0

UITGELEKT MACHTELOOS NAMEN OP STRAAT, DADERS OP KERKHOF 18 AFGHAANS STATENLID NESSAR 32 SPECIAL OMGEVINGSWET UITSTEL BENUTTEN 43 3 september 2021 | week 35 | jaargang 42 16 2021 BINNENLANDS BESTUUR NEERSLAGRECORDS IN ZUID-HOLLAND ZOETERMEER DE NATSTE Het Publieke Domein VAN EN VOOR DE PUBLIEKE SECTOR Als het om arbeidsmobiliteit gaat hetpubliekedomein.nl | info@hetpubliekedomein.nl | 030 - 208 1153 Kom het verschil maken bij BMC, in een van onze uitdagende functies. www.bmc.nl/vacatures ONAFHANKELIJK MAGAZINE VOOR BETROKKEN AMBTENAREN EN BESTUURDERS

Je loopbaan zelf in de hand houden? Dat kan bij POSG. Veranderingen in de publieke sector zorgen voor veranderingen op de arbeidsmarkt. Wat vandaag de nieuwe werkelijkheid is, kan morgen al weer verouderd zijn. Door zelf het heft in handen te nemen, houd je de regie over je loopbaan. POSG biedt je de zekerheid van een dienstverband waarbinnen je kunt ontdekken waar je          

neembaarheid’ zoals wij het noemen. Want juist doordat jij je hart volgt, weten werkgevers je te vinden. Ontdek zelf hoe we je verder kunnen brengen op posg.nl Mobiliteitsadvies | Loopbaancoaching Interim | Werving & Selectie

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 04 COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Hans van Rhoon/ANP-HH VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘ Een partijloze burgemeester is echt onafhankelijk’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. BURGEMEESTER ZONDER POLITIEKE KLEUR BEWUST PARTIJLOOS Partijloze burgemeesters worden niet aangesproken op hun partijachtergrond. Nooit kan bij hen het beeld ontstaan dat zij ‘hun’ partij meer ruimte geven in de raad. Een burgemeester met partijachtergrond staat ook boven de partijen, maar dat kan altijd de schijn oproepen dat zijn of haar politieke kleur een rol speelt. Dat kan een burgemeester kwetsbaar maken. Toen André Baars (CDA) vorig jaar opstapte als burgemeester van Ermelo – hij genoot niet langer het vertrouwen van de wethouders – zou zijn partijpolitieke achtergrond een rol hebben gespeeld. Als grootste raadsfractie was het CDA niet in het college gekomen. Eduard van Zuijlen kreeg er ‘last’ van dat hij werd gezien als (prominent) lid van GroenLinks. Hij zegde zijn lidmaatschap op en werd partijloos burgemeester van Enkhuizen. Andere burgemeesters vergroeien zo met hun ambt dat ze losgezongen raken van hun partij en hun lidmaatschap opzeggen. Zo kreeg Gerrit-Jan Kats als burgemeester van Veenendaal een ‘ander beeld op de samenleving’ en beëindigde zijn lidmaatschap van de SGP. Het partijlidmaatschap van een burgemeester staat los van het functioneren, vindt burgemeester Marco Out (Assen), maar hij wist dat er ‘voor velen toch een verbondenheid is’. Out voelde zich steeds vaker ‘ongemakkelijk’ als de letters ‘VVD’ aan zijn naam of functioneren werden verbonden. Gelet op zijn werk als burgemeester ‘is het onontkoombaar dat professie en privé door elkaar lopen’. Dat speelde bij het beëindigen van zijn lidmaatschap: een botsing met zijn professionele waarden en mening. De wijze waarop hij het ambt wilde invullen speelde een bepalende rol. Out gelooft niet in een ‘gepolitiseerde’ burgemeester, die mogelijk kan worden na de deconstitutionalisering. Hij werd ‘bewust partijloos burgemeester’. Partijlidmaatschap is uiteraard een recht en een persoonlijke keuze, maar na gesprekken met partijlozen lijkt het mij gemakkelijker opereren als je per definitie onafhankelijk bent en niet de schijn tegen hebt. Dat zou ook best eens en afweging mogen zijn bij de keuze voor een voorzitter van de gemeentekoepel die namens alle gemeenten onderhandelt met het kabinet. Wellicht is je onderhandelingspositie dan sterker. ADVERTENTIE De RREW helpt gemeenten op weg naar duurzaamheid Philips LED-lampen verlagen ‘in een hand - omdraai’ de CO2 WOUTER BOONSTRA REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR -uitstoot en dragen bij aan het behalen van de klimaatdoelen voor 2050. Lees de advertorial op pagina 40.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 INHOUD 05 26 COVERSTORY KLIMAATCRISIS Uit de jongste weercijfers blijkt dat nergens in Nederland zo veel regen valt als in Zoetermeer. Hoe kun je als gemeente de bijbehorende overlast beperken? Deel één van een drieluik over de gevolgen van het veranderende klimaat. 14 INTERVIEW WILLEMIJN VERKOREN De Nederlander verdrinkt eerder in bad dan dat hij bij een terreuraanslag omkomt. Willemijn Verkoren pleit ter gelegenheid van twintig jaar 9/11 in haar boek ‘Uit de terreurspiraal’ voor meer nuchterheid. 43-65 SPECIAL OMGEVINGSWET 34 ONHANKELIJKHEID VOOROP PARTIJLOZE BURGEMEESTERS Er zijn inmiddels dertig partijloze burgemeesters. Die staan per definitie boven de partijen. Maar: ‘Je kunt niet terugvallen op een partij als het niet lekker zit.’ Invoering van de Omgevingswet werd voor de zomer weer uitgesteld. Hoe daar optimaal van te profiteren? Je kan bijvoorbeeld pogen via het omgevingsplan de energietransitie te versnellen. Zaak is te vermijden dat de urgentie in het stadhuis wegzakt? GEMEENTEN DOEN HUN VOORDEEL MET EXTRA TIJD NIEUWS Waterschappen tegen verplichte rekenkamer ‘Werk eens vaker mét aanziens des persoons’ ACHTERGROND Veel lekken, weinig bewijs Zomerserie (Slot): Addio! ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. SPECIAL OMGEVINGSWET Hoe er lokaal een duurzaam schepje bij te doen 44 Koplopers waken voor verslapping Essay: Raad moet aan de bak Korte metten met jargon 50 56 62 6 9 18 Contractmanagement als wapen tegen tekorten 29 Machteloos en emotioneel 32 38 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK 7 GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN OPINIE BOEK PERSONALIA 11 12 23 28 69 71 74

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 06 NIEUWS BESTUUR DOOR: HANS BEKKERS De waterschappen betreuren de verplichte instelling van een onafhankelijke rekenkamer. Het leidt er mogelijk toe dat er rekenkamers komen die bij voorbaat niet effectief zijn, zo waarschuwen ze. EIND SEPTEMBER BESLIST TWEEDE KAMER WATERSCHAPPEN TEGEN VERPLICHTE REKENKAMER Ja, een rekenkamer voor de waterschappen heeft zeker zin. Maar om de instelling ervan verplicht op te leggen, dat gaat het bestuur van de Unie van Waterschappen (UvW) te ver. Toch is dat wat demissionair minister Ollongren van Binnenlandse Zaken beoogt met het wetsvoorstel versterking decentrale rekenkamers. Eind september wordt het wetsvoorstel behandeld door de Tweede Kamer. Volgens de Unie gaat het wetsvoorstel voorbij aan de verantwoorde keuzes die de waterschappen de afgelopen vijftien jaar al hebben gemaakt: 18 van de 21 waterschappen hebben inmiddels een rekenkamer. Zonder dat er een wettelijke verplichting was, zo benadrukt de koepelorganisatie in een reactie op het wetsvoorstel. De drie waterschappen die op dit moment nog geen rekenkamer hebben, hebben aanNVRR hekelt huidige lappendeken gegeven daar in deze bestuursperiode geen behoefte aan te hebben. Zij vinden zich ‘voldoende goed bediend door andere organen en met andere informatie om zich een beeld van de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van de beleidsuitvoering te vormen’, aldus de Unie. Zo wordt er verwezen naar de reeds geldende verplichting daar periodiek onderzoek naar te doen. ‘Verder nemen alle waterschappen actief deel aan een groot WATERKRING VÓÓR VERPLICHTING Leden van rekenkamers- en rekenkamercommissies bij waterschappen hebben zich gebundeld en vormen samen de Waterkring. De Waterkring beijvert zich al geruime tijd voor de instelling van een wettelijk verplichte rekenkamerfunctie bij waterschappen, zodat alle waterschappen op een eenduidige wijze van dit instrument gebruik gaan maken. Het voorliggende wijzigingsvoorstel juichen zij juist van harte toe. Een groot deel van de 21 waterschappen – 18 van de 21 – heeft al geruime tijd een rekenkamerfunctie. Omdat die echter op uiteenlopende wijze is ingericht, bijvoorbeeld in de vorm van een rekenkamercommissie, rekening-/ of auditcommissie, is een lappendeken ontstaan. Daardoor ontbreekt volgens de Waterkring een waarborg voor een goede invulling van een onafhankelijke rekenkamerfunctie bij waterschappen. Ook de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) heeft problemen met de lappendeken van oplossingen in de wereld van de waterschappen. ‘Dat is niet goed voor de professionalisering en kwaliteit van dit soort ondersteuning’, aldus de NVRR. ‘Het wetsvoorstel gericht op versterking van de lokale rekenkamers heeft ook de functie om duidelijkheid te creëren over wat er bij elke gemeente en provincie moet worden ingericht. Het is niet meer dan logisch dat ook voor waterschappen die duidelijkheid wordt gecreëerd.’ aantal benchmarks, waarmee zij zich aan elkaar spiegelen en elkaar scherp houden.’ BUDGET Volgens de waterschapskoepel kunnen de waterschappen zelf het beste beslissen of ze behoefte hebben aan een rekenkamer(functie) en, als dat zo is, zelf invulling geven aan wie daarin zitten, wat de taak is en wat het budget. Bij de wettelijke verplichting kunnen die eigen keuzes eigenlijk niet meer worden gemaakt, hetgeen ertoe kan leiden dat je rekenkamers krijgt die ‘niet passen.’ Zulke rekenkamers zijn op voorhand weinig effectief, zo voorziet de Unie. ‘Een rekenkamer(functie) zal vooral goed tot zijn recht komen als het bestuur de mogelijkheid heeft om het zodanig te organiseren, dat het optimaal past in de eigen, specifieke lokale context.’ Alleen dan zal een rekenkamer toegevoegde waarde hebben. EXTRA TIJD NODIG Verder stelt de Unie verrast te zijn in de concept-Nota van wijziging te hebben moeten lezen dat de dagelijkse besturen van de waterschappen moeten overgaan op het afleggen van een rechtmatigheidsverantwoording bij de jaarrekening. Zij onderschrijven de invoering ervan, maar waren er graag eerder over geïnformeerd en bij betrokken. Om zich goed te kunnen voorbereiden op de rechtmatigheidsverantwoording, moeten de waterschappen wel extra tijd krijgen. De gemeenten en provincies, waarvoor de verplichting ook geldt, zijn al

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 BESTUUR NIEUWS 07 ‘Het moet optimaal passen in de lokale context’ enkele jaren bezig om zich klaar te maken voor de invoering ervan. De Unie ziet bij gemeenten en provincies dat de rechtmatigheidsverantwoording ertoe leidt dat de administratieve organisatie, interne beheersing en interne controle worden aangepast. En er zullen veranderingen in de jaarverslaggevingsstukken moeten worden doorgevoerd. Naast die ‘harde veranderingen' moeten volgens de Unie van Waterschappen ook de 'zachte veranderingen' niet worden onderschat. ‘Het dagelijks bestuur komt door de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording in een andere positie terecht. Nu controleert de accountant de rechtmatigheid en rapporteert de accountant daarover aan het algemeen bestuur. Met de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording leggen de bestuurders eerst zelf een verklaring af, die vervolgens CARTOON BEREND VONK door de accountant wordt gecontroleerd. Dit kan voelen als dat de besturen zelf onderwerp van controle worden. Dit betekent dat het belangrijk is dat er bewustwording wordt gecreëerd bij de leden van het dagelijks bestuur over de veranderingen die het instrument voor hen heeft.’ PAS IN 2026 Daar komt volgens de Unie bij dat er in 2023 waterschapsverkiezingen zijn, waardoor er een extra inspanning moet worden gedaan om ook de nieuwe leden van het algemeen en dagelijks bestuur mee te nemen. Er moet voldoende tijd zijn om hen in staat te stellen zich het instrument eigen te maken en om de interne organisatie op hun wensen te laten aansluiten. Extra voorbereidingstijd geeft bovendien de mogelijkheid te leren van de ervaringen van gemeenten en provincies. De koepelorganisatie stelt voor 2021 te gebruiken als oriëntatiejaar, de jaren 2022 tot en met 2024 zijn de jaren waarin de waterschappen zich op de rechtmatigheidsverantwoording voorbereiden en 2025 is dan het eerste jaar waarop de rechtmatigheidsverantwoording van toepassing is. Verder vraagt de Unie om financiële tegemoetkoming van het rijk voor zowel de verplichte invoering van de rekenkamers als de wijziging van de rechtmatigheidsverantwoording. Beide opgelegde wijzigingen brengen immers kosten met zich mee. Zo mogen waterschapsambtenaren niet meer voor de verplichte rekenkamer werken. ‘In de praktijk betekent dit dat het waterschap een of meer medewerkers in dienst moet nemen die exclusief voor de rekenkamer werken’, aldus de Unie.

INGEZONDEN MEDEDELING

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 DOOR: YVONNE JANSEN SOCIAAL DOMEIN NIEUWS 09 Onze verzorgingsstaat staat ver af van het dagelijks leven van mensen met een hulpvraag. Regels bedoeld om ze te helpen, pakken vaak averechts en soms vernederend uit. Dat is een van de conclusies die historica Willemijn van der Zwaard trekt in haar proefschrift ‘Omwille van fatsoen. De staat van menswaardige zorg’. MENS RAAKT UIT BEELD IN REGELS VERZORGINGSSTAAT ‘ WERK EENS VAKER MÉT AANZIENS DES PERSOONS’ ‘De Nederlandse verzorgingsstaat wil een menswaardig bestaan voor iedereen garanderen, maar zet in dat streven diezelfde menselijke waardigheid onder druk’, zegt Van der Zwaard, senior adviseur bij de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving. Tot op zekere hoogte is het een abstracte, technische operatie, waarin ‘de mens’ uit beeld raakt. Ideeën over wat een goed en menswaardig bestaan is worden door politiek en beleidsmakers gebruikt of alsof ze neutraal zijn, maar dat is geenszins het geval, vindt ze. ‘Terwijl discussies die we nu voeren juist gaan over de behoefte van burgers om meer gezien en gehoord te worden, waarbij we hun individuele situatie meewegen. Dat staat haaks op het gemak waarmee algemene gedachten over zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid worden gebruikt in parlementaire en beleidsdocumenten.’ Beleidstaal staat volgens haar bol van normatieve opvattingen. Mensen moeten actief meedoen en zich zo zelfstandig mogelijk staande houden, liefst zonder een beroep te doen op formele zorg. ‘Er is een overtuiging dat als je iets opschrijft en daarop stuurt, het ook zo gaat.’ Dat wensdenken klinkt vervolgens door in ontmoetingen tussen mensen met een hulpvraag en zij die ‘namens’ de gemeente zorg en ondersteuning verlenen. Aan de goede bedoelingen ligt het volgens haar niet. In de gemeente Utrecht was Van der Zwaard bij ontmoetingen tussen medewerkers van buurtteams en inwoners. Haar observaties spiegelde ze aan het werk van de filosoof Avishai Margalit, volgens wie er ‘Bureaucratie heeft een in potentie vernederende dynamiek’ vaak sprake is van ‘institutionele vernedering’. Haar eigen onderzoek geeft aanleiding tot optimisme, zegt ze. ‘Ik was onder de indruk van hoe medewerkers in zorg en ondersteuning in staat zijn om bureaucratische ballast los te laten. Ze doen hun best de kloof tussen papier en praktijk te overbruggen. Vanuit hun institutionele opdracht, die stelt dat ze moeten handelen zonder aanzien des persoons. In de praktijk lukt het ze toch om mét aanziens des persoons te handelen. In Utrecht nemen buurtteammedewerkers echt ruimte om zich een beeld te vormen van de mens die tegenover hen staat.’ DISCRETIONAIRE RUIMTE Haar optimisme ten spijt is Van der Zwaard kritisch op het functioneren van de verzorgingsstaat, waar het gevaar van vernedering volgens haar nooit ver weg is. ‘De normen van het papier werken door in de ontmoetingen tussen staat en burger. Maar ze verhouden zich lastig tot de werkelijkheid van het dagelijks bestaan van inwoners. Risico’s op institutionele vernedering zijn altijd aanwezig. Dat is ingebakken in de manier waarop instituties regels maken en het is goed als we dat beseffen.’ De promovenda pleit ervoor de discretionaire ruimte van professionals te eerbiedigen, zodat die om binnen het wetsgebied waarin ze opereren naar eigen professioneel goeddunken kunnen handelen. Volgens haar is dat een belangrijke waarborg tegen ‘kille bureaucratie’, waarvan de Toeslagenaffaire een voorbeeld is. ‘Bureaucratie die er niet meer in slaagt om het feit dat het over ménsen gaat mee te nemen in de afwegingen. Mensen in de frontlinie voelen niet meer de ruimte om met aanzien des persoons te handelen. In de Toeslagenaffaire hebben we verder te maken met het beeld dat iedere burger in potentie een fraudeur is. Dat levert een vervreemdende interactie op.’ Politici, beleidsmakers en bestuurders past volgens haar meer bescheidenheid. ‘Wat je ziet, bij de Toeslagenaffaire, de ‘boodschappenaffaire’ in Wijdemeren en eigenlijk bij elk incident, is dat iedereen roept: dit mag nooit meer gebeuren. Een holle frase, die de risico’s miskent die er altijd zijn in het sociale domein. Daar moet je niet heel zenuwachtig van worden, of bang zijn voor willekeur. Bureaucratie heeft een eigen, in potentie vernederende dynamiek. Hoe meer politici daar tot in detail grip op willen hebben, hoe moeilijker het wordt om in de ontmoeting met burgers het goede te doen.’

GEERTEN BOOGAARD COLUMN 11 DEMOCRATIE BEGINT MET OMBUDSPOLITIEK Voor welke opleiding kiest u? Als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid, wet- en regelgeving kan zijn. Met onze opleidingen sluiten we daarom aan op de doelstellingen van de VNG en zetten de inhoud om tot heldere en praktische opleidingen. Zo verbinden wij mens en kennis. Kijkt u mee wat ons Incompany aanbod over het volgende thema voor u kan betekenen? Ons Incompany aanbod Omgevingswet VNG Leergang ‘Het maken van een Omgevingsplan’ Leren werken met de Omgevingswet E-learning over Omgevingswet Omgevingswet in vogelvlucht voor ambtenaren Masterclasses over de Omgevingswet voor dienstenleveranciers Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl/ incompany De heilige graal van het gemeenterecht is een vruchtbare samenval van gemeente en gemeenschap. En een van de plekken waar daar naarstig naar wordt gezocht is in het bestuursmodel. Grof gezegd wordt het zoekgebied afgebakend door twee lijnen. Je kunt proberen de politiek dichter naar de burger te brengen en wijkraden laten verkiezen en aan wijkpolitiek laten doen. Je kunt ook juist het bestuur wijkgericht aanpakken en overal wijkkantoren openen waar burgers terecht kunnen. Technisch heet het eerste binnengemeentelijke decentralisatie, terwijl het tweede eigenlijk deconcentratie is. De meeste experimenten in de praktijk zijn combinaties van beide, maar vaak wel met een voorkeur. Amsterdam zoekt manieren om partijpolitiek uit de binnengemeentelijke decentralisatie te bannen, terwijl Arnhem hun wijkgerichte besturen uit ‘Van Wijken Weten’ beter op de raad wil aansluiten. Ook in Rotterdam wordt de onderste verdieping van het Huis van Thorbecke vertimmerd. ‘Wijk aan zet’ heten de plannen daar en het college vroeg mij mee te kijken naar de uitgangspunten. Dat deed ik graag en ik trof een heel interessante denkrichting aan die precies het midden hield tussen decentralisatie en deconcentratie: wijkendemocratie verbinden met de idealen van interactief besturen. Of Rotterdam het uiteindelijk ook zo gaat uitvoeren weet ik nog niet, maar van het ontwerp verwacht ik veel. Het is ook heerlijk simpel. Zorg dat de belangrijkste spelers uit een wijk in een wijkraad zitten, zowel de irritante wijkbaronnen als de stille vrijwilligers. Verplicht vervolgens wijkmanagers alle redelijke wensen van die wijkraad in te willigen, van achterstallig onderhoud van een specifiek speeltoestel tot slecht functionerende jeugdzorg. Als de wijkraad en de wijkmanager er samen niet uitkomen, escaleert de zaak naar het college en daarna naar de gemeenteraad. En zorg dat de leden van de wijkraad verantwoording moeten afleggen aan de inwoners van de wijk. Volgens mij gaat dat werken. Allereerst omdat een wijkraad die zich primair bezighoudt met de concrete gang van zaken in de wijk veel minder snel verzeild zal raken in de onvruchtbare concurrentie op de kaderstellende rol van de gemeenteraad die zoveel democratische experimenten frustreert. Het idee is daar telkens dat de gemeenteraad de hoofdlijnen vaststelt met opgaven enzo waarbinnen wijkraden dan wijkplannen kunnen vaststellen. Maar meestal werkt dat niet zo. Gemeenteraadsleden blijven niet op hun handen zitten en wijkraadsleden beperken zich niet tot de hen afgebakende ruimte. Daarom is het veel vruchtbaarder om de wijkraden niet in ‘ Zorg dat de belangrijkste spelers uit een wijk in een wijkraad zitten’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN een soort afgeleide plannenmakerij te positioneren maar primair aan te sluiten op het uitvoerend bestuur. Voor de gemeenteraad is dat bovendien een prachtkans om de controlerende en volksvertegenwoordigende rol in te vullen. Waar zit je als raadslid meer op de eerste rij dan bij het horen van de beroepen van burgers tegen het college? Maar de hoofdreden voor mijn enthousiasme is de kans dat dergelijke wijkraden de oerbron van de lokale democratie aanboren: gezonde ombudspolitiek. Gewone, dagelijkse ervaringen uit een wijk die bij wijkraadsleden terecht komen en wijkraadsleden die daar vervolgens wat mee kunnen. Niet altijd en niet altijd meteen, natuurlijk, maar waarschijnlijk verrassend vaak wel en nog snel ook. Kwestie van een ruim mandaat voor de wijkmanager en als dat niet voldoende is kan via een beroep op de raad altijd een uitzondering op de eigen regels worden gemaakt. Precies het maatwerk waar iedereen tegenwoordig zo vol van is. Ik geloof niet dat de lokale democratie alleen maar uit ombudspolitiek zou moeten bestaan. Maar ik geloof wel dat het ermee begint. Zoals Sir Percival uit de legendes van Koning Arthur de heilige graal aan zijn neus voorbij zag gaan omdat hij naliet naar de wonden van de Visserkoning te vragen. Pas na het tonen van simpele doch oprechte belangstelling in een concreet ander mens vond hij wat zocht en werd hij zelf de Graalkoning. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 12 NIEUWS IN BEELD SOCIAAL DOMEIN DOOR: HANS BEKKERS THUIS NIET ATLIJD VEILIG MELDINGEN EN ADVIEZEN PER 100.000 INWONERS IN 2020 MELDING /ADVIES PER GEMEENTE Tweemaal per jaar komen nieuwe gegevens beschikbaar over de afgegeven adviezen, de ontvangen meldingen en de daaruit voortvloeiende activiteiten bij Veilig Thuis. Het dashboard geeft een overzicht van die informatie. Naast inzicht in de ontwikkelingen door de tijd heen, biedt het dashboard de mogelijkheid regio’s en gemeenten met elkaar te vergelijken. Die informatie kan worden gebruikt bij gesprekken binnen regio’s, tussen regio’s en tussen regionale en landelijke partijen. Zo blijkt dat er in de regio Flevoland in 2020 relatief verreweg de meeste meldingen worden gedaan van huiselijk geweld en kindermishandeling: 1.304 per 100.000 inwoners. De gemeente met relatief de meeste meldingen is Almere. Helmond is de gemeente waar vorig jaar verhoudingsgewijs de meeste adviezen werden gestart. ALMERE: HEUSDEN: gestarte adviezen 336 meldingen 526 gestarte adviezen 1501 meldingen 1685 OPSTERLAND: ALKMAAR: Gestarte adviezen 1517 meldingen 868 gestarte adviezen 336 meldingen 420 HELMOND: gestarte adviezen 1791, meldingen 1352 VALKENBURG: gestarte adviezen 336 meldingen 428

NIEUWS IN BEELD 13 Het onderzoek ‘Beleidsinformatie Veilig Thuis’ levert beleidsinformatie op over het huiselijk geweld en kindermishandeling zoals dat in beeld is bij ‘Veilig Thuis’, het advies- en meldpunt van huiselijk geweld en kindermishandeling. Op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft het CBS een dashboard ontwikkeld. Dat is gebaseerd op de Beleidsinformatie Veilig Thuis. ADVIEZEN PER REGIO IN 2020 Nederland is verdeeld in zesentwintig Veilig Thuis-regio’s, die onderling met elkaar vergeleken kunnen worden. Op het kaartje de kerncijfers van alle Veilig Thuis-regio’s met als onderwerp gestarte adviezen over het jaar 2020. De regio waarin vorig jaar de meeste adviezen – 1.239 per 100.000 inwoners – zijn gestart is Flevoland, niet toevallig ook de regio met de meeste meldingen per 100.000 inwoners. De minste adviezen per 100.000 inwoners werden in 2020 gestart in West-Brabant (431), terwijl die regio toch een relatief hoog aantal meldingen kent: 863 per 100.000 inwoners. Periode: 2020 Niveau: Veilig thuis regio GESTARTE ADVIEZEN PER 100.000 INWONERS Geen data < 616 per 100.000 inwoners 616 tot 711 per 100.000 inwoners 711 tot 812 per 100.000 inwoners 812 tot 1239 per 100.000 inwoners > = 1239 per 100.000 inwoners Bron: CBS Sealine-kerncijfers GESTARTE ADVIEZEN PER 100.000 INWONERS 400 350 300 250 200 150 100 50 0 ADVIEZEN DOOR DE TIJD HEEN Nederland Amsterdam Amsterdam-Amstelland (VT) 1e halfjaar 2019 2e halfjaar 2019 1e halfjaar 2020 2e halfjaar 2020 Gestarte adviezen zijn een op de behoefte van de adviesvrager afgestemde set van aanwijzingen, raadgevingen en tips die Veilig Thuis met de adviesvrager deelt, met als doel de adviesvrager in staat te stellen zelf verder te kunnen handelen in situaties van huiselijk geweld en/of kindermishandeling of bij een vermoeden daarvan. De adviesvrager blijft zelf verantwoordelijk voor eventuele verdere stappen, Veilig Thuis onderneemt geen enkele verdere actie richting de directbetrokkenen bij het huiselijk geweld of de kindermishandeling In deze lijndiagram (links) is een vergelijking te zien van het totaal van de gestarte adviezen in Nederland ten opzichte van de gemeente Amsterdam en de Veilig Thuisregio Amsterdam-Amstelland. Voor elke gemeente of Veilig Thuis-regio is via het dasboard een vergelijking met een andere gemeenten of regio te maken, ook op andere onderwerpen. Zie daarvoor Dashboard Veilig Thuis: https://dashboards.cbs.nl/v3/ regionaaldashboardveiligthuis/ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 WEEK 35 21

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 14 INTERVIEW WILLEMIJN VERKOREN DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: SAKE RIJPKEMA De Nederlander verdrinkt eerder in bad dan dat hij bij een terreuraanslag omkomt. Toch vinden we terrorisme een existentiële bedreiging. Willemijn Verkoren pleit ter gelegenheid van twintig jaar 9/11 in haar boek ‘Uit de terreurspiraal’ voor nuchterheid. WILLEMIJN VERKOREN: ‘TERREURDREIGING NIET OPBLAZEN’ Ligt je nieuwe boek over de dwaze oorlog tegen het terrorisme in landen als Irak en Afghanistan bijna bij de drukker, en wat gebeurt er? De Taliban (president Bush in 2004: ‘Taliban is no longer in existence’) nemen in een vloek en een zucht Afghanistan over en Kaboel in. Willemijn Verkoren, auteur van het deze week verschenen boek Uit de terreurspiraal; een nieuw perspectief op terrorisme, zag het einde van de regering in Kaboel naken na de aankondiging van het Amerikaanse vertrek, maar dat het zó snel zou gaan? Verkoren: ‘In de laatste drukproef mag je hier en daar een komma veranderen, maar ik kwam nog met hele alineas. Dat kon echt niet, vond de uitgever. Nu ja, ik troost mij met de gedachte dat alles in het boek wijst op de uitkomst zoals we die nu zien in Afghanistan in de zinloze War on Terror.’ De War on Terror begint, na de aanslagen op New York en Washington op 11 september 2001, op 7 oktober 2001 in Afghanistan. B-52 bommenwerpers strooien tonnen bommen uit over Al Qaeda de Taliban. Dat deden ze begin vorige maand trouwens nog steeds – allemaal voor niks. ‘In Afghanistan zijn twee dingen door elkaar gaan lopen’, zegt Verkoren (43) in het vredige Blauwe Theehuis in het Amsterdamse Vondelpark. ‘De oorlog tegen het terrorisme begon in Afghanistan omdat daar de leiding van Al Qaeda zou zitten. De Amerikanen hebben wel wat Al Qaeda-leiders weggebombardeerd en tien jaar later werd Osama bin Laden in Pakistan gevonden, maar de terreur stak in andere verschijningsvormen toch weer de kop op. Nu is IS de voornaamste terreurgroep, maar het is hetzelfde verhaal. Terrorisme is een veelkoppig monster. Je kunt een kop afhakken, maar er groeien steeds weer nieuwe aan. Je bereikt niets met bombardementen en liquidaties van leiders.’ De bombardementen en de latere drone-aanvallen op Afghanistan hebben niet alleen niets opgeleverd, ze waren volgens haar ook contraproductief omdat ze kwaad bloed zetten bij de Afghanen die het Westen nu juist wilde bevrijden van de Taliban. ‘De VN meldde in 2019 nog dat er meer Afghaanse burgers om het leven kwamen door Amerikaanse aanvallen dan door de Taliban. Het land is kapot. Jonge mannen zonder werk hebben geen andere keuze dan zich aan te sluiten bij de Taliban’, zegt de universitair hoofddocent Conflict Studies & International Relations in Nijmegen. MEDISCHE ZORG De Amerikanen gooiden bommen, en dat deden de Nederlanders ook met hun F-16’s, maar de Nederlandse militairen waren vooral in Afghanistan om de Afghanen te helpen met medische zorg en onderwijs. Ze ruimden mijnen en bekostigden weeshuizen en schooltjes voor jongens en meisjes. Met de beste bedoelingen en met het hart op de goede plek. Dat heeft de verslaggever niet van horen zeggen, hij stond er met zijn neus bovenop in Kaboel, Pol-e-Khomri en Tarin Kowt. Verkoren: ‘De militairen valt niets te verwijten; zij hebben fantastisch werk verricht. Het moet heel zuur zijn dat ze dat allemaal voor niets hebben gedaan. Maar je kunt in Afghanistan met een militaire operatie geen democratische samenleving maken. Ik zei dat in Afghanistan twee dingen door ‘Ik weet dat ik geen populaire boodschap heb’ elkaar liepen. Dat was het tweede: als we toch in Afghanistan zijn voor de War on Terror, dan gaan we er meteen gewapenderhand vrijheid en democratie brengen. De neoconservatieven onder Bush geloofden daar in. Dat geloof is er niet meer.’ We hebben de afgelopen twintig jaar niet alleen in Afghanistan en Irak het paard achter de wagen gespannen, dat hebben we op het thuisfront ook gedaan, aldus Verkoren. ‘In de strijd tegen de terreur zijn in het Midden-Oosten en Afghanistan vergeefse en zelfs contraproductieve oorlogen gevoerd en in het Westen zijn nieuwe problemen gecreëerd. Extreemrechts is opgekomen, moslims zijn gestigmatiseerd en er is een groeiend wantrouwen tussen burgers en de overheid. De overheid maakt profielen van ons op basis van ons digitale gedrag. We hebben er geen inzicht in. We krijgen geen toegang tot die informatie. Wie als radicaal wordt gezien, ook als diegene geen geweldgebruik voorstaat, wordt al snel in de gaten gehouden of ingeschreven voor een deradicaliseringstraject. Je mag niet radicaal meer zijn, terwijl geweldloze radicaliteit hoort bij een vrije samenleving. Er zijn minder concrete aanwijzingen nodig om iemand af te luisteren, te observeren of een gebieds- of contactverbod op te leggen. Niet alleen geweldgebruik, maar ook ondersteuning van terrorisme, breed gedefinieerd, is nu strafbaar. Het resultaat van deze maatregelen is dat steeds meer mensen die niets te maken

’ INTERVIEW 15 CV WILLEMIJN VERKOREN (Amsterdam, 1978) studeerde in 1996 en 1997 geschiedenis en politicologie aan de University of London en van 1998 tot 2003 aan de Universiteit van Amsterdam. Verkoren promoveerde in 2008. In datzelfde jaar werd ze universitair docent bij het Centrum voor Internationaal Conflictanalyse en Management (CICAM) van de Radboud Universiteit Nijmegen, waarvan ze tussen 2010 en 2019 directeur was. Op dit moment is Verkoren in Nijmegen universitair hoofddocent Conflict Studies & International Relations. Ook is ze actief als freelance onderzoeker en auteur. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021

INTERVIEW 17 ‘Terrorisme is goed voor de kijk- en leescijfers’ hebben met terrorisme erdoor worden geraakt, met name moslims. Zo kweekt de overheid juist de polarisatie die ze moet willen voorkomen.’ HYSTERISCHE REACTIE Verkoren komt in haar boek al met al tot de ontnucherende conclusie dat onze rechtsstaat het slachtoffer is geworden van de ‘hysterische’ reactie op 9/11. Verkoren: ‘We hebben talloze vrijheden ingeperkt en maatregelen genomen, denk aan de rechtsbescherming voor terreurverdachten en toegenomen bevoegdheden van inlichtingendiensten, die op gespannen voet staan met de burgerlijke vrijheden die we nu juist zeggen te willen verdedigen. Het net is de afgelopen twintig jaar steeds breder uitgeworpen. Tijdelijke maatregelen worden omgezet in permanente wetten.’ Waarom we dat sinds 9/11 hebben laten gebeuren? Verkoren: ‘Omdat onze manier van leven zogenaamd in gevaar was. We waren in oorlog met het Kwaad. Heel verschillende kranten als Trouw en de Telegraaf zetten na de moord op Theo van Gogh hetzelfde op de voorpagina: ‘Kabinet verklaart de oorlog aan terreur’. Het AD schreef: ‘Het is oorlog’. Elke dag is die strijd tussen goed en kwaad erin geramd. Politici gebruikten oorlogstaal, in Amerika vooral, maar ook hier. Terrorisme is de dreiging nummer één. Aanvallen in Europa bevestigden dat beeld. Dat is best begrijpelijk, want de beelden waren heel indringend, maar als je nuchter naar de aantallen kijkt, dan zie je dat terrorisme buiten oorlogsgebieden heel weinig slachtoffers maakt. Het beeld komt niet overeen met de werkelijkheid. In Nederland zijn aanslagen door jihadisten tot nu heel beperkt gebleven. Tot dusver zijn hierbij gelukkig slechts enkele doden gevallen, Theo van Gogh en de vier slachtoffers van de schietpartij in de Utrechtse tram. De kans om in een westers land te sterven als gevolg van een terroristische aanslag is zo groot als de kans om geraakt te worden door de bliksem of te verdrinken in bad.’ Maar waar je twee decennia na 9/11 in de Lage Landen ook komt, elke dag word je geconfronteerd met terreurdreiging: betonblokken en controlepoorten bij gebouwen, controles op Schiphol. Alleen, om met terrorisme in aanraking te komen, moet je toch echt naar … Afghanistan of Irak. ‘De westerse invasies leidden in die landen tot meer en niet minder terrorisme.’ Verkoren begint haar boek ermee. Ze is in 2012 op bezoek in de stad Kirkuk in het noorden van Irak om tijdens een conferentie te spreken over geweld en geweldloosheid. Op weg naar een restaurant wordt een pick-uptruck in haar konvooi met daarin peshmerga-bewakers en twee docenten opgeblazen. Drie bewakers komen om het leven, acht mensen raken gewond. Willemijn Verkoren over die (auto)bom in Kirkuk: ‘Een wetenschapper uit Eri trea zei op weg terug naar het hotel: “Hier ga ik niet sterven. Dit is niet mijn conflict.” Hij had gelijk, maar dat gold niet voor mij. Mijn regering had niet alleen politieke steun verleend aan de invasie, maar ook militairen en helikopters voor de multinationale troepenmacht gestuurd.’ BURGEROORLOG Het gevolg van de invasie was een langdurige burgeroorlog, waarin Al-Qaedain-Irak opkwam en terroristische aanslagen aan de orde van de dag waren. ‘Voor die tijd was er van jihadistisch terrorisme in Irak nauwelijks sprake. In Afghanistan waren de Taliban fundamentalistisch, maar ze waren geen terreurorganisatie. Ze pleegden geen aanslagen op burgers, richtten hun pijlen niet op het Westen. Na de invasie zijn ze aanslagen gaan plegen. Zoals de gewapende escorte in Kirkuk de aandacht van terroristen trok, heeft Westers contraterroristisch geweldgebruik geweld uitgelokt.’ Bij de keuze voor contraterroristisch geweldgebruik heeft het Westen, en ook Nederland, zich volgens wetenschapper Verkoren laten leiden door angst. En dat is precies wat terroristen willen. Verkoren: ‘Een terroristische strategie komt neer op provocatie, het zaaien van angst en het uitlokken van overreacties. De terroristen kregen wat ze wilden. We hebben ons voor hun karretje laten spannen. Binnenlandse maatregelen hebben burgerrechten onder druk gezet en bijgedragen aan de stigmatisering van moslims. Door geweld met geweld te bestrijden en de ene na de andere harde maatregel af te kondigen, zijn we in een negatieve spiraal geraakt.’ Twintig jaar na 9/11 is het hoog tijd dat burgers, media en politici uit de spiraal komen. Ze moeten hun angst opzijzetten, de terreurdreiging nuanceren en weloverwogen beleid gaan maken, vindt Verkoren. ‘De oorlogstaal die nog steeds wordt gebruikt, vergroot alleen maar de angst.’ RELATIVERING De media spelen een grote rol bij het opkloppen van de terreurdreiging. ‘Terrorisme is goed voor de kijk- en leescijfers. Daar profiteren terroristen van. Zij zijn met hun provocaties uit op aandacht, en die krijgen ze. Terrorisme is ook geliefd in de populaire films, games en boeken, waardoor de discrepantie tussen perceptie en werkelijkheid nog meer wordt vergroot.’ En dat terwijl de terreurdiscussie juist dringend behoefte heeft aan relativering en de-escalatie. ‘We moeten ons niet uit onze tent laten lokken en onze rechtsstatelijkheid hoog blijven houden. Daarmee neem je terroristen de wind uit de zeilen. Zij kunnen de overheid dan niet langer als onderdrukker afschilderen.’ Denkt ze niet dat populistische websites en politici haar met haar genuanceerde boodschap zullen uitmaken voor terroristenknuffelaar? ‘Ik vind terrorisme verwerpelijk. Geweld tegen onschuldige burgers is nooit gerechtvaardigd. Ik weet dat ik geen populaire boodschap heb, maar om het terrorisme te kunnen aanpakken, moeten we het begrijpen. Dat wil niet zeggen dat ik het goedpraat. Mijn boek is er juist op gericht om terrorisme effectiever aan te pakken. Terrorismebestrijding is gebaat bij betere kennis van de drijfveren van terroristen. Politici en media moeten de terreurdreiging niet opblazen en met de onderbuik blijven reageren. Daarmee is het terrorisme de afgelopen twintig jaar niet minder maar erger geworden.’ ‘Uit de terreurspiraal; een nieuw perspectief op terrorisme’. Uitgeverij Boom. Prijs €24,90. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021

18 ACHTERGROND BESTUUR DOOR: MICHEL KNAPEN BEELD: SHUTTERSTOCK Het komt met enige regelmaat voor dat de naam van een burgemeesterskandidaat uitlekt. Niemand heeft dat natuurlijk gedaan. Hoe kan dat worden voorkomen? En hoe kunnen degenen die lekken toch worden aangepakt? ZIN EN ONZIN VAN ONDERZOEK NAAR UITLEKKEN BURGEMEESTERSKANDIDATEN VEEL LEKKEN, WEINIG BEWIJS Het gebeurde in Alkmaar. Het gebeurde in Kerkrade. In Den Haag. In Beekdaelen. Nijmegen. Den Bosch. Stichtse Vecht. Allemaal gemeenten waar de naam van een kandidaat-burgemeester vroegtijdig uitlekte. Het zijn maar enkele voorvallen in de laatste paar jaar – wie verder de geschiedenis induikt ontdekt nog vele andere voorbeelden. Lekken is ‘zo oud als de weg naar Kralingen’, zegt advocaat Jan Blanken, die vaak is betrokken bij integriteitsonderzoeken bij de overheid. Hij herinnert zich dat vroeger, wanneer een gemeentesecretaris werd ontslagen, de raad een besluit moest nemen over de financiële consequenties daarvan. De burgemeester legde daar geheimhouding op en vertelde dat schending daarvan strafbaar was. ‘Vrijwel standaard stond het de volgende dag in de krant.’ Blanken, verbonden aan Capra Advocaten, benadrukt dat er rond burgemeestersbenoemingen keurige procedures bestaan en dat mag worden verwacht dat deze worden nageleefd. Geheimhouding heeft een belangrijk doel: de ene kandidaat mag niet over meer informatie beschikken dan de andere. ‘Maar het blijft mensenwerk. Er kunnen nog zoveel regels, controle en toezicht zijn, dan nog worden er bewust of onbewust fouten gemaakt.’ Hij hoort raadsleden – zeker de nieuwe – wel eens zeggen: ik wist niet precies wát ik moest geheimhouden. ‘Maar er wordt veel aandacht besteed aan integriteit, en geheimhouding is daar een onderdeel van. Ook mogelijke sancties behoren ze te kennen.’ Het verweer ‘ik wist niet van die regel en ik wist niet dat het zo zwaar wordt aangerekend’ vindt hij niet geloofwaardig. Ook volgens Henk Bouwmans, directeur van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden, worden gemeenteraden en vertrouwenscommissies goed voorgelicht over hun geheimhoudingsplicht. ‘Er zijn wel gemeenten waar onvoldoende tussen de oren zit dat het de raad is die bepaalt wie op gesprek komt en dat de raad de keuze maakt. Niet Den Haag, niet de commissaris van de koning. De raad stelt de Verordening Vertrouwenscommissie op, daarin staat ook wie er in zit – vaak fractievoorzitters – en dat de procedure geheim is. Iedereen wordt geacht te weten dat je niet mag lekken. Griffiers die het proces begeleiden, onderstrepen dat nog eens.’ STRAFZAAK Wie lekt begaat een misdrijf, waarop een maximale gevangenisstraf staat van één jaar of een geldboete van maximaal 21.750 euro. Maar wíe heeft ‘Niemand in de commissie zal toegeven dat hij heeft gelekt’ gelekt kan doorgaans niet worden achterhaald. Strafrechtelijke onderzoeken bloeden al snel dood, zo is de ervaring van Blanken. Dat wordt beaamd door strafrechtadvocaat Charles Starmans. ‘Het bewijs is moeilijk rond te krijgen. Niemand in de vertrouwenscommissie zal toegeven dat hij heeft gelekt.’ Starmans was raadsman van een van de twee verdachten die in 2014 lekten in de gemeente Stichtse Vecht. Ze brachten namen van kandidaten, de beraadslaging en de stemverhouding in de commissie naar buiten, en hoe kandidaten zich presenteerden tijdens het sollicitatiegesprek. Zelfs sollicitatiebrieven die weer bij de commissaris van de koning moesten worden ingeleverd werden achtergehouden. De een kreeg een werkstraf van 60 uur, de ander van 100 uur. ‘Mijn cliënt was eerder betrokken bij een drugszaak’, herinnert Starmans zich. ‘Tijdens dat strafrechtelijk onderzoek werd zijn telefoon getapt. Uit die gesprekken bleek dat hij over kandidaten had gesproken, maar dat was dus bijvangst. Anders kom je er heel moeilijk achter of iemand lekt.’ Wordt dat wel ontdekt, dan kunnen de straffen heel fors zijn. Dat merkte een wethouder van Den Bosch waar in 2017 een nieuwe burgemeester werd gezocht. De wethouder lekte de naam van de kandidaat die de vertrouwenscommissie op nummer één had gezet – twee keer zelfs: tijdens een wethoudersoverleg en later nog eens in een café, weer tegen collega-wethouders. Daarmee berokkende deze wethouder, aldus de rechtbank Oost-Brabant in de strafzaak, de integriteit van de benoemingsprocedure BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 ACHTERGROND 19 ‘ Wie niet goud heeft, dus zilver, is eigenlijk de verliezer’ ernstige schade en deed hij afbreuk aan het op ordelijke wijze functioneren van het openbaar bestuur. Ook bracht deze wethouder zijn collega-wethouders in een lastig parket door vertrouwelijke informatie met hen te delen. Dat de wethouder veel negatieve publiciteit over zich heen had gekregen, betekende volgens de rechtbank niet dat hij een lagere straf verdiende. Het Openbaar Ministerie eiste een geldboete van 1.000 euro, maar dat vond de strafrechter te weinig: die maakte er een taakstraf van 40 uur van. Zoiets kan dienen als een voorbeeld, denkt Blanken. ‘Er wordt wel eens onderschat welke strafrechtelijke gevolgen lekken heeft. Je kan thuis worden gearresteerd, er kan een strafrechtelijk onderzoek komen, de strafzaak komt in de krant, de straf kan behoorlijk zijn. Daar schrikken ze wel van. De belangen om toch te lekken moeten dan wel heel groot zijn. Heb je dat ervoor over?’ AANGIFTE Toch komt het meestal niet zo ver. Advocaat Heleen van Soest, die zich bij Vijverberg Advocaten & Adviseurs bezighoudt met ambtenarenrecht en integriteit, wijst erop dat lekken van namen een zogeheten klachtdelict is: zonder aangifte door de betrokken persoon zal de Rijksrecherche geen onderzoek beginnen. Ze kent genoeg strafrechtelijke procedures over schendingen van het ambtsgeheim, maar specifiek van een burgemeesterslek: die zijn vrij zeldzaam. ‘Mogelijk komt dat omdat de kandidaat wiens naam is gelekt laat weten geen aangifte te willen. Zo iemand wil al die extra publiciteit niet, die heeft er meer belang bij dat het klein blijft.’ Ook Bouwmans van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden en co-auteur van Onder burgemeesters, kent nauwelijks echte onderzoeken naar lekken. Logisch, zegt hij: ‘Lekken is meer uitzondering dan regel.’ Dat het toch voorkomt, ligt aan het politiek speelveld waarin mensen er belang bij hebben bepaalde namen te laten vallen, ‘zelfs van mensen die niet eens formeel in de procedure komen. Bij een procedure zijn veel mensen betrokken en dan is het een wonder dat er zo weinig uitlekt.’ Als advocaat verricht Van Soest, net als Jan Blanken, feitenonderzoeken, maar in het geval van een burgemeesterslek vindt zij dat niet zo zinvol: advocaten hebben niet de bevoegdheden die het Openbaar Ministerie heeft, zoals het opvragen van telefoons en e-mails. Ze kunnen niet méér doen dan praten met mensen, die doorgaans niet uit de school klappen. Van Soest wijst erop dat kandidaten zelf ook een rol kunnen spelen bij een lek. Wie solliciteert, wil wel eens iemand in de nieuwe organisatie bellen: wat speelt er, wat kan ik verwachten. ‘Degene die je te woord staat mag dat niet doorvertellen maar is daar mogelijk minder van bewust. De kans dat zoiets in de wereld komt is groter dan

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 20 ACHTERGROND BESTUUR ‘Een kandidaat wiens naam is gelekt zou een civiele procedure kunnen starten als deze schade heeft ondervonden’ bij een vertrouwelijk stuk van de gemeenteraad waar een dikke stempel ‘geheim’ op staat.’ Volgens Van Soest is het belangrijk dat de vertrouwenscommissie duidelijk op de strikte regels wordt gewezen en op eventuele consequenties van lekken. ‘Het feit dat er weinig strafrechtelijke onderzoeken worden gedaan betekent niet dat dit nooit gebeurt. Dus benadruk dat een veroordeling altijd mogelijk is. Wie dat overkomt kan zijn verdere carrière wel op zijn buik schrijven.’ REPUTATIE Strafzaak of niet, een gemeente waar is gelekt zal actie moeten ondernemen. Een gemeente kan de schade proberen te beperken door uitleg te geven over wat is gebeurd, adviseert Blanken. ‘Zwijgen heeft geen zin, het lek is al in de publiciteit geweest. Je kan de procedure en de regels nog eens toelichten en vertellen dat er onderzoek wordt gedaan, en: excuses aanbieden.’ De kandidaat wiens naam is gelekt kan het beste zelf met een verklaring komen, en tja – dan maar verder met z’n leven. ‘Vooral niet te veel aandacht vestigen op de kwestie. Aan de andere kant: je weet ook dat dit risico nu eenmaal bestaat als je kandidaat bent. Lekken gebeurt regelmatig, je weet dat er mensen zijn die zich mogelijk niet houden aan de geheimhouding. Het hoeft niet altijd een verrassing te zijn.’ Opperste discretie, dat is hét belangrijkste element in een wervingsproces voor een politieke benoeming, zegt reputatiedeskundige Paul Stamsnijder. Volgens de oprichter van de Reputatiegroep wordt een vertrouwenscommissie geacht sentimenten zoals draagvlak en acceptatie te laten meewegen, ‘maar het werkt averechts als daarin transparantie wordt aangebracht. Mensen om wie het gaat, komen daar al snel beschadigd uit. Wie niet goud heeft, dus zilver, is eigenlijk de verliezer. Wordt diens naam bekendgemaakt, dan kan zijn verdere carrière worden geschaad. Of het wordt op z’n minst erg ongemakkelijk.’ Als het gebeurt, zo is ook Stamsnijders advies, dan moet de gemeente de blunder ruiterlijk toegeven. ‘En principieel afkeuren dat dit is gebeurd én aangeven dat de lijntjes wat strakker worden aangetrokken zodat het niet nog een keer voorvalt.’ De kandidaat wiens naam is gelekt kan volgens Stamsnijder slechts ‘zouteloze statements’ uiten: ja, ik heb gesolliciteerd en ben het niet geworden. De redenen daarvoor liggen bij de vertrouwenscommissie. Ook de gemeente waar een naam naar buiten is gebracht – per ongeluk of opzettelijk – kan reputatieschade oplopen. ‘De gemeenteraad wil de best mogelijke burgemeester en die krijg je met een heel zorgvuldige procedure. Wordt een naam bekend, dan kan dat worden uitgelegd als: de procedure is niet serieus genomen, jullie willen kennelijk niet de beste kandidaat. Zorgvuldigheid is van groot belang. Een lek leidt tot meerdere verliezers: de gemeente, de kandidaat wiens naam nu bekend is maar die het niet is geworden, de persoon die wel burgemeester is geworden en zelfs het ambt van burgemeester.’ Dat ambt is gebaat bij de hoogst mogelijke discretie, aldus Stamsnijder. Degene wiens naam is gelekt, lijdt niet alleen reputatiepijn maar mogelijk ook schade. Zo verloor Ralf Krewinkel zijn baan. Als burgemeester van Heerlen solliciteerde hij in 2019 bij buurgemeente Kerkrade. Een journalist ving zijn naam op uit een besloten vergadering en bracht die naar buiten. In Kerkrade bleek Krewinkel niet op één te staan en omdat de Heerlense gemeenteraad verbolgen was over de sollicitatie, nam Krewinkel daar zijn ontslag. Van Soest: ‘Een kandidaat wiens naam is

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 ACHTERGROND 21 gelekt zou een civiele procedure kunnen starten als deze schade heeft ondervonden. Dat is bij mijn weten nog niet voorgekomen. Als zo iemand hier komt, zouden we toch de mogelijkheid van een civiele claim onderzoeken.’ MOREEL APPÈL In de benoemingsprocedure zijn ook andere veiligheidskleppen ingebouwd. Zo mogen leden van een vertrouwenscommissie niet op eigen houtje informatie achterhalen over een kandidaat. Voorkomen moet worden dat anderen, via de zoekgeschiedenis op hun computer, die naam dan ontdekken. Die leden wéten ook dat zij niet mogen googelen, althans: ze worden geacht het te weten. Bouwmans (vereniging van raadsleden) geeft toe dat dit niet goed is te handhaven, met name omdat kandidaten ook op social media actief kunnen zijn. Bovendien wordt niet altijd bewust of met kwade opzet gelekt. Toeval kan een rol spelen: een journalist ziet eens een document in waarin een naam staat. Er kan ergens een microfoon openstaan – zoals in de zaak Krewinkel. Een kandidaat kan ook rondlopen in de gemeente waar hij gaat solliciteren en ook dat kan opvallen. Een kwetsbaar element blijft dat de kring van mensen die de naam van een kandidaat kennen groter is dan alleen de leden van de vertrouwenscommissie of gemeenteraad. De gehele informatiestroom rond een benoeming loopt via de commissaris van de koning. Die verzamelt en deelt alles over de kandidaat, wat publiekelijk te vinden is en wat niet publiekelijk is. Wie solliciteert in een andere provincie dan waar hij woont, krijgt bovendien te maken met twee commissarissen en een burgemeester: de commissaris bij wie moet worden gesolliciteerd vraagt informatie over de kandidaat aan de commissaris van de provincie waar de kandidaat woont. Die legt dat verzoek neer bij de burgemeester van de woonplaats van die kandidaat. Die burgemeester stelt zelf een pakketje aan informatie samen, of hij laat dat doen door een ambtenaar. Zo zijn er buiten de benoemingcommissie ook anderen die een kandidaat kennen. Ondertussen gaan journalisten ook op zoek, wat volgens Bouwmans in de grotere steden makkelijker is dan in kleine gemeenten: wie was elders burgeADVERTENTIE meester, wie is toe aan een promotie, wie verlaat de Tweede Kamer en heeft een nieuwe stoel nodig. Door slim te vragen komen er altijd wel namen bovendrijven. Bouwmans, nuchter: ‘Je kunt de benoemingsprocedure niet zo inrichten dat het nooit voorkomt dat een naam wordt gelekt. Ik ben er geen voorstander om het met nog meer regels verder dicht te timmeren.’ Daarom is het misschien verstandiger om te wijzen op de ethische kant, zegt advocaat Blanken. ‘Strikte procedures, goede voorlichting, controle, handhaving, sancties – niets lijkt te helpen. Maar wat een klein beetje kán helpen – dat blijkt uit psychologisch onderzoek – is een moreel appèl doen op mensen in zo’n commissie. De Belastingdienst doet dat ook: mensen moeten verklaren dat ze hun aangifte naar waarheid invullen. Dat werkt kennelijk beter dan mensen wijzen op mogelijke sancties.’ Met 15 modules stel je zelf het start- of inwerkprogramma samen. Klaar voor de start? De nieuwe raad snel aan de slag met het inwerkprogramma van het Periklesinstituut Kennis van besluitvorming, oefenen met het eigen vergadermodel, werken zonder last en bestuurlijke verhoudingen. Maar ook gemeentefinanciën en raadsinstrumenten. Gezamenlijke start van de nieuwe bestuursperiode Werken aan kennis, vaardigheden én de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeenteraad Maak afspraken over bestuurscultuur, participatie en de samenwerking tussen raad en college Meer weten? Kijk op www.periklesinstituut.nl/GR2022 Met de ervaringen van de Mystery Burger

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 23 Een Amsterdamse ambtenaar runt een IN DE CLINCH eigen zwemschool en concurreert daarmee met een gemeentelijk zwembad waar hij werkt. In hoeverre is hier sprake van belangenverstrengeling? ZWEMLESSEN MOGEN NIET CONCURREREN Stijn Lavier*, als ambtenaar werkzaam in een Amsterdams zwembad, krijgt op een dag toestemming om – onder voorwaarden – nevenwerkzaamheden te verrichten. In zijn geval: het geven van zelfstandige zwemlessen. Als die nevenactiviteit wijzigt, moet hij dit melden aan zijn leidinggevende. En hij mag die zwemlessen niet geven in het zwembad waar hij werkt. Als Lavier zijn werkgever, tegen de afspraken in, niet op de hoogte houdt van zijn nevenwerkzaamheden wordt de toestemming ingetrokken. Het college ontdekt bovendien dat hij een eigen zwemschool heeft en dus concurreert met de afdeling Zwembaden in het aanbieden van zwemlessen. Daarbij kan hij, in de uitoefening van zijn ambtelijke functie, klanten van het gemeentelijke zwembad informeren over zijn eigen zwemschool. Daarover wil hij zijn werkgever niet informeren, ook niet na meerdere verzoeken. Die houding draagt niet bij aan de openheid en transparantie die van Lavier als ambtenaar kan worden gevraagd. Nu hij zijn nevenwerkzaamheden heeft voortgezet na intrekking van de toestemming, is de schijn van ontoelaatbare belangenverstrengeling ontstaan. Lavier wordt ontslagen. Het gaat de gemeente niet direct om het risico van concurrentie. Wel dat hij als ambtenaar in het gemeentelijke zwembad acquisitie kan plegen voor zijn eigen bedrijf. Voor derden is het daarmee onduidelijk in welke hoedanigheid hij optreedt. De rechtbank Amsterdam merkt het lang‘Hij had eerder een onvoldoende beoordeling gekregen’ durig weigeren om openheid van zaken te geven aan als (ernstig) plichtsverzuim. Het college was daarom bevoegd de toestemming in te trekken. Lavier had zich daaraan moeten houden. Dat hij zijn nevenwerkzaamheden desondanks voortzette is ook plichtsverzuim. Door niet transparant te zijn heeft Lavier de schijn van belangenverstrengeling laten bestaan – dat is het derde geval van plichtsverzuim. De opgelegde straf van onvoorwaardelijk ontslag acht de rechtbank evenredig aan dat plichtsverzuim. Van belang daarbij is dat het college diverse pogingen heeft ondernomen om met hem over de werkzaamheden in gesprek te komen. Die heeft dat herhaaldelijk geweigerd. Als het voor Lavier om financiële redenen onmogelijk was de nevenwerkzaamheden te staken, dan had hij met het college een oplossing ADVERTENTIE Win kostbare tijd en vergroot je digitale fi theid Volg de gratis online masterclass Digitale Fitheid voor ambtenaren Ga naar BinnenlandsBestuur.nl/digitalefi theid 23 september moeten zoeken. Het college heeft hem daartoe uitdrukkelijk de gelegenheid geboden. In hoger beroep stelt de Centrale Raad van Beroep zelfs dat de toestemming had worden geweigerd als de nevenwerkzaamheden een zeker risico meebrachten voor de mogelijkheid van directe concurrentie tussen Laviers zwemschool en het gemeentelijke zwembad. De Raad rekent het Lavier zwaar aan dat hij voor zijn nevenwerkzaamheden een vof had opgericht, waardoor er sprake was van een bedrijfsmatige aanpak. Het college mocht in redelijkheid vragen periodiek openheid van zaken te geven over zijn nevenwerkzaamheden. Alleen zo kon worden beoordeeld of de toestemming onverkort kon blijven gehandhaafd. Dat mogelijk sprake was van moeizame communicatie en enige irritatie bij Lavier – hij had eerder een onvoldoende beoordeling gekregen – maakt niet dat hij de gevraagde informatie niet hoefde te verstrekken. Het college kon, na eigen onderzoek naar Laviers zwemschool, zich op het standpunt stellen dat de nevenwerkzaamheden van Lavier een onaanvaardbaar risico van belangenverstrengeling en een zeker risico voor de mogelijkheid van directe concurrentie meebrachten. Daarom mocht de toestemming voor het verrichten van nevenwerkzaamheden worden ingetrokken. Ook het strafontslag blijft om die reden in stand, aldus de Raad (uitspraak 4 juni 2021). * De naam is gefingeerd ECLI:NL:CRVB:2021:1336

26 SERIE KLIMAATCRISIS DOOR: RENÉ DIDDE FOTO: MARCO VAN MIDDELKOOP / ANP-HH Uit de jongste weercijfers blijkt dat nergens in Nederland zo veel regen valt als in Zoetermeer. Hoe kun je als gemeente de bijbehorende overlast beperken? Deel één van een drieluik over de gevolgen van het veranderende klimaat. ZOETERMEER WAPENT ZICH TEGEN HET WATER DE NATSTE STAD VAN NEDERLAND EXTRA WATERBERGING Zoetermeer met op de achtergrond de Nieuwe Driemanspolder Mooie naam wel, Zoetermeer. De gemeente is genoemd naar een zoetwatermeer uit lang vervlogen tijden. De laatste zestig jaar heeft het kleine dorpje zich ontwikkeld van een ‘groeikern’ tot de derde stad van de provincie Zuid-Holland, met 125.000 inwoners. Nu moet de gemeente ervoor waken dat ze niet opnieuw een zoetwatermeer wordt. Want volgens de eerder dit jaar bijgestelde langjarige neerslagstatistieken van het KNMI viel er gemiddeld genomen in de periode 1991-2020 nergens in Nederland meer regen dan in Zoetermeer: 972 millimeter per jaar. Ook andere Zuid-Hollandse gemeenten als Rotterdam, Den Haag en Voorschoten scoren hoog in de laatste neerslagcijfers. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 SERIE 27 IMAATKEUZES Het IPCC-rapport maakt duidelijk dat het klimaat sneller verandert dan we dachten. De kans op extreem weer neemt toe. Ineen driedelige serie inventariseert Binnenlands Bestuur de gevolgen voor gemeenten. In deel één: natste gemeente Zoetermeer. KLI Het I De driede Bestuu één: na klima e kan elige ur de atste k Die positie is relatief nieuw. In de periode 1981-2010 werd de omgeving van Apeldoorn, Deelen, Hoenderloo tot het natste deel van Nederland gerekend. Het KNMI en Weer-online denken dat de neerslagoverlast zich naar het westen heeft verplaatst doordat regenwolken vanaf de Noordzee eenmaal op land aangekomen snel ‘uitregenen’, vooral in het vroege voorjaar en de nazomer. ‘Dat effect wordt nog versterkt doordat het in de dicht bebouwde Randstad warmer is vanwege bebouwing, verhard oppervlak en industrie. Ook de hoogbouw fungeert als een soort gebergte dat wolken omhoog stuwt waardoor de waterdamp tot regendruppels condenseert’, aldus het KNMI. Het is geen verrassing dat het meer gaat regenen door de wereldwijde temperatuurstijging. Hoe warmer het is, hoe meer water verdampt uit zee. Vroeg of laat valt dat als regen naar beneden. Alleen: het gebeurt vaker dan vroeger in de vorm van extreme buien. VERRASSING Voor de gemeente Zoetermeer, de provincie Zuid-Holland en het Hoogheemraadschap van Rijnland komt de nieuwe ranking van natste gemeenten als een verrassing. ‘Het maakt eens te meer duidelijk dat we het water in de Nederlandse ruimtelijke ordening een plaats moeten geven, want anders neemt het water zijn plek’, zegt Rogier van der Sande, dijkgraaf van Hoogheemraadschap van Rijnland. Van der Sande, tevens voorzitter van de koepelorganisatie Unie van Waterschappen, doelt ook op de dramatische gebeurtenissen met extreme neerslag in Zuid-Limburg, België en Duitsland. Het komt mooi uit dat Rijnland, samen met de gemeente Zoetermeer en de provincie Zuid-Holland vorig najaar een enorme waterberging heeft gerealiseerd in de Nieuwe Driemanspolder, in het buitengebied van Zoetermeer richting Den Haag. ‘Dit is het putje van het gebied, al het water stroomt hier naartoe’, wijst Van der Sande. Het 350 hectare grote gebied kan 2,5 miljoen kubieke meter water bergen. ‘In tijden van extreme regenval kunnen we de waterstand in het uitgebreide stelsel van boezems en vaarten in de omgeving enkele centimeters verlagen en de overlast beperken. Het water kan hier anderhalve meter hoger komen’, wijst Van der Sande van de rand van het gebied. Kosten: 40 miljoen euro. Het is méér dan een voorziening van piekberging die door de lage ligging amper aanleg van kunstwerken vergde. Fietsers rijden er hun rondje, mensen lopen hard en laten er hun hond uit. ‘In de strenge vorstperiode van februari zag je hier volop mensen schaatsen’, weet Van der Sande. Daarnaast startte Zoetermeer het project ‘Moerasparels’. In totaal komen er zeven kleine ondiepe moerasgebieden met waterplanten langs de oevers van de Zoetermeerse plas, ofwel Noord A. Doel is om het water natuurlijk te filteren en de biodiversiteit te vergroten. Natuurvriendelijke oevers met rietplanten zuiveren het water van onder meer fosfaat. Tegelijk wordt de waterkwaliteit verbeterd en de blauwalg bestreden waardoor de recreatiemogelijkheden voor Zoetermeer en omstreken verbeteren. Dit ontslaat de gemeente niet van het treffen van voorzieningen in de bebouwde kom van de stad. GROTE OPGAVE Nu staat Zoetermeer bovenaan in de lijsten van natste steden, maar eigenlijk is heel Zuid-Holland drijfnat, zo blijkt uit de KNMI-reeksen. ‘Het is voor elke gemeente bekend dat de hoosbuien zullen toenemen, en dat is voor elke stad een grote opgave’, bevestigt Astrid de Wit, programmamanager klimaatadaptatie van Zuid-Holland. In het bestaand stedelijk gebied is alles al volgebouwd, en 70 procent van de huizen is in privaat bezit. Het is moeilijk om mensen mee te krijgen, want de kosten zijn relatief hoog. ‘Wij stimuleren daarom de zogeheten meekoppel‘Water en bodem moet het uitgangspunt worden’ kansen. Wordt een woningblok gerenoveerd ? Tref waterbergende voorzieningen. Is een gemeente toe aan vervanging van het riool of gaat een straat op de schop? Leg er een groenstrook langs, pas waterdoorlatende bestrating toe, of maak een verdiepte trottoirband of wadi’, somt De Wit op. De Zuid-Hollandse gemeenten hebben vrijwel allemaal een klimaatstress-test gedaan waarbij gevoelige plekken voor hitte, droogte, wateroverlast, verzilting en bodemdaling aan het licht kwamen. En wat is de top-5 van maatregelen in ZuidHolland volgens de programmamanager? ‘Vergroening, vergroening, vergroening, vergroening en technische maatregelen’, antwoordt ze. Wat dat laatste betreft, stimuleert de provincie onder meer innovaties en ondergrondse berging en hergebruik van regenwater. Een voorbeeld dat onder auspiciën van de provincie tot stand kwam, is het stadion van de Rotterdamse voetbalclub Sparta. Plensbuien op het dak van stadion, maar ook op de huizen in de buurt komen via een pijpenstelsel in een helofytenfilter terecht. Bladresten, zand en ander grof organisch spul blijft in het filter liggen, bacteriën op de wortels van het de rietknolletjes houden fosfaat en andere meststoffen vast. Het gezuiverde regenwater wordt veertien meter onder een Cruyffcourt in de bodem gepompt. In tijden van droogte wordt het weer bovengronds gehaald, en dient het onder meer voor beregening van de (kunst)grasvelden. Het wordt nu ook elders toegepast, vertelt De Wit. ‘In het Cromvlietpark in Den Haag levert het irrigatiewater voor een grote gemeenschappelijke moestuin en in Pijnacker-Nootdorp zet men het regenwater in tegen de bodemdaling.’ De Spaanse voetbalclub Real Valladolid heeft het idee nagevolgd voor het dak van het Zorrilla-stadion. ‘Zulke maatregelen zijn mooi, maar relatief duur’, zegt De Wit. ‘Gemeenten zetten volop in op klimaatadaptie, maar hebben weinig financiële armslag.’ Volgens haar is medefinanciering door het rijk onmisbaar. ‘Als we er niet in slagen de klimaatverandering tegen te gaan, dan zal het aanpassen een steeds grotere kostenpost worden voor de belastingbetaler

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 28 SERIE KLIMAATCRISIS en vastgoedeigenaren. Nu investeren zorgt voor een veilige en gezonde leefomgeving en beperkt de schadelast in de toekomst.’ Volgens haar zijn de maatregelen voor nieuwbouwprojecten wat eenvoudiger. ‘Je kunt daar met een schone lei beginnen. We hebben voor nieuwbouw een convenant ‘Klimaatadaptief bouwen’ gesloten met gemeenten, bouwers en ontwikkelaars. Meer dan vijftig partijen hebben toegezegd dat zij de klimaatadaptieve uitgangspunten in hun projecten opnemen, waaronder in Zoetermeer’, aldus De Wit. Natuurbeschermingsorganisatie het Zuid-Hollands Landschap bepleit meer vaart te maken met de aanleg van klimaatbuffers en bergingsgebieden voor water, die in tijden van droogte geleidelijk water kunnen afgeven. ‘Bijvoorbeeld om de verzilting tegen te gaan die via een zouttong in de Nieuwe Waterweg en de Hollandse IJssel oprukt’, zegt directeur Michiel Houtzagers. Hij vindt de piekberging zoals in de Nieuwe Driemanspolder een goed voorbeeld. ‘Laten we de klimaatverandering zien als een kans om meer mogelijkheden voor de natuur, ontspanning en recreatie te creëren’, zegt hij. ‘Zuid-Holland scoort met slechts 6 tot 7 procent natuur COLUMN JAN VERHAGEN Het is moeilijk om mensen mee te krijgen het allerslechtst van Nederland, terwijl de coronaperiode aantoonde dat de behoefte aan ruimte om buiten te ontspannen groot was’, aldus Houtzagers. CENTRALE REGIE Ondanks de stresstesten van de gemeenten vindt het Zuid-Hollands Landschap dat er nog te weinig bewustzijn is bij de inwoners. ‘Er is sprake van gestage bodemdaling in het veenweidegebied, maar de boeren zijn te weinig bereid om een hogere grondwaterstand te accepteren en het beleid doet te weinig aan compensatie en alternatieven. Inwoners zien hun huizen verzakken, maar leggen geen verband met het waterbeheer en bodemdaling. We moeten nog veel meer de mouwen opstropen’, vindt Houtzagers. Het Hoogheemraadschap is daarmee eens. Naast alle technische maatregelen waarmee steden zich kunnen aanpassen aan de klimaatverandering is ook ‘meer centrale regie op de randvoorwaarden’ vereist, bijvoorbeeld bij nieuwbouw. ‘Kijk’, zegt Van der Sande aan de rand van het waterbergingsgebied, ‘de beste bouwlocaties in dit druk bevolkte gebied zijn al bezet. We weten dat de bouwopgave van een miljoen woningen dus in suboptimale gebieden moet plaatsvinden. Daarom moeten we beter rekening houden met de geohydrologische situatie. Water en bodem moet het uitgangspunt worden. Het zou de centrale overheid sieren als er voor nieuwe woonwijken wordt voorgeschreven dat water een plek krijgt rond woningen of in de wijk. Projectontwikkelaars en woningcorporaties kunnen dan zelf kiezen hoe ze dit invullen. Plavuizen in plaats van een houten vloer en de elektriciteitskast op de eerste verdieping. Of drijvende woningen, woningen op palen, of infiltratiemogelijkheden van water in de diepere bodem.’ VOLWASSEN Sinds januari 2003 bestaat het btw-compensatiefonds. De gemeenten en provincies kunnen de btw die ze betalen, daaruit terugkrijgen. Is dat fonds in die 18 jaar volwassen geworden? Daarvoor heb ik eerst eens goed de regels gelezen. De wet op het btw-compensatiefonds bevat 15 artikelen, die aangeven welke btw de gemeenten en provincies kunnen terugkrijgen. Ook staat erin wat de minister van Financiën mag en wat de belastinginspecteur mag. Verder is er een algemene maatregel van bestuur, het ‘uitvoeringsbesluit’, die ook iets zegt over welke btw de gemeenten en provincies kunnen terugkrijgen. En er is een ministeriële regeling, de ‘uitvoeringsregeling’, met 11 artikelen. Die bepalen nog gedetailleerder welke btw de gemeenten en provincies kunnen terugkrijgen. Heel veel regels dus om te zorgen dat geen gemeente of provincie iets te veel krijgt. Maar wat ontbreekt, zijn regels over hoeveel de minister in het fonds moet stoppen. Geen letter daarover in wet, besluit of regeling. Daarom vind ik het fonds niet volwassen. Het btw-compensatiefonds lijkt op een kleedgeldafspraak met een puber waarvan pappie een deel van de kosten betaalt. Wat niet hielp bij de volwassenwording, is dat het fonds vroeg gestopt is met groeien. De eerste jaren groeide het fonds hard. In 2013, toen het fonds 10 jaar bestond, werd het een ‘ondergeschoven kindje’: geen zelfstandig fonds meer maar een onderdeel van het ministerie van Financiën. En het fonds is definitief gestopt met groeien in 2015, toen het fonds 12 jaar oud werd. Sindsdien is het een vast deel van de rijksuitgaven. Noch de accountant van het rijk noch de Algemene Rekenkamer kijkt of de minister van Financiën elk jaar voldoende geld in het btw-compensatiefonds stopt. De evaluaties ‘ Wel regels voor gemeenten, niet voor rijk’ van het btw-compensatiefonds gingen hier evenmin op in. En er zijn heel veel rechterlijke uitspraken over welke btw de gemeenten en provincies terugkrijgen maar geen enkele over de plicht van het rijk om geld in het fonds te stoppen. Een kind dat in januari 2003 geboren is, gaat wellicht in september 2021 studeren. Het begin van zijn volwassen leven. Laten wij hetzelfde doen, en gaan studeren hoe we kunnen beoordelen of het rijk voldoende geld in het btw-compensatiefonds stort. Dat moet een belangrijk onderdeel zijn van de lopende evaluatie. En dat begint met volledige openheid over alle beslissingen daarover.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 DOOR: YOLANDA DE KOSTER BEELD: SHUTTERSTOCK SOCIAAL ACHTERGROND 29 Met strak contractmanagement wil de gemeente Westland zowel grip op de kosten als op de kwaliteit van de jeugdzorg en Wmo krijgen. Beleidsdoelen zijn vertaald in toetsbare prestaties. Gesprekrichtlijnen en dashboards boordevol data helpen de contractmanagers zakelijker met aanbieders om te gaan. ‘We hebben meer grip, maar er is nog veel werk aan de winkel.’ GRIP OP KWALITEIT EN KOSTEN CONTRACTMANAGEMENT ALS WAPEN TEGEN TEKORTEN Net zoals in veel gemeenten liep Westland de eerste twee jaar na de decentralisaties financieel nog in de pas. Vanaf 2017 begonnen de uitgaven voor de jeugdzorg echter behoorlijk op te lopen, vanaf 2018 ook die voor de Wmo. Het uitvoeringsprogramma sociaal domein, dat in aanloop na de decentralisaties in 2015 was opgesteld, liep ten einde. Een goed moment voor bezinning. Het bureau AEF, dat in 2020 de jeugdzorgtekorten voor alle gemeenten in kaart bracht, liet een jaar eerder zijn licht schijnen over de situatie in het Westlandse sociaal domein. ‘Een van de belangrijkste aanbevelingen aan ons was dat als je wilt sturen je eerst grip moet hebben. AEF constateerde tegelijkertijd dat we die grip niet hadden’, zegt Lucia van den Brande, strategisch regisseur sociaal domein van Westland. Ook in latere rapporten van de visitatiecommissie financiële houdbaarheid sociaal domein van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, op basis van de ‘doorlichting’ van diverse gemeenten, werd die boodschap luid en duidelijk verkondigd. Zonder grip kun je niet sturen. ‘Als je grip hebt, heb je het financiële probleem niet opgelost, maar je moet wel grip hebben om de problemen te kunnen gaan oplossen’, aldus Van den Brande. ‘Voor de decentralisatie hadden we als gemeente een flinke reservepot sociaal domein opgebouwd’, zegt wethouder Piet Vreugdenhil (sociaal domein, CDA). ‘Toen wij in 2018 als nieuw college aantraden, zagen we de kosten al snel oplopen en de reserves verdampen. Je kunt dan op je vingers natellen dat dit niet is vol te houden. Binnen het sociaal domein konden we de tekorten op een gegeven moment niet meer oplossen. We hebben toen het ambtelijk apparaat de opdracht gegeven het in orde te brengen.’ Zo liepen de kosten voor de jeugdzorg op van 14,1 miljoen euro in 2016 tot 23,1 miljoen euro in 2020. De kosten voor de Wmo bedroegen in 2016 en 2017 8,4 miljoen euro, maar stegen daarna naar 11,2 miljoen euro in 2020. ‘Na het rapport van AEF besloten we ons contract‘ Hoe meer je weet, hoe meer je ziet wat er nog gebeuren moet’

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 30 ACHTERGROND SOCIAAL management te gaan verbeteren om financieel meer grip te krijgen, maar ook om te zien of we de goede beleidsinterventies doen’, vult Van den Brande aan. VALKUILEN ‘Contractmanagement vervalt makkelijk in drie valkuilen: vaag, ongefundeerd en vrijblijvend’, weet Jelle Daalderop, die als extern adviseur sociaal domein werd ingehuurd. Neem vaag. ‘Als gemeente zeg je tegen een aanbieder: zet de cliënt centraal. Daar moeten aanbieders het mee doen. Maar wat betekent dat voor de aanbieder, wat moet die aanbieder doen? Met zo’n algemene beleidsterm kunnen aanbieders niet overweg en de gemeente kan er niet op sturen.’ En neem ongefundeerd. ‘Een gemeente zegt bijvoorbeeld tegen een aanbieder dat zijn totale kosten de afgelopen twee jaar zijn toegenomen. Wat zegt dat, wat vraagt de gemeente van de aanbieder, welk antwoord zoekt de gemeente daarbij?’, verduidelijkt Daalderop. Tot slot worden vaak zachte afspraken gemaakt onder de vlag van partnerschap. ‘Veel te vrijblijvend.’ Daalderop ging met de Westlandse contractmanagers jeugd en Wmo aan de slag om van vaag naar concreet te gaan, met behulp van dat data van ongefundeerd naar gefundeerd en van vrijblijvendheid tot harde afspraken te komen. ‘Om van vaag naar concreet te gaan, hebben we beleid vertaald naar concrete doelen en toetsbare prestaties die we van aanbieders verwachten. In lange sessies zijn we dat met elkaar gaan uitkauwen’, aldus Daalderop. Met behulp van data kan een goed gesprek met de aanbieder worden gevoerd, stelt hij. Als contractmanager moet je goed beslagen ten ijs komen. ‘Zeg niet tegen alleen tegen een aanbieder dat zijn totale kosten zijn toegenomen; je moet betere analyses kunnen maken. Stel dat je uit de cijfers haalt dat een aanbieder na een ingewikkeld en lang zorgtraject altijd dertig procent van zijn cliënten nog aanvullende hulp nodig heeft. Je kunt dan het gesprek aangaan of dat percentage niet kan worden teruggebracht naar vijftien, aan de aanbieder vragen wat hij kan doen om ervoor te zorgen dat er na een lang traject niet zo veel opvolgende hulp nodig is. In zes maanden hebben we een reis afgelegd van vaag, ongefundeerd en vrijblijvend naar heel concreet. Weten wat je wilt, dat kunnen funderen op data en signalen en daar proactief mee gaan sturen. Als je de gewenste prestaties op een rij gaat zetten en data daarover gestructureerd verzamelt en analyseert, en daarover het goede gesprek met aanbieders gaat voeren, ontstaat de grip die je wilt hebben.’ 10 24 HUISWERK De ‘reis’ zoals Daalderop het noemde, heeft vorig jaar een handboek opgeleverd, waarin alle stappen staan beschreven die leiden tot goed contractmanagement. Contractmanager jeugd Marianne Klop heeft aan de reis deelgenomen, en is nu met de opbrengst en het handboek aan de slag gegaan. Tijdens het traject zijn al verschillende producten opgeleverd, die continu worden aangevuld of fijngeslepen. Zoals een dasboard met data speciaal voor contractmanagers en een gespreksleidraad. ‘Als we voorheen signalen kregen dat bij een aanbieder de uitvoering niet zo lekker liep, ging ik vrij open het gesprek met die aanbieder in. Ik kreeg dan te horen wat er speelde en tegelijkertijd wat wij als gemeente niet goed deden. Bij wijze van spreken kwam ik met meer huiswerk terug dan ik huiswerk had meegegeven. We wilden echter als gemeente meer in de lead komen, maar tegelijkertijd de relatie goed houden. De gespreksleiddraad die we hebben ontwikkeld, helpt daarbij.’ In die leidraad staan de verschillende fases van een gesprek beschreven, zoals het begin‘ Data moeten het begin van een gesprek zijn’ nen met het benoemen van zaken die goed gaan en pas daarna eventuele knelpunten bespreken. ‘Het doel in die contractmanagementgesprekken is om uit die incidentenpolitiek te komen’, vult Daalderop aan. ‘Je moet toewerken naar een continue verbeteragenda die je samen hebt afgesproken. Wat zijn de belangrijke prestaties die we van jou als aanbieder verlangen, herken je die, welke verbeterpunten zien we daarin, welke dingen vinden we heel goed. En bij die verbeterafspraken moeten punten staan waar we de komende vier jaar over kunnen blijven praten.’ MUNITIE In het dasboard zijn min of meer alle beleidsdoelen van de gemeente geoperationaliseerd. Een fikse kluif, zegt Klop. ‘De beleidsdoelen probeer je zo concreet mogelijk te maken, zodat je daar ook echt op kunt sturen en kunt monitoren. Hoe ga je bijvoorbeeld ‘de cliënt centraal’ meten? Hoe ga je meten in hoeverre cliënten genoeg invloed op hun zorg kunnen uitoefenen? Je gaat kijken naar wat je belangrijk vindt, maar ook naar welke informatie beschikbaar is. En als data niet beschikbaar is, gaan we kijken of we die in het dasboard kunnen opnemen.’ Nu is onder meer zichtbaar of en hoeveel cliënten na een zorgtraject weer opnieuw aankloppen voor hulp, of aanbieders bij een verlenging echt goed kijken wat nodig is, of voor een standaard verlenging kiezen. Ook de wijze van op- en afschalen is inzichtelijk. ‘Met dit soort gegevens per

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 ACHTERGROND 31 65 13 kosten dalen door andere inzet. ‘Dit vertaalt zich nog niet tot een trendbreuk, in de zin van verlaging van de totale kosten. ‘Maar de grip die we nu hebben en de mogelijkheden tot sturing zijn hiervoor belangrijke randvoorwaarden.’ Voor Vreugdenhil is de nieuwe wijze van contractmanagement bedoeld om zowel de kosten te beteugelen als grip te krijgen op de kwaliteit van zorg. Maar over die kwaliteit van zorg wil hij graag een maatschappelijk debat. ‘Wat is kwaliteit? We willen altijd het allerbeste, maar moeten we niet een keertje de vraag durven stellen of we geen genoegen moeten nemen met ongemak in het leven. Dat is een hele ingewikkelde en ethische discussie, maar ik vind wel dat we die moeten voeren. Ik nodig het kabinet uit om daar samen met gemeenten het maatschappelijk gesprek over te starten.’ zorgproduct en per aanbieder, hebben we meer munitie om het gesprek met de aanbieder te voeren’, aldus Klop. ‘We kunnen vragen waarom bij een aanbieder altijd de helft van zijn cliënten vervolghulp nodig heeft, terwijl dat bij een ander maar twintig procent is. Dat valt op. Het zegt niet direct iets, er is wellicht een plausibele verklaring voor, maar we kunnen er wel een gesprek over voeren. We kunnen beter onderbouwd het gesprek in gaan en de juiste vragen stellen.’ ‘Data moeten het begin van een gesprek zijn; je moet niet meteen naar conclusies ‘springen’. Ik zie dit: leg me dat eens uit’, vult Van den Brande aan. De gemeente heeft 165 aanbieders voor de jeugdzorg en zo’n 70 voor de Wmo. Er is, op basis van de ingezette koers op contractmanagement, nog geen afscheid van aanbieders genomen. ‘Om een contract op te zeggen, moet er echt wel wat aan de hand zijn’, aldus Vreugdenhil. ‘We hebben geen afscheid genomen, maar voeren wel gesprekken om tot nieuwe afspraken te komen. Zo zette een aanbieder altijd een middelzware vorm van hulp in, terwijl dat volgens de definities een lichte zorgvorm moet zijn. We zijn in gesprek gegaan hoe het tij kan worden gekeerd. De aanbieder heeft daartoe nu een voorstel ingediend’, zegt Klop. ‘Bij afzonderlijke aanbieders kunnen we de kosten inmiddels onderbouwd naar beneden krijgen’, vult Van der Brande aan. Na analyse van de data, en de bijzonderheden die daarin opvallen, volgen gesprekken met de aanbieder waarna de ADVERTENTIE NOOIT AF Op de vraag of er inmiddels de gewenste grip op kosten en kwaliteit is, antwoordt Vreugdenhil: ‘We zijn echt op de goede weg. Ik ga echt niet zeggen dat we al klaar zijn, maar we weten wat we moeten doen. De gesprekken zijn in toenemende mate op het goede niveau, dus we liggen op koers.’ ‘We hebben veel meer grip, maar er is tegelijkertijd nog heel veel werk aan de winkel’, vult contractmanager Klop aan. ‘Dat heeft er ook mee te maken dat de wereld om ons heen constant in beweging is.’ Dat beaamt Van den Brande. ‘We hebben meteen gezegd dat het nooit af is. De politiek verandert, je doelen veranderen. Je moet het continu bij blijven houden. Op het moment dat je meer weet, meer data tot je beschikking hebt, weet je ook dat je nog een heleboel niet weet.’ Vreugdenhil: ‘Hoe meer je weet, hoe meer je ziet wat er nog gebeuren moet.’ SRO CONGRES woensdag 03 november 2021 Bekijk ons programma en meld je aan! Ga naar www.sro.nl/congres of scan de QR-code

32 ACHTERGROND AFGHANISTAN DOOR: SIMON TROMMEL Het schrikbewind van de Taliban is terug in Afghanistan. Het raakt het Flevolander PvdA-Statenlid Abassin Nessar. Nessar heeft Afghaanse roots en werkervaring in ontwikkelingssamenwerking in het land. ‘Nederland loopt vooral achter de NAVO aan.’ STATENLID ABASSIN NESSAR OVER DE SITUATIE IN ZIJN GEBOORTELAND AFGHANISTAN ‘ HET MAAKT MIJ MACHTELOOS EN EMOTIONEEL’ ‘Ik hoor regelmatig van mensen in Afghanistan dat ze mishandeld zijn door de Taliban. Pas weer, oud collega’s die behoren tot de Hazara-minderheid, die klappen kregen. Er worden mensen vermoord. Er zijn wraakacties in Jalalabad. Alles wat ik uit Afghanistan zie, maakt me machteloos en emotioneel’, zegt Abassin Nessar, Statenlid voor de PvdA van Flevoland en bestuurslid van de Unie van Afghaanse Verenigingen in Nederland (UVAVIN). Dat is een koepel van ongeveer 70 verenigingen, maar er zijn er veel meer die de circa 50.000 Afghanen hier bedienen. Nessar schat het totaalaantal op ruim 400. ‘Er gebeuren de ergste dingen nu in Afghanistan. Jonge vrouwen, meisjes nog, die als seksslaaf worden gebruikt, want ze worden ontvoerd en vervolgens aan Talibanstrijders uitgehuwelijkt. Ik hou mijn hart vast, voor mijn familie, vrienden en andere Afghanen en dat geldt voor iedereen die uit Afghanistan komt.’ Nessar weet: de toekomst is ongewis. Een collega van hem uit een ander land maar met Afghaanse roots, werd de toegang tot het vliegveld ontzegd door de Amerikanen. ‘Hij ziet er uit als een Afghaan, maar heeft een westers paspoort. Het gevolg is dat hij voor de avondklok de stad weer in moest en in een guesthouse belandde. ´s Avonds klopten de Taliban aan en die waren niet geamuseerd door een westers paspoort. Vervolgens betrokken ze zelf ‘GEMEENTE, STEUN AFGHANEN’ ‘Gemeenten, spreek je uit over de humanitaire catastrofe in Afghanistan. Toon medeleven met de Afghaanse gemeenschap in Nederland. Maak gebruik van de expertise van de lokale Afghaanse verenigingen en kaart het onderwerp ook aan in het Comité van de Regio’s.’ Dat is in een notendop de brief van de Unie van Afghaanse Verenigingen in Nederland UVAVIN die naar de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is gestuurd. De burgers van Kabul en andere steden in Afghanistan verdienen de steun van Nederlandse gemeenten, vindt Abassin Nessar, bestuurslid van de Unie van Afghaanse Verenigingen in Nederland. ‘Als de VNG of bijvoorbeeld de G4 zouden laten weten dat ze de burgers van Afghaanse steden steunen, zou dat een enorme steun voor Afghanen daar en hier betekenen.’ Nessar: ‘We hebben zeker 50.000 Afghanen in Nederland wonen. Velen van hen zijn betrokken bij de Nederlandse samenleving. Ze zijn hoog opgeleid. Ook zijn er veel ondernemers bij. De zwarte markt in Beverwijk bestaat voor het grootste deel uit Afghanen die vaak nog maar vier of vijf jaar in Nederland zijn. Ze voelen zich betrokken bij Nederland en ze hebben familie in Afghanistan. Ze maken zich zorgen. Ook voor hen mag je zeggen dat we willen proberen hen te steunen met humanitaire hulp, goed bestuur daar. Zo is een boodschap aan de vrouwen en minderheden van Kabul ook een boodschap aan de Afghanen hier.’ En waarom zouden steden en regio’s geen eigen buitenlands beleid voeren, vraagt Nessar zich af. ‘Ze zijn toch ook vertegenwoordigd in de EU? En we hebben gezien dat rijksbeleid, als het gaat om Afghanistan, gefaald heeft. Waarom dan daar op wachten en niet zelf internationaal beleid voeren?’ Hij zegt dat zijn Unie van Verenigingen het verzoek gaat doen aan de VNG. De VNG laat weten dat het antwoord op het verzoek eerst naar de afzenders van de brief gaat. ook kamers daar. De situatie is uiterst gespannen. Er worden mensen vermoord op straat en op straat lopen met een westers paspoort is niet veilig: het westerse paspoort is natuurlijk ook geliefd.’ KUNSTENAARS Nessar werkte tussen 2009 en 2013 in zijn geboorteland, het land dat hij begin jaren negentig als negenjarige met zijn ouders ontvluchtte vanwege het geweld. Zijn vader had een oud diplomatiek paspoort, waarmee hij kon aantonen dat hij werd vervolgd. Het gezin belandde in Nederland en Nessar ging politicologie studeren, in Leiden. Later, in 2009 keerde hij terug in Kabul, om te werken voor een BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 ACHTERGROND 33 ‘ Burgers van Kabul verdienen de steun van Nederlandse gemeenten’ cultureel programma gericht op capaciteitsopbouw in cultureel erfgoed met onder andere de restauratie van een park, de Bargh- eBabur waar een mausoleum staat van een van de voorvaderen van de Mughal dynasty die de Taj Mahal bouwden in India. Dat was voor de AKDN, het Aga Khan Development Network, een internationale niet-gouvernementele organisatie. Tien miljoen mensen krijgen dankzij AKDN stroom, vijf miljoen mensen gezondheidszorg en ook bezoeken vijf miljoen mensen de parken die de organisatie heeft opgeknapt. Daaronder dus ook het in Kabul opgeknapte park en veel ander cultureel erfgoed zoals oud-synagogen, boeddhistische tempels en Perzische forten. Nessar was programmamanager in Kabul. Er werden kunstenaars ingevlogen, voor workshops. Een van de thema’s was under siege, onder belegering. ‘Daarmee richtten we ons op thema’s als mensenrechten en zelfcensuur van kunstenaars. Toen kon er heel veel. We hebben één incident meegemaakt. De minister van Informatie en Cultuur vond een kunstwerk niet passend bij de Afghaanse waarden. Dat was een kunstwerk met alledaagse Arabische teksten van vrouwen, waar bezoekers overheen konden lopen. En dat kan niet, want de Koran is in het Arabisch geschreven. Dat heeft de minister verboden. Een van de kunstenaars, een van de Hazara-minderheid, vroeg ‘waarom’ en is toen mishandeld door een beveiliger van de minister. Terwijl die minister een hele liberale man was, een wetenschapper die nota bene in de VS heeft gewoond.’ Hoe het nu met de kunstenaars en de kunst in Afghanistan gaat, is ongewis. VOOR DE VLUCHT Kleine Abassin met zijn ouders landse perspectieven in deze crisis. ‘In een Nederlandse krant las ik een analyse van een jonge journalist dat we onze waarden en normen daar niet moeten opleggen. Afghanistan was altijd verdeeld, altijd radicaal, was het verhaal. Daar klopt niets van. Kabul was in de jaren zeventig een hele mondaine stad. Afghanistan heeft vroeger nooit wahabisme gekend of andere strenge islamvarianten. Het soefisme was de leidende religie, een religie die werd beleden met zang en dans. Dan denk ik: wat weet je van Afghanistan? Het was een van de eerste beschavingen van de mensheid. In de Koude Oorlog is het misgegaan, dat is een ander verhaal dan dat we het over onszelf zouden hebben afgeroepen.’ FRUSTRATIE Afghanistan is volgens hem in de basis geen verdeeld land; het is verdeeld geraakt, de logische consequentie van oorlog. Hij maakt zich grote zorgen om de bevolking. ‘Het gaat nu om fysieke veiligheid. Maar wat als dit voorbij is, je mentale veiligheid, ben je daarin veilig? In de jaren negentig voerden de Taliban een cultureel schrikbewind. Iedereen kent het verhaal van de Boeddhabeelden uit de zesde eeuw in Bamiyan, die in 2001 werden opgeblazen. Muziek mocht niet meer worden gedraaid, films werden vernietigd. Medewerkers van het filmarchief verborgen historische films achter muren en gaven oude Bollywoodfilms af, vertelt Nessar. Hij heeft samengewerkt om die films te digitaliseren, met de dochter van de gevluchte president Ghani. Zij was projectmanager. Nu staan de films deels op youtube. Nessar ergert zich aan sommige NederDat ben je niet. Afghanistan is getraumatiseerd door decennia oorlogsgeweld.’ En dat betekent ook in Nederland frustratie, want het gaat om familie en vrienden van de Afghanen hier. Na de val van Kabul ging Nederland nog debatteren over wie we wel of niet zouden moeten helpen, terwijl er al maanden een Kamermotie lag. ‘En er is ook frustratie dat Nederland geen eigen buitenlands beleid heeft, Nederland loopt vooral achter de NAVO aan, en dat is de VS, hoe dankbaar we ook zijn voor de interventie in bijvoorbeeld Kunduz en Uruzgan die ook Nederlandse levens heeft gekost.’

34 ACHTERGROND BESTUUR DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: MARCEL VAN HOORN / ANP-HH Het aantal partijloze burgemeesters neemt toe. Het zijn er inmiddels dertig. Een partijloze burgemeester staat per definitie boven de partijen en is, inherent aan zijn ambt, onafhankelijk. Dat levert krediet op. Maar: ‘Je kunt niet terugvallen op een partij als het niet lekker zit.’ DE PARTIJLOZE BURGEMEESTER RUKT OP LIEVER VRIJE LOKALO DAN PARTIJTIJGER ‘Eigenlijk zouden er al honderd partijloze burgemeesters moeten zijn’, vindt burgemeester Gerrit Jan Gorter van Zeewolde, de langstzittende partijloze burgemeester (sinds 2007). Hij wijst op het aandeel stemmen voor lokale partijen bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen, bijna 30 procent. Toch mogen de ‘partijlozen’ niet klagen, want met dertig bekleden ze meer posten dan een grote landelijke partij als D66 (28). En ze bezetten niet de minste plaatsen. Onlangs kreeg Alkmaar Anja Schouten, voorheen korpschef van de politie Noord-Holland, als nieuwe burgemeester en ook de gemeente Waalwijk mocht een partijloze burgemeester begroeten in de persoon van Sascha Ausems, voorheen zorgbestuurder. Twee provinciehoofdsteden hebben een partijloze burgemeester: Assen (Marco Out, stapte tijdens zijn ambtsperiode uit de VVD) en Maastricht (Annemarie Penn-Te Strake, voorheen vicepresident van de rechtbank Maastricht en lid van het College van procureurs-generaal in Den Haag). Alleen al in de eerste helft van 2021 kwamen er een stuk of zes partijloze burgemeesters bij, aldus onderzoeker Sabine van Zuydam onlangs in Binnenlands Bestuur in een artikel over haar boek over onder meer burgemeestersbenoemingen. ‘Kleine verschuivingen, maar er is een kentering in gang gezet’, zei ze toen. Maar is er eigenlijk niet al een gróte verschuiving gaande? ‘Tja, waar zet je het tegen af?’, zegt ze nu. ‘Er zijn nu 352 burgemeesters, dus het is nog een klein deel, maar het is wel groeiende.’ Het beeld dat je lid moet zijn van een politieke partij, omdat je anders geen kans maakt om burgemeester te worden, geldt niet meer, constateert Van Zuydam. ‘Daarbij is de toename verklaarbaar, omdat lokale partijen een groot aandeel hebben in raden.’ Een deel van de partijloze burgemeesters was in een vorige gemeente wethouder van een lokale partij. ‘Vaak zijn ze niet lid van een landelijke partij, het benadrukken van partijonafhankelijkheid zou dan een symboolfunctie kunnen hebben.’ BOVEN PARTIJEN Een voordeel van de partijloze burgemeester kan zijn dat je steviger kunt onderst repen dat je boven de partijen staat. Je bent immers minder gebonden aan politieke kleur en opvatting. ‘Maar je neemt ook je eigen ideeën mee, dus die komen wel tot uitdrukking.’ Ook burgemeesters die wel lid zijn van een partij beroepen zich volgens Van Zuydam op BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 ACHTERGROND 35 hun onafhankelijkheid. ‘Die profileren zich niet politiek.’ Eduard van Zuijlen werd als burgemeester vaak aangesproken op het feit dat hij een prominent partijlid was van GroenLinks. ‘Ik moest destijds acties verdedigen van de partij waar ik niet per se achter stond. Ik kreeg er last van.’ Daarop besloot Van Zuijlen zijn lidmaatschap op te zeggen. De huidige partijloze burgemeester van Enkhuizen sluit echter niet uit dat hij ooit opnieuw lid wordt van een politieke partij. ‘Ik vind dat een persoonlijke keuze. Het zou geen issue moeten zijn. Je moet boven de partijen staan als burgemeester. Ik ken weinig burgemeesters die veel aan partijactiviteiten meedoen.’ Bij zijn sollicitatie speelde het feit dat hij partijloos is geen rol, zover hij weet. ‘Het was geen issue in positieve zin, dat ik bijvoorbeeld meer onafhankelijk zou zijn, en niet in negatieve zin, dat ik geen netwerk in Den Haag zou hebben. Het kwam niet aan de orde. Ik vond dat wel mooi.’ Burgemeesters die wel lid zijn van een partij zouden gemakkelijker toegang kunnen hebben tot de Tweede Kamer of Provinciale Staten, maar dat is niet per se een gegeven, vindt Van Zuijlen. ‘Ik was al elf jaar burgemeester, dus je houdt de relaties in stand. Los van het partijlidmaatschap, moet je sowieso een netwerk opbouwen.’ Als hij wat breder kijkt, merkt Van Zuijlen dat vertrouwenscommissies meer naar persoonlijkheidskenmerken en competenties zoeken. ‘Het competentieprofiel speelt een hoofdrol, terwijl dat vroeger een papieren ‘ Eigenlijk zouden er al 100 partijloze burgemeesters moeten zijn’ tijger was. Ik denk dat nu veel meer gekeken wordt naar: met wie hebben we hier te maken?’ NETWERK In de profielschets is het hebben van een netwerk heel belangrijk, beaamt onderzoeker Van Zuydam. ‘Of dat snel kunnen opbouwen. De band met Den Haag wordt niet als eerste genoemd, misschien in een grotere gemeente net iets eerder wel. Het gaat vooral om de regio en daarna pas Den Haag en Europa. Welke vaardigheid heb je in het netwerken, heb je dat in eerdere ambten laten zien? Dat kan ook zonder partij. Je kunt dan op een specifiek thema of issue Kamerleden opzoeken in plaats van ideologisch gebonden.’ Van Zuydam ziet ook steeds vaker de lokale link met de burgemeester. Is deze opgegroeid in de gemeente of heeft de kandidaat binding met de streek. Een carrièreburgemeester, zoals Opstelten, zie je minder. De link met de lokale gemeenschap komt vaker terug.’ Zowel met haar netwerk in Den Haag als haar ‘roots’ kan burgemeester Nelly Kalfs van Lingewaard daarover meepraten. De sociaal-wetenschapper woonde haar hele jeugd in de streek en werkte later als ambtenaar op het ministerie van Verkeer en Waterstaat en bij de gemeente Amsterdam. Voor ze burgemeester werd, was ze hoofdingenieur-directeur bij Rijkswaterstaat Oost-Nederland. Inmiddels is ze bijna een jaar burgemeester, en partijloos. ‘Ik ben iemand die altijd probeert alle belangen mee te wegen. Onafhankelijkheid en de zaken op zijn merites bekijken, zit in mijn genen. Dat past bij een burgemeester: boven de partijen staan.’ Kalfs wilde nog een laatste carrièrestap maken en was daarvoor op zoek naar ‘iets heel anders’, buiten haar comfortzone. ‘Toen ik me aan het oriënteren was, kwam ik in contact met degene die voor de minister burgemeestersprocessen regelt. Die vroeg mij: zou je geen burgemeester willen worden? Ik zei: kan dat dan? Ik ben geen lid van een partij. Hij zei: denk er eens over na. Er komen steeds meer partijloze burgemeesters.’ Maastrichts partijloze burgemeester Annemarie Penn-Te Strake op het carnaval van 2019 GLIMLACH Kalfs was te laat voor het ‘burgemeestersklasje’ van het ministerie en besloot daarom zelf maar mee te lopen met de waar nemend burgemeester van Lingewaard. ‘Mijn man vertelde mij dat ik daarna thuiskwam met een glimlach van oor tot oor.’ Daarna ging ze bij de commissaris langs om te vragen of ze ‘benoembaar’ was.’ Kalfs kende de cultuur in Lingewaard, ze was er opgegroeid en volgens het profiel was een ‘zij-instromer’ mogelijk.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 36 ACHTERGROND BESTUUR ‘ De acceptatie lijkt groter als je niet gelinkt bent aan een politieke partij’ ‘Politieke ervaring was een pre, maar geen must. Ze zochten een verbindend persoon, maar ze kregen met mij ook humor en een vakvrouw. Dat stond niet in de vacature, maar gaf de doorslag.’ Of het feit dat ze ‘partijloos’ is een rol heeft gespeeld, heeft Kalfs niet direct van de commissie gehoord. ‘Er is enig risico als je iemand kiest die niet uit de politiek komt, maar ze schatten mij wel in als politiek-bestuurlijk gevoelig en in staat om te leren.’ Zelf vindt ze het voordeel van ‘partijloos zijn’ dat ze niet aan een standpunt of partij wordt gelinkt. ‘Je hebt een onafhankelijke rol.’ Ze kan zich voorstellen dat een oud-wethouder eerst moet ‘ont-wethouderen’. De acceptatie lijkt groter als je niet gelinkt bent aan een politieke partij, maar dat is mijn eigen beeld.’ Aan het politieke spel moest ze wennen. ‘Nu begrijp ik het, maar in het begin had ik er moeite mee. Daar praat je dan veel over met het college om je rol als voorzitter goed te kunnen uitoefenen. Ik maakte kennis met alle raadsleden en vroeg ze waarom ze de politiek in waren gegaan en naar hun stijl. Vanuit die kennis kun je je rol beter vervullen, je weet dan wat er speelt.’ En als partijloos burgemeester kan ze boven de partijen hangen. ‘Zeker bij conflicten. Je bent van iedereen.’ Contacten in Den Haag heeft ze wel, ze kent er vooral de ambtelijke situatie goed. ‘Met een partijachtergrond is het misschien gemakkelijker om er potten te breken, maar je kunt er ook een wethouder op afsturen.’ ‘Ik zit 35 jaar in de politiek en heb maar één keer meegemaakt dat ‘landelijken’ wel ‘even naar Den Haag’ zouden gaan om iets te regelen. Nou, ze hebben niets voor elkaar gekregen’, memoreert Gerrit Jan Gorter. ‘Je moet lokaal het werk doen en onafhankelijk zijn.’ Gorter was nooit lid van een partij, maar wel lang bestuurder voor ‘KLEUR DOET ER MINDER TOE’ Twintig jaar geleden werd bij burgemeestersbenoemingen regelmatig fors afgeweken van het advies van de gemeenteraad, vertelt oud-Tweede Kamerlid en oud-waarnemend burgemeester Dick de Cloe (PvdA) die tot die tijd voor burgemeestersposten lobbyde voor zijn partij. ‘Ik heb eraan bijgedragen.’ Van de vertrouwenscommissie ging het voorkeurslijstje dan naar de cdk. ‘Die veranderde dan wel eens de volgorde en de minister soms ook. Hans Dijkstal was in Paars-2 de laatste minister van Binnenlandse Zaken die dat kon en hij week zelfs in 25 procent van de gevallen af van wat door de gemeenteraad werd aanbevolen. Je kunt je voorstellen dat gemeenten dan gebruuskeerd waren.’ Zelf was De Cloe er groot voorstander van om het zwaartepunt bij de gemeente te leggen. Hij diende daarvoor in 2002 een motie in. ‘Toen is die wet er gekomen. Via een amendement kreeg ik erdoorheen dat de aanbeveling ook openbaar werd, zodat de minister alleen op zwaareen lokale partij, waarvan hij aan de wieg stond en waar hij raadslid en wethouder voor was. Daarna was hij beleidsadviseur van een burgemeester en vroeg hij een aantal van hen hoe anders dat was dan het wethouderschap. ‘Ik moest eerst maar eens lid worden van een landelijke partij en met lobbyisten in de weer, anders zou het heel lastig worden.’ KWALITEIT In 2007 was hij een van de weinige ‘lokalo’s’. ‘Ze zochten iemand die boven de partijen en in het verenigingsleven stond met bestuurlijk en ambtelijke ervaring. Een schaap met vijf poten.’ In 2021 zit hij in zijn derde termijn en mag hij ‘aanstormende’ burgemeesters in het BZK-klasje vertellen wat je allemaal kunt meemaken als burgemeester. Hij ziet er steeds meer zij-instromers vanuit de politie, brandweer, de zorg. ‘Men kiest voor wegende gronden om de raad heen kon, niet vanwege politieke kleur. Daarna is nooit meer afgeweken van de wens van de gemeenteraad.’ De Cloe noemt het aantal van dertig partijloze burgemeesters ‘opmerkelijk, maar vanzelfsprekend’. ‘Het is iets van de laatste jaren. Daarvoor gebeurde het incidenteel dat een burgemeester bedankte voor het lidmaatschap van een politieke partij. Nu zien we de opkomst van niet-gebonden partijen en de vruchten van het nieuwe systeem: politieke kleur doet er minder toe. De gemeenteraad maakt het echt uit: wij willen de beste burgemeester voor onze gemeente. Een andere reden is dat grote politieke partijen minder aanhang krijgen. In gemeenteraden zie je ook veel meer kleine en lokale partijen en versplintering. Daardoor wordt de politieke kleur minder relevant en zijn minder wethouders gebonden aan een partij. Als ze het goed doen, kunnen ze ook burgemeester worden.’ Lijst partijloze burgemeesters Oebele Brouwer (Achtkarspelen) Anja Schouten (Alkmaar) Joeri Minses (Alphen-Chaam) Marco Out (tot 2018 VVD, Assen) Karen Heerschop (wnd, Beemster) Caroline van den Elsen (Boekel) Ronald van Meygaarden (Boxtel) Klaas Agricola (Dantumadeel) Lieke Sievers (Edam-Volendam) Wim Wouter (Eersel) Eduard van Zuijlen (voorheen GroenLinks, Enkhuizen) Dorine Burmanje (wnd, Ermelo) Marian Witte (Geertruidenberg) Nicole Ramaekers-Rutjens (Gulpen-Wittem) Arie van Erk (Hillegom) Marnix Bakermans (Landerd) Jan Schrijen (wnd, voorheen VVD, Landgraaf) Nelly Kalfs (Lingewaard) Annemarie Penn-Te Strake (Maastricht) Ester Weststeijn-Vermaat (Rozendaal) Dilia Blok (Someren) Jan ten Kate (Staphorst) Ap Reinders (Stichtse Vecht) Wilmien Haverkamp-Wenker (Tubbergen) Marcel Thijssen (voorheen PvdA, Tynaarlo) Daan Prevoo (voorheen SP, Valkenburg aan de Geul) Gert Jan Kats (voorheen SGP, Veenendaal) Sjors Fröhlich (Vijfheerenlanden) Sacha Ausems (Waalwijk) Gerrit Jan Gorter (voorheen Gemeentebelangen Raalte, Zeewolde)

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 Foto: Paul Vreeker / ANP-HH ACHTERGROND 37 Politiechef Anja Schouten werd partijloos burgemeester van Alkmaar kwaliteit. Niet meer op partij, want dat kan op je afstralen.’ In het klasje leren kandidaten over gemeenterecht en bevoegdheden van burgemeesters. ‘Beter dan leren vanuit partijdogma’s.’ Gorter ziet soms leuke combinaties voorbijkomen, zoals een burgemeester van een landelijke partij in een gemeente waar die partij geen of maar één zetel heeft. ‘Dat betekent dat je de beste kandidaat hebt gekozen.’ Hij adviseert wethouders van lokale partijen om zitting te nemen in VNG-commissies. ‘Wat is een netwerk in Den Haag? Is het echte netwerk niet de VNG? Als je daar een netwerk hebt, kun je meepraten over beleidsonderwerpen en advisering op wet- en regelgeving. Dat voordeel kun je gebruiken. Vanaf 1994 ADVERTENTIE heb ik meegepraat en over grenzen heen gekeken. Pak die voordelen, dan is er voor jou mogelijk ook kans om burgemeester te worden.’ Op de vraag wat de partijloze burgemeester kan toevoegen aan het politiek-bestuurlijke landschap, noemt Gorter de grote mate van onafhankelijkheid. ‘Het voorkomen van achterdocht in de omgeving waar je burgemeester bent. Je wordt niet in een hokje gestopt, niet met een partij geassocieerd of met de prestaties van de lokale tak van die partij. Maar je moet het zelf waarmaken. Je kunt niet terugvallen op een partij als het niet lekker zit. Je bent een selfmade man in een glazen huis.’ Van Zuydam vindt de partijloze burgemeester een uitdrukking van de professionalisering van het ambt. ‘Gegeven de vele opgaven die op het bordje van gemeenten liggen, kan de partijloze burgemeester een nuttige bijdrage leveren. Ook ten aanzien van de dualisering, de politieke fragmentering en de vele tegenstellingen. Zeker als partijloze burgemeesters van buiten de politiek komen, hebben ze vaak ook andere perspectieven op het openbaar bestuur.’ Beleidsmedewerker Verkeer & Vervoer 32-36 uur | schaal 11A Beleidsmedewerker Groen & Landschapsinrichting 30 uur | schaal 10A • Allrounder met veel verantwoordelijkheid • Draagt zorg voor strategie • Integraal werken • Creativiteit binnen complexe context • Allrounder met veel verantwoordelijkheid • Integraal werken • Impact gezonde, leefbare stad • Inspirerende projecten (Romeins erfgoed) Beleidsmedewerker Geluid & Lucht 30 uur | schaal 10A • Allrounder met veel verantwoordelijkheid • Samen met stakeholders • Impact gezonde, leefbare stad • Rekenen en meten Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl

38 ZOMERSERIE TOERISME DOOR CRISTINA BELLON FOTO: SHUTTERSTOCK Door corona werd het zelfs in het door toeristen overlopen Venetië akelig rustig. Cruiseschepen meerden er een jaar lang niet aan. Sinds een maand mogen ze het kanaal Giudecca voor de San Marco niet meer oversteken. Dit ter bescherming van het milieu en het culturele erfgoed. VENETIË ZEGT CRUISESCHEPEN VAARWEL ADDIO!!! Zelfs Venetië, de Italiaanse mythestad, heeft ervaren wat eenzaamheid betekent. De Nederlandse schrijver Ilja Leonard Pfeijffer omschreef het in zijn laatste bestseller Grand Hotel Europa als het Troje van Aeneas. “Deze stad, die vrijwel uitsluitend nog wordt bewoond door spoken uit het verleden, wordt vandaag de dag overspoeld door achttien miljoen toeristen per jaar”. Pfeiffer wist nog niet dat Covid een einde zou maken aan die stroom van miljoenen toeristen die “met hun stinkende slippers en gympen op de verzakkende stenen van een zinkende stad” stampen. “Velen van hen komen met een cruiseschip. Om hun duizenden passagiers geen onnodige ongemakken te bezorgen tijdens hun onvergetelijke bezoek aan Venetië, varen deze flatgebouwen van zestig meter hoog door Canale della Giudecca op enkele meters langs de historische monumenten om af te meren bij het San Marcoplein.” Maar de golfbeweging die door deze mammoetschepen wordt veroorzaakt, geeft trillingen die de funderingen aantasten en het verzakkingsproces versnellen. Het verkeer is een van de punten op de agenda van de Italiaanse regering. Er wor’Jarenlang hebben de schepen luchtvervuiling veroorzaakt’ den maatregelen bestudeerd om Venetië tegen de zee te beschermen en te voorkomen dat het wegzakt in de golven van de lagune, om het te behoeden voor zijn lot. Venetianen zijn vaak gewend om met laarzen en kruisvierkanten boven de planken door de steegjes te waden en daarbij hun rokken en broeken opgerold te houden. Volgens de huidige veiligheidsnormen is het niet gemakkelijk om het verleden van een historische stad te moderniseren zonder het te beschadigen of te vervangen, vooral wanneer “het verleden de enige bron van inkomsten is”, zoals Pfeijffer zegt. PROTESTEN Na jaren van pogingen, wachten, vertragingen, misverstanden, protesten, ongelukken, is het nu officieel: vanaf 1 augustus zullen grote schepen het kanaal BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 ZOMERSERIE 39 Giudecca voor de San Marco niet meer oversteken, om het milieu-, artistieke en culturele erfgoed van Venetië te beschermen. Op 13 juli heeft de Raad van Ministers – op voorstel van president Draghi, de minister van Duurzame Infrastructuur en Mobiliteit Giovannini, de minister van Cultuur Franceschini en in overleg met de minister van Toerisme Garavaglia – een wetsdecreet goedgekeurd waarbij dringende maatregelen worden ingevoerd voor de bescherming van waterwegen van cultureel belang en voor de bescherming van Venetië. Het decreet is ‘een besluit waarop de UNESCO heeft gewacht, evenals alle mensen die Venetië hebben bezocht en zich hebben laten overweldigen door de omvang van de schepen die door de kwetsbaarste en mooiste plek ter wereld varen’, aldus de minister van Cultureel Erfgoed, Franceschini. Het nieuwe doorvaartverbod in de beschermde gebieden van de lagune van Venetië heeft betrekking op schepen met een bruto tonnage van meer dan 25.000 GT, een romplengte op de waterlijn van meer dan 180 meter, een doorvaarthoogte van meer dan 35 meter, met uitzondering van schepen met een gemengde voortstuwing met zeilmotoren, het gebruik van brandstof tijdens het manoeuvreren die verontreinigende emissies veroorzaakt (met een zwavelgehalte van 0,1 procent of meer). ECONOMISCHE TOEKOMST In hetzelfde decreet zijn maatregelen voor de exploitanten in de sector opgenomen, zoals rederijen, terminalbeheerders en dienstverleners, die worden getroffen door het doorvaartverbod voor grote schepen in de lagune van Venetië. Daartoe is door het kabinet een specifiek fonds opgericht om de verliezen te compenseren en de werkgelegenheid te beschermen. Daarnaast is 157 miljoen euro geïnvesteerd om tijdelijke aanlegplaatsen voor grote schepen te realiseren in Marghera, de grote industriehaven. De omschreven Venetië-maatregel is een onderdeel van de bepaling dat alle waterwegen die tot nationaal monument zijn verklaard, beschermt. ‘Wij zijn ervan overtuigd’, aldus minister Giovannini, ‘dat de bescherming van Venetië en zijn lagune, in combinatie met aanzienlijke investeringen voor zijn economische en sociale toekomst, een troef is voor het hele land’. De ‘ideeënprijsvraag’ die eind juni door de Havenautoriteit van het noordelijk deel van de Adriatische Zee is gepubliceerd, moet ervoor zorgen dat de beste structurele oplossing wordt gevonden voor aanlandingen buiten de lagune: voldoen aan de behoeften van de bescherming van het erfgoed en aan de economische en sociale ontwikkeTOERISME NA CORONA Corona legde het internationaal toerisme lam. Maar bewoners van veel toeristenplaatsen haalden opgelucht adem. Binnenlands Bestuur belicht in een zomerserie de lokale bestuurlijke dilemma’s nu de grenzen weer openen. Deel 4: Venetië. ling van het hele gebied. Vanaf volgend jaar kan er worden aangemeerd in de haven van Marghera. De ingrepen van de regering ter bescherming en ontwikkeling van Venetië zijn een waaier. Minister Giovannini verwijst daarbij naar de middelen die beschikbaar zijn gesteld voor de voltooiing van het project van Mose – het ambitieuze systeem van mobiele dammen om Venetië tegen verdrinking te beschermen. De daarmee samenhangende landschapswerken en projecten voor het Venetië-gebied gaan in het zogeheten herstelplan gepaard aan ingrepen om de havencapaciteit te vergroten en de infrastructuur beter bestand te maken tegen de klimaatverandering. Daarvoor wordt 80 miljoen euro uitgetrokken, plus 90 miljoen, voor de elektrificatie van de dokken. Voorts is, in het kader van een overeenkomst met de regio, meer dan 131 miljoen euro uitgetrokken voor de aankoop van 62 marine-eenheden en de herinrichting van 37 veerboten en motorboten, alsook voor de aankoop en renovatie van mobiele drijvende pontons. Ten slotte legt de regering de laatste hand aan de spoorverbinding tussen Venetië en de internatioGOUDEN EIEREN Het Italiaanse toerisme draagt normaal gesproken voor meer dan 13 procent bijdraagt aan het BBP. Volgens gegevens van Eurostat daalde het aantal internationale toeristen in Italië in het coronajaar 2020 met 74,7 procent. Van de 7.926 waargenomen Italiaanse gemeenten zijn er 6.222 – dat is meer dan drie op de vier (78,5 procent) – van toeristisch belang, hetgeen bevestigt dat het toerisme een wijdverbreide Italiaanse strategische hulpbron is. nale luchthaven Marco Polo. Daags na het decreet begon in Venetië de zeeslag. Niet iedereen namelijk is blij met de regeringsmaatregel. Amerikaanse en luxe cruisemaatschappijen zijn tegen de maatregel. In de eerste plaats koos VTP (Venice Terminal Passengers) – de publiek-private onderneming, eigendom van de regio Veneto, die de concessie van de Marittima terminal tot 2025 heeft – partij tegen het decreet. Volgens een nota van de VTP ‘ontstaat de concessie in feite eenzijdig, waarbij de nationale en communautaire voorschriften ter bescherming van de concessiehouder worden geschonden’, omdat ‘gezien de aangegeven strenge beperkingen inderdaad vrijwel geen enkel schip dat in Venetië aanmeert, toegang zal kunnen krijgen tot de Marittima’. In aansluiting op dit besluit, zo vervolgt de nota, ‘wordt tevens uiteengezet dat er wordt voorzien in steun en schadevergoeding, alsmede in vormen van bescherming voor de betrokken werknemers, waarvan de beschikbare dekking echter niet bekend is. Het zijn cijfers waarop het toekomstperspectief voor alle bij de toeleveringsketen van deze industrie betrokken actoren mede is gebaseerd’. Het besluit van de regering, zo meent de VTP, ‘doet afbreuk aan een van de meest populaire cruisehavens ter wereld wat het niveau van de dienstverlening betreft, en stelt de verplaatsing van de cruiseactiviteiten naar Marghera uit tot een onbepaald tijdstip, met het concrete risico dat er een einde komt aan de Venetiaanse cruise-industrie’. LUCHTVERVUILING Maar het ‘No Grandi Navi Committee’, dat de strijd leidt om grote schepen uit het San Marco-bekken en de lagune te weren, antwoordt: ‘Jarenlang hebben de schepen de lagune geëxploiteerd, luchtvervuiling, elektromagnetische straling veroorzaakt en schade toegebracht aan de morfologie van de lagune, aan de funderingen en de stenen van de stad. Nu vergoeden de schepen niet alleen de schade niet, maar worden zij zelf gecompenseerd omdat zij niet voor de San Marco oversteken!’ Tussen de vele onzekerheden is er maar één zekerheid: het toerisme gedijt bij verplaatsing en als de infrastructuren niet worden verbeterd – in kwantitatief opzicht en qua werking – is het moeilijk de toeristenstromen te doen toenemen. Het toerisme moet echt het element worden dat de vervoersinfrastructuur en het toeristisch aanbod verbetert. Pas dan zal Venetië kunnen glimlachen als “een geliefde die op mij had gewacht”, schrijft Pfeijffer. Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.

In een handomdraai jouw Met LED kan het! De conclusie van het IPCC-klimaatonderzoek is glashelder: het is niet langer 5 voor 12, het is 12 uur. Dat betekent NU alles in het werk stellen om klimaatverandering tegen te gaan. Maar CO2 -neutraal vóór 2050 worden we niet zomaar. Het vergt grote oplossingen, maar ook kleine antwoorden op grote schaal. Je leest hier over zo’n oplossing en hoe je vanuit je eigen huis een bijdrage kunt leveren. Als we alle lichtpunten van woningen en overheids gebouwen in Nederland vervangen door LED-verlichting, dan besparen we jaarlijks 840 kiloton CO₂ en 310 miljoen euro. Bespaartotaal: Overheidsgebouwen 60 kiloton CO₂ € 25 mln 840 kiloton CO₂ De Europese Green Deal Het man-op-de-maan-moment van de EU De Europese Green Deal is ‘s werelds meest uitgebreide initiatief voor klimaatactie. De doelstellingen van het programma zijn ambitieus: Een CO2 -neutraal continent vóór 2050 Een herstelde economie, zonder de grondstoffen van onze planeet uit te putten Lonend voor iedereen Woningen 780 kiloton CO₂ € 285 mln

w klimaatdoelen dichterbij? De Regeling Reductie Energiegebruik Woningen (RREW) is een eenmalige uitkering waarmee huiseigenaren en huurders tot 100 euro per woning in duurzaamheid kunnen investeren. De RREW is een goede manier om ervoor te zorgen dat lokale duurzaamheidsdoelen ‘in een handomdraai’ een stuk dichterbij komen! Philips LED Gemeenten kiezen in het kader van de RREW vaak voor het verstrekken van Philips LED-lampen aan huiseigenaren en huurders. Het is een zinvolle keuze: doorgaans kennen wij de lokale partners waarmee gemeenten samenwerken om de regeling uit te voeren. Ook kennen wij de bijkomende, belangrijke processen. Dit zorgt voor efficiency bij het bestellen en leveren van grotere aantallen Philips LED-lampen. Hier hebben gemeenten baat bij. Er is nog een reden om te kiezen voor Philips LED. Je weet zeker dat je kiest voor een duurzaam geproduceerd kwaliteitsproduct van een Nederlandse marktleider die al 130 jaar werk maakt van kwalitatief hoogstaande verlichtingsproducten. Weten hoe wij kunnen helpen bij het verlagen van de CO2 -uitstoot in jouw gemeente? Of wil je de RREW gebruiken voor Philips LED-lampen? Neem contact op met Thomas Leenders van Signify: thomas.leenders@signify.com

Bent u al klaar voor de komst van de Omgevingswet? Schulinck Opleidingen Omgevingsrecht Natuurlijk wilt u als gemeente dat uw medewerkers goed op de hoogte zijn van alle ontwikkelingen rondom de Omgevingswet en het Omgevingsrecht. Met onze opleidingen zetten we de kernpunten van de wet en de betekenis voor vergunningverlening, toezicht en handhaving goed op een rij. Tijdens onze opleidingsdagen staan wij stil bij knelpunten in uw dagelijkse werk en bieden – daar waar het kan – oplossingen. Uiteraard praten wij u bij over de actuele stand van zaken en behandelen wij veel casuïstiek. Ook incompany mogelijk Wilt u met meer mensen in uw organisatie een van onze opleidingen volgen? Ook dat is mogelijk. Al vanaf acht deelnemers kunnen wij elke gewenste opleiding bij u incompany organiseren. Met een incompany opleiding kunnen uw opleidingswensen en behoeften nog meer op maat worden afgestemd. Daarnaast nemen wij graag uw gemeentelijk beleid mee bij de uitvoering van de opleiding. Wij stellen graag een opleiding(straject) samen op basis van uw wensen. Dit kan een klassikale training zijn, e-learning, maar ook in spelvorm. Wij denken uiteraard graag met u mee. Wilt u meer informatie? Neem dan contact op met Joyce Teurlincx via joyce.teurlincx@wolterskluwer.com of bel 077 – 390 2601. Lees direct wat wij voor u kunnen doen op https://www.schulinck.nl/omgevingsrechtincompany-opleidingen In één zin: een training met een WOW-eff ect door een goed samenspel tussen Schulinck en ons. Schulinck doet bij deze training een goede uitvraag. Het is een maatwerk programma geworden, onderdelen toegevoegd uit andere trainingen, waardoor het goed aansloot bij onze behoefte. Uit alles blijkt dat de wil er is om goed aan te sluiten bij wat er echt in de organisatie speelt en leeft (proactieve houding van de trainer). Goede en prettige samen werking en tussentijdse evaluaties waardoor training op een hoger level kwam. Een training zoals je graag elke training het liefst ziet die je als organisatie aanbiedt! Ted van Kralingen, projectleider en Judith Slagter, experimentencoach Omgevingswet | Gemeente Hoeksche Waard

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 Beeld: shutterstock OMGEVINGSWET SPECIAL 43 NIEUWE ENERGIE AMERSFOORT OEFENT MET OMGEVINGSPLAN 44 HOEZO UITSTEL? KOPLOPERS HOUDEN DE MOED ERIN 50 ESSAY RAAD MOET SNEL AAN DE BAK 56 SPECIAL OMGEVINGSWET EXTRA HALF JAAR TOT INVOERING HET UITSTEL BENUTTEN Invoering van de Omgevingswet werd voor de zomer weer uitgesteld. Hoe profiteer je daar optimaal van, als gemeente? Amersfoort wil via het omgevingsplan de energietransitie versnellen. Tilburg laat studenten de toepasbare regels herschrijven. Ook verdient het aanbeveling de raad bij de wet te betrekken. En: wat doen koplopers om te vermijden dat de urgentie in het gemeentehuis wegzakt?

44 SPECIAL OMGEVINGSWET DOOR: MARTIN HENDRIKSMA BEELD: SHUTTERSTOCK Kun je het omgevingsplan aanwenden om de lokale energietransitie te versnellen? Amersfoort doet er met vallen en opstaan onderzoek naar in de vorm van een pilot. ‘Je gaat een creatief proces in met juristen. Dat is pittig.’ ZOEKTOCHT NAAR INZET OMGEVINGSPLAN ALS MOTOR VOOR ENERGIETRANSITIE HOE ER LOKAAL EEN DUURZAAM SCHEPJE BIJ TE DOEN inzetbaar is. Kun je langs deze route gemeentebreed regels opstellen voor de duurzame opwek van energie? Of voor de aansluiting van huizen op een warmtenet? En hoe dan? Purmerend kreeg het eind 2019 als eerste gemeente daadwerkelijk voor elkaar: een jarenvijftigbuurtje met 95 koopwoningen ging van het gas. Feest in de wijk Overwhere, en terecht. Al was er na de enorme inspanningen die de gemeente Purmerend zich ervoor had getroost ook een domper: een handjevol huiseigenaren deed niet mee. Voor hen moest alsnog een kostbaar gasnet light worden aangelegd. Pas met de nieuwe Warmtewet heeft de gemeente straks immers het juridische instrumentarium voorhanden om burgers die tegenstribbelen ten langen leste tot een bepaalde warmtebron te dwingen. Het duurt nog wel even voordat die wet er komt. Een conceptversie werd onlangs door de gemeenten afgewezen: te vrijblijvend om de energietransitie met vertrouwen ter hand te kunnen nemen. Nieuwe vertraging, dus. En dan moeten de Tweede en Eerste Kamer en de Raad van State er straks ook nog hun zegje over doen. Een gemeente met ambitieuze energiedoelstellingen kan daar niet op wachten. Daarom meldde Amersfoort, dat tussen 2030 en 2050 energieneutraal wil zijn, zich aan voor de pilot ‘Themagericht omgevingsplan energietransitie’. Om zo, vooruitlopend op de invoering van de Omgevingswet, te onderzoeken of het omgevingsplan als alternatief voor de Warmtewet Dat ze zich als gemeente daarmee heel veel werk op de hals haalden, viel vooraf al te vermoeden, begint wethouder Astrid Janssen (duurzaamheid, GroenLinks). ‘Maar ook dat er best veel mogelijkheden waren onder die Omgevingswet. Als je niks doet, laat je die allemaal liggen. We hebben in Amersfoort een sterke drive om de energietransitie te gaan regelen. Dat komt in deze pilot bij elkaar. Ja, je kunt in de energietransitie al stappen maken, maar dat gebeurt dan vaak in de vorm van allemaal losse projecten. Daarmee red je het op de lange termijn niet. Met de regels uit het omgevingsplan als instrument trek je de aanpak breder.’ LAKMOESPROEF ‘We zijn begonnen een plan van aanpak te ontwikkelen’, zegt gemeentelijk programmamanager energietransitie Nienke van Keimpema. ‘Wie werkt er binnen onze organisatie allemaal aan de Omgevingswet en wie hebben we straks nodig om daadwerkelijk stappen in de energietransitie te maken?’ Vanuit Binnenlandse Zaken volgen twee ambtenaren de pilot om te zien waar Amersfoort tegenaan loopt en hoe het rijk de gemeente over eventuele hobbels kan helpen – althans in theorie. ‘Tot nu toe merk ik dat we vooral in ons eentje het avontuur opzoeken’, stelt Van Keimpema. Daarbij wel voorzien van input van de belangrijkste lokale stakeholders, zoals burgerinitiatieven, de bedrijvenkring en inwoners van de stad die zich voor duurzaamheid inzetten. En ondersteund door Harm Borgers, adviseur bij KokxDeVoogd. ‘De energietransitie is een lakmoesproef voor het functioneren van de Omgevingswet’, vindt Borgers. ‘Als je deze transitie er niet mee van de grond krijgt, werkt de Omgevingswet straks bij andere onderwerpen ook niet. Een hamvraag bij deze pilot blijkt de rol die je als gemeente moet pakken: het louter stimuleren van transitie of – een stapje verder – verplichtend reguleren? ‘Zonne-energie is een mooi voorbeeld’, zegt Janssen. ‘Hoe krijg je het als gemeente voor elkaar dat steeds meer bewoners en bedrijven zonnepanelen op hun dak gaan leggen? Vanuit het rijk krijgen we signalen dat daar regels ‘De energietransitie is een lakmoesproef voor het functioneren van de Omgevingswet’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021

SPECIAL 45 ‘ We zullen af en toe een paadje opwandelen dat doodloopt’ voor komen. Maar hoe kunnen we daar zelf nu al aan bijdragen, op lokaal niveau? Dit is nou een onderwerp wat je misschien wel in je omgevingsplan kunt regelen.’ Janssen stelt vast dat daar in Nederland verschillende juridische scholen in zijn. ‘Er is nog geen jurisprudentie. Er zijn nog geen uitspraken gedaan. Dat is voor ons als gemeente nog echt zoeken.’ Die zoektocht leidde voor Van Keimpema tot een opvallende constatering: ‘Vanuit burgerinitiatieven en ondernemers werd gezegd dat de gemeente via regelgeving de touwtjes in handen moest nemen. Ze zeiden letterlijk: “Jullie moeten ervoor zorgen dat die transitie echt gaat gebeuren.” Aan de ene kant willen ondernemers nooit tot iets door de gemeente worden gedwongen. En aan de andere kant zeggen ze nu: als jullie dat als gemeente niet doen, dan lukt die transitie gewoon niet.’ UPS EN DOWNS En dus spit de gemeente Amersfoort bestaande wetgeving door op mogelijk bruikbare nieuwe regelgeving zoals – bij het thema aardgasvrij maken van wijken – de Warmtewet en het Bouwbesluit. Het is niet altijd makkelijk. ‘In de rijksregels zitten veel gaten en ze passen allemaal ook niet even lekker op elkaar’, ziet Van Keimpema. ‘Dan zijn we een tijdje bezig en gaat de Warmtewet ineens weer van tafel en moet je opnieuw zoeken. Het gaat echt met ups en downs. Dat zorgt er ook weleens voor dat de werkgroep denkt: waar zijn we nou eigenlijk mee bezig? We gaan drie stappen vooruit en weer twee stappen terug.’ Janssen: ‘In het Bouwbesluit staan alle regels waaraan gebouwen moeten voldoen. Ook energieregels. Er is heel lang onduidelijk geweest of we daar als gemeenten onder de Omgevingswet lokaal een schepje bovenop mogen doen. Daar lijkt het inmiddels wel op. Maar het risico dat je loopt, is dat een aannemer per gemeente met andere bouwregels te maken krijgt. We zijn met de provincie, de stad Utrecht, een aantal kleinere gemeenten én een aantal bouwers aan het kijken: wat zijn nou aanscherpingen van het Bouwbesluit die je redelijkerwijs BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 BINNENL STUUR WE EEK 3 21

SPECIAL 47 ‘ Denk niet dat je deze klus in een jaartje klaart’ regionaal kunt invoeren? Opdat niet iedere aannemer een consultant moet inhuren om te kijken of hij aan de gemeenteregels voldoet. Het omgevingsplan moet geen zoekplaatje voor bouwers worden.’ Zo zijn er vrijwel voortdurend nieuwe zaken waar Amersfoort in de pilot tegenaan loopt. ‘Denk niet dat je deze klus in een jaartje klaart’, vat Van Keimpema samen. ‘Het is niet even een project tussendoor. Je moet de ruimte nemen om het denkproces in de gemeente op gang te brengen. En ook dwarsverbanden leggen met andere projecten. Bij het vaststellen van de regionale energiestrategie en de Transitievisie Warmte hebben we bij verschillende clubs heel veel input opgehaald. Die gebruiken we nu ook in dit project.’ Wethouder Janssen: ‘Je gaat een creatief proces in met hoofdzakelijk juristen. Dat is pittig. Daarom heb ik al bij aanvang gezegd: we zullen af en toe een paadje opwandelen dat doodloopt. Maar dat is volstrekt okay. Daarvoor is het een pilot.’ Van Keimpema: ‘Er zitten ook mensen van communicatie in de werkgroep die het juridische jargon moeten vertalen in begrijpbare taal voor iedereen. Daar zit vaak een wereld tussen. Je hoort weleens van de verzuchting: we hebben nu al zo veel tijd in de pilot gestopt, het moet nu eens iets gaan opleveren. Maar zo werkt het niet.’ HOUTSTOOK Eind van dit jaar gaat de werkgroep met de eerste bevindingen uit de pilot naar de Amersfoortse raad. Die mag dan beslissen welke thema’s uit de energietransitie zich lenen voor stimuleren en faciliteren en bij welke onderwerpen Amersfoort de landelijke touwtjes regionaal strakker aantrekt. Niet alleen als het om energiekwesties als zonnepanelen gaat. ‘Het is ook interessant of je in het omgevingsplan iets kunt opnemen over houtstook’, vindt Janssen. ‘Er is daar al heel lang een discussie over met het rijk. De minister verwijst daarbij steeds terug naar de gemeenten. Maar die hebben op hun beurt geen instrumenten in handen om inwoners tegen rookoverlast te beschermen.’ Als ander punt noemt ze het aantal tankstations in de stad. ‘Kun je dat via het omgevingsplan op den duur verminderen?’ Het is een zoektocht waar Amersfoort met deze pilot nog middenin zit, maar met één voorlopige conclusie: ‘Er zitten veel meer mogelijkheden in dan alleen zonnepanelen of de warmtetransitie.’ MET OMGEVINGSWAARDEN VAN HET GAS AF Onderzoek als gemeente bij het omgevingsplan de ruimte die de landelijke regels wel degelijk bieden, zegt adviseur transitie Harm Borgers van KokxDeVoogd. ‘Stel dat je de duurzaamheid van een gebouw wilt vergroten en je dat volgens de bouwregels niet mag. De precieze juridische uitleg is: dan kun je dus niks veranderen. En de rekkelijke is: ik ga in eerste instantie niks aan dat gebouw doen, maar via het omgevingsplan wel nieuwe, duurzamere regels vaststellen voor het gebied waarin dat gebouw ligt. Hoe krijg ik dan als gemeente in dat gebied de gewenste verduurzaming voor elkaar? Door er te sturen op zonnepanelen, via een omgevingswaarde.’ Vervolgens kun je volgens Borgers wél afdalen op gebouwniveau. ‘Het gebod op grond van de omgevingswaarde wordt dan: zorg voor een zonnepaneel of een andere duurzame warmtebron. En doe dat voor een bepaalde datum. Bij een nieuw gebouw wat sneller dan bij een oud. Het is een andere vorm van denken: niet ‘bestemmen’ – dat is oud recht – maar ‘duurzaam benutten van de leefomgeving’. Dat is de noviteit van het omgevingsplan.’ Zo zou je volgens Borgers als gemeente ook moeten omgaan met mensen die weigeren van het gas af te gaan. ‘Je kunt gebieden aanwijzen waar straks geen gasnet meer is, gekoppeld aan een bepaalde tijdslijn. De opgave is: maak dat juridisch houdbaar en rechtszeker. Uiteraard moet je als gemeente op termijn zorgen voor volwaardige, duurzame alternatieven. Dan wordt uiteindelijk het maatschappelijk belang afgewogen tegen het individueel belang. Ga uit van omgevingswaarden en maak als gemeente een programma zodat de inwoners van een wijk weten: aha, dit gaan we doen en dit kan ik verwachten.’ Hij heeft drie tips voor gemeenten die het omgevingsplan willen inzetten voor verduurzaming. Eén: ‘Neem de raad actief mee bij alle stapjes die je zet. Waar sturen we op? Waar zit de spanning?’ Twee: ‘De Omgevingswet is simpel in zijn instrumentarium, de zes kerninstrumenten, maar zeer complex in het zoeken naar de toepassing ervan door de enorme hoeveelheid detailregels in de AMvB’s. Je moet dat onderwerp durven te problematiseren. Denk niet dat het eenvoudig is. Je gaat het pas zien als je het doorhebt.’ Drie: ‘Probeer het. Ga onbetreden paden in. Zet kleine stapjes. Zie niet gelijk de belemmering als het recht niet evident is. En kijk volop af bij andere gemeenten.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021

50 SPECIAL OMGEVINGSWET DOOR: HARRY PERRÉE BEELD: SHUTTERSTOCK De meeste gemeenten waren blij met het nieuwe uitstel van de Omgevingswet. Een minderheid baalt: zij die al in de startblokken stonden. Hoe houd je de urgentie in het gemeentehuis een extra half jaar overeind? Ervaringen in Bronkhorst, Súdwest-Fryslân en Hillegom. OP BEZOEK BIJ GEMEENTEN DIE OP SCHEMA LAGEN KOPLOPERS WAKEN VOOR VERSLAPPING Toen minister Ollongren van Binnenlandse Zaken op 27 mei jongstleden voor de derde keer de inwerkingtreding van de Omgevingswet uitstelde, klonk in menig gemeentehuis een zucht van verlichting. Lang niet alle gemeenten hebben immers al omgevingsplannen in de steigers staan, de ict-voorbereidingen afgerond of de werkprocessen voor vergunningaanvragen in elkaar geschoven. Toch zal in een aantal gemeentehuizen vooral het gesnoef van ergernis te horen zijn geweest. Ook al omdat er nog geen garantie is dat de Omgevingswet op de nieuwe beoogde invoeringsdatum van 1 juli 2022 wél echt in werking treedt. Pas eind dit jaar wordt duidelijk of het cruciale maar vermaledijde DSO (Digitale Stelsel Omgevingswet) eindelijk doet wat het moet doen en zodoende het startschot voor de Omgevingswet kan klinken. Hoe reageren koplopers, die juist hun stinkende best hebben gedaan om op tijd klaar te zijn, op het zoveelste uitstel? ‘Ik was niet verrast, maar ik vind het jammer’, zo klinkt de beschaafde reactie uit de mond van wethouder Willem Buunk (Omgevingswet, VVD) van de gemeente Bronkhorst. Buunk wil zijn gemeente aanvankelijk geen koploper noemen. ‘Toen ik hier drie jaar geleden kwam, hadden we niet echt een goed plan van aanpak voor alle stappen van voorbereiding.’ Maar daarna lag het traject om te werken aan de instrumenten (zoals het omgevingsplan), de organisatie, de ict en de cultuuromslag klaar. ‘We zijn nu op al die sporen bezig. In die zin zijn we misschien voorloper’, zegt hij voorzichtig. ‘We zaten nog steeds op het kritieke pad, dat we 1 januari van start konden. Dan kunnen de vergunningaanvragen gewoon ingediend worden. Dan hadden we wel nog wat hulpstructuren nodig om te kunnen draaien. Kijk, als mensen denken dat je helemaal klaar moet zijn voordat die wet er kan komen ... Helemaal klaar ben je nooit.’ ALLES OP ALLES ‘Het was rond, behalve de techniek van het digitale stelsel’, schetst wethouder Erik Faber (duurzaamheid, GroenLinks) van de gemeente Súdwest-Fryslân de situatie in zijn gemeente. ‘Die aansluiting moet natuurlijk wel goed zijn. Maar verder zijn wij er organisatorisch en qua visie en beleid klaar voor. We lagen goed op koers.’ En toen kwam het bericht dat het een half jaar verschoven werd. ‘Veranderkundig is dat natuurlijk een slechte zaak’, oordeelt Faber. ‘Als je een planning hebt met een bepaalde invoerdatum, dan zet je alles op alles. Je maakt er mensen en geld vrij voor, dan wil je ook op die datum invoeren. En het is ook voor de burgers van belang. Je wilt het allemaal simpeler, makkelijker en goedkoper maken voor de burgers. Dat wordt ook weer uitgesteld.’ ‘ We moeten heel goed de tussentijdse deadlines bewaken’ Ook in de gemeente Hillegom stond iedereen in de startblokken, laat wethouder Karin Hoekstra (Omgevingswet, CDA) weten. Toch baalt ze niet door het uitstel. ‘Dat komt omdat we ook nog bezig zijn met het omgevingsplan voor de hele gemeente. Dat verwacht ik halverwege volgend jaar klaar te hebben. Dat zou mooi aansluiten als halverwege volgend jaar de nieuwe wet wordt ingevoerd. Ik vind wel belangrijk dat er nu een nieuwe datum genoemd wordt en dat het daarna niet nóg een keer wordt verschoven.’ Goed, het uitstel wordt dapper, maar ook een tikkeltje geïrriteerd weggeslikt. Maar nu? Wat verandert er door het uitstel van de invoeringsdatum? Blijven de drie koplopers zich op dezelfde manier voorbereiden? Of is er kunst- en vliegwerk nodig om alles passend te maken? ‘De voorbereidingen gaan gewoon door’, aldus Buunk. ‘Alleen, BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021

G SPECIAL 51 als uitstel ertoe leidt dat softwareleveranciers later softwarecomponenten gaan leveren, dan wordt het een selffulfilling prophecy. Dan leidt uitstel tot uitstel.’ Tegelijkertijd komt het goed uit dat Bronkhorst nu meer tijd heeft om aan het nieuwe omgevingsprogramma voor nieuwe bedrijventerreinen te werken, vertelt Buunk. ‘Gevaar is wel dat iedereen denkt: we hebben meer tijd, dus we kunnen er langer over doen. Want dan kost het meer tijd en geld om het voor elkaar te krijgen. We moeten heel goed de tussentijdse deadlines bewaken om de vaart er goed in te houden. Daar moet je streng zijn naar de organisatie.’ LANGER BEPRATEN In Súdwest-Fryslân gaan de ambtenaren volgens wethouder Faber onverdroten door op de ingeslagen weg, alsof de Omgevingswet per komende jaarwisseling wordt ingevoerd. ‘Die manier van werken gaan wij gewoon invoeren. Ik verwacht op dat punt geen probleem.’ Maar later geeft hij aan dat door het uitstel de situatie toch heel anders is. ‘Onder druk wordt alles vloeibaar. Als je tijdsdruk hebt, kun je dingen makkelijker voor elkaar krijgen. Als je geen tijdsdruk hebt, ga je dingen langer bepraten en ga je meer overwegen. Je hebt een soort van urgentie nodig om door te pakken.’ In het Gelderse Bronkhorst is dat volgens Buunk geen probleem. ‘Ik zeg gewoon: we moeten vol doorwerken want we hebben alle tijd hard nodig. Dat realiseert iedereen zich ook. Nu we bezig zijn, beseft iedereen hoeveel tijd het kost om je vertrouwd te maken met de nieuwe wettelijke structuur en de spelregels die daar gelden, met de andere manier van samenwerken en met het in één keer optrekken vanuit de verschillende domeinen van het omgevingsbeleid.’ In Hillegom probeert wethouder Hoekstra de urgentie in het gemeentehuis hoog te houden ‘op grond van de inhoud, op grond van de omgevingsvisie: dat is waar we naartoe willen. We willen op basis van de ‘ja-mits’houding kijken naar initiatieven. Dat is echt een enorme cultuurverandering, ambtelijk maar ook bij initiatiefnemers. Die zien: hé, we moeten een initiatief indienen dat past binnen de visie van Hillegom. We willen dat initiatieven laten zien: wat draagt dit nou bij?’ Volgens de wethouder voelen de ambtenaren de inhoudelijke drive daarvoor en zien ze ‘hoe leuk het is om integraal naar initiatieven te kijken.’ Daar zitten overigens wel grenzen aan. ‘Om dat echt goed neer te zetten hebben we dat digitale stelsel nodig. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 BINNENL S B TUUR -

SPECIAL 53 DE PROVINCIE: URGENTIE EVEN DOWNSIZEN Waar talloze gemeenten al jaren meeliften op de mogelijkheden die de Crisis- en Herstelwet biedt om te experimenteren met de flexibeler normen van de Omgevingswet, deden provincies dat tot nu toe niet. Met de 23ste tranche van de Chw kunnen Utrecht en Gelderland die mogelijkheden wel benutten. Utrecht had vorig jaar maart juist de ontwerp-provinciale verordening klaar, toen de Omgevingswet voor de tweede keer werd uitgesteld, vertelt programmamanager Femke Laméris-Huis. ‘Toen hebben we in allerijl een interim omgevingsverordening gemaakt. We hadden de regels in eerste instantie geënt op het wettelijk kader van de Omgevingswet. Omdat die er niet kwam hebben we ze teruggeschreven naar het oude recht.’ Het leek Laméris destijds overdreven om dat voor zo’n korte periode te doen, maar nu, nu de invoering van de Omgevingswet opnieuw opgeschoven is, is ze er blij mee. Net als de wethouders van Bronkhorst, Hillegom en Súdwest-Fryslân is de programmamanager ‘niet blij’ met het uitstel, ‘maar ik zag wel dat het noodzakelijk was voor een goede dienstverlening voor onze inwoners en initiatiefnemers.’ Voor de provincie is het uitstel een nadeel dat deels tegelijk een voordeel is. ‘Als je naar zo’n slotakkoord van inwerkingtreding toewerkt, ontstaat een soort energie waarin je heel hard werkt richting eindstreep. Je blijft nu langer oefenen. Dat is tijd die anders, denk ik, na de inwerkingtreding nodig zou zijn geweest.’ Nu die energie van de eindsprint niet ontstaat, tapt Laméris met haar communicatie uit een ander vaatje. ‘Naar mijn collega’s intern ben ik even wat stiller over de implementatie van de Omgevingswet. Het was altijd “de Omgevingswet komt eraan; let op, ga je werk doen.” De collega’s worden toch wat sceptisch. Weet je wel: “Die wet die er nooit kwam ...”’ Toch probeert de programmamanager er de vaart in te houden. ‘Ons verhaal is dat we niet de Omgevingswet nodig hebben om te werken in de geest van de Omgevingswet. Het verhaal is dat we veel meer willen samenwerken met onze partners en de initiatiefnemer centraal stellen. Onze teamleiders geloven in die meerwaarde. Zo kunnen we als overheid beter aansluiten bij wat er in de samenleving speelt. We hebben te lang onze eigen wereld centraal gesteld.’ Wel is de interne communicatiecampagne, gepland voor het tweede halfjaar, voorlopig afgeblazen. ‘Er staat geen aftelklok in de hal, die we er anders wel neergezet zouden hebben. Wat urgentie betreft hebben we even gedownsized.’ Want het idee uiteindelijk is dat de dienstverlening voor de inwoners eenvoudiger wordt.’ de buidel tasten om het programmateam langer op de been te houden en softwarelicenties te bekostigen. ‘Over het algemeen geldt dat organisaties die verder zijn in hun transitie, meer kosten als gevolg van het uitstel ervaren’, schrijft het accountantskantoor. ‘Nou ... dat klopt wel voor een SOFTWARELICENTIES En dan is er nog het geld. Op 16 juni aanvaardde de algemene ledenvergadering van de VNG een motie van de gemeente Moerdijk die zegt dat de VNG zijn stinkende best moet doen om de minister ertoe te bewegen de gemeenten te compenseren voor het uitstel. Uit een KPMG-rapport van februari dit jaar blijkt dat uitstel met een jaar (naar 1 januari 2022, wat toen nog haalbaar leek) de gemeenten 150 miljoen euro extra kost aan invoeringskosten. Zo moeten gemeenten in deel’, reageert Buunk. ‘We hadden bijvoorbeeld voor deze raadsperiode 2 miljoen euro beschikbaar, incidenteel extra geld als voorbereiding op de Omgevingswet. Als het nog weer een jaar langer duurt, dan moet je wat aan die voorbereiding blijven doen. Dan ontstaat inefficiency; de urgentie is minder groot, het geld wordt wel besteed aan extra inzet en extra uren. Je kunt het niet precies berekenen, maar het kost wel extra geld.’ Toch wil hij ‘niet zomaar meehuilen met de wolven in het bos. Het kost gewoon tijd en geld om naar een nieuw wettelijk systeem te gaan. En waar besteed je dat aan? Aan een verandering van de werkprocessen die je toch een keertje moet veranderen.’ ‘Als je geen tijdsdruk hebt, ga je dingen langer bepraten’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 56 SPECIAL OMGEVINGSWET BEELD: SHUTTERSTOCK ESSAY RAAD MOET AAN DE BAK De raadspolitiek faalde bij de decentralisaties van het sociaal domein. Aldus Douwe Jan Elzinga en Geerten Boogaard afgelopen voorjaar in een geruchtmakend essay in Binnenlands Bestuur. Zijn de raadsleden beter voorbereid op de volgende decentralisatie, die van de Omgevingswet? Trees van der Schoot doet een aantal aanbevelingen om een nieuw debacle te voorkomen. – staan de omgevingsvisie, omgevingswaarden en de instructieregels van rijk en provincie. Het tweede kwadrant – beleidsdoorwerking – bevat de programma’s. Het derde gaat over uitvoering: algemene regels (omgevingsplan en rijksregels) of concrete besluiten (omgevingsvergunningen en projectbesluiten). Het laatste kwadrant gaat over terugkoppeling: toezicht/handhaving, monitoring en evaluatie. En daarna begint de hele cyclus opnieuw. Aan de nieuwe opzet hangen specifieke bevoegdheden voor de raad. De raad stelt de omgevingsvisie en het omgevingsplan vast; het college de programma’s. Op omgevingsvergunningen kan de gemeenteraad sturen door ze in het omgevingsplan voor te schrijven. Als activiteiten in strijd zijn met het omgevingsplan moeten B&W altijd onderzoeken of er redenen zijn om ze toch toe te staan met een zogenaamde omgevingsvergunning voor ‘buitenplanse omgevingsplanactiviteiten’. Daarbij kan de gemeenteraad advies uitbrengen dat bindend is, mits hij vooraf de gevallen daarvoor heeft aangewezen. Achteraf moet de gemeenteraad de activiteit regelen door het omgevingsplan te wijzigen. Het wordt wennen voor raadsleden, als de Omgevingswet volgens de laatste planning per 1 juli 2022 wordt ingevoerd. Veel van de vertrouwde aanpak in het ruimtelijk domein gaat op de schop. Niet langer zijn er straks voor tien jaar vastliggende bestemmingsplannen van kracht, waaraan een sterke sturing ten grondslag ligt door de raad. De Omgevingswet werkt met kerninstrumenten in een beleidscyclus. De wet is daarmee een continu proces. Binnen dat proces is sprake van vier kwadranten. In het eerste – beleidsontwikkeling BREDER De term ‘inpassingsvergunning’ voor dit type omgevingsvergunning (die ik van de gemeente Barneveld heb overgenomen) maakt dat goed duidelijk. De inpassings‘ Zijn er wel voldoende generalisten?’ vergunning kan alleen worden ingezet voor ‘een evenwichtige toedeling van functies aan locaties’: het vastleggen welke activiteiten op een bepaalde locatie zijn toegestaan. Dat lijkt op het huidige bestemmen, maar is breder omdat een omgevingsplan bijvoorbeeld ook natuurgebieden, monumenten en te handhaven bomen kan aanwijzen. De gemeenteraad kan het omgevingsplan ook meteen wijzigen om de strijdige activiteit toe te staan.Ook voor andere doelen, zoals het regelen van de energietransitie, natuurinclusief bouwen of het opvangen van hemelwater, kan de raad het omgevingsplan wijzigen. Verder moet de gemeenteraad ervoor zorgen dat inwoners bij elk kerninstrument vroeg betrokken kunnen zijn. ‘Vroeg’ is in de ideeënfase, dus als er nog geen aanvraag, concreet plan of ontwerp-besluit ligt. Participatie en draagvlak zijn daarbij te onderscheiden. Participatie moet alle informatie boven tafel halen die nodig is om een zorgvuldig besluit te nemen. De intentie en hoop is dat het draagvlak oplevert. Zo niet, dan weegt dat mee bij het besluit. De gemeenteraad kan in principe dus veel en met name zijn eigen rol bepalen. Maar de analyse van Boogaard en Elzinga, dit voorjaar in Binnenlands Bestuur, is dan wel griezelig. Bij het sociaal domein lukte dat namelijk niet. HOOFDZAKEN De minister benadrukt steeds dat de raad er is voor ‘de hoofdzaken’ en op de rest kan bijsturen via de politieke verantwoordelijkheid. Kennelijk zijn programma’s geen hoofdzaken. Ik kan me voorstellen dat een raadslid dat anders ziet. Een programma kan bijvoorbeeld worden ingezet voor energiebeleid, verduurzaming van wonen, horecabeleid, woon beleid, verkeersbeleid, steden

SPECIAL 57 bouwkundige visies en openbare ruimte-plannen. Met een inpassingsvergunning kunnen functies – vooruitlopend op een omgevingsplanwijziging – worden toegedeeld aan locaties. Niet echt bijzaken dus. Toch werd de raad pas (bindend) adviseur na een amendement bij de Invoeringswet. Boogaard en Elzinga signaleren dat raadsleden nogal eens wordt verweten ‘op de stoel van de wethouder’ te zitten. Zij gaan niet over de uitvoering. Het staat bijna zo in de parlementaire stukken van de Omgevingswet. Terecht dat beide schrijvers dit beeld willen uitroeien en benadrukken dat de raad het ‘hoofd’ van de gemeente en dus eindverantwoordelijk is voor alles, inclusief de uitvoering. Lastig bij de fysieke leefomgeving is wel dat het achteraf controleren via het stelsel van politieke verantwoordelijkheid risicovol is. Kosten zijn gemaakt. Gebouwen staan er. Bomen zijn gekapt, een monument gesloopt en landschap en natuur aangetast. Wat heeft het naar huis sturen van een wethouder dan nog voor effect? Bovendien: het klimaat wacht niet totdat de lokale politiek op orde is. De doelen voor de transities zijn gesteld voor 2030 en 2050. De tijd dringt dus. Alle branden, watergolven en verdroging schreeuwen om actie. Ook ‘ruimte voor initiatief’ vraagt om actie. De gemeenteraad van de ‘hoofdzaken’ moet dus voorkomen dat hij achteraf voor voldongen feiten staat. Dat betekent vooraf nadenken waarover hij vanaf 1 juli 2022 wil gaan en hoe. Wat is hoofd- en wat is bijzaak? Sturen we juridisch of politiek? Wat is de balans tussen rollen pakken en effectiviteit? Niet echt gemakkelijk. EVALUEREN In een van mijn bijeenkomsten merkte een raadslid op dat het met omgevingsvisie, omgevingsplan en omgevingsvergunningen wel goed zou komen. Natuurlijk zou er discussie zijn, maar daar kwamen ze wel uit. Dat lag anders voor de terugkoppeling uit het laatste kwadrant. Structureel evalueren, monitoren en bijstellen: daar zijn geen werkprocessen voor. Ambtenaren en managers zitten er waarschijnlijk niet op te wachten. Voor collegeleden is het al gauw politiek gevoelig en ja … hoe evalueer je eigenlijk als gemeenteraad? Anderen voegden daaraan toe dat de cultuur zich er niet voor leent. De gemeente is een politieke organisatie, waar minstens eens in de vier jaar de tegenstellingen en mogelijke ‘miskleunen’ worden uitvergroot. Dat daagt niet uit om ‘terug te kijken’ en ‘op tijd bij te stellen’. Terugkoppeling vraagt om een andere cultuur. Het laten aankomen op het systeem van politieke verantwoordelijkheden past daar niet bij. Je moet mogen reflecteren. Je moet fouten kunnen maken en weer rechtzetten, liefst zo vroeg mogelijk. Voor een focus op het halen van doelen en daarop sturen, zijn afspraken met het college en de ambtenaren nodig en vooral: tussentijds rapporteren en overleggen of het gaat lukken en hoe het beter kan. Evalueren en bijstellen is heel wat anders dan achteraf politiek afrekenen. Boogaard en Elzinga stellen dat de grote decentralisaties in het sociaal domein maatwerk, integraliteit en nabijheid voor de burger beloofden. Dat zijn bij de Omgevingswet ‘verbeterdoelen’. De raad zou ruimte krijgen om aan politiek te doen. Die ruimte heeft de raad bij de Omgevingswet. De gemeenteBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021

SPECIAL 59 ‘ De gemeenteraad kan zijn eigen rol gaan bepalen’ TREES VAN DER SCHOOT ADVISEERT GEMEENTEN OVER RUIMTELIJKE ORDENING EN DUURZAAMHEID. ZE PUBLICEERDE DIVERSE BOEKEN OVER DE OMGEVINGSWET EN IS COLUMNIST VAN BINNENLANDS BESTUUR. raad zou het eerste aanspreekpunt voor een ontevreden burger zijn. Bij de Omgevingswet is vroege participatie uitgangspunt. Bij het sociaal domein was het motto: ‘doen wat nodig is’. Bij de Omgevingswet heet dat ‘vertrouwen in burgers’ en ‘ruimte voor initiatief’. Maar de raden kregen geen grip op het sociaal domein en maakten er geen politiek van. MOEILIJK Bij de bijeenkomsten die ik heb gedaan met raadsleden is mij verteld hoe moeilijk zij het vinden om zelf de regie te pakken. De meeste wachten af waar het college mee komt. Dat anno 2021 bijna de helft van de Nederlandse gemeenten ‘feitelijk failliet’ is vanwege het sociaal domein, zal grote invloed hebben op de Omgevingswet. Gemeenten trekken het rijk nu al aan de jas over geld voor verduurzaming, energietransitie, vergroening van de economie, extra personeel en het digitale systeem. Gemeenteraden hadden bij het sociaal domein te weinig grip op regionale afspraken. Hoe groot is hun grip bij de regionale energiestrategieën? Aan de andere kant: windmolenplannen van gemeenten sneuvelen bij de rechter. Steeds vaker worden provincie en rijk opgeroepen om zelf de regie op vraagstukken te pakken. Boogaard en Elzinga deden drie aanbevelingen: alleen ruimte voor echte professionaliteit, uitvoering is ook politiek en weg met het begrip kaderstelling. Deze zijn ook belangrijk voor de Omgevingswet. Bij het sociaal domein waren er te weinig generalisten en te veel specialisten, waardoor de professionaliteit niet uit de verf kwam. Bij de Omgevingswet gaan we van een sectoraal georganiseerde wereld vol specialisten voortaan integraal en gebiedsgericht werken. Maar: zijn er hier wel voldoende generalisten? Evenals bij het sociaal domein is de autonomie van de burger, initiatiefnemer en ontwikkelaar groot en die van ambtenaren beperkt. Sterker nog, veel gemeenten zijn het liefst ‘faciliterend’ en besteden onder dat mom het doen van onderzoeken, het maken van keuzes en het schrijven van onderbouwingen uit. Dat is slecht voor de kennis binnen de organisatie en wekt de schijn van slagers die hun eigen vlees keuren. Voeg dat bij de vele personeelswisselingen van dit moment, dan zie je nu al in bij het fysiek domein hoe complex de verhouding is tussen lokale uitvoering en lokale politiek. De vraag welke ruimte de gemeenteraad en de gemeente hebben als burgers participeren en initiatief nemen, kreeg ik bij vrijwel alle bijeenkomsten voorgelegd. De politieke afbakeningsvragen bleven bij het sociaal domein buiten beeld, maar ze spelen nu al bij de Omgevingswet. EINDVERANTWOORDELIJK De raad is eindverantwoordelijk voor de uitvoering en kan wethouders, college en burgemeester altijd ter verantwoording roepen en zelfs wegsturen. Dat klopt, maar dat verlamt het (be)sturen. De opgaven waar we voor staan zijn te groot voor veel politiek gedoe. Het is ook niet goed voor het vertrouwen van inwoners in hun bestuurders. Die inwoners zijn juist nodig voor de transities. Er is inderdaad geen recht op autonome uitvoering door wethouders en colleges. Aan de andere kant: er moet wel bestuurd worden en goed ook. Het gaat immers met het woningaanbod fout. We halen de klimaatdoelen niet. We zijn niet ingericht op het grillige weer. Het gaat niet goed met de natuur. De landbouw moet anders. Europa zet ons onder druk. De raad gaat dan misschien wel over alles, maar moet het verschil tussen enerzijds zelf bevoegd of eindverantwoordelijk en anderzijds effectief zijn ook invullen. De beleidscyclus van de Omgevingswet is daarvoor een model. Hoe ga je binnen dat denkmodel per kerninstrument met elkaar om? Hoe wordt het werkbaar? Hoe waarborg je continuïteit? De raden kunnen dit allemaal nu invullen. De drie rollen – kaderstellend, controlerend en volksvertegenwoordigend – staan niet in de wet. Vooral het begrip ‘kaderstelling’ is volgens Boogaard en Elzinga een eigen leven gaan leiden. Alles wat geen kaderstelling inhield, zou niet meer van de raad zijn. De beleidscyclus bevat drie kaderstellende instrumenten: de omgevingsvisie en het omgevingsplan van de gemeenteraad en het programma van het college. Maar ook inpassingsvergunningen – en projectbesluiten van de andere overheden – kunnen kaderstellend zijn, ook al zijn het concrete besluiten. Bijvoorbeeld als er geen gebieds- of themabeleid ligt en ook het omgevingsplan nog niet definitief is. Daarom wil ik drie aanbevelingen aan die van Boogaard en Elzinga toevoegen. Als eerste: spreek nu de rolverdeling af. Nu is het moment om af te spreken wie na 1 juli 2022 welke rol speelt, hoe er tussentijds gerapporteerd, geëvalueerd en bijgesteld gaat worden en hoe de raad op termijn verder ‘naar de hoofdzaken’ kan. Dat voorkomt onnodig politiek gedoe zonder dat de controlerende rol een papieren exercitie wordt. Als tweede: word geen belangenbehartiger. Omdat het om concrete besluiten gaat, moet voorkomen worden dat volksvertegenwoordigers belangenbehartigers worden. Zij moeten belangen afwegen en werkbare keuzes maken. Dat is heel wat anders. Het advies om de mailbox open te zetten en inwoners te bevragen is heel goed, maar concentreer het richting de vroege participatie. Bij zaken als klimaatproblematiek, energietransitie en verduurzamen zullen er vele en vaak tegengestelde meningen en belangen zijn. De raad zorgt ervoor dat iedereen daarmee kan komen als het er nog toe doet, maar maakt uiteindelijk wel de afweging en de keuzes en houdt daaraan vast of stelt die later bij. Als derde: regel terugkoppeling vooraf. Het komt erop neer dat tussen nu en 1 juli ook het laatste kwadrant – terugkoppeling – al aandacht verdient. Dat is het kwetsbaarste deel van de beleidscyclus, zo leren de ervaringen met de eerdere decentralisaties. Het zou zonde zijn als de raden ook bij de Omgevingswet falen. Hopelijk telt een gewaarschuwde raad voor twee. BBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021

62 SPECIAL OMGEVINGSWET DOOR: HARRY PERRÉE FOTO: HENRIËTTE GUEST / ANP-HH Het gortdroge jargon uit gemeentelijke verordeningen is amper geschikt voor menselijke consumptie. Toch vraagt de Omgevingswet dat burgers en bedrijven straks makkelijk een vergunning kunnen aanvragen of een melding kunnen doen. Tilburg liet haar ‘toepasbare regels’ door studenten vertalen. STUDENTEN HERSCHRIJVEN TOEPASBARE REGELS KORTE METTEN MET JARGON docent van de Hogeschool Arnhem Nijmegen. Die vertelde me dat zij ook bezig waren met vragenbomen.’ De docent bracht de ambtenaar in contact met een collega van de Juridische Hogeschool in Tilburg die voor praktijkopdrachten op zoek was naar partners. ‘Zo is het balletje gaan rollen.’ Ook al zijn regels per definitie bedoeld om toe te passen, dat maakt van ‘toepasbare regels’ niet net zo’n pleonasme als witte schimmel. Althans niet volgens het programma Aan de slag met de Omgevingswet. ‘Ze zetten ‘toepasbare regels’ af tegen juridische regels, die niet altijd toepasbaar, begrijpelijk en logisch zouden zijn’, licht Luc Beckers van de gemeente Tilburg toe. Beckers is er sinds 2019 projectleider toepasbare regels. Ook in Tilburg was duidelijk dat de gemeente haar verordeningen niet zomaar in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) kon kieperen. De komst van de Omgevingswet is immers bedoeld om het aanvragen van een vergunning of het doen van een melding voor burgers en ondernemers makkelijker, overzichtelijker en sneller te maken. Daarom liet de gemeente vijftig studenten van de Juridische Hogeschool in Tilburg een deel van haar juridische regels vertalen naar toepasbare regels om zo initiatiefnemers via begrijpelijke en logische vragen door beslisbomen te leiden. Het idee om dat te doen wortelt in een verjaardagsfeestje, vertelt Beckers, die samen met wethouder Marcelle Hendrickx (inwoners participatie, D66) en medewerker vergunningen Nicole van Wanrooij voor een online interview klaarzit om uitleg te geven over het project toepasbare regels. Beckers: ‘Halverwege 2019 waren ‘toepasbare regels’ nieuw voor ons. Op een verjaardagsfeestje kwam ik in gesprek met een OPGETOGEN Wethouder Hendrickx is in haar nopjes met de samenwerking. ‘De Omgevingswet zit niet in mijn portefeuille, maar ik doe wel alles met participatie, nieuwe overheid, bestuur en onderwijs’, verduidelijkt ze haar positie. Als ‘moderne overheid’, zo licht ze de komst van de Omgevingswet toe, ‘moet je de vraag stellen: wat betekent dit voor onze omgeving en welke partners zijn hier relevant? Dat is de manier waarop we ons proberen te ontwikkelen. Dat is een van de redenen waarom we in 2019 de overheidsorganisatie van het jaar zijn geworden.’ Ook de manier waarop die samenwerking tot stand is gekomen, maakt haar opgetogen. ‘Dat is wat je wilt: dat ambtenaren zelf, vanuit de inhoud, naar partners zoeken. En niet dat dat bijvoorbeeld alleen maar opgelegd wordt vanuit een samenwerkingsconvenant van een college van bestuur.’ Terug naar de studenten. Die kregen de opdracht toepasbare regels te maken voor vijf activiteiten, zoals ‘een monument verbouwen’ (zie kader). ‘Uiteindelijk werkt het DSO op activiteitenniveau’, legt Van Wanrooij uit. ‘We hebben ze gevraagd de juridische regels om te zetten naar toepasbare regels voor die activiteiten.’ De studenten gingen in het laatste blok van afgelopen studiejaar in elf groepjes wekelijks een paar uur aan de slag met de klus. Hendrickx benadrukt de toegevoegde waarde van deze externe impuls. ‘Ik vroeg eerder aan Nicole: wat is nou het verschil tussen dit aan een groepje collega’s vragen of aan een groep studenten? Wat levert dit aan andere inzichten op? Dan zie je dat studenten, veel meer dan onze collega’s, denken als een inwoner. Maar ze kunnen ook breder denken, omdat ze een andere grondhouding hebben en ze gebruiken begrijpelijke taal. Dat betekent niet dat onze mensen dat niet kunnen. Maar als je heel erg in de vergunningen zit, dan wordt dat jargon zomaar een vanzelfsprekendheid.’ TECHNIEK De overgang naar de Omgevingswet is steeds meer naar één kant gaan hellen, klinkt het vanuit Tilburg. ‘Ik zie heel veel focus op de techniek’, zegt Beckers, terwijl volgens hem ‘partners opzoeken’ belangrijk is. Daarom trok het projectteam de docent die de studenten begeleidde bij hun opdracht verder de gemeentelijke organisatie in dan gebruikelijk. Niet alleen ‘voor een aantal afspraakjes om dat traject voor te bereiden’, aldus Beckers. De docent schuift aan bij de vergaderingen van de gemeentelijke projectgroep toepasbare regels en bij kwartaaloverleggen, krijgt de nieuwsbrief en is uitgenodigd voor de serious game Omgevingswet. Beckers: ‘Hij vond het fijn, omdat het hem voedt voor de vakken die hij geeft. Hij zei: op deze manier zijn we geen volger van innovatie maar deelnemer aan innovatie.’ Maar kleeft aan deze innovatie niet een hoop dubbel werk? Het rijk vult het DSO met zijn eigen regels; die hoeft de gemeente dus niet ‘toepasbaar’ te maken, maar voor de eigen verordeningen staan gemeenten zelf aan de lat. Gaat nu elke gemeente zelf het wiel uitvinden om tot toepasbare regels te komen? BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021

SPECIAL 63 ‘ Studenten denken als een inwoner’ ‘MAKKELIJKER VOOR DE BURGER’ Met vier medestudenten sleutelde Britt Norbart, tweedejaars student aan de Juridische Hogeschool Tilburg, aan toepasbare regels en beslisbomen. ‘De Omgevingswet is nu heel actueel en iets wat in de samenleving speelt’, motiveert ze haar keuze voor de opdracht van de gemeente Tilburg. Ook docent Ron Ritzen is blij dat de studenten werkten aan een zinvolle opdracht: ‘Uiteindelijk verdwijnt de opbrengst niet in een archief of prullenbak, maar wordt het ook echt in de praktijk gebruikt.’ Norbart vond het aanvankelijk lastig om de regels die haar groepje toebedeeld kreeg (een deel van de Monumentenverordening) om te zetten in tekst die voor burgers begrijpelijk is en tegelijkertijd hetzelfde zegt als in de wet staat. Als voorbeeld leest de student artikel 10 lid 4 van de Monumentenverordening: ‘Het college verleent met betrekking tot het monument met religieuze bestemming geen vergunning als bedoeld in het tweede lid dan in overeenstemming met de eigenaar indien en voor zover het een vergunning betreft waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het geding zijn.’ Maar wat zijn ‘wezenlijke belangen van godsdienstuitoefening’? ‘Wij hebben daarvan gemaakt’, vertelt ze: “Heeft het monument iets met godsdienst te maken?”, en dan een toelichting daarbij: “Denk bijvoorbeeld aan een kerk, synagoge of moskee”’. Een vervolgvraag geeft verdere duidelijkheid, zegt ze: ‘Zou uw activiteit ervoor kunnen zorgen dat mensen beperkt worden in de mogelijkheid in het monument hun godsdienst uit te voeren?’ en de toelichting die daarbij staat is ‘als mensen door de activiteit niet meer kunnen bidden.’ Op die wijze heeft haar groepje de regels afgewerkt. ‘Ik denk dat we het zo makkelijker hebben gemaakt voor de burger en alsnog de regel hebben behouden.’ ‘Als je een modelverordening van de VNG hebt overgenomen, zou je samen kunnen werken’, meent Van Wanrooij. ‘Maar als je helemaal je eigen regels hebt bepaald, dan moet je die zelf toepasbaar maken. Wij hebben geen regels die overeenkomen met andere gemeenten, voor zover ik weet, dus wij zullen het toch vooral zelf moeten doen. En wij lopen redelijk voorop. Er zijn niet veel gemeenten die al zo ver zijn, in ieder geval niet in deze regio, waarmee wij zouden kunnen samenwerken.’ Bovendien, meent de wethouder, gaat het niet alleen om de vraag of er regeloverlap is met andere gemeenten. De vertaling van regels moet passen bij de manier waarop de gemeente met haar inwoners communiceert. ‘Je moet het geschikt maken voor je eigen inwoners.’ Wel worden er, zegt Beckers, vanuit Aan de slag met de Omgevingswet voorbeelden gedeeld waarmee gemeenten hun voordeel kunnen doen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021

De energietransitie is in volle gang! En TenneT draagt hier een flinke steen aan bij. Wil jij meewerken aan een mooiere toekomst? Lees dan snel verder. Adviseur Ruimtelijke Ordening en Milieu Dit is jouw uitdaging: Vanuit het team Licensing waarborg je de publiekrechtelijke positie van TenneT voor het mogen aanleggen, hebben en houden van het hoogspanningsnet. Een spilfunctie binnen projecten, want zonder ruimtelijk plan en/of vergunningen, kan een project niet worden uitgevoerd. Je houdt je onder andere bezig met: • Het (laten) onderzoeken en uitwerken van tracé mogelijkheden en bijbehorende onderzoeken. • Het verkrijgen van publiek recht op ruimte voor nieuwbouwplannen, inclusief afstemming met bevoegd gezag. • Waar nodig begeleiden en coördineren van bezwaar en beroepsprocedures in overleg met interne experts en stakeholders. • Regie voeren over planologisch en publiekrechtelijk proces zowel inhoudelijk als qua beleid, planning en budget, inclusief aansturen van externen en proactieve afstemming met collega-teamleden. • Afstemming zoeken met projectleiding, het leveren van input in risico- en planningssessies en het adviseren van projectmanagement over het vakgebied. • Uitvragen van diensten door onze contractpartners t.b.v. het verkrijgen van recht op ruimte (tracering, onderzoeken, bestemmingsplan, vergunningen, omgevingsmanagement) en de kwaliteitscontrole op de uiteindelijk geleverde producten. • Verstrekken van vakinhoudelijke informatie op informatieavonden en bij raadsbijeenkomsten. Dit neem jij mee: • Een HBO- of WO-diploma in de richting van bijvoorbeeld Planologie, Ruimtelijke Ordening of Omgevingsrecht. • Minimaal 3 jaar relevante ervaring, bijvoorbeeld bij een adviesbureau, Gemeente of Omgevingsdienst. • Je hebt kennis van de nieuwe Omgevingswet. • Een rijbewijs B. Dit krijg je ervoor terug: Je krijgt een uitdagende en verantwoordelijke functie binnen een internationale en dynamische werkomgeving. Daarnaast krijg je een uitstekend salaris in schaal 7 (€3232 - €5920) of schaal 8 (€3287 - €6746), afhankelijk van je level van senioriteit. We hebben goede secundaire arbeidsvoorwaarden (meer dan 40 vakantiedagen, 6% eindejaarsuitkering, 8% vakantiegeld, bijdrage aan je zorgverzekering van €60,- bruto per maand, prima pensioen en een vergoeding voor je sportabonnement. Uiteraard biedt TenneT je volop de mogelijkheid jezelf verder te ontwikkelen, onder meer door training en opleiding. Wil jij bijdragen aan de energietransitie? Solliciteer via ww.werkenbijtennet.eu. Vragen? Bel gerust met Lidewij van Steenoven +31610274648

SPECIAL 65 De bemoeienis van de Tilburgse studenten levert volgens de wethouder en haar ambtenaren profijt op voor burgers en bedrijven. Een deel van het studentenwerk kan straks zo in het DSO worden geplaatst, een ander deel moet nog worden bijgeschaafd. Beckers: ‘Ik denk dat de eindkwaliteit beter is.’ BREDER BELANG Hendrickx wijst nog eens op het bredere belang om samen te werken met de hogeschool. De lokale overheden krijgen steeds meer verantwoordelijkheden in hun schoenen geschoven. Dat gebeurde eerder in het sociale domein. Nu vraagt de Omgevingswet om een lokale en integrale aanpak, waarin gemeenten ook gezondheid moeten betrekken. ‘Dat betekent dat je een ander type kennis en medewerkers nodig hebt. Wij ‘Ik denk dat de eindkwaliteit beter is’ voelen ons medeverantwoordelijk om dat te organiseren, samen met onze opleidingen. Daarom hebben we daar een hechte kennisagenda op ontwikkeld. Omdat je niet wilt dat we straks dit moeten uitvoeren maar geen medewerkers hebben die het kunnen.’ Hoe zeer het project ook van een leien dakje ging, na enig aandringen weet het trio een paar hobbels te benoemen in het formuleren van toepasbare regels. Van Wanrooij: ‘Je moet een analyse van je eigen verordeningen en regels maken en vervolgens gaan schifADVERTENTIE ten: wat valt er wel onder de Omgevingswet en wat niet? Dat heeft veel tijd gekost.’ Hendrickx: ‘Wat deze wet met zich meebrengt en voor ons toch wel lastig is, is dat je vanuit veel meer perspectieven moet kijken, ook bijvoorbeeld gezondheid. Dat zijn verschillende afdelingen. Vanzelfsprekend proberen we integraal te kijken, maar soms is dat heel lastig’, aldus de wethouder. ‘Dat gaat niet altijd vanzelfsprekend. We hebben helaas ook nog hokjes hier en daar.’ Ook al vormen de toepasbare regels maar een klein deel van de Omgevingswet behelst, het wordt straks, aldus de wethouder, the proof of the pudding. ‘Via een dakkapel of tuinschuurtje gaat de inwoner ervaren of die overheid nu wel of niet op een makkelijker en toegankelijker manier jouw belang en het publieke belang tegen elkaar afweegt.’ Een woning voor juf Selma Omdat haar hart bij onze kinderen ligt We willen graag dat Selma in de buurt van haar school kan blijven wonen. Dat is belangrijk voor Selma, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Diemen of Groningen? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021

OPINIE 69 TIJD VOOR EEN DUURZAMERE OPZET OLYMPISCHE SPELEN: ENKELE LESSEN UIT TOKIO De Olympische Spelen van Tokio waren uniek. Er was namelijk geen publiek welkom. Desondanks heeft TeamNL met 36 medailles het beste resultaat ooit behaald. Er moeten lessen worden getrokken uit Tokio, zodat de Olympische Spelen bij de tijd blijven, betogen bestuurskundigen Dennis de Kool en Michel Lobzhanidze. DENNIS DE KOOL MICHEL LOBZHANIDZE Digitalisering maakt het bouwen van kolossale sportcomplexen overbodig FOTO: AFLO/ANP-HH De enorme kosten om de Olympische Spelen te organiseren zijn veel burgers een doorn in het oog. Een gangbare lezing is dat alleen het IOC, sponsoren, bouwbedrijven, projectontwikkelaars en autoritaire regimes ervan profiteren en dat burgers de rekening betalen. Zij zouden na de Olympische Spelen worden opgezadeld met ‘dure en nutteloze’ sportcomplexen. Het is evident dat de Spelen uit hun jasje zijn gegroeid en een megalomaan karakter hebben gekregen. Het organiseren van de Spelen in een gaststad is daarom een achterhaald idee. Daarom bepleiten wij een sobere benadering en een terugkeer naar de sportieve menselijke maat. Ook vanuit het oogpunt van duurzaamheid is het wenselijk om de Spelen niet te concentreren in één stad, maar de focus te verbreden naar een organiserend land of regio. Alle benodigde faciliteiten zijn dan niet geconcentreerd op een beperkt oppervlak en reeds bestaande faciliteiten, zoals het Olympisch Stadion en de Ziggo Dome in Amsterdam, kunnen dan optimaal benut worden. Incidenteel zouden de Spelen zelfs op een continent door verschillende landen georganiseerd worden, zodat de baten en lasten eerlijk kunnen worden verdeeld. Dat brengt bijvoorbeeld Olympische Spelen in Afrika of de Benelux-games dichterbij. In de ‘Olympic Agenda 2020’ van het IOC wordt terecht gewezen op het belang van duurzaamheid. Er zal daarom ingezet moeten worden op flexibele, modulaire en multifunctionele (sport)accommodaties. In een drijvend Olympisch dorp houden alle toekomstige Olympiërs hun voeten droog. Bestaande (luxe) cruiseschepen zouden ook prima voor dat doel kunnen worden ingezet. Tijdens de Amsterdamse Olympische Spelen in 1928 werd ook overnacht op schepen – geheel in lijn met onze maritieme traditie. Aangezien sportliefhebbers als gevolg van de coronacrisis niet welkom waren in Tokio werden de Olympische prestaties louter op afstand gevolgd. In Nederland werden sportliefhebbers op hun wenken bediend in de vorm van live-uitzendingen en uitgebreide samenvattingen. Ook via sociale media werd er veel Olympische content gedeeld. Los van corona zal er in de toekomst primair moeten worden ingezet op het creëren van een Olympische sportbeleving op afstand. Naar verwachting zullen de toekomstige Olympische Spelen een hybride karakter hebben, waarbij niet alleen de fysieke sportbeleving in UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. de sportarena’s, maar ook de digitale verbindingen worden gelegd met sportliefhebbers die het evenement op afstand volgen. Tijdens het Eurovisie Songfestival in Rotterdam zijn in dat kader waardevolle digitale lessen opgedaan. In de gedigitaliseerde samenleving zal de behoefte om massaal naar de Spelen af te reizen wellicht minder groot zijn, omdat sportliefhebbers met digitale tools als slimme camera’s de verrichtingen van hun helden intensief kunnen volgen en beleven. Het bouwen van kolossale sportcomplexen is daarom overbodig. Rijke landen hebben de Spelen niet nodig. Dit ontslaat het welvarende Nederland niet van de morele plicht om zelf een keer dit mondiale sportevenement te organiseren. Ook zonder Spelen zijn in Nederland grote investeringen nodig om urgente maatschappelijke vraagstukken op te pakken en de samenleving te revitaliseren. De Olympische boodschap van verbroedering en verbinding is momenteel actueler dan ooit. Dennis de Kool en Michel Lobzhanidze zijn bestuurskundigen en sportliefhebbers BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021

Balanceren op het slappe koord 30 september 2021 Hoe halen we de overkant? De samenleving zit op slot, de economie draait op halve kracht en we besteden tientallen miljarden om de boel overeind te houden. Het einddoel is om met zoveel mogelijk mensen en met een minimum aan economische schade de overkant te halen. Het is als balanceren op een slap koord. Daar is moed, wendbaarheid en creativiteit voor nodig. Van u en van uw organisatie. En wat gaat u doen als we eenmaal de overkant hebben gehaald? Daarover gaan we met u en prominente bestuurders en experts in gesprek tijdens het Jaarcongres Public Finance. Mogen we een exclusieve toegangskaart voor u reserveren? Financieel eindverantwoordelijken, fi nancieel directeuren, fi nancieel managers, concern controllers en board members met een fi nanciële portefeuille werkzaam in het publieke domein melden zich gratis aan via PublicFinance.nl. Het jaarcongres Public Finance is de plek om uw netwerk, vaardigheden en kennis een boost te geven. Mis de masterclasses van de experts niet! Ontmoet topsprekers als: Donatello Piras Dagvoorzitter en debatleider Jaarcongres Public Finance Jeroen Dijsselbloem Voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid Mathijs Bouman Econoom, journalist en huiseconoom van Nieuwsuur Johan Hamster Wethouder en 1e locoburgemeester Stadskanaal Catharina Adriaans Expert Lead Agile Coaching bij ING Jan Verhagen Beleidsmedewerker fi nanciële verhouding gemeente Den Haag Albert Jan Kruiter Oprichter van het Instituut voor Publieke Waarden Catheel Pino Juridisch adviseur publieke fi nanciering Gita Salden Chief Executive Offi cer van BNG Bank Menno Middeldorp Head of RaboResearch Volledige programma en reserveren via PublicFinance.nl

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 71 SCHILDERING VAN DE ISLAM ALLE KLEUREN VAN DE REGENBOOG Deze weken zijn we erg bezig met de ontwikkelingen in Afghanistan en de veranderingen die zullen plaatsvinden nu deTaliban het landsbestuur overnemen. We weten niet zoveel van hen, vrezen hen door wat we denken te weten en moeten ons wel tot hen leren verhouden. Goed beleid en bestuur vergt immers kennis van de historie, kenmerken en eigenschappen van wederpartijen of bestuurden. Dat was ooit een van de redenen dat de talentvolle Nederlandse onderzoeker Christiaan Snouck Hurgronje (1857-1936) zich diepgaand bezighield met de islam en de zeer diverse volkeren die deze religie aanhangen. Zijn levensverhaal, uitvoerig opgetekend door Wim van den Doel, leest bijna als een avonturenroman. Het begint met een meerjarig verblijf in Mekka en zijn bekering als domineeszoon(!) tot de islam, overigens meer om tactische redenen dan vanuit innerlijke overtuiging. Daarna volgt een jarenlang verblijf als ambtenaar in de Indonesische archipel en het stichten van een gezin, mede om weer diepgaander kennis te krijgen van de mosOp de levenswandel van Snouck is veel af te dingen limgemeenschap in de indische context, Daarna volgt een adviseursrol naast generaal Van Heutz in het soms erg wrede militaire optreden op Atjeh om daar de wil van Nederland op te leggen, gevolgd door een terugkeer naar ons land. Snouck sticht hier een nieuw gezin en wordt als islamkenner hoogleraar en later rector-magnificus aan de Leidse universiteit. Op zijn levenswandel is natuurlijk veel af te dingen. De geveinsde bekering en het achterlaten van zijn gezin in Indonesië doen de wenkbrauwen van menigeen waarschijnlijk fronsen. Zijn enorme gedrevenheid daarentegen om als bestuursadviseur te komen tot een beter begrip van de islam en de levenswijze van moslims in verschillende culturen, is wel een enorm inspirerend voorbeeld, ook voor het bestuur van vandaag de dag. Als Snouck één ding laat zien, is het dat moslims in vele kleuren en smaken voorkomen en zeker niet over één kam kunnen worden geschoren; kennis van verschillen draagt enorm bij aan effectief beleid. Bijvoorbeeld bij vraagstukken rond emancipatie, participatie en integratie maar ook bij praktische actuele vragen als vaccinatiebereidheid. Alle vergen een genuanceerde kijk op nieuwe Nederlanders vanuit hun diverse achtergronden. Marokkaanse, Turkse, Eritrese, Syrische en Afghaanse groepen zijn ten opzichte van elkaar en onderling diverser dan vaak gedacht en kennis kan de sleutel zijn tot effectief beleid. De auteur levert met dit goed gedocumenteerde verhaal daarom een mooie bijdrage aan onze huidige bestuurlijke opgaven. CITAAT UIT HET BOEK SNOUCK. HET VOLKOMEN ‘Snouck was er daarbij van overtuigd dat iedereen zich aan de moderne tijd zou weten aan te passen, ook de moslims in de wereld’ GELEERDENLEVEN VAN CHRISTIAAN SNOUCK HURGRONJE Wim van den Doel Prometheus, 2021 49,99 euro ADVERTENTIE

KOSTENVERHAAL ONDER DE OMGEVINGSWET DE WOO ZORGT VOOR MEER INFORMATIEVERZOEKEN Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ZyLAB DELTAPLAN BIODIVERSITEITSHERSTEL Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ Metafoor Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ RoyalHaskoningDHV

SAMEN AANBESTEDEN. BLIJF PRATEN MET DE MARKT AFBAKENING JEUGDHULP (MASTERCLASS) WARMTEBUFFER DE GROND IN Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/Stipter Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ jblorenz Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/RVO

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 74 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Karel van Soest (VVD, 70) stopt als burgemeester van Boxmeer. Hij begon op 1 september 2003 als burgemeester in Boxmeer. Eerder was hij wethouder in Waddinxveen en burgemeester in Heel. HANS GAILLARD Hans Gaillard is herbenoemd tot burgemeester van Son en Breugel. Zijn nieuwe termijn gaat op 1 september in. Hij zal deze nieuwe periode van zes jaar niet volmaken, want in september 2025 wordt hij 70 en dat is de ontslagleeftijd voor burgemeesters. De VVD’er Gaillard begon op 1 september 2003 in Son en Breugel. Eerder was hij gemeenteraadslid en wethouder in Leusden en lid van provinciale staten van Utrecht. CEES BIJL Cees Bijl zal per 1 december 2021 terugtreden als gedeputeerde van de provincie Drenthe. De 66-jarige Bijl gaat dan met pensioen. Bijl (PvdA) begon 43 jaar geleden zijn politieke loopbaan als gemeenteraadslid en later als wethouder van Enkhuizen. Vervolgens was hij burgemeester van achtereenvolgens Leeuwarderadeel, Meppel en Emmen. In die laatste gemeente, waar hij 15 jaar burgemeester was, had hij al aangegeven geen vierde termijn te ambiëren. THEO VAN EIJK Theo van Eijk is benoemd tot wethouder in Waterland. Hij volgt Jelle Kaars op, die vanwege gezondheidsredenen zijn taken neerlegde. Van Eijk (CDA, 67 jaar) is in het verleden onder andere burgemeester geweest in Medemblik, waarnemend burgemeester in Aalsmeer, Hollands Kroon, Uitgeest en Montfoort. Daarnaast is hij wethouder geweest in de gemeente Hoorn. DEBBIE BRUIJN Debbie Bruijn-van den Berg begint op 1 oktober 2021 als gemeentesecretaris in Westerveld. Ze werkt nu nog in Meppel als manager sociaal domein. Eerder werkte ze onder meer bij de politie. Ook werkte ze als programmaregisseur Veiligheid in Hoogeveen, als regiocoördinator risicojeugd en jeugdgroepen bij het ministerie van Veiligheid en Justitie en als locosecretaris in Wierden. Van 2018 tot 2020 was ze raadslid in Hoogeveen namens de VVD. KOMEN & GAAN AD VAN DE LUIJTGAARDEN Per 1 augustus start Ad van de Luijtgaarden in Hoeksche Waard in de functie van specialist Cultuuren Civieltechniek. Hij werkte zo’n tien jaar voor Zwijndrecht. Hij begon er als senior adviseur Buitensportaccommodaties en werkte de laatste tijd als projectleider/coördinator Buitensportaccommodaties. MARLEEN TENT Gemeentesecretaris Marleen Tent van Aa en Hunze wordt per 1 november 2021 directeur van Welzijnsorganisatie Sedna in Emmen. Tent begon in oktober 2015 als gemeentesecretaris in Aa en Hunze, daarvoor had ze die functie in Zuidhorn. DEES MELSEN Dees Melsen is door de VVD-fractie voorgedragen als wethouder in Oosterhout. Hij zal Robin van der Helm opvolgen, die in september stopt. Van der Helm richt zich op een eigen onderneming. Hij was wethouder sinds 2016. Melsen (32) is elf jaar raadslid en sinds 2013 is hij fractievoorzitter. PETER VERHEIJ Wethouder Peter Verheij (SGP) heeft zijn wethouderschap in Alblasserdam neergelegd. Zijn taken zijn inmiddels overgedragen aan wethouder Kees Jongmans, wethouder Arjan Kraijo en burgemeester Jaap Paans. De SGP heeft de samenwerking met het CDA en de PvdA opgezegd. Directe aanleiding is de zondagsrust, waarover de coalitiepartners afspraken zouden hebben geschonden.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 Foto: Rob Voss PERSONALIA 75 DEBBIE HEESAKKERS Debbie Heesakkers stopt per 1 oktober als wethouder van Beesel. Zij gaat aan de slag bij woningcorporatie Woonwenz in Venlo. Als tijdelijk opvolger wordt Luc Drost voorgedragen. Heesakkers (VLP) werd 5 jaar geleden wethouder en ze legt op 1 oktober haar functie neer. RONALD VENNIK Ronald Vennik is benoemd tot kwartiermaker en beoogd griffier van de nieuwe gemeente Dijk en Waard, waarin Heerhugowaard en Langedijk per 1 januari 2022 opgaan. Vennik is nu nog raadsgriffier in Langedijk. Daarvoor bekleedde hij die functie in Heiloo. Eerder was hij onder andere wethouder in Velsen. JORDAN DAANE Jordan Daane is met ingang van 15 september 2021 benoemd tot secretaris-directeur van waterschap Scheldestromen. Hij volgt Wies Vonck op. Daane was werkzaam in Terneuzen als directeur organisatie en adjunctsecretaris. Daarvoor was hij in diverse functies werkzaam bij de provincie Zeeland. BEREND SEPERS Berend Sepers, griffier in PijnackerNootdorp, wordt griffier van provinciale staten van Zuid-Holland. Eerder was hij raadsgriffier in Kaag en Braassem en plaatsvervangend griffier in Ridderkerk en Leiderdorp. Als statengriffier wordt hij de opvolger van Eric Meurs, die griffier van de Zwolse gemeenteraad werd. HEEZELEENDE Het college van burgemeester en wethouders in Heeze-Leende gaat verder met drie in plaats van vier wethouders. De vertrekkende wethouder Toon Bosmans (PvdA) wordt niet vervangen. Zijn portefeuille wordt verdeeld over de andere college-leden. Wethouders Jan de Bruijn (Lokaal Heeze-Leende) en Pieter van der Stek (D66) gaan fulltime werken. Frank de Win (CDA) was al fulltime in dienst als wethouder. HANS MARCHAL Wethouder Hans Marchal stapt na 27 jaar uit de politiek in Wijk bij Duurstede. Hij mist gebrek aan fatsoen en respect voor elkaar. Marchal is sinds 1994 actief namens de Protestants-Christelijke Groepering (PCG). In dat jaar volgde hij zijn vader op als wethouder in Langbroek. BOUDEWIJN MARINUSSEN Boudewijn Marinussen is in Woudenberg aangesteld als interim-gemeentesecretaris. Hij is daar de tijdelijke vervanger van Simone van der Marck. Marinussen was de afgelopen jaren onder meer interim-gemeentesecretaris in Lisse, Borger-Odoorn, Hof van Twente en Giessenlanden en gemeentesecretaris in Schiedam, Berkel en Rodenrijs en Valburg. AFELONNE DOEK Per 4 oktober wordt Afelonne Doek de algemene rijksarchivaris en algemeen directeur van het Nationaal Archief. Doek is sinds 2013 directeur collecties, data en digitale infrastructuur bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam. Ook was ze directeur collecties en diensten bij NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. Doek volgt Marens Engelhard op, die met pensioen gaat. ANDRÉ LANDWEHR In De Bilt hebben coalitiepartijen D66, GroenLinks en CDA het vertrouwen opgezegd in coalitiepartij VVD en gaan verder als ‘minderheidscollege’ of ‘raadscollege’. Aanleiding is de ‘buitengewoon onhandige communicatie’ van de VVD rond het aangekondigde vertrek van haar wethouder André Landwehr en de ‘geheime’ afspraken daarover. Er zou in 2018 een afspraak zijn gemaakt met de VVD-fractie om de functie van wethouder voor drie jaar te vervullen. JOYCE SATIJN Joyce Satijn is benoemd tot griffier van de gemeenteraad van Berkelland. Haar aanstelling gaat in op 1 september 2021. Satijn is sinds juli 2016 raadsgriffier in West Maas en Waal. In Berkelland volgt zij Andries Bannink op. MAARTEN VAN VIERSSEN Maarten van Vierssen (D66) is gestopt als wethouder van Apeldoorn. Hij vond het onmogelijk om te blijven functioneren door de grote crisis in zijn partij D66. Het college gaat verder zonder een vervanger. DEHLIA TIMMAN Dehlia Timman wordt voorzitter van stadsdeel Centrum. Zij volgt Mascha ten Bruggencate op, die burgemeester van Heiloo werd. Timman (D66) is raadslid sinds 2014, en werkte daarvoor als assistent van toenmalig stadsdeelvoorzitter Boudewijn Oranje (D66). ADVERTENTIE De Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed Nederland zoekt een Directeur Kijk voor uitgebreide informatie op www.publicspirit.nl

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 76 PERSONALIA CARRIÈRE HANNY KEMNA Hanny Kemna is benoemd tot lid van de Kiesraad. Kemna volgt Peter Castenmiller op. Kemna is werkzaam als toezichthouder en bestuursadviseur. Zij is onder meer voorzitter van de Raad van Commissarissen van een pensioenuitvoerder en lid in buitengewone dienst van het College van de Algemene Rekenkamer. ELINE HUITING Eline Huiting wordt adjunct-directeur van Waterschap Zuiderzeeland. De afgelopen zestien jaar werkte ze bij Havenbedrijf Amsterdam. Samen met secretaris-directeur Wouter Slob vormt Huiting de directie van Waterschap Zuiderzeeland. OVERLEDEN: Frank Soutendijk is op 75-jarige leeftijd overleden. Hij was wethouder voor het CDA in Nuenen van 1982 tot 1990. Soutendijk was oud-rechter. Hij was ook betrokken bij het actiecomité tegen de herindeling van Nuenen met Eindhoven. Nico Janssens is na een kort ziekbed overleden. Hij werd in 1994 raadslid namens de VVD. Janssens was van 2000 tot 2006 wethouder in Rotterdam. Daarna was hij tot 2012 voorzitter van voetbalclub Excelsior. Hij is 75 jaar geworden. Alwin ter Voert, tot begin vorig jaar gemeentesecretaris van Helmond, is op 67-jarige leeftijd overleden. Ter Voert heeft zijn gehele loopbaan bij de lokale overheid gewerkt. De afgelopen twintig jaar als gemeentesecretaris in Vught, Horst aan de Maas en Helmond. Een jaar geleden ging Ter Voert aan de slag als tijdelijk directeur bij de gemeenten Wormerland en Oostzaan. JAAP DONKER Jaap Donker begint op 1 november als algemeen directeur van de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). Hij is nu nog interim directeur Publieke Gezondheid bij de GGD regio Utrecht (GGDrU). Donker volgt Peter Bos op. Sinds zijn vertrek neemt brandweercommandant Carolien Angevaren de honneurs als directeur waar. MARIËTTE VAN LEEUWEN Mariëtte van Leeuwen treedt toe als partner Jeugd bij BMC. Van Leeuwen is in Zoetermeer jarenlang wethouder met de portefeuille sociaal domein en jeugd geweest. Gedurende deze periode had zij binnen de VNG vier jaar lang de rol van voorzitter van de commissie gezondheid en welzijn. SEBASTIAAN BAAN De algemeen besturen van de GGD’en West-Brabant en Hart voor Brabant hebben Sebastiaan Baan benoemd tot nieuwe directeur voor de GGD West-Brabant en Directeur Publieke Gezondheid voor de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Hij volgt Annemieke van der Zijden op. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@ binnenlands bestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia ADVERTENTIE Maak jij het verschil in Venlo als teamleider Project- en Procesmanagement? GEEN INSPIRATIE Als teamleider Project- en Procesmanagement ben je samen met het team verantwoordelijk voor de voorbereiding van besluitvorming van grootschalige en/of complexe projecten in het ruimtelijk-fysieke domein. Je geeft richting en schept kaders, stelt middelen beschikbaar, houdt overzicht, daagt uit en stuurt bij. De belangrijkste eigenschap die je meeneemt is dat je anderen stimuleert en helpt groeien. Vanuit aandacht inspireer en motiveer je mensen en bereik je resultaten. Salaris: maximaal € 6.365,- bruto per maand (functieschaal 13) bij een fulltime dienstverband. Een arbeidsmarktoelage is bespreekbaar. Meer informatie: Twan Beurskens, algemeen directeur, 077-3596934, Simone van den Eertwegh, HR adviseur, 06-54750693. Interesse in deze vacature? Solliciteer dan vóór 23 september 2021 via www.banenpleinlimburg.nl.

78 INDEX VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Geerts & Partners / Gemeente Kampen Gemeente Den Haag Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Hilversum Gemeente Hoorn Gemeente Noordoostpolder Gemeente Venlo Gemeente Zuidplas Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard afdelingshoofd bestuursadvisering strategisch beleidsadviseur bureau regioburgemeesters assistent-griffier burgemeester kwaliteitscontroller bestuurlijke besluitvorming beleidsadviseur fysieke leefomgeving secretaris rekenkamer venlo enthousiaste en verbindende bestuursadviseur manager bedrijfsvoering JS Consultancy / Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant teammanager Provincie Limburg PublicSpirit / IVBN Publiek Netwerk / GGD Amsterdam Publiek Netwerk / Provincie Utrecht Rieken en Oomen / Gemeente Den Haag BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN Publiek Netwerk / SED FINANCIËN EN ECONOMIE Gemeente Lansingerland Gemeente Utrecht Omgevingsdienst Haaglanden Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant ICT EN AUTOMATISERING Gemeente Amsterdam Gemeente Noordoostpolder JS Consultancy / Waterschap Vallei en Veluwe Publiek Netwerk / Gemeente De Bilt Rijksoverheid Servicecentrum Drechtsteden STAB JURIDISCH Ctgb Gemeente ‘s-Hertogenbosch Gemeente Delft Gemeente Den Haag Gemeente Den Haag beleidsmedewerker kennisinfrastructuur directeur transitiemanagers twee coördinatoren: cluster informatie- en cluster servicemanagement manager markten afdelingshoofd publiekszaken senior beleidsadviseur economie financieel adviseur adviseur planning & control adviseur planning & control teamleider data en onderzoek functioneel (applicatie) beheerder belastingen teamleider informatiemanagement adviseur data-analyse sociaal domein functioneel beheerder projectleider iv projecten proces technoloog teamleider juristen (bestuurlijk) juridisch adviseur bestuurszaken juridisch adviseur omgevingsrecht senior juridisch adviseur (specialist jeugd en wmo) senior planjurist ADVERTENTIES Bureau Ruimteerk is op zoek naar een Projectmanager ruimtelijke        Bureau Rekenruimte is op zoek naar een enior eno meior laneconoom     Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl pagina 75 pagina 79 pagina 79 Binnenlandsbestuur.nl pagina 79 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 80 pagina 79 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021

INDEX 79 Gemeente Lansingerland Gemeente Utrecht MILIEU Certus Groep / Gemeente Leidschendam-Voorburg OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep / Gemeente Capelle aan den IJssel Certus Groep / Gemeente Leidschendam-Voorburg Certus Groep / Gemeente Leidschendam-Voorburg Gemeente Roosendaal Gemeente Venlo JS Consultancy / FUMO Omgevingsdienst Fryslân Provincie Limburg Provincie Limburg Provincie Utrecht TenneT SOCIAAL Gemeente Nieuwegein Gemeente Noordoostpolder Publiek Netwerk / Gemeente De Bilt VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Scherpenzeel OVERIGE Belastingdienst projectsecretaris douane OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl procesregisseur persoonsgerichte aanpak (pga) klantmanager wmo beleidsadviseur sociaal domein communicatieadviseur(s) Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 79 Binnenlandsbestuur.nl senior jurist grondzaken senior jurist beleidsmedewerker geluid & lucht JS Consultancy / Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden senior strateeg vergunningverlener/coördinator vuurwerkevenementen assetmanager vastgoed beleidsmedewerker verkeer & vervoer beleidsmedewerker groen & landschapsinrichting stedenbouwkundige teamleider project- en procesmanagement strategisch beleidsadviseur junior medewerker beheer medewerker beheer beleidsadviseur ruimtelijke ontwikkeling adviseur ruimtelijke ordening en milieu Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 37 pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 37 pagina 37 Binnenlandsbestuur.nl pagina 76 pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 64 • • • • • • • • • • • • • • • • BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021

Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsTeammanager 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren Inspirerend en faciliterend manager die met een moderne stijl van leidinggeven medewerkers mee neemt in de veranderende organisatie. Academisch werk- en denkniveau en ervaring in maatschappelijke, bestuurlijke en politieke omgeving. Ondernemend en netwerker die een relatienetwerk weet te onderhouden en bouwen. Strategisch en met helicopterview over de verschillende vakgebieden heen kunnen kijken. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Senior Strateeg 32 - 36 uur | schaal 12 cao SAW | max. € 83.105,- bruto per jaar (incl. IKB) Stijlflexibele en creatieve procesbegeleider met het talent om bestuurlijke agenda’s te beïnvloeden én te netwerken. Signaleert en vertaalt nieuwe ontwikkelingen naar het waterschap. Versterkt het strategisch vermogen van de organisatie en draagt bij aan een sterke samenwerking met verschillende stakeholders. Is oorspronkelijk,schakelt makkelijk, toont eigenaarschap en is politiek sensitief. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teamleider Informatiemanagement 36 uur | schaal 12 max. € 83.638,- bruto per jaar (incl. IKB) Coachend en faciliterend leidinggevende die verantwoordelijk is voor de doorontwikkeling van het team (ca. 45 fte), dat voor grote uitdagende ontwikkelopgaven staat. Heeft visie, stuurt op hoofdlijnen en weet de juiste vragen te stellen en veranderingen te realiseren. Heeft affiniteit met informatiemanagement en ICT. Is verbindend, pro-actief, koersvast, zakelijk, collegiaal en bestuurlijk sensitief. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Strategisch Beleidsadviseur 36 uur | schaal 12 max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Mooie rol voor een adviseur die een invloedrijke bijdrage levert aan strategische onderwerpen, gericht op een veilige en schone leefomgeving in Friesland. Is strategisch sparringpartner van directie, management en bestuur. Houdt zich bezig met VTH-beleid en met organisatieontwikkelprogramma’s. Echte netwerker met vlotte pen, die verbindend, pro-actief en politiek-bestuurlijk sensitief is. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
Home


You need flash player to view this online publication