ESSAY HOE VERDER MET ONZE KUST? 18 LOKAAL VOORDEEL KAMERLEDEN MET DECENTRALE ROOTS 22 NATUUR EN MIILEU VERWANT MAAR TOCH ALTIJD GESCHEDEN 25 16 april 2021 | week 15 | jaargang 42 7 2021 BINNENLANDS BEST BINNENLANDS BESTUUR RIJK K EN GEMEENTEN BAKKELEIEN TE VEEL RAAD VAN STATE MAANT TOT MEER TEAMWORK Het Publieke Domein VAN EN VOOR DE PUBLIEKE SECTOR Ontdek de digitale leeromgeving op www.delerendeambtenaar.nl Als het om arbeidsmobiliteit gaat hetpubliekedomein.nl | info@hetpubliekedomein.nl | 030 - 208 1153 ONAFHANKELIJK MAGAZINE VOOR BETROKKEN AMBTENAREN EN BESTUURDERS
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 02COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘ Jongeren met problemen snakken naar hulp’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. GELD VOOR PLEZIER, NIET VOOR JEUGDHULP WRANG EN BESCHAMEND Suïcidale jongeren die maanden op hulp moeten wachten. Kinderen met ernstige eetstoornissen die het voorlopig zonder hulp moeten zien te rooien. Jongeren met een depressie, zichzelf beschadigen, verslaafd zijn, gedragsproblemen hebben en die op ellenlange wachtlijsten staan. Het is een verontrustend en droevig beeld waar onder meer de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, de GGZ en tal van jeugdpsychiaters over aan de bel trekken. De knelpunten zijn er al een tijdje, maar de coronacrisis verergert deze. De financiële tekorten van gemeenten helpen niet mee. In december is onomstotelijk vastgesteld dat zij een structureel tekort van 1,7 miljard euro op de jeugdzorg hebben. Het kabinet erkent het bedrag, maar komt tot nu toe met geen enkele euro extra over de brug. Wel trekt het een krappe miljard (!) euro uit voor experimenten (fieldlabs) om bezoekers met een negatief coronaresultaat de kans te geven weer eens naar een museum, dierentuin of theater te gaan. Wrang, beschamend is dit. Iedereen snakt naar vrijheid, naar vertier, naar versoepelingen is het ‘verkooppraatje’ van de initiatiefnemers van de fieldlabs. Iedereen is het thuiszitten ‘spuugzat’. Al die jongeren met ernstige en minder ernstige psychische problemen die op wachtlijsten staan, snakken niet naar vertier, maar naar hulp. Hulp. En zorg. Passend en tijdig. Zodat het leven op zijn minst weer draaglijk(er) en weer de moeite wordt om te leven. Hun ouders idem dito. Het was ‘niet chic’ om als demissionair kabinet, net voor de verkiezingen, grote bedragen voor de jeugdzorg vrij te maken, stelde staatssecretaris Blokhuis (VWS, CU). Binnenlands Bestuur achterhaalde dat minister Hoekstra van Financien (CDA) weigerde zijn chequeboek te trekken – een onderhandelingsresultaat om trots op te zijn. De uitkomst van de arbitrage die gemeentekoepel VNG daarop inzette, volgt in mei. Het is aan een nieuw kabinet dat al dan niet over te nemen. Maar deze jongeren kunnen daar niet op wachten. Er is nu extra geld nodig. ‘Den Haag’ moet nu de problemen van al die jongeren, de pijn en het verdriet daarover bij hun omgeving willen zien en er voldoende geld voor vrijmaken. ADVERTENTIE YOLANDA DE KOSTER REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR
P BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 INHOUD 03 14 COVERSTORY BESTUURLIJKE VERHOUDINGEN De relatie tussen rijk en gemeenten moet worden genormaliseerd, niet gejuridiseerd. Daarom zijn de permanente geschillenregeling en een Wet op het decentraal bestuur slechte ideeën, vindt de Raad van State. 10 INTERVIEW PETRA VAN NES-DE MAN De bestuurscultuur bij het waterschap Hollandse Delta is verziekt en het college functioneert niet. De vijf heemraden zijn exit. ‘Maar de dijkgraaf had moeten opstappen’, zegt oud-heemraad Petra van Nes. 28 ‘LOKAAL LIGT DE EERSTE OPLOSSING’ 33 BRENNO DE WINTER: ‘BEVEILIG ICT ALS DEFENISIE’ Hof van Twente is geen uitzondering: criminelen kunnen elke gemeente hacken. Ict-expert De Winter over een gebrek aan kennis in het college en een te gesloten bedrijfscultuur. Klimaatverandering wordt vooral geassocieerd met de stijgende zeespiegel. Droogte vormt volgens René Didde in Nederland sluipenderwijs een net zo nijpend probleem. De wetenschapsjournalist schreef er een verhelderend boek over. Met oplossingen. RECEPT TEGEN DROOGTE: MEER WATER VASTHOUDEN NIEUWS Cyberburgemeesters slaan alarm Nederland in EU laatste met herstelplan ESSAY Onze kust als katalysator ACHTERGROND ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ‘Met lokale ervaring beter Kamerlid’ ‘Ruilverkaveling’ op natuur en milieu ‘Zet het recht zo effectief mogelijk in’ ‘Gemeente moet burger betrekken bij EU’ 22 25 30 36 18 4 5 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK NIEUWS IN BEELD GEERTEN BOOGAARD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 5 6 9 17 27 39 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 04 NIEUWS ICT DOOR: WOUTER BOONSTRA Met een pamflet richting formatietafel roepen 14 ‘cyberburgemeesters’ op tot vaart, middelen en borging van digitale veiligheid in het overheidsbeleid. Er moet één bewindspersoon komen en één beleidsdepartement die landelijke regie voeren. DUURZAME AANPAK DIGITALE ONVEILIGHEID ‘BROODNODIG’ CYBERBURGEMEESTERS SLAAN ALARM Structurele aandacht en financiering voor de bestuurlijke en preventieve aanpak van digitale onveiligheid op lokaal niveau is nodig, omdat risico’s van digitalisering steeds vaker ontwrichtend uitwerken: van stelen van persoonsgegevens tot uitschakelen van vitale systemen. Hackincidenten in Lochem en Hof van Twente zitten vers in het geheugen. De exponentiele toename van cybercrime wordt de nieuwe categorie ‘high impact crimes’ genoemd. ‘Terecht dat digitale veiligheid landelijke prioriteit heeft’, aldus de cyberburgemeesters waaronder de initiatiefnemers Astrid Nienhuis (Heemstede) en Kees van Rooij (Meijerijstad). Burgemeesters dragen verantwoordelijkheid op vier sporen: het eigen huis op orde brengen en houden (informatiebeveiliging), voorbereiding op cyberincidenten en -crises en online aangejaagde ordeverstoringen en het regisseren van lokaal veiligheidsbeleid met daarin aanpak van cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit. ‘Landelijke support en regie is nodig om onze verantwoordelijkheden te kunnen invullen.’ Huidige proeftuinen, projecten en programma’s kunnen aan kracht winnen door meer te investeren in onderlinge samenhang en structurele middelen om goede resultaten lokaal uit te rollen. Het huidige beleid kenmerkt zich door ‘incidentele impulsen en support’ en leidt niet tot wezenlijke verandering, aldus de cyberburgemeesters. Het brengt enkele grotere gemeenten vooruit, niet alle 352 gemeenten. ‘Om onze verantwoordelijkheid echt waar te kunnen maken zijn middelen en een duurzame aanpak nodig.’ Het pamflet rept niet over extra bevoegdheden voor burgemeesters om bijvoorbeeld digitaal aangejaagde ‘Risico’s digitalisering werken steeds vaker ontwrichtend’ ordeverstoringen aan te kunnen pakken. Volgens de advocaten Heleen Peters en Cees van de Sanden kunnen burgemeesters met de huidige bevoegdheden al meer dan ze denken. ‘Maar voor krachtiger optreden, zoals met een digitale noodverordening, zijn er wel aanvullende wettelijke bevoegdheden nodig.’ ORDEVERSTORING Om digitaal aangejaagde ordeverstoringen te voorkomen is het zaak vooraf een plan te maken ‘en niet pas als de rellen zijn uitgebroken’. Aan de formatietafel zouden mogelijkheden voor verbetering moeten worden besproken. ‘De wetgeving, deels uit Thorbecke’s tijd, moet worden geactualiseerd’, aldus Van de Sanden. Digitale ordeverstoringen vanuit oproepen op social media geven een andere dynamiek aan de kwestie. ‘Het is niet meer fysiek op straat, maar in de digitale wereld. Wetgeving loopt per definitie achter, maar hier wringt dat steeds meer. Wat kunnen we daar dan tegen doen?’ Geef burgemeesters meer mogelijkheden om niet alleen tegen primaire overtreders te kunnen optreden, maar ook tegen digitale platforms (YouTube, Facebook etc) die overtredingen willens en wetens blijven faciliteren, bepleiten de advocaten. Peters wijst op digitale oproepen tot rellen in Utrecht en Den Bosch, waar honderden mensen op afkwamen. ‘Door creatieve toepassing van civiel en/of strafrecht kun je repressief het nodige, maar om problemen te voorkomen kun je veel beter meer specifieke wettelijke mogelijkheden creëren.’ Van de Sanden weet dat die wens leeft onder burgemeesters. ‘Anderen zeggen "het is hier geen Noord-Korea, je mag je mening toch wel uiten?", maar van de honderd pagina’s van het ‘Zakboek voor burgemeesters’ gaat maar een halve pagina over dit onderwerp. Eigenlijk zou je een debat moeten voeren over wat nodig en wenselijk is. De huidige wet- en regelging is er niet op toegesneden.’ De Lochemse burgemeester (en ‘ervaringsdeskundige’) Sebastiaan van ’t Erve steunt het pamflet van harte. Als wethouder in Amersfoort had hij te maken met een Project X-achtige situatie, waarna de politie de oproeper thuis bezocht en de ouders confronteerde. ‘Dat was uiterst effectief. Ik ben dat nooit vergeten. Het is niet ongrijpbaar.’ Als er serieuze vrees is voor verstoring van de openbare orde op basis van feiten, moet de provider de naam doorgeven. ‘We kunnen die persoon dan aanspreken. Je brengt het zo terug tot de basis, tot de mens. Het is dan minder interessant waar de server staat.’
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 DOOR: SIMON TROMMEL FINANCIËN NIEUWS 05 Nederland staat het laatst in de rij voor de 672,5 miljard die in Brussel op de plank liggen voor het economisch herstel. Alle lidstaten hebben bij de Europese Commissie aangegeven de deadline van 30 april te halen voor het EU-herstelplan, behalve Nederland. 'PIJNLIJK EN GÊNANT' NEDERLAND IN EU LAATSTE MET HERSTELPLAN Dat zegt Céline Gauer, hoofd Taskforce voor het herstelplan bij de Europese Commissie. Ze deed haar uitspraken bij een webinar van het Egmont Instituut voor Internationale Betrekkingen. Dat betekent dat waar voor sommige lidstaten de eerste betalingen rond de zomer al kunnen plaatsvinden, Nederland voorlopig moet wachten op de 5,6 miljard aan giften en kan het – mocht het dat willen – CARTOON BEREND VONK ook niet lenen. Gauer wees er op dat de aanvraagprocedure 'zwaar' is, met een beoordeling die maanden duurt – heel anders dan voor structuurfondsen. Voor dit geld gelden duidelijke meetbare, realistische doelen. Het is een contract met strenge voorwaarden waar Nederland zelf op aandrong. De deadline van 30 april is overigens geen keiharde datum. Later plannen indienen kan, ook in 2022 en 2023. Maar dat heeft wel gevolgen voor de inzet van het geld. Er is dan korter de tijd het uit te geven. Pijnlijk en gênant noemt gedeputeerde Michiel Rijsberman (Flevoland, D66) en lid van het Comité van de Regio´s de vertoning. De provincies dienden in september al herstelplannen in en hoorden daar nog niets substantieels op van het rijk. Ambtelijk is wel contact geweest inmiddels. Economische Zaken liet aan Binnenlands Bestuur weten dat er ambtelijk opdracht is gegeven tot een verkenning. De boodschap van premier Rutte in De Telegraaf, nog voor de verkiezingen, was dat er eerst gewerkt moet worden aan het herstel. Daarna zou pas moeten worden geformeerd en die formatie zit inmiddels muurvast. Rijsberman noemt dat 'een armetierige poging' om voor 30 april binnenlands toch nog iets uit te onderhandelen. ‘De betrokkenheid van regio´s is verplicht. Brussel heeft al plannen afgewezen omdat die betrokkenheid te gering was. Dat kan ook met het Nederlandse plan gebeuren.'
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 06 NIEUWS IN BEELD HUIZENMARKT DOOR: HANS BEKKERS VERKOOPPRIJS KOOPWONING Gemiddelde verkoopprijs bestaande koopwoningen Minder dan 200 (duizend euro) 250 tot 300 (duizend euro) 200 tot 250 (duizend euro) 300 tot 350 (duizend euro) 350 of meer (duizend euro) Bron: CBS, Kadaster BLOEMENDAAL VERSUS PEKELA De hoogste gemiddelde verkoopprijs, 863.000 euro, is te vinden in Bloemendaal. In 2019 werd in deze gemeente ook al de hoogste gemiddelde verkoopprijs gemeten. De gemiddelde verkoopprijs is er in 2020 gestegen met 4 procent. De laagste gemiddelde verkoopprijs werd gemeten in Pekela. Daar kostte een bestaande koopwoning gemiddeld 164.000 euro. Deze prijs is vergelijkbaar met de gemiddelde verkoopprijs van koopwoningen in Nederland tussen 1999 en 2000. In 2019 waren de verkoopprijzen van bestaande koopwoningen gemiddeld 155.000 euro in Delfzijl, de laagste prijs in het land. De gemiddelde verkoopprijs van een woning in Bloemendaal was 5,3 keer zo hoog als in Pekela. In 80 procent van de gemeenten lag de gemiddelde verkoopprijs van een koopwoning tussen 250.000 euro en 439.000 euro.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 NIEUWS IN BEELD 07 De gemiddelde verkoopprijs van een koopwoning is in 2020 toegenomen tot 334.000 euro. Dit is de hoogst gemeten gemiddelde prijs sinds het begin van de meting in 1995. De gemiddelde verkoopprijs van een bestaande woning steeg in 342 van de 355 gemeenten. Bloemendaal was de gemeente met de hoogste gemiddelde verkoopprijs van 863.000 euro. In Pekela werd met 164.000 euro de laagste gemiddelde prijs gemeten. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van het CBS en het Kadaster. Koopsom per gemeente, gemiddelde en spreiding NOORD-HOLLAND PRIJZENKAMPIOEN Van de 10 gemeenten met de duurste verkochte woningen liggen er 7 in Noord-Holland. 6 van de 10 gemeenten met de laagste gemiddelde verkoopprijs liggen in de provincie Groningen. De provincie Groningen was de enige provincie waar de gemiddelde huizenprijs lager lag dan 250.000 euro. Zowel in Noord-Holland als in Utrecht lag de gemiddelde verkoopprijs hoger dan 400.000 euro. 1000 EURO 200 400 600 800 0 1995 2000 2005 2010 Gemiddelde koopsom Nederland Spreiding koopsom (80 procent van de gemeenten) Spreiding koopsom (alle gemeenten) Bron: CBS, Kadaster Gemiddelde verkoopprijs bestaande koopwoning, 2020 Bloemendaal Blaricum Laren Wassenaar Heemstede Rozendaal Gooise Meren Bergen (NH.) De Bilt Landsmeer Nederland Veendam Appingedam Brunssum Heerlen Het Hogeland Oldambt Den Helder Kerkrade Delfzijl Pekela 0 Bron: CBS, Kadaster 200 400 600 800 100 EURO UITLEG GEMIDDELDE De gemiddelde verkoopprijs (of koopsom) is het gemiddelde van de transactieprijzen van alle verkochte, bestaande koopwoningen in een jaar. Er wordt niet gecorrigeerd voor het soort en de kwaliteit van de woning. Verschillen in gemiddelde transactieprijzen tussen gemeenten worden dan ook mede bepaald door het soort woningen dat verkocht wordt. Zo zal in gemeenten waar veel villa’s verkocht zijn de gemiddelde verkoopprijs hoger liggen dan in gemeenten met veel verkochte appartementen. 2015 2020
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN09 PAALROT OP HET BINNENHOF Ontwikkel u verder Kennis blijven delen, op de hoogte blijven van de laatste vaktrends en samen scenario’s verkennen en blijven verbinden. Dat is in deze tijd belangrijker dan ooit. Daarom focussen we juist nu met onze virtuele congressen en online opleidingen op wat u nodig heeft. Met inhoudelijke trainingen die aansluiten op de doelstellingen van de VNG, opleidingen die inspelen op vaardigheden voor uw persoonlijke ontwikkeling en sprankelende digitale evenementen. Ons aanbod Online Leermodule: Klantreizen 2021 6 mei en 3 juni Online 2-daagse training: Van gelijk hebben naar gelijk krijgen, door effectief communiceren 6 en 20 mei Masterclass: Succesvol adviseren in een politiekbestuurlijke context 10 mei Online training: Lenig denken voor ambtenaren 18 mei Verschillende online Masterclasses: Zo werkt de zorg binnen gemeenten 19 mei, 9 juni en 7 juli Online Masterclass: Scenario denken 20 mei en 17 juni Online module: Actualiteiten arbeidsrecht voor ambtenaren 27 mei Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl Dat de zittende macht zoekt naar manieren om Pieter Omtzigt te lozen, mag niet verbazen. De man is letterlijk en figuurlijk de nemesis van Mark Rutte. Waar de laatste zijn opgeruimde gemoed ontleent aan weinig actieve herinneringen, maakt het olifantengeheugen van de eerste hem alleen maar argwanender. Dat werkt natuurlijk niet. Bij Unilever had de manager Rutte de horzel Omtzigt allang ‘uit het team’ gezet. Dat dus bij de verkenning van Rutte IV een functie elders voor Omtzigt op de agenda stond, was misschien een beetje onbeschaamd - maar niet verrassend. Zo werkt macht. Evenmin mag het verbazen dat Rutte een dag later stond te bluffen dat hij noch Kaag bij de verkenners één woord over Omtzigt hadden gesproken en dat hier verder ook geen verantwoording over viel te verwachten. Hoe slordig en achteloos het ook moge zijn om te denken dat je zo’n vuurtje uit kunt trappen, dit is precies het soort constitutionele paalrot wat we in de geschiedenis vaker zien voorkomen bij lang zittende premiers. Wat wél verbazing had moeten wekken, is dat Rutte vindt dat hem inhoudelijk weinig valt te verwijten omdat hij Omtzigt minister had willen maken. Je moet iets met Omtzigt, had hij gezegd: minister maken. Daaruit blijkt dat we macht en tegenmacht niet alleen slecht hebben georganiseerd, zoals nu iedereen roept, maar vooral dat het hele concept ons vreemd is. De vergeten mastodonten die na het debacle van hun voorman een mediatournee afwerkten om de liberale zaak te redden, deden het incident voorkomen als een aandoenlijke bezorgdheid om de carriere van Pieter. Een goed en ervaren Kamerlid, die verdient het toch een keer om minister te worden, oreerde Henk Kamp op 4 april bij OP1. Dat is toch geen schande? Dat is promotie! Om er daarna vilein aan toe te voegen: Omtzigt heeft nu zo lang overal kritiek op gehad, het is tijd dat hij maar eens laat zien wat hij waard is als hij het zelf mag proberen. Deze laatste opmerking, die naar mijn gevoelen veel breder wordt gedeeld, klinkt redelijk. Maar hij staat haaks op de essentie van checks and balances. Machtsevenwicht, zo rekende de grote constitutionalist James Madison ons al voor, ontstaat als je twee tegengestelde ambities g elijkwaardig tegenover elkaar organiseert. Dan houden ze elkaar in balans. In de wereld van Rutte en Kamp bestaat echter maar één ambitie: minister worden. Macht en tegenmacht zijn in hun ogen slechts een rivaliteit tussen mensen die al minister zijn en mensen die dat nog graag willen worden. Of zouden moeten willen worden. Werkelijke tegenmacht in staatsrechtelijke zin ‘ Bij Unilever had de manager Rutte de horzel Omtzigt allang ‘uit het team’ gezet’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN moet echter komen van mensen die géén minister willen worden. Van mensen voor wie volksvertegenwoordiging hun roeping is en het controleren van de macht hun taak. Daar gaan checks and balances over. Zolang Rutte geen kwaad ziet in zijn poging om het zeldzame Kamerlid dat niet naar het pluche lonkt minister te maken, diskwalificeert dat eigenlijk alles wat hij nu staat te melden over macht en tegenmacht. Hij heeft het dan immers slechts over macht en afgeleide macht. Macht en tegenmacht organiseren begint met het accepteren van de gelijkwaardigheid van de verschillende functies op het hoogste niveau. Met ieder zijn eigen logica en spelregels. Volksvertegenwoordigers zijn geen gemankeerde bestuurders, dus goede volksvertegenwoordigers hoeven niet beloond te worden met een baantje als minister. Het land moet bestuurd worden, zoals het nieuwe boek van Wim Voermans heet, maar niet door de Tweede Kamer. Die is gekozen om dat bestuur te controleren. De eerste stap naar dualisme, is dat erkennen. En daarna hoeven we niets meer met Omtzigt.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 10 INTERVIEW PETRA VAN NES-DE MAN DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: ARIE KIEVIT Het staat in een onderzoeksrapport: de bestuurscultuur bij het waterschap Hollandse Delta is verziekt en het college functioneert niet. Weg met de vijf heemraden. En dat is gebeurd. ‘Maar de dijkgraaf had moeten opstappen’, zegt oud-heemraad Petra van Nes. OUD-HEEMRAAD KRAAKT ONDERZOEKSRAPPORT ‘WIJ HEBBEN HET GOED GEDAAN’ ‘Jan Bonjer is een hoofdredacteur die dijkgraaf wilde worden. Maar hij snapt niets van politiek en kan niet besturen, en ik geloof dat-ie dat niet wil ook’, zegt oud-heemraad Petra van Nes (59) over de dijkgraaf van het waterschap Hollandse Delta, voormalig hoofdredacteur van AD en FD Jan Bonjer. We zitten op een bankje in de zon bij voetbalvereniging Rijsoord, niet ver van het Ridderkerkse hoofdkwartier van het waterschap. Van Nes: ‘Alle heemraden zijn er vorige maand uitgemieterd, omdat in een onderzoeksrapport staat dat de bestuurscultuur is verziekt, waardoor wij niet functioneren. Over het functioneren van de voorzitter van het college, de dijkgraaf, staat niets in het rapport. Hij stond als ‘gedelegeerd opdrachtgever’ kennelijk boven het onderzoek.’ Wat wel in het rapport staat dat organisatieadviseur Hans Andersson op verzoek van het algemeen bestuur (de verenigde vergadering) op 15 maart presenteert, is volgens oud-heemraad Van Nes ‘een fabeltje’. De kop noopt tot lezen: ‘Uitsluiting leidt tot verziekte bestuurscultuur.’ De leider van de Waterschapspartij Hollandse Delta (Van Nes’ partijgenoot Piet Kome) vertoont dominant politiek leiderschap, dat ‘voor betrokkenen op momenten onvoorspelbaar is en/of ad hoc gedrag oplevert.’ Onderzoeker Andersson ziet ‘onderlinge samenwerking met dubbele agenda’s en geen open bestuurlijke verhoudingen, waardoor meer en meer wantrouwen groeit.’ Er ontstaan aanvaringen en men maakt elkaar ‘verwijten over persoonlijke integriteit’. De heemraden hebben ‘gebrekkige politieke antennes, hebben last van elkaar en lopen elkaar voor de voeten.’ Het waterschap Hollandse Delta ontstaat in 2005 na een fusie van diverse waterschappen en het zuiveringsschap. Het gebied beslaat Goeree Overflakkee, Voorne-Putten, Hoeksche Waard, IJsselmonde, Dordrecht en Rozenburg. Sinds 2009 zitten naast de vaste vertegenwoordigers van bedrijven, boeren en natuurclubs ook politieke partijen in de verenigde vergadering. Van Nes’ Waterschapspartij Hollandse Delta (WPHD) is in dit gezelschap verreweg de grootste, maar ‘we kregen nooit de kans om te formeren. Wij hebben nooit iemand uitgesloten, wij zíjn uitgesloten. Dat is de uitsluiting die Andersson noemt’, zegt Van Nes. Volgens WPHD-leider Piet Kome omdat ze ‘niet te pruimen waren’. Niet te pruimen omdat natuurboer Kome uit Rockanje, in de woorden van onderzoeker Andersson, ‘direct en onorthodox’ is? WANDELEND DOSSIER Van Nes: ‘Piet Kome is prominent aanwezig, maar hij is niet dominant. Hij draagt het hart op de tong. En hij is een wandelend dossier. Daar kan Jan Bonjer niks mee. Hij kan slecht tegen kritiek. Bonjer woont in Renesse, maar hier in Rijsoord struikel ik nog wel eens over zijn lange tenen.’ Na de daverende overwinning bij de waterschapsverkiezingen in 2019 mag Piet Kome eindelijk een nieuw college vormen. Oud-heemraad groen en wegen Van Nes: ‘Dat lukte in twee weken. We kregen alle complimenten van de verenigde vergadering, totdat de vijf nieuwe heemraden bekend werden. Oud-heemraden, en anderen met één zetel, vonden dat zij ook recht hadden op een post. Organisatieadvies bureau Wagenaar/Hoes concludeerde in 2017 niet voor niets dat het college graag praatte en ‘We kregen nooit de kans om te formeren’ een plekje zag als een mooie carrièrestap. Maar in 2019 was de verenigde vergadering stellig: er komen alleen heemraden in het college met minimaal vier jaar ervaring in de verenigde vergadering en geen heemraden uit de vorige periode. Het nu afgetreden college was het resultaat: twee heemraden namens WPHD, één van het CDA, één namens de agrariërs en één namens de bedrijven.’ Het kersverse college presenteert begin april 2019 onder aanvoering van waarnemend dijkgraaf Gerard Doornbos een hoofdlijnenakkoord en geen coalitieprogramma. Van Nes: ‘We wilden geen uitsluiting en geen coalitie tegenover oppositie. Piet Kome stelde die zomer met de verenigde vergadering en met medewerkers het programma ‘Huis Op Orde’ samen. Er moest namelijk heel veel achterstallig onderhoud worden weggewerkt. Er waren in de loop van de jaren levensgevaarlijke situaties ontstaan door op geld te sturen. Onze voorstellen en begrotingen zijn unaniem of met overgrote meerderheid aangenomen. We kregen extra budget, en daarmee het vertrouwen dat we op de goede weg zaten. Met de komst van de natuurbeschermer Bonjer in mei vorig jaar, enthousiast maar zonder ervaring als bestuurder bij de overheid, veranderde alles. Oudgedienden roken hun kans om tussentijds heemraad te worden door de sfeer te verpesten. Alle af
INTERVIEW 11 CV PETRA VAN NES-DE MAN (Ridderkerk, 1962) is sinds 2010 gemeenteraadslid in Ridderkerk. Tot 2012 was ze raadslid voor Leefbaar Ridderkerk, tussen 2012 en 2014 fractievoorzitter van de Groep Koppes, tussen 2014 en 2018 fractievoorzitter van Echt voor Ridderkerk en sinds 2018 fractievoorzitter van Burger op 1. Van Nes is sinds 2015 actief voor de Waterschapspartij Hollandse Delta. In april 2019 werd Petra van Nes benoemd tot heemraad bij het waterschap Hollandse Delta. In december 2018 werd Van Nes gekozen tot politicus van het jaar in Ridderkerk. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021
en presenteren: Congres ICT en Overheid 2021 Samen werken aan betrouwbare gegevensuitwisseling 25, 26 Waar staat de overheid voor? Om maat schap pelijke opgaven te realiseren, van ‘klein’ (schulden problematiek) tot groot (energietransitie). Om dat goed te kunnen doen, moet de overheid opgave gericht werken met betrouwbare informatie. Overal moet die informatie kloppen. Én er moet transparantie zijn. De overheid beschikt over enorm veel informatie van burgers. Maar betrouwbaar, transparant, foutloos en uitwisselbaar… daar valt nog wel wat op af te dingen, denk aan jeugdzorg en de toeslagenaff aire. Dat moet anders en daar worden grote stappen in gezet – het is niet alleen een negatief verhaal! Met Common Ground is er een visie. Kan die gelden als blauwdruk voor de hele overheid? Hoe kunnen bestuu c koppelen aan de doelen van de organ de ambities te vertalen in de uitvoerin m an n n Daarover praten wij op 25, 26 en 27 m en 27 mei 2021 • Online sessies • Kies zelf het aantal deelnamedagen aanmelden via ictenoverheid.nl Binnenlands Bestuur en iBestuur organiseren deze driedaagse livestream in samenwerking met: online livestream
INTERVIEW 13 spraken werden overboord gegooid en de bestuurscultuur verziekte.’ ÉÉN KAMERTJE Boterde het volgens Andersson niet alleen niet tussen de verenigde vergadering en het college, ook binnen het college was het hommeles. ‘Collegeleden hebben last van elkaar, lopen elkaar voor de voeten, waardoor ook het gezag van het college extern wordt geschaad’, schrijft hij. Van Nes: ‘Over dat elkaar voor de voeten lopen heeft-ie op een bepaalde manier wel gelijk. Stel je voor: zo’n enorm gebouw en dan één klein kamertje met één computer voor vijf heemraden. Dan loop je elkaar inderdaad in de weg, zou je zeggen, maar het heeft juist een team van ons gemaakt. Het vorige college vond één kamertje geen punt, want ze werkten twee dagen in de week en verder zag je ze niet. Wij waren vijf dagen in de week op kantoor omdat we mét de medewerkers wilden werken en hen wilden leren kennen. Er is een tussen muurtje uitgebroken en nu heeft iedere heemraad een bureau en een computer.’ De heemraden liepen elkaar niet voor de voeten, de dijkgraaf liep de heemraden voor de voeten, aldus oud-heemraad Van Nes. ‘De menselijke contacten waren goed, maar bestuurlijk was het lastig. Niet wij maar híj heeft geen politieke antenne. Hij drong zich op en vond dat híj iets moest doen of per se meewilde! Zonder te overleggen. Iedere goede burgemeester of dijkgraaf kan je vertellen dat je dat als voorzitter van het college niet moet doen. Hij speelt voor dijkgraaf en wil belangrijk gevonden worden. De dijkgraaf gaat met een boer, en lid van de verenigde vergadering, uren door de weilanden lopen. “Ik heb genoten”, schrijft-ie vervolgens in zijn weekblog. Maar Jan, op kantoor is het een puinhoop, besturen is je werk. Als in november de begroting is aangenomen, dan vier je dat als college. Nou, niet met Bonjer, die naar huis is en zijn weekblog schrijft dat-ie niets ‘heeft beleefd.’’ INCAPABEL Als het rapport van Hans Andersson op 15 maart in de verenigde vergadering wordt besproken, barst de bom. ‘Nee, u krijgt het woord niet meer, meneer Kome’, besluit Bonjer, die volgens Kome ‘incapabel’ is, ‘hier niet past’ en ‘de problemen alleen maar vergroot.’ ‘Een dijkgraaf is een soort burgemeester, een onafhankelijk voorzitter. Dat is hij niet’, zegt Kome in het AD. Van Nes: ‘Kome zei dat omdat Bonjer de motie van wantrouwen van de verenigde vergadering én de eis om direct op te stappen niet wilde ontraden. Bonjer was heel partijdig. Tijdens een vergadering van de ‘Bonjer is heilig en staat overal boven’ verenigde vergadering zegt Bonjer tegen de fractievoorzitter van de VVD: “Frank, kom er maar in met je zoetgevooisde stem.” Of: “Harry, hartelijk welkom. Je hebt het woord, Harry.” Tegen de fractieleider van mijn partij zegt-ie “Het woord is aan mijnheer Kalle.” Hij heeft zijn vrienden en dat verbergt hij niet.’ Geen wonder dus dat het onderzoeksrapport niet onafhankelijk is, meent Van Nes. ‘Aan van alles zie je dat Andersson met Bonjer op schoot dit zogenaamde onderzoek heeft geschreven. Wij zagen het voor het eerst tijdens een besloten vergadering van de verenigde vergadering. De dijkgraaf kende het al. Voor hem was er vooraf hoor en wederhoor, voor ons niet. Onze opmerkingen zijn deels in wat voetnoten toegevoegd. Bonjer is heilig en staat overal boven. Het college is afgelopen najaar door Berenschot doorgezaagd met een teamscan. Daaruit blijkt helemaal niet dat wij niet met elkaar overweg kunnen. We hadden helemaal geen dubbele agenda. Die had de dijkgraaf. We wisten nooit waarmee hij bezig was. Aan de Berenschotscan heeft het college meegewerkt, op de voorzitter na. Dat hoefde voor hem niet.’ TELEFOONTJES Hoe vooringenomen Anderssons onderzoek is, blijkt volgens oud-heemraad Van Nes uit een passage op pagina 14 van het rapport. De onderzoeker schrijft: “Daarbij wijzen enkele heemraden er ook op dat er onder dit college sprake is van het behalen van hogere realisatiegraden van het investeringsprogramma dan onder het vorige college. Wij hebben tijdens ons onderzoek kennisgenomen van de door hen naar voren gebrachte optimistische kijk op de samenwerking en bestuurlijke resultaten van het college.” Van Nes: ‘Enkele heemraden? Dat vonden alle heemraden. Vraag het wethouders en heemraden in de regio. Hoe komt Andersson erbij dat ons gezag extern was geschaad? Ik heb na ons vertrek veel berichtjes en telefoontjes gekregen. Wat gebeurt hier? Het waterschap liet zich weer zien! Al onze voorstellen hebben het gehaald. De doelen zijn gehaald, maar wij functioneren niet. Bonjer weet als hoofdredacteur hoe je dat goede nieuws klein houdt en Andersson onderzoekt het niet. Onze successen passen niet in zijn straatje. Dus neemt Andersson er hooghartig ‘kennis van’ en praat de baas na.’ Oud-heemraad en raadslid in Ridderkerk Van Nes verwijt Andersson dat hij ‘het andere verhaal’ niet wilde horen, terwijl er volop mensen waren die dat volgens haar hadden kunnen vertellen Van Nes: ‘In het rapport staan Bonjers woorden; die van zijn voorgangers staan er niet in. Dat is toch raar als je vindt dat de bron van de verziekte bestuurscultuur de historie van de partijen met hun dominante leiders is? In een bijlage staat een lijst van mensen met wie Andersson heeft gesproken. Je zou verwachten dat hij met bestuurders in de regio heeft gesproken om te horen hoe wij naar buiten toe ons werk deden. Is niet gebeurd. Oud-dijkgraaf Ingrid de Bondt staat ook niet in de lijst. Gerard Doornbos, na De Bondt en vóór Bonjer waarnemend dijkgraaf, ook niet. Heel opmerkelijk.’ Het boterde niet tussen de verenigde vergadering en het college, geeft Van Nes grif toe. ‘De jaloerse oud-heemraden en anderen wilden dit college weg hebben. De onervaren Bonjer heeft zich laten inpakken en het laten gebeuren. Dat was de ervaren Gerard Doornbos niet overkomen. Hij was een dijk van een dijkgraaf. Dat wist de verenigde vergadering. Doornbos had het waterschap onder controle, Bonjer niet. Hij heeft alleen aandacht voor de fractievoorzitters. De bestuurscultuur bij het waterschap was verzuurd, maar niet, zoals Andersson schrijft, al jaren verziekt. Dat schrijft-ie om de dijkgraaf buiten schot te houden. De bestuurscultuur is onder Jan Bonjer uitgegroeid tot wat zij nu is.’ In een reactie laat het waterschap weten: ‘Dijkgraaf Jan Bonjer betreurt dat Binnenlands Bestuur geen breder journalistiek onderzoek doet en zich louter baseert op de uitlatingen van één voormalige heemraad. Deze publicatie is daardoor onevenwichtig en vormt geen faire weergave van de gebeurtenissen.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021
14 ACHTERGROND BESTUUR DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: WERRY CRONE De verhouding tussen rijk en decentrale overheden moet worden genormaliseerd, niet gejuridiseerd. Daarom zijn de permanente (financiële) geschillenregeling en een Wet op het decentraal bestuur slechte ideeën, vindt de Afdeling advisering van de Raad van State. RAAD VAN STATE ROEPT OVERHEDEN OP: NIET STRIJDEN, SAMENWERKEN Normaliter brengt de Raad van State eens in de vier jaar een lijvig rapport uit waarin hij de interbestuurlijke verhoudingen beschouwt; de verhoudingen tussen rijk en de decentrale overheden. Dit jaar is gebroken met die traditie. Recent is de Voorlichting over de interbestuurlijke verhoudingen verschenen. Compact, maar als vanouds kritisch. Die traditie is wél overeind gebleven. ‘De Afdeling advisering [van de Raad van State, red] heeft geconcludeerd dat er na de vierde periodieke beschouwing betrekkelijk weinig gebeurde. Zowel op het gebied van de interbestuurlijke verhoudingen, maar vooral in reactie op die beschouwing’, aldus Thom de Graaf, vicepresident van de Raad van State. ‘In overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en de gemeente- en provinciekoepels hebben we gezamenlijk geconcludeerd dat het verstandiger is, ook in het licht van de komende formatie, periodiek met kortere beschouwingen, gericht op concrete vraagpunten, te komen.’ Het bijltje erbij neergooien omdat rijk, gemeenten en provincies niets of te weinig doen met de adviezen vanuit de periodieke beschouwingen, is voor De Graaf geen optie. ‘Nee, daar is de problematiek veel te ernstig voor.’ De Raad constateert dat er verschillende hardnekkige knelpunten in het openbaar bestuur zijn die een obstakel vormen voor een voortvarende uitvoering van beleid. Het gaat daarbij om problemen rondom bestuurs- en uitvoeringskracht, gekoppeld aan schaalgrootte en beschikbaar budget. THOM DE GRAAF ‘ Het ligt voor de hand dat wonen niet meer bij de minister van BZK wordt belegd’ ‘Als ten aanzien van die knelpunten geen knopen worden doorgehakt, komen rijksoverheid en decentrale overheden niet toe aan al datgene wat van hen in dit tijdsgeBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 ACHTERGROND 15 ‘ Gemeenten moeten in de spiegel kijken en hun tekortkomingen accepteren’ wricht wordt verwacht’, schrijft de Raad van State in zijn voorlichting. Met De Graaf en staatsraad Jan Franssen loopt Binnenlands Bestuur de belangrijkste aanbevelingen langs die het tij kunnen keren. Moeten keren, wat de Raad van State betreft. Het gaat onder meer over decentralisaties en de financiële verhoudingen, de rol van de minister van Binnenlandse Zaken en geschillenbeslechting. SPANNINGSVELDEN ‘Ons belangrijkste advies is om de komende jaren het decentrale bestuur niet te belasten met nieuwe decentralisaties of met voortdurende wijzigingen van de bestaande arrangementen’, start De Graaf. Niet meer sleutelen aan de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet dus. Hij noch Franssen zegt hardop dat de Omgevingswet van tafel moet. ‘Daar doen we geen uitspraak over, maar de Omgevingswet is nog niet ingevoerd’, stelt De Graaf diplomatiek. ‘We geven wel de spanningsvelden aan. Over de invoering van een op decentrale leest geschoeide Omgevingswet wordt binnenkort besloten, terwijl de roep om centrale sturing in het ruimtelijke domein toeneemt’, vult Franssen aan. Diverse politieke partijen hebben in hun verkiezingsprogramma’s gepleit voor meer Haagse regie in het ruimtelijk domein. Als in de toekomst toch weer taken naar gemeenten worden overgeheveld, moet van tevoren worden vastgelegd welke resultaten moeten worden bereikt. Ook moeten de gevolgen van de decentralisaties vooraf beter worden doordacht. ‘Je ziet gaandeweg een neiging tot een zekere recentralisatie. Is het niet vanuit de bewindslieden, dan wel vanuit de Tweede Kamer. Ze willen toch grip krijgen, incidenten bestrijden of vragen kunnen beantwoorden waarom er verschillen zijn tussen gemeenten. Dat betekent dat er aan de voorkant onvoldoende over de gevolgen van de decentralisaties is nagedacht. En als je taken decentraliseert, moet je consistent blijven’, aldus De Graaf. ‘Aan de voorkant moet bovendien, door een onafhankelijke partij, in kaart worden gebracht wat de financiële consequenties van een decentralisatie zijn. Dit om te voorkomen dat er elke keer opnieuw een discussie ontstaat over het feit dat taken met te weinig budget zijn overgeheveld.’ De Raad denkt daarbij aan een rol voor het Centraal Planbureau (CPB). Het dispuut over de tekorten in de jeugdzorg heeft de verhoudingen tussen rijk en gemeenten de afgelopen periode op scherp gezet. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zet arbitrage in, omdat het kabinet vooralsnog niet met extra geld over de brug wil komen. Over die arbitrage gaan de handen bij De Graaf en Franssen niet op elkaar. Ook de wens van een deel van gemeentelijk Nederland om een permanent gezaghebbend orgaan voor (financiële) geschillen tussen overheden in het leven te roepen, ziet de Raad van State niet zitten. De Graaf: ‘Het is beter om aan de voorkant een objectief advies uit te brengen over het benodigde budget dan aan de achterkant regels te maken voor het beslechten van financiële geschillen.’ ‘Het zou bovendien fout zijn als de discussie zich verengt tot een gesprek over centen’, voegt Franssen toe. ‘Het is evident dat de bezuinigingen die het kabinet-Rutte II heeft doorgevoerd nattevingerwerk waren. Iedereen is er wel van overtuigd dat er geld bij moet. Het gesprek moet echter ook gaan over wat gemeenten beter kunnen doen om de decentralisaties te laten slagen. Gemeenten moeten bereid zijn in de spiegel te kijken en de eigen tekortkomingen te accepteren.’ JURIDISEREN De Graaf waarschuwt voor juridisering van de verhoudingen tussen rijk en gemeenten. Dat gevaar ligt op de loer als wordt besloten tot een orgaan voor (financiële) geschillen tussen overheden of een Wet op het decentraal bestuur, die op initiatief van de VNG is opgesteld. ‘Zo ga je die interbestuurlijke verhoudingen in hoge mate juridiseren. Juist vanuit die volwassen positie, ook van het lokale bestuur, is dat geen goede stap. Het wordt een strijdinstrument in plaats van een samenwerkingsinstrument’, stelt De Graaf. ‘Dat zet de hele boel vast’, vult Franssen aan. Belangrijker ‘instrumenten’ om de interbestuurlijke verhoudingen te verbeteren, liggen in de ogen van de Raad van State in de langdurige financiële zekerheid voor gemeenten en versterking van de positie van de minister van Binnenlandse Zaken. ‘Als de minister van Binnenlandse Zaken een sterkere rol krijgt, zal de behoefte aan zo’n Wet op het decentraal bestuur afnemen’, meent Franssen. ‘Een steviger rol van de minister van BZK moet eraan bijdragen dat conflictsituaties niet optreden.’ De Graaf: ‘Als een minister van BZK alleen maar coördineert, heb je als minister te weinig positie naar andere vakministers toe.’ De minister van BZK is nu coördinerend bewindspersoon van de decentralisaties in het sociaal domein. ‘De minister van Binnenlandse Zaken moet geen taak in portefeuille hebben waarbij je als het ware als vakminister met gemeenten en andere overheden zaken moet doen. De minister van BZK moet zich concentreren op de klassieke taken van Binnenlandse Zaken’, vervolgt De Graaf. ‘Hij of zij moet echt als de hoeder van de bestuurlijke verhoudingen kunnen functioneren en daarvoor het gezag hebben.’ Dit heeft gevolgen voor de portefeuille van de minister voor de komende kabinetsperiode. ‘Het ligt voor de hand dat wonen niet meer bij de minister van Binnenlandse Zaken wordt belegd. De minister moet zich kunnen concentreren op de constitutie, de bestuurlijke verhoudingen, de democratische instituties en de werking daarvan.’ Om de rol van de minister van BZK te versterken, moet hij of zij daarnaast als medeondertekenaar verantwoordelijk worden gemaakt voor wetten die de decentrale overheden rechtstreeks raken. Tot slot moet een overzicht van alle rijksuitgaven aan decentrale overheden aan de begroting van het ministerie van BZK worden toegevoegd. ‘Dat kan de integrale afweging bevorderen en de positie van de minister van BZK als bewaker
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 16 ACHTERGROND BESTUUR ‘ Belast het decentraal bestuur niet met nieuwe decentralisaties’ van zuivere bestuurlijke verhoudingen versterken’, schrijft de Raad. FINANCIËLE ZEKERHEID De Graaf hamert op het belang van financiële zekerheid over langere termijn voor gemeenten. ‘We pleiten voor het afstappen van de trap-op-trap-afsystematiek.’ Via dat stelsel krijgen gemeenten en provincies meer geld als het rijk meer uitgeeft dan begroot en minder als het rijk minder uitgeeft dan in de begroting was opgenomen. De huidige financiële schommelingen leiden alleen maar tot bestuurlijke onrust, wat de interbestuurlijke samenwerking niet ten goede komt, constateert de Raad van State. Aan het tussentijds ingrijpen in wet- en regelgeving, met directe gevolgen voor de gemeentekas, moet ook een einde komen. Over meer gemeentelijke financiële lucht na eventuele verruiming van het lokaal belastinggebied, heeft de Raad bedenkingen. ‘Het is niet iets wat je per definitie wel of niet moet doen, maar het is geen oplossing voor de korte termijn. Het is ten eerste niet goed uitgedacht en de budgettaire verhoudingen zijn niet op orde. Dat moet eerst gebeuren’, stelt De Graaf. Franssen wijst op een ander gevaar: als het lokaal belastinggebied op korte termijn wordt verruimd zonder dat het gemeentelijk budget op orde is en zonder dat de interbestuurlijke verhoudingen zijn verbeterd, bestaat de kans dat gemeenten in financiële nood door het rijk zullen worden teruggestuurd,. ‘Als gemeenten aankomen met klachten over een tekort aan middelen, zal het rijk zeggen dat gemeenten nog voldoende eigen belastingruimte hebben.’ Die interbestuurlijke verhoudingen moeten, nu écht, worden verbeterd, benadrukken beide heren. Niet alleen het rijk moet daarvoor aan de bak. De Raad van State kijkt ook nadrukkelijk naar gemeenten en provincies. De VNG en het IPO moeten professionaliseren en zorgen dat ze met voldoende mandaat zaken kunnen doen met het kabinet. Daar schort het momenteel aan. ‘We zeggen vooral: zorg voor een helder en krachtig mandaat’, aldus De Graaf. ‘We weten, ook uit eigen ervaring, hoe moeilijk het is om gemeenten en provincies op een lijn te krijgen, maar het is niettemin cruciaal voor een verstandig en volwassen gesprek tussen het rijk en de andere overheden. De koepels moeten echt met mandaat kunnen spreken.’ Het is niet alleen voor gemeenten en provincies zelf belangrijk om met een mond te spreken; dat versterkt immers de eigen positie. ‘Voor een minister van Binnenlandse Zaken maakt het ook nogal wat uit. Het is voor de minister belangrijk om te weten wie er aan tafel zit en of de gemaakte afspraken blijven staan.’ De kennis en kunde bij de VNG en IPO moeten ook worden verbeterd, stelt Franssen. ‘Om op inhoudelijk vlak een gelijkwaardige gesprekspartner van Den Haag te kunnen zijn, moeten de koepels hun eigen kennisposities op orde zien te krijgen. Nu gaat het veel te veel over geld en veel te weinig over de vraag wat er achter dat geld wegkomt.’ Ook bij vakdepartementen JAN FRANSSEN ‘ De roep om centrale sturing in het ruimtelijk domein neemt toe’ schort het volgens Franssen overigens aan gedegen inhoudelijke kennis. ‘Men moet in de interbestuurlijke verhoudingen investeren; in tijd en in aandacht. Doe er nu eens wat mee’, benadrukt Franssen. De Graaf, nogmaals: ‘Maak er geen juridische verhouding van’. ‘Zorg dat het in de praktijk gaat werken. Dat moet bij Binnenlandse Zaken van bovenaf worden georganiseerd en van onderaf door eensgezind en met mandaat te spreken.’ Eerder verschenen op de website van Binnenlands Bestuur artikelen uit het interview met Thom de Graaf en Jan Franssen over herindelingen (‘Provincie en rijk moeten herindeling kunnen starten’) en het komende formatieproces (‘Gemeenten moeten bij formatie worden betrokken’).
BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 15 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 17 Door een wetswijziging wordt de AOW-leeftijd IN DE CLINCH van een ambtenaar naar voren gehaald, vier maanden vóór de ontslagdatum die door een minnelijke regeling is bepaald. Tot hoe lang moet zijn salaris worden doorbetaald? NIEUWE AOW-LEEFTIJD BOTST MET ONTSLAG Na 32 jaar ambtelijke dienst bij het openbaar lichaam Werkbedrijf Atlant De Peel, tegenwoordig Senzer, wordt Theo Hoogeind* in juni 2018 arbeidsongeschikt – bijna twee jaar voordat hij (op 3 mei 2020) zijn AOWleeftijd zou bereiken. De vraag is hoe die periode moet worden overbrugd. Het dagelijks bestuur van Senzer doet aan de operationeel leidinggevende twee voorstellen voor een minnelijke regeling: loondoorbetaling tot aan zijn eervol ontslag op verzoek (per 1 januari 2020) óf korting op loondoorbetaling die dan wel doorloopt tot de dag van de AOW-leeftijd, met vrijstelling van re-integratieverplichtingen. Hoogeind kiest voor het laatste. Maar dan wordt in juli 2019 bekend dat de Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd per 1 januari 2020 in werking treedt. Die wet haalt Hoogeinds AOW-leeftijd naar voren, naar 3 januari 2020. Vervolgens ontstaat een geschil over de uitleg van de minnelijke regeling. Volgens Hoogeind is afgesproken dat zijn aanstelling op 3 mei 2020 eindigt en tot die dag moet hij zijn salaris (met korting) ontvangen. Het doel van de regeling is immers om te voorkomen dat er re-integratie-inspanningen moeten worden geleverd tot aan de AOW-leeftijd. Ook beroept Hoogeind zich op dwaling: Senzer had hem erop moeten wijzen dat er een risico bestond dat de einddatum kon wijzigen, omdat deze volgens Senzer was gekoppeld aan de pensioengerechtigde leeftijd. En Senzer wist dat in Den Haag overleg werd Senzer wist dat er overleg was over een pensioenakkoord gevoerd over een pensioenakkoord. Hoewel Senzer dus kon weten dat de einddatum mogelijk zou wijzigen, heeft deze daar in de regeling geen rekening mee gehouden. Senzer betoogt dat de wijziging van de AOW-leeftijd mocht doorwerken in de minnelijke regeling: de ontslagverlening is op de AOW-dag dwingend voorgeschreven. De rechtbank Oost-Brabant wijst erop dat partijen aan zo’n ontslagregeling zijn gebonden op grond van het rechtszekerheidsbeginsel – behalve als sprake is van wilsgebreken of als zich zodanig bijzondere ADVERTENTIE EU-nieuwsbrief Meld u nu aan en ontvang 1x per maand het nieuws over de belangrijkste agendapunten van de Europese Unie en het Europees Parlement. binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven omstandigheden voordoen dat volledige nakoming van de afspraken niet (meer) in redelijkheid kan worden verlangd. In de minnelijke regeling leest de rechtbank dat Hoogeind ontslag wordt verleend per 3 mei 2020, een voorbehoud wordt niet gemaakt. Daarmee stond, bij het aangaan van de regeling, voor beide partijen die datum als ontslagdatum voor ogen. Dat nadien door een wetswijziging zijn AOW-leeftijd werd gewijzigd, verandert daar niets aan, anders zou de rechtszekerheid te zeer worden aangetast. Doen zich bijzondere omstandigheden voor zodat het niet meer redelijk is dat Senzer de afspraken nakomt? De wetswijziging van de AOW-leeftijd is volgens de rechtbank niet zo’n bijzondere omstandigheid. Senzer zou daar financieel voordeel bij hebben (vier maanden geen salaris betalen) maar dat weegt volgens de rechtbank niet zwaar. Dat hij, in spiegelbeeld, bij voortduren van zijn aanstelling tot 3 mei 2020 door de wijziging van de AOW-leeftijd (financieel) voordeel geniet, is ook al geen bijzondere omstandigheid. Dit levert immers geen extra nadeel op voor Senzer omdat dit al zo was afgesproken in de regeling, en dus was ingecalculeerd. In zijn uitspraak (11 maart 2021) bepaalt de rechtbank dan ook dat Senzer de minnelijke regeling moet uitvoeren: hoewel Hoogeind op 3 januari 2020 AOW krijgt, loopt zijn ambtelijk dienstverband nog vier maanden door – dan pas gaat zijn ontslag in. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:RBOBR:2021:1079
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 18 ESSAY RUIMTELIJK BELEID FOTO: SIEBE SWART/ ANP-HH FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY ONZE KUST ALS KATALYSATOR Hoe krijgen we ruimtelijke opgaven als de energietransitie, de woningbouwopgave en klimaatadaptatie voor elkaar? Elk thema lijkt burgers slechts verder tegen elkaar in het harnas te jagen. Er valt te leren van de gang van zaken aan onze kust, betoogt Martin Hendriksma. Op die kwetsbare strook krijgt het nieuwe Nederland al vorm. Het Kustwerk Katwijk werd in 2016 bekroond tot Nederlands beste stukje openbare ruimte. Hoe terecht. Het kustwerk omvat een zeepromenade, een nieuw duingebied en een parkeergarage voor 650 auto’s. Primair is het bedoeld om het voormalige vissersdorp te beschermen tegen de zee. Tegelijk vormt het een oplossing voor het auto-infarct in de ‘s zomers drukbezochte badplaats. De populaire boardwalk over het door zand en helmgras onherkenbare parkeerdak biedt geweldig zicht op zee. Strandwethouder Jacco Knape (SGP) vertelde vol trots over de negenhonderd meter lange ‘dijk in duin’. Toch gold het project binnen zijn gemeente lange tijd als omstreden. Al decennia hadden ze in het voormalige vissersdorp weinig van het zeewater te vrezen. Van die zeespiegelstijging merkten ze niets. Waar was het nieuwe duin, dat de vertrouwde zeeboulevard wegrukte van het strand, nou helemaal voor nodig? Kattukers zijn niet de makkelijksten om van een afwijkend standpunt te overtuigen. Het is eigenzinnig volk. Toch lukte het Knape en zijn ambtenarenstaf. Sterker: het kustwerk vormt er de startmotor voor een nieuwe wijze van omgaan met de kuststrook. De kust als katalysator van een door brede lagen van de bevolking omarmd ruimtelijk beleid. Het klinkt als een sprookje, maar het gebeurt. In gang gezet door de landelijke en provinciale kustpacten die sinds 2017 werden afgesloten om verdere aantasting van strand en duin te voorkomen. Een coalitie van kort daarvoor nog gezworen vijanden als natuurbeschermers en recreatieondernemers schaarde zich erachter. Het strand vormt een van de laatste plekken waar Nederlanders van uiteenlopende rang en stand, kleur en leeftijd elkaar nog tegen het lijf lopen. Een dierbare plek waar we ons met z’n allen hard voor willen maken. Die gezamenlijkheid kan van pas komen bij de talloze ruimtelijke opgaven die ons elders in Nederland wachten. De windmolens en de zonneparken die bij gebrek aan lokaal draagvlak zo moeizaam van de grond komen. Wat valt er te leren van de praktijk aan de kust? Het leek me vier jaar geleden een intrigerend vertrekpunt voor een nieuw boek. ELITE De liefde voor de kust bloeide bij ons laat op. In Engeland verrezen rond 1750 al de eerste badhuizen. Ze waren bedoeld voor de elite, om er de steeds smeriger industriesteden te ontvluchten. De onstuimige zee gold lang als te vermijden gebied. Maar voor de stadsbewoner bood de frisse zeelucht eind achttiende eeuw belangrijke zuurstof. Britten dronken het zeewater als medicijn voor alle denkbare kwalen, en met bierpullen tegelijk. Ook Frankrijk en Duitsland waren ons in die nieuwe trend al voorgegaan toen in 1820 te Scheveningen het eerste badhuis aan de Hollandse kust verrees. Het lag op een tikje excentrisch gelegen plek, waar de hogere klasse per badkoets afgeschermd te water ging. Pottenkijkers waren niet welkom. Wie zich in de buurt waagde in de hoop op een streepje bloot, wachtte een boete van 25 gulden. Toen een royaal maandloon. Pas begin twintigste eeuw ontdekte de massa het strand. Het kort daarvoor als meest mondaine badplaats van Europa opgezette Bad-Zandvoort werd overlopen door volk dat vanaf Amsterdam kwam aangetreind. Het waren de jaren dat er aandacht ontstond voor het miserabele leefmilieu van de arbeidersbevolking. In vakantiekolonies aan zee konden honderdduizenden stadskinderen (‘bleekneusjes’) zes weken aansterken. De elite vluchtte naar de Côte d’Azur. Ons strand werd allemanszand, een plek voor iedereen. Dat bracht, vonden ‘s rijks planologen, ook een gevaar met zich mee. Hielden al die uiteenlopende Nederlanders het op den duur samen uit? De Tweede Wereldoorlog zou de kuststrook ontzield achterlaten, maar bood tegelijk uitkomst. Voor de aanleg van Hitlers Atlantikwall werd een groot deel van de kustbouwing gesloopt. Twee jaar na het vertrek van de Duitsers kwam de Rijksdienst voor het Nationale Plan met zijn ‘Beschouwingen betreffende de wederopbouw der
ESSAY 19 Noordzeebadplaatsen’. Elke badplaats kreeg zijn eigen profiel, zodat dagjesmensen met hun hang naar vertier konden worden gescheiden van de serieuze vakantieganger. ‘Bij het dagbezoek overwegen de lagere inkomensklassen’, schreven de ambtenaren, ‘dit stoot het vacantiebezoek uit hogere inkomensklassen af.’ OPPORTUNISTISCHE KEUZES Zo leek de aan het strand ingezette vermenging van rangen en standen bestuurlijk bezworen. Maar de kust liet zich niet door een rijksdienst dwingen. Veel badplaatsen maakten na de oorlog hun eigen, opportunistische keuzes. In plaats van de gewenste verscheidenheid ontstond sterkere monotonie. Karakteristieke kustdorpen herrezen als eenheidsbeton. Allemaal uit vrees dat de badgast bij de buurgemeente zou boeken. Het bleef allemanszand, onze kust. Mét dus ook dat sluipende gevaar van botsende strandgangers dat de rijksdienst voorzag. Dat bleek begin deze eeuw toen Nederland in ruimtelijk opzicht kortstondig als voltooid werd beschouwd. Het rijk dat zich decennia sterk maakte voor de kwetsbare kustnatuur, trok zich terug. Gemeenten kregen het aan de kust voor het zeggen. De naoorlogse betonbouw verbleekte bij de bouwdrift die nu ontstond: het ene na het andere vakantiepark en appartementengebouw werd uitgerold. Vergunningen waren tijdens een diner voor twee met de wethouder zo geregeld. Die zag het toerisme als welkome injectie voor de gemeentekas. En gaf de lokale bestuurder in een vergrijzend krimpgebied eens ongelijk. Een Zeeuwse natuurbeschermer verzamelde in 2016 op verzoek van Natuurmonumenten het totale aantal kustaccommodaties dat in de drie voorgaande jaren was verrezen. Hij telde er de goedgekeurde plannen voor de drie volgende jaren bij op. Onthutsende cijfers. Het ging om meer dan Gemeenten kregen het aan de kust voor het zeggen BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021
ESSAY 21 MARTIN HENDRIKSMA is redacteur ruimte en milieu bij Binnenlands Bestuur. In 2017 publiceerde hij ‘De Rijn. Biografie van een rivier’. 7.000 strandverblijven, waarvan ruim 4.100 langs de Zeeuwse kust. Zeeland stond in de uitverkoop. Ook langs de Hollandse kust begon het te knellen. Als reactie ontstond de beweging ‘Red de kust’. Gezworen vijanden die elkaar kort daarvoor tot in de rechtszaal bestreden, kwamen erin samen. Rijk, provincies, gemeenten, natuurbeweging, projectontwikkelaars én recreatieondernemers schaarden zich in 2017 achter het nationale Kustpact, dat sindsdien een rem vormt op vakantieparken en hotels. Provinciale uitwerkingen volgden. Want je kunt die kust wel vol bouwen, maar dan wordt tegelijk de kip geslacht met de gouden eieren. Juist het oceanische gevoel van ruimte en vrijheid is immers wat ons erin trekt. Wat levert die herwonnen eendracht ons per saldo op? Iets tegenhouden brengt makkelijk grote groepen mensen in het geweer. De hamvraag luidt: hoe peur je uit die gezamenlijkheid iets wat onze kust niet alleen beschermt, maar ook op duurzame wijze vooruit helpt? NIEUW STRAND Twee jaar na de oplevering van het prijswinnende Katwijkse kustwerk volgde in de herfst van 2017 een nieuwe ‘Gebiedsagenda Katwijkse kust’. De architecten werkten twee opties uit. De eerste is het versterken van de huidige duinen. Maar een échte stap, schrijven de ontwerpers, is een ‘volledig nieuwe duinenrij’ voor de kust. ‘Er ontstaat een dynamische, recreatieve, ecologische en natuurlijke bufferzone tussen de zee en het water.’ Wat in Katwijk voor de deur staat, zal de komende decennia op veel plekken langs de Noord- en Zuid-Hollandse kust gaan gebeuren. Er ontstaan honderden meters van nieuw duin en strand; van nieuwe mogelijkheden. De aanleg heeft gezien de voorspelde zeespiegelstijging urgentie, zeker, maar anders dan in 1947 bij de Wederopbouw kunnen we in relatieve rust onze kust kleien. Hoe houden we daarbij rekening met alle uiteenlopende belangen? Sinds de kustpacten ligt de bouw van accommodaties aan banden. Het heeft de lokale leefbaarheid nog niet versterkt. Tijdens de hectische coronazomer van 2020 klonk alom de roep dat het zo niet langer kon. Strandwethouder Knape had het nooit zo druk. De Reddingsbrigades moesten in totaal bijna tienduizend keer uitrukken – het zoveelste record of, liever, dieptepunt. Het zijn de hetere en langere zomers die ons parten spelen. Een bevolking die blijft groeien. Een reeks van uitgewoonde kustplaatsen dreigt. Hun eigen karakter, of wat daarvan over is, bezwijkt op het platgetreden pad der commercie – wie wil dat op de langere termijn? Het roer moet om. En dat gebeurt. Je ziet het aan een terughoudender vergunningenbeleid. Wie weet laten de talloze strandfestivals zich regionaal in specifieke weekends clusteren. Dan weet de natuurliefhebber dat hij op zo’n moment de kust moet mijden. De toenemende hectiek aan de kust vormt de motor voor initiatieven die voor lijken te sorteren op duurzamere keuzes. Aan de volgebouwde Zeeuws-Vlaamse kust opent dit jaar Waterdunen de deuren: een mengvorm van ingetogen vakantiepark en 250 hectare nieuw gecreëerde zilte natuur. De Friese Waddenkust wordt naar verwachting binnenkort doorgestoken voor Holwerd aan zee: een kunstmatig binnenmeer dat in verbinding staat met de Waddenzee. Een lokale gebiedscoöperatie voert de regie. LOKALE VERTALING Nieuwe natuur en omgevingsvriendelijke recreatie gaan bij deze projecten hand in hand. De lokale leefbaarheid kalft niet af, maar wordt versterkt. Met de naderende Omgevingswet en de omgevingsvisies die in samenspraak met burgers in 2024 moeten worden afgerond, mag elke kustgemeente haar eigen profiel gaan kneden. Dat biedt een handvat om wethouders met slappe knieën te corrigeren. Een aangescherpt omgevingsplan dempt de kansen voor cowboys langs de kust. Ook in Katwijk voltrekt zich dat proces. Strandwethouder Knape wil alle uiteenlopende partijen bijeen brengen. Een leegstaand gebouw, vlakbij zee, moet de lokale kustdiscussie faciliteren. Het waterbedrijf Dunea wil meedoen, vertelde hij, het hoogheemraadschap, de gemeente, natuurorganisaties, talloze andere partijen. ‘Het is voor Katwijk belangrijk dat die discussie wordt gevoerd, maar ook toeristisch interessant. Je zou zelfs kunnen denken aan een bezoekerscentrum waar je het verhaal Het zijn de hetere, langere zomers die ons parten spelen vertelt van het stijgende water.’ Zo krijgt het landelijke kustpact zijn lokale vertaling. Starre meningen en stokpaardjes worden omwille van de leefbaarheid verlaten, een herwonnen gemeenschapsgevoel komt boven drijven. Dat is wat mij betreft de les voor bestuurders in het achterland. Maak de lokale opgave inzichtelijk aan de hand van panorama’s. Schets de gevolgen van ongewijzigd opportunisme. Ja, de betoonde openheid maakt je kwetsbaar en kan lokale meningen eerst doen clashen – het zij zo. Uit het verhitte debat zal uiteindelijk de oplossing rijzen, zeker waar economie en ecologie kunnen worden gecombineerd. Na vier jaar onderzoek van Cadzand tot Rottumeroog kan ik niet anders dan concluderen: de ontwikkelingen aan de kust geven hoop. In een groeiend aantal gemeenten is de polarisatiemodus op z’n retour. Recente initiatieven voeden de lokale trots. Zie de Kattuker maar eens over zijn boardwalk paraderen. Komende week verschijnt ‘Aan zee. Een kroniek van de kust’ door Martin Hendriksma. Uitgeverij De Geus. Prijs: €23,50. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021
22 ACHTERGROND BESTUUR DOOR YOLANDA DE KOSTER De afstand tussen gemeenten en ‘Den Haag’ overbruggen, letterlijk en figuurlijk. Dat is de gedeelde ambitie van Kamerleden die vier jaar geleden de lokale voor de landelijke politiek verruilden en in maart zijn herkozen. ‘Met ervaring in het lokale bestuur ben je een beter Kamerlid.’ VOORHEEN DECENTRALE POLITICI WEER HERKOZEN ‘ MET LOKALE ERVARING BETER KAMERLID’ roots en dat gaan ze ook de komende vier jaar weer doen. Beloven ze. Hilde Palland Van de 59 nieuwkomers die op 31 maart als Kamerlid zijn geïnstalleerd, komen er 23 uit de lokale en 5 uit de provinciale politiek. Vier jaar geleden maakten 22 lokale politici en bestuurders en 6 Statenleden de overstap naar ‘Den Haag’. De Kamer telde toen 57 nieuwkomers. Inmiddels heeft iets meer dan een derde van alle Kamerleden (55) een functie gehad in gemeenteraad of Provinciale Staten, zo meldt het Parlementair Documentatie Centrum. Binnenlands Bestuur sprak met zes Kamerleden die vier jaar geleden* de gemeentepolitiek achter zich lieten en Kamerlid werden en bij de laatste verkiezingen zijn herkozen. Ze hebben stuk voor stuk passie voor de politiek, een flinke dosis idealisme en zijn met een duidelijk doel voor ogen de lokale en vervolgens de landelijke politiek ingegaan. De afgelopen periode hebben ze nauw contact onderhouden met hun lokale of regionale ‘Ik hou erg van de lokale politiek’, vertelt Laura Bromet, sinds juni 2018 Kamerlid voor GroenLinks. Bromet was acht jaar raadslid en vervolgens vier jaar wethouder in Waterland. ‘Je staat dicht bij mensen en het is praktisch.’ Na twaalf jaar lokale politiek was het tijd voor een volgende stap. ‘Ik wist na al die jaren wat iedereen in een debat zou gaan zeggen. Dat is niet goed. Je moet verrast blijven worden en de nieuwsgierigheid moet niet verdwijnen.’ De liefde voor politiek heeft haar naar Den Haag gebracht. Dat geldt ook voor Kelly Regsterschot (VVD), voormalig wethouder in Landgraaf. ‘Ik ben besmet met het politieke virus. Daarnaast wil ik als schakel tussen het regionale en het landelijke fungeren. Ik hamer er telkens op dat Nederland groter is dan de Randstad. De regio kan een oplossing zijn voor verschillende problemen, we hebben volop ruimte, maar willen ook niet het afvoerputje zijn.’ PASSIE Voor Regterschot, die op plek 36 staat, is het overigens nog even afwachten of ze inderdaad vier jaar verder mag. Als de VVD tot het kabinet toetreedt, is dat zeker, maar na ‘verkenners gate’ is haar functie ongewisser. De passie voor politiek was zo groot dat Hilde Palland (CDA) uit Kampen er vier jaar geleden helemaal nog niet mee wilde stoppen. ‘Ik was toen twaalf jaar raadslid Foto: Dijkstra / ANP-HH
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 Foto: Jean-Pierre Jans / ANP-HH Foto: Sem van der Wal / ANP-HH ACHTERGROND 23 ‘Ik ben besmet met het politieke virus’ geweest waarvan negen jaar als fractievoorzitter. Bij ons is de regel dat je na twaalf jaar moet stoppen.’ De kans om naar Den Haag te gaan, heeft ze benut. Al had ze ook haar twijfels. ‘De politiek wordt dan echt je hoofdbaan en Kampen-Den Haag is ver.’ Haar drijfveer om een steentje bij te dragen aan een betere samen leving, heeft de doorslag gegeven om toch voor Den Haag te kiezen. En voor vier jaar bij te tekenen. ‘Toen de Jeugdwet en de Participatiewet bij gemeenten over de schutting werden gegooid, was ik fractievoorzitter in Leudal. In Den Haag wilde ik opkomen voor deze onderwerpen en ervoor zorgen dat er meer geld naar de jeugdzorg gaat’, zegt D66Kamerlid Rens Raemakers, die vier jaar geleden als jongste Kamerlid aantrad. Als jochie van tien wilde hij al Kamerlid worden. ‘Ik ben echt een politiek dier.’ Hij heeft het idee dat hij de afgelopen vier jaar het perspectief van gemeenten in Den Haag heeft kunnen laten horen. ‘Mijn bedoeling was om de echte wereld mee te nemen naar Den Haag en vice versa’, stelt CDA-Kamerlid René Peters, die van 2011 tot 2017 wethouder was in Oss. ‘Als wethouder zag ik dat de kaders voor de jeugdzorg niet duidelijk waren. Dat heeft geleid tot een enorme stijging van de zorgvraag en de huidige tekorten bij gemeenten.’ Als Kamerlid wil hij niet alleen ‘blind geld erbij lappen’, zoals hij het zelf noemt, maar ook kijken wat er aan die oneindigheid van de vraag naar jeugdzorg kan worden gedaan. Jan Paternotte APPEN Via Whatsapp, werkbezoeken, mails, digitale bijeenkomsten en talloze telefoongesprekken houden de van oorsprong lokale politici contact met hun lokale roots. Zo heeft Peters een aparte appgroep rondom de jeugdzorg. ‘Daarnaast leg ik veel werkbezoeken af en bel ik heel veel. Het voordeel van een landelijke partij die ook lokaal veel vertegenwoordigers heeft, is dat de lijnen kort zijn.’ Hij heeft een eigen podcast, website en nieuwsbrief waarvoor hij vooral over de jeugdzorg veel mensen spreekt. Niet alleen lokale politici, maar ook professionals en deskundigen. ‘Die gesprekken helpen me het veld beter te leren snappen. Daar komen vaak lokale vragen uit, waarvoor Den Haag met een antwoord moet komen.’ Ook over thema’s als werk en inkomen, armoede en schulden legt hij zijn oor op verschillende manieren lokaal te luister. Jan Paternotte (D66) haalt veel op tijdens de werkbezoeken die hij aflegt. ‘Ik wil echt weten waar ik het over heb. Je zit hier drie dagen per week opgesloten in het Kamergebouw. De vrijdagen gebruik ik altijd voor werkbezoeken.’ Nu zijn fractie is gegroeid, is het plan om ook op maandagen werkbezoeken af te gaan leggen. Ook belt hij veel met lokale politici. Via app-groepjes met GroenLinksers die lokaal actief zijn, contacten met haar oude collega’s in Waterland en gesprekken met mensen in de supermarkt houdt Laura Bromet voeling met wat er lokaal speelt. Het ‘oude’ netwerk van Hilde Palland is voor het Kampense CDAKamerlid nog steeds een goede bron van informatie. ‘We hebben veel onderling contact. Het helpt echt als je lokaal actief bent geweest. Mensen weten je nog steeds te vinden, en omgekeerd.’ Kelly Regterschot ‘Met ervaring in het lokale bestuur ben je een beter Kamerlid’, stelt Paternotte. ‘Kamerleden die bijvoorbeeld van een ministerie afkomen, denken te veel vanuit de theorie. Met lokale ervaring kun je beter inschatten wat wel en wat niet werkt.’ Paternotte verruilde vier jaar geleden de lokale (Amsterdamse) politiek voor de landelijke, al stond hij ook in 2010 op de landelijke D66-kanditenlijst voor D66. Pia Dijkstra kwam toen met voorkeur
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 Foto: Phil Nijhuis / ANP-HH Foto: Dirk Hol / ANP-HH 24 ACHTERGROND BESTUUR stemmen de Kamer in, ten koste van Paternotte. ‘Het is goed dat ik toen niet gekozen ben’, blikt hij nu terug. Hij werd raadslid en bij de raadsverkiezingen van 2018 lijsttrekker. Met D66 wist hij de grootste partij in de Amsterdamse raad te worden. Die lokale ervaring komt hem in Den Haag goed van pas, benadrukt Paternotte. ‘Als raadslid en fractievoorzitter liep ik regelmatig tegen problemen aan waar niet gemeenten, maar ‘Den Haag’ over ging.’ Als voorbeeld noemt hij de integratie van nieuwkomers, zoals Syrische vluchtelingen. ‘Zij wilden werken, meedoen en de taal leren, maar ze mochten niets. Behalve tafeltennissen. Ik wilde eerder beginnen met de integratie.’ Mede dankzij de inzet van Kamerlid Paternotte zijn in de nieuwe Wet inburgering de gemeenten straks veel meer aan zet. De wet wordt, zoals het er nu naar uitziet, per 1 januari ingevoerd. POLITIEK SENSITIEVER Ook andere van oorsprong lokale politici zeggen dat de lokale ervaring in Den Haag van meerwaarde is. ‘Ieder Kamerlid staat open voor signalen uit het land. Maar zonder je eigen lokale of regionale netwerk en ervaring als lokaal volksvertegenwoordiger, is het nog uitdagender om je het werk als Kamerlid eigen te maken’, meent Palland. ‘Het is goed om eerst lokaal ervaring op te doen. Je weet hoe je moet debatteren, onderwerpen op de politieke agenda kunt krijgen en amendementen en moties moet schrijven’, stelt Bromet. Ook andere Kamerleden noemen het in de vingers hebben van die politieke basisvaardigheden een pre. ‘Je bent politiek sensitiever’, ervaart Kelly Regterschot. Daarnaast hebben Kamerleden die vanuit de lokale politiek komen meer oog voor de autonome rol en positie van gemeenten en provincies. ‘De Tweede Kamer heeft de neiging om alles vanuit Den Haag te verordonneren, maar we hebben ook de lokale en provinciale democratie’, stelt Bromet. ‘Je moet gemeenten serieus nemen’, vult Rens Raemakers aan. ‘Ik hoop echt dat de volledige Kamer snapt waar gemeenten mee bezig zijn. Het is beter om al aan de voorkant met elkaar in gesprek te gaan.’ De verhoudingen tussen Den Haag en gemeenten moet worden verbeterd, vindt het D66-Kamerlid. Het imago van gemeentekoepel VNG is niet goed. ‘Ze wordt wel eens de Vereniging van Nooit Genoeg genoemd. Dat is jammer, want bijvoorbeeld de tekorten op de jeugdzorg zijn door Den Haag veroorzaakt.’ De uitvoerbaarheid van Haagse wet- en regelgeving staat bij de voormalige lokale politici meer op het netvlies dan bij de andere Haagse collega’s, stelt een aantal geïn‘ Het helpt echt als je lokaal actief bent geweest’ Laura Bromet Rens Raemakers terviewden ‘Ik kijk echt of besluiten die we in Den Haag gaan nemen lokaal werkbaar zijn’, aldus Peters. ‘Ik vind het belangrijk om scherp te krijgen hoe Haags beleid uitpakt’, constateert Bromet. ‘Niet alleen voor gemeenten, maar ook voor boeren, voor natuur. Daar heb ik oog voor. Veel beleid dat tot stand komt, wordt later gerepareerd omdat het schort aan uitvoerbaarheid.’ ‘Je hebt als lokaal politicus met de voeten in de klei gestaan. Daarmee heb je een beter voorstellingsvermogen of iets al dan niet uitvoerbaar is’, vindt Regterschot. ‘Ook kun je knelpunten in het proces beter inschatten en beter uitdenken of gemeenten er baat bij hebben.’ * Bromet, Palland en Regterschot zijn niet direct na de Kamerverkiezingen in 2017 als Kamerlid geïnstalleerd. Bromet volgde op 7 juni 2018 Rik Grashoff op. Palland werd op 29 mei 2019 als Kamerlid geïnstalleerd, nadat Sybrand van Haersma Buma naar Leeuwarden vertrok. Regterschot werd op 25 juni 2019 geinstalleerd. Aanvankelijk ter vervanging van Bente Becker die met zwangerschapsverlof was. Toen Leendert de Lange de Kamer verliet, werd haar tijdelijke benoeming omgezet in een vast lidmaatschap van de Kamer.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 DOOR: KRISTIAN MENNEN DE MINISTERIES SERIE 25 Rond kabinetsformaties worden regelmatig beleidsterreinen ‘overgeheveld’ van het ene departement naar het andere. De geschiedenis achter zo’n proces gaat verder terug dan alleen de laatste formatie en de beste ‘verdeelsleutel’ tussen de coalitiepartners op dat moment. Een reconstructie van de zwerftocht van ‘natuur’ en ‘milieu’. SCHIJNBAAR VERWANTE BELEIDSTERREINEN ALTIJD GESCHEIDEN ‘ RUILVERKAVELING’ OP NATUUR EN MILIEU Departementale herverdelingen worden hier met een agrarische beeldspraak ‘ruilverkavelingen’ genoemd: het gaat immers om het herschikken van ‘percelen’ over verschillende eigenaren om een efficiënte en logische bedrijfsvoering mogelijk te maken. Waarom vallen sommige beleidsterreinen tegenwoordig samen onder één departement, en andere niet? Om te laten zien hoe processen van ‘ruilverkaveling’ verliepen, volgen we de weg van ‘natuur’ en ‘milieu’ door het Nederlandse overheidsapparaat. Deze schijnbaar verwante beleidsterreinen maakten in de loop van de tijd deel uit van een groot aantal ministeries, maar vielen nooit onder één en hetzelfde departement. In het begin van de twintigste eeuw werd ‘natuur’ nog niet als apart beleidsterrein beschouwd. De bestaande natuur-gerelateerde wetten, zoals de Vogelwet, Jachtwet of Boswet, hadden meestal raakvlakken met de landbouwsector. Ze vielen daarom onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken, totdat Landbouw en Visserij in 1935 een apart departement werd. Wetenschappelijke genootschappen en andere maatschappelijke organisaties ontwikkelden intussen een heel andere framing. Volgens hen was de ‘unieke wetenschappelijke waarde’ van natuurgebieden het voornaamste argument om ze te behouden. Ze presenteerden natuurbescherming, met andere woorden, als een ‘wetenschappelijk belang’, en kaartten dit aan bij de voor wetenschap verantwoordelijke minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (OKW). WEDERZIJDS VIJANDBEELD Natuurbescherming viel dus formeel onder de minister van Binnenlandse Zaken c.q. Landbouw, maar het ministerie van OKW hechtte meer belang aan het thema. Dat leidde soms tot rare situaties. Beide departementen werden het in 1929 bijvoorbeeld niet eens over een ontwerp-natuurbeschermingswet en bereidden vervolgens maar twee concurrerende (!) wetsontwerpen voor. Pas in 1946 werd een oplossing gevonden en werd de verantwoordelijkheid voor ‘natuur’ overgeheveld naar OKW. De uitvoerende buitendienst Staatsbosbeheer bleef officieel onder Landbouw vallen, maar haar werk voor natuur- en landschapsbeheer werd voortaan betaald vanuit de OKW-begroting. Het ‘ruilverkavelingsblok’ ‘cultuur en wetenschap’ werd in 1965 opnieuw ingedeeld. Het ministerie van OKW werd opgesplitst, en ‘natuurbescherming’ kwam bij het nieuwe departement van Cultuur, Recreatie en DE MINISTERIES Historici van de Radboud Universiteit staan in deze serie stil bij de geschiedenis van belangrijke ministeries. Wat moeten de bewindspersonen over hun ministerie weten? Deel 2: Natuur en Milieu Maatschappelijk Werk (CRM) terecht. De medewerkers van de nieuwe hoofddirectie Natuurbescherming en Openluchtrecreatie waren een bonte mix van carrière-ambtenaren, jonge afgestudeerden uit Wageningen, vogelaars, botanici en bevlogen natuurbeschermers. Hun profiel bepaalde jarenlang de interne ‘organisatiecultuur’ op het departement. ‘Natuurbescherming’ en ‘landbouw’ kwamen in de jaren vijftig en zestig regelmatig met elkaar in aanvaring over de inrichting
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 26 SERIE DE MINISTERIES van het landelijk gebied. De landbouwsector maakte ingrijpende veranderingen door als gevolg van de ontginning van ‘woeste gronden’, schaalvergroting, mechanisatie en (jawel) ruilverkaveling, terwijl CRM juist grote bedragen uittrok om ‘bedreigd natuurschoon’ aan te kopen. De departementen van CRM en Landbouw hadden weinig belangstelling voor elkaars expertise of ideeën over de toekomst van het landelijk gebied, en ontwikkelden gaandeweg zelfs een wederzijds vijandbeeld. Staatsbosbeheer, dat vanuit twee verschillende begrotingsposten werd betaald, was daarvan het voornaamste slachtoffer. EXTRA MINISTERSPOSTEN De geschiedenis van de ‘ruilverkaveling’ van het beleidsterrein ‘milieu’ ziet er weer totaal anders uit. Dat heeft veel te maken met de maatschappelijke organisaties achter de respectievelijke lobby’s. De Nederlandse Vereniging tegen Water-, Bodem- en Lucht veront reiniging had maar weinig binding met de ‘traditionele’ natuurbeschermingsorganisaties, die van hun kant vonden dat ‘milieu’ niet tot hun kerntaak behoorde. Pas in 1972 kwam met de Stichting Natuur en Milieu de eerste officiële samenwerking tussen de twee ‘velden’ tot stand. Rond de verkiezingen van 1971 stond het milieu meer in de belangstelling dan ooit tevoren. Mensen maakten zich steeds meer zorgen over de sterk toenemende lucht-, water- en bodemverontreiniging, over kernenergie, straling en giftige stoffen. ‘Milieu’ werd daarbij geframed als onderdeel van ‘volksgezondheid’ en niet geassocieerd met ‘natuur’. De expertise voor deze problemen zat immers bij de Inspectie Milieuhygiëne – niet bij de natuurbeheerders bij Staatsbosbeheer. Toen er tijdens de moei zame formatie van het kabinet-Biesheuvel twee extra ministersposten ‘nodig’ waren, werd het nieuwe beleidsterrein ‘milieu hygiëne’ daarom met het perceel ‘volks gezondheid’ gecombineerd tot het nieuwe ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne (Vomil). Het werk van Vomil bleef in de volgende jaren achter bij de hoge verwachtingen. Aan de ene kant lag dat aan het overwicht van Volksgezondheid binnen het nieuwe departement. Aan de andere kant was Milieuhygiëne als ‘nieuw’ beleidsterrein afhankelijk van de medewerking van andere departementen. Ruimtelijke Ordening was bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de planning van nieuwe woonwijken en industriegebieden, terwijl waterkwaliteit mede onder Verkeer en Waterstaat viel. De coördinerende functie van Milieuhygiëne tussen de verschillende beleidsterreinen Binnenlandsche Zaken 1935 Landbouw en Visscherij 1937 Economische Zaken Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (OKW) 1945 1965 Onderwijs en Wetenschappen Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (CRM) Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening 1982 1982 Welzijn, 1989 Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) (vanaf 2003: Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) 2010 Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 2017 Natuur Milieu Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) Economische Zaken en Klimaat 2010 Infrastructuur en Milieu 2017 Infrastructuur en Waterstaat Economische Zaken Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) Volksgezondheid en Cultuur Verkeer en Waterstaat Volksgezondheid en Milieuhygiëne (Vomil) Landbouw en Visserij Sociale Zaken en Volksgezondheid 1971 1939 Handel, Nijverheid en Scheepvaart was dus sterk afhankelijk van het ‘gewicht’ van de eigen minister in de ministerraad. SPANNING BINNENSKAMERS In het kader van het project ‘reorganisatie rijksdienst’ werd al bij de formatie van 1981 over een departementale herverkaveling gesproken, maar dat stond toen nog haaks op de gewenste ‘verdeelsleutel’ tussen de vijf partijen in de nieuwe coalitie. Een grootschalige ‘ruilverkaveling’ kwam er daarom pas met het eerste kabinet-Lubbers in 1982. Milieuhygiëne werd losgemaakt van Volksgezondheid en toegevoegd aan het nieuwe ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). ‘Natuur’ werd overgeheveld van CRM (dat als zodanig werd opgeheven) naar Landbouw en Visserij. Het idee achter de nieuwe indeling was om naast het aantal ministeries ook hun onderlinge ‘breukvlakken’ te verminderen. De spanningen tussen ‘landbouw’ en ‘natuurbescherming’, en tussen de beleidsterreinen Milieuhygiëne en Ruimtelijke Ordening, zouden voortaan binnenskamers kunnen worden opgelost. De natuur- en milieuorganisaties waren ‘verbijsterd en geschokt’ over de ‘verhuizing’. Volgens hen stonden de belangen van natuur en milieu haaks op de ‘op de produktie gerichte doelstellingen’ van het ministerie van Landbouw. De staf van Vomil, de ambtenaren bij CRM en medewerkers van Staatsbosbeheer sloten zich opmerkelijk genoeg ook aan bij dit verzet. Volgens hun collectief zelfbeeld verdedigden zij immers de ‘immateriële belangen’ van het Nederlandse volk tegen de ‘materiele belangen’ van onder andere de landbouwsector. Was het niet beter om dat fundamentele conflict op het niveau van de ministerraad uit te vechten? De Tweede Kamer bleek in 1982 gevoelig voor deze argumenten, en de regering beloofde dan ook dat natuurbehoud en openluchtrecreatie een ‘herkenbare organisatorische eenheid’ binnen hun nieuwe departement zouden blijven. Ook bij het nieuwe ministerie van VROM werden de ‘verschillende culturen’ uit voorzorg apart gehouden. In de praktijk ging de integratie van beleidsterreinen in hun nieuwe omgeving met de nodige spanningen gepaard. De volgende grote herschikking vond plaats met het aantreden van het kabinet-Rutte I in 2010. Het departement van Economische Zaken werd enorm uitgebreid en fuseerde met Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). De verantwoordelijkheid voor het beleidsterrein ‘milieu’ ging na de opdeling van het depar
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 SERIE 27 tement van VROM dan weer naar het fusieministerie van Infrastructuur en Milieu. In het kabinet-Rutte III (vanaf 2017) kwam er weer een aparte minister voor LNV. ‘Natuur’ en ‘milieu’ bleven echter gescheiden, terwijl ‘klimaat’ een plek kreeg onder de minister voor Economische Zaken en Klimaat. STIKSTOFPOLITIEK De wondere wegen van ‘natuur’ en ‘milieu’ door het Nederlands bestuurlijk apparaat zijn achteraf gezien niet onlogisch. Zelfs de maatschappelijke organisaties die aandrongen op bescherming van de natuur of het leefmilieu vonden tot in de jaren zeventig dat beide thema’s weinig met elkaar te maken hadden. Sinds de eerste afbakening (‘verkaveling’) gaven de betrokken ambtenaren vorm en kleur aan de beleidsterreinen ‘natuur’ en ‘milieu’. Hun interne ‘organisatiecultuur’ ging uit van een scherpe belangentegenstelling met het werk van ‘landbouw’, maar gaf tegelijkertijd weinig ruimte aan affiniteit tussen ‘natuur’ en ‘milieu’ onderling. Bij het schrijven van deze tekst was nog niet duidelijk welke plek ‘natuur’ en ‘milieu’ na de regeringsformatie van dit jaar zulCOLUMN JAN VERHAGEN len krijgen. Wellicht komt er opnieuw een kavelruil, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat beide beleidsterreinen voor de eerste keer ooit onder dezelfde minister zullen vallen. De traditionele ‘kavelscheiding’ hoeft een optimale vormgeving en uitvoering van beleid overigens niet in de weg te staan. Als ministers en ambtenaren maar niet in conflict raken over de juiste ‘kavelgrenzen’, kunnen hun overheidsdiensten prima samenwerken voor de uitdagingen van de toekomst. Het belang van de juiste ‘ruilverkaveling’ van beleidsterreinen zien we terug in de actuele ‘stikstofcrisis’, waarin ‘natuur’ en ‘landbouw’ opnieuw lijnrecht tegenover elkaar lijken te staan. Carola Schouten MEER LEZEN: • C. van Baalen et al. (red.), Natuur, milieu, klimaat. Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2019 (Amsterdam 2019). • S. Keulen, Monumenten van beleid (Hilversum 2014) 179-230. • H.T. Siraa et al., Met het oog op de omgeving. Een geschiedenis van de zorg voor de kwaliteit van de leefomgeving. Het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (1965-1995) 227-310. verkeerde als minister van LNV in het kabinet-Rutte III namelijk in de ondankbare positie dat ze verantwoordelijk was voor beide kampen. Zowel boeren als natuurbeschermingsorganisaties vonden dat ‘hun’ minister niet afdoende opkwam voor hun belangen. Toch lijkt het onwenselijk om terug te gaan naar afzonderlijke departementen voor ‘natuur’, ‘milieu’ en ‘landbouw’, in plaats van een gemeenschappelijk ministerie. Directe concurrentie tussen ministers die elk hun eigen wetsvoorstellen naar voren schuiven, levert vast mooi politiek vuurwerk op in de ministerraad. Maar voor een compromis over de ‘stikstofpolitiek’ – een compromis dat bovendien voor de rechter en de Raad van State moet standhouden – is die constructie waarschijnlijk minder zinvol. Bijna alle relevante kennis, expertise en contact met het maatschappelijk middenveld rondom de ‘stikstofcrisis’ is op dit moment ondergebracht bij één departement. De volgende minister van LNV heeft dus in principe alle troeven in handen om de ‘stikstofcrisis’ op te lossen. Kristian Mennen is onderzoeker aan de Radboud Universiteit Nijmegen. UITGEGUMD Hé, een rectificatie in de Staatscourant. Het rijk heeft een besluit verkeerd gepubliceerd, en herstelt dat. In het ‘Instellingsbesluit Stuurgroep Maatregelen financiële beheersbaarheid Jeugdwet’ worden de woorden ‘vertegenwoordigers van jeugdhulpaanbieders’ geschrapt. Uitgegumd. Die woorden zijn er blijkbaar per ongeluk ingekomen. Door een Haags spooktypemachine. Foutje. Kan gebeuren, toch? Toch heb ik maar even dat besluit opgezocht. Staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid besluit dat er een stuurgroep komt die moet zorgen dat de kosten van de Jeugdwet beheersbaar worden. Hij wil of kan immers de gemeenten niet 1,5 miljard euro per jaar extra geven – dat is wat ze nu daaraan tekort komen. In die stuurgroep zitten hoge ambtenaren van het rijk, de VNG en van twee gemeenten. De stuurgroep laat zich bijstaan door een werkgroep. Die werkgroep bestaat uit lagere ambtenaren van het rijk, de VNG en die twee gemeenten. Blijkbaar heeft de staatssecretaris nooit besloten dat er ook vertegenwoordigers van jeugdhulpaanbieders in de werkgroep zaten. Daarom zijn zij nu uitgegumd. Uiteraard heb ik even doorgezocht. Dan vind ik een verklaring op de site van de branchevereniging Jeugdzorg Nederland: ‘De Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd stoppen met hun medewerking aan het traject dat de uitvoering van de Jeugdwet financieel beheersbaar moet maken. De branches vinden de opdracht van de stuurgroep te beperkt. Die is te veel gericht op bezuinigingen en te weinig op inhoudelijke verbeteringen. Ook krijgt de werkgroep te weinig tijd. En er zijn te weinig gegevens voor goed onder‘ Het is geen echte rectificatie’ bouwde keuzes. Verder vinden de branches oplossingen nodig voor het stagneren van de uitstroom uit de jeugdhulp, waardoor de kosten oplopen. En ze willen blijven inzetten op preventie.’ Het was dus geen foutje van het rijk. In de Staatscourant staat geen rectificatie maar een falsificatie. Het uitgummen is bewuste geschiedvervalsing om te verhullen dat de vertegenwoordigers van jeugdhulpaanbieders niet meer willen meewerken. De staatssecretaris heeft niet de moed om de waarheid te spreken en de discussie hierover aan te gaan. In de financiële verhouding is de waarheid voor het rijk geen optie meer. De rot bij het rijk zit diep van binnen.
28 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: SHUTTERSTOCK Klimaatverandering wordt vooral geassocieerd met de stijgende zeespiegel. Droogte vormt volgens René Didde in Nederland sluipenderwijs een net zo nijpend probleem. De wetenschapsjournalist schreef er een verhelderend boek over. Met oplossingen. BOEK WETENSCHAPSJOURNALIST RENÉ DIDDE WATER PARKEREN TEGEN DE DROOGTE René Didde zag het als hobbyende wijnboer op zijn Zuid-Franse wijngaard gebeuren. Na jaren van hard werken en investeren verschenen in 2009 flink sappige druiven aan de ranken. Maar die blaadjes eromheen – werden die niet verdacht snel bruin? Het was de droogte, kreeg hij van lokale collega-wijnmakers te horen. Die greep daar vlak boven de Pyreneeën zomer na zomer verder om zich heen. Het extreme weer vertaalde zich de jaren nadien een paar keer in hagelstenen die het kwetsbare fruit teisterden. Zo werd Didde door de Franse natuur al vroeg gewezen op het veranderende klimaat, ruim
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 ACHTERGROND 29 ‘ Met een stuk of zes waterhouderijen lost Aa en Maas de droogte op’ droogteperiodes beter doorkomen door dat water te parkeren, vast te houden, weg te zetten, te infiltreren – afijn, ik heb er tientallen woorden voor in mijn boek.’ voordat het hier bij ons in de gortdroge zomer van 2018 een issue zou worden. Nu ligt er Nederland Droogteland, een boek dat voor het eerst de uitdagingen op het gebied van droogte in kaart brengt waar we voor staan. ‘Het klimaatprobleem is een veelkoppig monster en gaat veel verder dan alleen die apocalyptisch stijgende zeespiegel’, zegt Didde, al jaren werkzaam als wetenschapsjournalist voor onder meer de Volkskrant en Binnenlands Bestuur. Droogte heeft meerdere gezichten. Het westen en noorden kampen met verzilting door oprukkend zeewater bij een lage waterstand in de rivieren. De veengrond klinkt er in, steden verzakken. Didde: ‘De dijken krijgen steeds meer water te verduren van zee, en de badkuip achter de dijk wordt intussen alleen maar dieper.’ In het zuiden en oosten verdorren de hoger gelegen zandgronden bij gebrek aan regen. ‘Tot voor kort was droogte in het klimaatbeleid een ondergeschoven kindje. Maar ik verzeker je: het wordt een blijvertje.’ STOFFIG LAND En toch is het in zijn boek bepaald nog niet alarmfase één. Het is gezien de dreigende omstandigheden eigenlijk opvallend monter van toon. Dat komt door de wetenschap dat er in Nederland tegenwoordig per saldo niet minder, maar méér regen valt dan vroeger. Maar ja, zegt Didde, ‘dat gebeurt vooral in het najaar en in de winter, als we er geen bal aan hebben. Dan zijn de landbouwgewassen al geoogst en ligt de natuur in winterslaap.’ Droogte is hier dus primair een verdelingsvraagstuk. Dat was wat hem erin fascineerde: ‘Ik dacht: laat ik eens een zoektocht ondernemen op basis van het feit dat het meer regent, maar dat het water op de verkeerde momenten en op de verkeerde plaatsen valt. Hoe kunnen we in Nederland de STOFFIG LAND Die zoektocht voert hem in Nederland Droogteland langs de uiteenlopende particulieren, partijen en gremia die de droogte bevechten. De boerenbedrijven, waar het schaarse water noodgedwongen over de blakerende akkers wordt gesproeid. De oververhitte, versteende steden. Vaak laat Didde zich op zijn tochten vergezellen door lokale droogteexperts, die hem de schellen van de ogen doen vallen. Zoals Corine Geujen van Natuurmonumenten, die hem vorig voorjaar door de Dommeldelta leidt. ‘Stoffig land. De zomer moest nog beginnen, maar in Brabant hadden ze toen al drie opeenvolgende droge jaren achter de rug. De natuur is dan de eerste verliezer, de boeren staan op plek twee. En dan moet je weten dat het een kletsnatte winter was geweest. Begin april hieven de Brabantse waterschappen het verbod op beregening voor boeren op, terwijl er toen al sprake was van droogte in de natuur. Daar in Brabant zag ik hoe hard het water in de Dommel bovenstrooms naar beneden roetsjt. Fijn voor de kayakkers, slecht voor de natuur. De beek is eeuwenlang rechtgetrokken, het water wordt daar totaal niet vastgehouden.’ De wetenschapsjournalist schreef, ook in dit magazine, al geregeld over technische innovaties die dat vasthouden van water mogelijk maken. De op te pompen ‘skippybal’ die in droge tijden een duiker afsluit (‘Ik heb dat woord misschien wel verzonnen’). De ondergrondse waterbergingen in grote steden, zoals die bij het Rotterdamse Sparta-stadion van waaruit voetbalvelden kunnen worden besproeid. ‘Je zet water weg in aquifers op vijftien, zestien meter diepte. Het kan op veel meer plaatsen dan we denken.’ Net zoals je hogerop aan de Rijn in Duitsland extra waterbuffers in de vorm van ondergelopen polders kunt creëren die je in tijden van droogte kunt benutten. ‘Maar ik kwam er gaandeweg achter: dit probleem krijg je er niet onder met de optelsom van alle denkbare technische oplossingen.’ Meer dan een kwestie van techniek is droogte volgens Didde een bestuurlijk probleem. Een regionale opgave, benadrukt Didde, ‘maar wel uit te voeren onder een landelijke paraplu.’ Centrale gedachte: ‘We moeten niet langer het grondwaterpeil aanpassen aan de bestaande functies in een gebied. Je moet precies omgekeerd redeneren: dat je de functies ent op het beschikbare waterpeil. Dus ja, het moet regionaal worden uitgewerkt door een bestuurlijke entiteit tussen waterschap en provincie in. In samenspraak met lokale gebiedsregisseurs. En daarbij gesteund door de Deltacommissaris of een ministerie. Want we kunnen veel en je struikelt over de technische oplossingen voor droogte, maar waar het aan ontbreekt is ruimtelijke regie.’ Regie die de uiteenlopende opgaven – energietransitie, woningbouw, natuur, recreatie, landbouwhervorming en droogte – combineert en in samenhang oppakt. CROSSOVERS Lokaal ziet Didde al de eerste, veelbelovende crossovers. ‘Neem het plan van het waterschap Aa en Maas om een waterhouderij op te richten: een groot bekken waarin water wordt weggezet als appeltje voor de dorst. De omliggende boeren kunnen daar in geval van nood uit putten. De natuur wordt ermee bevloeid. Maar het zijn ook schitterende recreatiegebiedjes. En je kunt er misschien wel een aqua thermiebassin bij doen. Met een stuk of zes van die waterhouderijen zou Aa en Maas de regionale droogte in de zomer een heel eind helpen oplossen. Het is toch eigenlijk idioot dat we dat nog niet doen?’ Begin op de droogste plekken, adviseert Didde. En neem tegelijk maatregelen tegen de ergste waterslurpers in het gebied. ‘Het besef dat je eigenlijk geen bloembollenteelt moet toestaan op het droge Drentse plateau is er al jaren. En toch is het Drents bloembollenareaal sinds het jaar 2000 verviervoudigd. Rara? Dus ja: lokaal ligt de eerste oplossing. Mits gesteund door iemand die droogtebestrijding op landelijk niveau voor elkaar bokst.’ Zal het genoeg zijn om hier Zuid-Franse toestanden te voorkomen? ‘Ik denk dat we het voor elkaar kunnen krijgen.’ ‘Nederland Droogteland’, uitgeverij Lias. Prijs: € 19,99. www.nederlanddroogteland.nl.
30 ACHTERGROND HANDHAVING DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: JORIS VAN GENNIP / ANP-HH Hoe kunnen relschoppende tegenstanders van de avondklok worden aangepakt? Of drugsrunners? Veel gemeenten verkiezen een selectieve aanpak, gebaseerd op strafrecht of bestuursrecht. Volgens advocaten Heleen Peters en Cees van de Sanden werkt een bredere juridische scope beter. ‘Voor gemeenten is dat een eyeopener.’ COMBINEREN DISCIPLINES EYEOPENER VOOR GEMEENTEN ‘ ZET HET RECHT ZO EFFECTIEF MOGELIJK IN’ AVONDKLOK Een lid van de Mobiele Eenheid bewaakt een slagerij bij rellen in Amsterdam-Osdorp
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 ACHTERGROND 31 ‘ Drugsrunners kun je ook aanpakken via het bestuursrecht’ Hoe kun je de instrumenten die je tot je beschikking hebt, inclusief civielrechtelijke, het beste inzetten? Onze boodschap is: doe dat niet enkel ad hoc, maar kijk veel meer aan de voorkant naar instrumenten in de gereedschapskist: wat wil je wanneer doen? Maak een plan.’ De avondklokrellen liggen vers in ieders geheugen. Het waren ernstige verstoringen van de openbare orde die vooral strafrechtelijk werden benaderd, gericht op het aanhouden en vervolgen van daders. Burgemeesters kunnen meer doen aan het tegengaan van verstoringen en schade door al in een eerder stadium proactief gebruik te maken van bestuursrechtelijke bevoegdheden, zoals het toepassen van een noodverordening of een gericht noodbevel. Zij voeren dan meer regie en politie en Openbaar Ministerie hebben meer houvast. Schade achteraf kan uitstekend en snel via het civiel recht worden verhaald. Die proactieve en meer integrale aanpak van bestuursrecht, strafrecht en civiel recht loont, is het pleidooi van stafrechtadvocaat Heleen Peters en bestuursrechtadvocaat Cees van de Sanden die samen een advocatenkantoor bestieren. Peters is ook gemeenteraadslid voor een lokale partij in Nieuwegein. Die combinatie van werkzaamheden leidt volgens haar tot een interessante wisselwerking. ‘In de raad treed ik op als raadslid, niet als advocaat. Ik functioneer daar als raadslid, maar weet als advocaat hoe het in andere gemeenten aan toegaat. Dat maakt het werk als raadslid gemakkelijker, want je hebt een beter overzicht. We kennen veel praktijkvoorbeelden.’ Van de Sanden is niet politiek actief, maar werkte eerder als bestuurlijk-juridisch adviseur voor een provincie. Hun advocatenkantoor richt zich vooral op handhavingszaken, vertelt hij. ‘Het zijn vaak complexe zaken die op het bord van de burgemeester liggen.’ Handhaving van de openbare orde is bestuursrechtelijk te benaderen (via een noodverordening of -bevel), maar ook strafrechtelijk, met een rol voor het Openbaar Ministerie. ‘Wij bekijken zaken niet vanuit één richting, maar benaderen ze integraal. Welk doel wil je bereiken? INTEGRALE VISIE Peters en Van de Sanden prediken een integrale visie op handhaving. Daarbij wordt nagegaan welk instrument het best kan worden ingezet gegeven de aard en de ernst van de overtreding en het doel van de handhaving. Burgemeesters met wie Peters en Van de Sanden hebben gesproken erkennen het belang van zo’n aanpak en dat daar nog ruimte is voor verbetering. De aanpak hangt niet alleen af van de achtergrond of de juridische kennis van de burgemeester, ook de omvang van de organisatie en het specifieke onderwerp is van belang. Van de Sanden wijst erop dat een kleine gemeente minder specialistische juridische kennis in huis heeft dan een grotere. ‘Een grote stafafdeling heeft meer juristen. Kleine gemeenten kloppen soms aan bij de grotere broer in de regio, maar die hebben ook lang niet altijd tijd. Zij kunnen dan niet meteen mee de diepte in.’ Niet alleen vanuit het perspectief van het bestuursrecht kijken, maar dat perspectief combineren met een straf- en/of civielrechtelijke aanpak is een eyeopener voor gemeenten, aldus de advocaten. ‘En ook voor het Openbaar Ministerie. Officieren van Justitie zijn vaak vanuit de klassieke strafrechtelijke manier opgeleid. Dat kan ook ‘ BURGEMEESTERS HEBBEN DIVERS GEREEDSCHAP’ ‘Belangrijk startpunt is dat het strafrecht er is om te straffen en het bestuursrecht om oneigenlijke situaties te stoppen’, zegt Lochems burgemeester (en bestuurslid van burgemeestersgenootschap NGB) Sebastiaan van ’t Erve in een reactie op het advies van Van der Sanden en Peters. ‘Dat kan gaan om een hond die poept waar het niet mag of sluiting van panden via de Opiumwet. Er is wel samenhang tussen bestuursrecht en strafrecht. Zo zou bij de sluiting van een drugspand via het bestuursrecht, waarmee de aanloop van en naar het pand wordt gestopt, een verdachte ook kunnen worden veroordeeld door de strafrechter om de aanwezigheid van verboden middelen.’ Burgemeesters zijn volgens Van ’t Erve geen strafrechtdeskundigen. ’Ik kan me voorstellen dat er casussen zijn, waarbij je je afvraagt: welk instrument pakken we? Kijken we vanuit het Openbaar Ministerie of vanuit de bestuursrechtelijke rol van de gemeente? Dat kan best ingewikkeld zijn. Ik ben niet zo’n fan van kiezen voor bestuursrecht vanwege het feit dat het strafrecht overbelast is. Als strafrecht op zijn plek is, moet je dat organiseren en optreden. Het bestuursrecht kan dan een instrument zijn, maar dat vergt zorgvuldige weging of samenwerking. Een goed voorbeeld is iets uit elkaar te trekken: wil je dat een rechter een straf oplegt of is het doel om een maatschappelijk fenomeen bij te buigen? Welke mogelijkheden heb je dan? Dat overleg moeten we zeker voeren met elkaar. Je kunt slim aanvullen en andere doelen bereiken dan een enkele.’ Voor dat overleg en die afweging ziet van ’t Erve de driehoek als de juiste plek. ‘Wat vinden we wenselijk en van toepassing? Als het enige instrument de hamer is, is ieder probleem een spijker. We hebben divers gereedschap, dus waar kunnen we dat het beste toepassen en voor welke oplossing? Ik hoop overigens dat we daar niet alleen in de driehoek over praten, maar ook in de samenleving. Vanuit het NGB ondersteunen we burgemeesters actief, want dit zijn snel ontwikkelende systemen. In Oost-Nederland zie ik veel mensen vanuit het OM die op verzoek langskomen en kennis delen.’
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 32 ACHTERGROND HANDHAVING binnen een paar weken op de deurmat. Zo hebben we frustraties kunnen wegnemen. Het is fijn om te weten dat het ook op deze manier kan. Laat die twee dus hand in hand gaan. Denk meer ‘en-en’ dan ‘of-of’.’ anders.’ Over het algemeen werkt het strafrecht enigszins traag en is er een capaciteitstekort. ‘De prioriteitstelling van het OM bepaalt de zaken die worden aangepakt. Dat zet een rem op het inzetten van het strafrecht.’ Hij wil niet zeggen dat het niet wordt ingezet, ‘maar het is wel een groot nadeel’. ‘Drugsrunners bijvoorbeeld, die kun je niet alleen overdragen aan justitie, maar ook aanpakken via het bestuursrecht.’ Goed contact met de gebiedsofficier en binnen de driehoek is daarvoor essentieel, aldus Peters. ‘Als dingen niet voortvarend genoeg worden opgepakt, maar er is goed contact met de gebiedsofficier, kunnen ze toch in een stroomversnelling komen.’ Als een burgemeester wil dat justitie toch iets met lachgas doet, kun je voorstellen om een strafbeschikking in te zetten. Die ligt GEBIEDSVERBOD Van de Sanden wijst niet alleen op de prioriteitstelling bij het OM, maar ook op de capaciteit. ‘Je kunt niet alles à la minute oppakken. Als je kijkt naar het resultaat bij drugsrunners: na een veroordeling zit iemand heel kort achter de dikke deur, komt daarna met grotere status naar buiten en gaat gewoon weer door. Het is dan effectiever om een gebiedsverbod in te stellen. Als hij dat overtreedt, volgen boetes van duizenden euro’s. Dan tref je iemand harder.’ Dat is die effectiviteit: hoe bereik je je doel het beste. Probeer buiten de vaste kaders te denken, wil Van de Sanden zeggen, zoals het civiel recht. ‘Soms kun je met een kort geding sneller iets bereiken dan met bestuurs- of strafrecht. Dat vergt een andere manier van denken. Officieren worden nog op de klassieke manier opgeleid, maar ADVERTENTIE het zou goed zijn als ook in de opleiding hier beter naar wordt gekeken.’ De aanpak hangt toch ook af van de achtergrond, kennis en ervaring van de burgemeester. ‘De ene zoekt stevig grenzen op, de andere is van de rustig getrapte manier. De ene burgemeester wil zelf regie houden, de ander wil zaken zo snel mogelijk oplossen en alle varianten verkennen’, merkt Van de Sanden. Peters benoemt ook de omvang van de gemeente. ‘Kleinere gemeenten hechten veel waarde aan sterke sociale controle. Daar is de drempel minder hoog om aan te bellen bij mensen: wat is er aan de hand? Wat zit erachter? In grote gemeenten zie je meer symptoombestrijding. Er is geen capaciteit om problemen van dichterbij te bekijken.’ Ook de driehoek kan meedenken, want die kent het gebied, de mensen en de issues. ‘Heb als bestuurder niet het idee dat je het alleen moet oplossen, schroom niet om breder te kijken. Bij acute situaties kan een giftig mengsel ontstaan. Als je daar van tevoren over hebt nagedacht, kun je de opties in beeld brengen in plaats van dat je reflexmatig ad hoc beslissingen neemt.’ Geen Kamerzetel voor jou? Zet je talenten elders in! re-integratie loopbaancoaching executive coaching Van Ede & Partners is preferred supplier voor de begeleiding van voormalig politieke ambtsdragers. Meer informatie? Bel 020 673 40 39 www.vanede.nl AMSTERDAM | ARNHEM | BREDA | DEN HAAG | EINDHOVEN | ENSCHEDE | GRONINGEN | MAASTRICHT | ROTTERDAM | ZEIST | ZWOLLE
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 DOOR: ALEXANDER LEEUW FOTO: OLIVIER MIDDENDORP / ANP ACHTERGROND 33 Het gehackte Hof van Twente vormt geen uitzondering. Criminelen kunnen elke gemeente raken. Ict-expert Brenno de Winter over tekortschietende stuurinformatie, een gebrek aan kennis in het college en een te gesloten bedrijfscultuur. ICT-EXPERT BRENNO DE WINTER: ‘ HACKERS BIJ GEMEENTEN AL BINNEN’ Op het ene moment lijkt alles in orde, op het andere moment blijkt het oorlog te zijn én de vijand al binnen. Wie de vijand is die de gemeente Hof van Twente binnenviel, is nog niet duidelijk. Duidelijk is wel dat gemeenten zich nog te weinig realiseren dat ze online inmiddels tegenover serieuze tegenstanders staan. Wie de zaken niet goed op orde heeft, is kwetsbaar. Hof van Twente heeft de pech nu het boegbeeld te zijn van die digitale kwetsbaarheid. Er ging zeker een hoop mis. Velen wijzen op het wachtwoord ‘Welkom2020’ waarmee de hacker toegang kreeg. Uit het forensisch onderzoek van cyberveiligheidsbedrijf NFIR bleek dat er miljoenen inlogpogingen zijn gedaan, een aanval met brute force oftewel brute kracht. Dat wijst er volgens NFIR op dat het wachtwoord simpelweg is geraden door veel te DE WINTER: ‘ Je moet niet beveiligen als Hof van Twente, maar als Defensie.’ proberen. ‘Iedereen heeft het over dat wachtwoord, maar eigenlijk vind ik dat niet het belangrijkste’, zegt Brenno de Winter. De ict-deskundige schreef een duidend rapport om de bredere context van het forensisch onderzoek te schetsen. ‘Al was het een briljant wachtwoord geweest, het RDP stond open. Dan ligt de wereld aan je voeten.’ Met het RDP, oftewel Remote Desktop Protocol, kan een computer op afstand worden bediend. Als het niet nodig is om zo’n poort toegankelijk te maken vanaf het internet, doe het dan niet. En als het wel nodig is, zorg dan dat meerfactor-authenti
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 34 ACHTERGROND ACHTERGROND ‘ Organisaties werken vanuit de Jericho-gedachte: buiten is onveilig, binnen is veilig’ catie aanwezig is. Dat voorkomt dat aanvallers simpelweg kunnen blijven raden. Zo kwam de vijand binnen. ‘NFIR heeft door middel van forensisch onderzoek vastgesteld dat de aanvallers initieel toegang hebben gekregen tot het netwerk van de gemeente op 9 november 2020’, schrijft het bedrijf. Vervolgens probeerden de aanvallers stapje voor stapje de omgeving te verkennen. ‘Bij de hack van Lochem duurde dat maandenlang’, zegt De Winter. ‘Bij Hof van Twente was het een kwestie van weken. Als je in kleine stapjes doet, langzaam de aanval uitvoert en de rechten oprekt, dan is de kans kleiner dat je wordt gedetecteerd.’ Het account dat de hackers overnamen had bovendien de gebruikersrechten van een systeembeheerder. Hierdoor konden de hackers onmiddellijk het volledige beheer van het netwerk overnemen. Een betere organisatie van de rechtenstructuur had dit kunnen voorkomen. GROTE PIJN Het netwerk was niet opgedeeld in segmenten, dus de hackers konden van de ene server naar de andere. NFIR schrijft: ‘Deze situatie had voorkomen kunnen worden door de servers op netwerkniveau van elkaar te scheiden (microsegmentatie) en enkel onderlinge communicatie toe te staan waar noodzakelijk.’ De hackers konden ook bij de servers waar backups op stonden en die verwijderen. De Winter: ‘Daar zit de grote pijn. Een overheid moet eigenlijk zeer regelmatig offline op een aparte locatie een backup maken. Als je dat fatsoenlijk doet, ben je nooit meer dan een dag kwijt.’ Het ging snel op 30 november. Vanaf tien Gemeentehuis Hof van Twente uur ‘s avonds uur worden verschillende systemen versleuteld en virtuele servers verwijderd. Kort na middernacht hebben de hackers hun doel bereikt. Op de lokale printers wordt een losgeldbrief uitgeprint. Vervolgens verwijderen ze de printerservers. Burgemeester Ellen Nauta besluit niet te betalen – dat is het gangbare beleid. Bovendien wil ze dit criminele verdienmodel niet in stand houden. ‘Het is heel bewonderenswaardig hoe Nauta is gegroeid door deze crisis’, vertelt De Winter. ‘Ze is het echt gaan begrijpen.’ Maar hoe kon deze situatie het college zo verrassen? Waren er geen signalen dat de beveiliging niet goed op orde was, dat er iemand aan het rondneuzen was in de systemen? Die waren er wel, maar die bereikten het college niet. Dat is volgens De AANBEVELINGEN VAN DE INFORMATIEBEVEILIGINGSDIENST (IBD) NAAR AANLEIDING VAN HOF VAN TWENTE 1. Dwing op de kortst mogelijke termijn meerfactor-authenticatie af op beheeraccounts (intern- en extern), e-mail, kantoorautomatisering en cloudapplicaties. 2. Breng de basis op orde (meer informatie op de website van de IBD). 3. Maak een overzicht van uw cruciale processen en prioriteer deze. 4. Actualiseer het bedrijfscontinuïteitsplan, het back-up- en restorebeleid en het incidentmanagementproces voor een grootschalige en langdurige uitval van cruciale processen. 5. Oefen regelmatig een informatiebeveiligingsincident. 6. Maak gebruik van de 3-2-1 methode bij back-ups: drie verschillende kopieën, twee verschillende media en één kopie offline / offsite. Test ook regelmatig de mogelijkheid van het herstellen van een kopie. Winter misschien wel het grootste leerpunt: ‘Als de bestuurder niet de juiste informatie krijgt, dan komt er geen verbetering.’ De ENSIAbeveiligingsaudits voldoen niet als stuurinformatie. ‘Als ik die stukken los zou krijgen en niet beter zou weten dan zou ik ook vinden dat het er best goed uitziet. Met kennis van de omgeving weet je dat het niet matcht, maar een bestuurder heeft dat niet door.’ De bevinding van tekortschietende stuurinformatie wijst volgens De Winter op een breder probleem. ‘Het is een alarmerend signaal dat iedere bestuurder op dit moment een dijk van een probleem heeft: je denkt het juiste te doen, maar krijgt geen reflectie op wat echt belangrijk blijkt.’ Want: ‘Je ziet aan de informatie of een systeem wel of niet functioneert, maar dat is voor de detectie van een aanval echt onvoldoende. Daar is aanvullende monitoring voor nodig. GGIVeilig biedt dit, maar daar zijn maar weinig gemeenten op aangesloten. Wat veel overheden niet begrijpen is dat hun tegenstanders serieuze actoren zijn zoals staten. Je moet niet beveiligen als Hof van Twente, maar als Defensie.’ PENTEST Een verdere tekortkoming van de informatie was een penetratietest die niets opleverde. In een penetratietest, kortweg pentest, proberen beveiligings
Foto: Ginopress/ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 ACHTERGROND 35 ‘ Als de bestuurder niet de juiste informatie krijgt, komt er geen verbetering’ onderzoekers zwakheden in het systeem te vinden. Een extern bedrijf voerde in de zomer van 2020 zo’n pentest uit bij Hof van Twente, maar daarbij zijn de problemen niet aan het licht gekomen. Momenteel is de gemeente juridisch aan het uitvechten hoeveel de leverancier had moeten doen. ‘Zij hebben verantwoordelijkheid in het beheer’, zegt De Winter. ‘Ze moeten relevante adviezen geven. Zij roepen nu dat de klant niet goed genoeg luisterde, maar dan hadden ze de opdracht terug moeten geven. Het vervelende is dat je leveranciers niet blind kunt vertrouwen.’ Het college vertrouwde op een leverancier met wie het een langlopende en goede relatie had. Was dat een vergissing? ‘Dat vind ik een ingewikkelde vraag. Je moet in zekere mate vertrouwen hebben, maar hier werd de leverancier niet door een onafhankelijke derde gecontroleerd. Zoiets kan in goede harmonie. Hof van Twente zegt het nu, maar eigenlijk moet dat in alle gemeenten gebeuren: laat het securitynetwerk door een onafhankelijke derde checken.’ ‘U jokt vaak in deze raad’, vermaande PvdAfractievoorzitter Fred Rijkens de burgemeester tijdens het eerste openbare debat over de inbraak. De burgemeester gaf aan sommige informatie wel te willen, maar niet te kúnnen delen in verband met een juridisch geschil met de leverancier en het nog af te ronden verbeterplan. ‘De gemeenteraad moet beseffen dat het hier om veel geld gaat’, zegt De Winter. ‘Als je kans wilt maken in de procedure, dan moet je luisteren naar je advocaat.’ De raad was kritisch op het rapport van het college dat de andere twee rapporten vergezelde. Dat meldt dat er verantwoording en lering nodig is, maar trekt snel de conclusie dat het iedereen kan overkomen. ‘Het leest alsof het is bedoeld om goed te praten’, sprak D66fractievoorzitter Alice Olde Reuver of Briel. ‘Je zag dat de raad zich niet kon voorstellen dat het bij andere organisaties ook zo is gesteld’, merkt De Winter op. ‘Als je het op een rijtje zet dan is het ook veel, maar ik hoef alleen maar te wijzen op de NWO.’ In februari kreeg een hackersgroep toegang het netwerk van NWO en lekte interne documenten op het dark web. Wekenlang kon de organisatie de primaire taak, het financieren van wetenschappelijk onderzoek, niet uitvoeren. ‘Zo is het breed, bij overheden en bedrijven. Zouden Den Haag en Amsterdam het zo goed op orde hebben, zo groot als zij zijn gegroeid?’ Vorige week concludeerde de Utrechtse rekenkamer nog dat er ernstige risico’s zijn bij de informatieveiligheid van de gemeente. BETERE STRUCTUUR ‘Ik heb zelf niet het gevoel dat wij ons achter iets verschuilen’, verdedigde Nauta zich tegenover de raad. In het debat werd het bedrag van 3,5 miljoen euro genoemd om een nieuw netwerk op te bouwen. ‘We hebben steeds meer zicht op de kosten en schrikken ook van dat bedrag. Uit deze puinhoop moet een betere structuur verrijzen. Nauta herhaalde vaak ADVERTENTIE dat ze zich verantwoordelijk voelt, maar volgens Fred Rijkens gaat het erom wat de burgemeester heeft geleerd en gedaan. De burgemeester zegde daarom toe een aanvullende verantwoordingsrapportage te leveren om die vragen te beantwoorden. De Winter vindt het een goed idee dat ze het collegerapport uitbreiden met de geleerde lessen. ‘Je moet altijd kijken naar wat er niet goed is gegaan. Ze hebben hun cultuur in notime omgebouwd en dit stukje hoort daar nog even bij. Daar moet tegenover staan dat het ok is om fouten te maken.’ En niet proberen stil te houden wat er is misgegaan. ‘Stilzwijgen gebeurt heel veel. Het gebeurt geregeld dat ik bij een partij kom die niet naar buiten wil treden. Dat is gewoon niet goed.’ Het valt De Winter bovendien op dat veel organisaties waar hij komt de basiszaken niet op orde hebben. Daar begint een goede verdediging mee: netwerksegmentering, meerfactorauthorisatie. ‘Organisaties werken nog vanuit de Jerichogedachte: buiten is onveilig, binnen is veilig. Als iemand de eerste horde heeft genomen dan zijn ze binnen.’ Hij waarschuwt daarom voor de Exchangebug: relatief makkelijk kon er een onbeveiligde verbinding worden aangelegd met de servers van het Microsoftmailsysteem. Er kwam een update, maar wie die destijds niet snel genoeg heeft geïnstalleerd, kan ervan uitgaan dat er aanvallers zijn binnengedrongen. De Winter: ‘Ik denk dat dit nog een hele grote hoos aan ransomware en platgelegde netwerken gaat opleveren.’
36 ACHTERGROND EUROPA DOOR: SIMON TROMMEL BEELD: SHUTTERSTOCK De Conferentie over de Toekomst van Europa, een breed debat met de burger in alle hoeken van de EU gaat nu echt beginnen. Wat zit er voor gemeenten in? ‘Er staat wat op het spel’, zegt de een. ‘Welnee’, zegt de ander. CONFERENTIE OVER TOEKOMST VAN EUROPA ‘ GEMEENTE MOET BU BETREKKEN BIJ EU’ Net na het weekend, op 19 april gaat het live: het platform van de Europese Commissie en het Europees Parlement waarop burgers ideeën over de toekomst van de Europese Unie kunnen delen, en kunnen deelnemen aan activiteiten van de Conferentie over de Toekomst van Europa. Dat is een debat van een jaar in de hele Europese samenleving over het Europees beleid en de instituties die dat beleid moeten uitvoeren. Op 9 mei volgt de formele aftrap in Straatsburg. Daarmee komt de conferentie eindelijk op gang, na veel vertraging door de pandemie en gesteggel over het leiderschap. Daardoor duurt de conferentie zelfs een jaar korter. In het voorjaar van 2022 moet de Conferentie leiden tot aanbevelingen hoe het anders kan. Gemeenten moeten ook hun rol pakken als het gaat om de Conferentie over de Toekomst van Europa, daartoe roepen onder meer Europees Parlementsvoorzitter David Sassoli en de voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen op. De burger moet meer bij de EU worden betrokken en daar zijn de gemeenten als meest nabije overheid hard bij nodig. Hun oproep geldt overigens ook voor alle organisaties uit het maatschappelijk middenveld, zoals vakbonden, werkgevers en andere instellingen. Maar welke rol dat moet worden, weet nog niemand: alle instituties en actoren zoeken zelf nog naar hun rol. EU IN GEMEENTERAAD Voor gemeenten is dat ook belangrijk, zoeken, zegt Europarlementariër Vera Tax (PvdA), zelf oud-wethouder van Venlo. Er staat volgens haar veel op het spel voor gemeenten en voor hun burgers. Want de conferentie gaat ook over de toekomstige samenwerking tussen Europese instellingen en nationale, regionale en lokale overheden. ‘Daarnaast zijn gemeenten onmisbaar bij de ontwikkeling en uitvoering van veel Europese beleidsthema’s, denk aan digitalisering, migratie en klimaat. Het is daarom belangrijk dat er in gemeenteraden gesproken wordt over de toekomst van Europa.’ Gouverneur Theo Bovens van Limburg sluit zich daar bij aan. ‘Ik roep alle burgemeesters en wethouders in Nederland op om debatten te stimuleren over de toekomst van de Europese Unie’, zegt hij. Bovens zat zeven jaar in het CvdR en Limburg is zelf een bakermat van de huidige Europese Unie met het Verdrag van Maastricht. Een tweede ‘Maastricht’ lijkt de Conferentie vooralsnog niet te worden. Niemand wil grote veranderingen aan de Europese verdragen, zeggen bronnen in Brussel. Ook Nederland, dat een non-paper – een
U BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 ACHTERGROND 37 ‘ Het is niet handig als steeds meer bevoegdheden van ‘Den Haag’ naar ‘Brussel’ gaan’ RGER gezamenlijke standpuntbepaling – maakte met elf andere lidstaten, wil dat blijkens dat gezamenlijke standpunt niet. Ons land roept in het standpunt wel op tot een breed debat waarbij ook gemeenten en de burger moeten worden betrokken. En daar wordt inmiddels aan gewerkt. De VNG meldt dat in overleg met het rijk een modelaanpak wordt ontwikkeld zodat gemeenten goed beslagen ten ijs komen, het komend jaar. Die aanpak is volgens Bovens ook hard nodig. Hij durft op persoonlijke titel wel te speculeren over wenselijke uitkomsten. Volgens Bovens zou het waard zijn een zwaardere rol voor het CvdR, en dus voor gemeenten en regio’s, te overwegen. Dat adviseert nu vooral het Europees Parlement en Bovens ziet er wel wat in als dat een soort regionale kamer binnen het Europees Parlement wordt. Dat zou Europarlementariërs meer de gelegenheid geven zich met politieke inhoud te bemoeien en minder als de congressman (m/v) van de regio op te treden. DOOLHOF Ook hoogleraar politicologie Ben Crum, tevens wetenschappelijk directeur van de VU School of Governance van de Vrije Universiteit Amsterdam, denkt vooralsnog niet dat de conferentie een tweede ‘Maastricht’ wordt en zal leiden tot grote veranderingen in de positie van gemeenten. ‘Wat er op het spel staat voor gemeenten? Niets.’ Tegelijk zegt hij dat uitkomsten moeilijk voorspelbaar zijn. Want de vorige keer toen er breed over de EU werd gepraat, waren de verwachtingen ook laag. Dat was tijdens de Conventie van Europa in 2003 onder leiding van de Franse oud-president Valéry Giscard d’Estaing, drijvende kracht achter het ontstaan van de Europese Raad. De burger speelde in die conventie geen rol, zoals dat nu moet gebeuren. Toen kwam wel als een duveltje uit een doosje, zoals Crum dat zegt, het voorstel voor de Europese grondwet. Dat werd na referenda in Frankrijk en Nederland geen grondwet maar een verdrag – dat van Lissabon: de Fransen en de Hollanders stemden tegen een grondwet. Nu is de situatie anders, zegt Crum. Niemand is volgens hem voor een ingrijpende verandering van de Europese verdragen. Hetzelfde geldt voor de lidstaten, die hebben er geen belang bij dat lokale of regionale overheden meer invloed krijgen. Waar Tax een uitgesproken voorstander is van een breed debat over de Europese Unie, hoeft dat van Europarlementariër Bert-Jan Ruissen (SGP) niet zo nodig. De SGP maakt in het Europees Parlement deel uit van de rechts-conservatieve ECR-fractie. De ECR-fractie werd aanvankelijk buiten het overleg gehouden, zegt Ruissen. ‘De grote fracties in het EP willen vooral op tafel leggen hoe ze méér Europa kunnen organiseren, vooral onder aanvoering van de eurofederalist Guy Verhofstadt.’ De SGP en ECR willen dat niet langer bij elke crisis min of meer automatisch bevoegdheden overgaan van nationale overheden naar Brussel, zegt Ruissen. ‘Zoals nu weer met gezondheidsbevoegdheden, naar aanleiding van COVID. Voor gemeenten is het ook niet handig als steeds meer bevoegdheden en budgetten van ‘Den Haag’ naar ‘Brussel’ gaan: de lijnen tussen gemeente en een ministerie zijn toch korter dan tussen gemeente en de EU-instellingen en het doolhof aan agentschappen met complexe procedures.’ Maar gemeenten zijn onontbeerlijk om de burger te bereiken, zegt het adviesorgaan voor lokale en regionale overheden het Comité van de Regio’s (CvdR) in Brussel. De EU is het dak, de lidstaten zijn de muren en de lokale en regionale overheden de fundering, zegt CvdR-president Tzitzikostas regelmatig over het Europese huis. Het CvdR is vastbesloten actief aan het proces deel te nemen en de band tussen de EU, haar burgers en de één miljoen gekozen regionale en lokale politici in heel Europa te versterken. Dit zal de democratische grondslag van de EU verstevigen en er bovendien voor zorgen dat alle EU-burgers zich beter met het Europese project kunnen vereenzelvigen en het gevoel geven dat zij er invloed op kunnen uitoefenen, meent het Comité van de Regio’s. Tegelijk zijn ook de verwachtingen binnen het CvdR getemperd, zeggen EU-officials. Maar er wordt wel hoog ingezet onder meer met een high level group onder leiding van oud-voorzitter van de Europese Raad, Herman van Rompuy. In die club zitten verder oud-ministers en oud-leden van de Europese Commissie. CO-CREATIE Ook bij het bereiken van de burger hebben gemeenten een belangrijke rol, zegt Vera Tax. ‘Het organiseren van (veilige) fysieke bijeenkomsten is cruciaal voor een succesvolle conferentie. We hebben door Covid-19 gezien dat we veel digitaal kunnen organiseren, maar daarmee bereik je lang niet iedereen. Ik vind het heel belangrijk dat we er alles aan doen om alle burgers te betrekken: jong en oud, laag- en hoogopgeleid, uit de Randstad en uit de regio. Gemeenten kunnen een belangrijke faciliterende rol spelen door te helpen met het organiseren van lokale bijeenkomsten en debatten. Europese wetgeving heeft vaak impact op ons dagelijks leven, dan is het belangrijk dat mensen ook hun mening kunnen geven over hoe de EU van de toekomst eruit moet zien.’ Eigenlijk is het proces van de conferentie hetzelfde als co-creatie van gemeentelijk beleid, zegt ze. ‘Het belangrijkste is ideeën over de EU ophalen bij Europeanen. Co-creatie voor gemeentelijk beleid met inwoners is een manier van werken die niet vanzelf ging, maar ondertussen succesvol wordt toegepast. Nu is de EU aan de beurt om te laten zien dat de stem van de inwoners wordt gehoord.’ Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.
SECURITY GAME DONDERDAG 22 APRIL 2021 Voor ambtenaren in de IT ONLINE Ervaar de spanning en het mysterie van een echte security escaperoom, gewoon thuis of op kantoor! In diverse opdrachten ga je samen de strijd aan met hackers. Heb jij door hoe ze te werk gaan? Gedurende de game verzamel je tips en hints om de hackers te doorzien. Lukt het de hackers om hun buit binnen te halen, of ben jij ze te slim af? Partners: Kennispartner: Uitgelichte spreker Brenno de Winter MELD JE GRATIS AAN VIA SECURITYGAME.NL Digitale Fitheid voor Ambtenaren 5-delige online masterclass Martijn Aslander Vijf webinars van elk ca. 1,5 uur 1. Digitaal bewustzijn 2. Digitale hygiëne 3. Digitale vaardigheden 4. Persoonlijk kennismanagement 5. Persoonlijke groei met behulp van technologie Win kostbare tijd en vergroot jouw digitale fi theid Volle mailbox, overspoeld door informatie en onnodige afl eidingen? En hoe ga je verantwoord om met veiligheid, privacy en wachtwoorden? Win kostbare tijd en vergroot jouw digitale fi theid tijdens de 5-delinge online masterclass Digitale Fitheid voor Ambtenaren. Meer informatie en aanmelden binnenlandsbestuur.nl/digitalefi theid
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 DOOR: MAURICE SWIRC BOEK RECENSIE 39 HOE NEDERLAND AL EEUWEN WORDT BESTUURD NATIE DER POLDERREGENTEN Onze postzegelnatie behoort tot de meest welvarende ter wereld en heeft ongeveer de minst corrupte gezagsdragers. Tegelijkertijd bedreigen diezelfde ‘polderregenten’ onze democratie, concludeert hoogleraar Staats- en bestuursrecht Wim Voermans in Het land moet bestuurd worden. De bestuurlijke kaste van ons land laat zich al eeuwenlang niet zozeer leiden door hoogdravende principes, maar sluit vooral politieke compromissen waarin zoveel mogelijk mensen zich kunnen vinden. Daarbij proberen bestuurders de indruk te wekken boven de partijen te staan. Die traditie gaat terug tot de zestiende eeuw ‘en waarschijnlijk daarvoor al’, beschrijft Voermans. In zijn boek analyseert hij vooral hoe het openbaar bestuur functioneert in relatie tot het parlement. Zo komt ook de zogenoemde Rutte-doctrine in beeld, waarbij de grondwettelijke inlichtingenplicht van bewindslieden aan de Kamer zo beperkt mogelijk wordt geïnterpreteerd. Die plicht moet namelijk wel ‘effectief en werkbaar zijn voor alle betrokkenen’, zo klonk het in 2019 vanuit de boezem van het derde kabinet-Rutte. ‘Effectief en werkbaar voor alle betrokkenen, exclusief de Kamers dan welteverstaan,’ voegt Voermans er aan toe. De Leidse hoogleraar geeft een mooi overOok de Rutte-doctrine komt in beeld zicht van polderregenten uit heden en verleden die dergelijke principes onderschrijven, met als meest sprekende voorbeeld Piet Hein Donner. Hij werd na ‘een ambtelijke flitscarrière’ verschillende keren minister en kreeg vervolgens als ‘onderkoning’ de leiding over de Raad van State. In 2018 legde Voermans de vinger op de zere plek toen hij als gast bij Buitenhof het vermoeden uitsprak dat Donner als vicevoorzitter van de Raad van State persoonlijke invloed uitoefende op de beoordeling van het voorstel tot intrekking van de Wet raadgevend referendum. Dezelfde Donner had zich in het verleden uiterst kritisch uitgelaten over het referendum. Daarop ontving Voermans van ‘de zelfbenoemde hoeder van het Nederlandse bestel’ een persoonlijke brief waarin Donner fel uithaalde naar de ‘ongepaste’ opmerkingen van de hoogleraar. Voermans had blijkbaar ‘weinig inzicht’ hoe een ‘Hoog College van Staat’ functioneert. De ‘kwaaie brief’ van Donner staat integraal in het boek. Voermans laat zien hoe bestuurders in de praktijk ambtenaren worden die in ‘een parallelle werkelijkheid’ terechtkomen, ‘waarin bestuurders volgens een eigen bestuurlijke logica keuzes maken’. De knelpunten op het gebied van rechtsstaat en democratie die het boek beschrijft ‘zitten niet in wié er besturen, maar hoe er wordt bestuurd’. De prestaties van bestuurders in een democratische rechtsorde zijn immers zo goed als de context en de opgelegde beperkingen waarbinnen bestuurders opereren, benadrukt Voermans. De ware polderregent zal dergelijke conclusies in de publieke openbaarheid met volle kracht onderschrijven. CITAAT UIT HET BOEK ‘In een democratie is informatie de zuurstof voor het leven van een parlement’ HET LAND MOET BESTUURD WORDEN Wim Voermans Prometheus, 2021 22,00 euro ADVERTENTIE
CORONACRISIS; KRIJGEN SCHOOLGEBOUWEN DE AANDACHT DIE ZE VERDIENEN? VERTROUWEN IN DE OVERHEID Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/HEVO EXTRA SUBSIDIE VOOR DUURZAME ENERGIE EN DUURZAAM VERVOER Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ Vindsubsidies Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ SASInstitute vindsubsidies Publieke sector
AAN DE SLAG MET PROCESOPTIMALISATIE IN ARNHEM ONDERZOEK NAAR UITVOERINGSKRACHT GEMEENTEN GROOTSTE GEMEENTELIJKE LAADPLEIN IN KORTSTE PERIODE Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ EIFFELFinance Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/BMC Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/Total
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 42 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Rits Gemme de Boer wordt inspecteur-generaal bij de Inspectie SZW bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De benoeming gaat in op 1 juni 2021. Hij werkt sinds 2007 bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. DAAN PREVOO Met ingang van 6 april is Daan Prevoo benoemd tot burgemeester van Valkenburg aan de Geul. Prevoo (57) is geen lid van een politieke partij. Voorheen was hij lid van de SP. Van 2007 tot 2015 was hij Statenlid. Daarna was hij tot 2018 gedeputeerde. Op dit moment is Jan Schrijen (partijloos) waarnemend burgemeester van Valkenburg aan de Geul. JAN DE VRIES Met ingang van 13 april is Jan de Vries benoemd tot burgemeester van Sliedrecht. De Vries (55) is lid van het CDA. Hij is momenteel voorzitter van CNV Connectief. Eerder was hij onder andere lid van de Tweede Kamer. Dirk van der Borg (CDA) was tot 13 april waarnemend burgemeester. Hij nam waar sinds het vertrek van Bram van Hemmen (CDA), die burgemeester in Hoeksche Waard werd. ERIK VAN MERRIENBOER Met ingang van 1 mei wordt Erik van Merrienboer de nieuwe burgemeester van Terneuzen. Van Merrienboer (55) is lid van de PvdA. Hij was tot mei vorig jaar gedeputeerde in de provincie Noord-Brabant. Sindsdien werkt hij als organisatieadviseur. Op dit moment is Jan Lonink (PvdA, 69) burgemeester van Terneuzen. MICHIEL SCHRIER Met ingang van 10 mei 2021 wordt Michiel Schrier is benoemd tot burgemeester van Vlieland. Schrier (48) is lid van de SP. Hij is momenteel lid van Provinciale Staten van Fryslân en lid van de gemeenteraad van Smallingerland. Eerder was hij gedeputeerde in Fryslân. Hij volgt burgemeester Tineke Schokker-Strampel (CDA) op als burgemeester van Vlieland. INA SJERPS Met ingang van 31 mei 2021 is Ina Sjerps (PvdA, 62) benoemd tot burgemeester van Harlingen. Ze was tot 1 mei 2020 strategisch adviseur van het college van bestuur van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Eerder was zij onder meer algemeen directeur bij de Unie van Waterschappen en directeur bij het Servicecentrum Drechtsteden. Ook was ze gemeentesecretaris in De Ronde Venen, Apeldoorn en Rotterdam. Ze volgt Roel Sluiter (PvdA) op. KOMEN & GAAN MARJOLEIN VAN DEN BERG Met ingang van 1 mei is Marjolein van den Berg benoemd tot gemeentesecretaris van Eemnes. Van den Berg werkt al vanaf 1 mei 2020 als directiesecretaris / strategisch adviseur bij de BEL Combinatie. Daarvoor was zij bestuursadviseur in Baarn. NICO SWELLENGREBEL In Schagen is gemeentesecretaris Nico Swellengrebel op non actief gezet. De gemeente geeft aan met de organisatie een andere koers te willen inslaan. Om dit te realiseren is volgens het college een andere leiding nodig. Swellengrebel was sinds 2012 werkzaam bij de gemeente. NADINE STEMERDINK De gemeenteraad van Voorschoten heeft Nadine Stemerdink (PvdA, 42) voorgedragen als nieuwe burgemeester. Stemerdink is momenteel wethouder in Leidschendam-Voorburg. Ze volgt van Charlie Aptroot (VVD, 70) op, die waarnemend burgemeester is. Hij verving Pauline Bouvy (VVD, 62), die in september 2020 aftrad om gezondheidsredenen.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 PERSONALIA 43 ROGER DE GROOT De gemeenteraad van Noordoostpolder heeft Roger de Groot (CDA, 54) voorgedragen als nieuwe burgemeester. De Groot is nu nog burgemeester van De Wolden. Hij volgt in Noordoostpolder Harald Bouman (partijloos) op, die in oktober 2019 opstapte. Sindsdien is Jan Westmaas (CDA) waarnemend burgemeester. FRANCISCA RAVESTEIN Burgemeester Francisca Ravestein (D66, 68) stopt in januari 2022 als burgemeester van Pijnacker-Nootdorp. Haar termijn loopt nog tot oktober 2022, maar zij beeindigt haar functie eerder om een nieuwe burgemeester de gelegenheid te geven voor de verkiezingen te beginnen. Ravestein is sinds 2014 burgemeester. TITIA CNOSSEN Burgemeester Titia Cnossen (ChristenUnie, 63) stopt per 1 juni 2021 als burgemeester van Woudenberg. Toen ze in 2012 werd geïnstalleerd, was Cnossen de eerste vrouwelijke ChristenUnie burgemeester van Nederland. Eerder was Cnossen onder meer wethouder in Woerden en Berkel en Rodenrijs. ROEL CAZEMIER Roel Cazemier wil niet in aanmerking komen voor een herbenoeming als burgemeester van Krimpenerwaard. Cazemier (VVD, 62) is sinds 4 april 2016 burgemeester. Eerder was Cazemier burgemeester van achtereenvolgens Ruinerwold, Ameland, Dongeradeel en Dinkelland. LIMBURG Het college van Gedeputeerde Staten van Limburg is opgestapt. De opgestapte gedeputeerden zijn: Joost van den Akker (VVD), Robert Housmans (PVV), Carla Brugman (partijloos, ex-GroenLinks), Ruud Burlet (ex-Forum voor Democratie, nu JA21) en Andy Dritty (partijloos). Dit gebeurde tijdens een debat in Provinciale Staten over de gang van zaken rond voormalig directeur Herman Vrehen van landschapsbeheerder IKL. Ook commissaris van de koning Theo Bovens stapte op. Eerder traden de twee CDA-gedeputeerden Ger Koopmans en Hubert Mackus al af. LEEN VERBEEK Leen Verbeek is verkozen tot president van het Congres van Lokale en Regionale Overheden van de Raad van Europa. De Raad van Europa is een internationale organisatie van 47 landen op het Europees continent. Verbeek is commissaris van de koning in Flevoland sinds 2008. Namens Nederland is hij sinds 2010 lid van het Congres. BURGEMEESTERS VACATURE TOON VAN ASSELDONK In Grave is Toon van Asseldonk (D66, 67) benoemd tot waarnemend burgemeester. Hij is sinds 1 april de opvolger van Lex Roolvink (VVD). Hij was eerder burgemeester van Overbetuwe en waarnemend burgemeester van Hattem. PAUL DEPLA Paul Depla is officieel begonnen aan zijn tweede termijn van zes jaar als burgemeester van Breda. Depla (PvdA, 55) trad in 2015 aan als burgemeester van Breda. Eerder was hij burgemeester van de gemeente Heerlen en wethouder van de gemeente Nijmegen. JAN TEN KATE RECTIFICATIE In Binnenlands Bestuur nr. 6 werd vermeld dat Hans van der Pas herbenoemd is als burgemeester van Rheden. Dat klopt niet: Hans van der Pas is herbenoemd tot burgemeester van Rhenen. Carol van Eert is sinds 2018 burgemeester van Rheden. Jan ten Kate (lokale partij, 56) is door de gemeenteraad van Staphorst voorgedragen als burgemeester. Ten Kate is nu nog wethouder in Hardenberg. Eerder was hij wethouder in De Wolden. Staphorst was op zoek naar een kroonbenoemde burgemeester na het vertrek van Theo Segers (CU) begin 2020. Segers vertrok omdat hij burgemeester werd in de gemeente Molenlanden. Sinds januari 2020 is Gerrit Jan Kok (VVD) waarnemend burgemeester. CAROLINE VAN DEN ELSEN De gemeenteraad van Boekel heeft Caroline van den Elsen voorgedragen als burgemeester. Van den Elsen (lokale partij, 51) was eerder wethouder in Veghel. De afgelopen zes jaar is zij werkzaam geweest in een directiefunctie binnen het sociaal ontwikkelbedrijf IBN. Ze volgt in Boekel burgemeester Pierre Bos (CDA, 68) op, die met pensioen gaat. Bos was vanaf december 2008 burgemeester in Boekel. KAMPEN Het burgemeesterschap van Kampen is vacant per 1 oktober 2021. De gemeente heeft circa 54.400 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 9.345,69 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 20 april 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 29 maart op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant. BURGEMEESTERS VACATURE KANDIDATEN Zestien mensen solliciteren naar het ambt van burgemeester van Veendam. Diegene die de baan krijgt, wordt de opvolger van burgemeester Sipke Swierstra die sinds 2013 waarnemer is in Veendam. Hij neemt waar sinds het vertrek van burgemeester Ab Meijerman. Commissaris van de Koning René Paas kondigde tijdens het vaststellen van de profielschets voor de burgemeester al aan geen informatie te geven over het aantal mannen en vrouwen dat gesolliciteerd heeft op de functie.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 44 PERSONALIA CARRIÈRE MEINDERT STOLK In Zuid-Holland is Meidert Stolk beëdigd als gedeputeerde. Hij volgt Adri Bom-Lemstra op. Stolk is sinds 2015 lid van Provinciale Staten en voorzitter van de CDA-Statenfractie in Zuid-Holland. Daarvoor heeft hij diverse functies binnen het CDA mogen vervullen, waaronder 16 jaar gemeenteraadslid en fractievoorzitter in Wassenaar en directeur van het CDA-partijbureau. REIN HALBERSMA Onderzoeksbureau Atlas voor gemeenten heeft Rein Halbersma per 1 april aangesteld als nieuwe directeur. Hij volgt Marco Kerste op. Eerder was Halbersma onder andere werkzaam als onderzoekscoördinator van de Kansspelautoriteit (Ksa) en als economisch expert bij het economisch-medisch bureau van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). OVERLEDEN Hannie BruinsmaKleijwegt is op 84-jarige leeftijd overleden. Bruinsma was burgemeester van Zaanstad. Bruinsma (PvdA) begon haar politieke carrière als raadslid in Oostdongeradeel, vervolgens werd ze lid van de Provinciale Staten van Friesland en van 1981 tot 1991 was de gedeputeerde in Friesland. Haar zus Dineke van As-Kleiwegt was burgemeester van Assen, haar broer Corstiaan Kleijwegt was burgemeester van Sliedrecht en Hellevoetsluis: drie burgemeesters uit één familie. MARNIX VAN RIJ De regeringscommissaris van Sint Eustatius, Marnix van Rij zal op zijn verzoek zijn taken als regeringscommissaris neerleggen. Hij heeft een functie als interim-partijvoorzitter van het CDA aanvaard. De plaatsvervangend regeringscommissaris Alida Francis zal de taken van de regeringscommissaris uitoefenen totdat in de opvolging is voorzien. BERT BENTHEM Bert Benthem is met ingang van 19 april de nieuwe directeur-bestuurder van Stichting Attenta. Hij volgt daarmee Judith Otte op die zich de afgelopen twee jaar heeft ingezet als interim directeur-bestuurder. Stichting Attenta is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo en Jeugdwet in Aa en Hunze. Oud-burgemeester Oege de Boer (99) van Schiermonnikoog is overleden. Hij was van 1957 tot 1964 burgervader van het eiland. De benoeming van De Boer in 1957 was iets bijzonders. Niet alleen was hij partijloos, ook viel zijn jonge leeftijd (35) op. De Boer moest het burgemeesterschap combineren met andere functies. Zo was hij bijvoorbeeld ook gemeentesecretaris en plaatsvervangend kantonrechter. In 1964 werd De Boer burgemeester in Norg wat hij bleef tot zijn pensioen in 1985. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia THEO KEMPER De gemeente Diemen stelt per 1 mei Theo Kemper aan als tijdelijk gemeentesecretaris. Hij volgt als interim-gemeentesecretaris Kees Schelling op, die met pensioen gaat. Schelling vervulde de functie die was ontstaan, doordat Jan Dick de Kort per 1 januari 2021 wegens gezondheidsredenen als gemeentesecretaris terug moest treden. QUINTEN FOPPE Quinten Foppe is per 15 april de nieuwe directeur van de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord (OD NHN). Foppe heeft diverse directieposities bij de gemeente Amsterdam (met name bij de stadsdeelorganisaties) bekleed. Tot voor kort was hij directeur/ secretaris van Duo+, een gemeenschappelijke gemeentelijke uitvoeringsorganisatie. MANON FOKKE De Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) heeft met de benoeming van Manon Fokke een nieuwe directeur. Fokke neemt de functie per 1 mei over van Marcel van Dam. Fokke was Tweede Kamerlid voor de PvdA. Op dit moment is zij werkzaam voor Rijkswaterstaat Zuid-Nederland. Daarnaast is zij fractievoorzitter van de PvdA in Maastricht. STEVEN MAIJOOR Steven Maijoor treedt toe tot de directie van De Nederlandsche Bank. Maijoor is momenteel voorzitter van de European Securities and Markets Authority (ESMA). Hij wordt in zijn nieuwe functie als directielid verantwoordelijk voor de portefeuille Toezicht Banken. De benoeming gaat in per 1 april 2021 en geldt voor de duur van 7 jaar. ESTHER AGRICOLA Per 1 juni aanstaande zal Esther Agricola toetreden tot de directie van de regio Noord-West van Bouwfonds Gebiedsontwikkeling. Agricola was de afgelopen 14 jaar werkzaam geweest bij de gemeente Amsterdam. Ze is daar begonnen als directeur Monumenten & Archeologie en was de laatste zeven jaar actief als directeur Ruimte & Duurzaamheid. ROB VAN LINT Rob van Lint wordt consultant bij ABDTOP-Consult bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. De benoeming gaat in op 15 juni 2021. Van Lint is momenteel buitengewoon adviseur bij het ministerie van BZK. Vanuit die functie is hij interim-Chief Operating Officer bij het Centrum Indicatiestelling Zorg.
Foto: Peter van Hooren INDEX 45 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Connekt Galan Groep / Dimpact Gemeente Drimmelen Gemeente Maassluis Gemeente Utrecht Provincie Zuid-Holland SHPV SVB BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN JS Consultancy / RHCe FINANCIËN EN ECONOMIE Gemeente Almere Gemeente Tilburg Gemeente Utrecht Gemeente Waadhoeke Provincie Utrecht ICT EN AUTOMATISERING Gemeente Eindhoven Gemeente Nijmegen JS Consultancy / RHCe JS Consultancy / RHCe JS Consultancy / RHCe JS Consultancy / RHCe M&!/Partners JURIDISCH BMC Gemeente Leusden Gemeente Venlo Provincie Gelderland Provincie Utrecht programmamanager directeur-bestuurder gemeentesecretaris algemeen directeur/gemeentesecretaris strategisch adviseur bedrijfsvoering senior beleidsmedewerker bestuurlijke zaken bestuursleden strategisch bestuursadviseur medewerker publieke dienstverlening medior adviseur finance & control bedrijfseconomisch medewerker financieel controller manager afdeling financiën business controller strategisch informatie adviseur data scientist teamcoördinator informatiemanagement strategisch adviseur informatiemanagement ict beheerder medewerker informatiebeheer adviseur/projectleider informatiebeveiliging integraal juridisch kwaliteitsmedewerker sociaal domein juridisch adviseur juridisch adviseur twee senior juristen jurist vergunningverlening wet natuurbescherming Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES Provincie Gelderland zoekt Twee senior juristen ter versterking van de afdeling Bestuurlijk Juridische Zaken Meer informatie op www.binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021
46 INDEX MILIEU CeresRecruitment Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Haaglanden RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER CeresRecruitment Omgevingsdienst Brabant Noord Certus Groep / Gemeente Schouwen-Duiveland Certus Groep / Gemeente Vlissingen Certus Groep / Gemeente Vlissingen Gemeente Dordrecht Gemeente Heerde Gemeente Leidschendam-Voorburg Gemeente Tilburg Gemeente Utrecht Gemeente Zaanstad Gemeente Zoetermeer Gemeente Zoetermeer Gemeente Zuidplas Gemeenten Woerden en Oudewater Inbo JS Consultancy / RHCe JS Consultancy / RHCe mijn gemeente dichtbij Omgevingsdienst De Vallei Omgevingsdienst Groningen Provincie Gelderland Provincie Noord-Brabant Provincie Noord-Brabant Werkorganisatie Druten Wijchen SOCIAAL BMC BMC Gemeente Assen Gemeente Lansingerland Gemeente Ommen Kansis via Gemeente Stichtse Vecht VOORLICHTING EN COMMUNICATIE JS Consultancy / RHCe OVERIGE Stipter adviseur luchtkwaliteit toetser en vergunningverlener milieu adviseur ruimtelijke ordening en milieu coördinator ingenieursbureau projectleider ruimtelijke ontwikkeling projectleider wonen teamleider wijk-, gebieds- en accountmanagement adviseur ruimtelijke ontwikkeling teamleider locatie ontwikkeling adviseur omgevingskwaliteit directeur ruimte manager grondzaken gebiedsmanager dutch innovation park gebiedsmanager / -ontwikkelaar ‘binnenstad zoetermeer’ assetbeheerder leefbaarheid senior beleidsadviseur verkeer & vervoer adviseur stedelijke ontwikkeling teamcoördinator advies en toezicht adviseur toezicht en inspectie medewerker cultuurtechniek & inrichting openbare ruimte ivr adviseur kwaliteit en avg gelderse omgevingsdiensten adviseur externe veiligheid specialist verkeersregelinstallaties beleidsadviseur ov ontwikkelmanager - procesmanager openbaar vervoer beleidsadviseur a met aandachtsgebied ruimtelijke ordening consulent inkomen/tozo/tonk jeugdconsulenten adviseur sociaal domein medewerker bezwaar & beroep sociaal domein beleidsadviseur (met aandachtsgebied maatschappelijk domein) energieke trajectbegeleider communicatieadviseur accountmanager OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 47 pagina 47 pagina 47 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 47 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021
Projectleider Ruimtelijke Ontwikkeling 36 uur | Schaal 11 • Realisatie stedelijke ontwikkelingsprojecten. • Begeleiding, planning en control projectactiviteiten. • Toetsing beleidsvoornemensen projectvoornemens. • Vertaling strategisch beleid in concrete projectinitiatieven. Projectleider Wonen 36 uur | Schaal 11 Coördinator Ingenieursbureau 32-36 uur | Schaal 11 • Opstellen Woonvisie voor algemene én specifieke doelgroepen. • Actualiseren huisvestingsverordening. • Maken en monitoren gemeentelijke woningbouwprogrammering. • Woonbeleid afstemmen met stakeholders regionaal en provinciaal. Rosanne van Engelen | 06-18683010 rosannevanengelen@certusgroep.nl Rosanne van Engelen | 06-18683010 rosannevanengelen@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Ben jij ondernemend, proactief, verbindend en op zoek naar een baan waar je initiatief en verantwoordelijkheid neemt, dan past de functie beleidsadviseur ruimtelijke ordening bij jou. Wil jij impact maken op de Ruimtelijke Ordening van de gemeenten Druten en Wijchen en leiding geven aan Ruimtelijke Ordening projecten? Lees dan snel verder, want wij zijn op zoek naar een ervaren beleidsadviseur met aandachtsgebied ruimtelijke ordening. Beleidsadviseur A met aandachtsgebied Ruimtelijke Ordening (36 uur per week) Ja, ik wil deze baan! Herken jij je in deze uitdagende baan? Reageer dan voor 3 mei 2021 via www.werkeningelderland.nl. Meer weten? Wil je meer weten over deze vacature of over het werken bij de Werkorganisatie Druten Wijchen? Neem dan contact op met Yvette Sieuwerts (088-432 73 01) of Menno Flier (088-432 74 58) van het team Gebiedsontwikkeling. Zij vertellen je graag meer over deze vacature en de uitdagingen waar zij voor staan. Heb je vragen over de procedure? Stuur dan een e-mail naar peno@drutenwijchen.nl • Verantwoordelijkheid voor aansturing cluster. • Coachend leidinggeven aan 20 teamleden. • Sturing op inhoud en processen. • Sparringpartner vaktechnische en algemene vraagstukken. Rosanne van Engelen | 06-18683010 rosannevanengelen@certusgroep.nl
RHCe brengt informatie naar de toekomst! Wij zoeken nieuwe enthousiaste collega’s die mee gaan bouwen aan de ontwikkeling van het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven! Wij jij werken in een organisatie die koploper is met het E-depot, een aandeel heeft in informatica en informatiebeheer in de Brainportregio én klaar staat voor de toekomst? Dan zoeken wij jou! Werk met ons mee aan het vastleggen van toekomstige historie en het erfgoed van morgen: voor de gemeenten in de regio, erfgoedverenigingen en natuurlijk het publiek. Teamcoördinator Advies en Toezicht 36 uur | max. schaal 11 max. € 78.800,- bruto per jaar* Communicatieadviseur 36 uur | max. schaal 11 max. € 78.800,- bruto per jaar* Teamcoördinator Informatiemanagement 36 uur | max. schaal 11 max. € 78.800,- bruto per jaar* Strategisch Adviseur Informatiemanagement 36 uur | max. schaal 11 max. € 78.800,- bruto per jaar* Interesse in bovenstaande functies? Bel Michel Kollau 06 - 51 13 57 93 of reageer via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie Adviseur Toezicht en Inspectie 36 uur | max. schaal 10 max. € 68.500,- bruto per jaar* ICT beheerder 36 uur | max. schaal 9 max. € 56.850,- bruto per jaar Medewerker Informatiebeheer 36 uur | max. schaal 9 max. € 56.850,- bruto per jaar Medewerker Publieke Dienstverlening 36 uur | max. schaal 6 max. € 40.800,- bruto per jaar * Genoemde bedragen zijn inclusief IKB en eventuele toelage
1 Online Touch