Heemstede Astrid Nienhuis, ‘maar we wijzen de potentiële geldezels vooral op de risico’s.’ Nienhuis is bestuurlijk ambassadeur van het geldezelproject en is lid van de stuurgroep van de City Deal. De menselijke schakel, het creëren van bewustzijn, staat centraal in veel van de projecten die onder de paraplu van de City Deal vallen. In Breda is bijvoorbeeld een project met ambassadeurs in wijken voor mensen die niet digivaardig zijn. Een ander project gaat om een spel, HackShield, waarmee kinderen worden opgeleid tot cyberagenten. Zij moeten de kennis dan overbrengen op hun (groot)ouders. ‘Het is begonnen in mijn eenheid bij Noord Holland, Samen Veilig, en inmiddels doen meer dan zeventig gemeenten mee’, legt Nienhuis enthousiast uit. En in Oost-Brabant vertellen slachtoffers hun verhaal over wat hen overkomen is, om het bewustzijn bij ouderen en laaggeletterden te vergroten. Het valt op dat er nogal wat schaamte is rondom digitale incidenten die mensen ervan weerhoudt verhalen te delen. ‘Mensen denken dat ze dom worden gevonden, zegt Nienhuis. ‘Terwijl we geen enkele schaamte voelen als onze fiets wordt gestolen of bij ons in wordt gebroken. Maar ik kan me ‘ Een cybercrimineel moet ervoor zorgen dat het geld niet te herleiden is’ voorstellen dat er ideeën zijn over de mate waarin je in staat moet zijn om niet in digitale trucs te trappen.’ Zulke verhalen niet delen is volgens Nienhuis een gemiste kans. ‘Er is een bepaalde drempel waar je overheen moet en daar willen we mensen bij helpen met behulp van storytelling. Als je er open over bent, kun je wat van anderen leren. Zo niet, dan kunnen we ook niets doen tegen de computercrimineel. Het is een klein clubje mensen dat ons hiermee belaagt, dus laten we vooral met een grote groep de verhalen delen.’ WACHTWOORDGEBRUIK Hoewel het vaak genoeg voorkomt, is er ook bij agrariërs een gevoel van schaamte als ze het slachtoffer zijn van een ransomware-aanval. ‘Het is toch iets waar je geen antwoord op hebt’, zegt Sytse Zijlstra, docent informatietechnologie bij ROC Friese Poort. ‘Je wilt zo snel mogelijk verder en je wilt niet dat bekend wordt dat je hebt betaald. Gemeenten en onderwijs hebben een meldplicht, maar bij particuliere bedrijven is de schaamte groter.’ Boerenzoon Zijlstra ziet al sinds lange tijd dat de landbouw een van de meest innoverende sectoren is. ‘De nieuwste technieken worden er toegepast. Een slimme boer die vooruitstrevend is, heeft zo’n twintig, dertig systemen. Die genereren allemaal data. Ik zit zelf in de aardappelen en ik heb data over wat ik bemonster, over kruisingen, over de bloemetjes en de bijtjes – heel veel data. Voor kwaadwillenden kan het interessant zijn om dat in te zien.’ Zijlstra voert, samen met studenten die hij opleidt, ‘scans’ uit bij boerenbedrijven die de digitale kwetsbaarheid in beeld brengen. Hoeveel van de boeren die hij sprak zijn slachtoffer geworden van ransomware? ‘Ik heb zelf enkele tientallen scans uitgevoerd en ik vind het moeilijk om er een hard cijfer aan te verbinden, maar ik denk dat het bij een op de drie weleens is gebeurd. Betaald hebben ze overigens niet. De boeren die ik gesproken heb, hadden een back-up, dus die hebben de gegijzelde data uit het raam gegooid en zijn opnieuw begonnen.’ ‘We vragen in de scans hoe het zit met bijvoorbeeld back-ups, updates, firewalls, toegang en wachtwoordgebruik. Het eerste wat me opvalt, is dat de boer niet anders is dan de gemiddelde ambtenaar: ze gebruiken vaak dezelfde wachtwoorden. Wat wel anders is, is dat een boer veel erfbetreders kent. Er komen veel onbekenden op het erf, onder wie vertegenwoordigers van bedrijven bij van wie ze geen klant zijn. Vaak hebben de boeren geen zicht op wie dat zijn of welke bedoelingen ze hebben. Met een jasje en een pasje kan iemand zich vrij gemakkelijk voordoen als iemand anders. Dat kan een financieel doel hebben, maar boeren zijn ook steeds vaker het doelwit van activisme.’ Net zoals testen van cyberbeveiliging bij gemeenten meestal uitwijzen, is fysieke toegang tot de locatie gemakkelijk te verkrijgen. Dat maakt digitaal binnendringen ook makkelijker. ‘Je hoeft maar ergens toegang te krijgen tot de wifi en vanaf daar krijg je vrij simpel toegang tot het netwerk, of kun je een wachtwoord kraken.’ Helaas hebben veel boeren geen streng wachtwoordbeleid en blijven ze het wachtwoord gebruiken dat de monteur instelde. Soms, als de installatiemonteurs telkens hetzelfde wachtwoord gebruikten, waren die ook voor de wifinetwerken van verschillende bedrijven hetzelfde. ZORGPLICHT Nienke Hoeksma, directeur van de MKB Cyber Campus, ziet ook de kwetsbaarheden. ‘Een pluimveehouder in Drenthe had zijn wachtwoorden op een geeltje geschreven. Wie dat heeft, kan zo de temperatuur in de stal regelen en ervoor zorgen dat de kippen aan het eind van de dag niet meer rondlopen. Ergens anders waren we bij een aantal boeren in dezelfde straat; die gebruikten telkens hetzelfde wachtwoord. Toen we bij de derde boer aankwamen, kon ik vertellen wat het wachtwoord was van de wifi.’ Hoogste tijd voor wat bewustzijn.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 30 ACHTERGROND CYBERSECURITY Als onderdeel van de City Deal wil Leeuwarden, in samenwerking met regionale onderwijsinstellingen als ROC en de MKB Cyber Campus, de weerbaarheid van de Friese agrarische sector verhogen. De scans zijn er onderdeel van. Een belangrijke, wederom menselijke, schakel in de keten is de leverancier. Hoeksma: ‘Een melkrobot is gekoppeld aan het netwerk van de boer, de apparatuur komt van de leverancier. Er worden op de apparatuur echter geen updates gedaan. Leveranciers hebben de digitale weerbaarheid niet tussen de oren, maar ze hebben een belangrijke zorgplicht. De voorbeelden van de pluimveehouder en de wachtwoorden die ik zojuist noemde, zijn gevallen waarbij leveranciers moeten helpen. We proberen elke schakel in de keten ervan bewust te maken dat ze een belangrijke rol hebben.’ De belangen zijn groot. ‘Het gaat hier om de grondleveranciers van voedsel en ze vormen een belangrijk onderdeel van de economie. Dat onderdeel is nu heel kwetsbaar.’ Nederland hoort bovendien bij de wereldtop. ‘Het is onvoorstelbaar wat er aan data wordt bijgehouden. Elke koe heeft al een chip en er wordt bijgehouden COLUMN JAN VERHAGEN ‘ Mensen denken dat ze dom worden gevonden’ welk gras die graast, welk voer die krijgt, hoeveel die drinkt, enzovoort. De snelheid van digitalisering is enorm, zeker met 5G, terwijl de bewustwording op het gebied van weerbaarheid heel laag is.’ Wat het bovendien lastig maakt voor boeren is dat privé en zakelijk door elkaar heenlopen, waardoor een boer ook in zijn privéleven kwetsbaar is. ‘Een van de belangrijkste adviezen is daarom om zakelijke en privénetwerken te scheiden.’ ‘De urgentie wordt gedeeld, maar de snelheid is een tweede. Er zijn er altijd die denken: we gaan zeker maatregelen nemen tegen de kwetsbaarheden, maar ik heb het nu even heel druk dus volgende week. We vinden allemaal dat we het moeten doen, maar we stellen het nog even uit.’ Het is volgens Hoeksma belangrijk dat gemeenten kijken naar wat er op hun terrein gebeurt. ‘Binnen de gemeente Leeuwarden zijn veel agrarisch ondernemers, dus moet de gemeente kijken hoe dat is geregeld. De ervaringen die ze daarmee opdoen, kunnen andere gemeenten gebruiken. Dat is het achterliggende idee van de aanpak: niet opnieuw het wiel uitvinden. De scan is ontwikkeld, die ga je dan toch gebruiken?’ Op 14 oktober worden de resultaten van de projecten gepresenteerd en beoordeeld op het City Deal Cybercrime-congres. Waarmee gaat men verder en waarvoor moet een andere oplossing komen? GROEI VRAAG Wat betreft de geldezels weet Van Meijgaard dat het probleem blijft groeien. ‘Ik hoop op een gegeven moment een daling te zien ten opzichte van andere regio’s, pas dan weet je of zo’n aanpak in de regio werkt.’ Maar het zal in absolute cijfers niet afnemen. ‘Zo lang digitale criminaliteit blijft stijgen, en dat doet het, zal de vraag naar geldezels meegroeien.’ DRAAI ‘De Raad van State heeft een ontwikkeling in denken doorgemaakt. In 2016 was de raad nog voorstander van arbitrage of bemiddeling bij geschillen tussen het rijk en de gemeenten. Maar in de gedecentraliseerde eenheidsstaat wil het rijk het laatste oordeel niet uit handen geven. Daar houdt de raad rekening mee. Dus nu keert de raad zich tegen arbitrage bij geschillen’. Dat zegt Jan Franssen in zijn afscheidsinterview als lid van de Raad van State. Hij draait er niet omheen: de Raad van State heeft een draai gemaakt. En hij geeft er ook de echte reden bij. Die eerlijkheid is te prijzen. En daardoor maakt hij verdere discussie mogelijk. Helaas ontstond na dat interview die discussie niet. Geen enkele burgemeester, geen enkele wethouder, geen enkel gemeenteraadslid reageerde op de draai. En dat is jammer. Want het argument tegen arbitrage ‘het rijk wil het niet’ is uiterst zwak. Sterker nog, dat argument toont juist de noodzaak van arbitrage aan! Het probleem in de relatie tussen rijk en gemeenten is namelijk dat het rijk zijn eigen belang te vaak voorop stelt. Niet het landsbelang maar het belang van de centrale overheid. Dat was bijvoorbeeld de aanleiding voor de toeslagenaffaire. En dat is ook de reden dat de gemeenten al jarenlang veel moeten bezuinigen. De enige arbitragezaak die er is geweest, over het jeugdzorgbudget, toont het nut van arbitrage. Des te fanatieker zouden burgemeesters, wethouders en gemeenteraadsleden voor arbitrage moeten pleiten. De argumenten waarmee de raad in 2016 arbitrage adviseerde bij geschillen tussen rijk en gemeenten, gelden nog steeds. De enige overweging tegen arbitrage blijkt: het rijk wil ‘ Geen enkele burgemeester reageerde’ het niet. Deze overweging getuigt niet van kracht en zelfbewustzijn van de Raad van State. Als die alleen maar adviseert wat het rijk wil horen, dan is hij volkomen overbodig. Sterker nog, dan brengt de Raad van State het landsbelang schade toe. Het rijk hoeft namelijk hierdoor niet in te gaan op de argumenten voor arbitrage, maar kan verwijzen naar het standpunt van de Raad van State dat arbitrage niet aan te raden is. Zo is een vicieuze cirkel in elkaar gedraaid. Het rijk is tegen omdat de Raad van State er negatief over adviseert, en de Raad adviseert negatief omdat het rijk tegen is.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 DOOR: YVONNE JANSEN FOTO: ROBIN VAN LONKHUIJSEN / ANP-HH BESTUUR ACHTERGROND 31 De burgemeester is het boegbeeld van de gemeente. Hoe zichtbaar ook, toch leven er misverstanden over rol en functie. Sabine van Zuydam schreef een boek over burgemeestersbenoemingen, vertrouwenscommissies en het ambt. Ook handig voor wie daarnaar solliciteert. EISEN AAN DE BURGEMEESTER ACROBATISCH VERMOGEN IS EEN PRE Van Zuydam, bestuurs- en organisatiewetenschapper en onderzoeker, adviseert en begeleidt vertrouwenscommissies namens Necker Van Naem. Dit bureau was betrokken bij ruim honderdvijftig benoemingsprocedures. Onder andere in de stad Utrecht, waar Sharon Dijksma de eindstreep haalde. Ook begeleidde het bureau Arnhem bij de zoektocht naar een nieuwe burgemeester (benoeming: Ahmed Marcouch). Evenals de provincie Overijssel, waar een nieuwe commissaris van de koning moest worden benoemd (benoeming: Andries Heidema). Tijdens het bijstaan van vertrouwenscommissies merkte Van Zuydam dat zelfs politiek betrokkenen niet altijd op de hoogte zijn van de regels en de procedure. Terwijl inwoners soms nog in de veronderstelling leven dat ‘Den Haag’ bepaalt wie de nieuwe burgemeester wordt, of zelfs de koning. ‘Er gebeurt iets achter de schermen, onder strikte geheimhouding. Dat op zichzelf leidt tot misverstanden en verhalen. Om daar een eind aan te maken heb ik dit boek geschreven. Om een inkijkje te geven in de procedure en wat een kandidaat te wachten staat als die daar instapt.’ Bestaande informatie over burgemeestersbenoemingen is volgens Van Zuydam tamelijk technisch. ‘Er is een gedetailleerde en supernuttige Handreiking burgemeestersbenoeming, waar ik zelf nog aan heb meegeschreven. Maar dat is meer een naslagwerk voor griffiers, die het werk van de vertrouwenscommissie tijdens de procedure in goede banen moeten leiden. Die informa
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 32 ACHTERGROND BESTUUR DUIKEN, VALLEN, OPSTAAN EN WEER DOORGAAN tie is minder toegankelijk voor een breed publiek.’ Haar boek – Burgemeester ben je. En je kunt het ook worden – is hybride, maar vooral praktisch. Met uitleg, passages uit het staatsrecht en de Gemeentewet, anekdotes en quotes en ervaringen van burgemeesters. Daarnaast gaat ze in op de voor- en nadelen van meerdere (mogelijk toekomstige) aanstellingswijzen, waarbij ook het fenomeen gekozen burgemeester voorbijkomt. ‘De voorbeelden verluchtigen niet alleen, maar maken het proces inzichtelijker en herkenbaarder. Zeker voor mensen die er verder vanaf staan. Daarnaast is een procedure mensenwerk. En het is niet zo dat als je er eentje hebt gezien, je ze allemaal hebt gezien.’ KLASJE Het Nederlands Genootschap van Burgemeesters heeft een ‘burgemeestersklasje’. Grote politieke partijen helpen soms hun eigen kandidaten met voorbereiding op de sollicitatie. Een echte opleiding voor burgemeesters is er niet. Hoeft ook niet, vindt Van Zuydam. Zij tilt zwaarder aan bestuurskwaliteiten en vaardigheden, waarvan sommige aan te leren zijn. ‘Ook een niet in het openbaar bestuur doorgewinterde kandidaat kan die kwaliteiten ontwikkelen in andere functies, in het bedrijfsleven of bij maatschappelijke organisaties. De trend is dat zich mensen aandienen die niet het geijkte pad hebben afgelegd van raadslid en wethouder naar burgemeester, of als Kamerlid.’ De oud-journalisten Sjors Fröhlich en Pieter Broertjes zijn daarvan voorbeelden. ‘Alleen al in de eerste helft van 2021 kwamen er een stuk of zes partijloze burgemeesters bij op een totaal van dertien, eind 2020’, telde ze. ‘Kleine verschuivingen, maar er is een kentering in gang gezet. Ik kan niet zeggen of en hoe zich dat voortzet. Maar het type burgemeester dat als grijze bestuursmuis onzichtbaar z’n werk doet, wordt zeldzaam. Veel gemeenten geven in hun profielschets ook al aan dat ze dat niet willen.’ De lokale context speelt daarbij een rol, iets wat volgens Sabine van Zuydam steeds meer ruimte krijgt in profielschetsen. Wat voor gemeente is het? Wat voor mensen wonen er? Wat zijn de bestuurlijke uitdagingen of gevraagde accenten? Die kunnen van gemeente tot gemeente sterk verschillen. In haar boek noemt Sabine van Zuydam opvallende cases van burgemeestersbenoemingen, de dynamiek eromheen, of juist van hun vertrek. GLAZEN HUIS Jean Paul Gebben, burgemeester van Renkum, gaat in het voorjaar van 2016 stappen met de vriendengroep van zijn zoon. In het uitgaanscentrum van Arnhem wordt hij gefotografeerd met een meisje, dat hij lastig zou hebben gevallen. Achteraf blijkt de jonge vrouw een goede kennis. Weinig aan de hand, maar op sociale media is het oordeel al geveld. De burgemeester had verder tijdens zijn piketdienst een paar borrels op. Hij ziet geen andere uitweg dan aftreden. Hij is nu burgemeester van Dronten. FRIEZIN, GEEN HAAGSE Pauline Krikke redt het niet nog eens als burgemeester, na een eerder burgemeesterschap te Arnhem. Na een vernietigend rapport over het uit de hand lopen van te hoge vreugdevuren op het strand van Scheveningen tijdens de jaarwisseling van 20182019, ziet ze zich gedwongen op te stappen als burgemeester van Den Haag. De verwijten zijn dat ze weinig krachtdadig optrad en onduidelijke afspraken maakte. Ook wordt haar aangewreven dat ze empathie mist. ‘De Friezin werd nooit een Haagse’, kopt het Algemeen Dagblad. LUISTERVINKJE Ralf Krewinkel, op dat moment burgemeester van Heerlen en met verlof vanwege een ziek kind, solliciteert naar het burgemeesterschap van het kleinere Kerkrade. Dagblad De Limburger weet dat te melden, en ook dat hij het niet wordt. Is de geheimhouding geschonden en lekte iemand uit de vertrouwenscommissie of de besloten raadsvergadering? Kerkrade doet aangifte en gouverneur Theo Bovens beticht de krant van ‘afluisterpraktijken’. De toedracht blijkt banaler: de geluidsinstallatie in de zaal stond te hard. In een belendende ruimte hoefde de verslaggever alleen maar mee te schrijven. Heerlen blieft Krewinkel niet meer. Hij is nu directeur van een reinigingsdienst in de Mijnstreek. NUMMER TWEE In 2012 zingt in Nijmegen al de naam rond van Sharon Dijksma als beoogd burgemeester. Regionaal dagblad De Gelderlander schrijft dat de vertrouwenscommissie niet unaniem is in haar voorkeur, en peilt digitaal meningen van lezers. De uitkomst luidt dat Dijksma weinig aanhang geniet. Na een marathonvergadering geeft de gemeenteraad de voorkeur aan nummer 2 op de lijst, CDA’er Hubert Bruls, op dat moment nog burgemeester van Venlo. Een linkse kandidaat die het niet goed doet in ‘Havana aan de Waal’? Waarom, vraagt krant zich af. Heeft de raad zich laten beïnvloeden door de publieke opinie, of is dit een zuiver eigen oordeel? Raadsleden blijken niet voetstoots te kiezen voor een kandidaat van hun eigen partij, iets waar de krant kennelijk wel van uitging. Een groot deel van haar boek is bij uitstek geschikt voor leden van de vertrouwenscommissie. ‘Het kan zomaar zijn dat je twintig jaar in de raad hebt gezeten, maar nog nooit een benoemingsprocedure van nabij hebt meegemaakt. Laat staan dat je in de vertrouwenscommissie zat. Dat komt wel minder voor. Burgemeesters die twintig jaar zitten, zijn inmiddels op de vingers van één hand te tellen.’ Van Zuydam vindt dat gemeenteraden hun eigen rol soms te klein maken. ‘Bij de benoemingsprocedure moet de raad zich realiseren hoe belangrijk zijn eigen rol is. Je mag stevig zijn in wat je vraagt van een burgemeester. Het gaat ook om de toekomst van jouw gemeente. Zoek ook goede samenwerking met de commissaris der koning. Zie die niet als de vijand die een eigen voorkeurskandidaat heeft, maar als goede bron.’
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ACHTERGROND 33 tie en justitie en boegbeeld bij calamiteiten. Zoals Jan van Zanen bij de Utrechtse tramaanslag of recent Daan Prevoo tijdens de watersnood in Limburg.’ KOP VAN JUT Netwerker, sociaal werker, burgervader- of moeder, kanjer in het stroomlijnen van besluitvorming of het coachen van raadsleden: het verschilt per burgemeester waar het accent ligt, en ook heeft elke burgemeester een eigen bestuursstijl. Maar altijd moet de burgemeester een bestuurlijke evenwichtskunstenaar zijn. En soms als ambtsdrager een kop van Jut. ‘Je hebt op zoveel verschillende gebieden een rol te vervullen’, aldus Van Zuydam. ‘Ten opzichte van de samenleving, de regio, de gemeenteraad, de ambtelijke organisatie. Dan heb je nog taken op het gebied van openbare orde en veiligheid, zoals we tijdens de coronacrisis goed hebben kunnen zien. Verder is er nog de burgemeester in crisissituaties. Trooster en luisterend oor, maar ook hoofd van de driehoek met poli‘Op allerlei plekken wordt er aan je getrokken’, weet Van Zuydam. ‘Dat levert soms dilemma’s op. Al is het maar praktisch, over waar je je tijd aan besteedt. Je moet heel goed de balans bewaken.’ Zij raadt gemeenteraden aan niet te zoeken naar een schaap met vijf poten. ‘Ook al moet een burgemeester van veel markten thuis zijn vanwege het palet aan taken en de omvang daarvan, toch adviseer ik te prioriteren in wat echt belangrijk is. Niemand is overal even goed in. De gewenste sterke punten moeten in de profielschets terugkomen. Eigenschappen als stressbestendigheid, onafhankelijkheid en snel kunnen schakelen zijn basiscondities.’ GEZINSLEVEN De dubbelrol van voorzitter van de gemeenteraad en tevens voorzitter van het college kan de burgemeester in een spagaat doen belanden, beaamt Van Zuydam. ‘Die spanning zit ingebakken ADVERTENTIE sinds de dualisering.’ Slechts weinig burgemeesters zien dit volgens haar zelf als probleem: ‘De burgemeester is een linking pin. Binnen het college kan hij of zij ook het perspectief van de raad voor het voetlicht brengen en de wethouders erop attenderen als dat te weinig aan bod komt. Ik kan me wel voorstellen dat er versterking nodig is op onderdelen. Bijvoorbeeld door expliciet te investeren in het raadsvoorzitterschap en de zichtbaarheid van die functie.’ De rolwisseling kan tijdens de gemeenteraadsvergadering zichtbaar worden gemaakt. ‘Bijvoorbeeld door op het moment dat je als burgemeester als portefeuillehouder optreedt, van plaats te wisselen.’ Een gegeven van deze tijd is dat de burgemeester meer dan ooit in een glazen huis woont en dat de invloed van (sociale) media in de lokale samenleving groot is. Handig voor de profilering, maar soms ook vernietigend. ‘In alle gesprekken die ik voer, hoor ik dat terugkomen. Wil je burgemeester worden, dan moet je goed beseffen waar je aan begint en welke impact het heeft op je leven en dat van je gezin.’ IN VIJF DAGEN EEN BETERE CONTROLLER Werk je of ga je werken als controller? Volg de opleiding Controller in een Week en breng je fi nanciële en strategische inzicht naar een hoger niveau. Ervaren topdocenten Personal Coaching Inclusief e-learning Word een moderne controller. Ga naar AlexvanGroningen.nl
34 ACHTERGROND KLIMAAT DOOR KATJA KEUCHENIUS FOTO: SHUTTERSTOCK Dat bomen van groot nut kunnen zijn, is inmiddels bekend. Maar hoe maak je daar als gemeente goed gebruik van? Het Amerikaanse programma i-Tree berekent allerlei cijfers over de baten van individuele bomen. Niet elke boom levert namelijk hetzelfde op. BOMENBATEN BEREKENEN MET I-TREE GROEN RENDEMENT Het is volgens Leendert Koudstaal een Middeleeuwse wijsheid: de juiste boom op de juiste plek op de juiste groeiplaats. Dat wordt tegenwoordig vaak vergeten in gemeentelijk bomenbeleid, merkt hij. Koudstaal is voorzitter van de Intergemeentelijke Studiegroep Bomen en werkt als beleidsadviseur bomen en groen voor de gemeente Den Haag. ‘In elk coalitieakkoord staat wel: “Wij willen meer bomen”, maar de praktijk blijkt weerbarstig. Wat er extra komt, is vaak heel schraal. Zeker als er een keer een storm of ziekte toeslaat.’ Hij wil daarom af van het simpele ‘stammetjes tellen’, dat nu nog veel gebeurt. Meer stammetjes brengen namelijk niet automatisch meer groene voordelen. Die voordelen komen pas als je de juiste bomen goed plaatst en de ruimte geeft. Koudstaal brengt de oude bomenwijsheid in praktijk met een heel modern hulpmiddel. Hij berekent wat individuele bomen precies bijdragen aan hun omgeving met het programma i-Tree. Het uit de Verenigde Staten afkomstige rekenprogramma kan vertellen hoeveel CO2 een individuele boom afvangt, hoeveel water die opvangt en hoeveel koelte die brengt. Sommige van die ‘ecosysteemdiensten’ zet het programma zelfs om in het aantal euro’s dat een gemeente daarmee bespaart. Die cijfers helpen ook bij discussies die ontstaan als ergens bomen moeten wijken. Koudstaal: ‘Misschien waren dat wel heel slechte bomen en kunnen in nieuwe projecten goede boomsoorten, onder goede omstandigheden en goede plantplaatsen veel beter presteren. Ook actiegroepen gaan daarin mee. Ze strijden niet meer voor de laatste krakkemikkige boom, maar voor groen in de stad.’ De gemeente Den Haag maakte zelf ook de overstap van stammetjes tellen naar het meten van kroonoppervlakte. Daarvan wil de stad de komende tien jaar 5 procent meer laten groeien. Het zijn immers de bladeren die zo’n 10 procent van het regenwater opvangen en direct weer laten verdampen. Dat scheelt de stad euro’s omdat het riool dan niet hoeft te worden aangepast op toekomstige piekbuien, of omdat de bestrating niet wegstroomt. Het zijn bovendien de bladeren die luchtvervuiling afvangen en schaduw brengen. En zo zijn er nog ruim twintig ‘diensten’ die goed groeiende bomen de stad of dorp leveren. KROONOPPERVLAKTE I-Tree werd ontwikkeld door de United States Forest Service, om te kwantificeren wat bomen bijdragen aan hun omgeving. Inmiddels kunnen in de Verenigde Staten al 24 ecosysteemdiensten van bomen worden omgezet in dollars. Die cijfers helpen volgens Koudstaal zo’n 200 steden wereldwijd om hun groenbeleid te bepalen. In Nederland zijn we nog niet zover. Het gebruik van i-Tree bleef tot nu toe beperkt tot pilot-studies. Verschillende gemeentes hielpen mee om i-Tree goed toepasbaar te maken onder Nederlandse omstandigheden, op basis van wetenschappelijk onderbouwde cijfers. Hier groeien immers andere boomsoorten in andere groeiomstandigheden en zijn niet alle besparingen precies evenveel waard als in de Verenigde Staten. Na jaren testen gaat Koudstaal nu graag verder met i-Tree. Zo ook zijn burgemeester. ‘Jan van Zanen is voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en een groot bomenliefhebber’, zegt Koudstaal. ‘Hij wil i-Tree nu ook eindelijk echt operationeel maken.’ De nieuwe bomen nota van de stad noemt naast 5 procent meer kroonoppervlakte ook de ambitie om de groei goed bij te houden. De stamdiktes van alle Haagse stadsbomen in de openbare ruimte zijn inmiddels gescand met een Lidar-scanauto. Dat kan worden aangevuld met satellietbeelden en gegevens van vrijwilligers, die metingen doen vanaf de grond en ziektes of plagen signaleren. Er liggen al verschillende offertes om al die gegevens in i-Tree te zetten, want dat is met zo’n 120.000 bomen nog een hele klus. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021
e BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ACHTERGROND 35 ‘ Het gaat niet meer sec om hoe leuk groen is’ LEUK GROEN In Alphen aan den Rijn staan alle 58.000 bomen al in i-Tree. Dat gebeurde onder de enthousiaste leiding van Niek van ’t Wout, beleidsmedewerker groen. Zo kan hij bomen eindelijk echt goed onder te aandacht brengen bij zijn collega’s. Van ‘t Wout voelde zich altijd een beetje Calimero als hij weer eens vertelde hoe belangrijk groen was. ‘Tja, god, daar heb je die ook weer’, hoorde hij zijn collega’s denken. Ondertussen zag hij dat bomen op steeds meer terreinen de wereld konden helpen. Van ’t Wout: ‘Maar hoe pak je dat aan als Calimero?’ I-Tree geeft niet alleen cijfers over klimaatadaptatie, maar ook over de bijdragen van bomen aan sociale cohesie en gezondheid, zoals minder ligdagen in het ziekenhuis. Van ’t Wout: ‘Je kunt de baten van bomen heel inzichtelijk maken. Het gaat niet meer sec om hoe leuk groen is, want dat weten we nou wel. We kunnen nu kijken welke positie groen heeft in al die vraagstukken die we hebben.’ Van de elf opgaven van zijn gemeente koppelde Van ’t Wout zes opgaven aan de baten van groen. Daarmee klopt hij nu aan bij de wethouders: ‘Ik kan iets voor jou betekenen’. Een voorbeeld is het Prinses IreneBos, een deel van een veertig jaar oud park van 24 hectare groot. ‘Dat representeert een half miljoen euro aan fijnstoffiltering, CO2 -opslag, watervasthoudend vermogen en schaduwwering. En als je het laat groeien, komt er jaarlijks 70.000 euro aan waarde bij’, zegt Van ‘t Wout. Ook voor de terreinen zorg & welzijn en educatie kan het bos veel betekenen. Denk bijvoorbeeld
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 36 ACHTERGROND KLIMAAT aan goed begaanbare paden voor inclusieve recreatie, natuurbeleving en zinvolle dagbesteding. Het bos werd vorig jaar opgeknapt en kreeg daarbij themaroutes en informatiepunten over eetbare planten, het klimaat en bijen. Het bos biedt bewoners bovendien een plek om te sporten en draagt bij aan de biodiversiteit. Voor steeds meer van deze functies heeft iTree de cijfers beschikbaar. TRUKENDOOS De i-Tree trukendoos werkt echter alleen als het bos goed wordt onderhouden, weet ook Van ’t Wout. Toen hij de afgelopen twee jaar de baten van bomen liet berekenen voor zijn gemeente, werd het hem steeds duidelijker wat het kost als we de verzorging van bomen niet serieus nemen. ‘Een boom die goed groeit, geeft een bepaald rendement’, zegt Van ’t Wout. ‘Maar een boom die slecht groeit en maar kort staat, levert weinig op.’ | Het heeft volgens hem daarom weinig zin om ‘voor de bühne’ extra bomen te planten. ‘Je moet een kwalitatief groenbeleid voeren. Erop toezien dat de kwaliteit wordt gehaald en daar ook consequenties aan verbinden.’ Vaak staan bij gemeenten de afspraken volgens Van ’t Wout wel goed op papier, maar gaat het in de uitvoering mis. ‘In een bestek staat hoe de aannemer het groen moet onderhouden. Genoeg snoeien, niet laten verdrogen, dat soort dingen. Opzichters buiten moeten daar beter op gaan letten. Het gaat bij groen niet meer alleen om dat er mooi uitziet. Een aannemer moet zich realiseren dat wij de CO2 compensatie niet halen als hij een boom slecht verzorgt. Dat kost ons geld.’ Het duurt volgens Van ‘t Wout nog wel zo’n dertig jaar voordat iedereen dat snapt. ‘Groen gif moet je langzaam toedienen’, grapt hij wel eens met andere natuurliefhebbers. ‘Je moet mensen de tijd geven om ‘Groen gif moet je langzaam toedienen’ mee te bewegen met de gedachte die jij hebt.’ Hij vertelde twee jaar geleden over iTree en nam bestuurders mee naar het park om ze te wijzen op voorbeelden van CO2 opslag en biodiversiteit. ‘Zo’n insteek werkt ook voor de acceptatie in de samenleving’, zegt Van ’t Wout. ‘Wie zal er nou tegen meer recreatiegebied zijn?’ BOUWOPGAVE In de aanloop naar een nieuw groen beleid liet Van ‘t Wout alle functies en waarden van de stadsbomen vastleggen. Met die cijfers bedacht hij een strategie voor de bouwopgave die van de provincie bínnen de gemeentegrens moet gebeuren. ‘Dat gaat vaak ten koste van groen, want dat is de enige ruimte waar je nog kunt bouwen’, zegt Van ’t Wout. ‘Zo maak je je impopulair bij bewoners en je verliest groen. Je kunt beredeneren dat je voor alles dat je weghaalt meer grond moet aankopen voor nieuw groen en recreatieve ruimte. Dan maak je geen groen kapot, maar zorg je dat we er meer van krijgen.’ Een ander voorbeeld: nu Van ’t Wout weet hoeveel CO2 er in het hout van bomen zit opgeslagen, wil hij die cijfers betrekken bij zoiets als huishoudens van het gas afhalen. ‘Goed groenbeleid kan ons tijd bieden om dit soort programma’s uit te voeren.’ Den Haag doet zijn best om de baten van bomen ook inzichtelijk te maken voor beADVERTENTIE woners. Die kunnen in een bomenapp zien hoe het gaat met de bladgroei in hun straat en ook in welke wijken het groen afneemt. ‘Die transparantie is misschien lastig’, zegt Koudstaal, ‘maar zo kun je veel beter bepalen en uitleggen wat van toepassing is in jouw stad. Je maakt inzichtelijk wat een boom oplevert als het gaat om over gezondheid, duurzaamheid en klimaatbestendigheid. En je kunt zeggen: het is ongewenst om in een achterstandswijk zo weinig bomen te hebben.’ Welke bomen in een stad nodig zijn, ligt ook aan de opgaven die je hebt. ‘Voor veel klimaatopgaven zijn snelgroeiende bomen aantrekkelijk’, zegt Koudstaal. ‘Er zijn populieren, nieuwe iepenrassen en esdoorns die na vijf jaar al halfvolwassen zijn met veel kroonoppervlakte. Maar je kunt ook kiezen voor bomen met een langere levensduur, die 150 jaar oud kunnen worden en die je dus minder snel hoeft af te schrijven.’ Wageningen University & Research werkt met behulp van iTree aan een keuzetabel die volgens Koudstaal werkt op een Booking.comachtige manier. ‘Ik wil een bomenlaan, dicht bij zee, die veel schaduw geeft én de luchtkwaliteit verbetert.’ Zo kiezen gemeenten straks gemakkelijk én wetenschappelijk onderbouwd de juiste groeiplaats op de juiste plek voor de juiste boom.
OPINIE 37 NEDERLAND DREIGT DE BOOT TE GAAN MISSEN INVESTEREN IN INNOVATIE IS BITTERE NOODZAAK De Nederlandse innovatiemotor hapert. Dat is de zorgwekkende conclusie na de meest recente update van de toonaangevende European Innovation Scoreboard. De rijksoverheid moet hard aan de bak om meer te investeren in innovatie met impact. Op het eerste gezicht kun je zeggen dat de vlag uit kan: Nederland is het op vijf na meest innovatieve land in de EU. Drie Nederlandse regio's – Utrecht, Noord-Brabant en Noord-Holland – zijn innovation leader in de Regional Innovation Scoreboard (RIS). Wie iets verder kijkt, ziet dat er onder de motorkap problemen opdoemen. Nederland stagneert, waar andere landen groeien. Een belangrijke graadmeter voor innovatie zijn de investeringen in research & development (R&D). De EU hanteert het strategische doel om 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) te besteden aan innovatie en R&D. In 2019 ging 2,2 procent van ons bbp naar R&D, een percentage dat sinds 2013 nagenoeg hetzelfde is. Ter vergelijking: de Duitse innovation leader BadenWürttemberg besteedt 5,7 procent van zijn bbp aan R&D. MARTIJN VAN GRUIJTHUIJSEN ROBERT STRIJK ILSE ZAAL Nu zeggen lijstjes niet alles. Nederland is nog steeds een sterke innovatiespeler en meerdere Nederlandse regio’s staan internationaal bekend als innovatieve krachten. De kracht van de Nederlandse innovation leaders schuilt in samenwerking. Kennisinstellingen, bedrijven met voldoende schaal en overheden werken daar samen, zodat kennis snel wordt ontwikkeld, verspreid én toegepast. Dat samenspel verdient het om ondersteund te worden en is een van de redenen waarom het kabinet het Nationaal Groeifonds heeft opgericht. Waar dit fonds startte met een scherpe focus op versterken van innovatie, sluipt de oer-Hollandse neiging er nu in, vooral te kijken naar eerlijke regionale verdeling. UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. De verleiding is groot om een one-size-fits-all beleid te ontwikkelen. Dat miskent regionale karakteristieken en regionale kracht. In Noord-Brabant zijn bedrijven de trekker van innovatie. Utrecht excelleert op academisch gebied. Richt rijksbeleid daarom op het maximaliseren van het innovatievermogen binnen de samenwerking tussen deze ecosystemen: verleidt ze om aanvullend aan elkaar te zijn in plaats van concurrerend, zodat ze als collectief bijdragen aan de internationale concurrentiekracht. De kanteling van marktgedreven naar missiegedreven innovatiebeleid is hiervoor een trigger. De komende jaren staan Nederland, Europa en de wereld voor gigantische opgaven. Verduurzaming van de energie- en voedselvoorziening, klimaatbestendigheid van de leefomgeving en de toenemende digitalisering van de economie en maatschappij. Hiermee zijn deze missies relevante markten geworden, waarbij bedrijven, overheden en kennisinstellingen elkaar nodig hebben. Met haar missie-gedreven beleid neemt de Europese Commissie inhoudelijk het voortouw. Terwijl in Den Haag wordt getreuzeld met de planvorming, denkt Brussel al aan vervolgstappen om toekomstige groei en impact te kunnen realiseren. Samenwerking en innovatie zijn de basis voor ons toekomstig verdienvermogen en de oplossing voor onze maatschappelijke uitdagingen. Alleen: onderzoek kost geld; samenwerking kost geld. Creëer een hefboomeffect en durf te kiezen voor innovatie, valorisatie en groei en ondersteun de clusters, regio’s en instellingen die de meeste impact genereren. Als we willen dat de innovatiemotor niet stil komt te staan, moet er nú brandstof bij. VINCENT JANNINK / ANP-HH Martijn van Gruijthuijsen, Robert Strijk en Ilse Zaal, gedeputeerden economie van respectievelijk Noord-Brabant, Utrecht en Noord-Holland. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021
DONDERDAG 9 SEPTEMBER 2021 LOW-CODE NO-CODE DEMO DAY UTRECHT Ga zelf aan de slag met platformen als Betty Blocks, Novulo, Thinkwise, OutSystems en Mendix om te ervaren hoe snel je met low-code no-code resultaat neerzet! Partners: LINKIT BUILDING IT TOGETHER Tijdens de Demo Day: Kun je kiezen uit diverse demo’s van 2,5 uur; Komt er een actuele case aan bod en ga je zelf aan de slag; Krijg je inzicht in de mogelijkheden van low-code/no-code platformen; Weet je wat low-code/no-code voor jou kan betekenen; Weet je welke stappen je moet zetten als je met low-code no-code aan de slag wilt gaan. MELD JE GRATIS AAN VIA LOWCODE-NOCODE.NL
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 DOOR: MAURICE SWIRC BOEK RECENSIE 39 DUIZEND JAAR RUIMTELIJKE ORDENING HOE WE ONS EIGEN LAND SCHIEPEN Al ruim duizend jaar zijn achtereenvolgende generaties in de weer om de Rijn-MaasScheldedelta ‘veilig, bewoonbaar en productief’ te maken, staat in het openingshoofdstuk van Ruimtelijke ordening. Geschiedenis van de stedelijke en regionale planning in Nederland, 1200 – nu. Even lang is Nederland een land van ordening en planning. Auteurs zijn Len de Klerk, emeritushoogleraar planologie aan de Universiteit van Amsterdam, en Ries van der Wouden, werkzaam bij het Planbureau voor de Leefomgeving. Zij beschrijven die intrigerende geschiedenis vanaf de late Middeleeuwen tot nu. Met als kernvragen: waar komt de sterke neiging tot ordening en planning vandaan? Hoe goed pakten die duizenden plannen in de loop der eeuwen uit? De eerste editie van dit boek verscheen in 1986 en kent sindsdien verschillende uitgaven met wisselende auteurs. De nieuwste editie heeft als extra een blik op de toekomst. Daarin komen de penvoerders tot de voor de hand liggende conclusie dat het land nooit af is, maar de onderbouwing in de voorgaande hoofdBij voorspoed kreeg planning een politiek karakter stukken zorgt ervoor dat je als lezer Nederland op een fundamenteel niveau leert begrijpen. Zo komt in beeld hoe de drooglegging van Nederland vanaf de zestiende eeuw werd gedreven door de zucht naar winst van kooplieden die polders zagen als ‘veilige belegging’. Tegen 1650 waren in Noord-Holland miljoenen guldens in drooggelegd land geïnvesteerd, waardoor het landbouwareaal van de Republiek met 40 procent toenam. Maar de auteurs beschrijven ook het drama van de ‘vrees voor onbereikbaarheid’. Nederlandse steden werden daarmee rond 1960 overvallen door het sterk groeiende autoverkeer. Vervolgens werden gruwelijke ‘offers’ gebracht met Hoog Catharijne in Utrecht als magnum opus van planmatige cityvorming tijdens de wederopbouw. Zo weerspiegelt de ruimtelijke ordening de maatschappelijke geschiedenis. De auteurs schetsen hoe in tijden van voorspoed plannen een meer politiek karakter hebben met ‘hoofddoelen’ als opheffing van armoede en de bestrijding van segregatie. Tegelijkertijd blijft de beheersing van rivieren een kernpunt van de Nederlandse planologie. De komende decennia zullen klimaatmaatregelen een stempel drukken op de ruimtelijke ordening. Daarbij is de vraag in hoeverre – ondanks maatschappelijke weerstand – landbouwgrond gebruikt kan worden voor windturbines en zonneweiden. Op de achterflap wordt dit boek ‘onmisbaar’ genoemd voor professionals. Het is in elk geval aanbevelenswaardig voor iedereen met een fascinatie voor de Nederlander als ‘schepper van het landschap’. CITAAT UIT HET BOEK Het zelfgemaakte landschap is niet alleen een morele, maar ook een politieke geografie, een geografie van verdeel en heers RUIMELIJKE ORDENING. GESCHIEDENIS VAN DE STEDELIJKE EN REGIONALE PLANNING IN NEDERLAND, 1200-NU Len de Klerk en Ries van der Wouden Nai010 uitgevers Prijs: ¤ 49,95 ADVERTENTIE Win kostbare tijd en vergroot je digitale fi theid Volg de gratis online masterclass Digitale Fitheid voor ambtenaren Ga naar BinnenlandsBestuur.nl/digitalefi theid 23 september
BURGERZAKENINNOVATIES DOORZOEKEN VAN DE MAILBOX VAN DE WERKNEMER Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/Capra SCHERPERE EIS VOOR BENG 1 HEEFT WISSELENDE EFFECTEN Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/Centric Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ Neprom
DE GEZONDE STAD HYBRIDE SAMENWERKEN DE WARMTETRANSITIE IN DE PRAKTIJK Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/Arcadis Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ SkillsTown Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ OverMorgen
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 Foto: Tamara Heck 42 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Naar het burgemeesterschap van Krimpenerwaard hebben 21 mensen gesolliciteerd, onder wie 7 vrouwen. In leeftijd variëren ze van 38 tot en met 63 jaar. Van de 21 sollicitanten zijn 16 sollicitanten (oud) wethouder dan wel (oud) burgemeester. JULES BIJL Jules Bijl wordt op 1 september 2021 waarnemend burgemeester van Leidschendam-Voorburg. Hij wordt de tijdelijke opvolger van Klaas Tigelaar, die voorzitter van het college van bestuur van de Laurentius Stichting wordt. Bijl (D66, 63) is sinds september 2020 wethouder in Vlaardingen en heeft veel ervaring in het lokaal bestuur. Van 1999 tot 2004 was hij burgemeester van Eemnes. DON BIJL Burgemeester Don Bijl (partijloos, 69) van Purmerend is herbenoemd. Bijl begon in juli 2009 als burgemeester in Purmerend. Purmerend is zijn derde post als burgemeester: Bijl was eerder waarnemend burgemeester in Schermer en burgemeester in Wijdemeren. Met het oog op de komende fusie van Purmerend en Beemster per 1 januari 2022 en een daarbij behorende nieuwe gemeenteraad, had Bijl eerder aangegeven open te staan voor een verlenging van zijn rol als burgemeester. DAFNE STRUIJK Met ingang van 1 september is Dafne Struijk benoemd tot gemeentesecretaris van Weesp. Dafne Struijk volgt Marije Roos op, die gemeentesecretaris in Leiderdorp is geworden. Struijk werkt als strategisch adviseur fysiek domein voor de gemeente Weesp. Eerder werkte ze voor de gemeente Amsterdam, eerst bij de Dienst Ruimtelijke Ordening en daarna bij Ruimte & Duurzaamheid. DRÉ MARTENS Dré Martens is benoemd tot gemeentesecretaris in Drimmelen. Hij is op dit moment gemeentesecretaris in Hendrik-Ido-Ambacht. Eerder werkte hij werkte onder meer als directeur bedrijfsvoering bij Gemeentebelastingen Rotterdam, als leidinggevende in Rozenburg en daarna werd hij hoofd bedrijfsvoering in de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht. In 2011 werd hij daar gemeentesecretaris. Hij volgt Jaap Liebregt op. VIVIAN POUW Vivian Pouw wordt de nieuwe gemeentesecretaris van Loon op Zand. Zij werkte hiervoor ruim 12,5 jaar bij de gemeente Rotterdam, het laatst als programmamanager ‘SBDOC’ (Strategie, Beleid, Data, Onderzoek en Communicatie) Corona bij de GGD/GHOR van de Veiligheidsregio Rijnmond. Pouw volgt Coen Derickx op, die sinds juli 2020 wethouder in Krimpen aan den IJssel is. Sindsdien wordt de functie waargenomen door Ad de Kroon. KOMEN & GAAN STELLA VAN GENT Stella van Gent is benoemd tot gemeentesecretaris van Harlingen. Ze volgt Saskia van den Broek op. Van Gent was wethouder in Súdwest-Fryslân, manager en ambtenaar in Leeuwarden, is adviseur in de publieke sector en zit in het landelijke partijbestuur van de PvdA. WINNIE PRINS Wethouder Winnie Prins van Leefbaar Zeewolde is na een motie van wantrouwen ontslagen. De motie was ingediend omdat zij haar persoonlijke mening niet voor zich kan houden. Zo beschuldigde Prins in oktober 2019 het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) van gegoochel met cijfers. MARLOES HAVEMAN Marloes Haveman is de nieuwe griffier van Ermelo. Ze begint op 1 september en wordt de opvolger van Anita van Meerveld, die in maart 2021 overstapte naar adviesbureau BMC. Sinds 1 maart 2021 is Lia Randsdorp interim-griffier bij de gemeenteraad van Ermelo. Haveman werkt op dit moment bij de Tweede Kamer als griffier van de commissie voor de Werkwijze en secretaris integriteit.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 Foto: Jitske Schols] PERSONALIA 43 PROVINCIES: WERKGELEGENHEID Provincies: werkgelegenheid In 2020 bedroeg de werkgelegenheid bij de provincies in totaal 10.415 fte; een groei van 391 fte ten opzichte van 2019 (10.024 fte). Dit is een toename van 3,9 procent. In 2019 was 56,5% van de werknemers man, 43,5 % vrouw. In 2020 was de verdeling 56 % man en 44 % vrouw. Bron: A&O-fonds provincies DIANE KASSING Diane Kassing wordt griffier van de Elburgse gemeenteraad. Ze werkte eerder als plaatsvervangend griffier van provinciale staten van Overijssel. In Elburg volgt zij Marianne Luiting op. Het griffierschap wordt tijdelijk waargenomen door Jeroen van Spijk. Werkgelegenheid: 2019: 10.024 fte 2020: 10.415 fte LISETTE DE LANGE Lisette de Lange-van Grootveld blijft griffier in Tiel. Ze bekleedt die functie al sinds juli 2020 op interimbasis, maar de gemeenteraad heeft besloten haar per 1 juni 2021 in vaste dienst te nemen. Ze volgt Wim Westerholt op. NOORDBRABANT VVD, CDA, D66, GroenLinks en PvdA vormen de nieuwe coalitie in de provincie Noord-Brabant. Het nieuwe college van GS zal naast de provinciesecretaris bestaan uit Ina Adema, Adema, commissaris van de Koning en de gedeputeerden Christophe van der Maat, Erik Ronnes, Anne-Marie Spierings, Hagar Roijackers, Stijn Smeulders, Martijn van Gruijt huijsen en Elies Lemkes-Straver. MUNISH RAMLAL Munish Ramlal is voorgedragen als nieuwe ombudsman van de metropoolregio Amsterdam. Ramlal zal op 2 september beginnen in zijn nieuwe functie. Ramlal is nu nog hoofd systeemtoezicht bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Hij volgt de huidige ombudsman Arre Zuurmond op, die per 1 september vertrekt, na acht jaar als ombudsman voor Amsterdam en de andere gemeenten in de metropoolregio: Almere, Zaanstad, Amstelveen, Diemen, Waterland en Landsmeer. Man: 2019: 56,5% 2020: 56% LIZET KEIJZERS Lizet Keijzers is benoemd tot interim-gemeentesecretaris in Vrouw: 2019: 43,5% 2020: 44% OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia Bodegraven-Reeuwijk. De tijdelijke benoeming volgt op het vertrek van Johan de Jager, die op 1 juli begint als interim-gemeentesecretaris in Hardinxveld-Giessendam. Keijzers werkt al vijftien jaar bij de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, waar ze nu nog strategisch adviseur is. Daarnaast is ze raadslid in Nieuwkoop, voor de lokale partij Samen Beter Nieuwkoop. JOHAN PAUL DE GROOT Johan Paul de Groot is per 1 juli 2021 benoemd tot griffier van Landsmeer. Hij wordt de opvolger van Saskia van Dijk, die griffier werd in Gilze en Rijen. Sindsdien is Femke Koekoek waarnemend griffier. De Groot was beleidsadviseur voor de Statenfractie van de ChristenUnie van de provincie Noord-Holland. Eerder was hij raadslid in Hollands Kroon en wethouder in Wieringermeer. BURGEMEESTERS VACATURE HILVERSUM Het burgemeesterschap van Hilversum is vacant per 15 februari 2022. De gemeente heeft circa 91.200 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 10.133,05 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 14 september 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 23 augustus 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/Staatscourant.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 Foto: Ruud Pos 44 PERSONALIA CARRIÈRE FRANSKE VAN HOOIJDONK Op 30 augustus 2021 start Franske van Hooijdonk bij de provincie Gelderland als interim-statengriffier. Ze was griffier in Veenendaal en vervangt Bob Roelofs die wethouder in Arnhem werd. Eerder was ze ook griffier in De Bilt. Van 2004 tot 2008 werkte zij ook al voor de Gelderse staten, als commissiegriffier. ALEXANDER MEIJER Alexander Meijer is gestart als interim-gemeentesecretaris in Schagen. Hij is daarmee de tijdelijke opvolger van Nico Swellengrebel, die na een verschil van inzicht met het college is vertrokken. Meijer was eerder onder meer interim-gemeentesecretaris in Heerhugowaard. LUCAS VOKURKA Lucas Vokurka is benoemd tot secretaris-directeur van het samenwerkingsverband Holland Rijnland. Hij volgt Loes Bakker op.Vokurka was eerder wethouder in Delft. Momenteel is hij gemeentesecretaris van Lansingerland. WIM HOOGENDOORN Algemeen directeur en secretaris Wim Hoogendoorn vertrekt bij de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en wordt per 1 augustus hoofddirecteur personeelszaken bij het ministerie van Defensie. Eerder vervulde hij diverse directiefuncties in Rotterdam en was hij directiesecretaris bij de VNG. ADVERTENTIE DAAN ROOVERS Met ingang van 1 juli is Daan Roovers benoemd tot lid van de Raad voor het Openbaar Bestuur. Roovers verwierf bekendheid als Denker des Vaderlands. Daarnaast is zij zowel aan de Universiteit van Amsterdam als de Erasmus Universiteit Rotterdam is zij docent filosofie. YVONNE HERMANS Yvonne Hermans is benoemd tot griffier van de gemeenteraad van Hillegom. Zij wordt daar de opvolger van Elma Hulspas-Jordaan, die gaat na 19 jaar met pensioen. Hermans is nu nog raadsgriffier in Stede Broec, sinds januari 2017. Daarvoor was zij commissiegriffier/ plaatsvervangend raadsgriffier in Noordwijk. Senior Beleidsmedewerker Wmo (centrumtaken ZuidHollandse eilanden) 32-36 uur | schaal 11 • Focus op Beschermd Wonen, Maatschappelijke Opvang, Vrouwenopvang en Huiselijk Geweld • Bewaakt regiokoers en doorontwikkeling • Werkt nauw samen met regio collega’s. • Inhoudelijk vraagbaak en coach voor collega Larissa Plantinga | 06-24863093 larissaplantinga@certusgroep.nl Senior Beleidsmedewerker Onderwijs Integraal Huisvestingsplan (IHP) 24 uur | schaal 11 • Verantwoordelijk voor toekomstbestendige huisvesting voor PO en VO • Werkt nauw samen met schoolbesturen • Beheert budgetten en adviseert portefeuillehouder • Neemt deel aan diverse overleggen Larissa Plantinga | 06-24863093 larissaplantinga@certusgroep.nl Larissa Plantinga | 06-24863093 larissaplantinga@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Senior Beleidsadviseur Sociaal Domein 28-36 uur | schaal 11 • Focus op werkveld Wmo • Inhoudelijk vraagbaak voor collega’s • Adviseert en ontwikkelt (integraal) beleid • Neemt deel aan werkgroepen in aanloop van fusie Assetmanager Vastgoed 32-36 uur | schaal 11 • Verbindende schakel strategisch portfoliomanagement, beheer en onderhoud en contractmanagement • Aanspreekpunt gemeentelijke vastgoedorganisatie • Regiefunctie maatschappelijk vastgoed • Advisering integraal vastgoedbeleid Rosanne van Engelen | 06-18683010 rosannevanengelen@certusgroep.nl
INDEX 45 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Aardoom & de Jong / Bedrijfsvoeringsorganisatie West-Betuwe strategisch business partner doorontwikkeling Gemeente Amstelveen Gemeente Dinkelland Gemeente Hilversum Gemeente Losser Gemeente Overbetuwe Gemeente Utrecht Gemeente Vlissingen Gemeente Zevenaar Hoogheemraadschap van Delfland Noord-Hollands Archief Provincie Noord-Holland PublicSpirit / Gemeente Maastricht Rijksoverheid Rijksoverheid Rijksoverheid Zeelenberg / Waterproef Zelenberg / Omgevingsdienst Rivierenland FINANCIËN EN ECONOMIE Gemeente Amsterdam Gemeente Hoorn JS Consultancy / Aedes JS Consultancy / Aedes Provincie Limburg Rijksoverheid ICT EN AUTOMATISERING Gemeente Amsterdam Rijksoverheid JURIDISCH BMC strategisch beleidscoördinator kunst en cultuur gemeentesecretaris dinkelland - algemeen directeur noaberkracht gemeentesecretaris / algemeen directeur raadsgriffier teammanager programmamanager ‘utrechts wervengebied’ gemeentesecretaris / algemeen directeur griffier (plaatsvervangend) lid voor de onafhankelijke bezwaarschriftencommissie JS Consultancy / Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden senior strateeg JS Consultancy / Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant teammanager medewerker educatie beleidsadviseur havens en economie gemeentesecretaris / algemeen directeur directiesecretaris programamanager ezk voor de caribische delen van het koninkrijk coördinerend beleidsmedewerker integriteit directeur directeur strategisch financieel adviseur teammanager planning en control senior belangenbehartiger / financieel specialist senior belangenbehartiger internal financial auditor teamcoördinator / beleidsmedewerker fondsen en financiën innovatiemanager smart mobility & digitalisering adviseur cio-office informatievoorziening consulenten bbz ADVERTENTIES Cedris zoekt per direct een Beleidsadviseur financiën voor de inclusieve arbeidsmarkt Meer informatie op www.binnenlandsbestuur.nl ALTIJD DE JUISTE KANDIDAAT! Binnenlands Bestuur is het grootste wervingskanaal voor de actieve en latente banenzoeker. Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021
46 INDEX BMC Gemeenschappelijke Regeling IJsselgemeenten Gemeente Amsterdam Gemeenten Woerden en Oudewater Gemeenten Woerden en Oudewater Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Provincie Flevoland Provincie Utrecht MILIEU Gemeente Capelle aan den IJssel Gemeente Haarlem Provincie Noord-Holland OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID CAOP Gemeente Lansingerland PERSONEEL EN ORGANISATIE BMC BMC RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep Holding / Gemeente Capelle aan den IJssel Gemeente Bunnik Gemeente Lansingerland Gemeente Zeist Gemeente Zoeterwoude JS Consultancy / Gemeente Dordrecht JS Consultancy / Gemeente Dordrecht Rijksoverheid SOCIAAL Certus Groep Holding / Gemeente Hellevoetsluis Certus Groep Holding / Gemeente Nissewaard Certus Groep Holding / Gemeente Nissewaard Gemeente Delft Gemeente Hilversum Gemeente Lansingerland PublicSpirit / Gemeente Hengelo VOORLICHTING EN COMMUNICATIE BMC Gemeente Amsterdam senior beleidsadviseur milieu adviseur regie op beheer openbare ruimte beleidsadviseur uitvoering natuur, milieu en veiligheid Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl integraal juridisch kwaliteitsmedewerker senior (juridisch) beleidsadviseur participatiewet portefeuillestrateeg functionaris gegevensbescherming privacy officer juridisch medewerker handhaving senior jurist bestuursrecht coördinerend juridisch adviseur Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl secretaris openbaar bestuur en veiligheid teammanager veiligheid & apv Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl jobcoach jobhunter / accountadviseur assetmanager vastgoed beleidsadviseur verkeer & mobiliteit teammanager ruimtelijke economische strategie senior casemanager vergunningen beleidsmedewerker ruimtelijke ontwikkeling teamleider handhaving, markten en brugbediening teamleider wijk- gebieds- en accountmanagement adviseur programma asbest senior beleidsadviseur sociaal domein senior beleidsmedewerker wmo (centrumtaken zuid-hollandse eilanden senior beleidsmedewerker onderwijs integraal huisvestingsplan afdelingshoofd burgerzaken & vergunningen en vorderingen (sociaal domein) afdelingsmanager sociaal domein teammanager maatschappelijke opgaven manager ondersteuning & zorg integraal klantmanager senior communicatieadviseur OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 44 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl pagina 44 pagina 44 pagina 44 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021
Kom het verschil maken bij BMC Greep uit onze vacatures: • Financieel adviseur • (Senior) adviseur beschermd wonen en zorg • (Senior) adviseur privacy • (Senior) adviseur informatiebeveiliging • (Senior) gedragswetenschapper jeugdhulp • (Senior) adviseur energietransitie • Strategisch adviseur gebiedsontwikkeling • Bestuursadviseur • HRM-adviseur • Verhuurmakelaar • Interim-directeur onderwijs Wil jij je carrière verdiepen en ben je op zoek naar een organisatie die hiervoor volop kansen biedt? Wij zijn op zoek naar nieuwe, betrokken collega’s die impact willen maken met hun bijdrage aan het oplossen van vraagstukken binnen de complexe context van de publieke sector. Oplossingen die ertoe doen voor inwoners, leerlingen en cliënten. Als BMC’er heb je een ondernemende mentaliteit, een nuchtere aanpak en wil je elke dag beter worden. Al 35 jaar zetten wij onze expertise en innovatiekracht in voor een maximaal maatschappelijk resultaat en om van toegevoegde waarde te zijn, in ideeën én uitvoeringskracht. Doe jij met ons mee? Meer weten of zelf aan de slag met een opdracht waarmee jij écht impact maakt? Kijk dan op www.bmc.nl/vacatures-loopbaan Of neem direct contact op voor een kennismaking met: Annemieke Hoefakker Senior consultant Annemieke.hoefakker@bmc.nl +31 (0)6 51 69 64 94 Partners in verbetering www.bmc.nl/vacatures-loopbaan
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsTeammanager 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren Inspirerend en faciliterend manager die met een moderne stijl van leidinggeven medewerkers mee neemt in de veranderende organisatie. Academisch werk- en denkniveau en ervaring in maatschappelijke, bestuurlijke en politieke omgeving. Ondernemend en netwerker die een relatienetwerk weet te onderhouden en bouwen. Strategisch en met helicopterview over de verschillende vakgebieden heen kunnen kijken. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Senior Belangenbehartiger / Financieel Specialist 36 uur | max. € 90.510,- bruto per jaar (excl. overige arb. voorw.) Bedrijfskundige of financieel economische opleidingsachtergrond op academisch niveau met gevoel voor gewenste vernieuwingen en politiek Den Haag in relatie tot de belangen van woningcorporaties. Ervaring in projectmatig werken. Thuis voelen in rol van projectmanager van inhoudelijke en strategische complexe projecten. Communicatief sterk, durf, verbinder, netwerker en van nature gericht op samenwerken. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Teamleider Wijk- Gebieds- en Accountmanagement 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Nieuwsgierig, energiek en vooruitkijkend zet je je als ervaren manager in voor leefbare, veilige en economisch sterke wijken. Vanuit een verbindende rol breng je het team verder in ontwikkeling. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Senior Strateeg 32 - 36 uur | schaal 12 cao SAW | max. € 83.105,- bruto per jaar (incl. IKB) Stijlflexibele en creatieve procesbegeleider met het talent om bestuurlijke agenda’s te beïnvloeden én te netwerken. Signaleert en vertaalt nieuwe ontwikkelingen naar het waterschap. Versterkt het strategisch vermogen van de organisatie en draagt bij aan een sterke samenwerking met verschillende stakeholders. Is oorspronkelijk, schakelt makkelijk, toont eigenaarschap en is politiek sensitief. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Senior Belangenbehartiger 36 uur | max. € 90.510,- bruto per jaar (excl. overige arb. voorw.) Analytisch sterke academicus met economische affiniteit. Ervaring in (semi) publieke sector en met complexe strategische vraagstukken onder politieke druk. Oog voor de belangen van woningcorporaties op terrein van woningwet, woningmarkt binnen de driehoek van beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit van woningen. Initiatiefrijk, oplossings- en samenwerkingsgericht. Met flair overtuigen. Goede gesprekspartner, daadkrachtig en met helicopterview. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Teamleider Handhaving, Markten en Brugbediening 36 uur | schaal 12 max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren met moderne stijl van leidinggeven en strategisch sterk. Je staat stevig in de schoenen en weet zowel intern als extern op goede wijze verbinding met anderen te maken. Je bent samenwerkingsgericht en een verbinder. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie
1 Online Touch