Eigenwijs jongerenthema’s voor ouders Sociale media spelen grote rol Steun voor gezin met depressie Pastoraat is presentie Thema Jongeren en depressie OKTOBER 2019 | JAARGANG 10 | 1
Vooraf Het is met dubbele gevoelens dat ik aan dit nummer van EigenWijs heb gewerkt. Dat had verschillende redenen. In de eerste plaats het thema: jongeren en depressie. Die twee woorden horen voor je gevoel niet bij elkaar. Jong zijn: dan denk je aan energie, idealen, levenslust. Toch is dit voor een deel van de jongeren niet of slechts deels het geval. In Nederland zijn jongeren die depressief zijn. Voor wie elke dag een nieuwe berg vormt waar ze tegenop zien. Soms zelfs zozeer, dat ze het leven zelf niet meer zien zitten. Het gaat de kerk en de reformatorische scholen niet voorbij. Voor de redactie was dat een reden om dit thema aandacht te geven. Geen vrolijk thema, wel heel belangrijk. Het is iets wat we niet ‘even’ oplossen. Er zijn zoveel factoren die meespelen. Wat we wel kunnen doen, is er alert op zijn en de signalen van depressie herkennen. Ons ervan bewust zijn dat er wel iets is wat we voor deze jongeren en hun ouders kunnen doen – ook ogenschijnlijk kleine dingen kunnen veel betekenen. En hopelijk is dit themanummer een aanleiding om te bidden voor die jongeren of volwassenen in je omgeving van wie je weet dat ze het moeilijk hebben. De tweede reden waarom deze EigenWijs mij een dubbel gevoel geeft, is dat het de laatste EigenWijs is waar ik bij betrokken zal zijn. Mijn weg gaat naar een andere baan – en als dit nummer verschijnt zal ik daar inmiddels ook werkzaam zijn. Het contact met jongeren blijft; ik hoop als docent bij hun leven en loopbaan betrokken te mogen zijn. Het werken aan dit blad heeft me altijd veel vreugde gegeven. Ik weet ook dat de Jeugdbond zal blijven staan voor de toerusting van jongeren en hun ouders, in afhankelijkheid van Gods zegen. Die wens ik ook jullie als lezers van harte toe! Gertrude de Regt, eindredacteur 4 Elia in de woestijn Bijbelstudie over Elia Laurens Kroon 2 Vooraf Gertrude de Regt 3 Jongeren en depressie - Informatief Redactie EigenWijs 6 Depressieve kinderen Drs. S.F. (Suzanne) den Breejen-de Groot 10 Steun voor gezin met depressie Bied je hulp concreet aan Petra Jacobse-Weststrate 8 De emotionele achtbaan Hoe ga je als ouders om met de wisselende emoties van je tiener? Jolanda Biemond-Van Bergeijk 12 Ik zie wat jij niet ziet – en de kleur is zwart Verhaal Eeuwoud Koolmees 20 Pastoraat is presentie Interview met pastoraal werker G. van Veldhuisen Mettie de Braal-Prins 2 16 Sociale media en depressie Reportage JV-avond Albert-Jan Regterschot 22 Lees- en luistertips
en depressie Informatief Jongeren Jong en onbezorgd, dat lijkt bij elkaar te horen. Maar dat ‘onbezorgd’ geldt zeker niet voor alle jongeren. De stress neemt toe en steeds vaker krijgen ouders, docenten en jeugdwerkers te maken met jongeren die depressief zijn. TABOE OP OPENHEID OVER DEPRESSIE Jongeren die depressief zijn, komen daar niet gemakkelijk voor uit. In het onderzoek van Een Vandaag gaf ruim de helft van de jongeren aan zich te schamen voor hun depressieve klachten. Tweederde gaf aan dat er een taboe rust op depressief zijn. Iemand die jong is, hoort gelukkig en levenslustig te zijn, denken ze. In de maatschappij wordt depressiviteit vaak afgedaan als een persoonlijke tekortkoming of zwakte. Reacties van mensen om hen heen bevestigen dat. Dat maakt de schaamte des te groter. In het voorjaar van 2018 voerde Een Vandaag een onderzoek uit waaraan 3446 jongeren in de leeftijd van 16-34 jaar meededen. Van de jongeren voelde 26% zich in de twee jaar daarvoor depressief of was het nog steeds. Bij iets meer dan de helft was de depressiviteit ook door de huisarts vastgesteld. Deze jongeren ervaren dagelijks ernstige neerslachtigheid en verlies van levenslust. De jongeren voelen zich ook eenzaam (71%), hebben slaapproblemen (68%) en bijna de helft (45%) heeft zelfmoordgedachten. 13 REASONS WHY WAAROM IS HET GOED OM TE PRATEN OVER DEPRESSIE? Omdat: • je je depressie niet meer hoeft te verbergen; • je omgeving ook sneller open tegen jou durft te zijn; • je in de toekomst makkelijker om hulp kan vragen; • je omgeving vaak minder hard oordeelt als ze weten wat er aan de hand is. Bron: www.chris.nl 3 In contrast hiermee lijkt de populaire en omstreden Netflixserie 13 Reasons Why te staan, die dit jaar zijn derde seizoen ingaat. In de eerste serie vertelt een meisje waarom ze een eind aan haar leven maakt. Ze spreekt op cassettebandjes dertien redenen in die aanleiding gaven voor haar daad. Ze kampt met verschillende problemen, zoals depressie, seksueel misbruik en pesten. Een maand na het online gaan werd de serie in verband gebracht met een opmerkelijke stijging van het aantal zelfdodingen van tieners in de VS. Hoewel dit verband niet bewezen kon worden, is de serie nog steeds omstreden. Netflix voegde een waarschuwing toe voor de kijkers en verwijderde dit jaar alsnog een zelfmoordscene. De makers gaven aan zelfmoordgedachten juist bespreekbaar te willen maken, maar deskundigen wijzen erop dat jongeren zich sterk kunnen identificeren met de hoofdpersoon. Het feit dat de serie geen hoop of uitweg laat zien, kan jongeren die depressief zijn ontmoedigen hulp te zoeken. In reactie op de serie gaf stichting Chris dertien tips (bij elke reden één) voor ouders van jongeren die kampen met gedachten aan suïcide (www. chris.nl). EEN OP DE DRIE JONGEREN DEPRESSIEF
Elia in de woestijn 1 Koningen 19 vers 1-7 De gebeurtenissen op de Karmel moeten indrukwekkend zijn geweest. Elia staat daar door de genade van God als een profeet des HEEREN, tegenover vierhonderdvijftig Baälpriesters. Priesters die tot het uiterste gaan om hun god in beweging te krijgen. Tegenover de God van Abraham, Izak en Jakob, Die met het vuur des HEEREN het complete altaar verteert. Als vervolgens op het aanhoudende gebed de hemel zwart wordt en de regen komt, rent Elia in Gods kracht voor de wagen van koning Achab uit naar Jizreël, waar het paleis van Achab staat. Elia moet het allemaal heel intens hebben beleefd. Wat een confrontatie tussen God en de afgoden! Wat een inspanning moet het de profeet gekost hebben! Moedeloze man En dan komt de doodsbedreiging van Izébel. Ze heeft van Achab gehoord dat Elía de Baälpriesters heeft gedood. Elia wordt vogelvrij verklaard. Hij schrikt daar zo van, dat hij de woestijn in vlucht. We zien nu ineens een heel andere Elia. Dezelfde man die het in zijn eentje opnam tegen vierhonderdvijftig priesters, is nu een moedeloze, krachteloze, depressieve man geworden. Onder een bremstruik. We horen hem zeggen: Het is genoeg; neem nu, HEERE, mijn ziel, want ik ben niet beter dan mijn vaderen. Zijn voorvaderen zijn al gestorven, waarom verdient Elia het dan nog te leven? Alles lijkt mislukt te zijn. Wat heeft zijn strijden en zijn bidden voor zin gehad? Wat heeft het opgeleverd dat er zo lang geen dauw en regen is gevallen? Wat heeft het voor zin gehad dat de hemel werd geopend en er een overvloedige regen viel? Izébel is nog oppermachtig en bedreigt hem nu met de dood. Teleurgesteld Hoe komt het dat Elia geestelijk inzinkt? Hij zal lichamelijk uitgeput zijn geweest. De inspanningen op de Karmel, zijn rennen in de stromende regen voor de wagen van koning Achab, zijn tocht naar Berséba en door de woestijn, het zal allemaal veel energie hebben gevraagd. Maar Elia is niet alleen lichamelijk opgebrand. Hij is ook geestelijk uitgeput. We lezen in 1 Koningen 19 vers 3: Toen hij dat zag… Er staat niet: ‘Toen hij dat hoorde’… Elia hóórt het niet alleen, maar hij ziet het als het ware voor zich, die furieuze Izébel die niets liever wil dan de dood van de profeet. Als hij daarop ziet, verliest hij het zicht op God. Hij is moe van 4 BIJBELSTUDIE
de strijd en teleurgesteld in zijn ijver (vers 14). Hij ziet op al zijn inspanningen, die hij nota bene in de Naam van de HEERE, Zijn God heeft gepleegd. Het is allemaal op niets uitgelopen. En teleurgesteld in zichzelf, in het volk – en misschien ook wel in God? – legt hij zich neer onder die jeneverstruik en zegt tegen de Heere: Het is genoeg; neem nu, HEERE, mijn ziel. Misschien herkent u het wel. Je bent teleurgesteld in de wereld om je heen, in de mensen op wie je misschien hebt gebouwd. Misschien heeft u als ambtsdrager wel heel hard gewerkt in Gods koninkrijk. U hebt lichamelijk en geestelijk alles gegeven. Maar wat heeft het allemaal opgeleverd? U kunt het niet meer bekijken. U bent teleurgesteld in uzelf, teleurgesteld in de weg die de Heere met u gaat. Wat kan dat je terneer drukken, moedeloos maken. Hoogten en diepten Wat is het een zegen dat we zulke mensen ook in de Bijbel tegenkomen. Elia was een groot man in het Koninkrijk van God. Maar hier ontmoeten we hem in de diepte van zijn teleurstelling, moedeloosheid en geestelijke depressie. Ook als de Heere u in Zijn genade heeft opgezocht, kent het leven voor Zijn aangezicht hoogten en diepten. Denk aan Petrus die, ziende op de Heere Jezus, over de golven liep. Maar toen hij op de golven zag, zonk hij weg en dreigde hij te verdrinken. Zo raakt ook Elia het zicht op Zijn God kwijt. In deze toestand gaat Elia liggen en valt in slaap, onder die bremstruik. Op zich al een zegen van de Heere, dat je onder zulke moeilijke omstandigheden in slaap mag vallen. Hoe vaak gebeurt het niet dat je juist in zo’n situatie de slaap niet kunt vatten. Maar Hij geeft zijn beminden slaap, zoals je Psalm 127 vers 2 ook kunt lezen. Elia ontvangt nog meer. Tot twee keer toe komt er een engel des HEEREN die hem teer aanraakt en zegt: Sta op, eet. De Heere weet wat Zijn kinderen nodig hebben, juist in de woestijn van hun leven. En dat, terwijl Elia hier niet op zijn plek is. Hij is zijn eigen weg gegaan, bij de Heere vandaan. Toch zoekt de Heere hem daar op, in de woestijn. Niet bars, hard of veroordelend, maar teer, vriendelijk en nodigend: Sta op, eet, want de weg zou voor u te veel zijn. Wat blijkt ook hier dat de HEERE de Getrouwe is. Hij laat niet varen wat Zijn hand begon. Wat een genade en goedheid. Zo kan Elia verder, opnieuw, in Gods kracht. De God van Elia leeft. Ook nu wil hij in tijdelijke nood uitkomsten bieden. Maar dat is niet genoeg. Hij wil zondaren die zijn vastgelopen en die het niet meer zien zitten, aanraken door de kracht van Zijn Woord en versterken door het Brood des Levens. Hoe diep en zwaar is de weg van de Zaligmaker geweest. Hij is in veel grotere diepten geweest dan Elia. Maar nooit heeft Jezus in moedeloosheid gezegd: Het is genoeg; neem nu, Heere, Mijn ziel. Hij zei: Doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt (Matth. 26:39). Zo is Hij de kruisweg gegaan tot in de dood. Om de schuld te verzoenen. Voor Elia, voor Petrus. Voor u en jou? Hij laat niet los, wat Hij begon! Laurens Kroon 5
De bel gaat en de schooldeur vliegt open. Kinderen zwermen alle richtingen uit. Uitgelaten zwaaiend en met een vrolijk ‘tot morgen’ nemen ze afscheid. Behalve eentje. Ze loopt met haar hoofd naar beneden, kijkt niet vrolijk en roept niet naar haar klasgenoten. Ze heeft geen zin in een vrije middag en heeft al helemaal geen zin in morgen… Depressieve kinderen Depressiviteit en kinderen: passen die twee dingen wel bij elkaar? Piekeren en je somber voelen in de meest zorgeloze periode van je leven? Tot in de jaren ‘70 van de vorige eeuw werd inderdaad aangenomen dat depressiviteit niet bij kinderen voorkwam. In 1980 is daar verandering in gekomen, door de diagnose ‘depressiviteit’, op basis van het officiële diagnostische handboek voor artsen en psychologen (DSM), ook aan kinderen te kunnen geven. Toch is er nog weinig onderzoek gedaan naar depressiviteit bij kinderen. Een rapport 6 van het RIVM (2011) geeft aan dat klachten lang niet altijd herkend worden als depressieve klachten. Dit maakt het lastig om een inschatting te maken van het aantal kinderen dat werkelijk last heeft van een depressie. In een richtlijn voor de GGZ (2009) wordt gesproken over 0,9 procent van de kinderen in de kleuterschoolleeftijd en 1,8 procent van de kinderen in de midden- en bovenbouw. Er zijn tijdens de lagereschoolleeftijd evenveel jongens als meisjes depressief. Boven de 12 jaar nemen de aantallen toe en worden percentages tot 8,3 procent genoemd. Tijdens de middelbareschooltijd hebben meisjes dubbel zo vaak last van een depressie als jongens. Over depressie bij kinderen die nog niet naar school gaan (0-4 jaar), is weinig bekend. Wel wordt ervan uitgegaan dat zelfs baby’s depressief kunnen zijn. Dit zou zich uiten in veel huilen, slecht slapen, geremde ontwikkeling en een apathische houding. Zoals bij veel psychische problemen, is er ook bij het ontstaan van een depressie niet één duidelijke oorzaak aan te wijzen. Het is een samenspel van uitlokkende factoren. Er zijn aangeboren (zoals erfelijkheid), door omgeving of gebeurtenissen aangeleerde (heftige gebeurtenissen, of andere psychische problematiek) en beschermende factoren (bijvoorbeeld humor, of een goede relatie met een ouder). A INTERVIEWRTIKEL
SIGNALEN DIE DUIDEN OP EEN DEPRESSIE Bram van negen vertoont de laatste tijd met name op school agressief gedrag richting zijn klasgenoten. Hij gaat niet graag meer naar school en klaagt veel over hoofd- en buikpijn. Als hij thuis is, hangt hij vaak op de bank. Zomaar een voorbeeld van een jongen die niet lekker in zijn vel zit. Een kind dat eens een keertje chagrijnig is en niet naar school wil, of een jongere die zich een paar dagen ongelukkig en eenzaam voelt, heeft niet gelijk een depressie. Die klachten horen bij het leven en gaan als het goed is vanzelf weer over. Wanneer we over een depressie spreken, is de duur van de klachten van groot belang. Volgens de DSM-V moeten vijf van de genoemde symptomen binnen dezelfde periode van twee weken aanwezig geweest zijn en afwijken van het eerdere functioneren (zie kader met DSMcriteria). Veel mensen kennen de symptomen die samenhangen met depressie wel enigszins. Bij kinderen is het echter lastig om deze symptomen te herkennen. Vaak is er wel sprake van een gedragsverandering, maar wordt daarbij niet zo snel gedacht aan een depressie. Uitbundig en uitgelaten gedrag, agressie en leerproblemen kunnen gemakkelijk een dekmantel vormen. Wat ouders zien, is dat hun kind langzaam maar zeker verandert. Ze herkennen hem of haar vaak niet meer wanneer het gaat om gedrag. Er spelen (vage) klachten op psychisch, sociaal en lichamelijk terrein. Het kind gaat slechter eten, is vaak vermoeid, heeft geen zin om iets te ondernemen, kan zich slecht concentreren, heeft buikpijn, is niet gemotiveerd en heeft in het ergste geval doodsgedachten. Uiteindelijk kan dit leiden tot onder andere gedrags- en leerproblemen, remming in de sociale ontwikkeling, vermoeidheid en angstklachten bij het kind zelf. Tegelijkertijd legt dit ook een grote druk op het gezin. EEN DEPRESSIEF KIND IN HET GEZIN Mijn puberdochter vertelde me dat ze zo graag weer eens zin in dingen zou willen hebben. Ik voel me machteloos. Wat kan ik doen? Omdat er zoveel algemene klachten kunnen samenhangen met een depressie, is het allereerst van belang dat ouders aan de bel trekken als ze merken dat hun kind al langere tijd niet lekker in zijn vel zit. Als ouder ben je degene die je kind het beste kent. Ook al vindt een juf het niet nodig of herkent je vriendin het niet: trek aan de bel! Doe dit allereerst bij een huisarts. Hij kan lichamelijke problemen uitsluiten én is degene die kan (ver) wijzen naar een psycholoog. Zowel de ouder als het kind kan de depressie niet voorkomen en de depressie is ook nooit iemands schuld. Ouders kunnen hun kind wel ondersteunen met onderstaande tips: - Probeer in gesprek te blijven met je kind en oordeel niet. Vraag hem/haar concreet wat er goed gaat en wat niet. Vraag of hij/zij gedachten heeft over de dood. - Probeer de dingen die goed gaan te benadrukken. - Probeer (met) je kind dingen te (laten) doen die hij/ zij leuk vindt. - Probeer regelmaat te handhaven, bijvoorbeeld vaste bedtijd en etenstijd. - Stimuleer beweging: zwemmen, voetballen, boksen of ga samen fietsen. Een depressief kind in huis is zwaar, loodzwaar. Maar denk juist ook in die periode aan de enige Troost in leven en sterven en wijs daar ook op, zodat we de dichter van Psalm 23 kunnen nazeggen: Want al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij. Drs. S.F. (Suzanne) den Breejen-de Groot Psycholoog Stichting De Vluchtheuvel SYMPTOMEN DSM-V CRITERIA (VERKORT) In ieder geval of symptoom 1 en/of symptoom 2 moet (bijna) dagelijks aanwezig zijn en de klachten moet(en) voor een belemmering in het dagelijks leven zorgen. 1. Sombere stemming. Bij kinderen en adolescenten kan de stemming prikkelbaar zijn. 2. Duidelijk verminderd(e) interesse of plezier in alle of bijna alle activiteiten. 3. Gewichtsverlies of -toename of een veranderde eetlust. Bij kinderen moet gedacht worden aan minder gewichtstoename dan verwacht. 4. Slaapproblemen. 5. Psychomotorische agitatie of vertraging. 6. Vermoeidheid of verlies van energie. 7. Gevoelens van waardeloosheid of buitensporige of onterechte schuldgevoelens. 8. Slecht kunnen nadenken of zich slecht kunnen concentreren, of besluiteloosheid. 9. Terugkerende doodsgedachten. 7
De emotionele achtbaan HOE GA JE ALS OUDERS OM MET DE WISSELENDE EMOTIES VAN JE TIENER? De tienertijd is een tijd met veel veranderingen voor jouw kind. Een heftige tijd, met fi jne en verdrietige gebeurtenissen. Veel informatie en prikkels die verwerkt moeten worden. Het ene kind uit zich daarover, het andere kind veel minder. Als ouder kun je verzuchten: “Jantje lacht, Jantje huilt.” Omgaan met emoties Hoe ga je als ouder om met de wisselende emoties van je kind? We gaan in gesprek met Maartje Hoepel. Zij is als orthopedagoog verbonden aan het Driestar College, een reformatorische school voor voortgezet onderwijs. In haar werk heeft ze contact met leerlingen, docenten en ouders. Maartje zegt dat het belangrijk is om als ouder rustig en begripvol te reageren. “Probeer te begrijpen waar de emoties vandaan komen, luister goed naar wat je kind zegt en vraag door. Vervolgens probeer je je kind uit te leggen dat wisselende emoties bij de leeftijd horen. Een kind heeft uitleg nodig van een volwassene: waarom reageer ik zoals ik doe? Waarom raak ik vrolijk of overstuur van bepaalde dingen? Hoe kan ik grip krijgen op wat ik voel? Op deze manier voelt een kind zich gesteund door de ouder, met als gevolg dat een kind zichzelf kan zijn en bij de ouder Martha’s zoon van 15 (Rolf) is depressief. Hij heeft gesprekken bij een psycholoog. Martha voelt zich erg onzeker en tekortschieten in haar zorg voor Rolf. Ze maakt zich zorgen, ze ziet dat hij niet gelukkig is. Hoe kan ze hem helpen? Ook praktisch loopt ze tegen vragen aan. Hij wil het liefst in bed blijven liggen en niet naar school. “Ik kan mij toch niet concentreren en ben te moe”, zegt hij. Martha vindt dat hij toch moet proberen activiteiten te ondernemen en een dagritme vast te houden. Hoe kan ze een goede moeder voor Rolf zijn? 8 Er zijn een aantal tips voor ouders, die helpend kunnen zijn. Praat met je kind en stel vragen wat je kind nodig heeft van jou. Beloon positief gedrag door bijvoorbeeld te zeggen: “Wat fi jn dat je net hebt ontbeten met ons, dat vond ik heel dapper van je. Ik weet dat je ertegen op zag.” Help het kind structuur in de dag te brengen, een regelmatig dag-nachtritme is erg belangrijk. Voor het ene kind is het belangrijk elke dag naar school te blijven gaan, voor het andere kind is dat te hoog gegrepen. Overleg dit met school. Stimuleer je zoon of dochter dingen te doen die hem een positief en actief gevoel geven. Wees er altijd voor je kind. Maar wees je ook bewust van je eigen grenzen: zoek (praktische) steun in je omgeving als je merkt dat het te zwaar wordt. Vertel aan je man, een vriend of vriendin hoe het met jou gaat en vraag om hulp als dat nodig is. AINTERVIEWRTIKEL
terecht kan met kwetsbare vragen. Houd jezelf voor: deze onrustige tijd is ergens goed voor, het kind is op weg een eigen identiteit te ontwikkelen en heeft daarvoor tijd en verschillende ervaringen nodig.” Gedrag in de groep Voor veel tieners is de groep van leeftijdsgenoten heel belangrijk. Hun klas, hun vriendengroep. Ze praten met elkaar, voetballen met elkaar, lachen met elkaar en bespreken hun verdriet met elkaar. Dit kan zowel positief als negatief werken. Dit is ook wat Maartje ziet in de klassen. Maar kunnen leerlingen elkaar ook meetrekken in depressieve gevoelens? Maartje vertelt over een ingrijpend voorval op school. “In 2017 heeft een van onze leerlingen suicide gepleegd. Dit was en is heel ingrijpend voor leerlingen en personeel. In de maanden daarna zijn er meerdere leerlingen geweest die aangaven ook met sombere gedachten te worstelen en sommigen hadden suïcidale gedachten. Het is belangrijk dat leerlingen voelen dat er ruimte is om dit te delen.Tegelijkertijd is het van groot belang hoe we daar als school en ouders op reageren. Zonder passende begeleiding kan het gebeuren dat leerlingen elkaar op verkeerde wijze beïnvloeden, waardoor de negatieve spiraal te sterk wordt en ze elkaars negatieve gedachten versterken. Het is belangrijk om eerst goed naar tieners te luisteren: ‘Wat denk je, wat bespreken jullie onderling?’ Het is belangrijk dat de groep leert dat positieve steun heel goed is, maar dat het betrekken van een mentor ook nodig is. Jongeren kunnen deze moeilijke problemen niet zelfstandig oplossen. Op het Driestar College zal dit dan, na toestemming van de ouders en (afhankelijk van de leeftijd) van de leerling, in het zorgoverleg besproken worden. In het Intern Zorgoverleg worden zorgen gedeeld en afgesproken op welke manier de leerling het beste kan worden geholpen. Jongeren kunnen elkaar gelukkig ook tot steun zijn. Ze kunnen vaak aan een goede vriend of vriendin makkelijker vertellen waar ze mee zitten. Een goede vriend(in) is trouw, kan humor en ontspanning bieden. Voor jongeren is het ook heel belangrijk om te weten dat ze niet de enige zijn met een bepaald probleem. Zij voelen zich minder eenzaam en ervaren minder schaamte.” Jolanda Biemond-Van Bergeijk Maaikes dochter Hanna is 16 jaar, zit in HAVO 4. Haar beste vriendin Thirza is depressief. Ze komt nu niet elke dag naar school, maar Hanna gaat trouw elke dag even bij Thirza langs. Ze wil graag een goede vriendin voor haar zijn. Maaike bewondert deze inzet van Hanna voor haar vriendin, maar twijfelt of het niet teveel is voor haar. Vaak komt Hanna na dit dagelijkse bezoekje down thuis en ze zit dan voor zich uit te staren. Maaike is bang dat Hanna meegetrokken wordt in de depressie van Thirza. Moet Maaike Hanna hierin beschermen? Het is ingrijpend voor Hanna om deze sombere fase van haar vriendin van dichtbij mee te maken. Het is heel begrijpelijk dat dit eff ect heeft op haar eigen emoties. Het is zeker nodig dat Maaike haar dochter hierbij begeleidt. Ook dan is praten en luisteren weer heel belangrijk. Hanna kan zodoende haar gedachten en emoties onder woorden brengen, zodat ze er grip op krijgt. Maaike kan haar vertellen dat het heel goed is dat Hanna haar vriendin steunt. Het is zo waardevol als Thirza merkt dat haar vriendin trouw is in haar vriendschap. Hanna zelf zal moeten leren dat zij niet de problemen kan oplossen voor Thirza, daarvoor zijn ze te groot. Hanna is hier niet verantwoordelijk voor, een schuldgevoel kan haar overvallen als ze ziet dat de problemen bij Thirza niet overgaan, maar dat is niet terecht. Als Hanna of haar schoolwerk er te veel onder gaat lijden, kan er worden overwogen om minder vaak bij Thirza langs te gaan. Dit zal goed met Thirza (en haar ouders) moeten worden besproken. Geef uitleg bij deze beslissing, spreek goed af wanneer Hanna wel zal komen en zoek naar andere manieren om steun te geven: iedere dag even een appje sturen, af en toe een kaartje, iets lekkers langs brengen. WAT KUN JE P BETER NIET DOEN? robeer niet boos op moeilijk gedrag te reageren, maar ga op zoek naar de oorzaken. Stel niet te hoge verwachtingen aan je kind, houd het klein (we eten straks om 17.30 uur, kom er maar bij zitten ). Doelen voor volgende week of volgende maand zijn vaak al te moeilijk en te ver weg. Mark opent net voordat zijn kinderen thuiskomen zijn mailbox en ziet een mailtje binnen komen van school. Een leerling is overleden, door zelfmoord. Hij schrikt ervan. Hij kent de jongen niet, maar straks komen zijn kinderen thuis. Hoe moet hij reageren? Mark zal er goed aan doen om dit met zijn kinderen te bespreken. Vraag of ze al gehoord hebben van het verdrietige bericht, vraag of ze deze jongen kennen, luister, geef ruimte voor hun gedachten en emoties. De ene jongere zal zich makkelijk en snel hierover kunnen uiten, een ander is misschien aanvankelijk heel stil. Geef dan ruimte voor overdenking, dit nieuws heeft tijd nodig om ‘binnen te komen’. Probeer later op de dag of de volgende dag (en de volgende maand) er nog eens over te beginnen, laat ook merken wat het met jezelf doet en welke vragen er bij je leven. Jezelf kwetsbaar en open opstellen zal je kinderen helpen om dat ook te doen. 9
Steun voor gezin met depressie BIED JE HULP CONCREET AAN Wanneer je als ouder zelf te kampen hebt met depressie, kun je je ook zorgen maken om de invloed daarvan op je kinderen. Je stemming kan immers, hoe graag je dat ook anders zou zien, een groot effect hebben op de sfeer in huis en op de manier waarop je op je kinderen reageert. In dit artikel komen de risico’s aan bod die kinderen van ouders met psychische problemen lopen. Daarnaast komt aan bod wat je als familie, vriend(in) of gemeentelid voor (kinderen uit) dergelijke gezinnen kunt betekenen. Nederland telt naar schatting per jaar 405.000 ouders met psychische problemen of verslavingsproblemen. Dat heeft effect op zo’n 577.000 kinderen. Zij worden ‘KOPP-kinderen’ genoemd: Kinderen van Ouders met Psychische Problemen. Het opgroeien in zo’n 10 KOPP-gezin kan voor kinderen ingrijpende gevolgen hebben, zelfs tot in de volwassenheid. In vergelijking met jeugdigen die opgroeien bij psychisch gezonde ouders lopen KOPP-kinderen bijvoorbeeld een drie tot dertien keer zo groot risico om zelf ooit een psychiINTERVIEW
sche stoornis of verslavingsproblematiek te ontwikkelen. Gelukkig krijgen niet alle KOPP-kinderen te maken met deze gevolgen: een groot deel groeit op zonder problemen. Minder energie Het hogere risico dat KOPP-kinderen lopen om zelf op latere leeftijd psychische problemen ontwikkelen, wordt voor het grootste deel verklaard door het feit dat hun ouder(s) als gevolg van hun problemen (tijdelijk) minder energie hebben voor de opvoeding. Als je als ouder depressief bent, is het moeilijk om oog te hebben voor wat je kind emotioneel nodig heeft of om allerlei gezinszaken te regelen, zoals ervoor zorgen dat de gymtas mee naar school gaat, op tijd bij zwemles zijn of een kinderfeestje organiseren. Ook is het in deze omstandigheden veel lastiger om geduld op te brengen voor je kinderen. Het gevolg is dat er vaker straf opgelegd wordt om het gedrag van kinderen om te buigen. Daarnaast komt het vaak voor dat KOPPkinderen veel verantwoordelijkheden krijgen die niet bij hun leeftijd passen, bijvoorbeeld al heel jong op jongere broertjes en zusjes passen of zelf verantwoordelijk zijn voor het op tijd uit bed komen. Wat helpt Je zou somber kunnen worden van de mogelijke gevolgen van het opgroeien in een gezin met een psychisch zieke ouder. Deze kinderen durven soms geen vriendjes mee naar huis te nemen uit schaamte, zijn vaker bezorgd om hun ouder(s), passen zich soms helemaal aan de wensen van anderen aan en kunnen overbelasting ervaren door de veelheid aan taken die ze toebedeeld krijgen. Toch is het lang niet in alle gevallen zo dat het opgroeien bij een depressieve ouder betekent dat de kinderen eronder lijden en (langdurige) gevolgen ervan ondervinden. Er zijn verschillende factoren die ervoor zorgen dat KOPP-kinderen toch gezond kunnen opgroeien. Een beschermende factor is een warme emotionele band tussen de depressieve ouder en de kinderen. Daarnaast is een betrokken, inlevende, gezonde ouder van groot belang. De gezonde ouder kan een groot deel van wat door de ziekte van de andere ouder gemist wordt, compenseren voor de kinderen. Wat verder helpt, is dat kinderen goed uitgelegd krijgen wat er met hun ouder(s) aan de hand is. Dat voorkomt dat kinderen zich schuldig over en verantwoordelijk voor deze problemen gaan voelen. Daarnaast kunnen de mensen die om het gezin heen staan, hét verschil maken. Als kinderen zich gesteund voelen door een oudere broer of zus of hun verhaal kunnen doen bij bijvoorbeeld een oom, een Een beschermende factor is een warme emotionele band tussen de depressieve ouder en de kinderen. buurvrouw of een moeder van een vriendje, betekent dat heel veel. Kinderen vinden het vaak fijn om met iemand te praten die ze kennen en vertrouwen. Tips voor de omgeving Als naaste van een KOPP-kind kan je een heel belangrijke rol vervullen voor het kind. Er zijn veel ervaringsverhalen bekend van volwassen KOPPkinderen die terugkijken op hun jeugd en wijzen op de cruciale rol die mensen buiten het gezin hebben gespeeld. Als je denkt dat er misschien iets aan de hand is in een gezin in de straat of je kerkelijke gemeente, is het belangrijk dat je niet wegkijkt, maar actie onderneemt. Ga er niet zonder meer vanuit dat er al hulp geregeld is voor het gezin of dat iemand anders dit zal regelen. Je kan zelf proberen het gesprek met de ouder of het kind aan te gaan. Vraag naar hoe het thuis gaat, welke zorgen er zijn en of je ergens bij kunt helpen. Bied je hulp concreet aan. Als je zegt dat ze je kunnen bellen als er wat is, word je waarschijnlijk niet snel gebeld. Maar als je zegt dat je volgende week een keer de strijk komt halen, een kind van school haalt of zal koken voor het gezin en je vraagt op welke dag dat het beste uitkomt, is de kans groter dat je daadwerkelijk wat kan doen. Daarnaast kun je alert zijn op signalen van de kinderen, zoals een bedrukte of dromerige blik of een subtiele hulpvraag. Kinderen lijken vaak rustig en stabiel, maar er kan van alles spelen. Vraag dus door als je een niet-pluisgevoel hebt. Zie de kinderen als een serieuze gesprekspartner en niet als minderjarig kind of opstandige puber. Als laatste: KOPP-kinderen willen net als ieder kind ‘normaal’ zijn en juist dat is waar je als omgeving iets in kunt betekenen. Je kan het kind betrekken bij de gewone en leuke dingen die ieder kind op prijs stelt, zoals uitnodigen voor een feestje of logeerpartij, meevragen te zwemmen of te spelen. Ook kan je een luisterend oor bieden als het kind problemen over de thuissituatie wil delen en het kind opvangen als het thuis minder goed loopt. Voor KOPP-kinderen en hun ouders is zo’n sociaal vangnet onmisbaar. Petra Jacobse-Weststrate 11
Ik zie wat jij niet ziet EN DE KLEUR IS ZWART God, grant me the serenity to accept the things I cannot change, Courage to change the things I can, And wisdom to know the diff erence. Reinhold Niebuhr (1892 – 1971) H et trillen van m’n mobiel maakt me wakker. Met een grom graai ik het ding onder mijn kussen vandaan. ‘Gast, waar blijft jouw input?’ Ik staar naar het schermpje, zucht en gooi het ding naast me op het matras. Een paar seconden later een nieuwe triling. ´Hallohoooo?’ Met moeite beweeg ik mijn duimen. ‘Nu ff niet Bas. Sorry.’ ‘Wat?! Die prezi moet morgen af!’ Ja, dat weet ik ook wel! Die stomme presentatie is de laatste dagen nog geen moment uit mijn gedachten geweest. Ik haal diep adem. ‘Morgen misschien?’ ‘Dat zei je gisteren ook al. Maar dit kun je echt niet maken, man! Dat pikt Pietsere nooit.’ Ik zucht en kom moeizaam overeind. Stel je niet zo aan, houd ik mezelf voor. Wees een vent! Je hebt twaalf uur aan één stuk geslapen, dus je kunt gewoonweg niet meer moe zijn. Maar ik ben het wel! Ik hang mijn benen over de bedrand en hark met m’n tenen mijn slippers dichterbij. Gewoon kleren aan, even wat eten en aan de slag. Hoe moeilijk kan dat zijn? Opnieuw een berichtje. ‘Hé, zal ik anders naar jou toe12 komen? Doen we het samen.’ Ik schud mijn hoofd. Dat al helemaal niet. ‘Beter maar niet. Voel me niet zo tof, man.’ Ik krijg een boze smiley als antwoord. Waarom ben ik zo onbeschrijfelijk moe? Ik slof naar het raam en schuif het gordijn open. Het is al twaalf uur geweest, maar buiten is alles nog steeds grauw en kleurloos. Ook niet echt bevorderlijk voor m’n humeur. Ik luister bij de deur of ik nog kamergenoten hoor, maar alles is stil. Zo te horen is iedereen naar college. Behalve ik dus. In de badkamer gooi ik een paar handen water in m’n gezicht en haal een kam door m’n haar. Ik ruik onder m’n oksels. Eigenlijk moet ik douchen. Ik kijk peinzend naar de douchecabine. Uitkleden… wassen, weer helemaal afdrogen. Ik zucht. Ik heb er de fut niet voor. De bus deo dan maar. Geleund tegen de wasbak staar ik een tijdje naar mijn spiegelbeeld. Twee waterige ogen kijken me vanuit een vaalbleek gezicht met een troebele blik aan. Na een paar minuten kan ik de blik niet langer verdragen en sla ik mijn ogen neer. Ik capituleer. Het gaat me vandaag weer niet lukken. Ik kan het gewoonweg niet. Met een woedend gebaar veeg ik de beker met tandenborstels van de wasbak. De beker belandt met een kletterend geluid op de tegelvloer. Als ik een stap VERHAAL
WAAROM BEN IK ZO ONBESCHRIJFELIJK MOE? IK SLOF NAAR HET RAAM EN SCHUIF HET GORDIJN OPEN. 13
IK WIL DIT NIET MEER! BAS HEEFT GELIJK, IK WEET HET. IK HEB HULP NODIG. opzij doe, stap ik op de scherpe onderrand van een tube tandpasta. Met een grauw schop ik de tube weg. Met gebalde vuisten sla ik op de deur. Een wilde, onredelijke woede vlamt in me op. Mijn telefoon trilt opdringerig en maakt een irritant geluid op het porselein van de wasbak. Het is Bas weer. Zal ik opnemen? Of toch maar niet? Ik baal als een stekker. Het is echt sneu voor hem dat hij voor deze opdracht met mij zit opgescheept. Ik schaam me dat ik het zo voor hem aan het verknallen ben. De docent was heel duidelijk geweest: de presentatie telt als eindopdracht voor dit vak, en deadline is deadline. Bah, wat heb ik een hekel aan dat woord gekregen. ‘Hoi Bas…’ ‘Hé kerel! Wat is dit voor onzin, man! Die docent gaat ons dat vak echt over laten doen als we morgen niets ingeleverd hebben.’ ‘Sorry. Ik eh…’ Ik denk koortsachtig na over een beetje geloofwaardige verklaring voor mijn gedrag. ‘Ben je ziek of zo?’ vraagt Bas. ‘Eh… ja, een soort van.’ ‘Echt? Da’s balen, kerel. Wat heb je?’ Tja. Wat heb ik? Mankeer ik wel echt iets? Moet ik mijn vriend vertellen hoe ik me voel? Over mijn steeds vaker terugkerende buien van somberheid? Over mijn hoofd, dat vaak zo leeg, en tegelijk zo vol zit dat ik nauwelijks meer normaal kan denken? Dat ik hier al maanden mee tob, maar het nog aan niemand heb verteld, zelfs aan mijn ouders niet. Die denken dat het prima gaat met mijn studie, met mijn voor-het-eerstop-kamers-zijn. Moet ik Bas zeggen dat het me spijt dat ik onze vriendschap aan het vergallen ben? Dat hij beter een andere vriend kan zoeken, en niet zo’n nietsnut als ik? Ik voel een traan over mijn wang rollen en veeg hem driftig weg. Een huilebalk, dat ben ik. Er klinkt een zachte stem in mijn oor. ‘Tim, ben je er nog?’ Ik slik. ‘Ja, natuurlijk.’ 14 Ik slof terug naar m’n kamer en trek een vies gezicht. Snel trek ik een raam open. ‘Zeg Tim, ik wil me nergens mee bemoeien natuurlijk, maar eh… je bent nu voor de zoveelste keer dit jaar al een paar dagen niet op school. Je cijfers denderen achteruit. Ik spreek je bijna nooit meer. We ondernemen haast nooit meer wat samen.’ Ik hoor oprechte bezorgdheid in de stem van mijn vriend. Het blijft even stil. Ik bal m’n vuisten. Hij wil zich nergens mee bemoeien? Nou, dat klinkt anders niet zo! ‘Kom op Bas, niet zo zitten zaniken, oké? Ik voel me gewoon een beetje rot. No big deal!’ Maar hij laat me niet los. ‘Tim, we kennen elkaar al vanaf… wat is het, groep vier? Al die jaren zijn we samen opgetrokken. Hebben we gelachen, onzin uitgehaald, goeie gesprekken gehad. Weet je nog, die keer dat we die muis los hebben gelaten bij mevrouw Braaksma? Man, wat hebben we toen gelachen.’ Ik glimlach. Natuurlijk herinner ik me dat nog. Die goeie, ouwe tijd… ‘Maar de laatste tijd… man, ik weet het niet. Het is net alsof je er niet meer helemaal bent. Soms lijk je wel een ander persoon. Ik bedoel, je bent nog steeds Tim, maar toch ook weer niet.’ Ik bijt op mijn lip en voel mijn weerstand breken. Hij is echt bezorgd om me, dat voel ik aan alles. ‘Ik weet het, Bas. Ik vecht ertegen, weet je. Maar soms is het sterker dan ik.’ ‘Wat is er sterker? Wat bedoel je?’ ‘Die schaduw. Die leegheid.’ Opnieuw is het even een tijdje stil. Hoor ik hem nou op een toetsenbord tikken? ‘Tim… noem nog eens wat dingen.’ ‘Wat?’ ‘Nou, van die dingen als leegheid en zo.’ ‘Bas, wat doe je?’ Ik weet niet of ik dit wel leuk vind. ‘Zeg nou maar.’ Ik slaak een diepe zucht. Ik weet dat ik hem kan vertrouwen. Maar het voelt zo eng om deze dingen hardop uit te spreken. Om ze bij naam te noemen. Het is net, alsof ze daardoor echter worden. Niet langer te negeren zijn. ‘Het voelt als een soort van verlamd zijn. Dan zit ik maar een beetje zombieachtig voor me uit te staren. Op die dagen ben ik gewoon niet in staat zijn om dingen te doen en tegelijkertijd ben ik dan ook heel boos op mezelf. Dan haat ik mezelf. Dan denk ik: ik kan er beter gewoon niet meer zijn. En voor die gedachte schaam ik me weer enorm.’ VERHAAL
Als ik stilval, hoor ik weer dat geluid. Nu weet ik zeker wat hij aan het doen is. Iets, wat ik al lang gedaan heb. En ik weet ook wat hij straks zal gaan zeggen. ‘Nog meer, Tim?’ Nog meer? Hallo, is dit niet genoeg dan? Toch praat ik verder. ‘Ik vergelijk het wel eens met een zwembad. Ik zweef diep onder water. Boven me zie ik de anderen. Mijn ouders, mijn zusjes, mijn klasgenoten, jou, genieten van het leven en plezier hebben. Ik zie het, maar ik kan er zelf niet komen. Soms wil ik het wel, weer deel uitmaken van het gewone leven, maar heb ik er niet eens de energie voor.’ Aan de andere kant van de lijn hoor ik Bas diep ademhalen. Ik zet me onwillekeurig een beetje schrap. Nu komt het. Dat, wat ik alleen weet, maar waar ik niet aan wil. ‘Tim… volgens mij ben jij hartstikke depressief man!’ Ik bijt mijn kaken hard op elkaar. Na al die maanden is er iemand, die het hardop tegen mij zegt. Het oordeel. Zwakkeling. Slapjanus. Een jonge vent als ik hoort niet depressief te zijn. Ik ben mislukt. ‘Tim…?’ ‘Eh… ja, misschien heb je wel een beetje gelijk.’ ‘Je moet hulp zoeken, man! Dit is echt niet goed. Hier ga je aan kapot.’ Ik proef bloed, ik heb te hard op mijn wang gebeten. ‘Ja, misschien wel. Maar ik ga ophangen. Spreek je nog wel, oké?’ Snel druk ik op het rode hoorntje. Ik loop naar het raam en druk mijn hete voorhoofd tegen het koude glas. Hulp zoeken. Ik heb alles allang gegoogled. Hulp betekent praten. Erover praten. En dat wil ik niet. Wat heeft het voor zin? Alsof daarmee alles opeens opgelost zou zijn. Als er nou een pilletje voor was. Gewoon zo’n klein, wit dingetje, driemaal per dag. Een felle rukwind trekt de laatste bladeren van de enige boom in onze straat. En daarmee verdwijnt het laatste beetje groen, op wat onkruid tussen de tegels na. Ik moet denken aan onze tuin, thuis. Eén en al groen. Zou onze kastanjeboom ook al kaal zijn? Dat ding is al jaren ziek, maar pa wil ‘m nog steeds niet omzagen. ‘Laten we hem nog een kansje geven’, is zijn stereotype antwoord als we het er thuis voor de zoveelste keer over hebben. Er zaten dit jaar weer geen kastanjes aan. Dat ding lijdt echt een vruchteloos bestaan. Die boom en ik hebben heel wat gemeen. Toch viel het vertellen me mee. Bas reageerde eigenlijk super. In mijn hoofd had ik dat gesprek al honderd keer gevoerd. Had ik zijn stem haast hardop gehoord. ‘Wat, jij depressief? Zo’n jonge vent als jij? Ga weg man! Gewoon een modeverschijnsel, dat je je hebt laten aanpraten door die overbezorgde moeder van je. Kom op, man. Niet aanstellen, gewoon meedoen. Je zult zien, dan zijn die sombere buitjes van je zo weer voorbij. Heel dat depri-gedoe van tegenwoordig is gewoon een westers luxeprobleem. In arme landen kennen ze dat echt niet eens, daar gaan ze gewoon door. Wij zijn hier met z’n allen veel te verwend geworden.’ Ik ga achter m’n bureau zitten. Uit de la haal ik een boek. Daar, tussen de laatste bladzijden, zit het. Ik trek het velletje papier er tussenuit en strijk het glad. Mijn ogen glijden over de regels op het briefj e. Sorry dat ik niet de zoon ben die jullie graag wilden hebben. Sorry dat ik jullie levens vergal. Sorry dat ik zo’n nietsnut ben. Sorry dat ik vaak zo down ben. Sorry dat ik besta. Jullie verdienen zoveel beter. Ik hou van jullie. Tim Wat bezielde me, toen ik dit een paar dagen geleden opschreef? Ik schud m’n hoofd. Ik weet natuurlijk exact wat me toen bezielde. Op die dag was de duisternis compleet. Helemaal uitzichtloos. Ik had me nog nooit zo ellendig gevoeld. Ellendig. Uitlandig betekende dat, zei een spreker pas op een avond van de studentenkring. Hij had het beeld van een vluchteling gebruikt om het duidelijk te maken. Verdreven uit hun eigen vertrouwde, veilige omgeving, verjaagd naar een andere, ongastvrije omgeving. Opgesloten in een kamp, te midden van een volk dat hen liever zag gaan dan komen en zonder zicht op een beter leven. Ik had me tijdens die dagopening maar net goed kunnen houden, zo hard kwam het beeld bij me binnen. Uitlandig, dat was ik. Ellendig. De spreker was verder gegaan. Terug naar het begin. Daar, waar alles nog perfect in harmonie was geweest. Waar het woord ellende nog niet eens bestond. Het paradijs. Toen had hij de sprong gemaakt, helemaal naar het andere eind van de Bijbel. Openbaring 21. De nieuwe aarde, waar het woord ellende zou ophouden te bestaan. Nooit meer uitlandig, maar voor altijd thuis. Ik gris het briefj e van mijn bureau en scheur het in duizend snippers. Ik wil dit niet meer! Bas heeft gelijk, ik weet het. Ik heb hulp nodig. Ik staar naar de snippers op de vloerbedekking rondom me. Mijn besluit is genomen. Ik ga hulp zoeken. Zo snel mogelijk. Eeuwoud Koolmees, september 2019 15
Sociale media spelen grote rol - MAAR STOPPEN IS VOOR JONGEREN ECHT EEN OPTIE E M j e ge o op soc t h medi isschien is het wel één van de opvallendste en van een avond er sociale media bij een eniging: een fl inke oep jongeren blijkt gestopt e zijn met sociale media of is er niet eens actief op den. En een veel oppen of heeft wel eens een socialemediapauze’ ingelast. t het onderwerp sociale media leeft onder jongeren, duidelijk. Tijdens ond van de +16 jeugding ‘Time Deum’ in ampen, wordt enthousiast meegedacht over het thema , depressie en sociale media. Dat het over je , mede in relatie tot de Bijbel gaat, is niet zomaar. t op media als Instagram ampe meeged elfbeel ciale me ube staan beelden de Bijbel g t op m ub 16 er deel overweegt om te of centraal. Bekende vloggers presenteren zich met sprekende foto’s en gelikte fi lmpjes en zetten zo een hoog ideaalbeeld neer van hoe je zou kunnen of moeten zijn. Ondanks dat er diverse jongeren gestopt zijn met sociale media, is de overgrote meerderheid van de ruim tachtig aanwezigen tijdens de verenigingsavond nog wel actief op platforms als Instagram en Snapchat. ”Iedereen gebruikt sociale media. Al ben je er zelf bij hoe en hoe vaak je sociale media gebruikt,” zegt Corianne Haveman (17). Toch zijn de meeste jongeren het erover eens dat sociale media een bepaalde druk opleveren, bijvoorbeeld omdat je alles wilt bijhouden wat anderen daarop posten. Corine van der Horst (18): ”Ik heb wel eens een maand niet op sociale meINTERVIEW Ze zijn het er allemaal over eens: Sociale media kunnen een grote invloed hebben op je leven. Toch gaan jongeren heel verschillend om met media als Instag ram en Snapchat. ”Als je een melding krijgt op je telefoon, wil je toch weten hoe het zit.”
dia gekeken. Dat ging prima. En in de zomervakantie is mijn mobiel thuisgebleven. Dat is eigenlijk best fi jn, thuis voel je veel meer druk om bijvoorbeeld op Instagram te volgen wat er gebeurt en daarop te reageren.” Meer rust Hoewel Corianne niet het idee heeft dat sociale media haar leven beheersen, denkt ze er wel eens over na of ze actief wil blijven. ”Misschien ga ik eerst eens proberen of ik een maand zonder kan.” Elisabeth Haase (18) is al een stap verder. Samen met haar vriend besloot ze om te stoppen met sociale media, behalve Whatsapp. ”Het geeft meer rust. En als je eens goed kijkt wat voor soort berichten je stuurt aan anderen, moet je constateren dat het niet allemaal zo belangrijk is. Want wat is het nut ervan als je iedereen ‘goedemorgen’ wenst?” Maarten van Manen (18) volgt een opleiding tot meubelmaker. Als hij aan het werk is, komen er de hele dag berichtjes binnen op zijn telefoon. ”Dan denk ik toch vaak: even kijken waarover het gaat. Je wilt toch weten hoe het zit.” Nathan Holtland (16) volgt wel wat anderen plaatsen op sociale media, maar stuurt zelf bijna nooit een bericht. ”Dan blijft het leuk en wordt het niet gauw teveel.” Tijdens de pauze op de jeugdverenigingsavond wisselen jongeren de gegevens uit over hun activiteit op hun telefoon. Gemiddeld zijn jongeren daarop drie tot vier uur per dag actief, zo blijkt. Met een enkele uitschieter naar boven, en een wat grotere groep die veel minder uren op het kleine schermpje kijkt. ”Ik heb alleen WhatsApp,” legt Henriëtte van den Bos (19) uit. ”Ik weet dat ik er gevoelig voor ben om alles 17
”Ik weet dat ik er gevoelig voor ben om alles te volgen wat langskomt op sociale media. Vandaar dat ik er liever helemaal niet op zit.” te volgen wat langskomt op sociale media. Vandaar dat ik er liever helemaal niet op zit.” Rol ouders De rol van de ouders bij het omgaan met sociale media zien jongeren vooral als coachend. Regels stellen door ouders stellen rond socialemediagebruik zit er niet meer in vanaf het moment dat kinderen een jaar of zestien zijn, zo menen de meesten van hen. Corine van der Horst: ”Mijn ouders weten wat er speelt en we kunnen daarover thuis goed praten. Maar ik denk dat het niet fi jn is als ouders té dichtbij komen als het gaat over wat je wel en niet doet.” Toch is de rol van ouders niet uitgespeeld. Henriëtte: ”Mijn ouders ontmoedigen het dat ik de hele tijd m’n telefoon gebruik. Dat heeft bij mij ook meegespeeld bij mijn besluit om helemaal niet actief te zijn op sociale media.” De verenigingsavond wordt besloten met het schrijven van sociale media daar n elf n ren over hoe ze aankijken t gen zichzelf en w ol v kijken de rol groepjes wordt gesleuteld aan teksten, die na twintig minuten aan elkaar gepreer worden. De ene g oduceert een doorwr ekst met Bijbelse argumenen, een ander een beschrijving van een christen als pelgrim op weg naar de eeuwigheid, maar er is ook een groep die een lijst met concrete tips present ”Verwijder Snapchat van je t lefoon,” is zo’n advies. ”Anders zit je eraan vast. Je wordt bijna gedwongen om elke dag iets te posten.” uteld min ne pro te n, a n tl v n elf d aan inueer roduekst n, een an op , m en maar n lijst tee je t nders t bijn g iets Plussen en minnen ”Sociale media hebben tw kanten,” klinkt er vanuit een andere groep. ”Aan de ene kant kun je er op een goede een tacten mee onan de andere t zijn er ook minpunten.” Er wordt onder andere gewezen op de nadruk die ligt op het ‘perfecte plaatje’, waarmee mensen een onrealistisch beeld van zichzelf presenteren en van de risico’s op cyberpesten. ”Sociale media wekken de indruk dat je vriendengroep groeit, maar in werkelijkheid slinkt de groep met wie je echt contact hebt,” klinkt van een andere kant. ”God heeft ons allemaal wonderlijk gemaakt. We moeten ons niet mooier voordoen dan we zijn.” Albert-Jan Regterschot eer trs na s 18 Een depressie kun je aan een of meerdere van de volgende kenmerken herkennen. · Je voelt je langer dan twee weken somber. · Je bent continu moe en alles lijkt energie te kosten. s · Je bent prikkelbaar of reageert juist traag. eer · Je hebt schuldgevoelens en voelt je waardeloos. · Je kunt je niet goed concentreren. n de · Je denkt regelmatig aan de dood. en
Meer depressieve klachten Gebruik van sociale media zorgt voor een toename van het percentage jongeren dat depressieve klachten zegt te hebben. Diverse recente studies uit binnen- en buitenland wijzen daarop. Amerikaans onderzoek uit 2016 wijst erop dat mensen die constant actief zijn op sociale media, meer risico lopen op het ontwikkelen van een depressie. Het sterkst speelt dat bij meisjes en jonge vrouwen tussen de 15 en 25 jaar. In deze leeftijdsgroep ontwikkelt normaalgesproken één op de vijf meisjes en vrouwen een depressie. Bij degenen die zeer actief zijn op sociale media neemt dit toe naar één op de drie. Onder jongens en mannen in dezelfde leeftijdsgroep is veel minder vaak sprake van depressieve gevoelens. Eén op de veertien jongens en mannen krijgt hiermee te maken. Dit loopt op naar één op negen bij degenen die meer dan anderen actief zijn op sociale media. Ook onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam concludeerden eind 2018 dat er een verband is tussen gebruik van sociale media en symptomen van depressie zoals eenzaamheid en vermoeidheid. De onderzoekers richtten zich vooral op passief gebruik, waarbij jongeren niet zelf berichten posten. Het gebruik bestaat vooral uit op de smartphone kijken naar wat Instagram, Facebook of een ander socialmediaplatform biedt. Uit eerder onderzoek bleek al dat dit type gebruik van sociale media kan leiden tot een verminderd gevoel van eigenwaarde en het gevoel ergens bij te horen. Passief gebruik van sociale media zorgt er ook voor dat mensen minder interesse hebben in wat er om hen heen gebeurt. Ze kunnen zich minder goed concentreren, verliezen interesse in hun omgeving, zijn eerder moe en voelen zich eenzamer dan leeftijdsgenoten die minder actief zijn op sociale media. De onderzoekers in Amsterdam zeggen dat het vooral uitmaakt hoe je sociale media gebruikt. Het simpelweg stellen dat je depressiever wordt van sociale media klopt niet. Ook lijkt het erop dat bij mensen die sowieso al gevoelig zijn voor depressiviteit, sociale media een extra zetje geven. Dat laatste wordt ook bevestigd door onderzoek van begin 2019 aan de Universiteit van Tilburg. Daarin wordt zelfs gesteld dat de toename van gevallen van depressie vooral is toe te schrijven aan dit feit. Onderzoeker Peter van der Velden vertelde erover in het universiteitsblad Univers. ”Je moet eerst onderzoeken of het om een fase gaat in de ontwikkeling van het kind. Zo’n fase gaat vaak ook weer voorbij. Of dat de problemen meer in de verslavingshoek zitten, dat vraagt om een specifi eke behandeling. Het zijn dan niet zozeer de sociale media die de problemen veroorzaken. Vroeger zou zo’n jongere misschien zijn gaan drinken of blowen.”
Pastoraat is Wat hebt u met het thema van dit nummer? “Als kind had ik aandacht voor de zwakkeren in de klas en voelde ik me aangetrokken tot de buitenbeentjes. De Heere gaf me de gave van het kunnen luisteren en van antennes voor het aanvoelen van stemmingen van anderen. In het voortgezet onderwijs raakte ik als mentor in gesprek met vastgelopen jongeren. Nu mag ik als pastoraal werker voor de classis Goes en ouderling in de gemeente van Waarde een steentje bijdragen aan de zorg voor mensen en zeker ook jongeren met depressieve gevoelens.” Hoe raken jongeren in de put? “Jongeren moeten zichzelf kunnen zijn en zich gehoord en gezien voelen. Sommige jongeren missen 20 presentie OMGAAN MET JONGEREN IN DE PUT Hij heeft veel depressiviteit gezien, ook onder jongeren. Komt zelfs kinderen met suïcidale gedachten tegen. Wat kunnen ambtsdragers en gemeenteleden betekenen voor jongeren in de put? In gesprek met pastoraal werker en ouderling G. van Veldhuisen. onvoorwaardelijke liefde van hun ouders. Ze krijgen negatieve boodschappen: ‘Je hebt net zo’n vreselijk karakter als je vader. Je lijkt sprekend op je moeder als je je zo gedraagt.’” Depressiviteit kan het gevolg zijn van pestgedrag op school, in de buurt of binnen de kerkelijke gemeente. Het raakt van Veldhuisen als hij over dit onderwerp praat. Hij weet als geen ander dat pestgedrag niet altijd met grof geweld gepaard gaat. “Het gebeurt ook heel subtiel en geraffineerd door buitensluiten, roddelen, negeren, misbruiken van sociale media. Je ziet gewoon niet alles wat er in een klas, op JV of catechisatie gaande is.” Voorzichtig formulerend probeert hij onder woorden te brengen dat een negatief, verwrongen Godsbeeld mede INTERVIEW
zijn diepe sporen in mensenlevens nalaat. “Ik bedoel daarmee een Godsbeeld waarin God als de strenge, straffende God voorgesteld wordt. Waar men niet met twee woorden spreekt over wet en evangelie. God haat de zonde, maar heeft de zondaar lief!” “Het getuigt van professionaliteit om de jongere vast te houden in gebed en aandacht en los te laten door te verwijzen naar de hulpverlening.” Hoe onderken je als catecheet dat iemand worstelt met depressieve gevoelens? “Wees als catecheet of als JV-leider alert op signalen die je krijgt. Luister naar het gevoel van ‘hier klopt iets niet’. Heb oog voor het grijze muisje in de groep. Voor die jongen die met zijn hele houding communiceert dat hij met rust gelaten wil worden. Die zich steeds meer terugtrekt.” En dan? “Pastoraat is presentie! Investeer in jongeren. Ga het gesprek aan met de jongere in de put. Neem daarin het initiatief. Dat kan door een appje te sturen. Je kunt lang wachten voordat zo’n jongere uit zichzelf naar je toe komt. Probeer het vertrouwen te winnen. Wees betrouwbaar. Luister oprecht naar wat hij te zeggen heeft. Een jongere kan in de gemeente veel negatieve ervaringen opgedaan hebben. De kerk moet een veilige plek zijn. Dienstbaarheid zit vaak in kleine dingen.” Wat doet depressie met het geloofsleven? “Depressie kleurt het geloofsleven. Niks lukt, alles staat in een negatief daglicht. Dus ook als het gaat over de dingen van de eeuwigheid. Suïcidale gedachten als: ‘Wat heeft het leven nog voor zin? Kan er niet beter een einde aan komen?’ dringen zich op.” Geestelijke nood en depressie kunnen op elkaar lijken... “Echt depressieve gedachten kunnen puur horizontaal en op jezelf gericht zijn. Geestelijke nood gaat over je verhouding tot God. Dat geeft een roepen uit de diepte: ‘Wie bent U? Waar bent U?’ Het wordt pas opgelost als de Heere tot je spreekt vanuit Zijn Woord.” Is het niet moeilijk om op een goede manier met jongeren in de put om te gaan? Van Veldhuisen toont veel empathie voor de medemens in de knel. Hij kan gebruik maken van een rijke ervaring in de omgang met jongelui die in de put zitten. “Het leven kan voor een depressieve jongere zo zwaar zijn, bijna onmogelijk. Daar sta je met lege handen bij. Zwijg dan maar een poosje bij zo iemand. Denk aan de vrienden van Job. Het is belangrijk om perspectief te bieden – morgen bel ik je; donderdag kom ik weer. Vraag: ‘Wat kan ik voor jou betekenen?’ Geef erkenning voor de zwaarte van het probleem. Wees helder en eerlijk in wat je kunt bieden. Een catecheet, jeugdleider, ambtsdrager of gemeentelid is geen hulpverlener. Het getuigt van professionaliteit om de jongere vast te houden in gebed en aandacht en los te laten door te verwijzen naar de hulpverlening. De Heere zegent middelen. Laat Hem besturen, waken.” Hebt u nog meer aandachtspunten? “Vooral niet: negatief doen; preken en beleren; de jongere afschrijven; uitstellen om contact op te nemen. Het is van belang om positief te blijven en zelf klein en afhankelijk tegenover de Heere te zijn. Sta naast de mens in nood en laat merken dat je aan hem denkt. Niet alleen in woorden, maar ook – misschien juist – in daden. De Heere Jezus had oog voor de groep en voor de enkeling. Hij zocht ze op. Hij was met innerlijke ontferming bewogen. Ook de depressieve jongere is welkom bij Hem.” Is er in de gemeenten voldoende oog voor deze problematiek? “Jazeker, dat komt er meer en meer. Binnen de kerkenraden fungeren contactambtsdragers. Zij kunnen mij vragen mee te denken in bepaalde situaties. En jaarlijks wordt er toerusting gegeven over een thema dat de aandacht vraagt. Dus ook over dit onderwerp.” Mettie de Braal-Prins TIP Ken je iemand met suïcidale gedachten? Kijk op de website zelfmoordpreventie 113: www.113.nl. Het telefoonnummer 0900-0113 kunnen mensen bellen voor acute hulp. Daar vind je tips over het herkennen van suïcidale gedachten; hoe het gesprek erover aan te gaan; wat de volgende te nemen stappen zijn. 21
Leestips Dr. Joop Stolk, Jong en depressief; ISBN 9789402904444; Uitgeverij De Banier 2017; 160 blz.; € 14,95 Waaraan merk je dat een puber of jongere depressief is? Hoe ontstaat een depressie? Hoe kunnen ouders hun depressieve zoon of dochter tot steun zijn, thuis, in contact met de school en in de professionele hulpverlening? Behalve aan deze vragen wordt in dit boek ook aandacht besteed aan zelfdoding bij depressieve pubers en jongeren en aan de vraag of en hoe depressies voorkomen kunnen worden. Een waardevolle publicatie voor iedereen die te maken heeft met jongeren die hun weg naar de volwassenheid moeten vinden. Arie Jan de Lely, Wat depressie met je doet; ISBN 9789023921509; Uitgeverij Boekencentrum 2012; 186 blz. (Alleen tweedehands verkrijgbaar) Dit boek geeft in begrijpelijke taal grondige informatie over de actuele inzichten in depressie. Is depressie eigenlijk wel een ziekte? Hoe kan een depressie het beste behandeld worden? Tegelijk besteedt het in een vijftal diepte-interviews veel aandacht aan het persoonlijke verhaal en aan wat het, ook voor de nabije omgeving, betekent om depressief te zijn. Aan de hand van de huidige wetenschappelijke kennis wordt het verband tussen geloof en depressie besproken. Aan het slot van het boek staat de auteur stil bij geluk. Geluk bestaat niet uit grote, onbereikbare dingen, maar uit eenvoudige dingen binnen handbereik, uit de kunst van geven en ontvangen. Juist in de woestijn van de depressie kan een klein beetje geven en ontvangen heel troostvol zijn. 22 Elise Brouwer, Woestijnregen; ISBN 9789023954705; Uitgeverij Boekencentrum 2018; 80 blz.; € 11,99 Woestijnregen is een bemoedigend dagboek voor mensen die lijden aan depressie en angsten. Wat als je ten onder lijkt te gaan aan gevoelens van hopeloosheid, zinloosheid en intens verdriet? Waar is God als alles donker is? Aan de hand van zeven thema’s neemt de auteur de lezer mee op haar weg door depressie en angst. Zonder gemakkelijke antwoorden, openhartig en eerlijk, vertelt ze over haar ervaringen met depressie en het leven met God. Zo is dit boek een metgezel voor mensen die donkere dagen meemaken. Sarina Brons-Van der Wekken, Goeddat je er bent. Een realistische kijk op jezelf; ISBN 9789033129605; Uitgeverij Den Hertog 2019; 224 blz.; € 18,50 Hoe komt het toch dat de ene persoon een positief zelfbeeld heeft en een ander helemaal niet? Waar zit dat raadsel dat ‘eigenwaarde’ heet? Hoe kom je aan zelfvertrouwen en wat en wie geeft je het gevoel dat je er mag zijn zoals je bent? Naast een praktische benadering van het thema ‘zelfbeeld’ gaat de auteur in op de spanning tussen psychologie en theologie. De psychologie spoort aan om kracht in jezelf te zoeken, jezelf te ontplooien en assertief te zijn. In de Bijbel lezen we een andere boodschap: over nederigheid en ootmoed, over een gevallen mens die niets goeds meer doet, over totale afhankelijkheid van Gods genade. Dit roept vragen op. Mag ieder mens zich door God aanvaard weten? Wat is de betekenis van schuld en verzoening, en welke rol speelt dit in het jezelf aanvaarden zoals je bent? De auteur wil antwoorden geven, gebaseerd op de gereformeerde leer. Niet met de pretentie van volledigheid, maar uit de behoefte een handreiking te bieden om als christen een goede levenshouding te vinden.
Ds. A. Elshout, Een helpende hand. ISBN 9033111950; Uitgeverij Den Hertog; 131 blz. (Alleen tweedehands verkrijgbaar) Ds. Elshout was predikant binnen de Gereformeerde Gemeenten. Dit boek gaat over lijdens- en stervensbegeleiding, maar de auteur wil vooral een helpende hand bieden aan mensen met psychisch lijden. Hij put uit zijn ervaringen als predikant, maar ook uit zijn eigen ervaringen met psychisch lijden. Dit zorgt ervoor dat het een boekje dichtbij de Bijbel blijft, maar ook praktisch is in de adviezen die het geeft. Zo gaat de auteur in op geestelijke vragen: de relatie tussen ziekte en zonden, genezing op gebed, vergelijking met het lijden van de Heere Jezus, het buigen onder het lijden. “Amen zeggen, niet dwangmatig worstelen met God om Hem te bewegen, maar uitzien naar God om hulp om Zijns Naams wil.” Het is ook een heel praktisch boekje: een psychisch zieke kan zich schuldig voelen, maar “de één vat sneller kou dan de ander. Is die eerste persoon minder, slechter? Zo is het ook met vatbaarheid voor psychische problemen.” Ds. A. Elshout, Nogmaals een helpende hand. ISBN9033111969; Uitgeverij Den Hertog; 108 blz. (Alleen tweedehands verkrijgbaar) Dit boekje is wat minder breed in de onderwerpen die besproken worden als het vorige boekje. Het gaat over Elia, de strijdbare held die in Gods Naam en kracht dappere daden deed (1 Koningen 17,18), en hoe hij de strijdens- en levensmoede man werd, die sprak: “Het is nu genoeg, neem nu mijn ziel, want ik ben niet beter dan mijn vaderen” (1 Koningen 19). De schrijver legt de Bijbelgedeelten uit en maakt de toepassing naar depressieve mensen en naar mensen die geloofsworstelingen kennen. Dit doet hij op een praktische en bijbelse manier en als ervaringsdeskundige. Zo krijgt Elia van de Heere God onderwijs. De Heere bracht correcties aan in zijn negatieve denkpatroon, zijn verkeerde gedachten over zichzelf en over de vrucht van zijn werk en over de werkwijze van de Heere. Maar de Heere begon niet met spreken. Eerst slaap, voedsel en rust voor Elia. LUISTERTIP ‘IK BEN BEZORGD’ – PODCAST DOOR DS. J. IJSSELSTEIN. TE VINDEN OP: WWW.EVENSTIL.NL Colofon Uitgever: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten Houttuinlaan 7 3447 GM Woerden Postbus 79 3440 AB Woerden T (0348) 48 99 48 F (0348) 48 34 66 E info@jbgg.nl I www.jbgg.nl Giften: NL43 RABO 0364 2790 95 t.n.v. Jeugdbond Ger. Gem., Woerden o.v.v. ‘gift’. Directeur: L.A. Kroon Eindredacteur: G.M. de Regt T (0348) 48 99 48 E info@jbgg.nl Commissie EigenWijs: J. Biemond-Van Bergeijk M.R. de Braal-Prins P.M. Jacobse-Weststrate, Jaargang 10 (2019 ), nummer 1 A.J. Regterschot en G.M. de Regt EigenWijs is een vrijwilligersblad. Medewerkers ontvangen dus geen vergoeding. Fotografi e in dit nummer: Indien u rechten denkt te kunnen ontlenen aan (foto) materiaal in deze EigenWijs, kunt u contact opnemen met de eindredacteur. Advertenties: Prijzen op aanvraag; plaatsing in overleg. E daniel@jbgg.nl Abonnementen en adreswijzigingen: EigenWijs is een gratis bijlage bij Daniël en verschijnt twee keer per jaar. Voor alle aankondigingen geldt: Deo volente Vormgeving en druk: Verloop drukkerij, Alblasserdam 23 Indien u rechten denkt te kunnen ontlenen aan (foto)materiaal in deze EigenWijs, kunt u contact opnemen met de eindredacteur.
Single of getrouwd, gescheiden of anders geaard? Voedt u kinderen op of helpt u mee in het jeugdwerk? Rouw, depressie, een beperking? Heeft u te maken met dit soort thema’s of komt u ze tegen in het pastoraat? Kijk dan eens op de website van het Adviesplein gemeente & gezin. www.gemeenteengezin.nl
1 Online Touch