NUMMER JAARGANG 16 - NOVEMBER 2020 E 12,50 6 Hoogleraar Marleen van Rijswick: ‘Strenge regels niet altijd een belemmering’ Droogteproblematiek leidt tot creatieve ideeën De strijd tegen microverontreinigingen Tijdelijke pompen voor gemaal IJmuiden
Kleine investeringen VOOR GROTE OPLOSSINGEN U zoekt een - tijdelijke - oplossing voor een waterzuivering, waterhergebruik of andere waterbehandeling? En u wilt liever niet investeren? Europa’s grootste verhuurvloot biedt u complete full-scale installaties of losse componenten, zoals zandfilters, actiefkoolfilters, striptorens, pompen, bufferbakken, lamellenbezinkers, flotatie, beluchtingen, ionenwisselaars, omgekeerde osmose, ultrafiltratie en MBR. Plug & Play opgeleverd, inclusief de benodigde certificaten. Bel of mail Logisticon Verhuur voor een áltijd passende huur- of lease-oplossing. Logisticon Water Treatment B.V. Logisticon Verhuur B.V. Energieweg 2 2964 LE Groot-Ammers, Nederland T +31 (0)184 60 82 60 E water@logisticon.com W www.logisticon.com
Inhoudsopgave Noordwest Nederland kan de voeten drooghouden 10 ‘Strenge regels zijn impuls voor innovatie’ Volgens hoogleraar Europees en nationaal waterrecht Marleen van Rijswick nodigt redelijke en strikte regelgeving uit om te innoveren. Nadat een van de ‘superpompen’ bij het gemaal in IJmuiden het begaf, zijn in korte tijd 34 tijdelijke pompen geplaatst. Er is weer genoeg pompcapaciteit om de voeten droog te houden. 14 Big Brown Data Het RIVM analyseert rioolwatermonsters op coronavirusdeeltjes, maar de potentie van deze ‘Big Brown Data’ is nog veel groter. Verder in dit nummer Nieuws 6 - In Memoriam Frank Spaargaren 8 - Personalia 9 - Piekbergingen Rijnland 17 Twents watercentrum WECT 29 - Column Jac van Tuijn 35 - Interview Bianca Nijhof (NWP) 40 InfraTech Series 43 - Bedrijvenregister 46 WATERFORUM NOVEMBER 2020 3 19 Grote droogte vergt groots denken Na drie droge zomers op rij is het de hoogste tijd voor rigoureuze oplossingen in ons land. En daarvoor zijn er genoeg ideeën. 25 34 De strijd tegen de micro’s De roep om alle microverontreinigingen op de rwzi tegen te houden neemt toe en waterschappen komen in beweging. Deel 1 van een tweeluik.
Betrouwbare en veilige industriële datacommunicatie oplossingen vragen om samenwerken WESTERMO heeft een jarenlange geschiedenis in het ontwikkelen en produceren van betrouwbare industriële netwerk oplossingen met een bijzonder lange levensduur. In een steeds sneller veranderende omgeving, met meer connectiviteit, meer data en meer cyber dreiging zijn fl exibiliteit en aanpassingsvermogen van het netwerk vereist. WESTERMO heeft een decennia terug WeOS geïntroduceerd, haar eigen robuuste besturingsplatform voor de gehele netwerk switch lijn. Toekomstgericht met periodiek functionele uitbreidingen om adequaat kwetsbaarheden te verhelpen, het productieproces 24/7/365 effi ciënt en veilig te laten functioneren. En MODELEC helpt je daar graag bij. MODELEC, waarmee kunnen wij je helpen? • Netwerk ontwerpen • Confi gureren • Afname testen FAT/SAT • Ondersteuning op locatie • Trainingen Industrieel Ethernet switch, compact voor laag 2 switching tot routing Industrieel Ethernet extender switch, voor bestaande 2 draads bekabeling Industrieel Ethernet routing switch, krachtig voor de meest robuuste vorm van ICT www.modelec.nl Tel. 0318-636262 sales@modelec.nl
Economie versus ecologie De granulietstort in Over de Maas blijft de gemoederen in Den Haag en in West Maas en Waal bezighouden. Minister Van Nieuwenhuizen en staatssecretaris Van Veldhoven van I&W kunnen dan wel roepen dat alles veilig is, maar de bewoners die het granuliet bijna in hun achtertuinen krijgen gestort, geloven er niets van. Ook de technische briefing van voormalig deltacommissaris Wim Kuijken op 14 oktober aan de vaste Kamercommissie voor Infrastructuur en Waterstaat over de storting van granuliet in verschillende plassen neemt hun zorgen niet weg. Kuijken herhaalde tijdens de briefing nogmaals dat het winnen van zand uit diepe plassen te veel is gericht op het economisch verdienmodel en te weinig op ecologie. De voormalige topambtenaar voerde hierover onafhankelijk onderzoek uit op verzoek van het ministerie. “Kuijken doet namens het ministerie oude bagger in nieuwe zakken. Mira Sys en Parcival Wijnen van Follow the Money toonden dit al een jaar eerder aan, in april 2019”, schrijft het BurgerCollectief Dreumel op Facebook, naar aanleiding van een online bericht van WaterForum over de briefing. Verschillende Kamerleden vroegen zich af hoe het toch kan dat granuliet juridisch als grond wordt bestempeld, terwijl er volgens biologen nog geen plantje in kan groeien. Dat komt volgens Kuijken omdat er in het besluit Bodemkwaliteit een belangrijke rol is weggelegd voor de private sector en de zelfregulering daarvan: een commissie van deskundigen, certificerende instellingen, toetsing- en harmonisatiecommissies bepaalt welk materiaal als grond wordt bestempeld. “Ik snap dat bodemkundigen zich afvragen hoe dat nu kan”, aldus Kuijken. Daarom beveelt hij aan om onafhankelijke wetenschappers en vertegenwoordigers van de overheid in de commissie van deskundigen op te nemen, om zo de verbinding met de publieke regelgeving te maken. De onbalans tussen publiek en privaat die Kuijken signaleert in het BBK-stelsel, staat niet op zichzelf, stelt waterjournalist Jac van Tuijn terecht in zijn column in deze editie van WaterForum Magazine. Meerdere stelsels die zijn opgezet om het milieu te beschermen, zijn dusdanig ingewikkeld geworden dat niemand het meer kan volgen. Hopelijk kunnen de onafhankelijke wetenschappers en vertegenwoordigers van de overheid binnenkort tijdig aan de juiste overlegtafels aanschuiven. Veel leesplezier Adriaan van Hooijdonk Hoofdredacteur WaterForum Coverfoto Door een unieke samenwerking tussen Rijkswaterstaat, SPIE en Vanderkamp Pompen zijn afgelopen zomer in een recordtempo 34 tijdelijke pompen geplaatst bij het gemaal in IJmuiden. Dat was nodig omdat een van de ‘superpompen’ van het gemaal defect was geraakt (foto: Vanderkamp Pompen). Colofon WaterForum Vakblad voor de watersector Uitgever AcquiMedia, Henk van der Brugge Amstelwijckweg 15, 3316 BB Dordrecht T +31 (0)184 - 48 10 40 E info@acquimedia.nl Bladmanagement en advertentieverkoop Henno Ploeg, henno@waterforum.net T +31 (0)184 - 48 10 46 Abonnementenadministratie Waterforum Magazine wordt op aanvraag en tegen betaling van abonnementsgeld (e 49,95 ex. BTW) toegestuurd aan relevante doelgroepen. Aanvraag en/of mutaties via info@waterforum.net Disclaimer AcquiMedia heeft deze uitgave op de meest zorgvuldige wijze samengesteld. AcquiMedia (hoofd)redactie en auteurs kunnen echter op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volle digheid van de gegevens. Uitgever, hoofdredactie en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op informatie in deze uitgave. Redactie Hoofdredactie Adriaan van Hooijdonk, redactie@waterforum.net Eindredactie Jeroen Bezem Redacteuren Esther Rasenberg, Pieter van den Brand, Marga van Zundert en Jac van Tuijn Vormgeving D’sign Rotterdam © AcquiMedia 2020 Auteursrecht op inhoud en vormgeving zijn voorbehouden aan de uitgever. Gehele of gedeeltelijk overname van artikelen uit WaterForum is slechts toegestaan met bronvermelding en na schriftelijke toestemming van de uitgever. www.waterforum.net WATERFORUM NOVEMBER 2020 5
Nieuws Een impressie van de zuiveringsinstallatie van Envirochemie. EnviroChemie bouwt nieuwe awzi voor Chemours EnviroChemie bouwt een permanente afvalwaterzuiveringsinstallatie op het fabrieksterrein van Chemours in Dordrecht, die de lozing van de GenX-stoffen FDR902/903 met 99,9 procent kan terugbrengen. Naast de bouw is EnviroChemie straks ook verantwoordelijk voor het onderhoud. De nieuwe installatie vervangt de tijdelijke zuiveringsinstallatie van Logisticon, waarmee Chemours de lozingeisen van de provincie Zuid-Holland heeft gehaald. De chemisch-fysische zuiveringsinstallatie zal gemiddeld 60 kuub afvalwater per uur zuiveren, gedurende 24 uur per dag, 365 dagen per jaar, met een maximale capaciteit van 120 kuub per uur. Het systeem is vergelijkbaar met het tijdelijke systeem van Logisticon. Die installatie bestaat uit meerdere zeecontainers, die worden gebruikt als buffertank en als bezinktank. Tevens staan er twee flotatie-installaties en een decanter voor de slibverwerking. In de nieuwe awzi zullen de meeste tanks worden geleverd met transportschroeven onder in de tank, om zeker te kunnen stellen dat het bezonken slib verwijderd kan worden. Het chemisch-fysisch gezuiverde water wordt door zandfilters nagezuiverd. Het hart van de zuivering is de actiefkoolfiltratie met drie karakteristieke silo’s van de Belgische firma Desotec. Twee zijn er continu in bedrijf en de derde wordt automatisch ingeschakeld in als de actieve koolstof in een van de andere bedden is verzadigd. De installatie zal medio 2022 in bedrijf gaan. Bij de overgang van het oude naar het nieuwe systeem zal de zuivering van het water uit de Dordtse voorziening niet worden onderbroken. Voorstel aanpassing waterschapsbelasting herstelt ‘weeffout’ Stuurgroepvoorzitter Menno Snel (foto: Henriëtte Guest/ CC-BY-SA 4.0). Op 6 oktober is de Stuurgroep Aanpassing Belastingstelsel van de Unie van Waterschappen, onder leiding van voormalig staatssecretaris Menno Snel, gekomen tot een definitief voorstel voor aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen. De ‘weeffout’ in de watersysteemheffing wordt aangepakt en voor alle waterschappen wordt het mogelijk een gelijkmatige tariefontwikkeling voor alle betalende categorieën te realiseren. Het voorstel wordt nu voorgelegd aan alle waterschapsbesturen. Op 11 december wordt erover besloten in de ledenvergadering van de Unie van Waterschappen. Het belangrijkste knelpunt bij de watersysteemheffing is de onredelijke invloed die de hoge waarde van wegen en spoorwegen heeft op de tarieven van de eigenaren van onbebouwde grond. Vooral de agrarische sector wordt daardoor benadeeld. De stuurgroep komt nu met een model dat deze ‘weeffout’ moet herstellen. De inrichting van het gebied wordt belangrijker bij de kostentoedeling en dat geeft waterschapsbesturen de ruimte om bij het verdelen van de kosten rekening te houden met andere, specifieke omstandigheden in het gebied en met de taakuitoefening. 6 WATERFORUM NR 6
Nieuws Het storten van granuliet in de zandwinput Over de Maas is inmiddels tijdelijk gestopt (foto: Jac van Tuijn). ‘Gebrek aan nationale regie in granulietdossier’ Het winnen van zand uit diepe plassen is te veel gericht op het economisch verdienmodel en te weinig op ecologie. Deze boodschap herhaalde Wim Kuijken tijdens een technische briefing aan de vaste Kamercommissie voor Infrastructuur en Waterstaat, over de storting van granuliet in verschillende plassen. Kuijken deed hiernaar onafhankelijk onderzoek, op verzoek van het ministerie. Meerdere malen verwees Kuijken naar dat onderzoek, getiteld ‘Kleine korrels, grote discussie’. Verschillende Kamerleden vroegen zich af hoe het toch kan dat granuliet juridisch als grond wordt bestempeld, terwijl er volgens biologen nog geen plantje in kan groeien. Dat komt volgens Kuijken omdat er in het besluit Bodemkwaliteit een heel belangrijke rol is weggelegd voor de private sector en de zelfregulering daarvan. De commissie van deskundigen, certificerende instellingen, toetsing- en harmonisatiecommissies bepalen hierin welk materiaal als grond wordt bestempeld. Bij de kwaliteitsborging is er volgens Kuijken een gebrek aan nationale regie. De overheid is te ver af komen te staan van private zelfregulering. “Er is een ‘hoeder’ nodig van het nu ontheemde stelsel”, aldus de voormalige deltacommissaris. Watersector doet beroep op Brussel voor hergebruik reststoffen Waterschappen en drinkwaterbedrijven hebben grote moeite om reststoffen uit riool- en drinkwater te vermarkten. Ze kunnen er als publieke organisaties niet de markt mee op en de samenwerking met private bedrijven verloopt moeizaam. Daarnaast is er veel angst in politiek Den Haag voor de toepassing van reststoffen. Dat bleek in september tijdens een werkbezoek van Europarlementariër Jan Huitema aan rwzi West in Amsterdam. Huitema wilde van de waterschappen en drinkwaterbedrijven horen wat er nodig is vanuit Brussel om belemmeringen weg te nemen voor een circulaire economie. Sander Mager, dagelijks bestuurder van waterschap Amstel, Gooi en Vecht en bestuurder van de Unie van Waterschappen, gaf aan dat er weliswaar veel pilots plaatsvinden, maar dat opschaling in de praktijk niet eenvoudig is. Vooral in de Europese en nationale wet- en regelgeving die het mogelijk moet maken om de reststoffen toe te passen (einde afvalstatus), valt nog een wereld te winnen. Ook is het lastig om een eerlijke prijs voor de herwonnen reststoffen te krijgen in vergelijking met de primaire stoffen, zeker nu de olieprijs door de coronacrisis fors is gedaald. San Marcoplein bleef droog tijdens storm Vol spanning werd uitgekeken naar het moment waarop de Venetiaanse stormvloedkering MOSE tijdens een storm haar werk zou doen. Zou het omstreden systeem, dat door de jaren is aangetast door erosie en corrosie, wel in staat zijn om de kwetsbare lagune van Venetië te beschermen? Begin oktober heeft de kering die vuurproef voor het eerst doorstaan. Noord-Italië en Zuid-Frankrijk werden geteisterd door storm en zware regenval, maar voor het eerst sinds jaren bleef het San Marcoplein droog. Europarlementariër Jan Huitema kreeg tijdens de rondleiding op rwzi West uitgelegd hoe Waternet fosfaat uit rioolwater wint (foto: Unie van Waterschappen). WATERFORUM NOVEMBER 2020 7
In Memoriam deskundige Frank Spaargaren (1940-2020) Door Jac van Tuijn Op 4 oktober overleed op 79-jarige leeftijd voormalig Rijkswaterstaatingenieur Frank Spaargaren. Een waterbouwkundige mastodont en een luis in de pels. In die twee hoedanigheden zal de Nederlandse watersector zich hem met name herinneren. De eerste hoedanigheid slaat op het begin van zijn carrière bij Rijkswaterstaat, waar hij in dienst kwam bij de legendarische Deltadienst die verantwoordelijk was voor de uitvoering van de Deltawerken. Spaargaren raakte betrokken bij de bouw van de Oosterscheldekering. In 1976 was Rijkswaterstaat begonnen met de bouw van een dichte dam, toen de vraag kwam of die misschien toch half open kon blijven. Spaargaren ging aan het rekenen, samen met waterbouwkundig ingenieurs die later stuk voor stuk naam hebben gemaakt: mensen als Han Vrijling, Kees d’ Angremond en Jurjen Battjes. In een periode van twee jaar is veel baanbrekend onderzoek gedaan naar de hydraulische randvoorwaarden. Die onderzoeken en het unieke ontwerp waarvoor Spaargaren verantwoordelijk was, hebben Nederland wereldwijd toonaangevend gemaakt op het gebied van de waterbouw. Bedrijfsleven Toen de Deltawerken hun voltooiing naderden, werd de Deltadienst ontbonden. Tot groot verdriet van Spaar8 WATERFORUM NR 6 garen, die zich goed realiseerde dat het werk aan de waterveiligheid in Nederland nog lang niet af was. Hij stapte over naar het bedrijfsleven, kwam terecht bij Volker Stevin (1979) en ingenieursbureau DHV (1987). In 1995 ging hij naar het Waterloopkundig Laboratorium in Delft (nu Deltares), waar hij tot 1997 ad interim algemeen directeur was. Hij stopte daarna met vaste betrekkingen, maar bleef nog wel heel actief. Alarmbel Zijn enorme kennis van het ontwerp van de Oosterscheldekering maakte dat hij in een nieuwe rol terechtkwam: die van de luis in de pels. Spaargaren had in 2013 lucht gekregen van het feit dat de noodzakelijke onderhoudsbestortingen bij de pijlers van de Oosterscheldekering waren stopgezet. Reden voor hem om de alarmbel te luiden. Als voormalig hoofdontwerper en verantwoordelijk bouwer wist hij als geen ander hoe gevaarlijk die stopzetting was en dat er door de sterke stromingen aan de zeezijde al diepe zandkuilen waren ontstaan die de stabiliteit van de hele kering in gevaar brachten. Spaargaren constateerde dat er bij Rijkswaterstaat nauwelijks mensen waren met voldoende ontwerptechnische kennis om dit soort signalen intern op te pakken. Monitoring liet zien dat de gaten steeds dieper werden, maar er was niemand meer die daar actie op ondernam. Dat gebrek aan ontwerptechnisch besef dat Spaargaren bij Rijkswaterstaat constateerde, bracht hem er enkele jaren later toe het inmiddels wijd en zijd bekende plan voor zeesluizen in de Nieuwe Waterweg te bedenken. De Deltawerken waren gericht geweest op de bescherming van Nederland tegen de zee, maar inmiddels groeide bij waterbouwkundig Nederland het besef dat een stijgende zeespiegel zou betekenen dat de rivieren hun water minder makkelijk kwijt zouden kunnen. Nadenkend over de gevolgen hiervan voor de Nieuwe Waterweg met zijn Maeslantkering, concludeerde hij dat de afsluiting van de Nieuwe Waterweg voor de waterveiligheid en de zoetwatervoorziening de beste oplossing zou zijn. Hij stapte met zijn plan naar de minister en de Tweede Kamer en kreeg het voor elkaar dat de afsluiting met een zeesluis als alternatief zal worden meegenomen als de vervanging van de Maeslantkering aan de orde komt. Daar wilde hij niet op wachten. Tot aan het moment van overlijden werkte hij met studenten van de Hogeschool Rotterdam en TU Delft nog aan een ontwerp voor zijn zeesluisplan in de Nieuwe Waterweg. Bewogen bouwer en betrokken
Personalia Barbara Baarsma, directievoorzitter Rabobank Amsterdam en hoogleraar Economie aan de Universiteit van Amsterdam, zal de komende tijd de rol van bodem gezant vervullen in het programma Onder het Maaiveld. Dat is een driejarig programma van IUCN NL, De Vlinderstichting, het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en het Centrum voor Bodemecologie, dat ijvert voor een rijk bodemleven. Volgens de initiatiefnemers is dat essentieel voor allerlei natuurlijke bodemfuncties, waaronder het vasthouden en zuiveren van water. Van april 2012 tot in de zomer van 2019 was Barbara Baarsma Kroonlid bij de Sociaal Economische Raad (SER). Kamerlid Carla Dik-Faber (Christen-Unie) stelt zich niet opnieuw verkiesbaar voor de Tweede Kamer. Faber is lid van de vaste commissie van Infrastructuur en Waterstaat. In het verleden heeft zij zich onder meer sterk gemaakt voor de ketenaanpak medicijnresten en het klimaatakkoord. Begin juni pleitte Faber nog vurig voor een verkiesbare plek op de lijst, maar na de zomer heeft ze besloten dat ze meer tijd met haar gezin en haar ouders wil doorbrengen. Bernt Schneiders, oud-burgemeester van Haarlem, is sinds 1 augustus presidentcommissaris van drink waterbedrijf en natuurbeheerder PWN. Hij volgt daarmee ANWB-directeur Frits van Bruggen op, die de functie sinds 2012 vervulde. Dijkgraaf Luc Kohsiek van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is per 1 oktober door de algemene aandeelhoudersvergadering van Evides Waterbedrijf benoemd tot voorzitter van de raad van commissarissen. Hij volgt Annemieke Nijhof op, wier benoemingstermijn afliep en die op 1 oktober als nieuwe directeur bij Deltares is begonnen. Kohsiek is sinds 2009 dijkgraaf van Hoogheemraadschap Hollands Noorder kwartier. Opgeleid als fysisch geograaf startte hij zijn loopbaan als onderzoeker bij het Waterloopkundig Laboratorium en de Universiteit van Utrecht. Daarna was hij werkzaam in diverse managementfuncties bij Rijkswater staat en het RIVM. Van 2002 tot 2009 was hij plaatsvervangend directeur-generaal bij Rijkswaterstaat. Agnes Maenhout treedt per 1 februari 2021 terug als directeur van Wateropleidingen. Zij begon in 1996 bij Wateropleidingen en was in deze bijna 25 jaar verantwoordelijk voor de ontwikkeling van 400 cursustitels en de persoonlijke ontwikkeling van meer dan 50.000 cursisten. Sinds 1 oktober is Johan Remkes voorzitter van de raad van toezicht van Deltares. Tot 1 juli van dit jaar was Remkes waarnemend burgemeester van Den Haag. Daarvoor was hij onder andere Commissaris van de Koning in Noord-Holland, minister van Binnenlandse Zaken en vice-premier. Remkes volgt Karla Peijs op, die sinds januari 2014 voorzitter was van de raad van toezicht. Lilian van den Aarsen start per 1 december 2020 als directeur Staf Deltacommissaris bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Momenteel is zij directeur Kennis, Innovatie en Strategie bij het ministerie van IenW. Zij werkte ook als programmadirecteur Deltaprogramma Rivieren bij IenW. Van den Aarsen studeerde Biologie (landschapsecologie) aan Wageningen University en is daar gepromoveerd op ‘Landbouw en natuur in pleistocene zandgebieden’. Ook heeft zij een Master of Public Administration bij de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB). Zestig jaar na zijn overlijden heeft Johan van Veen, de grondlegger van het Deltaplan, een standbeeld op Schielands Hoge Zeedijk gekregen. “Mijn vader heeft eindelijk een plek gekregen op een hele belangrijke dijk in de provincie Zuid-Holland, dichtbij de Hollandsche IJsselkering en bij het eerste Deltawerk van Nederland”, aldus dochter Marian van Veen bij de onthulling van het beeld. WATERFORUM NOVEMBER 2020 9
Interview Marleen van Rijswick is gespecialiseerd in nationaal en Europees waterrecht (foto: Angeliek de Jonge). CV Marleen van Rijswick • Professor Europees en nationaal waterrecht, Universiteit Utrecht • Onderzoeksleider Utrecht Centre for Water, Oceans and Sustainability Law • Voorzitter European Water Law Network • Lid OESO Water Governance Initiative 10 WATERFORUM NR 6
Interview Marleen van Rijswick, hoogleraar Europees en nationaal waterrecht: ‘Strenge regels zijn impuls voor innovatie’ Door Esther Rasenberg We horen het met enige regelmaat. Duurzame watertechnologische innovaties sneuvelen door inflexibele wet- en regelgeving. WaterForum ging erover in gesprek met hoogleraar Europees en nationaal waterrecht Marleen van Rijswick. Zij gooit direct de knuppel in het hoenderhok: “Strenge regels zijn niet altijd een belemmering, maar kunnen juist een impuls geven aan innovatie.” Waarom is nationale en internationale wet- en regelgeving geen belemmering voor innovatie? “Natuurlijk is regelgeving soms belemmerend. Die voorbeelden kent iedereen. Maar ze krijgen te veel nadruk. Laat ik beginnen met een voorbeeld dat voor zich spreekt. In het verleden kwam er een heffing op lozingen op het oppervlaktewater. Op basis daarvan is er geïnvesteerd in zuiveringen en innovatieve oplossingen om de hoeveelheid verontreinigd water te verminderen om zo minder heffingen te hoeven betalen. Als je redelijke en strikte regelgeving introduceert, met duidelijke meetbare en handhaafbare doelen en je gaat inderdaad streng handhaven, nodigt dat uit om te innoveren. Daarvoor is wel nodig dat de doelen voor langere tijd vastliggen en men de vrijheid krijgt om zelf te bepalen hoe dat doel het beste bereikt kan worden. Doelvoorschriften in plaats van middelvoorschriften noemen we dat. Vaak verschuilen mensen zich achter wet- en regelgeving, het liefst zelfs Europese regelgeving, maar spelen er heel andere zaken.” Zoals? “Een tekort aan bestuurders met een duidelijke visie en een rechte rug. Het creëren van een innovatief klimaat vraagt om duidelijk politiek-bestuurlijke keuzes die gericht zijn op de lange termijn. En daar ontbreekt het vaak aan. Denk bijvoorbeeld aan de huidige droogteproblematiek in ons land. Vanuit Europa is er geen belemmering om het gebruik van oppervlaktewater of grondwater te gaan beprijzen. Daarmee zou het oplossen van watertekorten tijdens perioden van droogte een sterke impuls krijgen. Als water net als energie een serieuze kostenpost in de bedrijfsvoering zou worden, zou dat innovatie bevorderen. Als we dat zouden willen, kan de wetgeving ook gemakkelijk worden aangepast. Onze nationale wetgeving is namelijk niet in beton gegoten.” Toch zijn er ook verschillende voorbeelden van innovaties die wel degelijk worden belemmerd door bestaande wet- en regelgeving. Zo legde de Inspectie van Leefomgeving en Transport (ILT) onlangs een dwangsom op aan de gebruiker van de energie- en waterbesparende Upfallshower omdat het een watertappunt zou zijn. De rechter oordeelde overigens dat de Upfallshower wel gebruikt mag worden. Hoe ziet u dat dan? “In dit specifieke geval zie je denk ik dat de ILT de verantwoordelijkheid voor veilig water heel serieus neemt. Dat maakt ze voorzichtig. Maar de gang naar de rechter is beslist geen afgang, zelfs niet als je de zaak verliest. Soms is het nodig om iets te proberen om te kijken welke ruimte er is voor een duurzame oplossing. Dat zou je kunnen zien als een onderdeel van het proces. Ook bij de transitie naar een circulaire economie zie je wettelijke belemmeringen, zoals bij het vermarkten van reststoffen, WATERFORUM NOVEMBER 2020 11
Interview maar het zou geen belemmering moeten zijn om ermee aan de slag te gaan. Pas als duidelijk is waar het probleem precies zit, kan men aan de goede oplossing werken.” Wat voor soort wet -en regelgeving biedt eigenlijk de meeste ruimte aan innovatie? “Innovatie komt tot bloei als de doelstellingen duidelijk, meetbaar en op de lange termijn gericht zijn. En het moet mogelijk zijn om er een eigen invulling aan te geven. Daar kunnen bedrijven dan in investeren. Daarnaast is het van belang dat wet- en regelgeving goed wordt toegepast. Bij Europese regelgeving moet die eerst worden omgezet, vertaald, naar het nationale recht. Dat vraagt goede interpretatie van de verplichtingen. Maar daarna volgt de minstens zo belangrijke fase van de implementatie, de uitvoering. De Europese Kaderrichtlijn Water zit vanuit dat oogpunt goed in elkaar, zij biedt de lidstaten veel ruimte in de wijze waarop de doelen behaald kunnen worden en geeft ze de mogelijkheid rekening te houden met lokale omstandigheden. Maar de doelen moeten wel worden gehaald. Dankzij deze richtlijn en de wetenschap dat Europese regels ook worden gehandhaafd, is de waterkwaliteit in de Europese wateren sterk verbeterd. Alhoewel nog niet voldoende.” Dat brengt ons onvermijdelijk naar de Nederlandse uitvoering van de Europese Kaderrichtlijn Water. Het is intussen duidelijk dat wij de doelstellingen niet zullen halen voor de officiële deadline in 2027. Wat zal er dan gebeuren? “Dat is voor iedereen een spannende vraag. Het zal er primair om gaan of we de doelen halen of een terecht beroep op mogelijke uitzonderingen hebben gedaan, of nog kunnen doen. Toch zal ook meespelen of we gedaan hebben wat we konden en wat de redenen zijn dat we de doelen niet halen. En dat is lastig vast te stellen. Gewoon de maatregelen uitvoeren die we bedacht hebben zal niet voldoende zijn. Het is zaak goed te monitoren of die maatregelen het gewenste effect hebben en ze desnoods aan te passen als ze onvoldoende blijken te zijn. We moeten niet alleen de toestand van onze wateren monitoren, maar ook op zoek gaan naar de oorzaken waarom we bepaalde doelen niet halen. En monitoren welke maatregelen het meeste effect hebben, zodat we daar verder in kunnen investeren. “Het verbeteren van de ecologische kwaliteit is betrekkelijk nieuw en nog niet alle kennis is voorhanden. Dat vraagt de bereidheid te leren en aanpassingen te doen waar nodig. Nederland heeft lange tijd onvoldoende gedaan, zeker waar het gaat om de verontreiniging met meststoffen. De focus lag op haalbaarheid, betaalbaarheid en een pragmatische implementatie, waarbij van het begin af aan zoveel mogelijk een beroep werd gedaan op uitzonderingsbepalingen. Er is veel tijd en energie gestoken in het creëren van draagvlak, maar het draagvlak om de doelen ook daadwerkelijk te gaan halen, is nooit ontstaan – althans niet bij iedereen die bij het participatietraject was betrokken. Het is onduidelijk welke landen de Europese Commissie in 2027 zal kiezen om voor het Europese Hof van Justitie te brengen. Met die onzekerheid moeten we leven. In ieder geval zal In Nederland, maar ook in andere landen, de komende jaren de nadruk moeten liggen op de daadwerkelijke uitvoering van maatregelen en beleid en monitoring, zodat duidelijk wordt wat de meest effectieve maatregelen zijn.” Een medewerker van waterschap Drents Overijsselse Delta neemt watermonsters voor het monitoren van de waterkwaliteit (foto: WDO Delta). 12 WATERFORUM NR 6
Interview De Kaderrichtlijn Water werd dit jaar door de Europese Commissie bestempeld als ‘fit for purpose’. Maar er worden ook maatregelen uitgevoerd die in het kader van de zoetwatervoorziening onbegrijpelijk zijn. Denk bijvoorbeeld aan het verwijderen van stuwdammen. Is de KRW eigenlijk wel voldoende voorbereid op klimaatverandering? “Nee. In de KRW is klimaatverandering zonder meer onderbelicht. De richtlijn benoemt wel een duurzame watervoorziening voor de lange termijn, maar dat wordt in de rest van de richtlijn onvoldoende uitgewerkt. Er is te weinig aandacht voor waterkwantiteitsvraagstukken. Die worden altijd nader uitgewerkt vanuit de waterkwaliteitsdoelstellingen. Je mag als lidstaat wel kwantiteits- en klimaatadaptatiemaatregelen opnemen in plannen en programma’s, maar de verplichting daartoe is niet erg duidelijk. Je zou wel explicietere regels op het gebied van klimaat willen. Natuurlijk werkt men aan een nieuwe richtlijn voor hergebruik van afvalwater en verbetering van de zuivering, maar de aanpak van de zoetwatertekorten gaat op die manier op indirecte wijze.” Over waterkwantiteit gesproken. In Nederland werden er deze zomer veel nieuwe grondwaterputten geslagen. Mag dat zomaar? “Dat hangt af van de provinciale regels, maar het is natuurlijk niet wenselijk als veel mensen dat gaan doen omdat je dan niet weet hoeveel grondwater er waar onttrokken wordt en wat de effecten dan zijn. Het lijkt me heel zinvol om dat integraal te bekijken en door nieuw beleid te ontwikkelen kan dat worden gebruikt als een eerste stap naar verdere regulering. Dat kennen we ook uit het verleden waar provincies op basis van langetermijnbeleid mensen erop voorbereiden dat er op den duur bijvoorbeeld alleen nog maar grondwater voor hoogwaardig gebruik opgepompt mag worden. Je zou dan tevens kunnen kijken naar het beprijzen van grondwater.” Bent u eigenlijk betrokken bij het maken van Nederlands waterbeleid? “Wij spelen in sommige gevallen een rol in het beginstadium. De beleidsmakers willen dan weten wat juridische randvoorwaarden zijn en welke beginselen leidend zouden kunnen zijn. Zo is dat ook gegaan bij het opstellen van het Deltaprogramma Zoetwater. Daarna volgt er een traject waarbij alle stakeholders worden betrokken. Wij komen dan weer in beeld als de regels op papier worden gezet en als er vragen rijzen bij de implementatie en uitvoering. In al die fases hecht ik er altijd sterk aan samen te werken met mensen uit andere disciplines en met de praktijk, om zo samen op zoek te gaan naar de best werkbare oplossingen. Voorheen was de Commissie van Advies inzake de Waterstaatswetgeving een belangrijk adviesorgaan waar het om waterwetgeving ging, maar die commissie is helaas opgeheven en er is ook geen vervanging voor gekomen.” In Europa wordt nu gewerkt aan de herziening van de Drinkwaterrichtlijn. Onderdeel daarvan is dat drinkwaterbedrijven lekkages in de infrastructuur moeten verminderen. Verwacht u dat dat nog grote gevolgen zal hebben voor de Nederlandse drinkwatersector en hun toeleveranciers? “Dat verwacht ik eerlijk gezegd niet. In Nederland heeft de drinkwatersector behoorlijk geïnvesteerd in beheer en onderhoud. Wij hebben relatief lage lekpercentages als je dat vergelijkt met andere Europese landen. Ook als het gaat om uitfasering van schadelijke materialen die in contact met drinkwater komen, verwacht ik weinig negatieve gevolgen. De loden leidingen die afgelopen jaar in het nieuws kwamen, zijn in die zin een uitzondering en men is er gelijk mee aan de slag gegaan. Er is hier de afgelopen jaren ook flink geïnvesteerd in onderzoek. Wellicht dat zich dat nu zal uitbetalen.” Wat is er eigenlijk nodig voor het maken van nieuwe wetten en regels die duurzaamheid en innovatie bevorderen? “Zoals al eerder genoemd, zijn bestuurders met een rechte rug essentieel. Het waterbelang wordt vaak nog als een langetermijnbelang gezien en delft dan vaak het onderspit als er kortetermijnbelangen spelen, economische belangen, of als er verkiezingen aan komen. Daarnaast moet je in wetgeving doelen voor de lange termijn vaststellen, zodat de betreffende sectoren weten waar ze aan toe zijn en daar ook hun investeringen op kunnen richten. Met steeds veranderend beleid en wisselende verplichtingen is niet te werken, dan ben je een onbetrouwbare overheid. Verder moet je je realiseren je dat elk waterprobleem complex is en er vele partijen met bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn. Beleg daarom expliciet alle verantwoordelijkheden. Als iedereen weet wat hij moet doen, en daar ook op kan worden afgerekend kom je sneller tot resultaat. Voorkom dat een gezamenlijke verantwoordelijkheid uiteindelijk betekent dat niemand verantwoordelijkheid neemt. En last but not least: er moet echt meer aandacht - en dus ook middelen - komen voor uitvoering en handhaving.” Volgens Marleen van Rijswick is er in de Kaderrichtlijn Water te weinig aandacht voor waterkwantiteitsvraagstukken (foto: De Dommel). WATERFORUM NOVEMBER 2020 13
Afvalwater De waterschappen nemen de monsters uit het rioolwater en stellen ze beschikbaar aan de waterlaboratoria en het RIVM.. Dat doet de analyse van de monsters en interpreteert de gegevens. Wat kan er worden afgelezen uit onze poep? De potentie van ‘Big Brown Data’ Door Judith de Jong Op verzoek van het ministerie van VWS en het RIVM bemonsteren de waterschappen het rioolwater op alle zuiveringen in Nederland. Het RIVM analyseert het op coronavirusdeeltjes om besmettingstrends vroegtijdig in beeld te brengen. Maar de potentie van deze ‘Big Brown Data’ is nog veel groter. Wat kan er in de toekomst nog meer worden afgelezen uit onze poep? 14 WATERFORUM NR 6
Afvalwater Er schuilt een schat aan informatie in ons rioolwater volgens Mark van der Werf, programmaleider duurzaamheid, innovatie en internationaal bij de Unie van Waterschappen. Dat er nu op alle zuiveringen in Nederland bemonsterd wordt voor het testen op niet-infectueuze coronavirusdeeltjes, heeft wel wat voeten in de aarde gehad. “De waterschappen hebben op verzoek van het ministerie van VWS en het RIVM sinds de uitbraak van het coronavirus in Nederland een grote operatie in gang gezet. De bemonstering van rioolwater die we normaal gesproken uitvoeren, is in korte tijd flink uitgebreid zodat we een bijdrage kunnen leveren aan het in beeld brengen van trends van het coronavirus. Het onderzoek specifiek naar coronavirusdeeltjes is uitgebreid van 29 meetpunten in april, naar 80 in augustus. En nu worden bijna alle 318 rioolwaterzuiveringsinstallaties in Nederland wekelijks bemonsterd. En we gaan die frequentie nog opvoeren. De waterschappen nemen de monsters uit het rioolwater en stellen ze beschikbaar aan aan de water laboratoria en het RIVM. Dat doet de analyse van de monsters en interpreteert de gegevens.” Trends Zo wordt het rioolwater van bijna 17 miljoen mensen in Nederland onderzocht. De gegevens staan op het vernieuwde coronadashboard van de rijksoverheid en worden wekelijks bijgewerkt. Van der Werf: “De waterschappen zetten zich volop in om deze ‘Big Brown Data’ te helpen ontsluiten. Met de metingen van het rioolwater kunnen besmettingshaarden en trends in specifieke regio’s vroegtijdig worden gesignaleerd. De meeste mensen die besmet zijn, scheiden namelijk al virusdeeltjes uit nog voordat ze klachten ondervinden. Dit zijn waardevolle gegevens die voorlopen op data van bijvoorbeeld testuitslagen en ziekenhuisopnames.” Vroeg signaal Dat bevestigt Ana Maria de Roda Husman. Zij is afdelingshoofd van het Centrum voor Infectieziektebestrijding binnen het RIVM. “In aanvulling op andere surveillancemethoden kun je via het rioolwater ook signalen van het virus zien van mensen die (nog) geen klachten hebben. Van bijna iedereen lees je in de ontlasting virussporen uit die ook vanuit keel en neus zijn uit te lezen, maar dat gebeurt vaak pas later, omdat mensen die getest worden in teststraten al klachten hebben. Van iedereen die besmet raakt, krijg je via rioolwater al heel vroeg een signaal. En ook nog eens los van leeftijd, onderliggende aandoeningen, etc. Je weet ook Ana Maria de Roda Husman (RIVM) “Ik zie potentie voor nog breder bemonsteren in de toekomst. Ook om terug te kunnen kijken. Dat is nuttig als een nieuw virus opduikt.” Mark van der Werf (Unie van Waterschappen) “Met de metingen van het rioolwater kunnen besmettingshaarden en trends in specifieke regio’s vroegtijdig worden gesignaleerd.” waar de mensen met besmettingen zich ophouden, omdat ze daar ter plekke naar de wc gaan. Bij rioolwateruitslagen krijg je ook bezoekers van een regio in beeld, en woonwerkverkeer of toeristen.” Voor het coronaonderzoek testen onderzoekers rioolwater dat over 24 uur verzameld is. Er wordt geen infectueus virus gemeten, maar RNA, genetisch materiaal van het virus dat de viruseigenschappen bepaalt. De testresultaten laten zien hoeveel virusdeeltjes in het rioolwater zitten. De poep van de keizer Het onderzoeken van onze ontlasting is niet nieuw. Peter Verlaan, directeur zuiveren bij Waterschap Aa en Maas, vertelt het lachend: “Vroeger liet de keizer zijn ontlasting al ontleden. Dan wist men hoe het met de keizer ging. De kennis dat poep veel zegt over onze gezondheid, is dus al eeuwenoud. Die bron hebben wij als waterschappen in handen, omdat wij het rioolwater van alle Nederlanders verwerken en zuiveren.” Ook voordat er getest werd op coronavirusdeeltjes, werd de samenstelling van ons rioolwater al op veel meer geanalyseerd dan strikt gezien nodig is voor het zuiveringsproces. Mark van der Werf: “Rioolwateranalyse geeft bijvoorbeeld een signaal over de consumptie van drugs. Zo wordt in Nederland bijvoorbeeld in Amsterdam, Utrecht en Eindhoven door metingen in het rioolwater onderzocht hoeveel drugs er in die steden wordt gebruikt. Er worden ook metingen gedaan die wijzen op illegale lozingen van drugsafval. Ook trends in medicijngebruik zijn af te lezen. En ook heel interessant: bacteriën die resistent zijn voor antibiotica. Hoe meer mensen deze bacteriën meedragen, hoe minder effectief het gebruik van antibiotica wordt in de bestrijding van ziekten. Microplastics, hormonen, giftige bestrijdingsmiddelen, stoffen die gebruikt worden om bommen te maken: er zijn nog talloze stoffen te bedenken die in het riool geanalyseerd zouden kunnen worden. ‘Big Brown Data’ zijn dé kans om een chemisch en biologisch spoor te volgen en sociale trends in beeld te brengen.” Verbreden Waarom wordt er niet veel meer gebruikgemaakt van de bron van ‘Big Brown Data’? Peter Verlaan: “De waterschappen willen graag meewerken aan het verbreden van de bemonstering. Dat zou veel vaker kunnen, bijvoorbeeld dagelijks op alle zuiveringen, mits we daarvoor een infrastructuur aanleggen. Dat vergt wel heel wat, bijvoorbeeld WATERFORUM NOVEMBER 2020 15
Bijna alle 318 rioolwaterzuiveringsinstallaties in Nederland Afvalwater worden nu wekelijks bemonsterd. En de waterschappen en het RIVM gaan die frequentie nog verder opvoeren. Peter Verlaan (Aa en Maas) “Vroeger liet de keizer zijn ontlasting al ontleden. Dan wist men hoe het met de keizer ging.” het aanschaffen van meer bemonsteringsapparatuur en het opleiden van bemonsteraars. Zoals je begrijpt zijn er strenge veiligheidsvoorschriften voor het werken met rioolwater. En er is logistiek heel wat te regelen voor zoveel bemonsteringsmomenten, inclusief transport, ook naar onbemande zuiveringen. Tot slot is er capaciteit nodig op de laboratoria. Om hierin te investeren en die infrastructuur op te zetten voor dagelijkse, langjarige bemonstering, moeten we ook zeker weten dat we dit langjarig gaan gebruiken. Ik geloof dat de extra inzet die we nu doen voor de bemonstering op coronavirusdeeltjes, een opmaat kan zijn naar het verder uitrollen en verbreden van het rioolwateronderzoek. Zodat we ook op andere infectieziektes kunnen gaan monitoren en (sociale) trends in beeld brengen. De potentie van ‘Big Brown Data’ wordt nog lang niet volop benut.” Verlaan plaatst wel kanttekeningen: “Technisch kan er heel veel, maar we moeten dan wel ook het debat over ethiek goed voeren: wat kom je van mensen te weten en hoe gaan we daarmee om? Daarbij komt: de waterschappen slaan nu op de trom omdat wij veel potentie zien in het uitbreiden van rioolwateronderzoek, maar enige bescheidenheid past ons. Wij zijn experts in het zuiveren van afvalwater, en verzorgen dus ook de bemonstering. Maar de info die eruit te halen valt analyseren en duiden, dát is niet onze expertise. Dat is de rol van de kennisinstituten, zoals het RIVM, KWR en universiteiten.” Locaties vergelijken Ook Ana Maria de Roda Husman ziet veel potentieel in het uitbreiden van de bemonstering: “Je kunt uiteindelijk iets zeggen over de gezondheidstoestand van de Nederlandse bevolking. Maar ook voor het coronavirus willen we het onderzoek verfijnen. We willen gaan proberen om op basis van het aantal virusdeeltjes te berekenen hoeveel uitscheiders er in een regio zijn. Dit zijn dus mensen, al dan niet met klachten, die het virus kunnen verspreiden. Daarvoor moeten we wel goed weten waar het rioolwater op een meetpunt vandaan komt en wat de samenstelling is. Als we op de juiste manier corrigeren naar op een bepaald meetpunt aangesloten inwoners en debiet, hebben we ook een maat om locaties met elkaar te vergelijken. Op dit moment kunnen we wel over de tijd trends van één locatie vergelijken, maar niet tussen locaties. Het maakt ook verschil of je op de rioolwaterzuivering bemonstert, waar het rioolwater van een grotere regio samenkomt, of meer specifiek bij putten op locaties. Voor ziektes als polio bemonsteren we soms op specifieke locaties, bijvoorbeeld bij scholen of een asielzoekerscentrum. Ik zie zeker potentie voor nog breder bemonsteren in de toekomst. Ook om terug te kunnen kijken. Dat kan nuttig zijn als er bijvoorbeeld een nieuw virus opduikt. Als je monsters bewaart dan kun je razendsnel terugkijken wanneer het virus waar precies haar intrede heeft gedaan. Eind januari was de sequentie van het genetisch materiaal van het nieuwe coronavirus SARS-CoV-2 al bekend. Hadden we toen al een breder systeem van bemonsteren gehad, dan hadden we het direct kunnen detecteren.” Potentie “Dat we bijdragen aan het in beeld brengen van trends van het coronavirus is heel mooi” zegt Mark van der Werf. “En de potentie van ‘Big Brown Data’ gaat over meer dan alleen virussen en de volksgezondheid. Ze zijn dus mogelijk ook breder interessant dan alleen voor het ministerie van VWS. De link met het ministerie van Justitie zit bijvoorbeeld in drugsgebruik of terrorisme en medicijnresten zijn ook interessant voor Infrastructuur en Waterstaat, voor gegevens over de waterkwaliteit. Wij blijven als waterschappen graag hierover in gesprek met het RIVM en de ministeries.” 16 WATERFORUM NR 6
Waterschappen Hoogheemraadschap van Rijnland legt piekbergingen aan Droge voeten en ruimte voor natuur en recreatie Door Hesper Schutte en Corine Bok, Hoogheemraadschap van Rijnland Het hoogheemraadschap van Rijnland heeft de afgelopen jaren een aantal maatregelen genomen om ook in de toekomst droge voeten te kunnen garanderen. Allereerst is de capaciteit van het boezemgemaal bij Katwijk flink uitgebreid. Daarnaast zijn er toekomstbestendige oplossingen gevonden door de aanleg van piekbergingen. Het hoogheemraadschap van Rijnland zorgt al 765 jaar voor de waterveiligheid in zijn gebied. Bescherming tegen overstroming is een eerste voorwaarde voor bewoners om veilig te kunnen wonen en werken. Klimaatontwikkeling, zeespiegelstijging en bodemdaling hebben een grote invloed op het werk van Rijnland: door toenemende extreme neerslag staan de watersystemen steeds meer onder druk. Piekberging Met gemalen zorgt Rijnland ervoor dat het water in zijn gebied op peil blijft. De polders vangen (regen)water op in sloten. Bij te veel water pompen poldergemalen dit water naar het hoger gelegen boezemstelsel. Dit is het belangrijkste aan- en afvoersysteem van Rijnland en bestaat uit grote meren, plassen en kanalen. Zij staan in open verbinding met elkaar en zorgen voor een tijdelijke opslag van overtollig water. In het werkgebied van Rijnland brengt een uitgebreid stelsel van boezemkanalen het water tot aan de randen van het gebied. Daar pompen grote boezemgemalen het water naar de Noordzee, het Noordzeekanaal en de Hollandse IJssel. Extreme hoeveelheden regenwater kunnen echter zelfs voor de boezemgemalen te veel zijn, met overstromingen tot gevolg. Een goede oplossing is het overtollige water tijdelijk op te vangen in een piekberging. Dat is een omdijkt stuk laaggelegen polderland dat normaliter droog staat, maar bij piekneerslag gebruikt wordt om overtollig water te ‘parkeren’. Als het boezempeil na enkele dagen weer is gedaald, wordt het water vanuit de piekberging weer in het boezemstelsel gebracht. Nieuwe Driemanspolder Voor de aanleg van een eerste piekberging heeft Rijnland gezocht naar een geschikte locatie aan de zuidkant van zijn beheersgebied. De Driemanspolder, van oudsher een agrarisch gebied, bleek goede kansen te bieden. Deze polder van ongeveer 300 hectare Piekberging Driemanspolder (foto: Rijnland). WATERFORUM NOVEMBER 2020 17
Waterschappen De Nieuwe Driemanspolder bestaat voor een groot deel uit open water en natte natuur (foto: Rijnland) kan worden omgebouwd naar een plek om van de natuur te genieten, te recreëren en water te bergen. De provincie Zuid-Holland, de gemeenten Leidschendam-Voorburg, Den Haag en Zoetermeer en de hoogheemraadschappen Rijnland en Delfland hebben daarvoor de handen ineengeslagen. Samen hebben ze gewerkt aan de realisatie van de Nieuwe Driemanspolder. Voor de gemeente Zoetermeer bood het project extra mogelijkheden, namelijk een groene buffer tussen de steden Zoetermeer, Den Haag en Leidschendam-Voorburg. Door één gebied te gebruiken voor meerdere functies (natuur, recreatie en waterberging) wordt de schaarse ruimte optimaal gebruikt. Verbetering biodiversiteit Door de herinrichting van de Nieuwe Driemanspolder tot een natuur- en recreatiegebied verandert de natuurkwaliteit. Er ontstaat steeds meer variatie, vooral ook door het flexibele waterpeil. Het gebied bestaat voor een groot deel uit open water (een nieuw KRW-lichaam) en natte natuur: moeras, nat (schraal)grasland, bloemrijk rietland en wilgenstruweel. Daarnaast neemt de meer droge natuur toe, waaronder bloemrijk grasland, droge ruigte en bosschages. Deze ontwikkeling is vooral van belang voor moerasvogels, amfibieën, vlinders en libellen. Kenmerkende soorten die op korte termijn in het gebied worden verwacht zijn o.a. de blauwborst, bruine kiekendief, bittervoorn en rietorchis. Op de langere termijn kan het gebied mogelijk ook meer zeldzamere soorten verwelkomen, zoals de ringslang en de waterspitsmuis. Voor de weidevogels is het gebied minder geschikt geworden als broedlocatie, maar de functie als foerageergebied is wel verbeterd. Andere al aanwezige beschermde diersoorten, zoals de steenuil, vinden ook in de nieuwe situatie een plek in het gebied. Sinds de aanleg en opening van de Nieuwe Driemanspolder (2017-2020) ontwikkelt de natuur zich snel en biedt ze ruimte voor vele soorten. Piekberging Haarlemmermeer Ook in de zuidpunt van de Haarlemmermeer, nabij de Kagerplassen, wordt een piekberging aangelegd. In nauw overleg met de omgeving is gekeken hoe en waar de waterberging moet worden gesitueerd. Er is een gebied geselecteerd waar nu actieve akkerbouw wordt gevoerd. Een perfecte locatie, gezien de centrale ligging in de Rijnlandse boezemwateren. En door de diepe ligging kan er op een relatief klein oppervlak naar verhouding veel water worden geborgen. Dat is een belangrijk voordeel in een gebied waar ruimte schaars is. Uit onderzoek is gebleken dat de aan te leggen waterberging structuurschade aan de bodem zal gaan geven. Daarom heeft Rijnland besloten om de gronden aan te kopen en te verpachten. Aan de randen van de piekberging zal een ecologische verbindingszone worden ingericht, waarin biologisch boeren centraal staat. Daardoor zal de locatie ook een bijdrage gaan leveren aan Natuurnetwerk Nederland. Door natuurgebieden met elkaar te verbinden, worden de overlevingskansen voor kwetsbare planten en dieren vergroot. Begin 2021 start de bouw van piekberging Haarlemmermeer. Met de aanleg staat Rijnland ook naar de toekomst garant voor ‘droge voeten en schoon water’ én draagt het hoogheemraadschap bij aan versterking van de biodiversiteit. Een win-winsituatie voor alle betrokkenen. In de zuidpunt van de Haarlemmermeer, nabij de Kagerplassen, wordt een piekberging aangelegd. Daarvoor is een gebied geselecteerd waar nu actieve akkerbouw wordt gevoerd (foto: Rijnland). 18 WATERFORUM NR 6
Het verdroogde natuurgebied De Diepen, aan de voet van de Sint-Jansberg in Mook (foto: Jan van Mierlo/Natuurmonumenten). Droogteaanpak Droogteproblematiek wekt veel creativiteit op Grote droogte vergt groots denken Door Pieter van den Brand Na drie droge zomers op rij is het de hoogste tijd voor rigoureuze oplossingen in ons land. En die zijn er genoeg, maar op elk voorstel valt wel iets af te dingen. En soms is een idee eerder een proefballonnetje. ‘We hebben veel ideeën nodig om een goede afweging te kunnen maken.’ WATERFORUM NOVEMBER 2020 19
Droogteaanpak Voor het derde jaar op rij stonden in de Achterhoek ’s zomers veel waterlopen geheel droog. droogteprobleem wordt gebagatelliseerd. Onze maakbaarheidsfilosofie zit ons in de weg. De huidige problematiek vereist niet de aanpak die we al decennia hanteren. We moeten veel groter denken.” Pieper wil benadrukken dat er miljarden euro’s nodig zijn, omdat de huidige middelen van het Rijk net zo snel verdampen als het regenwater in de Achterhoek. “Aan de dijkverzwaringen geven we jaarlijks 10 miljard euro uit. Voor de droogte, met een veel grotere impact, krijgen we 800 miljoen. Er wordt veel te weinig in geïnvesteerd.” Hein Pieper (Rijn en IJssel) “Het droogteprobleem wordt gebagatelliseerd. Onze maakbaarheidsfilosofie zit ons in de weg.” Het eindrapport van de Beleidstafel Droogte reikte vorig jaar 46 adviezen aan om ons watersysteem bestendiger te maken tegen drogere zomers. De aanbevelingen doen nogal abstract aan. Neem het bedenken van scheepsconcepten bij lage rivierafvoeren en het uitwerken van ‘redeneerlijnen’ voor waterbeheer bij droogte. Ongetwijfeld nuttige exercities, maar bij de waterbeheerder bij wie de droogte op de lippen staat, is daar weinig geduld meer voor. Volgens de KNMIstatistieken loopt het neerslagtekort in het oosten en uiterste zuidwesten van het land dit jaar wederom op naar 250 tot 300 millimeter. Extreme buien kunnen dat tekort niet meer goedmaken. De tijd van de studeertafel is voorbij, weet dijkgraaf Hein Pieper van waterschap Rijn en IJssel. De verpieterde maïsvelden en gele grasweides in de Achterhoek geven het gebied ‘s zomers de uitstraling van een prairie. De hoge zandgronden houden het water toch al moeilijk vast, zodat het diep in de bodem zinkt. Als het nog zover komt. Door het hete zomerweer verliest het gebied negentig procent van het regenwater door verdamping. Piepers waterschap neemt een trits van maatregelen om het water langer vast te houden, van algehele onttrekkingsverboden van grondwater op de meest kwetsbare natuurplekken tot het laten meanderen van beken. Maar het is niet genoeg, weet Pieper. Zijn idee, afgelopen zomer geopperd in het AD: leg een meer aan op de Nederlands-Duitse grens. Oost-Nederland kan daar dan rivierwater in opslaan voor in tijden van droogte. “Het idee was vooral bedoeld om iedereen wakker te schudden”, bekent de dijkgraaf. “Het 20 WATERFORUM NR 6 Gieter Deltares lanceerde in april het idee van de Nationale Gieter voor de Veluwe. Expert grondwatermanagement Perry de Louw mocht het plan zelfs toelichten in tv-programma EenVandaag. Het woord ‘gieter’ spreekt tot de verbeelding, maar slaat op de vorm van ‘s lands hoogste en grootste zandgebied, dat met wat fantasie op satellietbeelden het model van een tuingieter heeft. De grondwaterstand onder de Veluwe staat op 15 tot 70 meter onder het maaiveld, dus er is veel ruimte voor extra wateropslag voor gebruik in de zomer. Met een half procent van de rivierafvoeren is daar 300 miljoen kuub water per jaar weg te stouwen, rekenden De Louw en zijn Deltares-collega’s uit. Verkennende berekeningen met het Landelijk Hydrologisch Model laten zien dat na één jaar nog 95 procent van de aangevulde grondwatervoorraad aanwezig is, en na vijf jaar nog meer dan de helft. Maar aan het idee moet nog verder worden gesleuteld, laat De Louw weten. “Sommigen vonden het een fantastisch idee. Anderen waren kritisch. Een groot bezwaar is de slechte kwaliteit van het rivierwater. Sec oppompen en infiltreren is nogal kort door de bocht. Er komt wel wat meer bij kijken. En natuurlijk kost het veel geld.” Maar De Louw laat zich niet uit het veld slaan. “Ons idee heeft de Veluwe als wateraccu weer op de kaart gezet. We moeten het grondwatersysteem daar herstellen. Met andere vegetatie valt al veel te bereiken. Naaldbomen zijn grote waterverbruikers. Ze verdampen veel.” Vervanging door loofbos levert volgens Deltares al snel zo’n 60 miljoen kuub per jaar op, en omvorming naar heide zou zelfs jaarlijks ruim 100 miljoen kuub aan de grondwatervoorraad van de Veluwe toevoegen. De vele grondwaterwinningen voor de industrie en voor de drinkwaterwinning zijn goed voor eenzelfde hoeveelheid. “Als we daar wat aan doen, blijven Perry de Louw (Deltares) “Met andere vegetatie valt al veel te bereiken. Naaldbomen zijn grote waterverbruikers. Ze verdampen veel.”
Droogteaanpak Annemarie Verbeek-Kalshoven (Vitens) “De waterwingebieden in OostNederland zijn eindig. Het ligt voor de hand dan water vanuit west naar oost te brengen.” bakken water over, die de sprengen en bronbeken weer zullen doen lopen en watermoerassen laten ontstaan. Doordat er geen slootjes zijn, komt dit water vertraagd tot afvoer en daardoor gaat de Veluwe in droge perioden juist water leveren. De drinkwatervoorziening kunnen we compenseren door rivierwater te infiltreren. In het westen is het heel normaal daarvoor in de duinen geïnfiltreerd en gezuiverd oppervlaktewater te gebruiken.” Pijpleiding Ook Vitens denkt aan onorthodoxe ingrepen, namelijk een ondergrondse pijpleiding die water vanuit de IJsselvallei naar de Achterhoek en Twente brengt. Dat klinkt megalomaan, maar een leiding is maar een leiding, zegt Annemarie Verbeek-Kalshoven. Als manager Asset Management is zij verantwoordelijk voor het waterleidingnet van Vitens, in het bijzonder voor de continuïteit van de drinkwatervoorziening op de lange termijn. “De IJsselvallei behoort tot de ‘strategische harten’ van onze watervoorraden. De potentie in dat gebied is groot. Er is veel natuurlijke toevoer van water. Door de samenstelling van de ondergrond zakt het water er minder snel weg. Terwijl de waterwingebieden in Oost-Nederland eindig zijn. Het ligt voor de hand dan water vanuit west naar oost te brengen.” Vitens’ exercitie in de IJsselvallei is nu nog een verkenning. De studie kijkt niet alleen naar grondwater, maar ook naar oeverinfiltraat, “maar we stellen hoge eisen aan de kwaliteit van de bron.” Over het tempo waarin een transportleiding naar het oosten klaar zal zijn, valt volgens haar weinig te zeggen. “Dat hangt af van de complexiteit van het gebied. Ook zijn er planologische procedures mee gemoeid. Dan ben je minimaal vijf jaar verder. Maar de urgentie is hoog en wordt door veel partijen gevoeld. Dan zou de doorlooptijd toch flink korter kunnen zijn, stel ik me voor. Aan ons zal het niet liggen. Wij willen het tempo erin houden.” Rioolwater Waterschap Vallei en Veluwe wil de rioolwaterzuivering gaan inzetten om de verdroging aan te pakken. Het waterschap is van plan een innovatieve zuiveringsinstallatie in het Gelderse Wilp nabij Apeldoorn te bouwen. De rwzi zuivert rioolwater niet op de traditionele biologische wijze, maar met een palet aan fysisch-chemische technieken, waaronder nanofiltratie voor het afvangen van medicijnresten. Dat levert schoner water en geconcentreerdere grondstoffen op, zoals cellulose, fosfaat en ammonium. De resultaten in een proefopstelling zijn veelbelovend. Begin 2021 moet het definitieve ontwerp van de Waterfabriek Wilp er liggen. In de eindversie is de nieuwe rzwi met vier straten aan zuiveringstechnologie goed voor jaarlijks 900 duizend kuub schoon effluent. Na zuivering in een helofytenfilter is het water ‘ecologisch gezond’ om de nabijgelegen Twellose beek te voeden, een acht kilometer lange, in de zomer wegkwijnende waterloop. “Dat is pure winst voor de omgeving”, zegt dijkgraaf Tanja Klip. “Ook is het water te gebruiken voor infiltratie, als watervoorziening voor de industrie en in de toekomst, met de juiste behandeling, misschien ook als drinkwater. Zo besparen we op grondwater.” Maar uiteindelijk is de bijdrage van de Waterfabriek, gelet op het watertekort op de Veluwe van inmiddels jaarlijks 150 miljoen kuub, natuurlijk een druppel op de gloeiende plaat, zo beseft de dijkgraaf. Tanja Klip (Vallei en Veluwe) “De Veluwe is ons zorgenkindje. Het handhaven van de zoetwaterbel eronder is cruciaal.” De akkers in de Achterhoek hebben ‘s zomers de uitstraling van een prairie. WATERFORUM NOVEMBER 2020 21
Droogteaanpak Klip behoort tot de critici die waarschuwen voor de aanvoer van gebiedsvreemd water naar de Veluwe. “Het is tenslotte een Natura 2000-gebied. Het ecologisch evenwicht daar moet niet verstoord raken”, reageert ze op het Deltares-plan. “Al vind ik het idee erachter interessant en we hebben veel ideeën nodig om een goede afweging te kunnen maken. De Veluwe is ons zorgenkindje. Het handhaven van de zoetwaterbel eronder is cruciaal. Het is prima grondwater te gebruiken, maar het moet ook worden aangevuld. Het gaat erom een balans te vinden.” Klip ziet veel in het herstel van natuurlijke water- en bodemsystemen, onder meer door het terugbrengen van de moerassen en venen uit de 19e eeuw, die zich bevinden op de flanken van de Veluwe, als buffer tegen de droogte. “Deze gebieden kunnen functioneren als klimaatmantels, die het regenwater beter vasthouden. We zitten aan de grens van de maakbaarheid van het huidige watersysteem en moeten naar een rigoureuze herinrichting toe”, staat ze haar buurman Pieper in Rijn en IJssel bij. Sponswerking Het concept van de klimaatmantel vindt Corine Geujen een geweldig idee, maar het plan van dijkgraaf Pieper is voor de hydroloog van Natuurmonumenten nogal grootschalig en te technisch. “Zo’n kunstmatige bak met water vergt een strak gecontroleerd waterpeil. De bovenstrooms gelegen gronden in de omgeving kunnen dan juist extra verdrogen.” Zelf mikt Natuurmonumenten liever op overgangszones rondom natuurgebieden, die het water langer vasthouden en het waterpeil hoog houden. “We moeten terug naar de oude sporen in het landschap, zoals de duizenden vennen die er vroeger waren op de hoge zandgronden, maar die allemaal zijn ontwaterd. Dat zijn ideale locaties om te vernatten. Vang daar de winterse pieken op en laat het in februari maar weer zeiknat zijn.” Geujen voorziet dat forse ingrepen nodig zijn in het mateloos oppompen van grondwater. “In Brabant, Limburg en Gelderland zijn grote aantallen beregeningsputten in kwetsbare gebieden die al het water onttrekken. Waterschap Vechtstromen durft het nu als eerste aan om deze putten bij boeren op te kopen en uit te plaatsen.” Haar verdere pleidooi: krik de grondwaterstand op met 30 tot 50 centimeter, onderzoek vervolgens op welke plekken de pijnpunten zijn en koop die natte gebieden op en zet ze voor een laag bedrag weer in de etalage. “Dat hoeft niet Corine Geujen (Natuurmonumenten) “We moeten terug naar de oude sporen in het landschap, zoals de duizenden vennen die er vroeger waren op de hoge zandgronden.” 22 WATERFORUM NR 6 Huub Savenije (emeritus hoogleraar) “In het hele gebied tot Babberich en Zevenaar zou je bekkens met water uit de Rijn kunnen aanleggen.” per se voor natuurontwikkeling te zijn. Je kunt er bijvoorbeeld ook andere gewassen gaan telen. Wezenlijk is dat we voor een andere inrichting van het landschap durven te kiezen. Daar is wel een ingrijpende ruilverkaveling voor nodig, met gevolgen voor de landbouw.” Beetje dom Emeritus hoogleraar hydrologie Huub Savenije van de TU Delft ziet wel wat in de kunstmatige opslag van water op de Veluwe. “Water infiltreren doen we nu ook al in de duinen. Langs de hele kust zijn infiltratiebekkens te vinden, waar vanuit de Maas of meer noordelijker vanuit de Vecht water naartoe gaat voor de drinkwaterwinning. We blijven op een adequate voorzuivering aangewezen. Het brede palet aan medicijnresten in ons oppervlaktewater levert steeds meer risico’s op. De kwaliteit van het water dat je in de omliggende natuur kwijt wilt om de verdroging tegen te gaan, moet buiten kijf staan.” Effectievere zuiveringstechnieken, zoals die bij de nieuwe rwzi van Vallei en Veluwe, zijn onontkoombaar, aldus Savenije. Positief is Savenije eveneens over de realisatie van waterbuffers in het oosten van het land. Op Google Maps wijst hij de oude Rijnvallei tussen Lobith en de Duitse grens aan. “In dit hele gebied tot Babberich en Zevenaar zou je bekkens met water uit de Rijn kunnen aanleggen. De grote vraag zal zijn of het genoeg is.” Water met pijpleidingen naar de Achterhoek brengen vindt Savenije maar een vreemde oplossing, “als je beseft dat je daarvoor net zo goed het Twentekanaal kunt gebruiken, en dat tapt al af van de IJssel.” Vitens reageert desgevraagd daar goed over te hebben nagedacht. “Een betrouwbare drinkwatervoorziening vraagt meer dan het water ergens heen brengen. Je moet de inlaat kunnen stoppen als er een verontreiniging is, terwijl je nog steeds kan produceren. En deze stop moet zo kort mogelijk duren. Het Twentekanaal stroomt nauwelijks door. Dat levert te veel kwaliteitsrisico’s op”, licht Verbeek-Kalshoven toe. “In de Achterhoek geldt dat 25 procent van het drinkwater al van ‘buiten’ komt. Het gaat erom dat de impact van de drinkwatervoorziening wordt beperkt of sterker nog: dat er sprake is van een positieve impact.”
Droogteaanpak Roep om zoete Grevelingen zwelt aan Nederland heeft slechts één forse waterbuffer in de strijd tegen de droogte: het IJsselmeer. Sinds de recorddroge zomer van 2018 zorgt Rijkswaterstaat er voortaan voor dat het waterpeil van de ‘nationale regenwaterton’ bij de start van de zomer op zijn hoogst is. Recent klonk de roep door voor de realisatie van een tweede zoetwaterbuffer: verzoeten van het Grevelingenmeer. Als tweede zoetwatervoorraad, maar ook als handige noodberging bij hoge rivierafvoeren en als natuurlijke buffer tegen de verzilting van de Zeeuwse eilanden. Wil Borm van de in waterbeheer gespecialiseerde Adviesgroep Borm & Huijgens heeft er een uitgebreid plan voor, dat voorziet in de aanvoer van rivierwater vanuit de Biesbosch via het Haringvliet naar de Grevelingen. “Bij de aanleg van de Deltawerken was de kwaliteit van het rivierwater zo slecht, dat de rijksoverheid onder druk van het opkomend natuurbehoud te snel besloot de Oosterschelde zout te houden, evenals de reeds afgesloten Grevelingen en het Veerse Meer. Dat leidt nu tot sterk toenemende zoetwatertekorten. De rijksoverheid houdt echter vast aan het verziltingsbeleid en ook de provincie maakt in het Zeeuwse Deltaplan Zoet Water geen nieuwe keuzes. Voordat dit plan in werking is gesteld, is het zoete water al opgedroogd. Terwijl de klimaatverandering schreeuwt om de opslag van zoet water.” Volgens natuurorganisaties is een zoute Grevelingen essentieel voor een palet aan vogel-, vis-, plant- en andere soorten, die nu in een neerwaartse spiraal zitten. Ook zijn er economische argumenten om de Zeeuwse wateren zout te houden. De schelpdiervisserij verdient veel geld met oesters en mosselen. Borm stelt dat de zoute wateren nooit de dragers van de schelpdiersector zijn geweest, maar juist de estariene overgangen van zout naar zoet, met bijbehorende nutriëntenaanvoer. “De ontwikkelingen voor de natuur wijzen juist het tegendeel uit. Na tientallen jaren verzouten blijken de inlandse wateren zich niet naar wens te ontwikkelen.” Emeritus hoogleraar hydrologie Huub Savenije juicht het plan van Borm & Huijgens toe. “Zo herstel je het natuurlijk estuarium en krijg je er een prachtige zoetwaterbuffer bij. Ecologen hebben dan niet te klagen. Ideaal voor de ecologie is een mooie geleidelijke overgang van zoet naar zout en een vrije migratie voor vissen. Daar is nu geen sprake van.” De proefopstelling van Waterfabriek Wilp levert veelbelovende resultaten op. Begin 2021 moet het definitieve ontwerp van de fabriek er liggen. WATERFORUM NOVEMBER 2020 23
Scherpe focus op vloeistoffen zelfs onder moeilijke omstandigheden OPTIWAVE 1400 – 24 GHz FMCW radar niveautransmitter voor water- en afvalwaterapplicaties • Continue, contactvrije niveaumeting van afvalwater, slib of andere vloeistoffen in open kanalen, opslagtoepassingen of pompstations • Druppelantenne: scherpe focus, ongevoelig voor condensatie, schuim of bewegende oppervlakte • Robuust IP68 ontwerp, meetrange 0…20 m optiwave.krohne.com products solutions services
Rwzi-effluent zoals het op een rwzi over de rand van de bezinktank sijpelt. Dat water is nog verre van schoon (foto: Jac van Tuijn). Afvalwaterzuivering Nieuwe hybride technieken voor extra zuivering op rwzi De strijd tegen de micro’s (1) Door Jac van Tuijn Organische microverontreinigingen. Decennialang ging de discussie erover of een bronaanpak beter zou zijn dan het end-of-pipe zuiveren van afvalwater op een rwzi. Maar de dossiers met milieubezwaarlijke stoffen stapelen zich op. De roep om alle micro’s op de rwzi tegen te houden neemt toe en waterschappen komen langzaam in beweging. In een tweeluik doet WaterForum verslag van deze ‘eindstrijd’ tegen de organische microverontreinigingen. Deel 1: de technologische oplossingen. Drie watertechnologiebedrijven uit Oost-Nederland staken eerder dit jaar de koppen bij elkaar en bedachten een hybride concept dat een eind kan maken aan de lozing van alle organische microverontreinigingen door rwzi’s. Hun concept combineert het beste van holle-vezelnanofiltratie en geavanceerde oxidatie met UVC-licht. Scheiden en afbreken. “De eerste module staat al bij ons in de werkplaats en we kunnen binnen één jaar een full scale zuivering bouwen die rwzi-effluent behandelt en 95 tot 99 procent van de organische micro’s verwijdert”, vertelt directeur Rob Borgerink van Jotem Waterbehandeling vol trots. WaterForum besprak met hem en de twee andere initiatiefnemers, oprichter Erik Roesink van NX Filtration en directeur Ton van Remmen van Van Remmen UV Technology, de technische kanten van hun ‘heilige graal’. De drie ondernemers. Vlnr: Ton van Remmen, Erik Roesink en Rob Borgerink (foto: Jac van Tuijn). WATERFORUM SEPTEMBER 2020 WATERFORUM NOVEMBER 2020 25
Afvalwaterzuivering Advanox breekt 95 tot 99 procent van alle microverontreinigingen, bacteriën en virussen af met UVC-licht en waterstofperoxide. Met een voorgeschakelde holle-vezelnanomembraanfilter, die al veel van de opgeloste deeltjes in het rwzi-effluent tegenhoudt, kan dat bij een laag energieverbruik (foto: Van Remmen). Deel 1 van een tweeluik Drie Nederlandse watertechnologiebedrijven kunnen morgen beginnen met de bouw van een hybride zuiveringstechniek die alle organische microverontreinigingen kan verwijderen uit het effluent van een rwzi. WaterForum sprak met de directeuren over hun concept en het resultaat is dit artikel. Het hele verhaal reikt echter veel verder dan alleen de techniek. Daarom sprak WaterForum ook met twee experts bij de waterschappen over de kansen voor dit soort hybride oplossingen. In de volgende editie van WaterForum, die half december uitkomt, leest u het tweede deel van dit tweeluik, vanuit het perspectief van de waterschappen. Versterkende werking Het hybride concept is een direct gevolg van de pilot op rwzi Aarle-Rixtel, waar het effluent met twee verschillende oxidatietechnieken, ozon en UVC/ H2 , is nabehandeld. De conclusie luidde dat beide technieken hun vooren nadelen hebben en dat geen van beide op zichzelf een eenduidige oplossing is voor het verwijderen van medicijnresten. O2 Van Remmen nam op rwzi Aarle-Rixtel de gevanceerde oxidatie-optie voor zijn rekening, met lagedruk UVC-licht en waterstofperoxide (H2 O2 ). Een proces dat zij onder de naam Advanox op de markt brengen. De pilot bleek bijzonder leerzaam. UVC-behandeling wordt in de drinkwatersector veel toegepast voor desinfectie, omdat het water heel helder is en het UVC-licht ver in het water kan doordringen. De transmissie is hoog. Bij troebel afvalwater is dat lastiger. Zelfs het effluent van een rwzi bevat veel zwevende en opgeloste stoffen, waardoor extra UV-licht nodig is om er doorheen te kunnen schijnen. De transmissie is laag en de oxidatiestap vraagt meer energie. Toch slaagde Van Remmen erin om gedurende de proef het energieverbruik met 50 procent terug te brengen. Vooral de toevoeging van een zandfilter bleek 26 WATERFORUM NR 6 effectief. Het filter haalt veel lichtabsorberend materiaal uit het effluent, waardoor de transmissie sterk toenam. Maar wat nu als we niet een zandfilter, maar een nanofiltratiemembraan voor de UVC-reactor plaatsen? Die vraag kwam terecht bij Erik Roesink van NX Filtration, dat in Enschede innovatieve holle-vezelmembranen produceert. Membraanfiltratie houdt namelijk veel meer vervuiling tegen dan zandfiltratie, was de gedachte. Van Remmen en NX Filtration zijn samen met Jotem als technologie-ontwikkelaar aan tafel gaan zitten om membraanfiltratie en geavanceerde oxidatie te combineren en een nabehandeling te ontwikkelen die het beste van beide technologieën naar boven haalt. De drie bedrijven zijn nu, met eigen geld, gestart met de bouw van een eerste installatie en wachten op het eerste waterschap dat met hen in zee wil gaan. Fysieke barrière De toepassing van een fysieke barrière met holle-vezelnanofiltratie heeft meerdere voordelen. NX Filtration heeft aan de binnenkant van het membraan een flinterdunne coating aangebracht, die kleine organische moleculen tegenhoudt maar een groot deel van de mineralen en opgeloste zouten doorlaat. Een groot voordeel hiervan is dat het membraan, anders dan bij omgekeerd osmose, minder snel vervuilt en dat er relatief lagere drukken nodig zijn. Hierdoor is het energieverbruik laag. Het permeaat is een heldere waterstroom die nog wel microverontreinigingen bevat, maar die kunnen in een UVC-reactor met een hoge transmissie worden afgebroken. Erik Roesink van NX Filtration staat te popelen om zijn nanofiltratiemodules voor het eerst op grote schaal te kunnen toepassen op een Nederlandse rwzi: “Het is een fysieke barrière die niet alleen organische microverontreinigingen, zoals medicijnresten, pesticiden en kleurstoffen, tegenhoudt. Maar ook microplastics, virussen en bacteriën. Dit is een belangrijke reden geweest voor de combinatie met UVC en niet met ozon. Ons hybride concept met UVC gaat dus verder dan alleen de verwijdering van microverontreinigingen. Bovendien heb je bij ozon de kans op vorming van kankerverwekkende stoffen als dimethylnitrosamine en bromaat.” Ton van Remmen (Van Remmen UV Technology) “Het rwzieffluent is zo schoon dat het een alternatief is voor het gebruik van drinkwater en grondwater in landbouw en industrie.”
Afvalwaterzuivering Erik Roesink (NX Filtration) “Aan een schonere autoindustrie worden miljarden uitgegeven, waarom doet Nederland dit dan niet voor onze watertechnologiesector?” Goud in handen Ton van Remmen verwacht met zijn Advanox technologie nog eens 50 procent minder energie te gaan verbruiken, omdat het permeaat uit de nanofiltratie weinig kleurstoffen bevat. Daarmee komt zijn energieverbruik dicht in de buurt bij dat van een ozonbehandeling. Extra voordeel is dat het effluent geschikt is voor hoogwaardiger hergebruik. Volgens Van Remmen hebben waterschappen hiermee goud in handen: “Met deze hybride oplossing heb je het over een verwijderingsrendement van 95 tot 99 procent van alle organische micro’s. Het rwzi-effluent is zo schoon dat het een alternatief is voor het gebruik van drinkwater en grondwater in de landbouw en de industrie. Nu in Nederland droogte een serieus probleem is geworden, komt de inzetbaarheid van rwzi-effluent steeds vaker ter sprake. Een extra zuiveringsstap lost dus niet alleen een milieuprobleem op, maar ook een beschikbaarheidsprobleem.” Op de vaak gehoorde vraag of UVC beter is dan ozon, geeft Van Remmen een genuanceerd antwoord: “Als waterhergebruik geen optie is en er zit weinig bromide in het afvalwater, dan kan ozon een oplossing zijn. In andere gevallen, zoals bij hoge bromidegehalten, kan UVC een betere keuze zijn.” Wat hem betreft is het doseren van actiefkoolpoeder geen serieuze optie. “Het doseren mag dan wel goedkoop zijn, maar het is alleen een verplaatsing van het probleem. De micro’s hechten aan het kool en komen in het zuiveringsslib terecht. Wat doe je daar dan mee? Ozon en UVC breken de vaak complexe molecuulstructuren echt af. Waarbij UVC nog een extra voordeel heeft omdat het ook de bacteriën, virussen en genetische resten afbreekt.” Midden in een coronapandemie moet dat extra voordeel volgens hem toch sterk aanspreken. Full scale Het liefst zouden de drie mkb-bedrijven direct op een rwzi aan de slag willen. Roesink denkt aan een installatie met een capaciteit van tenminste 100 kuub per uur. “Dan hebben we een schaalgrootte waarmee we kunnen laten zien dat onze hybride oplossing op full scale werkt. Onze voorkeur gaat uit naar een ‘hot spot’ rwzi, waar het verwijderen van medicijnresten een hoog milieurendement heeft, en een rwzi die dicht bij een industrieterrein ligt, waar het zeer schone effluent zonder al te hoge infrastructurele kosten kan worden hergebruikt.” Borgerink hoopt dat de vele pilots bij de waterschappen nu snel gaan leiden tot de bouw van grotere installaties. “We moeten niet langer onze ogen sluiten voor de problematiek van morgen, zoals antibioticaresistentie en microplastics. Er moeten nu echte oplossingen komen. Opschalen is juist nu relevant.” Hij weerlegt het argument dat membraanfiltratie en UVC complexe technieken zijn. Beide worden in de watersector wereldwijd al volop toegepast. “Bij ieder watervraagstuk hoort een bepaalde techniek. Eerst had je microfiltratie en omgekeerde osmose, nu komt daar met holle-vezelnanofiltratie een nieuwe, selectievere techniek bij. Wij willen graag laten zien dat onze hybride oplossing op echte schaal werkt. Als mkb-bedrijven kunnen we zonder een eerste full scale installatie niet verder en missen we de aansluiting bij internationale ontwikkelingen.” Roesink stipt tot slot de bezwaren aan van het hogere energieverbruik en de hogere kosten. Het argument van het hogere energieverbruik wuift hij weg als een onterechte obsessie van waterschappen. “Er is voldoende groene energie voorhanden om de CO2 -uitstoot toch laag te kunnen houden”, aldus Roesink. De stijgende kosten, en daarmee de zuiveringslasten, onderkent hij wel. “Ik schat dat onze oplossing de zuiveringslasten met 20 procent zal verhogen. Per Nederlander is dat ongeveer 10 tot 15 euro per jaar. Aan een schonere auto-industrie worden miljarden uitgegeven, waarom doet Nederland dit dan niet voor onze watertechnologiesector? Het is toch te gek voor woorden dat we de aanpak van ‘hotspot’ rwzi’s voor ons uitschuiven, terwijl de Nederlandse watertechnologie nu al oplossingen biedt?” Rob Borgerink (Jotem) “We moeten niet langer onze ogen sluiten voor de problematiek van morgen zoals antibioticaresistentie en microplastics. Opschalen is juist nu relevant.” Veel gepraat over micro’s Over organische microverontreinigingen in oppervlaktewater wordt aan beleidstafels veel gesproken. Zo is er bijvoorbeeld het geneesmiddelendossier. De overheid, de zorgsector en de farmacie voeren met elkaar overleg om de hoeveelheid medicijnresten in het oppervlaktewater terug te dringen. Zo’n bronaanpak moet de zorg en de farmacie bewuster maken van de milieuproblemen die hun geneesmiddelen veroorzaken en dat moet ze aanzetten zelf stappen te ondernemen. Maar het overleg houdt een extra zuiveringsstap op onze rwzi’s tegen. Immers, zo luidt de redenering bij beleidmakers, het kan de farmacie weerhouden in dure maatregelen te investeren als ze weten dat hun medicijnresten er op rwzi’s toch worden uitgehaald. Naast de discussie over microverontreinigingen wordt ook steeds meer gesproken over de verspreiding van virussen, antibioticaresistentie en microplastics. Rwzi’s halen die niet uit het rioolwater en ze dragen daarmee bij aan de verdere verspreiding ervan. Het goede nieuws is dat als het effluent wel vergaand zou worden gezuiverd, er heel schoon water overblijft, dat als bron kan dienen ter vervanging van drinkwater en grondwater. Met drie opeenvolgende droge zomers en de watertekorten heeft het dossier er een nieuw argument bij. En de technieken om het rwzieffluent extra te zuiveren, dienen zich aan. WATERFORUM SEPTEMBER 2020 WATERFORUM NOVEMBER 2020 27
Water. Driven. Society. Water. Driven. Business. Water. Driven. Future. Water dient miljarden mensen en vraagt om een duurzame aanpak. Gericht op een toekomst waarin we in balans leven met de natuurlijke grondstoffen die de aarde te bieden heeft. NWP is een netwerkorganisatie met een missie om mondiale waterproblemen op te lossen. Door internationale zichtbaarheid te vergroten, samenwerking mogelijk te maken, marktinzichten te verbinden met oplossingen en proactieve kansen te ontwikkelen, verbeteren we het succes van de Nederlandse watersector. Word lid van het grootste internationale waternetwerk van Nederland netherlandswaterpartnership.com
In de driehonderd vierkante meter grote hal staan pilotopstellingen die zijn gebouwd door of in samenwerking met een vijftal bedrijven uit de regio. De WECT-partners huren ieder een eigen deel van de hal. Watertechnologie Twents watercentrum WECT gaat nog zeker vier jaar door Experimenteren met afvalwater Door Marga van Zundert Het Water Experiment Center Twente gaat nog minstens vier jaar door, alle partners tekenden bij. “Hartstikke mooi, voor de techniek, voor de studenten en voor de regio”, aldus initiatiefnemer Harry Futselaar. Een rondje door de grote proefhal leidt langs waterinnovaties voor India, Zuid-Afrika, de Twentse zandgronden én een slimme wc. “Uiteraard” en “vanzelfsprekend” stond een demonstratielocatie hoog op het verlanglijstje van Harry Futselaar, sinds 2013 lector International Water Technology. “Saxion is een hogeschool, we leiden studenten op om met de nieuwste technologie te werken. Dan wil je ook een plek hebben waar je die watertechnologie op grotere schaal kunt testen onder realistische omstandigheden.” Een proefhal op het terrein van de rioolwaterzuivering van Glanerbrug biedt precies dat: een doorlopende stroom aan echt huishoudelijk afvalwater, gezuiverd effluent en alles daartussen. Het kan hier in kubieke meters per uur door pilotopstellingen stromen. Die zijn gebouwd door of in samenwerking met een vijftal bedrijven uit de regio en omvatten technologie die al vaak rijp is voor de markt. “En het is hier prima bereikbaar, ook met studenten-ov”, benadrukt Futselaar. “Jaarlijks werken er nu zo’n honderd studenten aan verschillende projecten. Niet alleen vanuit Saxion, maar ook vanuit het mbo en wo.” Hergebruik afvalwater De lector geeft in deze coronatijden een online rondleiding door de driehonderd vierkante meter grote hal. WECT-partners (zie kader) huren ieder een eigen deel van de hal, vertelt Futselaar. En iedereen is compleet vrij die installaties te plaatsen die hij of zij wil testen. WECT heeft geen eigen onderzoeksprogramma en het is ook geen ‘open innovation’. Zeker niet alle onderzoeksprojecten zijn dus openbaar. Futselaar: “Er zijn hier geen muren, maar we vertrouwen erop dat niemand bij de buren gluurt. Zo komen mensen elkaar ook echt tegen op de werkvloer en dat leidt meer Harry Futselaar (Saxion Hogeschool) “Er zijn hier geen muren, maar we vertrouwen erop dat niemand bij de buren gluurt.” WATERFORUM NOVEMBER 2020 29
Watertechnologie WECT-partners Het Water Experiment Center Twente (WECT) startte in 2015 in een proefhal op het terrein van de rioolwaterzuiveringsinstallatie van waterschap Vechtstromen in Glanerbrug. Partners zijn: • Jotem Waterbehandeling (Vriezenveen) - adviseert, ontwerpt, bouwt en onderhoudt waterbehandelingsinstallaties voor uiteenlopende bedrijven. • NX Filtration (Enschede) - specia list in micro-, ultra- en nanofiltratie en membraantechnologie (toegetreden in 2019). • Pentair X-Flow (Enschede) - specialist in micro- en ultrafiltratiemembranen. • RWB Water Services (Almelo) - specialist in waterbehandeling in drinkwater-, afvalwater- en proceswatermarkt. • Saxion Hogeschool (Enschede), onderzoeksgroep International Water Technology • Waterschap Vechtstromen (Almelo) “Je kunt in het lab een paracetamol oplossen in een emmer, maar bij WECT heb je het echte uitgangsproduct”, aldus Erik Roesink, oprichter van het bedrijf en deeltijdhoogleraar membraantechnologie aan de Universiteit Twente. NX Filtration heeft twee pilotinstallaties geïnstalleerd in Glanerbrug, die elke dag draaien op een realistische schaal “net voor grootschalig”. Twee onderzoekers zijn deze middag aan het werk bij de installatie. Ze werken aan een analysemethode om op basis van lichtverstrooiing de efficiëntie van de zuivering in microverontreinigingen te meten, vertelt Futselaar. “De sensor meet niet zozeer specifieke componenten, maar vergelijkt continu instroom en uitstroom. Je wil liefst continu de prestaties van filtratie meten.” India dan eens tot nieuwe samenwerking.” Toch ‘dicteert’ de opzet nabij de rwzi een centraal thema: hergebruik van afvalwater. “Al het water circuleert”, zet Futselaar zijn visie uiteen. “Het is efficiënt om de cirkels klein te houden, maar er bestaat een soort psychologische angst om afvalwater om te zetten in water voor irrigatie of industrie, en zeker voor drinkwater.” Internationaal gezien is hergebruik veel meer ‘inge burgerd’ - Singapore is wellicht het bekendste voorbeeld. De droogte van de afgelopen jaren heeft het onderwerp nu ook in Nederland op de agenda gezet, zeker ook op de hoge zandgronden in Twente. Futselaar: “De technologie is er. Water laten wegstromen in deze tijden van droogte vind ik echt zonde.” Microverontreinigingen In de proefhal staan meerdere membraanfiltratiemodules die micro- en andere verontreinigingen verwijderen die hergebruik nu vaak parten spelen. Het gaat om sporen van geneesmiddelen en pesticiden, maar ook om antibioticaresistente bacteriën en microplastics. In samenwerking met NX Filtration, de nieuwste partner, demonstreert Saxion hier nanofiltratie om effluent in één stap om te zetten in water met drinkwaterkwaliteit. Futselaar drinkt zonder twijfel een glas water uit de opstelling. Hij demonstreerde dat al eerder voor de regionale krant. NX Filtration, een spin-off in membraan technologie van Universiteit Twente, koos voor WECT vanwege de beschikbaarheid van het effluent. Heel andere membraantechnologie wordt elders in de proefhal gedemonstreerd. In een anaerobe membraanbioreactor wordt biogas geproduceerd uit het gemeentelijk rioolwater. De op stelling is onderdeel van een groot NWO-onderzoeksproject, met India als doellocatie en TU-Delft als penvoerder. Local Treatment of Urban sewage and Streams for Healthy Reuse (LOTUSHR) heet het project. Saxion draagt een belangrijk steentje bij door het testen en verbeteren van de membraanreactor en methoden om uit het resterende afvalwater nog nuttige componenten als fosfor en stikstof te isoleren. Ook een Twents waterproject dat niet om afvalwater draait, heeft een demonstratieplek gevonden in de proefhal: Green Source. De bedrijven Ten Cate, Pentair en Drain Products ontwikkelden kunstgrassportveldjes op ‘kratjes’ die tezamen een waterberging vormen. Regenwater, oppervlaktewater of opgepompt grondwater kan onder de grasmat worden verzameld, bewaard en gezuiverd via een bijbehorende decentrale waterzuiveringsinstallatie. Met steun van het ministerie van Buitenlandse Zaken zijn in Zuid-Afrika al vijftien van in totaal twintig veldjes gerealiseerd bij lagere scholen, zodat daar altijd schoon drinkwater beschikbaar is. In het WECT ligt geen trapveldje, maar er staat wel een versie van de waterzuiveringseenheid, een combinatie van membraanfiltratie, actieve kool- en UV-behandeling die verder wordt geoptimaliseerd. Saxion is ook verantwoordelijk voor opleiding en training van de gebruikers. Futselaar: “In Nederland, waar schoon drinkwater overal uit de kraan stroomt, is zo’n decentrale zuiveringsinstallatie niet interessant, zou je denken. Maar een hockeykunstgrasveld zou je zo kunnen bevloeien met alleen regenwater door het bacterievrij te maken. Toiletsensor Erik Roesink (NX Filtration) “Je kunt in het lab een paracetamol oplossen in een emmer, maar bij WECT heb je het echte uitgangsproduct.” 30 WATERFORUM NR 6 De toiletten die vervolgens in beeld komen, blijken niet gewoon de wc’s voor de WECT-medewerkers. Het zijn twee exemplaren van de MEDiLOO, een gepatenteerd toilet dat is bedacht om epidemieën vroegtijdig op te sporen. Het toilet is uitgerust met verschillende sensoren. Van de gebruiker kunnen bijvoorbeeld hartslag, temperatuur en vochtverlies worden bepaald, zonder dat hij of zij daar iets speciaals voor hoeft te doen. En in de pot is plek voor sensoren die urine kunnen controleren op aanwezigheid van bacteriën en virus
Watertechnologie Drinken uit het Twentekanaal In één stap van oppervlaktewater of effluent naar drinkwaterkwaliteit. Het kan volgens het Twentse NX Filtration met holle vezel nanofiltratie. In het WECT staan meerdere demonstratieopstellingen hiervoor, maar sinds twee maanden staat er ook een nanofiltratie-pilotinstallatie in een container aan het Twentekanaal. NX Filtration-oprichter Erik Roesink: “De eerste analyses wijzen uit dat we ook daar in één stap naar de kwaliteit van drinkwater kunnen, ondanks pesticiden, ondanks PFAS.” Crux in het proces is het tegenhouden van ‘moeilijke’ microverontreinigingen waar de reguliere rioolwaterzuivering vaak geen grip op heeft. Het kan gaan om sporen van geneesmiddelen, pesticiden of industriechemicaliën. De overeenkomst is dat het kleine, langwerpige moleculen zijn, neutraal of dipolair die door alle mazen glippen en die voor microorganismen ‘onverteerbaar’ zijn. NX Filtration ontwikkelde holle vezelmembranen, dunne ‘rietjes’ van gesponnen polyethersulfon, waar op de binnenzijde diverse coatings op elkaar kunnen worden aangebracht. Het nodige ‘puzzelwerk’ leverde inzicht in welke combinatie van lagen erin slaagt naast bacteriën, virussen en nanoplastics ook deze ‘moeilijke moleculen’ voldoende tegen te houden.Maar membraanfiltratie is toch erg prijzig door hoge drukken en dure materialen? “Onze technologie heeft juist een lage CO2 -voetafdruk”, pareert Roesink. “Het is één stap. Hoge drukken zijn nodig bij omgekeerde osmose, voor ontzilting. Wij zitten met nanofiltratie drie- tot viermaal lager in druk. We halen ook maar beperkt zouten uit het water, de technologie is geschikt voor zoet water. En de prijs is competitief, onze installaties draaien al in de Filipijnen, op Sumatra, in Vietnam en China. Maar we willen juist ook hier in onze thuismarkt aantonen dat we een relevante bijdrage kunnen leveren.” Vitens heeft haar klanten na een lokale publicatie over het demonstratieproject toch op het hart gedrukt dat het drinkwater voorlopig niet uit het Twentekanaal komt, maar ‘gewoon’ uit de grond. Alleen op Pampus wordt er al door NX Filtration gezuiverd water gedronken. Het forteiland wil compleet zelfvoorzienend zijn en zuivert IJsselmeerwater met een installatie van WECT-partner Jotem Waterbehandeling, bestaande uit achtereenvolgens een zandfiltratie, een nanomembraanfilter van NX Filtration en een UV-behandeling. Zonnepanelen gekoppeld aan batterijen zorgen voor de benodigde energie. Roesink: “Het levert drinkbaar water op. Wettelijk mogen we het geen drinkwater noemen, want dan moet het afkomstig zijn van een drinkwaterbedrijf.” Het concentraat, de water stroom die de verontreinigingen afvoert, mag terug het IJsselmeer in. Roesink: “Het gaat om microverontreinigingen. De niveaus in het concentraat stijgen niet boven de wettelijke normen uit.” sen. Futselaar: “Je moet denken aan watergedragen ziektes zoals cholera, maar wie weet in de toekomst ook Covid-19. De toiletten zijn pas net neergezet door de geestelijke vaders, het J&J consortium. Futselaar: “We gaan samen met IHE-Delft en de Haagse Hogeschool testen hoe je ze zou kunnen inzetten. Hier, maar ook in tropische oorden of na rampen. En rekening houdend met privacy en ethiek.” Bijgetekend Alle partners van WECT tekenden vorig jaar voor zeker nog eens vier jaar bij. NX Filtration haakte toen ook aan. Volgens Futselaar mag Twente daar best trots op zijn. “Het is misschien een verrassende locatie voor watertechnologie. Glanerbrug ligt niet aan zee of aan open water. Maar het is een unieke faciliteit geworden voor wie innovaties op het gebied van afvalwater wil testen op locatie, op echte schaal.” WATERFORUM NOVEMBER 2020 31
Column Hoeder, boeman of tovenaar? Door Jac van Tuijn, waterjournalist “You shall not pass”, spreekt tovenaar Gandalf als hij op een smalle brug staat in de onderaardse mijnen van Moria en een vuurspuwend Balrog monster aanspreekt. Met zijn heroïsche woorden wint hij tijd, zodat het reisgezelschap met ringdrager Frodo veilig uit Moria kan vluchten. Een schitterende passage uit de trilogie In de Ban van Ring van J.J.R. Tolkien. Daarin schept Tolkien een mythologische wereld met een heel duidelijk onderscheid tussen goed en kwaad. Een helder onderscheid dat in het dagelijkse leven vaak ontbreekt. Ik moest aan de woorden van de tovenaar denken toen het Granulietdossier zijn zoveelste fase inging en het bedrijf Bontrup in de rechtszaal goedhartig aanbod het storten van het granulietafval tijdelijk stop te zetten. Een merkwaardig gebaar als je bedenkt dat zo’n beetje de hele geplande hoe - veelheid van 750.000 ton al zo goed als is gestort in de winput Over de Maas, die ooit nog een natuurplas moet worden. Grote hoeveelheden afval Voor mij blijft vooral curieus te lezen dat Bontrup, geheel langs legale weg, een vrijbrief heeft weten te bemachtigen - de grondverklaring - voor het ongelimiteerd storten van al het productieafval. Ooit begon het met een melding voor het storten van 10.000 ton granulietafval, maar uiteindelijk werd het 750.000 ton. Er is op het ministerie blijkbaar bestuurlijk lang gediscussieerd over de vraag of granuliet een bouwstof is of niet, maar er is nooit gesproken over de impact van deze enorme hoeveelheid op de toekomstige natuurplas. Als er iets is wat we kunnen leren van 50 jaar milieubeleid, is het dat het niet alleen gaat om concentraties maar vooral om hoeveelheden. Hoeder Had iemand, net als Gandalf, er niet voor kunnen gaan staan toen de hoeveelheden zo sterk toenamen? Na de uitzending van Zembla is het wel door diverse mensen geprobeerd, maar juridisch kon het niet. Bontrup had met de grondverklaring carte blanche gekregen. Op verzoek van minister Van Nieuwenhuizen onderzocht oud-deltacommissaris Wim Kuijken het granulietdossier. Hij concludeerde dat het Besluit bodemkwaliteit een ingewikkeld stelsel is van beoordelingsrichtlijnen, certificeringschema’s en protocollen. Deels privaat en deels publiek. Adviesbureaus en certificatiebureaus zijn verantwoordelijk voor de toetsing van grondstromen en de overheid voor het vastleggen in regelgeving en de handhaving. Kuijken constateerde dat de balans tussen de markt en de overheid niet meer in evenwicht is en hij pleit voor een hoeder. Iemand die knelpunten sneller oplost. Boemannen Het voorstel klinkt sympathiek, maar het valt of staat met het mandaat en de daadkracht van de persoon. Tegenwoordig moeten coalities worden gesmeed die ruimte geven aan economische activiteiten. Polderen, desnoods met nog meer protocollen die kunnen worden afgevinkt. De onbalans tussen publiek en privaat die Kuijken signaleert in het BBK-stelsel, staat niet op zich. Meerdere stelsels die zijn opgezet om het milieu te beschermen, zijn zo ingewikkeld geworden dat niemand het meer kan volgen. Neem het dossier van de zeer zorgwekkende stoffen. Bij de lozingsvergunning moeten lozers zelf de milieubezwaarlijkheid kunnen overleggen. Onderbouwde informatie is vaak niet aanwezig en de vergunning wordt dan toch afgegeven. Voortschrijdend inzicht dat de lozing van bepaalde stoffen in een heel stroomgebied toeneemt en accumuleert, doet dan niet meer ter zake. De lozer heeft zijn papiertje voor die ene lozing. Tovenaar Geen boeman. Geen hoeder. Blijft over de tovenaar. Iemand die de balans durft te zoeken tussen economie en milieu, en tussen privaat en publiek. Iemand die niet nóg meer protocollen en BRL’s verzint, maar een eigen besluit neemt en dat met gezag afdwingt. De vraag is of dat kan. De ministeries zijn heel bewust in elkaar geschoven: infrastructuur en milieu, landbouw en voedselgezondheid, economie en klimaat. Op deze departementen is wegenbouwen bestuurlijk veel interessanter dan de paar visjes in een waterplas in Gelderland. En in coronatijd moet de economie ondersteund worden, niet tegengewerkt. Het doet mij denken aan de terugkeer van een milieuministerie met een eigen milieuminster. Geen tovenaar, maar gewoon iemand met een bestuurlijk mandaat om voor het milieu op te kunnen komen. WATERFORUM NOVEMBER 2020 33
Techniek Unieke samenwerking Rijkswaterstaat, SPIE en Vanderkamp Pompen In recordtempo 34 pompen voor gemaal IJmuiden Maatregelen tegen geluidsoverlast pompen Rijkswaterstaat, Vanderkamp Pompen en SPIE namen verschillende maatregelen om mogelijke geluidsoverlast van de tijdelijke pompen voor omwonenden te voorkomen. Hoewel de pompen alleen draaien als het echt nodig is, vreesden sommige omwonenden voor geluidhinder. Daarom voerde SPIE een geluidsonderzoek uit. Dat leidde er mede toe dat de generatoren voor de pompen aan de Middensluisweglocatie ruim 250 meter verderop zijn geplaatst, bij het noordelijk plateau van de Zuidersluis. Daarnaast zijn de pompen op een zandbed met daarop houten planken geplaatst. 34 WATERFORUM NR 6
De tijdelijke pompen in het IJmuidense sluizencompex werkten 6 oktober voor het eerst op volle toeren. Door de vele regenbuien in de dagen ervoor zijn de tijdelijke pompen bij de Kleine Sluis ingezet (foto: Vanderkamp Pompen en Fotovitalis). Techniek Door Adriaan van Hooijdonk - Beeld: Vanderkamp Pompen en Fotovitalis Door een unieke samenwerking tussen Rijkswaterstaat, SPIE en Vanderkamp Pompen zijn van juli tot en met eind september in een recordtempo 34 tijdelijke pompen geplaatst bij het gemaal in IJmuiden. “Rijkswaterstaat beschikt nu weer over genoeg pompcapaciteit om in Noordwest Nederland bij hevige regenbuien droge voeten te houden”, zegt Rick van der Kamp, directeur van Vanderkamp Pompen. In IJmuiden staat het grootste gemaal van Europa. Het bestaat uit zes pompen, waarvan de twee nieuwste zijn geleverd door Pentair. Eind april 2020 viel één van de twee nieuwste pompen in het gemaal uit vanwege een defecte aandrijfmotor. Rijkswaterstaat zette uit voorzorg meteen de andere pomp uit. Pentair leverde de energiezuinige pompen met permanentmagneetmotoren in 2004. Gezamenlijk hebben ze een capaciteit van 100.000 liter per seconde. Samen met de vier andere pompen kan het gemaal 260.000 liter water per seconde in het Noordzeekanaal lozen. Deze capaciteit is hard nodig om ervoor te zorgen dat Noordwest Nederland het water op het juiste peil en droge voeten houdt. Zo lozen meerdere waterschappen op het Noordzeekanaal (en het Amsterdam-Rijnkanaal) overtollig water. De aanvoer uit andere waterbeheergebieden is in de loop van de tijd toegenomen. Ook valt er in korte tijd meer regen dan voorheen. Het afvoeren van die hoeveelheid vraagt een grotere capaciteit. Ter vergelijking: vóór de zeventiger jaren waren er nog geen pompen nodig, vanaf die tijd waren vier pompen voldoende en sinds 2004 zijn er zes nodig. Gecompliceerde techniek Daarvan komen de laatste twee van leverancier Pentair. De andere vier zijn kortsluitanker-draaistroommotoren van Stork, die in de jaren zeventig zijn geplaatst. De nieuwere permanentmagneetmotoren hebben een hoger rendement en waren in 2004 technologisch gezien het neusje van de zalm. De techniek in de Pentair Fairbanks Nijhuis pompen is veel gecompliceerder dan die van de Stork motoren, waardoor de kans dat er iets misgaat groter is, stellen ingewijden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in de media steeds dezelfde vraag naar voren komt: waarom is de nieuwere pomp eerder kapotgegaan dan de oude? Het antwoord op deze vraag laat nog even op zich wachten. Rijkswaterstaat verwacht binnen enkele maanden de uitkomst van het onderzoek naar de oorzaak van de uitval. De defecte pomp is uitgebouwd en wordt weggetakeld en naar Amsterdam getransporteerd, waar de pomp in een werkplaats hersteld zal worden Onder water opgesteld De zes pompen staan bij het gemaal onder water opgesteld. SPIE, dat sinds februari 2016 met Rijkswaterstaat een prestatiecontract heeft voor het beheer en onderhoud, haalt ze jaarlijks met een grote kraan één voor één uit het water om ze in een nabijgelegen hal op te stellen, te inspecteren, schoon te maken, onderhoud en eventuele reparaties uit te voeren. De problemen met één van de nieuwste pompen kwamen aan het licht door een storingsmelding aan SPIE. “Onze servicedienst ging meteen op pad om te onderzoeken wat er precies aan de hand was”, zegt Jaap Bongers, manager bruggen, sluizen en gemalen bij SPIE. Uit het onderzoek bleek dat de pomp hersteld moest worden. Dat gebeurt in een werkplaats in Amsterdam, waarbij bleek dat een WATERFORUM NOVEMBER 2020 35
Techniek Langs het buitenhoofd van de Middensluis zijn 16 mixed-flowpompen geplaatst. onderdelen voor de motor uit Finland en Estland moet komen. Daar gaan zeker nog een aantal maanden overheen. Het soort pompen behoort tot de grootste ter wereld en volgens leverancier Pentair zijn lange productietijden in deze markt, ook voor onderdelen, niet ongewoon. Meepraten over oplossing Rijkswaterstaat was dus dringend op zoek naar een snelle en kostenefficiënte oplossing om voor de start van het stormseizoen op 15 oktober over genoeg pompcapaciteit te beschikken. Bovendien heeft minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat in juni in een brief aan de Tweede Kamer toegezegd dat Rijkswaterstaat hieraan gaat voldoen. “In juni nodigde Rijkswaterstaat ons uit om mee te praten over de oplossing van het probleem”, zegt Rick van der Kamp. “De vraag was duidelijk: ‘Wij willen deze capaciteit. Hoe gaan jullie dat regelen?’” Hij benadrukt dat zijn bedrijf gewend is om snel te reageren op aanvragen van klanten. “Die hebben vaak haast, niet alleen bij calamiteiten, maar ook bij geplande werkzaamheden. Wij maken het regelmatig mee dat de bestekken niet overeenkomen met de situatie op de locatie. En dan maken wij een nieuw ontwerp- en engineeringsplan. Daarom zie ik ons veel meer als een uitvoerend ingenieursbureau in plaats van een pompenverhuurbedrijf.” Vanderkamp Pompen heeft ruim veertig specialisten in dienst, met veel kennis en expertise van pomptechniek, maar ook mensen met een civieltechnische, elektrotechnische en werktuigbouwkundige achtergrond. 36 WATERFORUM NR 6 In juli kreeg Vanderkamp de opdracht om 24 pompen te leveren. Het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing I&W (DCC-I&W) leverde nog eens tien pompen, zodat er in IJmuiden in totaal 34 pompen staan. Dat lijkt op het eerste gezicht veel eenvoudiger dan het in werkelijkheid is. Zo is er maar weinig ruimte om de pompen te plaatsen op het sluizencomplex IJmuiden. Daarom haalden de betrokken partijen tijdens het gezamenlijke ontwerp- en engineeringstraject in bouwteamverband alles uit de kast. Zo gebruikten ze honderden foto’s, genomen vanuit zoveel mogelijk hoeken, om de omgeving virtueel te construeren. Deze techniek, fotogrammetrie, leidde tot een 3D-model waarin de pompen en het leidingwerk virtueel geplaatst konden worden. Twee locaties De tijdelijke pompen staan op twee locaties: bij de Kleine Sluis en langs het buitenhoofd van de Middensluis, langs de Zuidersluisweg in IJmuiden. In totaal staan er op de eerste locatie 18 pompen, waarvan zeven propellerpompen en een dieselmotorpomp van Vanderkamp Pompen. DCC I&W leverde tien pompen. Alleen al de propellerpompen hebben een capaciteit van 26.000 liter per seconde. De propellerpompen zijn volgens Rick van der Kamp technisch gezien het meest geschikt, maar kunnen slechts een lage druk opbrengen. Daarom moesten ze dicht bij het project komen te staan. Op de tweede locatie staan 16 mixed-flowpompen. Die leveren meer druk dan de propellerpompen. Dat is essen
Techniek tieel omdat Vanderkamp Pompen het overtollige water over een grotere afstand moet verpompen. Het bleek nog een grote uitdaging om de pompen bij elkaar te krijgen. “Mede door ons uitgebreide internationale netwerk zijn wij daarin geslaagd”, zegt Rick van der Kamp. “Zo komen drie pompen van het Oostenrijkse energiebedrijf in Wenen. Twee pompen zijn overgenomen uit de boedel van het failliete Waterpark Dutch water Dreams. De andere twee pompen moesten worden besteld bij Xylem in Zweden en kwamen eind september aan.” Samen met Rijkswaterstaat is in de week van 7 september eerst de werking van de individuele pompen bij de Kleine Sluis getest. Vervolgens is de gezamenlijke capaciteit van de 18 pompen gemeten. Daarnaast is onderzocht hoe het water uit de sluiskolk stroomt. Als de pompen draaien, ontstaat immers een flinke stroming waarvan de scheepvaart last kan krijgen. Met meetapparatuur op een schip van Rijkswaterstaat is ook de stroming in kaart gebracht. Ook de schuimvorming is onderzocht. De eerste locatie functioneert naar behoren en is vrijgegeven voor operationele inzet. Op 6 oktober is die locatie voor het eerst volledig ingezet. Terugkijkend op de hele operatie spreekt Rijkswaterstaat van een “intensieve en goede samenwerking, waarbij er onverwacht en in korte tijd een aanzienlijke prestatie is geleverd.” Zoeken naar de oorzaak De analyse van de exacte schade en oorzaak van de beschadiging van de rotor van de Pentair pomp is op dit moment in volle gang. Uit deze analyse moet duidelijk Vanderkamp Pompen heeft specialisten in dienst met veel kennis en expertise van pomptechniek, maar ook mensen met een civieltechnische, elektrotechnische en werktuigbouwkundige achtergrond. worden wat en hoe gerepareerd moet worden. Hierbij krijgt Rijkswaterstaat ondersteuning van TNO. Ook diverse andere partijen zijn hierbij betrokken. De bron-oorzaak is nog niet bekend. Wat doet Rijkswaterstaat om vergelijkbare problemen in de toekomst te voorkomen? “We beperken de inzet van pomp 6 tot het hoogstnoodzakelijke”, meldt de woordvoerder. “Daarnaast zullen de monitorsystemen op de pompen worden uitgebreid.” WATERFORUM NOVEMBER 2020 37
Het hoogste effectieve bereik voor uw vacature! Vraag naar de mogelijkheden voor 2021 Waterforum legt met haar platform meer dan 40.000 contacten per maand met waterprofessionals. Omdat Waterforum nu uitgegeven wordt door AcquiMedia, ook uitgever van Otar Magazine en Process Control Magazine, komen daar nog eens 13.000 professionals uit de aangrenzende industrie bij. Dus wilt u direct effect met de hoogst kwalitatieve score voor uw openstaande vacature, dan kiest u voor het platform van AcquiMedia, de uitgever die de meest gunstige tarieven hanteert. Hierdoor zijn uw kosten per 1.000 bereikte personen zeer laag. Naast een optimale respons op uw vacature, creëert u ook merkvoorkeur voor uw organisatie en heeft u extra exposure via al onze kanalen en merken. Wilt u meer informatie of extra korting door een abonnement op het plaatsen van meer vacatures op jaarbasis, neem dan snel contact op met: Henno Ploeg, bladmanager van WaterForum. Telefoon 0184 - 48 10 45 of mail direct naar henno@waterforum.net Koeltorenwaterbehandeling Bifipro® systeem voor legionella en biofilm preventie Continue monitoring met de bifipro.com software en Silco® Sensor Complete waarborging koelwaterproces Duurzame techniek van koper- en zilverionisatie Chemicaliën vrije waterbehandeling ROI < 5 jaar Conform Nederlandse en Europese wetgeving Sinds 2013 bewezen > 700 systemen o.a.: Schiphol Group Friesland Campina Nederlands Forensisch Insituut Legionella Preventie info@hollandwater.com +31 (0) 343 475 090 www.hollandwater.com Holland Water - Safe Water
Pathema ontwikkelde technologie voor chemievrij en circulair koelen Reduce, re-use en recycle koelwater Door schaarste kunnen we als maatschappij niet langer met water omspringen zoals we dat altijd gewend zijn geweest. Omdat deze schaarste steeds urgenter wordt, neemt de maatschappelijke druk voor verbetering in korte tijd flink toe. Niet alleen in de publieke opinie, maar ook vanuit wet- en regelgeving. Alle apparaten die water verdampen om te koelen, dus ook koeltorens, krijgen te maken met kalkaanslag, corrosie en microbiologische groei. Deze problemen werden standaard aangepakt met chemische middelen. Deze chemicaliën hebben echter allerlei nadelige gevolgen. Ze vervuilen het water, waardoor dat niet meer bruikbaar is en niet meer kosteloos kan worden geloosd. Pragmatische oplossing Veel bedrijven ervaren nog complexiteit, angst en spanning om de broodnodige transformatie naar chemievrij en circulair koelen te maken. Het is onze missie om die complexiteit, angst en spanning weg te nemen. Dit doen we met een pragmatische oplossing die ervoor zorgt dat omschakeling aantrekkelijk, eenvoudig en risicovrij is. Simple by design, high on impact. Zo maken we de industrie klaar voor de nieuwe water-realiteit en staan we onze klanten bij in de transitie van ‘Take, Make en Waste’ naar ‘Reduce, Re-use en Recycle’. Bovendien laten we zo zien dat chemievrij en circulair koelen eenvoudig en risicovrij kan, niet morgen, maar nu! Chemievrij en circulair De technologie die Pathema heeft ontwikkeld pakt kalkaanslag, corrosie en microbiologische groei aan, zonder daarbij gebruik te hoeven maken van chemicaliën. Dan doen we met onze Industrial Vortex Generator-Circulation Technology (IVG-CT). Doordat er geen chemicaliën meer worden gebruikt, zorgt de ontwikkelde IVG-CT voor een duurzame oplossing, waarbij het spuiwater veilig kan worden afgevoerd of hergebruikt voor andere doeleinden. Maar het innovatieve Pathema is ondertussen alweer een stap verder, want er is nu ook een waterbehandelingssysteem beschikbaar waarbij nagenoeg geen drinkwater meer hoeft te worden ingenomen voor de koeltorens: de IVG-CT Waste Water Recovery. We hebben de kennis en ervaring om afvalwater te zuiveren voor hergebruik in de koeltorens en voor bijvoorbeeld stoomproductie, maar andere toepassingen zijn ook denkbaar. Het is een zelfreinigend systeem, waardoor het teruggewonnen afvalwater hergebruikt kan worden én er minder koelwater verbruikt wordt. Er is sprake van een substantiële water-footprintbesparing van 20 tot 50 procent en meer dan 95 procent reductie van leidingwater. Ook het spuiwater kan worden hergebruikt d.m.v. filtratie, zodat er geen koelwater geloosd hoeft te worden. Zo koelt u niet alleen chemievrij, maar ook circulair. Verduurzaming bij industrieën zet door In diverse industrieën is een duidelijke verduurzaming zichtbaar op het gebied van watergebruik. Het feit dat het om een ‘plug-and-play’-systeem gaat, maakt de overstap extra laagdrempelig. Een laag water- en energiegebruik en de mogelijkheid van aanschaf op basis van full operational lease en ‘no cure no pay’ vergroten die laagdrempe ligheid nog verder. Mark Boeren, oprichter en mede-eigenaar van Pathema: “Waar de industrie om te koelen tot vandaag drinkwater vervuilde met chemicaliën en dat aan het eind van het traject weer loosde op een eigen of externe waterzuivering, zien we nu dat geïnvesteerd wordt in duurzame oplossingen. Voor mij persoonlijk is het ultieme doel om de hoogste vorm van circulariteit te bereiken. Daarnaast vind ik het een uitdaging om een goede balans te vinden tussen zorgdragen aan het milieu en het financiële aspect.” WATERFORUM NOVEMBER 2020 39
Watermarkt Bianca Nijhof, directeur van het Netherlands Water Partnership: ‘Zonder focus op water is elke vorm van internationale hulp weggegooid geld’ Door Bianca Dijkshoorn Water speelt een sleutelrol in alles op deze aarde: van onze voedselvoorziening, tot klimaatadaptatie, tot coronapreventie. Om de uitdagingen van deze tijd het hoofd te bieden, moeten bedrijven en overheidsorganisaties de krachten bundelen. Die oproep doet Bianca Nijhof, directeur van het Netherlands Water Partnership (NWP). “Water verbindt alles”, zegt NWP-directeur Bianca Nijhof,. “Niet voor niets zeggen wij bij NWP altijd dat de toekomst, zowel voor bedrijven als de samenleving, watergedreven is. Kijk maar naar de centrale plek van water in de Sustainable Development Goals (SDG’s), de wereldwijde agenda voor een gezonde samenleving in 2030. Bovendien groeit de realisatie dat je je als bedrijf niet succesvol kunt noemen in een wereld die we langzaam vernietigen. Een succesvol bedrijf gaat over business continuity. Bevlogen ceo’s kunnen zorgen dat grote bedrijven achter een duurzaamheidsstrategie staan én tegelijkertijd hun omzet vergroten. Maar dat kan alleen met een overheid die dat faciliteert en versterkt.” Nieuw hoofdstuk Nederlanders hebben altijd een relatie met water gehad. Vroeger was er altijd te veel water en inmiddels zijn we van strijden tegen het water opgeschoven naar hoe te leven met het water. Nu belanden we in een nieuw hoofdstuk en zijn we heel hard aan het leren hoe het is om te leven met minder water tijdens periodes van droogte. Het mooie aan Nederland is dat we holistisch kijken naar ondergrond en het watersysteem, van daaruit kijken wat de opgaves zijn en die zo duurzaam mogelijk vormgeven. Dat zit in de aard van hoe we het georganiseerd hebben en dat we het als publiekelijke zaak beschouwen en daar ons best voor doen. Nijhof: “Je kracht is ook altijd je zwakte. Omdat we het al 850 jaar prima voor elkaar hebben, kunnen we ook zelfgenoegzaam worden. Waarom zouden we het anders doen? Terwijl er grote uitdagingen zitten, bijvoorbeeld bij de energietransitie. Stel, je bent een drinkwaterbedrijf met een beperkt rendement op drinkwater. Ga je je stabiele basis - en het feit dat je goedkoop kunt lenen - inzetten voor iets wat niet je kerntaak is, zoals windmolens en zonnepanelen? Een internationaal opererend bedrijf hoeft daar geen vijf seconden over na te denken; als je een win-winsituatie met concurrentievoordeel ziet, dan ga je gewoon. Een degelijke publieke sector is een zegen, maar soms is het ook ondernemen met de handrem erop.” Grote broek “Bovendien”, gaat Nijhof verder, “omdat de investeringen groot zijn, heb je grote investeerders nodig. Als in Nederland alleen de publieke sector verantwoordelijk is voor waterbeheer en drinkwater, kunnen we geen grote broek aantrekken als het over internationaal ondernemen gaat. De Nederlandse watersector blinkt uit in kennis, maar niet in kapitaal. 40 WATERFORUM NR 6
Watermarkt Als launching customer kan de overheid het vertrouwen in vernieuwende partijen vergroten, waardoor investeerders en exportkansen toenemen. Dat is goed voor de wereld én voor de BV Nederland.” Een andere belangrijke ‘investering’ voor een goede thuismarkt is jongeren perspectief bieden op een uitdagende, internationale carrière waarin ze een verschil kunnen maken. Nijhof: “Als het talent allemaal in de artificial intelligence of chipmachines gaat werken, omdat daar voor hen wél kansen liggen, gaan we geen grote slagen meer maken. Daarom moeten we een helder verhaal neerzetten over de impact die we kunnen hebben. Geef mensen uitzicht op iets waar ze aan het eind van hun leven trots op zijn.” Ontwikkelingssamenwerking Hoe kan de overheid het werk van de Nederlandse watersector nog verder versterken? “Het begint met extra geld uit de internationale samenwerkingspot”, meent Nijhof. “Omdat ons bnp in de coronacrisis lager wordt, is er minder geld voor ontwikkelingssamenwerking. Dat moet omgekeerd zijn, want de klappen in andere landen zijn zwaarder. En dan moet je investeren in water. Dat geldt in het algemeen bij klimaatadaptatie: als de basis niet op orde is, zijn alle andere investeringen - bijvoorbeeld in de landbouw - weggegooid geld. “Zet de SDG’s centraal in het beleid. De Nederlandse overheid kan zich achter die doelstellingen scharen. Water speelt een rol in bijna alle SDG’s, zo kom je via water ook uit bij mensenrechten, klimaatadaptatie, voedselproductie en meer. Op de onderwerpen klimaatadaptie en voedselzekerheid hebben we als Nederland veel te bieden, maar ik denk Twee passen terug Maar het bedrijfsleven kan ondertussen ook zeker zelf wat doen. De watersector kan vaker de verbinding met andere sectoren opzoeken. Er zijn fantastische innovaties, vooral door kleinere partijen, maar er moet betere samenwerking zijn, ook met de Nederlandse overheid. Nijhof: “Ik denk dat we onszelf te onbelangrijk, te klein maken. We moeten proberen de taal van de andere sectoren te spreken en daar veel pro-actiever op afstappen. Dan moet je misschien even twee passen terug, maar heb je misschien wel een andere sector die meteen jouw innovaties gaat meenemen. “Zoek de combinatie op en bundel je krachten. Geef het goede voorbeeld en inspireer hiermee nú vast het volgende kabinet. Laat hen zien wat er kan als zij de mogelijkheden bieden.” dat we binnen voedselzekerheid ook het waterverhaal nog veel beter kunnen pluggen. Wereldwijd gebeurt er heel veel op het vlak van voedsel en voedselzekerheid. Ook daar mis ik nog heel erg de link met water. “Ik zou graag zien dat de Nederlandse overheid de bredere duurzaamheidsagenda benadrukt en op die manier het waterverhaal linkt met voedsel. Als we die beide krachten internationaal kunnen verbinden staan we alleen nog maar sterker.” Ze heeft nóg een goede raad voor de overheid: “Praat met één stem naar de rest van de wereld. Water is onder verschillende departementen verdeeld; er zitten vier overheden in. Zorg dat je de verhalen meer bundelt.” YEP Programmes, bestaande uit YEP Water, YEP Agrofood, YEP Energy en YEP Tailormade, biedt Nederlandse jonge professionals de mogelijkheid ervaring op te doen in het buitenland en lokale jonge professionals de kans ervaring op te doen met het werken in een internationale omgeving via Nederlandse organisaties. WATERFORUM NOVEMBER 2020 41
Foto Cynthia Cats Waterschap Scheldestromen, werkt aan Zeeland Is het de robuuste kust, de unieke Delta of toch de balans tussen werk en privé die het werken voor waterschap Scheldestromen zo bijzonder maakt? Wat je ook aanspreekt, het werk bij Scheldestromen is niet alleen leuk maar ook maatschappelijk relevant! Werk aan dijken nooit af Na een paar jaar werken in de Randstad wist hij het zeker: hij wilde terug naar Zeeland. Jelle-Jan Pieterse (35) koos bewust voor waterschap Scheldestromen. Hij is er technisch adviseur waterkeringen. “Dit is echt zo mooi. Ik rijd in mijn vrije tijd op mijn racefiets over de veilige dijken waar ik aan werk.” Hij is ongelofelijk trots op wat ‘zijn’ waterschap allemaal doet. “De zorg voor veiligheid staat natuurlijk boven aan, maar één plus één wordt hier vaak drie. Kijk naar de hele kustlijn tussen Breskens en Cadzand, hoe die is opgewaardeerd. Van een saaie dijk is het nu een aantrekkelijk gebied geworden met een jachthaven, een mooi natuurgebied en prachtige fiets- en wandelpaden.” De komende jaren is er werk genoeg. Jelle-Jan: “Voor 2023 beoordelen we de veiligheid van 425 kilometer primaire waterkering. Ondertussen verbeteren we waar nodig de waterveiligheid, waarbij we steeds de beste oplossing zoeken voor alle betrokkenen.” Brak water: extra uitdagend Ook Marieke van den Broeke (35) koos bewust voor Zeeland. Ze verruilde Gouda voor een dorp aan de Zeeuwse kust. “Toen onze tweede dochter werd geboren, vroegen we ons af of we dit haastige leven wilden houden. Nu wonen we heerlijk rustig en gaat mijn dochter lopend naar school.” Marieke werkt bij Scheldestromen als beleidsmedewerker waterkwaliteit en emissies. “In mijn werk heb ik te maken met diverse belanghebbenden zoals boeren en overheden, maar ook met verschillende eisen en wensen voor de waterkwaliteit. Ook zijn er extra uitdagingen omdat het water 42 WATERFORUM NR 6 brak is.” Ze roemt de goede mogelijkheden tussen werk en privé en de ontspannen sfeer. “Het is een open organisatie met collega’s die passie hebben voor hun vak. Iedereen is heel makkelijk toegankelijk en je kunt zelf sturing geven aan je werkzaamheden.” Waterschap Scheldestromen werkt met bijna 500 medewerkers aan een veilig Zeeland. Sterke dijken, veilige wegen, schoon en voldoende oppervlaktewater: daar doen we het voor. Zoetwaterbeschikbaarheid, klimaatverandering en zeespiegelstijging zijn uitdagingen die vragen om innovatieve oplossingen en samenwerking met inwoners, ondernemers en partners. Trekt de Zeeuwse rust en ruimte? Hier zijn de huizen nog betaalbaar, kunnen je kinderen op de fiets naar school en heb je het gevoel dat je de hele zomer vakantie hebt... www.scheldestromen.nl/vacatures Ook voor open sollicitaties, stages en tijdelijke banen bij ons Ingenieursbureau.
InfraTech InfraTech Series over klimaat en verduurzaming in de gebouwde omgeving Hoe Rotterdam de stad aanpast aan een nieuw klimaat Door Armand Landman Rotterdam maakt in de komende jaren werk van het waterbestendig maken van de stad, zo bleek tijdens de derde uitzending van de InfraTech Series, de online talkshow in aanloop naar InfraTech 2021. In de uitzending vertelde Johan Verlinde van de gemeente Rotterdam over het thema ‘Klimaat en verduurzaming in de gebouwde omgeving’. Niet alleen klimaatverandering, maar ook de corona-pandemie maakt dat de gemeente Rotterdam anders naar de inrichting van de stad kijkt. Johan Verlinde, programmamanager bij Rotterdams Weerwoord, een initiatief om Rotterdam klimaatadaptief te maken, vertelde tijdens de derde aflevering van de InfraTech Series dat de gemeente bij rioolvervanging tegenwoordig ook kijkt of een straat daarna anders kan worden ingericht. “Er is al een plek in Rotterdam-Noord waar nauwelijks geparkeerd werd, daar zijn dus de parkeerplekken verdwenen en is er een regentuin voor in de plaats gekomen. Maar we doen het ook op grotere schaal. Ergens in het voorjaar heeft het college van B en W zeven grote stadsprojecten aangekondigd. Dan moet je onder andere denken aan getijdeparken in Maashaven en Rijnhaven. Maar ook Westblaak en Hofplein, drukke verkeersroutes waar auto’s en trams de dienst uitmaken. Als voetganger of fietser heb je op die plekken een lastige tijd. Maar in de plannen wordt het Hofplein een park waar de auto straks te gast is. Hetzelfde geldt voor de Coolsingel. Al die wegen die vroeger zo belangrijk waren, die het water uit de stad verdreven hebben - InfraTech Series In de aanloop naar InfraTech 2021 wil InfraTech het platform zijn waar de verschil lende partijen elkaar treffen en van elkaar leren. Mede daarom zijn er iedere maand online talkshows waar gepraat en gediscussieerd wordt over de verschillende thema’s van de vakbeurs. De onderwerpen van de InfraTech Series zijn afgeleid van de vijf trends van InfraTech 2021 - Move Forward: Mobiliteit & Logistiek, Digitale Infra, Klimaat & Verduurzaming, Vervanging & Renovatie en Human Capital. Onder de titel ‘InfraTech Series’ staan er al vier afleveringen online. Ga voor meer informatie over vakbeurs InfraTech en de InfraTech Series naar: www.infratech.nl in het geval van de Coolsingel zelfs letterlijk - moeten in de nieuwe visie dus vergroenen en een minder prominente rol gaan krijgen.” Weerwoord Rotterdams Weerwoord komt voort uit een vraag van de gemeenteraad ergens uit 2017. Er waren destijds veel problemen met water. Het college van B en W van Rotterdam kreeg toen opdracht om met een ‘Deltaplan Water’ te komen. In plaats daarvan besloot het college de opdracht uit te breiden en ook andere klimaatgerelateerde problemen aan het plan toe te voegen: WATERFORUM NOVEMBER 2020 43
Multifunctionele ruimten zijn de enige optie om steden leefbaar te houden. InfraTech Zoals bijvoorbeeld het Van Benthemplein in hartje Rotterdam. Bij een hevige regenbui loopt het plein onder en kan het tijdelijk regenwater bufferen, zodat het riool niet overbelast raakt. hitte, droogte, bodemdaling en overstromingen. “Het complete pakket dus”, stelt Verlinde. “Het Deltaplan Water werd vervolgens Rotterdams Weerwoord. Hét antwoord van de stad op het veranderende klimaat. Een programma dat weliswaar is geïnitieerd door de gemeente Rotterdam, maar waar ook waterschappen, woningcorporaties en waterbedrijf Evides aan meewerken. En we hopen alle Rotterdammers ermee te bereiken.” Rotterdams Weerwoord gaat volgens Verlinde om klimaatadaptatie. “We willen extraatjes doen op momenten dat we ergens in de stad aan de slag gaan. Dus zodra we ergens een riool vervangen - zo’n 40 kilometer per jaar - heb je ook de kans om 40 kilometer stad aan te pakken. We voegen dan groen toe, verwijderen parkeervakken en leggen 44 WATERFORUM NR 6 daar een wadi aan. Maar ook groot - schalige maatregelen, zoals waterpleinen die water kunnen bergen als het regent en waar we bij droge periodes water uit kunnen halen.” Rotterdams Weerwoord gaat daarnaast ook op gebouwniveau aan de slag. Verlinde: “Het grootste deel van de stad is privaat terrein: gebouwen en - vaak - betegelde tuinen. Die zijn voor ons ontzettend interessant om iets mee te doen.” Badkuip Rotterdams Weerwoord is een project van lange adem. Dat er in steden maatregelen genomen moeten worden om de klimaatverandering het hoofd te kunnen bieden is evident, maar zijn er ook al behaalde successen? “Waar we al jaren mee bezig zijn, waar we het meeste vanaf weten en waar we het meeste tegen doen zijn de hoge rivierwaterstanden in de Maas en neerslag”, stelt Verlinde. “We hebben hier mooie dijken gebouwd en zijn goed bestand tegen de zee en de rivier. Maar Rotterdam ligt daardoor ook in een soort badkuip. 85 Procent van de stad ligt onder het niveau van de Maas. Dat betekent dat iedere regendruppel het riool instroomt en dat we al dat water met ongeveer 1100 gemalen en via een waterzuivering omhoog pompen de Maas in. Piekbuien in de zomer zorgen dan in de versteende wijken voor veel overlast omdat de riolen al dat water in zo’n korte tijd gewoonweg niet aankunnen.” Dat was precies de reden dat Rotterdam als een van de eerste steden een waterplein liet aanleggen waar het regenwater eerst wordt opgevangen en daarna in de grond geïnfiltreerd
De beursvloer van InfraTech 2019 (foto: Charles Batenburg). InfraTech Programma Het programma van de InfraTech Series voor de komende maanden: • November - Trend: Vervanging & Renovatie (deel 2; deel 1 ging in oktober online) Als we het circulaire gedachtengoed doorzetten, wat betekent dit voor opdrachtgevers en opdrachtnemers? We kunnen niet van de een op de andere dag circulair gaan werken. Welk effect heeft dit op organisaties en hoe gaan zij ermee om? • December - Trend: Human Capital Het samenbrengen van alle vijf de trends, want voor alles is Human Capital nodig. Waar liggen de uitdagingen nu, wat hebben we geleerd (ook m.b.t. de afgelopen maanden) en ‘how do we move forward’? Abonneer u op het YouTube kanaal van InfraTech via: Infratech.nl/Series wordt. Verlinde: “Bij het Spartastadion, Het Kasteel, hadden we ook iedere zomer veel last van wateroverlast. Mede veroorzaakt door een volledig versteend plein. Maar tegelijkertijd had het kunstgrasveld in het stadion heel veel water nodig. Hier hebben we de vraag en de overlast dus aan elkaar gekoppeld.” Onder het Cruyff Court naast het stadion liggen daarom kratten onder de grond die het regenwater tijdelijk vasthouden. Vervolgens loopt het water door een helofytenfilter - gras en planten die het water reinigen - en daarna wordt het onder de eerste zandlaag gepompt, op ongeveer 25 à 30 meter diepte. Het water in deze zoetwaterbel blijft koel zodat bacteriën geen kans krijgen en wordt gebruikt om het kunstgrasveld te beregenen. Vanwege het succes van de waterberging bij Het Kasteel zijn er verregaande plannen om deze oplossing - het koppelen van wateroverlast aan een watervraag - ook op andere plekken in de stad toe te gaan passen. Verlinde: “Nu is drinkwater nog spotgoedkoop en altijd voorradig, maar aangezien we met steeds grotere periodes van droogte te maken krijgen, is het hergebruik van regenwater een goede oplossing.” Pilots Rotterdams Weerwoord experimenteert met verschillende soorten oplossingen om de stad klimaatbestendig te maken. Verlinde juicht pilots met innovatieve oplossingen toe, maar waarschuwt ook. “Uiteindelijk zul je samen toch tot een soort standaard moeten komen. We hebben nu allerlei waterpleinen in de stad, maar die moeten wel in stand gehouden en onderhouden en beheerd worden. En als dan ieder plein een andere pomp of goten heeft, dan werkt het niet. Dus zorg ervoor de successen van die pilots in een soort van standaard worden vastgelegd. Want alleen dan kun je opschalen en wordt iets echt een succes. Vandaar ook dat we als gemeente niet dwingend het gebruik van bepaalde oplossingen voorschrijven aan aannemers of ontwikkelaars. We zeggen wel: ‘zorg dat je waterberging 70 millimeter per uur aankan’ of ‘de temperatuur mag niet boven de zoveel graden uitkomen’. Bouwers moeten zelf met oplossingen komen. Daarmee daag je de markt veel meer uit.” WATERFORUM NOVEMBER 2020 45
Bedrijvenregister C-mark B.V. Munsterstraat 9, 7418 EV Deventer www.c-mark.nl info@c-mark.nl T: +31 (0)88 - 831 05 00 Deltares Postbus 177, 2600 MH Delft www.deltares.nl info@deltares.nl T: +31 (0)88 - 335 82 73 Endress+Hauser BV Nikkelstraat 6, 1411 AJ Naarden www.nl.endress.com info@nl.endress.com T : +31 (0)35 - 695 86 11 EnviroChemie BV Waarderweg 52 c, 2031 BP Haarlem www.envirochemie.com sales-benelux@envirochemie.com T: +31 (0)23 - 534 54 05 Festo BV Schieweg 62, 2627 AN Delft www.festo.com info.nl@festo.nl T: +31 (0)15 - 251 88 90 Hiller GmbH Schwalbenholzstr. 2, D-84137 Vilsbiburg (D) www.hillerzentri.de info@hillerzentri.de T: +31 (0)318 - 73 14 00 Imbema Holland BV Nijverheidsweg 5- 7, 2032 CN Haarlem www.imbema.com info@imbema.com T: +31 (0)88 - 130 60 30 Keller Nederland Leeghwaterstraat 25 2811 DT Reeuwijk sales@keller-holland.nl T: +31 (0)182 - 39 98 40 Krohne Nederland B.V. Kerkeplaat 14, 3313 LC Dordrecht www.krohne.com infonl@krohne.com T: +31 (0)78 - 630 62 00 Landustrie Sneek B.V. LANXESS NV Pieter Zeemanstraat 6, 8600 AD Sneek www.landustrie.nl info@landustrie.nl T:+31 (0)51 - 548 68 88 Ketenislaan 2, bldg 7748/2, 9130 Kallo, BE www.lpt.lanxess.com bart.goossens@lanxess.com T:+32 3 653 44 65 Logisticon Water Treatment B.V. Energieweg 2, 2964 LE Groot Ammers www.logisticon.com water@logisticon.com T: +31 (0)184 - 60 82 60 Modelec Galvanistraat 38, 6716 AE Ede www.modelec.nl sales@modelec.nl T: +31 (0)318 - 63 62 62 Nijhuis Water Technology Innovatieweg 4, 7007 CD Doetinchem www.nijhuisindustries.com info@nijhuis-water.com T: +31 (0)314 - 74 90 49 NWP (Netherlands Water Partnership) Bezuidenhoutseweg 2 2594 AV Den Haag www.nwp.nl, info@nwp.nl T: +31 (0)70 - 304 37 00 PROCENTEC Nederland Klopperman 16 2292 JD Wateringen info@procentec.com T: +31 (0)174 - 67 18 00 SUEZ Water NV Willem Barentszweg 4, 5928 LM Venlo www.water-benelux.com contact.water.nl@suez.com T: +31 (0)77 - 323 12 31 VEGA Meet- en Regeltechniek Arnhemseweg 213-2 3817 CG Amersfoort info.nl@vega.com T: +31 (0)33 - 450 25 02 46 WATERFORUM NR 6
Wij begrijpen de uitdaging van het vinden van de juiste balans tussen e� ciency en regelgeving. BALANCEREN + ANALYSEREN U bereikt de juiste waterkwaliteit en reduceert tegelijkertijd uw kosten. Proline Promag W 0 x DN full bore - ‘s werelds eerste elektromagnetische fl owmeter zonder restricties • Betrouwbaar meten - onafhankelijk van het fl owprofi el • De eerste en enige elektromagnetische fl owmeter waar je kan meten zonder in- of uitstroomengte (0 x DN), er is geen leidingbeperking (full bore) en dus geen drukverlies • Installatie direct na een bocht, perfect daar waar de ruimte beperkt is en op skids. Meer informatie: www.nl.endress.com/5W4C
Grond waterstanden In de Cloud Serie 36XiW niveausensor ARC-1 3G / NB-IoT module ADT-1 LoRa module • Zwitserse precisie: Nauwkeurigheid vanaf 0,05%FS TEB* • Interne datalogger voor backup (ARC-1) • NB-IoT, LoRa, 2G / 3G / 4G • Optioneel: geleidbaarheidmeting, andere materialen (Hastelloy of Titanium), ATEX • KELLER Kolibri Cloud : geen maandelijkse kosten * TEB = Total Error Band, dus de maximale fout van de niveausensor 2G 3G 4G keller-holland.nl kolibricloud.com
1 Online Touch